De aanvulling is op 6 januari 2010 per mail en op 13 januari 2010 per post door mij ontvangen.

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus RM GRONINGEN Hulpverleningsdienst Fryslân Platform Waddenzeebreed Waddex t.a.v. de heer M. Janssen Postbus BK LEEUWARDEN Betreft Helikopterinzet; Waddex-oefeningen 2010; Nb-wet 1998 Geachte heer Janssen, Bij brief van 1 december 2009 verzoekt u mij om vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) ten behoeve van de inzet van een helikopter in een tweetal multidisciplinaire oefeningen in 2010 op de Waddenzee. Cascadeplein AD GRONINGEN Postbus RM GRONINGEN Contactpersoon Afina de Noord Beleidsondersteuner T M F a.de.noord@minlnv.nl Uw referentie OVUIT09/162 en 2009.frwaddex.01D Bijlagen 3 Procedureel Uw aanvraag is op 1 december 2009 per mail en op 2 december per post door mij ontvangen. Bij brief van 11 december 2009 (kenmerk DRZN/2009/3904) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Deze aanvraag van 1 december bevatte onvoldoende gegevens om deze juist te kunnen beoordelen. Bij brief van 11 december 2009 (kenmerk: DRZN/ ) heb ik u op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld om uw aanvraag met de ontbrekende gegevens aan te vullen. De aanvulling is op 6 januari 2010 per mail en op 13 januari 2010 per post door mij ontvangen. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. Bevoegdheid tot vergunningverlening Op basis van de Nb-wet 1998 (artikel 2, lid 1 juncto artikel 16, lid 1, juncto artikel 19d, lid 1) zijn de Gedeputeerde Staten van de provincie waarin natuurmonumenten c.q. Natura 2000-gebieden geheel of grotendeels gelegen zijn, bevoegd ten aanzien van de beoordeling van aanvragen ter verkrijging van een vergunning op basis van artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet Op 30 november 2005 is het Besluit vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr. 594) in werking getreden. De in dit besluit specifiek Pagina 1 van 6

2 opgesomde activiteiten worden aangemerkt als handelingen als bedoeld in artikel 16, lid 6, van de Nb-wet 1998 en projecten of andere handelingen of categorieën van gebieden als bedoeld in artikel 19d, lid 3, van de Nb-wet Voor deze specifieke activiteiten geldt de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: LNV) als, in deze, bevoegd gezag. De voorgenomen inzet van de helikopter binnen de betreffende oefeningen valt onder artikel 2, sub h, van dit Besluit: vluchten met opsporings- en reddingshelikopters buiten de reguliere routes. Hiermee is de minister van LNV bevoegd om te besluiten op uw aanvraag. Gelet op het mandaatbesluit van 8 mei 2006 (kenmerk nr. TRCJZ/2006/775) zijn de regiodirecteur en de MT-leden van de vestiging Noord van het ministerie van LNV onder meer gemachtigd om namens mij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende een besluit als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Nb-wet Besluit Ik ben van mening dat met de aangeleverde ecologische onderbouwing, mede gelet op de omvang van de activiteiten, de zekerheid is verkregen dat de aangevraagde activiteiten, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het betrokken Natura 2000-gebied niet zal doen verslechteren of een significant verstorend effect zal hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Deze conclusie geldt nadrukkelijk vanuit de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorschriften. Derhalve verleen ik u de gevraagde vergunning. Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag, de relevante wet- en regelgeving alsmede het toepasselijk beleid verwijs ik naar bijlage 1 van dit besluit. In dezelfde bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen, een weergave van de diverse zienswijzen en adviezen alsmede mijn reactie hierop, aan. Bijlage 2 bevat de door u aangeleverde toets ecologische effecten (hierna: effectenanalyse). Bijlage 3 bevat het door u aangeleverde Jaarplan OTO Waddenzeebreed incl. bijlagen. Alle bijlagen maken integraal onderdeel van onderhavig besluit uit. Bij strijdigheid prevaleert het besluit. Voorschriften en beperkingen Bij deze verleen ik u vergunning op grond van de Nb-wet 1998 ten behoeve van de inzet van een helikopter binnen de multidisciplinaire oefeningen d.d. 2 maart 2010 en 11 september 2010, zoals meer concreet beschreven in bijlage 1 van dit Pagina 2 van 6

