Zorgplan Dyscalculie Jacqueline de Heer en Mariska Hennipman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zorgplan Dyscalculie Jacqueline de Heer en Mariska Hennipman"

Transcriptie

1 Zorgplan Dyscalculie Jacqueline de Heer en Mariska Hennipman

2 Inhoud 1. Visie en uitgangspunten Achtergrond, afbakening en plaatsbepaling... 4 Definitie... 4 Werkdefinitie ERWD... 4 Criteria voor vaststelling dyscalculie... 4 Verklaringen dyscalculie... 4 De gevolgen... 5 Emotionele problemen Kenmerken van leerling met mogelijk dyscalculie... 6 Kleuters... 6 Groep 3 t/m groep Signaleren van rekenwiskunde problemen... 8 Aanknopingspunten voor signalering van rekenwiskunde problemen Diagnosticerend onderwijzen Pijler 1. De leerling Pijler 2. Het rekenwiskunde-onderwijs Pijler 3. De leraar Intern diagnostisch onderzoek Extern diagnostisch onderzoek Wanneer aanmelden voor onderzoek? Aanmeldingscriteria Achterstanden Wat zal er onderzocht worden? Diagnose Onderzoek Verklaring en dan? Begeleiding Fasen in schema, bijbehorende signalering, diagnostiek en begeleiding Handige websites Bijlage 1 : Stappenplan volgens protocol ERWD Bijlage 2 : Goed rekenwiskunde onderwijs Bijlage 3 : Signalering en observatie van leerlingen met ERWD Zorgplan dyscalculie

3 1. Visie en uitgangspunten Passend onderwijs is een samenspel tussen leerling, leerstof en leraar. Iedere leerling heeft recht op onderwijs dat goed afgestemd is op zijn mogelijkheden. Problemen bij het leren zijn normaal. Bij de ene leerling verloopt het makkelijker dan bij de andere leerling. Naarmate problemen groter worden, moet het onderwijs steeds nauwkeuriger worden afgestemd op de mogelijkheden van de individuele leerling. Passend onderwijs begint bij goed onderwijs. De leraar is de professional. Hij heeft kennis van de ontwikkeling van leerlingen in het algemeen en specifiek van de rekenwiskundige ontwikkeling. In het onderwijs hebben we te maken met de volgende gradaties in stagnatie in het rekenwiskundige ontwikkeling van individuele leerlingen: Normale, vrijwel ongestoorde ontwikkeling, waarbij de leerling voldoende baat heeft bij het standaard onderwijsaanbod Een ontwikkeling met geringe rekenwiskunde problemen, op te lossen binnen de school met gerichte begeleiding Een ontwikkeling met ernstige rekenwiskunde problemen die in principe op te lossen zijn met intensieve begeleiding binnen de school. Een ontwikkeling met ernstige en hardnekkig rekenwiskunde problemen die in principe te begeleiden zijn binnen de school, eventueel met externe ondersteuning. Alleen in dit geval spreken we van dyscalculie. In de praktijk is de grens tussen ernstige rekenwiskunde-problemen en dyscalculie moeilijk te trekken. Alleen met extern diagnostisch onderzoek en vervolgens een periode van intensieve, deskundige begeleiding kan worden vastgesteld of het gaat om ernstige rekenwiskunde problemen of om dyscalculie. Het doel van dit protocol is: 1. Informatie geven over dyscalculie 2. Het bieden van passend rekenwiskunde onderwijs aan alle leerlingen 3. Het bieden van handreikingen voor de preventie van rekenwiskunde problemen; 4. Het bieden van handreikingen en richtlijnen om problemen in de rekenwiskundige ontwikkeling vroegtijdig te signaleren en te verhelpen. 5. Het bieden van een stappenplan ERWD. 3 Zorgplan dyscalculie

4 2. Achtergrond, afbakening en plaatsbepaling Dyscalculie betekent letterlijk 'niet kunnen berekenen'. Het is net als bij dyslexie in feite een andere term voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden, die niet worden veroorzaakt door een gebrek aan intelligentie of te weinig onderwijs. Definitie `Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het leren en vlot en/of accuraat oproepen en/of toepassen van reken/wiskundekennis (feiten/afspraken)` (Ruijssenaars, Van Luit, & Van Lieshout, 2006, p. 28). Werkdefinitie ERWD ERWD spreekt van dyscalculie als ernstige rekenwiskunde problemen ontstaan ondanks tijdig ingrijpen, deskundige begeleiding en zorgvuldige pogingen tot afstemming. De problemen blijken hardnekkig te zijn. De rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling wordt waarschijnlijk belemmerd door kindfactoren. Criteria voor vaststelling dyscalculie We spreken van dyscalculie als (Desoete, 2004) er sprake is van een ernstige achterstand. Een kind valt meerdere keren ernstig uit, gemeten met een betrouwbare toets (ernstcriterium) er een grote discrepantie is tussen de ontwikkeling van de leerling in het algemeen (intelligentie en andere schoolse vaardigheden) en zijn rekenwiskundige ontwikkeling. (discrepantiecriterium) de rekenproblemen niet te verklaren zijn uit slecht onderwijs dat een kind gekregen zou hebben of uit een (zintuiglijke) handicap er de achterstand hardnekkig is. De leerling laat ondanks 6 maanden gerichte, deskundige begeleiding (te) weinig aantoonbare vooruitgang zien. de rekenproblemen al op jonge leeftijd zijn ontstaan. Het kind had al problemen vanaf het verwerven van de basisvaardigheden in het domein Getallen en Bewerkingen. (Van Luit, 2012) Als de problemen veroorzaakt worden door secundaire oorzaken (bijv. werkhouding of ADHD) kan pas van dyscalculie gesproken worden als de rekenproblemen ernstiger zijn dan de secundaire problemen. Verklaringen dyscalculie De term dyscalculie verwijst naar een beschrijvende, niet-causale classificatie. Het ernstige rekenprobleem is niet het gevolg van dyscalculie, maar het is dyscalculie. De meningen zijn verdeeld over wat er precies wordt verstaan onder dyscalculie. Er is geen eenduidige verklaring over de oorzaken van dyscalculie en welke kindkenmerken hierbij in het geding zijn. Vanuit neuropsychologisch onderzoek komt naar voren dat het zou gaan om een betrokkenheid van (en mogelijke uitval in) specifieke hersengebieden. Bij sommige soorten van dyscalculie zou een erfelijke factor een rol kunnen spelen, omdat het bekend is dat dyscalculie vaak in families voorkomt. Door het ontbreken van eenduidige (theoretische) definities kan men in de praktijk dyscalculie niet eenvoudig door middel van een standaardtest (dyscalculietest) tijdens diagnostisch onderzoek vaststellen. In het Protocol dyscalculie : Diagnostiek voor gedragsdeskundigen (Protocol DDG) worden, op basis van recente wetenschappelijke inzichten wel enkele verklaringen voor de stoornis dyscalculie gegeven. 1. Tekorten in de executieve functies lijken voor een belangrijk deel te verklaren waarom leerlingen met dyscalculie moeite hebben met het uitvoeren van (reken) procedures. Er is uit onderzoek gebleken dat leerlingen met dyscalculie, in vergelijking met leerlingen zonder rekenproblemen, tekorten in planninsvaardigheid hebben (Kroesbergen, Van Luit, & Naglieri, 2003). In het bijzonder zijn tijdens het 4 Zorgplan dyscalculie

