Ministerie van Economische Zaken. Datum I I FEB, Betreft Nb -wet; vergunning; garnalenvisserij, diverse Natura 2000-gebieden.

Transcriptie

1 Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Natuur Postadres Postbus EK Den Haag Factuuradres Postbus BD Den Haag Overheidsidentificatienr Datum I I FEB, 2015 T (algemeen) Betreft Nb -wet; vergunning; garnalenvisserij, diverse Natura 2000-gebieden Geachte Ons kenmerk Uw kenmerk Bij brief van 19 december 2013 verzoekt u mij om aan de op een bijiage bij uw aanvraag genoemde bedrijven en personen, een vergunning te verlenen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor de uitoefening /10/JKN/GMM Bijlage(n) 5 van de garnalenvisserij in de Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde, Voordelta, de Noordzeekustzone en de Vlakte van de Raan. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. U heeft in uw aanvraag en daarop aanvullend ingezonden informatie expliciet enkele specifieke visgronden niet opgenomen. Daarop betrekking hebbend kaartmateriaal en coordinaten zijn als bijlage bij onderhavig besluit gevoegd. Procedure Op 19 december 2013 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 14 januari 2014, (kenmerk:dgnr-rre/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Bij brief van 18 maart 2014 (kenmerk: DGNR-RRE/ heb ik besloten de besluitvormingstermijn voor uw aanvraag te verlengen met dertien weken. Bij brief van 18 april 2014 (kenmerk: DNNR-RRE/ ) heb ik u verzocht de aanvraag op diverse punten aan te vullen c.q. te verduidelijken. De gevraagde informatie heb ik van u per brief van 25 juni 2014 (uw kenmerk: /066/JKN/GMM) ontvangen. Bij brief van 19 september 2014 (kenmerk: DGNR-RRE/ ) heb ik u verzocht uw ecologisch-inhoudelijke onderbouwing waar noodzakelijk te actualiseren als gevolg van het gewijzigd profieldocument voor het habitattype Uw reactie heb ik op 2 oktober 2014 per post ontvangen. Pagina 1 van 10

2 Bevoegdheid DGNR-RRE I De voorgenomen activiteit valt ander artikel 2, sub 'I', van het Besluit vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr. 594; het laatst gewijzigd per 7 oktober 2012, Stb. 2012, nr. 612), luidend: `uitoefening van niet-handmatige schaal- en schelpdiervisserij, het invangen van mosselzaad, schelpdiercultures en het uitzetten van mosselen daaronder begrepen'. Op deze basis en artikel 19d, lid 5 in samenhang met artikel 16, lid 6 van de Nbwet 1998, is de minister van Economische Zaken (EZ) bevoegd tot vergunningverlening op basis van artikel 16 en artikel 19d j artikel 19ia van de Nb-wet Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de minister van EZ en de staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de staatssecretaris. Besluit Met de door aanvragers aangeleverde PB als bedoeld in artikel 19f van de Nb-wet 1998 is de zekerheid verkregen dat met het uitvoeren van de aangevraagde activiteit, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen en met inachtneming van de weergegeven voorschriften, waaronder mitigerende maatregelen, geen aantasting zal optreden van de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde, Voordelta, de Noordzeekustzone en de Vlakte van de Raan. Tevens is met de inhoud van de betreffende passende beoordeling d&zekerheid verkregen dat de aangevraagde activiteiten de wezenlijke kenmerken van de betrokken natuurmonumenten niet zullen aantasten. Deze conclusie geldt nadrukkelijk vanuit de door mij specifiek geformuleerde vergunningvoorschriften ter bescherming van de in de voorgenoemde Natura 2000-gebieden en betrokken natuurmonumenten aanwezige beschermde waarden. Gelet op de bepalingen van de Nb-wet 1998 en de in de bijlage vermelde overwegingen besluit ik derhalve de gevraagde vergunning te verlenen onder de navolgende voorschriften en beperkingen. Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag en de relevante wet- en regelgeving alsmede het van toepassing zijnde beleid verwijs ik naar de bijlage bij dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen aan, evenals een weergave van de diverse zienswijzen en mijn reactie daarop. Bijlage 2 be-vat de door u aangeleverde PB. Bijlage 3 bevat een lijst met de houders van de onderhavige vergunning. U bent, als gemachtigde, verantwoordelijk voor een zorgvuldige uitreiking van een afschrift van de onderhavige vergunning aan elk van deze personen en bedrijven. Bij age4betrefteenkaamtencodrd/natenvanbavruvvarenvisgrondenvvaarbuin relatie tot de legenda bij zone III gelezen dient te worden: "het doorgaand Pagina 2 van 10

