NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 23 NOVEMBER 2015 OPENBARE ZITTING

Transcriptie

1 NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 23 NOVEMBER 2015 OPENBARE ZITTING Aanwezig: Verontschuldigd: Afwezig: : raadsleden; Guido Goossens: OCMW-secretaris De voorzitter opent de vergadering. Alvorens over te gaan tot de bespreking van de agendapunten stelt de voorzitter voor om, gelet op artikel 2 van het huishoudelijk reglement van 9 december 2013 en latere wijzigingen, het volgende punt bij dringende noodzakelijkheid aan de agenda toe te voegen: hp 1. Kennisname van de notulen van het vast bureau van 20 oktober 2015 en van 3 november Motivatie: De kennisname van de notulen van de vergaderingen van het vast bureau van 20 oktober 2015 en van 3 november 2015 staat niet op de agenda van de raad. Indien de notulen niet aan deze vergadering ter kennisname zouden voorgelegd worden, is de tijdspanne na de vast bureaus te groot wanneer de kennisname van de notulen pas in de volgende vergadering van de raad zouden voorgelegd worden. Dit punt wordt als 3 de punt aan de agenda van de besloten zitting toegevoegd. Openbare zitting 1. Goedkeuring van de notulen van de raad van 26 oktober 2015 (openbare zitting). De raad keurt de notulen van de vergadering van 26 oktober 2015 (openbare zitting) goed.

2 2. Kennisname van de opzeg door Eandis van de overeenkomst aangaande de installatie van oplaadterminals bij het OCMW en afsluiten van een nieuwe overeenkomst met Iverlek aangaande de installatie en het beheer van oplaadterminals bij het OCMW. Gelet op de overeenkomst van 28 april 2009 tussen Iverlek en het OCMW aangaande de installatie van oplaadterminals bij het OCMW; Gelet op de opzeg per brief gedateerd op 26 juni 2015 van Eandis van deze overeenkomst waarbij deze overeenkomst eindigt op 31 december 2015; Gelet op artikel 8 van deze overeenkomst waarin een opzegtermijn van 6 maanden wordt bepaald waardoor de gegeven opzeg van Eandis rechtsgeldig is; Gelet op het voorstel van Eandis per brief gedateerd op 19 oktober 2015 en ontvangen op het OCMW op 29 oktober 2015 houdende het afsluiten van een nieuwe overeenkomst tussen Iverlek en het OCMW inzake het gebruik van oplaadterminals voor budgetmeters; Overwegende dat de huidige vergoeding van Eandis aan het OCMW voor het gebruik van de oplaadterminal vooral gebaseerd is op de gevraagde personeelsinzet van het OCMW, waarbij Eandis stelt dat met de nieuwe oplaadterminal de klant de oplading volledig autonoom kan verrichten en daardoor de personeelsinzet wegvalt; Overwegende dat volgens Eandis de huidige berekeningsmechanismen voor de vergoeding complex zijn; Overwegende dat volgens Eandis het nieuwe voorstel van overeenkomst transparanter is uitgewerkt waarbij de vergoeding die Eandis betaalt aan het OCMW enerzijds gebaseerd is op basis van het aantal oplaadpunten en hun openingsuren en anderzijds op het aantal actieve budgetmeterklanten in onze stad; Overwegende dat bij de nieuwe voorgestelde vergoeding een mechanisme is ingebouwd waardoor deze vergoeding niet verder exponentieel kan stijgen maar dat ook garanties zijn ingebouwd dat de vergoeding nooit minder kan zijn dan 80% van de vergoeding die aan het OCMW werd toegekend bij de jaarafrekening ; Overwegende dat het OCMW de mogelijkheid krijgt om de vergoeding te laten groeien door de openingsuren van het reeds bestaande oplaadpunt te verruimen of door een voorstel uit te werken om een extra oplaadpunt te voorzien; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen; Artikel 1: Het OCMW neemt kennis van de opzeg door Eandis per brief van 26 juni 2015 van de overeenkomst van 28 april 2009 tussen Iverlek en het OCMW aangaande de installatie van oplaadterminals bij het OCMW waarbij deze overeenkomst eindigt op 31 december 2015.