5 rekenen vereist voor het kiezen en toepassen van strategieen, het monitoren van de berekening, te toepassen van rekenkennis en het controleren van het antwoord (Das, Naglieri, 1997). 2. Een tweede belangrijke verklaring kan gevonden worden in de benoemsnelheid. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat er een duidelijke samenhang is tussen de snelheid van toegang tot numerieke informatie (cijfers en hoeveelheden) in het lange termijn geheugen. Een tekort in de benoemsnelheid kan betekenen dat het de leerling tijdens het rekenen meer tijd en moeite kost om relevante informatie vlot beschikbaar te hebben voor het oplossen van de taak. 3. Verder is gebleken dat tekorten in het verbaal korte termijn en werkgeheugen en het visueelruimtelijke kortetermijn-en werkgeheugen als achterliggende tekorten bij dyscalculie voorkomen. Het werkgeheugen lijkt met name de prestaties bij contextsommen te beïnvloeden. 4. Ten slotte kunnen aandachtsproblemen bij cognitieve taken een verklaring vormen voor rekenproblemen. Uit onderzoek van Kroesbergen et al.(2003) is gebleken dat bij leerlingen met een rekenstoornis aandacht en concentratie veelal zwakker zijn dan bij leerlingen zonder rekenproblemen. Leerlingen met dyscalculie blijken tevens meer moeite te hebben met het onderdrukken van responsen dan leerlingen zonder dyscalculie (Ashkenazi&Henik, 2010) De gevolgen De stoornis dyscalculie leidt tot allerlei beperkingen en extra last in het dagelijks leven. Denk bijvoorbeeld aan het niet vlot met geld kunnen omgaan bij het afrekenen van boodschappen, het niet goed kunnen gebruiken van de NS-borden met spoortijden en problemen met klokkijken. Mensen met dyscalculie lopen tegen veel dagelijkse problemen aan waar anderen zich niet van bewust zijn. Emotionele problemen Wanneer dyscalculie niet tijdig wordt herkend kan er een verkeerd beeld ontstaan van de capaciteiten van de leerling en de achtergrond van de rekenproblemen. Het kind kan daardoor onnodig veel moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van rekenbewerkingen, het leren van wiskunde en andere vakken. Als alle inspanningen van het kind weinig vooruitgang en weinig succeservaringen tot gevolg hebben, kan dat zorgen voor sterke demotivatie en veel frustratie. Hierdoor kan het kind emotionele problemen ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld gebrek aan zelfvertrouwen, negatief zelfbeeld, faalangst, depressiviteit of gedragsproblemen. 5 Zorgplan dyscalculie

6 3. Kenmerken van leerling met mogelijk dyscalculie De leerling: gebruikt simpele procedures (blijft bijvoorbeeld lang op de vingers tellen in plaats van te werken met clusters van getallen; 5, 10, 100 etc.) maakt veel fouten in een stapsgewijze aanpak heeft moeite met het uitvoeren van procedures (strategieën) heeft problemen met de volgorde van de te nemen stappen bij een bepaalde strategie kan geen associaties maken met eerder opgedane kennis heeft problemen met de plaats van getallen ( bijv. het niet goed kunnen plaatsen van getallen op de getallenlijn, het door elkaar halen van cijfers, problemen met meten, metriekstelsel) maakt veelvuldig omkeringen van getallen Verder zijn er een aantal algemene problemen bij kinderen met leerstoornissen te herkennen: trager tempo een ongunstig aanpakgedrag: een passieve of impulsieve aanpak een minder goed werkend korte-termijngeheugen een minder efficiënt gestructureerd lange-termijngeheugen problemen met het vasthouden van de instructie problemen om snel de essentie van een opdracht te doorzien minder flexibiliteit in het overschakelen van het ene naar het andere niveau moeite het eigen werk te controleren en te reflecteren op eigen werk emotionele problemen, bijvoorbeeld faalangst Kleuters In de onderbouw van de basisschool (groep 1-2)wordt veel aandacht besteed aan voorbereidend rekenen. Bij het rekenonderwijs voor kleuters ook wel ontluikende gecijferdheid genoemd onderscheiden we 3 domeinen. Tellen en getalbegrip hierbij verwerven kinderen geleidelijk inzicht in de verschillende betekenissen en functies van (kleine) getallen. Ze leren kleine hoeveelheden herkennen, tellen en schatten. Ze leren aantallen ordenen en vergelijken, zien overeenkomsten en verschillen op basis van vergelijking en herkennen eigenschappen en kunnen daarop sorteren. Meten meten is gebaseerd op vergelijken en afpassen. We onderscheiden het meten van lengte, gewicht, inhoud en tijd. Meetkunde voor jonge kinderen betekent meetkunde het kunnen weergeven van wat je waarneemt en het leren vertellen wat je ziet. Er wordt uitgegaan van het eigen lichaamsbeeld, dan naar voorstellingen van het eigen lichaam in de ruimte en dan naar vormen en voorstellingen van vormen (ruimtelijke constructies). Verschil in tempo Kinderen in de kleuterleeftijd verschillen sterk in het tempo waarin zij zich getalbegrip en rekentaal eigen maken. Zij kunnen soms in korte tijd grote ontwikkelingssprongen maken. Achterstanden in het voorbereidend rekenen kunnen, maar hoeven daarom niet per se een voorbode te zijn van latere rekenproblemen. Verhoogd risico Als kinderen met één of enkele aspecten van voorbereidend rekenen moeite hebben is dit niet alarmerend. Pas als het kind met meerdere onderdelen moeite heeft én deze problemen niet overgaan na extra oefening kan sprake zijn van een verhoogd risico op latere rekenproblemen. In de literatuur worden onder andere de volgende signalen bij kleuters genoemd: moeite met het vergelijken van hoeveelheden 6 Zorgplan dyscalculie

7 het niet in een keer kunnen overzien van kleine hoeveelheden niet vlot kunnen opzeggen van de getalrij tot 10 moeite met synchroon tellen (tellen van voorwerpen door ze een voor een aan te wijzen) niet gemakkelijk resultatief kunnen tellen (bepalen van aantal voorwerpen) niet snel kunnen benoemen van vormen en kleuren een zwakke ruimtelijke oriëntatie moeite met het (na)bouwen van constructies van blokken of lego een gebrekkig richtinggevoel een zwak auditief geheugen moeite met rekentaal: begrippen die voor het latere rekenen belangrijk zijn geen interesse in puzzelen en in activiteiten met tellen Groep 3 t/m groep 8 Rekenproblemen worden pas echt duidelijk als kinderen vanaf groep 3 formeel rekenonderwijs krijgen. De problemen van kinderen met rekenproblemen en dyscalculie kunnen erg van elkaar verschillen. Hieronder wordt een aantal signalen bij kinderen in de basisschoolleeftijd genoemd die kunnen wijzen op dyscalculie. Daarbij geldt: hoe meer signalen, hoe groter de kans op dyscalculie. En: als intensieve extra instructie en oefening van het specifieke rekenprobleem niet leidt tot (voldoende) vooruitgang en er dus sprake is van een hardnekkig probleem dan is de kans groter dat sprake is van dyscalculie. veel moeite met het aanleren en vlot toepassen (automatiseren) van optellen en aftrekken tot 20, de tafels en telhandelingen. Kinderen met deze problemen blijven heel traag en vaak tellend rekenen en/of maken veel rekenfouten bij eenvoudige sommen veel fouten in het correct lezen en schrijven van getallen (bijv. 23 wordt 32) veel moeite met het inzicht in getalopbouw (wat is de waarde van 3 in het getal 235?) moeite met de volgorde van stappen bij ingewikkelde berekeningen (bijvoorbeeld bij grote vermenigvuldigingen of optel-/aftreksommen met tientaloverschrijding) veel moeite met opdrachten waarbij ruimtelijk inzicht een grote rol speelt het niet kunnen onthouden van rekenregels, symbolen (zoals % en <) en formules en moeite blijven houden met de rekentaalbegrippen moeite met klokkijken niet goed schattend kunnen rekenen door moeite met het overzien van hoeveelheden de rekenresultaten zijn vaak onvoorspelbaar en leiden tot onzekerheid waardoor het kind faalangstig kan worden, rekenangst kan ontwikkelen en een hekel aan rekenen krijgt. 7 Zorgplan dyscalculie