3 vaarwater zijnde de geul waarin de betonning ligt". Bijiage 5 betreft het DGNR-RRE 'Toetsingskader Best beschikbare techniek en visserijpraktijk garnalenvisseril. De diverse bijlagen zijn integraal onderdeel van onderhavig besluit. De aanvraag en de PB zijn bekend bij de aanvragers en door hen aan mij verstuurd: ik voeg ze dan ook niet bij het afschrift van onderhavige besluit. Geweigerde onderdelen van de aanvraaq Ik heb de aanvragers, middels een d.d. 22 december 2014, in kennis gesteld van mijn voornemen tot weigering van enkele specifieke onderdelen van uw aanvraag. De aanvragers zijn op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht per zelfde in de gelegenheid gesteld een zienswijze ten aanzien van de voorgenomen gedeeltelijke afwijzing naar voren te brengen. Meer specifiek betrof het mijn voornemen tot (gedeeltelijke) weigering van de twee in de overwegingen nader besproken aanvraagpunten looptijd van de vergunning' en 'verzoek tot openstelling van zone II'. De aanvragers hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. A lgemeen Voorschriften en beperkingen 1. Deze vergunning staat op individuele naam van de natuurlijke personen en rechtspersonen zoals vermeld in bijlage 3 van deze vergunning. 2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de vergunninghouder of aantoonbaar in opdracht van de vergunninghouder handelende (rechts)personen. De vergunninghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning. 3. De in het vorig voorschrift genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de verglinde activiteit wordt uitgevoerd over een kopie van deze beschikking en tonen deze op eerste vordering aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 4. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven. 5. Van de onderhavige vergunning kan siechts gebruikgemaakt worden indien de houder van deze vergunning - voor zover van toepassing - tevens in het bezit is van geldige publiekrechtelijke vergunningen voor de garnalenvisserij en vergunde vistuigen op grond van de Visserijwet De vergunde activiteiten worden oyereenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende PB uitgevoerd, met inachtneming van de aan deze vergunning verbonden voorschriften on beperkingen waaronder het ingeperkte vergunde visgebied op basis van bijlage 4 van de onderhavige vergunning. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en/of PB met de voorschriften en beperkingen in onderhavige vergunning, zijn deze laatste leidend. Pagina 3 van 10

4 7. In afwijking van voorschrift 6 mag een activiteit in afwijking van de aanvraag en/of het vergunde warden uitgevoerd indien en voor zover deze afwijking naar het oordeel van het bevoegd gezag niet leidt tot andere of grotere nadelige effecten op de relevante beschermde waarden van de betrokken Natura 2000-gebieden en natuurmonumenten ten opzichte van een uitvoering conform de aanvraag. Het voornemen tot het uitvoeren van een activiteit in afwijking van de aanvraag en/of het vergunde dient uiterlijk twee weken voorafgaand aan uitvoering ervan of per (NBwetteam minez.n1) te worden gemeld aan het bevoegd gezag en kan slechts plaatsvinden na uitdrukkelijk verkregen schriftelijke instemming van of namens het bevoegd gezag. 8. Bij opgetreden incidenten in relatie tot de vergunde activiteiten moet worden gehandeld conform de daarbij van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Tevens wordt in het kader van deze vergunning binnen een werkdag per e- mail (NBwetteam@minez.n1) melding over de aard en omvang van het incident gedaan aan het bevoegd gezag onder overlegging van alle relevante gegevens. Onder incident wordt in dit verband onder andere verstaan 'een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht' (bijvoorbeeld wanneer onbedbeld schade(ijke stoffen in het milieu vrijkomen) alsmede het bevissen of anderszins verstoren van relevante onderzoeksgeb)eden. 9. Bij een opgetreden incident is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te laten verwijderen. Het eventuele herstel van opgetreden schade als gevolg van een incident wordt in rekening gebracht bij de vergunninghouder c.q. er zal schriftelijk gelast worden dat de vergunninghouder de schade zelf herstelt c.q. beperkt. Een eventueel daartoe op be stellen plan van aanpak dient ter schriftelijke instemming van het bevoegd gezag voorgelegd te worden. 10. AI le door of namens het bevoegd gezag te geven aanwijzingen en/of uitvoeringsbepalingen warden binnen de in de aanwijzing bepaalde termijn opgevolgd. Visin tensiteiten per N2000 -geb ied 11. Een overstijging van de hieronder weergegeven ingeschatte zeedagen per Natura 2000-gebied bezien over de gehele vloot van onder de Nederlandse vlag varende garnalenvissers, kan aanleiding geven tot wijziging van de onderhavige vergunning. Ter monitoring hiervan zal middels de VMS- en AISregistratie in combinatie met aanlandgegevens en logboekdata elk jaar vanuit het Ministerie van Economische Zaken in samenwerking met de Nederlandse Voeds61- en Warenautoriteit een overzicht gegenereerd warden. Een afschrift van deze gegevens zal verzonden warden aan de Nederlandse Visserbond en VISNED alsmede aan de bij de onderhavige vergunningverlening betrokken belanghebbende partijen. Pagina 4 van 10, _ -

