Zitting van 19 maart 2018 van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Transcriptie

1 Zitting van 19 maart 2018 van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn Aanwezig: Verontschuldigd: De voorzitter opent de vergadering om 20:00 uur. AGENDA 01 Goedkeuring ontwerpnotulen vorige openbare zitting DE RAAD: De ontwerpnotulen van de vorige openbare zitting worden goedgekeurd. 02 Action Item List optimalisatie Kinderopvanglocaties DE RAAD: Type STATUS Datum Beschrijving van het te onderzoeken item stand van zaken Open Open Gerealiseerd Open 25/03/2014 a. 21/9/2015 Optimalisatie Locaties Kinderopvang 1. Ramsel 2. Bergom a. uitbreiding kindertoiletjes 3. Herselt Wie rapporteert Voorzitter Graad van belang Normaal Datum laatste rapportage N-VA Vragende partij Gerealiseerd 17/11/2014 Uitbreiding locatie de Mixx Herselt Voorzitter Hoog CD&V en N-VA Open 17/11/2014 Locatie pastorij Bergom Voorzitter Normaal CD&V en N-VA De voorzitter licht de stand van zaken toe; volgende week wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning digitaal ingediend. 03 Goedkeuring van het jaarverslag 2017 van de dienst schuldbemiddeling Besluit Het jaarverslag 2017 van de dienst schuldbemiddeling wordt goedgekeurd.

2 04 Overheidsopdrachten participatie in opdrachtencentrale: aankoopdienst IOK: principiële goedkeuring Principieel akkoord te gaan deel te nemen aan de samenaankopen via de intergemeentelijke aankoopdienst van IOK waaraan de gemeente deelneemt. 05 Huisvestingsbeleid : Verlenging deelname Kempens Woonplatform De OCMW-raad beslist om verder deel te nemen aan het project Kempens Woonplatform Zuid. De OCMW-raad keurt het voorliggend dossier met betrekking tot de subsidieaanvraag voor het project Kempens Woonplatform Zuid goed. 06 Welzijnszorg Kempen : principiele goedkeuring herziening noodopvangplan thuis- en daklozen Besluit Art.1: Art. 2: De Raad voor Maatschappelijk Welzijn heeft in haar zitting van 19 maart 2018 het besluit genomen akkoord te gaan met de principes en de werkwijzen van het noodopvangplan Kempen zoals opgenomen in de nota Noodopvangplan Kempen en zal hieraan uitvoering geven. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn bekrachtigt dit engagement door: - Aan het dak- en thuislozenonthaal van CAW De Kempen het mandaat te verlenen om personen in een situatie van acute dakloosheid, die zich melden buiten de openingsuren van het OCMW, toe te kunnen wijzen aan een opvanglocatie; - Aan het dak- en thuislozenonthaal van CAW De Kempen het mandaat te verlenen een OCMW aan te duiden als tijdelijk bevoegd volgens de principes van de nota Noodopvangplan Kempen ; - De toegewezen cliënt de eerstvolgende werkdag te ontvangen op het OCMW. Na te gaan of het OCMW effectief bevoegd is voor deze cliënt. o Indien blijkt dat het OCMW geen bevoegdheid draagt over de aangemelde cliënt, deze cliënt door te verwijzen naar het OCMW dat wel bevoegd is én dat OCMW op de hoogte te brengen. o Indien het OCMW effectief bevoegd blijkt, de cliënt te begeleiden in het traject naar duurzame huisvesting. Hierbij kan het OCMW beroep doen op de verschillende wettelijke instrumenten die ter beschikking staan van een OCMW alsook de initiatieven uit het Kempens woondiagram die passend zijn voor de cliënt; - Borg te staan voor de verblijfskosten verbonden aan de noodopvang van cliënten waarvoor het OCMW werd aangeduid als tijdelijk bevoegd. Deze borgstelling heeft betrekking op het verblijf tot de volgende werkdag; - Borg te staan voor een vervoerskost van maximaal 5 euro voor het openbaar vervoer van cliënten waarvoor het OCMW werd aangeduid als tijdelijk bevoegd in het geval de cliënt