8 4. Signaleren van rekenwiskunde problemen Vier hoofdlijnen van de rekenwiskundige ontwikkeling Een goede rekenwiskundige ontwikkeling verloopt via vier hoofdlijnen: begripsvorming (conceptontwikkeling en het verlenen van betekenis aan kennis en vaardigheden); ontwikkelen van oplossingsprocedures; vlot leren rekenen (oefenen, automatiseren en memoriseren) flexibel toepassen van kennis en vaardigheden. In het onderwijs zie je dat er in de opbouw van leerstoflijnen in verschillende fasen aandacht wordt besteed aan deze vier hoofdlijnen. De hoofdlijnen volgen elkaar op en hebben een cyclisch verloop. Elke volgende fase in het leerproces gaat uit van beheersing van de voorafgaande fase. De vier hoofdlijnen haken dan ook als opeenvolgende schakels aan elkaar. Wanneer een leerling een nieuw leerstofonderdeel aangeboden krijgt dan zullen bovenstaande fasen doorlopen worden. Kennis van deze vier hoofdlijnen is dan ook onontbeerlijk om goed te kunnen bepalen in welke fase van een leerstoflijn een leerling zich bevindt. Rekenzwakke leerlingen zullen bij het doorlopen van deze fasen knelpunten kunnen ervaren. Het is belangrijk om deze knelpunten tijdig te onderkennen, zodat de rekenontwikkeling van de leerling niet nog meer belemmerd wordt. Alle leerlingen hebben goed onderwijs nodig op de vier hoofdlijnen. Alleen dan kunnen ze een goed fundament leggen voor een goede rekenontwikkeling. Voor rekenzwakke leerlingen is het zeker noodzakelijk dat ze goed rekenonderwijs krijgen. Grote problemen beginnen bij kleine problemen. Deze vallen aanvankelijk niet op maar als kleine problemen lang aanhouden en niet verdwijnen, kunnen ze uitmonden in grote problemen. Observatie al in groep 1 is van belang. Blijven 8 Zorgplan dyscalculie

9 leerlingen tellen, zien ze een hoeveelheid niet in één oogopslag. Vroegtijdig signaleren en tijdig ingrijpen is van groot belang. Hieronder vindt u een overzicht van de signalen die per hoofdlijn kunnen voorkomen. Aanknopingspunten voor signalering van rekenwiskunde problemen. Hoofdlijn 1 Begripsvorming Signaal 1: Problemen met het verlenen van betekenis Rekenzwakke leerlingen hebben moeite met het verlenen van betekenis aan getallen en bewerkingen. Signaal2: Gebrekkige conceptvorming Rekenzwakke leerlingen ondervinden vaker problemen bij de ontwikkeling van rekenwiksundige concepten. Ze vinden het moeilijk het concrete, informele handelen te koppelen aan formele bewerkingen. Daardoor kunnen gebrekkige concepten ontstaan. Hoofdlijn 2: ontwikkelen van oplossingsprocedures Signaal 3: Problemen met het verwerven van de basisbewerkingen Sommige leerlingen blijven hardnekkig tellen en komen niet tot echt rekenen. Daardoor ontstaat een gebrekkige basis voor het leren optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Signaal 4: Problemen met het leren van de tafels Als de leerling de basisbewerkingen onvoldoende beheerst, wordt het leren van de tafels een onmogelijke opgave. Rekenzwakke leerlingen kunnen hier al in hun ontwikkeling stagneren. Signaal 5: Problemen met het uitvoeren van complexere bewerkingen Het verwerven van meer complexe rekenwiskundige concepten verloopt moeizaam. Rekenzwakke leerlingen komen niet of moeizaam tot begripsvorming en ontwikkeling van complexere oplossingsprocedures op het gebied van breuken, procenten, verhoudingen, decimale getallen en meten. Signaal 6: Problemen met het verwerven van algoritmes Rekenzwakke leerlingen hebben vaak moeite met het verwerven van de complexe procedures van algoritmes. Hoofdlijn 3: Vlot leren rekenen Signaal 7: Onbegrepen procedures en losse feitenkennis in de basisvaardigheden leiden tot fragmentarische kennis en vaardigheden. Onbegrepen kennis en procedures worden niet onvoldoende opgeslagen in het geheugen. Dit kan leiden tot losse feitenkennis binnen de basisvaardigheden. Dit leidt tot fragmentarische kennis en vaardigheden waardoor een zwakke basis ontstaat (gatenkaas). Signaal 8: Problemen met standaardalgoritmes en complexe procedures automatiseren belemmeren het vlot leren rekenen. Fragmentarische kennis en vaardigheden bij de basisbewerkingen heeft als direct gevolg problemen met het automatiseren van complexere procedures, zoals de algoritmes en bij bewerkingen met verhoudingen, breuken, decimale getallen en procenten. Signaal 9: Problemen met het memoriseren leiden tot het niet goed georganiseerd opslaan van informatie. Niet goed opgeslagen informatie leidt tot niet goed automatiseren en memoriseren en is daardoor minder snel oproepbaar of wordt vergeten. (Analogie met archiveren op de harde schijf: opslaan in mappen). 9 Zorgplan dyscalculie