5 Geb i ed Zeed a g en G K-v loot Zeed a g en GV-v l oot W a d d e n zee N oo rd zee ku stzo n e Vo o rd e l ta Ooste rs c h e l d e Weste rs c h e l d e Vers toring vermuden 12. Bij besluit van 20 juli 2006 (Staatscourant 17 augustus 2006, nr. 159) en gewijzigd per opvolgende bestuiten zijn op grond van artikel 20 van de Nbwet 1998, diverse delen van o.a. het Natura 2000-gebied Waddenzee (deels of tijdelijk) gesloten. Garnalenvisserij is binnen deze gebieden vanwege het beroepsmatig karakter ervan toegestaan, maar verstoring van de binnen de betreffende gesloten zones aanwezige beschermde soorten moet voorkomen worden. Hiertoe geldt het bepaalde in voorschrift nr. 13. Het aan boord hebben van niet-bemanningsleden (te onderleggen middels een formeel arbeidscontract) en het al dan niet "demonstratie-garnalenvissen" met deze personen of het gebruik van het schip en/of vistuig voor andere doeleinden dan garnalenv)sserij, is binnen voorgenoemde gebieden niet toegestaan. 13. In relatie tot voorgaand voorschrift gelden bij het naderen c.q. varen/vissen langs exemplaren en/of groepen van vogels en/of zeehonden de volgende gedragsregels: a. het vistuig mag niet opgehaaid dan wei neergelaten worden; b. er wordt een constant motorvermogen aangehouden met een dusdanig age vaarsnelheid dat het ontstaan van een hekgolf wordt vermeden; c. behalve het motorgeluid zijn overige geluid producerende bronnen niet toegestaan; d. de vaarroute dient zo te worden gekozen dat de afstand tussen het schip en de aanwezige vogels en/of zeehonden zo groot als mogelijk is; e. vergunninghouder en eventuele bemanningsleden bevinden zich in de stuurhut dan wel benedendeks; f. de buitenverlichting wordt (ook wat de hoogte daarvan betreft) tot het, voor het verrichten van de nodige werkzaamheden dan wel ter voorkoming van gevaar, noodzakelijke beperkt en zodanig opgesteld, afgesteld, afgeschermd en ingericht, dat hinderlijke lichtstraling door direct licht voor de relevante beschermde vogelsoorten en zeehonden wordt voorkomen. g. er wordt niet geankerd entof gekeerd; h. de bemanning wordt dusdanig geinstrueerd dat onnodige piekgetuiden zoveel mogelijk worden voorkomen; Pagina 5 van 10