3 besluit. Ter bescherming van de in het betrokken beschermde gebied aanwezige natuurlijke kenmerken en (kwalificerende) waarden verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen: Formele/algemene voorschriften 1. De vergunning wordt op naam gesteld van Hulpverleningsdienst Fryslân (Platform Waddenzeebreed Waddex) en kan alleen worden gebruikt door medewerkers of in opdracht van Hulpverleningsdienst Fryslân (Platform Waddenzeebreed Waddex) meewerkende personen. Hulpverleningsdienst Fryslân (Platform Waddenzeebreed Waddex) blijft verantwoordelijk voor een juiste naleving van deze vergunning. 2. De verantwoordelijke personen in het veld dienen bij de activiteiten een kopie van de vergunning bij zich te dragen en deze op eerste verzoek te tonen aan de daartoe bevoegde ambtenaren. 3. Bij de (definitieve) keuze voor de oefenlocatie op 2 maart 2010 in de Westmeep moet deze in elk geval op meter afstand gelegen zijn ten opzichte van de ligplaatsen van de grijze zeehonden en de grote groepen (overtijende) vogels op de Richel en de gewone zeehonden op de zuidbank van de Jacobsruggen. 4. Bij de (definitieve) keuze voor de oefenlocatie op 11 september 2010 dient in elk geval een afstand van meter tot de zeehondenligplaatsen van het Mosselgaatje, de Bollen en het Amsteldiep te worden aangehouden. 5. Verstoring van in het gebied aanwezige fauna dient tot een minimum te worden beperkt; er wordt niet gevlogen boven danwel in de directe nabijheid van gesloten gebieden en gebieden waar zich grote concentraties vogels bevinden (hoogwatervluchtplaatsen, maar ook grote groepen foeragerende vogels), inclusief schorren en kwelders. 6. Mocht tijdens de oefening de Tobbedanser de inzet van de SAR van de Koninklijke Luchtmacht vanaf Vlieland nodig zijn, dan dient de vliegroute de hoofdvaargeul van de veerdienst Vlieland-Harlingen ten noorden van de Richel gevolgd te worden. 7. De in te zetten helikopter dient, behoudens het opstijgen en landen in relatie tot de daadwerkelijke reddingsoefening, een minimale vlieghoogte van ft aan te houden. De vliegroute van en naar de exacte reddingslocatie moet boven de betonde vaargeulen gekozen worden. 8. Ingeval de wolkenbasis zo laag is of slecht zicht het vliegen boven ft belet, dient in alle gevallen de vliegroute te worden aangepast. Daarbij geldt een minimum vlieghoogte van ft of zoveel hogere als mogelijk en dient boven de (betonde) vaargeulen te worden gevlogen. 9. Van de minimale vlieghoogte van ft mag in neerwaartse zin worden afgeweken ten behoeve van het daadwerkelijk afzetten van personeel en het ophalen en evacueren van maximaal twee slachtoffers. Dit afwijken duurt maximaal 15 minuten of zoveel korter als mogelijk. Direct na het afzetten van personeel en het evacueren van de slachtoffers dient de helikoper weg te vliegen en weer een minimale vlieghoogte van ft aan te houden. (Meldings)verplichtingen voorafgaand en na de oefening 10. Minstens 14 dagen vóór de start van de oefening dienen specificaties van de helikoptervlucht en de beoogde reddingslocatie ter goedkeuring te worden gemeld en doorgesproken met de bemanning van het in het gebied werkzame Pagina 3 van 6