10 Hoofdlijn 4: Flexibel toepassen Signaal 10: Gebrekkige oplossingsprocedures en tekorten in het strategisch denken en handelen belemmeren het flexibel toepassen. Zwakke rekenaars die gebrekkige oplossingsprocedures ontwikkelen profiteren niet of onvoldoende van hun oplossingsprocedures bij het uitwerken van complexere berekeningen. Dit belemmert tevens de ontwikkeling van het strategisch denken en handelen. Rekenzwakke leerlingen die over minder zelfsturing beschikken zijn ook minder in staat hun cognitieve handelingen aan te sturen. Zij nemen nieuwe informatie gebrekkig in zich op en ontwikkelen daardoor fragmentarische kennis en oplossingsprocedures of vergeten weer wat ze hebben geleerd. Observeren en analyseren van leerprocessen Naast kennis van de vier hoofdlijnen en knelpunten die daarin kunnen voordoen zijn er ook nog een tweetal modellen ( het handelingsmodel en het drieslagmodel) die aanknopingspunten bieden om de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen te volgen, observeren en analyseren. Beide modellen bieden aanknopingspunten om te bepalen wanneer en hoe problemen in de ontwikkeling van leerlingen ontstaan. Door de ontwikkeling van leerlingen goed te volgen en tijdig in te grijpen als er zich problemen voordoen, kunnen leraren preventief te werk gaan. Op basis van hun analyses en interpretaties kunnen zij het rekenonderwijs afstemmen op de ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van hun leerlingen. Het handelingsmodel Het handelingsmodel is een schematische weergave van de rekenwiskundige ontwikkeling, zoals die geldt voor alle leerlingen. Het model bestaat uit vier handelingsniveaus. 1. Informeel handelen in werkelijkheidssituaties (doen); 2. Voorstellen concreet (representeren van objecten en werkelijkheidssituaties in concrete afbeeldingen); 3. Voorstellen abstract (representeren van de werkelijkheid aan de hand van denkmodellen); 4. Formeel handelen (formele bewerkingen uitvoeren). In protocol ERWD zo vormgegeven Een goede ontwikkeling op de eerste twee handelingsniveaus is voorwaarde voor het handelen en functioneren op de twee hoogste niveaus. Het eerste handelingsniveau is tevens de link met het rekenen in dagelijkse situaties en daardoor de basis voor functionele gecijferdheid. 10 Zorgplan dyscalculie

11 Het drieslagmodel Het drieslagmodel is een model voor probleemoplossend handelen. Het laat zien hoe een leerling de oplossingsprocedure van contextopdrachten doorloopt. De leerling gaat stapsgewijs van de context naar bewerking (plannen), vandaar naar oplossing (uitvoeren van de bewerking) en van de oplossing terug naar het oorspronkelijke probleem (reflecteren). Het eigenlijke rekenen is slechts een onderdeel van het probleemoplossend handelen, maar meestal wel essentieel voor het resultaat. 11 Zorgplan dyscalculie

12 5. Diagnosticerend onderwijzen In het rekenwiskunde onderwijs spelen drie variabelen (pijlers) een rol: de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling, het rekenwiskunde onderwijs en de leraar. Deze pijlers worden in hun onderlinge samenhang beschreven. Elke pijlers beïnvloed de andere. Pijler 1. De leerling De rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen wordt in vier fasen onderscheiden. Elke fase heeft een eigen kleurcode die in de afbeelding wordt gebruikt. In de volgorde van fase groen naar fase rood neemt de zorg en dus ook de specifieke afstemming toe. De leerling kan tijdens een bepaalde periode van zijn rekenwiskundige ontwikkeling tot de ene fase behoren en op een ander moment tot een andere fase. De pijltjes in het schema geven aan dat een leerling kan wisselen van de ene fase naar de andere. Fasen-indeling rekenwiskunde problemen Pijler 2. Het rekenwiskunde-onderwijs Goed of passend rekenwiskunde-onderwijs houdt in dat de leraar zijn onderwijsaanbod optimaal afstemt op de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling en de daaruit voortvloeiende onderwijsbehoeften. Dit betekent een continu proces van observeren, signaleren, analyseren, registreren, interpreteren en daardoor komen tot afstemming op specifieke onderwijsbehoeften. Om die afstemming op de ontwikkeling van de (individuele) leerling te realiseren, zijn zorgvuldige analyses van de vorderingen van de leerling en programmering van onderwijsactiviteiten noodzakelijk. Daardoor kan de leraar differentiatie toepassen, dat wil zeggen dat leerlingen niet allemaal op hetzelfde ogenblik, in hetzelfde tempo, op dezelfde wijze hetzelfde werk doen. Dit is kenmerkend voor diagnosticerend onderwijzen. Het begrip diagnosticerend onderwijzen lijkt uit te gaan van het perspectief van de leraar. De 12 Zorgplan dyscalculie

13 nadruk ligt echter op diagnosticerend, wat betekent dat de leraar zich concentreert op het denken en handelen van de leerling en zijn eigen pedagogisch en didactisch handelen daar zo goed mogelijk op afstemt. Pijler 3. De leraar Wij onderscheiden drie sporen van lesgeven. Deze zijn afhankelijk van de didactische begeleiding die een leraar aan een groep kan geven. Met name de manier waarop de leraar in staat is differentiatie toe te passen is bepalend. De bekwaamheid van de leraar is bepalend voor de mate waarin hij kan differentiëren. Een leraar kan groeien in zijn bekwaamheid. De drie sporen zijn: Spoor 1. De leraar benadert de klas als een homogene groep. Hij kan omgaan met geringe verschillen in de groep. Spoor 2. De leraar differentieert binnen de groep met subgroepen. Spoor 3. De leraar differentieert binnen de groep met subgroepen en individuele leerlingen 13 Zorgplan dyscalculie

14 6. Intern diagnostisch onderzoek Wanneer bij een leerling in fase geel het vermoeden bestaat dat zelfs door gerichte afstemming de gewenste vooruitgang niet wordt geboekt, dan komt de leerling in fase oranje. Bij deze overgang gaan de leraar en de interne rekenexpert in overleg met het team en de ouders/verzorgers over tot een intern diagnostisch onderzoek. Dit onderzoek is diepgaander dan de rekengesprekken die de leraar op spoor 2 of 3 zelf voert in de klas. Wij spreken van diagnostiek als het gaat om: een geplande interventie, met een duidelijke vraagstelling, in een systematisch gesprek met de leerling, aan de hand van een weloverwogen selectie van rekenwiskunde-opdrachten, met de bedoeling beter te begrijpen hoe de leerling denkt en rekent. De interne onderzoeker (de interne rekenexpert of een leraar op spoor 3) is speciaal opgeleid om dergelijk onderzoek uit te voeren. Hij onderzoekt de (totale) rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling (wat kan hij al?) en de wijze waarop de leerling leert rekenen. Hij neemt waar dat er mogelijk ook kindkenmerken een rol spelen. Een of meer diagnostische gesprekken met een individuele leerling leiden tot een onderwijskundig rapport. Dit biedt het vertrekpunt om de afstemming voor deze leerling verder te verfijnen naar zijn specifieke onderwijsbehoeften. De interne rekenexpert stelt samen met de leraar een individueel handelingsplan voor de begeleiding van deze leerling. Dit plan bevat ontwikkeldoelen op korte en langere termijn. In het gunstige geval zijn de maatregelen afdoende en komt het ontwikkelingsproces weer op gang. De leerling gaat terug naar fase geel. De leerling gaat naar fase rood als blijkt dat de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling dreigt vast te lopen of te stagneren. Externe deskundige hulp is noodzakelijk. De leerling krijgt een verwijzing voor extern diagnostisch onderzoek. 14 Zorgplan dyscalculie