6 14. Verstoring van rustende en zogende zeehonden alsmede van grote groepen van relevante beschermde vogelsoorten dient in het gehele vergunde visgebied voorkomen te worden. Technische voorschriften 15. Deze vergunning is enkel geldend voor de garnalenvisserij met gebruik van de traditionele klossenpees en de SeeWing. 16. Onderzoeksmatige toepassing van een pulstuig is binnen de kaders van de onderhavige vergunning enkel toegestaan door de vaartuigen HA31, TH10 en WR40. Deze visserij is qua omvang in het vergunde gebied beperkt tot enkel hetgeen nodig is om invulling te kunnen geven aan begeleidend, deugdelijk wetenschappelijk onderzoek naar (in ieder geval) de effecten op de relevante beschermde natuurwaarden. Een hiertoe opgezet onderzoeksplan dient voorafgaand aan deze bevissing door het bevoegd gezag (t.a.v. het Nb-wet team) schriftelijk geaccordeerd te warden. 17. Voor wat betreft het formaat van opgeviste garnalen, de maaswijdte en vangstsorteerapparatuur gelden de daarop gerichte bepalingen op grond van de (Europese) visserijwet- en regelgeving. 18. Tijdens de visserij moet de zeeflap gedurende het gehele jaar worden gebruikt conform de artikel 54 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij en de uitvoeringsvorm zoals vastgelegd in artikel 12 van de EG-verordening 3440/ Het gebruik van een brievenbusnet in plaats van de zeeflap is enkel toegestaan in de periode van mei tot en met augustus en enkel na verkregen schriftelijke instemming vanuit het bevoegd gezag. Voor de voorgenoemde instemming dient een vergunninghouder een schriftelijk deugdelijk onderbouwd verzoek te richten aan het bevoegd gezag (t.a.v het Nb-wet team). In een aanvullend besluit op de onderhavige vergunning zal de eventuele instemming voor dit gebruik vastgelegd worden. 20. De vergunninghouder neemt de bepalingen inzake VMS en AIS van artikel 102 en artikel 103 van de Uitvoeringsregeling Zeevisserij ten alien tijcle in acht. kdbf G -zone ID 21. Het is in 'zone III' (zoals vastgelegd in het Toegangbeperkend Besluit VIBEG d.d. 22 april 2013 en zoals gewijzigd per besluit van 3 juli 2013) enkel toegestaan te vissen met een traditionele klossenpees met zeeflap of een SeeWing-vistuig met zeeflap. Daarnaast is het de onder voorschrift 16 genoemde visser toegestaan met een pulstuig in deze zone te vissen onder de in dat specifieke vodrschrift gestelde specifieke voorwaarden. Voorgenoemde toestemming heeft enkel gelding binnen de looptijd van de onderhavige vergunning in afwachting van innovaties. 22. Het onder hoofdstuk 11 in de als bijlage 5 bij dit besluit gevoegde Toetsingskader Best Beschikbare techniek en visserijpraktijk garnalenvisserij Pagina 6 van 10

7 geldt als de door EZ geaccordeerde uitwerking van de betreffende bepaling uit het Toegangbeperkend Besluit VIBEG. 23. Aanvragen voor toelating van een ander vistuig en/of vistechniek in zone III dienen via de in voorgenoemd Toetsingskader vervatte procedure te verlopen. Een eventuele uitfasering van de in voorschrift 21 genoemde vistuigen binnen delooptijd van de onderhavige vergunning zal als formele wijziging op het onderhavig vergunningbesluit worden vastgelegd. Voor gama len visserij geslo ten geb ieden 24. Er mag binnen het vergunde visgebied en met uitzondering van de gebieden waar vanuit een ander kader of besluit niet op garnalen gevist mag worden, enkel gevist worden in de sublitorale delen van de Waddenzee. Het sublitoraal bestaat in het kader van onderhavige vergunning uit de niet droogvallende gebieden zoals aangegeven op de meest recente hydrografische kaarten inclusief de niet droogvallende (maar op genoemde kaarten niet ingetekende) geultjes in droogvallende delen zoals weergegeven op die kaarten, zulks ter controle door de betrokken toezichthouders. De veldcontroles op deze bepaling zullen, waar noodzakelijk, door de toezichthouders gestaafd worden aan de hand van de gemeten waterdiepten ter plaatse en de waterstand bij laagwater in getijdentabellen. 25. Er mag voorts niet gevist worden op sublitorale mosselbanken en voorts niet op locaties waarop een mosselzaadinvanginstallatie aanwezig is. Hiertoe geldt een contour van 40 meter vanaf de sublitorale mosselbanken. De garnalensector kan er voor kiezen in dit verband te gaan werken met een (half)jaarlijks visplan waarin middels kaartmateriaa) de sublitorale mosselbanken en daarbij aan te houden afstanden, specifiek aangeduid worden. Zij is zelf verantwoordelijk voor het daartoe inwinnen van de beschikbare actuele inventarisatiegegevens. 26. Indien gedurende de looptijd van onderhavige vergunning gebieden in de betrokken Natura 2000-gebieden gesloten worden op grond van artikel 20 van de Nb-wet 1998 (Toegangbeperkende Besluiten), dan dient de garnalenvisserij, waar aan de orde, in overeenstemming met dergelijke besluiten te worden uitgevoerd. 27. Garnalenvisserij in onderzoeksgebieden daar waar dat omwille van onderzoeksdoeleinden niet expliciet vereist of toegestaan is (vastgelegd in een aan het bevoegd gezag overlegd onderzoeksplan), leidt tot intrekking van de onderhavige vergunning. He t wdzigen of in trekken van de vergun n ing 28. De voorschriften en beperkingen waaronder deze vergunning is verleend, kunnen worden gewijzigd of aangevuld indien naar het oordeei van het bevoegd gezag uit eigen waarneming of anderszins blijkt dat de vergunde activiteit andere of nadeliger gevolgen heeft voor de relevante beschermde Pagina 7 van 10