4 surveillanceschip van LNV (oefening Tobbedanser : m.s. Stormvogel, tel.nr en oefening Kokkel : m.s. Phoca, tel.nr ). 11. Nadere operationele draaiboeken van elk van de oefeningen c.q. de helikopterinzet daarbinnen, dienen uiterlijk één week vóór een oefening te worden toegezonden aan de regiodirecteur Regionale Zaken, vestiging Noord, van het ministerie van LNV (hierna: regiodirecteur Noord), t.a.v. het Nbwetteam Noord. 12. Het startmoment van de oefening dient aan de bemanning van het in het gebied werkzame surveillanceschip van LNV (oefening Tobbedanser : m.s. Stormvogel, tel.nr en oefening Kokkel : m.s. Phoca, tel.nr ) te worden gemeld. 13. Afwijkingen in het helikopter inzet dienen, naar de aard van het gewijzigde, per mail (t.a.v. a.de.noord@minlnv.nl) ofwel telefonisch (t.a.v. mevr. A. de Noord, ) ter goedkeuring kenbaar gemaakt te worden en op de oefendag zelf ook ter goedkeuring aan de bemanning van het in het gebied werkzame surveillanceschip van LNV (oefening Tobbedanser : m.s. Stormvogel, tel.nr en oefening Kokkel : m.s. Phoca, tel.nr ). 14. Van de helikopter-inzet zal een beknopte oefenrapportage opgesteld worden. Deze rapportage dient uiterlijk één maand na de oefening aan de regiodirecteur Noord van het ministerie van LNV, t.a.v. het Nb-wetteam Noord, toegezonden worden. Wijzigingen, aanwijzingen en uitvoering activiteiten 15. Alle door de bemanning van een in het gebied werkzame surveillanceschip van LNV (oefening Tobbedanser : m.s. Stormvogel en oefening Kokkel : m.s. Phoca) gegeven aanwijzingen dienen onverwijld te worden opgevolgd. 16. Van opgetreden incidenten, waaronder verstaan worden alle gebeurtenissen waarbij onbedoeld schadelijke stoffen vanuit de helikopter vrijkomen, dan wel waardor anderszins schade aan het betrokken beschermde gebied kan worden toegebracht, dient onverwijld melding te worden gedaan aan de regiodirecteur Noord (t.a.v. het Nb-wet team) onder overlegging van alle relevante gegevens. 17. Onverlet artikel 3, lid 2, van de Nb-wet 1998 kunnen de voorschriften verbonden aan dit besluit worden gewijzigd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag uit eigen waarneming of anderszins blijkt dat de activiteiten nadelige gevolgen voor het betrokken beschermde gebied hebben, anders dan die welke bij het nemen van dit besluit op basis van de op dat moment beschikbare informatie verwacht werden en deze effecten door het wijzigen van de voorschriften kunnen worden voorkomen of gemitigeerd. 18. Onverlet artikel 43, lid 2, van de Nb-wet 1998 geldt dat, indien met betrekking tot de toepasselijke wetgeving op enig moment mocht blijken dat de activiteiten zondanige schade aan de kenmerken en waarden van het betrokken beschermde gebied dreigt toe te brengen dat hieraan door het geven van aanwijzingen of het stellen van aanvullende voorschriften redelijkerwijs niet kan worden tegemoet gekomen, dan zal de vergunning door of namens de regiodirecteur Noord worden ingetrokken. Pagina 4 van 6

5 19. Alvorens tot wijziging van vergunningvoorschriften dan wel intrekking van de vergunning over te gaan, wordt de vergunninghouder in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen. Looptijd/geldigheid 20. Deze vergunning is voor wat betreft de algehele helikopterinzet geldig op 2 maart 2010 (13.30 tot uur) en 11 september 2010 (middag), waarvan per oefening ten hoogste 15 minuten beneden de ft mag worden gevlogen. 21. Het niet naleven van deze voorschriften en beperkingen kan, naast eventuele strafvervolging, intrekking van de vergunning tot gevolg hebben. Bezwaar Tegen dit besluit staat op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een dergelijk bezwaarschrift dient binnen zes weken na dagtekening van deze beschikking te worden ingediend bij: De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Dienst Regelingen Afdeling Recht & Rechtsbescherming Postbus EK s Gravenhage Het bezwaar dient te zijn ondertekend en moet tenminste de volgende elementen bevatten: a) de naam en het adres van de indiener; b) de dagtekening; c) een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en d) de gronden van het bezwaar. Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen. Kennisgeving Afschriften van deze vergunning zijn gezonden aan: Gedeputeerde Staten van de provincies Fryslân en Noord-Holland, de gemeenten Terschelling en Den Helder, Rijkswaterstaat Noord-Nederland Waterdistrict Waddenzee, Waddenvereniging, Stichting WAD, Vogelbescherming Nederland, m.s. Stormvogel, m.s. Phoca, LNV directie Natuur, Landschap & Platteland, LNV Dienst Regelingen afdeling Recht & Rechtsbescherming, de K.L.P.D. te Harlingen, de A.I.D. Groendesk en de A.I.D. te Zwolle. Publicatie besluit Op grond van artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998 en artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het ministerie van LNV onderhavig besluit openbaar Pagina 5 van 6

6 maken. De Besluiten op grond van de Nb-wet 1998, waaronder onderhavige, zullen onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, voor deze; HET MT-LID REGIONALE ZAKEN NOORD, drs. G.W.B. Oolthuis Pagina 6 van 6