3 Artikel 2: Het OCMW gaat akkoord met het voorstel van Eandis per brief van 19 oktober 2015 houdende het afsluiten van een nieuwe overeenkomst tussen Iverlek en het OCMW aangaande de installatie en het beheer van oplaadterminals bij het OCMW en sluit deze nieuwe overeenkomst met Iverlek af die ingaat op 01 januari Artikel 3: De voorzitter en secretaris worden gemachtigd om namens het OCMW deze overeenkomst te ondertekenen. 3. Vaststelling van de budgetwijziging 2015 nr. 1 betreffende het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen, o.a. artikel 86, 4, 6, artikel 91 lid 1, artikel 156 en artikel 270, 1, lid 1, 7 ; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus en latere wijzigingen, o.a. artikelen 27 tot en met 29; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus en latere wijzigingen, o.a. Afdeling 2/1, artikel 4/1; Overwegende dat de raad op 1 december 2014 het meerjarenplan aangepast heeft en het budget 2015 vastgesteld heeft; Overwegende dat er noodzaak is om tot een budgetwijziging 2015 nr. 1 over te gaan waarbij de beleidsnota, met daarin de doelstellingennota, inhoudelijk niet wordt aangepast, maar op basis van de budgettoestand waar nodig de financiële nota wordt aangepast betreffende het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget; Gelet op het ontwerp van budgetwijziging 2015 nr. 1 betreffende het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget, bestaande uit een verklarende nota en een financiële nota; Overwegende dat bij de investeringen de kredieten van de niet afgesloten investeringsenveloppes van 2014 automatisch bij de kredieten van 2015 worden gevoegd; Overwegende dat de raad op 14 juli 2015 de jaarrekening 2014 vastgesteld heeft met daarin een positieve autofinancieringsmarge voor het boekjaar 2014 van ; Gelet op het ontwerp van budgetwijziging 2015 nr. 1 waarbij wordt uitgegaan van het standpunt om de positieve autofinancieringsmarge van terug te laten vloeien naar de gemeente, in de redenering dat de gemeentelijke bijdrage van het afgelopen jaar te hoog geraamd was om de werking en de netto-aflossingen te financieren; Overwegende dat het budget 2015 na budgetwijziging 2015 nr. 1 past binnen het meerjarenplan ; Gelet op het advies van het managementteam van 19 oktober 2015 betreffende de budgetwijziging 2015 nr. 1; Gelet op het voorafgaandelijk gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 26 oktober 2015 betreffende de budgetwijziging 2015 nr. 1 waardoor de geconsolideerde gemeentelijke bijdrage zal verminderen; Gelet op de toelichting door de financieel beheerder op verzoek van de voorzitter;