8 waarden dan die welke bij het nemen van dit besluit op basis van de op dat moment beschikbare informatie werden verwacht. 29. Indien op enig moment mocht blijken dat de vergunde activiteit zodanige schade aan de relevante beschermde waarden dreigt toe te brengen en het geven van aanwijzingen, het wijzigen of aanvullen van de voorschriften of beperkingen deze schade niet kan voorkomen, dan kan deze vergunning worden ingetrokken. 30. Voordat tot wijziging van vergunningvoorschriften of (gedeeltelijke) intrekking van de vergunning wordt overgegaan, wordt de vergunninghouder in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen (tenzij spoedeisendheid tot onmiddellijke intrekking c.q. wijziging noodzaakt). 31. Ingeval van een wijziging in het houderschap van de onderhavige vergunning en/of het aan dat houderschap verbonden vaartuig, dient een schriftelijk verzoek tot wijziging per te worden ingediend bij het Nb-wet team (via De effectuering van de gevraagde wijziging(en) kan pas plaatsvinden na een schriftelijke instemming met en bevestiging van de gevraagde wijziging(en) vanuit het NB-wet team (vanuit voorgenoemd mailadres). Toezich t 32. De vergunninghouder geeft, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder(s). 33. Vergunninghouder voert een administratie waarin alle op deze vergunning betrekking hebbende documenten en bewijsstukken ten aanzien de na)eving van de voorschriften en beperkingen van deze vergunning zijn opgenomen. Looptijd/geldigheid 34. De vergunning is geldig vanaf het moment van afgifte tot en met 31 december Bezwaar Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij: De Staatssecretaris van Economische Zaken Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling Juridische Zaken Postbds DE Zwolle Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten: Pagina 8 van. 10

9 a) de naam en het adres van de indiener, b) de dagtekening, c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en d) de gronden van bezwaar. Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen. Publicatie besluit Op grond van artikel 42, lid,3, van de Nb-wet 1998 en artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het ministerie van EZ onderhavig besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Nb-wet 1998, waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op: Kennisgeving Conform artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998, zijn afschriften van deze vergunning verzonden aan: de provincies Fryslan, Zeeland, Noord-Holland, Groningen en Zuid-Holland, de gemeenten Texel, Ho!lands Kroon, Den Helder, Sodwest-Fryslan, het Bildt, Harlingen, Franekeradeel, Ferwerderadiel, Dongeradeel, De Marne, Eemsmond, Ame land, Schiermonnikoog, DelfzijI, Oldambt, Terschelling, Vlie land, Schagen, Noord-Beveland, Schouwen Duiveland, Tholen, Reimerswaal, Goes, Kapelle, Veere, Goeree-Overflakkee, Westvoorne, Rotterdam, Hellevoetssluis, Sluis, Terneuzen, Hu 1st, Borsele en Vlissingen, Ministerie van I&M Directie Noordzee, RWS Zee en Delta, RWS Noord Nederland, RWS Zeeland, RWS West-Nederland Zuid, Staatsbosbeheer Noord, Nationaal Park Schiermonnikoog, Stichting GroningerLandschap, Natuurmonumenten, Waddenvereniging, Vogelbescherming, Stichting WAD, Greenpeace, Stichting Noordzee, de Faunabescherming, Zeeuwse Milieufederatie, Nationaal Park Oosterschelde, Zuidhollandse Mi(ieufederatie, het Zuidhollands landschap, Stichting Duurzame Garnalenvisserij (t.a.v. dhr. 3. Seepma) en de Internationale Garnalen P.O. Rousant U.A. Hoogachtend, Sharon AM. Dijksnia Staatssecretaris van Economische Zaken, Bijlage 1: Inhoudelijke overwegingen Bijlage 2: Passende beoordeling Bijlage 3: Lijst van vergunninghouders 'Pagina 9 van 10

10 Bijlage 4: Kaart en coordinaten van te vrijwaren visgronden Bijlage 5: Toetsingskader Best beschikbare techniek en visserijpraktijk garnalenvisserij Pagina 10 van 10