3 niet over voldoende middelen beschikt om zich, na een nacht in de noodopvang, de eerstvolgende werkdag naar het tijdelijk bevoegde OCMW te verplaatsen; - De periode van noodopvang in een opvanglocatie waarvoor het OCMW borg staat niet te aanzien als een onderbrekingsperiode zoals gestipuleerd in artikel 2 3 van de wet van 2 april 1965 noch als gewoonlijke verblijfplaats. Ongeacht of de borgstelling voortvloeide uit een beslissing van het dak- en thuislozenonthaal van CAW De Kempen i.h.k.v. het noodopvangplan Kempen of een eigen beslissing van het OCMW om een cliënt tijdelijk op te vangen i.f.v. het traject naar duurzame huisvesting. Art. 3: Deze beslissing over te maken aan Welzijnszorg Kempen vóór 1/5/ Welzijnszorg Kempen: Nieuwe financieringswijze Rolmobiel Besluit: Art. 1: Kennis te nemen van het meerjarenplan 'RolMobiel '. Art. 2: Akkoord te gaan met de voorgestelde financieringswijze voor RolMobiel, de dienst aangepast vervoer in de Kempen, namelijk de volgende formule: (aantal inw gemeente * euro) + ((aantal ritten gemeente/totaal aantal ritten)* (aantal inw totale werkgebied * euro)) * index en dit met ingang van 1 januari Art.3: Deze beslissing over te maken aan Welzijnszorg Kempen. 08 Woning Kerkstraat 2: realisatie van 2 doorgangwoningen Principieel akkoord te gaan om de woning op te delen volgens optie 3 en de administratie te vragen het dossier voor te bereiden (indienen omgevingsvergunningsaanvraag, verfijnen kostenraming.) 09 Problematiek kinderopvang Bergom capaciteit: mogelijke alternatieven en voorstel Besluit De volgende leden van de raad af te vaardigen voor overleg met een afvaardiging van de parochie: Viviane Van Thielen, Julien Milis, Hilde Vekemans, de voorzitter met het oog op uitbreiding van de kindplaatsen om niet in overbezetting te gaan. 10 BKO: terugkoppeling kindsaantallen en effect hiervan op locaties en begeleiding DE RAAD: Zonder voorwerp volgende raad volgt een nieuwe terugkoppeling. 11 Dienstverlening: samenwerking Herselt en Westerlo -Organisatie van collectieve

4 modules in het kader van de bevordering van de participatie en sociale activering - Goedkeuring Besluit Art. 1: Akkoord te gaan om in samenwerking met OCMW Westerlo een fietscursus te organiseren in het kader van de bevordering van participatie en sociale activering van haar gebruikers - collectieve modules. De kosten voor de organisatie en omkadering van deze collectieve modules worden gerecupereerd via de subsidie die aan OCMW Herselt werd toegekend om de participatie en sociale activering van haar gebruikers te bevorderen. Art.2: De kosten worden als volgt verdeeld: werkingskosten: op basis van het aantal deelnemers, personeelskosten: elk OCMW draagt de eigen personeelskosten. 11/A TOEGEVOEGD BIJ HOOGDRINGENDHEID: Personeel: wijzigingen RPR Volgende wijzigingen aan te brengen in de Rechtspositieregeling categorie 1 van het OCMWpersoneel van Herselt en Rechtspositieregeling categorie 3 van het OCMW-personeel voor de specifieke diensten: Art Van de RPR te wijzigen als volgt: Het personeelslid heeft recht op maaltijdcheques. De waarde van één maaltijdcheque bedraagt 7,75 euro. De werkgeversbijdrage bedraagt 6,66 euro. Art. 283bis. 1. Het vast aangestelde (statutaire) personeelslid kan ter beschikking gesteld worden van een gebruiker onder de voorwaarden die in dit hoofdstuk bepaald worden. Onder een gebruiker moet worden begrepen: de gemeente Herselt, het OCMW Herselt, het AGB Herselt (voor statutaire personeelsleden), of een VZW die afhangt van het bestuur. 2. In toepassing van art. 61 en art. 60, 7 van de organieke OCMW-wet kan het contractueel aangestelde personeelslid ter beschikking gesteld worden van een gebruiker, onder de voorwaarden bepaald in artikel 144bis van de Nieuwe Gemeentewet en art. 61 en art. 60, 7 van de organieke OCMW-wet, en aangevuld met de voorwaarden die in dit hoofdstuk verder bepaald worden. Het contractueel aangestelde personeelslid kan niet ter beschikking gesteld worden zolang zijn minimale periode van functioneren volgend op de indiensttreding loopt. 3. Tenzij de arbeidsrelatie tussen OCMW en personeelslid intuitu personae werd afgesloten, kan het personeelslid zich niet verzetten tegen een gehele of gedeeltelijke overdracht van werkgeversgezag. Art. 51bis, 1, lid 6: eerste 4 best vervangen door 3 (enkel OCMW) Hoofdstuk X. Het onbetaalde verlof Art Het onbetaald verlof als gunst 1. De secretaris kan aan een personeelslid onbetaald verlof toestaan om de prestaties volledig of gedeeltelijk te onderbreken, als de goede werking van de dienst dat toelaat. Het verlof, vermeld in het eerste lid, kan worden toegestaan voor: 1 20 dagen per kalenderjaar, te nemen in volledige of halve dagen en in al dan niet aaneensluitende perioden;