4 Marie Jeanne Hendrickx, Ursula Bervoets, Maria Boven, Jozef Lemmens, Kathleen Lemmens, Xavier Lesenne, Omer Mievis, Marlene Swinnen, Benny Vangelder Jerry Janssens, Patrick Vansweevelt Artikel 1: De budgetwijziging 2015 nr. 1, bestaande uit een verklarende nota en een financiële nota betreffende het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget en waarbij de positieve autofinancieringsmarge van de jaarrekening 2014 ten bedrage van wordt beschouwd als terug te storten aan de gemeente, vast te stellen met een algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden (gemeente) ten bedrage van , een resultaat op kasbasis van en een autofinancieringsmarge van 0. Artikel 2: De budgetwijziging 2015 nr. 1 wordt toegezonden aan het college van burgemeester en schepenen om ter kennisname voor te leggen aan de gemeenteraad. 4. Aanpassing van het meerjarenplan voorafgaand aan de vaststelling van het budget Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen, o.a. artikel 147; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus en latere wijzigingen, o.a. afdeling 2 art. 15; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus en latere wijzigingen; Overwegende dat de raad op 1 december 2014 het op 9 december 2013 opgestelde meerjarenplan aangepast heeft; Overwegende dat er voorafgaand aan de vaststelling van het budget 2016 noodzaak is om tot een aanpassing van het meerjarenplan over te gaan waarbij geen inhoudelijke wijzigingen van de strategische nota gebeuren, maar waar nodig de financiële ramingen van de actieplannen en acties worden geactualiseerd; Overwegende dat de raad op 14 juli 2015 de jaarrekening 2014 vastgesteld heeft en dit verwerkt is in het meerjarenplan ; Gelet op het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan voorafgaand aan de vaststelling van het budget 2016, bestaande uit een verklarende nota met de motivering van de wijzigingen en een financiële nota met het financiële doelstellingenplan en de staat van het financiële evenwicht; Overwegende dat het aangepaste meerjarenplan aan de voorwaarden van het financieel evenwicht voldoet en de gemeentelijke bijdrage over de resterende jaren niet wordt verhoogd; Gelet op het advies van het managementteam van 19 oktober 2015 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan voorafgaand aan de vaststelling van het budget 2016; Gelet op het voorafgaandelijk advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 26 oktober 2015 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan voorafgaand aan de vaststelling van het budget 2016;

5 Gelet op de toelichting door de financieel beheerder op verzoek van de voorzitter; Marie Jeanne Hendrickx, Ursula Bervoets, Maria Boven, Jozef Lemmens, Kathleen Lemmens, Xavier Lesenne, Omer Mievis, Marlene Swinnen, Benny Vangelder Jerry Janssens, Patrick Vansweevelt Artikel 1: Het meerjarenplan wordt aangepast voorafgaand aan de vaststelling van het budget 2016, waarbij geen inhoudelijke wijzigingen van de strategische nota gebeuren maar waar nodig de financiële ramingen van de actieplannen en acties worden geactualiseerd, waardoor de bijdrage van de gemeente gedurende het resterende gedeelte van de zesjaarlijkse periode van de financiële nota van het meerjarenplan niet wordt verhoogd, nl Artikel 2: De aanpassingen van het meerjarenplan worden toegezonden aan het college van burgemeester en schepenen om ter kennisname voor te leggen aan de gemeenteraad. 5. Vaststelling van het budget 2016, bestaande uit de beleidsnota en de financiële nota (exploitatiebudget, investeringsbudget en liquiditeitenbudget). Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen, o.a. artikel 86, 4, 5, artikel 91 lid 1, artikelen 149 tot en met 159 en artikel 270, 1, lid 1, 1 ; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus en latere wijzigingen, o.a. artikelen 16 tot en met 27; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus en latere wijzigingen, o.a. artikelen 2 tot en met 4 en artikel 10; Overwegende dat de raad op 9 december 2013 het meerjarenplan vastgesteld heeft en dit meerjarenplan aangepast heeft op 1 december 2014; Overwegende dat de raad in huidige vergadering het meerjarenplan waar nodig aangepast heeft alvorens te beraadslagen over het budget voor het financiële boekjaar 2016; Overwegende dat de raad in vergadering van 14 juli 2015 de jaarrekening 2014 vastgesteld heeft en dit verwerkt is in het meerjarenplan ; Gelet op het ontwerp van het budget voor het jaar 2016, bevattende de beleidsnota en de financiële nota betreffende het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget; Overwegende dat het budget voor het jaar 2016 past binnen het aangepaste meerjarenplan, aangezien - de doelstellingennota van het budget voor het financiële boekjaar 2016 de beleidsdoelstellingen en actieplannen bevat die ook in de strategische nota van het meerjarenplan zijn opgenomen; - het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar 2016 groter is dan of gelijk is aan nul;