15 7. Extern diagnostisch onderzoek Als de school de grenzen heeft bereikt van haar eigen mogelijkheden het onderwijs op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling af te stemmen (fase rood) dan kan de school externe diagnostiek inroepen. Er is meer specialistische diagnostische kennis nodig om te onderzoeken welke factoren de ontwikkeling van de leerling belemmeren. Vanuit die diagnose wordt bepaald welke intensieve begeleiding zorgvuldig afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling noodzakelijk is. Deze vorm van onderzoek behoort tot de competentie van een externe onderzoeker, die hiervoor is opgeleid en geregistreerd (Orthopedagoog Generalist NVO of Registerpsycholoog K&J NIP). Hij is zelf tevens rekenexpert of werkt nauw samen met een rekenexpert. De school en de ouders/verzorgers melden de leerling aan voor een extern onderzoek. De school doet in het aanvraagformulier verslag van de maatregelen die zij heeft getroffen. Zij vermeldt tevens de hulpvragen van de school, van de ouders/verzorgers en van de leerling, of hun gezamenlijke hulpvraag. De school beschrijft de specifieke hulp die geboden is aan de leerling en de bereikte resultaten daarvan. Het diagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd door de externe onderzoeker volgens de uitgangspunten en de fasen van HGD. De externe onderzoeker kijkt met een andere professionele blik naar de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling. Hij betrekt daarbij de totale situatie van de leerling: de totale ontwikkeling van de leerling, de kindkenmerken inclusief intelligentie, de onderwijskenmerken en de opvoedingssituatie. De opbrengsten van de externe diagnostiek zijn uiteindelijk: 1. Een beeld van de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling binnen de vier domeinen van rekenen-wiskunde. 2. Een beschrijving van het perspectief op lange termijn (koersbepaling). 3. Handelingsadviezen en concrete aanknopingspunten voor de begeleiding. De externe onderzoeker schrijft een inhoudelijk verslag van zijn onderzoek met een handelingsadvies voor de begeleiding van de leerling. Indien van toepassing geeft de onderzoeker een ERWD indicatie voor de leerling af. De leerling houdt gedurende een half jaar intensieve, individuele begeleiding. De verantwoordelijkheid het handelingsadvies voor de intensieve begeleiding optimaal uit te voeren ligt bij de school. Na een periode van maximaal een half jaar vindt de evaluatie plaats en worden afspraken gemaakt voor vervolg. Bij een goede, intensieve begeleiding, eventueel met externe ondersteuning, en bij aantoonbaar effect heeft de leerling zicht op terugkeer in fase oranje. Blijkt echter dat de ernstige problemen hardnekkig blijven en dat de leerling aantoonbaar (methodegebonden toetsen en LOVS) niet of onvoldoende vooruit gaat, dan kan de externe onderzoeker een dyscalculieverklaring verlenen. Deze verklaring is geldig voor de hele verdere schoolcarrière van de leerling. Bij deze verklaring geeft de externe onderzoeker aan welke faciliteiten en begeleiding de leerling nodig heeft. Deze verklaring kan in principe alleen worden afgegeven voor leerlingen vanaf groep 6 en met voldoende intelligentie. Bij jonge kinderen wordt tot aan eind groep 5 alleen een ERWD indicatie afgegeven. Wanneer aanmelden voor onderzoek? Aanmeldingscriteria Laatste drie achtereenvolgende meetmomenten Cito E scores. Er is sprake van automatiseringsproblemen (Van Luit, 2012). Bij leerlingen met een eigen leerlijn: ernstige achterstand t.o.v. leeftijd en/of opleidingsgenoten. Minimaal 6 maanden planmatige en gespecialiseerde RT gehad. Er is gewerkt aan specifiek aantal doelen welke geëvalueerd kunnen worden a.d.h.v. begin en eindmeting. Naast RT moet er ook sprake zijn geweest 15 Zorgplan dyscalculie

16 van adequate basisdidactiek en efficiënte differentiatievormen in de groep (goede afstemming tussen rekenaanbod en rekenbegrip van leerlingen) Verklaring meestal pas mogelijk eind groep 5/ begin groep 6. Achterstanden Eind groep 8 sprake van achterstand van minimaal 2 jaar. Eind groep 8 score lager dan een C score op E6 toets Cito LOVS. Midden groep 7 op de Cito E5 toets een score lager dan C. Begin groep 6 een score lager dan C op Cito E4 toets. Er is sprake van een leerrendement lager dan 67%. Wat zal er onderzocht worden? Ernst van het rekenprobleem ( Cito LOVS, methodetoetsen, automatiseringsproblemen, procesonderzoek, diagnostisch gesprek) De leerbaarheid van de leerling middels een intelligentieonderzoek. Onderzoek naar primair verklarende factoren in de informatieverwerking, zoals aandacht, geheugen, executief functioneren (plannen en organiseren) en basale rekenvaardigheid. Uitsluiten van secundaire oorzaken: taalproblematiek, werkhouding, intelligentie, sociaal emotionele problemen of comorbiditeit met andere stoornissen (ADHD, faalangst, DCD, dyslexie). Beoordeling van de hulp (hp) die gegeven is. Hoeveel extra hulp, inhoud van die hulp, resultaat. Beoordeling van rekenonderwijs aan de leerling. Zijn er in het onderwijsaanbod factoren geweest die van invloed kunnen zijn geweest op rekenontwikkeling van de leerling. Diagnose Er is geen simpele test die uitspraken doet over het wel of niet bestaan van dyscalculie. Wanneer rekenproblemen niet overgaan met extra oefening en het kind met andere vakken wel goed presteert, moet er op taakniveau onderzoek worden gedaan. Dit betekent dat er onderzoek wordt gedaan naar de uitvoering van rekentaken. Onderzoek Een intelligentieonderzoek is niet meteen nodig. Er moet eerst gekeken worden hoe het kind een rekentaak uitvoert en of de basisfeiten en procedures wel gekend en geautomatiseerd zijn. Ook moet nagegaan worden of het kind voldoende onderwijs heeft gehad en of er bijvoorbeeld geen emotionele problemen zijn. Verder is van belang te kijken naar de gebruikte rekenmethode en is ook het taalniveau van groot belang, want rekenen is veel taliger dan vaak wordt gedacht. Voor een diagnostisch onderzoek naar dyscalculie kunnen we terecht bij een daartoe geregistreerde orthopedagoog (Orthopedagoog Generalist) of psycholoog (Registerpsycholoog K& J NIP) met rekenspecialisatie. Ook het ambulatorium in Utrecht biedt gespecialiseerd onderzoek op dyscalculie. Verklaring en dan? De leerling Krijgt meer tijd bij opgaven en proefwerken. mag gebruik maken van een tafelkaart. mag de rekenmachine gebruiken. krijgt extra mondelinge uitleg/of kan mondeling worden overhoord mag werken met voorgedrukte, aan het niveau van het kind aangepaste werkbladen. mag gebruik maken van schema s met mogelijke probleemoplossingsstrategieën. Krijgt verminderd hoeveelheid werk. Bij de deskundigenverklaring wordt vaak ook een dyscalculieverklaring afgegeven, waarin staat welke hulp en voorzieningen de deskundige adviseert. De dyscalculieverklaring kan een leerling recht geven op extra 16 Zorgplan dyscalculie