5 2 2 jaar gedurende de loopbaan, te nemen in al dan niet aaneensluitende perioden van minimaal 1 maand. Bij deeltijdse tewerkstelling wordt het onbetaald verlof van 1,1 (Y) pro rata berekend volgens onderstaande formule: Y = 20 x gemiddelde concrete tewerkstellingsbreuk. Dit wordt omgerekend naar uren. [ ] 2. Het verlof in 1, 1 dient ten minste tien werkdagen voor de aanvang van het onbetaalde verlof aangevraagd te worden bij de secretaris of zijn aangestelde. De secretaris of zijn aangestelde deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk, en ten laatste een werkdag voor de aanvang van het gevraagde verlof, mee. Indien de aanvraag slechts gedeeltelijk of niet ingewilligd wordt, vermeldt de beslissing een motivering. Het onbetaalde gunstverlof kan uitgesteld of geweigerd worden of kan worden toegestaan onder voorwaarden, om de goede werking van de dienst(en) te verzekeren. Het verlof in 1, 2 dient ten minste een maand voor de aanvang van het onbetaalde verlof aangevraagd te worden bij de secretaris of zijn aangestelde. Deze deelt zijn beslissing zo spoedig mogelijk, en ten laatste vijf werkdagen voor de aanvang van het gevraagde verlof, mee. Indien de aanvraag slechts gedeeltelijk of niet ingewilligd wordt, vermeldt de beslissing een motivering. De aanvraag vermeldt de aanvangsdatum en de duurtijd van het aangevraagde verlof. Verlengingen van het aangevraagde verlof dienen aangevraagd te worden ten laatste nadat voor 3/4e van de lopende termijn is verstreken. In onderling overleg met de secretaris of zijn aangestelde kan van deze termijn worden afgeweken. [ ] 3. In afwijking van deze bepalingen in 2 dient het onbetaalde gunstverlof in 1 1 door de secretaris of de financieel beheerder ten minste tien werkdagen voor de aanvang van het onbetaalde verlof aangevraagd te worden bij het vast bureau. Het college deelt de beslissing zo spoedig mogelijk, en ten laatste een werkdag voor de aanvang van het gevraagde verlof, mee. Indien de aanvraag slechts gedeeltelijk of niet ingewilligd wordt, vermeldt de beslissing een motivering. In afwijking van deze bepalingen in 2 dient het verlof in 1, 2 ten minste een maand voor de aanvang van het onbetaalde verlof aangevraagd te worden door de secretaris of de financieel beheerder bij het vast bureau. Deze delen hun beslissing zo spoedig mogelijk, en ten laatste vijf werkdagen voor de aanvang van het gevraagde verlof, mee. Indien de aanvraag slechts gedeeltelijk of niet ingewilligd wordt, vermeldt de beslissing een motivering. De aanvraag vermeldt de aanvangsdatum en de duurtijd van het aangevraagde verlof. Verlengingen van het aangevraagde verlof dienen aangevraagd te worden ten laatste nadat voor 3/4e van de lopende termijn is verstreken. In onderling overleg met het vast bureau kan van deze termijn worden afgeweken. [ ] Afdeling IV. Volledige loopbaanonderbreking. Met ingang van 1 december 2016 kunnen er geen rechten meer geput worden uit deze afdeling.

6 Art Dit verlof wordt geregeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, artikel 99 en volgende van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, in het Koninklijk Besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen en in het Ministerieel Besluit van 17 december 1991 tot uitvoering van de artikelen 13,15,20 en 27 van het Koninklijk Besluit van 2 januari De werknemer heeft recht op volledige loopbaanonderbreking. 3 Deze afdeling is niet van toepassing op de decretale graden en de werknemers op proef. 4. Deze afwezigheden worden gelijkgesteld met dienstactiviteit behalve voor de berekening van het contingent ziekteverlof en jaarlijkse vakantie. Afdeling V. Gedeeltelijke loopbaanonderbreking Met ingang van 1 december 2016 kunnen er geen rechten meer geput worden uit deze afdeling. Art Dit verlof wordt geregeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, artikel 99 en volgende van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, in het Koninklijk Besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen en in het Ministerieel Besluit van 17 december 1991 tot uitvoering van de artikelen 13,15,20 en 27 van het Koninklijk Besluit van 2 januari De werknemer heeft recht op gedeeltelijke loopbaanonderbreking. 3 Deze afdeling is niet van toepassing op de decretale graden en de werknemers op proef. 4. Deze afwezigheden worden gelijkgesteld met dienstactiviteit behalve voor de berekening van het contingent ziekteverlof en jaarlijkse vakantie. Art. 291 bis. Vlaams Zorgkrediet [ ] 1. Het Vlaams zorgkrediet moet schriftelijk aangevraagd worden bij de secretaris of zijn aangestelde, vergezeld van de nodige bewijsstukken. Het verlof voor opleiding, zorg voor een kind tot en met 12 jaar en zorg voor een kind met een handicap moet 3 maanden op voorhand aangevraagd worden aan de secretaris. Het verlof voor de zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad moet één maand op voorhand aangevraagd worden. Het verlof voor palliatieve zorgen moet zeven dagen op voorhand aangevraagd worden. De secretaris of zijn aangestelde kan akkoord gaan met een kortere aanvraagtermijn. Het verlof wordt toegekend door de secretaris of zijn aangestelde. Deze kan:

7 1 het verlof weigeren als de aanvraag niet voldoet aan alle voorwaarden die opgelegd worden in het Besluit van de Vlaamse regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet, aangevuld met de voorwaarden in het eerste lid van dit artikel deze paragraaf; 2 de ingangsdatum van het verlof met maximum 3 maanden uitstellen om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst, behalve in geval van verlof voor palliatieve zorgen of voor de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad; 3 de omvang van het verlof met maximaal 3 maanden beperken tot een kleiner percentage dan aangevraagd, om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst, behalve in geval van verlof voor palliatieve zorgen of voor de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad; 4 om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst een minimumduur opleggen, binnen de algemene grens van artikel 8 en 9 van het Besluit van de Vlaamse regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet, behalve in geval van verlof voor palliatieve zorgen of voor de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad. 2. De secretaris en de financieel beheerder kunnen het verlof schriftelijk aanvragen als gunst aan het vast bureau. Het verlof wordt toegekend door het vast bureau. De aanvraagtermijnen zoals bepaald in 1, leden 2, 3 en 4 zijn van toepassing. Het vast bureau kan akkoord gaan met een kortere aanvraagtermijn. Het vast bureau kan: 1 het verlof toestaan; 2 het verlof weigeren als de aanvraag niet voldoet aan alle voorwaarden die opgelegd worden in het Besluit van de Vlaamse regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet, aangevuld met de voorwaarden in het eerste lid van dit artikel deze paragraaf; 3 de ingangsdatum van het verlof met maximum 3 maanden uitstellen om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst, behalve in geval van verlof voor palliatieve zorgen of voor de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad; 4 de omvang van het verlof met maximaal 6 maanden beperken tot een kleiner percentage dan aangevraagd, om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst, behalve in geval van verlof voor palliatieve zorgen of voor de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad; 5 om redenen die inherent zijn aan de goede werking van de dienst een minimumduur opleggen, binnen de algemene grens van artikel 8 en 9 van het Besluit van de Vlaamse regering van 26 juli 2016 tot toekenning van onderbrekingsuitkeringen voor zorgkrediet, behalve in geval van verlof voor palliatieve zorgen of voor de zorg van een zwaar ziek gezins- of familielid tot de tweede graad. 11/B TOEGEVOEGD BIJ HOOGDRINGENDHEID: Personeel: vacant verklaren en start selectieprocedure voor begeleider BKO m/v (D1-D3) met een contract voor onbepaalde duur met aanleg wervingsreserve met een duur van 1 jaar en verlengbaar

8 Art.1. De functie van begeleider m/v (D1-D3) in de buitenschoolse kinderopvang met een halftijds contract voor onbepaalde duur wordt vacant verklaard. Er wordt op basis van de selectie een werfreserve aangelegd die geldig is voor 1 jaar en verlengbaar. Art. 2 De vacature wordt gepubliceerd op de website van VDAB, de website van de gemeente en OCMW Herselt, de nieuwsbrief werken bij de overheid en de digitale borden. Personen die het afgelopen jaar spontaan gesolliciteerd hebben worden persoonlijk op de hoogte gebracht van de vacature. Art.3 De voorgestelde timing voor de selectieprocedure wordt goedgekeurd. Art. 4 De selectiecriteria betreffen de resultaatsgebieden, competenties, kennis en gedragskenmerken zoals beschreven in de functiebeschrijving van begeleider m/v (D1-D3) in de buitenschoolse kinderopvang. Art.5 Om geslaagd te zijn moeten de kandidaten minstens 60% van de punten behalen op elke selectieproef. 12 Varia DE RAAD: - Tarieven uitstappen BKO: tarief wordt per uitstap op 10 euro bepaald. Aldus gedaan in bovenstaande zitting. Namens de Raad voor Maatschappelijk Welzijn: Algemeen Directeur De Voorzitter T.Vervloessem E.Valgaeren