6 - de autofinancieringsmarge van het financiële boekjaar 2016 in het budget groter is dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in het meerjarenplan; Gelet op het advies van het managementteam van 19 oktober 2015 betreffende het budget voor het jaar 2016; Gelet op het voorafgaandelijk advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 26 oktober 2015 betreffende het budget voor het jaar 2016; Gelet op de toelichting door de financieel beheerder op verzoek van de voorzitter; Marie Jeanne Hendrickx, Ursula Bervoets, Maria Boven, Jozef Lemmens, Kathleen Lemmens, Xavier Lesenne, Omer Mievis, Marlene Swinnen, Benny Vangelder Jerry Janssens, Patrick Vansweevelt Artikel 1: Het budget voor het jaar 2016, bestaande uit de beleidsnota en de financiële nota betreffende het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget wordt vastgesteld met een algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden (gemeente) ten bedrage van , een resultaat op kasbasis van en een autofinancieringsmarge van 0. Artikel 2: Het budget voor het jaar 2016 wordt toegezonden aan het college van burgemeester en schepenen om ter kennisname voor te leggen aan de gemeenteraad. 6. Gunning van de opdracht houdende de levering en plaatsing van nieuwe ramen en deuren in de LOI-woning te Testelt. Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, 1, 1 a (limiet van ,00 excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, 3; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 51 en 52, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

7 Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat in het kader van de opdracht Leveren en plaatsen van nieuwe ramen en deuren - Hoeve 13 een bestek met nr. 2015/011 werd opgesteld; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht indicatief wordt geraamd op ,00 excl. btw of ,00 incl. 6% btw; Gelet op het raadsbesluit van 28 september 2015 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de indicatieve raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op het raadsbesluit van 28 september 2015 betreffende het starten van de gunningsprocedure waarin beslist werd om volgende firma s uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - AWOUTERS, Weg naar Opoeteren 228 te 3660 Opglabbeek - BEPACO, Commissaris Neyskenslaan 26 te 3290 Diest - TOPS-SCHOUT bvba, Noordervaart 23 te 2200 Herentals; Overwegende dat de offertes het bestuur ten laatste op 29 oktober 2015 om uur dienden te bereiken; Overwegende dat de verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 26 februari 2016; Overwegende dat 2 offertes werden ontvangen: - TOPS-SCHOUT bvba, Noordervaart 23 te 2200 Herentals ( ,00 excl. btw of ,20 incl. 6% btw) - AWOUTERS, Weg naar Opoeteren 228 te 3660 Opglabbeek ( ,30 excl. btw of ,32 incl. 6% btw) Gelet op het verslag van nazicht van de offertes van 10 november 2015; Overwegende dat, rekening houdende met het voorgaande, wordt voorgesteld om deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde TOPS-SCHOUT bvba, Noordervaart 23 te 2200 Herentals, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van ,00 excl. btw of ,20 incl. 6% btw; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode / (referentie 2014/003); Overwegende dat er geen visum vereist is van de financieel beheerder;

8 Artikel 1: Het verslag van nazicht van de offertes van 10 november 2015 voor de opdracht Leveren en plaatsen van nieuwe ramen en deuren - Hoeve 13, wordt goedgekeurd. Artikel 2: Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit. Artikel 3: Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder, zijnde TOPS- SCHOUT bvba, Noordervaart 23 te 2200 Herentals, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van ,00 excl. btw of ,20 incl. 6% btw. Artikel 4: De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2015/011. Artikel 5: De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode / (referentie 2014/003). 7. Wijziging van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 1 van het OCMW-decreet en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente. Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, rechtspositieregeling en het mandatenstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet inzonderheid op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat de definitieve ambtsneerlegging betreft;