17 faciliteiten bij het maken van toetsen en schoolexamens. De school bepaalt hierbij zèlf welke voorzieningen zijn toegestaan. 8. Begeleiding In de fasen geel, oranje en rood is het van belang dat leerlingen goed worden begeleid. Het handelingsplan is bedoeld voor de leraar om het onderwijs (de begeleiding) zo goed mogelijk te kunnen afstemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de individuele leerling. Een goede begeleiding bestaat uit samenwerking met alle betrokkenen. De organisatie, planning en uitvoering van de begeleiding zijn beschreven in het zorgbeleid. De begeleiding wordt ingepland in het model: groepsplan, werken met subgroepen, met daarbinnen individuele accenten. De begeleiding van leerlingen in fase geel vindt plaats in subgroepen. Voor de afstemming van de begeleiding van leerlingen in de fasen oranje en rood worden individuele momenten gecreëerd. De begeleiding wordt in principe uitgevoerd door de leraar met ondersteuning van de interne rekenexpert. De begeleiding vindt zo veel mogelijk plaats binnen de eigen groep. Soms kan een deel van de individuele begeleiding ook buiten de groep worden uitgevoerd. Het streven is dat de leerling een vloeiende overgang ervaart tussen de inhoud en de aanpak van de begeleiding en van de activiteiten in de groep. Dit vereist een goede afstemming van inhoud en didactiek tussen alle betrokkenen. De begeleiding gaat uit van actieve betrokkenheid van de leerling. Het groepsonderwijs wordt inhoudelijk uitgebreid en versterkt met elementen uit de begeleiding. Dat kan ook een positieve uitwerking hebben op de andere leerlingen in de (sub)groep. Voor de leerlingen in de fasen oranje en rood wordt een individueel handelingsplan opgesteld op basis van het extern diagnostisch onderzoek. Dit plan beschrijft waaruit de begeleiding van de individuele leerling moet bestaan. De interne rekenexpert en de groepsleraar stellen op basis hiervan een handelingsplan op. Dit omvat de volgende componenten: doelen op lange en korte termijn; inhoud; werkwijze; uitvoering (planning en organisatie); evaluatie. 17 Zorgplan dyscalculie

18 Fasen in schema, bijbehorende signalering, diagnostiek en begeleiding 18 Zorgplan dyscalculie

19 Handige websites Kwaliteitskaart durf te kiezen in doelen voor zwakke rekenaars rekenaars_01.pdf Kwaliteitskaart scan rekenwiskunde onderwijs SLO Kwaliteitskaart 10 tips voor betere rekenresultaten Kwaliteitskaart instructievaardigheden rekenen Protocol ERWD 19 Zorgplan dyscalculie

20 Bijlage 1 : Stappenplan volgens protocol ERWD Stap 1: Leerkracht Goed rekenonderwijs Effectief rekenonderwijs 1. Werk planmatig met de methode. 2. Stel realistische doelen, uitgaande van leerlijnen en tussendoelen. 3. Besteed voldoende aandacht aan het oefenen en automatiseren van basisvaardigheden (ook in de bovenbouw). 4. Bied gedegen verlengde instructie voor risicoleerlingen. 5. Zorg voor een goed didactisch-pedagogisch klimaat voor elke leerling op basis van de basisbehoeften relatie competentie autonomie. Wat doet ertoe voor de zwakke rekenaar 1. Meer instructie- en oefentijd (betekent soms minder aanbod dus vertragen op de gemiddelde leerlijn). 2. Liefst pre-teaching, anders verlengde instructie. 3. Directe instructie (strategisch model): activeren voorkennis en motiveren voor de leertaak, instructie begeleid inoefenen zelfstandig oefenen. 4. Deelvaardigheden expliciet inoefenen maar wel binnen het impliciet aanbieden van rekenconcepten. 5. Uitgebreide begeleide inoefening, korte perioden van zelfstandig werken. 6. Dagelijks automatiseringsoefeningen wanneer passend bij cognitief profiel van de leerling en op eigen niveau. 7. Directe procesgerichte feedback. Evaluatie: Afname Cito toets Rekenen volgens richtlijnen van het Cito-LVS. Stap 2: Leerkracht Extra ondersteuning binnen de groep (voor de leerlingen die C-D-E of IV- V scoorden): 1. Een effectieve verlengde rekeninstructie kenmerkt zich door een goede opbouw (de leerlijn volgend) en is doelgericht. 2. Directe instructie (strategische model): activeren voorkennis, motivatie voor de leertaak, begeleide inoefening, zelf de handeling verwoorden, kort zelfstandig verwerken, verder oefenen (herhalen). 3. Aanbieden basisstrategie gebaseerd op het handelingsmodel uit het ERWD protocol en waarbij gebruik gemaakt wordt van handelen met materialen en/of modellen (bijv. fiches, splitsbox, eierdozen, rekenrek, kralenketting, lege getallenlijn, geld, breukenstroken enz.) 4. Verlagen van de moeilijkheid door het abstractieniveau van de som te verlagen (handelend of schematiseren). Investeren in opbouw inzicht en handelend kunnen uitvoeren i.p.v. oneindig oefenen van kale sommen. Bedenk hierbij dat verliefde harten, splitsbloemen en tweelingsommen ook abstract niveau is!! (zie handelingsmodel). 5. Begeleid inoefenen met de leerlingen, leerlingen laten verwoorden en geven van procesgerichte feedback op de uitgevoerde rekenhandeling. 6. Proberen te komen tot steeds verder verkorten en abstraheren van de rekenhandeling op basis van het handelingsmodel. Stap 3: Leerkracht / IB/ RT/ rekenspec ialist Observaties en diagnostische gesprekken: Leerkracht observeert dagelijks door de bril van het drieslagmodel en het handelingsmodel. Leerkracht voert korte diagnostische gesprekjes tijdens de instructie/na de verwerking/na de toets. Specifieke interventies De intern begeleider/ rekenspecialist voert diagnostische gesprekken a.d.h.v. het 20 Zorgplan dyscalculie

21 drieslagmodel en het handelingsmodel om niveau van de leerling te bepalen en te bepalen aan welke doelen gewerkt moet worden tijdens extra instructiemomenten (bijv. RT). Extra instructie- en oefenmomenten (minimaal 1 uur extra (2x30 min) door opgeleid RTer/leerkracht/rekenspecialist) Drieslag-model Handelingsmodel Wat gebeurt er bij deze leerling: Bij het plannen=betekenis verlenen? Bij de uitvoering (rekenen op zich)? Bij de reflective (controle)? Is de leerling in staat de handelingen van een som te verwoorden (op alle niveaus van een aangeboden opdracht)? Goede rekeninterventies blijven zo dicht mogelijk bij de gebruikte methode en maken gebruik van de extra materialen (kopieerbladen, extra oefenbladen) die de methode biedt, ook uit voorgaande jaren. Gebruik geen materialen die andere werkwijzen gebruiken of aanleren dan kinderen dagelijks gebruiken vanuit de methode. Aanvullend sluit tot nu toe Maatwerk het meest aan bij de reguliere methodes. Pas op met materialen van Met sprongen vooruit in groep 3 omdat deze snel inzetten op te abstract (automatiseren) niveau. Stap 4: IB/ rekenspec ialist Begeleide r Passend Onderwijs of SP V&V Aanvraag begeleiding t.b.v. de rekenontwikkeling van een leerling De intern begeleider ( met toestemming van ouders) kan een consultatie aanvragen bij de schoolpsycholoog van Vechtstreek en Venen of bij het samenwerkingsverband Passenderwijs als het gaat om: Rekenonderzoek leerling ter bepaling van niveau van de leerling; Observaties van leerling tijdens rekenles (In hoeverre is de instructie afgestemd op wat de leerling nodig heeft?) ; Formuleren specifieke onderwijsbehoeften van de leerling op rekengebied; Indien nodig hulp bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectief voor rekenen. Extra begeleiding wanneer vermoeden bestaat van dyscalculie: Minimaal 6 maanden en minimaal 1 uur per week individuele rekenhulp door een daartoe geschoolde deskundige plannen (blz. 46 protocol DDG) zodat didactische resistentie kan 21 Zorgplan dyscalculie