9 Gelet op de rechtspositieregeling van 28 maart 2011 voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 1 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente (ref: RPR GEMEENSCH. GRADEN 2011) en latere wijzigingen; Overwegende dat het verlofstelsel van de openbare sector ook van toepassing is op de contractuele personeelsleden en dat de regeling in verband met de opschorting van verlof dus niet enkel voor de statutaire personeelsleden geldt; Overwegende dat het hoofd van het personeel kennis neemt van de uitoefening van nevenactiviteiten van personeelsleden; dat er hiervoor geen machtiging door het VB is; dat dit artikel reeds werd geschrapt in het arbeidsreglement; Overwegende dat het wenselijk is om duidelijkheid te scheppen over het samenvallen van ziekteverlof en onbetaald verlof; Overwegende dat volgens het ingewonnen advies bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, bij het samenvallen van ziekteverlof en onbetaald verlof, het onbetaald verlof primeert vermits bij onbetaald verlof de administratieve toestand non-activiteit is waardoor bij statutairen nooit een ziektekredietdag mag afgetrokken worden en contractuelen geen recht hebben op gewaarborgd loon als ze ziek worden tijdens onbetaald verlof; Overwegende dat dit voorontwerp van wijziging van de rechtspositieregeling is opgesteld door de OCMW-secretaris in overleg met het managementteam in uitvoering van artikel 86, 4 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen; Gelet op de onderhandelingen die ter zake gevoerd werden in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 16 oktober 2015 met het tot stand komen van een protocol als gevolg; Gelet op de bespreking in het managementteam van 23 september 2015; Artikel 1: In Titel VIII. De verloven en afwezigheden, hoofdstuk II. De jaarlijkse vakantiedagen van de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 1 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente (ref: RPR GEMEENSCH. GRADEN 2011), worden de subtitels Afdeling I. Gemeenschappelijke bepalingen en Afdeling II. Specifieke bepalingen voor de statutaire personeelsleden en de contractuele personeelsleden, uitgezonderd de gesubsidieerde contractuelen geschrapt. Artikel 2: De inhoud van artikel 230ter van de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW bedoeld in artikel 104, 1 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente (ref: RPR GEMEENSCH. GRADEN 2011), wordt vervangen door wat volgt:

10 Als een personeelslid ziek wordt voor de aanvang van een vakantiedag of een periode van vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort voor de duur van de ziekte. Als een personeelslid ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan wordt de vakantie opgeschort voor de duur van de ziekte. Als een personeelslid tijdens zijn vakantie in het ziekenhuis opgenomen wordt, dan wordt de vakantie opgeschort vanaf de eerste dag van de ziekenhuisopname. Artikel 3: Artikel 253 van de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 1 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente (ref: RPR GEMEENSCH. GRADEN 2011), wordt geschrapt. Artikel 4: In de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 1 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente (ref: RPR GEMEENSCH. GRADEN 2011), wordt volgend artikel 274bis ingevoegd: Artikel 274bis. Bij samenloop van ziekteverlof en onbetaald verlof, primeert het onbetaald verlof. Artikel 5: Dit besluit treedt in werking op 1 december Wijziging van de rechtspositieregeling van toepassing op het personeel, bedoeld in artikel 104, 2 en 6 van het OCMW-decreet en op de secretaris en de financieel beheerder. Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, rechtspositieregeling en het mandatenstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet inzonderheid op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet inzonderheid op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk

11 welzijn en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat de definitieve ambtsneerlegging betreft; Gelet op de rechtspositieregeling van 28 maart 2011 voor het personeel van het OCMW van toepassing op het personeel, bedoeld in artikel en 6 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 en op de secretaris en financieel beheerder (ref. RPR-SPEC. PERS. 2011), en latere wijzigingen; Overwegende dat het verlofstelsel van de openbare sector ook van toepassing is op de contractuele personeelsleden en dat de regeling in verband met de opschorting van verlof dus niet enkel voor de statutaire personeelsleden geldt; Overwegende dat het hoofd van het personeel kennis neemt van de uitoefening van nevenactiviteiten van personeelsleden; dat er hiervoor geen machtiging door het VB is; dat dit artikel reeds werd geschrapt in het arbeidsreglement; Overwegende dat het wenselijk is om duidelijkheid te scheppen over het samenvallen van ziekteverlof en onbetaald verlof; Overwegende dat volgens het ingewonnen advies bij het Agentschap Binnenlands Bestuur, bij het samenvallen van ziekteverlof en onbetaald verlof, het onbetaald verlof primeert vermits bij onbetaald verlof de administratieve toestand non-activiteit is waardoor bij statutairen nooit een ziektekredietdag mag afgetrokken worden en contractuelen geen recht hebben op gewaarborgd loon als ze ziek worden tijdens onbetaald verlof; Overwegende dat dit voorontwerp van wijziging van de rechtspositieregeling is opgesteld door de OCMW-secretaris in overleg met het managementteam in uitvoering van artikel 86, 4 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen; Gelet op de onderhandelingen die ter zake gevoerd werden in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 16 oktober 2015 met het stand komen van een protocol tot gevolg; Gelet op de bespreking in het managementteam van 23 september 2015; Artikel 1: In Titel VIII. De verloven en afwezigheden, hoofdstuk II. De jaarlijkse vakantiedagen van de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 2 en 6 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 en op de secretaris en financieel beheerder (ref: RPR - SPEC. PERS. 2011), worden de subtitels Afdeling I. Gemeenschappelijke bepalingen en Afdeling II. Specifieke bepalingen voor de statutaire personeelsleden en de contractuele personeelsleden, uitgezonderd de gesubsidieerde contractuelen geschrapt. Artikel 2: De inhoud van artikel 254ter van de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 2 en 6 van het OCMW-decreet van

12 19 december 2008 en op de secretaris en financieel beheerder (ref: RPR - SPEC. PERS. 2011), wordt vervangen door wat volgt: Als een personeelslid ziek wordt voor de aanvang van een vakantiedag of een periode van vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort voor de duur van de ziekte. Als een personeelslid ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan wordt de vakantie opgeschort voor de duur van de ziekte. Als een personeelslid tijdens zijn vakantie in het ziekenhuis opgenomen wordt, dan wordt de vakantie opgeschort vanaf de eerste dag van de ziekenhuisopname. Artikel 3: Artikel 277 van de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 2 en 6 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 en op de secretaris en financieel beheerder (ref: RPR - SPEC. PERS. 2011), wordt geschrapt. Artikel 4:In de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling voor het personeel van het OCMW, bedoeld in artikel 104, 2 en 6 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 en op de secretaris en financieel beheerder (ref: RPR - SPEC. PERS. 2011), wordt volgend artikel 298bis ingevoegd: Artikel 298bis. Bij samenloop van ziekteverlof en onbetaald verlof, primeert het onbetaald verlof. Artikel 5: Dit besluit treedt in werking op 1 december Aanstelling van een afgevaardigde voor de algemene vergadering van IGO en vaststelling van het mandaat. Gelet op de bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking; Gelet op het raadsbesluit van 12 januari 2004 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de oprichting van en deelname aan de dienstverlenende vereniging IGO Leuven; Gelet op de oprichting van de dienstverlenende vereniging IGO Leuven op 10 maart 2004, die als rechtsopvolger optreedt van de vzw IGO Leuven Gelet op artikel 39 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, dat bepaalt dat wijzigingen in de statuten artikelsgewijs worden aangebracht met een drievierde meerderheid, zowel voor het geheel van de geldig uitgebrachte stemmen, als voor de geldig uitgebrachte stemmen van de vertegenwoordigde gemeenten, en op voorwaarde dat de gewone meerderheid van het aantal deelnemende gemeenten haar instemming betuigt. Gelet op artikel 33 van de statuten van de dienstverlenende vereniging IGO, dat bepaalt dat de algemene vergadering is samengesteld uit vertegenwoordigers van de deelnemers, die rechtstreeks worden aangeduid door de gemeenteraden en voor de overige deelnemers door de organen die, krachtens de wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen, bevoegd zijn tot deelneming te beslissen. Gelet op artikel 41.3 van de statuten van de dienstverlenende vereniging IGO, dat bepaalt dat de jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering in de loop van het eerste semester van het volgende boekjaar aan de hand van het verslag van de raad van bestuur en het verslag van de revisor. Samen met de uitnodiging worden deze documenten ter beschikking gesteld aan de deelnemende gemeenten, die het mandaat van hun afgevaardigden terzake bepalen. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen;