22 worden aangetoond. Rekenhulp is effectief wanneer op dezelfde toets na 6 mnd. een vooruitgang van meer dan vier mnd. (plannen in vaardigheidsscores) wordt geboekt t.o.v. het vorige meetmoment. Intensiteit begeleidingstraject wordt afgestemd in overleg met school en ouders. Beslismoment verwijzing extern rekenonderzoek: Wanneer gedacht wordt aan dyscalculie dan worden de volgende punten besproken en overdacht: Is rekenen een geïsoleerd leerprobleem? Is er sprake van een discrepantie met de overige vakgebieden? Heeft de leerling op de laatste drie achtereenvolgende meetmomenten van de Cito E- of D-scores (V) behaald? (Leerlingen met een eigen leerlijn afzetten tegen niveau klasgenoten. Bij hoogbegaafde leerlingen hoeft er niet per se sprake te zijn van E- of D- scores (V); n.b. rekenproblemen komen niet vaak voor bij hoogbegaafde leerlingen) Is er sprake van ernstige achterstand t.o.v. leeftijd- en/of opleidingsgenoten. Zittenblijvers vergelijken met klasgenoten. Heeft er minimaal 6 maanden en minimaal 1 uur per week individuele rekenhulp plaatsgevonden, zodat didactische resistentie kan worden aangetoond? De rekenhulp is effectief wanneer op dezelfde toets na 6 mnd. een vooruitgang van meer dan vier mnd. wordt geboekt t.o.v. het vorige meetmoment. Bij een IQ score tussen 71 en 85 is de rekenhulp effectief als de vooruitgang 3 mnd. of meer bedraagt t.o.v. eerst meting. (N.B. Voor toekenning van een dyscalculieverklaring aan leerlingen met IQ tussen 71 en 85 bestaat geen wetenschappelijke evidentie.) Criterium van ernst: Er is sprake van een significante achterstand wat betreft automatisering van de basale rekenvaardigheden t.o.v. leeftijd- en/of opleidingsgenoten en Er is sprake van een significante achterstand wat betreft de beheersing van de inhoud van de rekendomeinen. Om te kunnen spreken van dyscalculie moet aan het eind van de basisschool sprake zijn van een achterstand van minimaal twee jaar ( Er is sprake van een leerrendement lager dan 67 % ): - voor eind groep 8 score < Cito E6 IV score of C score. - voor midden groep 7: score < E5 IV score of C score. - voor begin groep 6: score <E4 IV score of C score. In principe wordt dyscalculie zelden eerder vastgesteld dan eind groep 5 of begin groep 6. Eerder kan maar is afhankelijk van uitblijvende effectiviteit van vroegtijdige interventie en uitsluiten van een algemene ontwikkelings- of leerstoornis. Bij jonge kinderen wordt ( volgens protocol) tot aan eind groep 5 alleen een ERWD indicatie afgegeven en begeleidingsadviezen opgesteld. Van belang is altijd dat het rekenonderwijs eerst in optima forma aangeboden moet zijn. Criterium van achterstand: Er is sprake van een significante rekenachterstand t.o.v. datgene wat op basis van de individuele ontwikkeling van de persoon verwacht mag worden. Een intelligentietest kan afgenomen worden om na te gaan of de rekenproblemen worden verklaard door verminderde leercapaciteiten. Criterium van didactische resistentie: Er is sprake van een hardnekkig rekenprobleem dat resistent is tegen gespecialiseerde hulp. (Schoolgegevens en procesonderzoek). Er is minimaal 6 maanden en minimaal 1 uur per week individuele rekenhulp geboden door een daartoe geschoolde deskundige. Er is systematisch (met begin en eindmeting) gewerkt aan een specifiek aantal doelen. Om dyscalculie te kunnen vaststellen moet uit onderzoek blijken dat aan alle drie onderkennende criteria is 22 Zorgplan dyscalculie

23 voldaan. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van verschillende tests, procesonderzoek en een evaluatie van de schoolgegevens. Een rekenonderzoek kan helpen bepalen of het rekenprobleem van een leerling mogelijk ernstig genoeg is om een dyscalculieonderzoek te laten doen. Het rekenonderzoek bevat ten minste de volgende onderdelen: Bepalen van rekenproblemen t.a.v. geautomatiseerde kennis. Afname TTA: op basis van normering of percentielscore kan vastgesteld worden of sprake is van een significante achterstand op het gebied van automatiseren van plus, min, keer en deelsommen. Onder de rekendomeinen worden de Cito domeinen Getallen en bewerkingen, Verhoudingen, breuken, procenten en Meten, meetkunde tijd en geld verstaan. Met betrekking tot het criterium op dit gebied zijn de prestaties, die de leerling op deze domeinen laat zien zowel met (automatiseren) als zonder tijdsdruk, bepalend voor de achterstand. Het accent van de problematiek ligt tenminste op het domein Getallen en bewerkingen. Aanvullend wordt door procesonderzoek (bijv. met een bij het niveau van de leerling passende Cito-toets uit het LOVS of afname ZAREKI) de kennis van de leerling nagegaan met betrekking tot telvaardigheden, getallennotatie, getal benoemen, splitsen tot 10, erbij- en eraf sommen tot 5, 10, 100, en 1000 en plaatsen van getallen op een getallenlijn. Stap 5: Externe instantie Aanvraag diagnose door ouders Wanneer je als school denkt dat voldaan wordt aan de drie criteria (criterium van ernst, criterium van achterstand en criterium van didactische resistentie) kan besloten worden om een dyscalculieonderzoek aan te vragen. Ouders moeten de aanvraag voor zo n onderzoek doen. Of SP V&V Aanvraag doen door invullen van aanmeldfomulier voor reken- of dyscalculieonderzoek (bv. bij het Ambulatorium Utrecht, Schoolbegeleidingsdienst, Rekencentrale te Amsterdam). De schoolpsycholoog van Vechtstreek en Venen kan ook onderzoek doen naar dyscalculie. Zij is geregistreerd Jeugdpsycholoog K& J NIP met aanvullend specialisatie op diagnostiek dyscalculie. Aanvraag doen door invullen van aanmeldformulier voor rekendyscalculieonderzoek. Aangevuld met: Verslag rekenonderzoek. Cito LVS uitdraai van alle vakken gedurende de hele schoolloopbaan. Handelingsplannen en evaluaties van de 6 maanden specifieke hulp, verslagen aanwezige hulp / OPP. Eventueel aanwezig verslag intelligentieonderzoek of andere psychologische onderzoeksverslagen. De ouders zijn verantwoordelijk voor de overdracht van het dossier aan de onderzoekende instantie. 23 Zorgplan dyscalculie