13 GAAT OVER TOT GEHEIME STEMMING Ursula Bervoets Maria Boven Marie Jeanne Hendrickx Jozef Lemmens Kathleen Lemmens Xavier Lesenne Jerry Janssens Omer Mievis Marlene Swinnen Benny Vangelder Patrick Vansweevelt 11 ja-stemmen 0 Blanco-stemmen: 0 Ongeldige stemmen: 0 Artikel 1: Kathleen Lemmens wordt aangesteld als afgevaardigde voor de algemene vergadering van 18 december 2015, rekening houdende met artikel 59, 2 de lid van het decreet van 6 juli 2001 (onverenigbaarheid tussen het mandaat van vertegenwoordiger op de algemene vergadering en dat van lid van een van de andere organen en artikel 22 statuten IGO: onverenigbaarheid tussen mandaat van vertegenwoordiger op de algemene vergadering en lid van de raad van bestuur). Artikel 2: De raad gaat akkoord met het door de raad van bestuur van IGO voorgestelde programma Artikel 3: De raad gaat akkoord met de door de raad van bestuur van IGO voorgestelde begroting Artikel 4: Het mandaat van de afgevaardigde wordt als volgt bepaald: 1. Goedkeuring verslag vergadering 19 juni Goedkeuring programma Goedkeuring begroting Aanvaarding nieuwe leden raad van bestuur. 5. Varia

14 10. Vaststelling van het mandaat van de afgevaardigde van het OCMW voor de buitengewone algemene vergadering van cvba Diest Uitbreiding van 24 november Gelet op de uitnodiging van cvba Diest-Uitbreiding van 5 november 2015 voor de buitengewone algemene vergadering van 24 november 2015; Gelet op het raadsbesluit van 28 mei 2013 houdende de aanstelling van Kathleen Lemmens als afgevaardigde van het OCMW voor de gewone en buitengewone statutaire vergadering van cvba Diest-Uitbreiding; Gelet op de dagorde van voornoemde buitengewone algemene vergadering; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW s en latere wijzigingen; Artikel 1: De raad van het OCMW stelt het mandaat van de afgevaardigde van het OCMW voor de buitengewone vergadering van cvba Diest-Uitbreiding van 24 november 2015 als volgt vast: 1.a. Goedkeuring van de vaststelling historische overdrachten en overgangen van aandelen en van desbetreffende verklaringen van het bestuursorgaan; 1.b. Goedkeuring van de herbepaling van: - het totaal aantal in omloop zijnde en uitgegeven aandelen - de bedragen van het vaste en het variabele gedeelte van het maatschappelijk kapitaal 1.c. Goedkeuring van geactualiseerde lijst der vennoten met aanduiding van het respectievelijk aangehouden aantal aandelen 1.d. Goedkeuring van de beslissing inzake de eventuele consignatie van niet opgevraagde scheidingsaandelen 2. Goedkeuring van de statutaire bepaling van de: - omvang van het scheidingsaandeel - termijn waarbinnen de gerechtigden het scheidingsaandeel kunnen opvorderen 3. Goedkeuring van de aanpassing van artikel 5 der statuten aan de beslissingen genomen omtrent voorgaande agendapunten OCMW-secretaris Namens de raad OCMW-voorzitter G. Goossens M.J. Hendrickx