24 Bijlage 2 : Goed rekenwiskunde onderwijs 24 Zorgplan dyscalculie

25 Bijlage 3 : Signalering en observatie van leerlingen met ERWD 25 Zorgplan dyscalculie

26 4. Basisondersteuning Basisondersteuning is feitelijk het aanbod op het gebied van passend onderwijs en ondersteuning, dat van alle basisscholen in het samenwerkingsverband verwacht mag worden. Bij het beschrijven van het aanbod van basisondersteuning kan de indeling, die gebruikt wordt in het Referentiekader, behulpzaam zijn. Deze indeling gaat uit van een afspraak over basisondersteuning op basis van vier onderdelen: 1. Basiskwaliteit: de kwaliteit op basis waarvan de inspectie voor het onderwijs een school een basisarrangement verstrekt. 2. De onderwijsondersteuningsstructuur op school: de aanwezige expertise in het team en de samenwerking met andere scholen en ketenpartners. Hier worden ook de preventieve programma's van de ketenpartners vanuit welzijn en jeugdhulp omschreven, die gericht zijn op opgroei- en opvoedproblemen (bijvoorbeeld vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin). 3. Planmatig werken: het structureel en planmatig werken aan en verbeteren van de indicatoren Zorg en begeleiding uit het toezichtskader van de inspectie van het onderwijs. 4. Preventieve en licht curatieve interventies: Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Onder licht curatieve interventies verstaan we lichte ondersteuningsarrangementen voor bijvoorbeeld dyslexie/dyscaculie of meer of minder dan gemiddelde intelligentie, de fysieke toegankelijkheid van het schoolgebouw en een medisch protocol. In zowel de preventieve als de licht curatieve zin worden er afspraken gemaakt met de gemeenten. Onder de basisondersteuning vallen niet enkel specifieke ondersteuningsmogelijkheden van de school, maar tevens preventieve ondersteuning en maatregelen die bedoeld en/of beschikbaar zijn voor alle leerlingen. Daarbij kan gedacht worden aan IB, RT, inzet van deskundigen en/of materialen in de school. Het niveau van de basisondersteuning wordt beschreven in zowel het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband als in het schoolondersteuningsprofiel van elke school en behoort vastgesteld te worden door de samenwerkende besturen binnen het samenwerkingsverband. 26 Zorgplan dyscalculie

Protocol Ernstige Reken-Wiskunde problemen en Dyscalculie (samenvatting)

Protocol Ernstige Reken-Wiskunde problemen en Dyscalculie (samenvatting) 0 Protocol Ernstige Reken-Wiskunde problemen en Dyscalculie (samenvatting) 1 Inhoud Inleiding 2 Onderscheid tussen ernstige reken-wiskunde problemen en dyscalculie 3 Wat wordt verstaan onder dyscalculie

Nadere informatie

Protocol dyscalculie januari 2016 DYSCALCULIE PROTOCOL

Protocol dyscalculie januari 2016 DYSCALCULIE PROTOCOL DYSCALCULIE PROTOCOL 1 Inhoud Wat is dyscalculie?... 2 Vermoeden dyscalculie... 2 Signalering... 3 Stappenplan onderzoek en begeleiding... 4 Vergoeding... 5 Dyscalculieverklaring... 5 Wat is dyscalculie?

Nadere informatie

Protocol Dyscalculie

Protocol Dyscalculie Protocol Dyscalculie Inhoud Inleiding 2 Visie en uitgangspunten 3 Wat wordt verstaan onder dyscalculie? 4 Leren rekenen en rekenproblemen 4 Drie pijlers 5 Interne diagnostiek 5 Externe diagnostiek 6 Stappenplan

Nadere informatie

Protocol Dyscalculie. De Stelberg

Protocol Dyscalculie. De Stelberg Protocol Dyscalculie De Stelberg Inhoud Inleiding 2 Visie en uitgangspunten 3 Wat wordt verstaan onder dyscalculie? 4 Leren rekenen en rekenproblemen 4 Drie pijlers 5 Interne diagnostiek 6 Externe diagnostiek

Nadere informatie

Protocol Dyscalculie

Protocol Dyscalculie Protocol Dyscalculie Inhoud Inleiding... 2 Signaleren... 3 Interventies... 4 Handelingsgerichte interventies gericht op rekenuitval door de leerkracht... 4 Handelingsgerichte interventies gericht op rekenuitval

Nadere informatie

Programma ERWD. Dyscalculie. ERWD-presentatie Mieke van Groenestijn, HU, Utrecht 1

Programma ERWD. Dyscalculie. ERWD-presentatie Mieke van Groenestijn, HU, Utrecht 1 -presentatie 17-5-2011 Programma Programma Inleiding Hoofdlijnen Handelingsmodel Werken met het handelingsmodel Fasen Motto Ernstige RW-problemen en Dyscalculie Motto 1 Passend begint bij goed Ernstige

Nadere informatie

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen: Van signalering naar diagnose

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen: Van signalering naar diagnose Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen: Van signalering naar diagnose Als een kind rekenproblemen heeft, is het belangrijk om dit snel aan te pakken. Tijdig ingrijpen kan heel wat voorkomen. Maar

Nadere informatie

Protocol Dyscalculie

Protocol Dyscalculie Protocol Dyscalculie Inhoud Inleiding 2 Visie en uitgangspunten 3 Wat wordt verstaan onder dyscalculie? 4 Leren rekenen en rekenproblemen 5 Drie pijlers 5 Interne diagnostiek 6 Externe diagnostiek 7 Stappenplan

Nadere informatie

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen en dyscalculie Stichting Primair Onderwijs Achterhoek Lohmanlaan 23 7003 DJ Doetinchem INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Visie en uitgangspunten... 3 Route... 4 Wat

Nadere informatie

Dyscalculie én meer. Het protocol ERWD, een praktische aanpak voor ernstige rekenwiskunde problemen en dyslaculie

Dyscalculie én meer. Het protocol ERWD, een praktische aanpak voor ernstige rekenwiskunde problemen en dyslaculie Dyscalculie én meer Het protocol ERWD, een praktische aanpak voor ernstige rekenwiskunde problemen en dyslaculie Vier hoofdlijnen in het proces van leren rekenen 1,2,3 4,5,6 1,2,3 4,5,6 2 3,4,5,6 2 3,4,5,6

Nadere informatie

Protocol ernstige rekenhulpvragen en/ of dyscalculie

Protocol ernstige rekenhulpvragen en/ of dyscalculie Protocol ernstige rekenhulpvragen en/ of dyscalculie Inleiding Dit beleid is geschreven vanuit de visie van t Speel-Kwartier. Dit beleid ondersteunt ons bij het bereiken van ons onderwijskundig doel; Kinderen

Nadere informatie

MBO. Protocol ERWD3 - MBO. Programma. Uitgangspunten ERWD3 ERWD. Doelgroepen in MBO. ERWD3 - MBO 5 en 7 juni Mieke van Groenestijn, HU 1

MBO. Protocol ERWD3 - MBO. Programma. Uitgangspunten ERWD3 ERWD. Doelgroepen in MBO. ERWD3 - MBO 5 en 7 juni Mieke van Groenestijn, HU 1 3 - MBO 5 en 7 juni 2012 Programma 2 Protocol 3 - MBO MBO Mieke van Groenestijn Kenniscentrum Educatie Hogeschool Utrecht 3 Uitgangspunten 3 Opet 3-MBO: - deel 1: rekenbeleid (inclusief visie en stappenplan)

Nadere informatie

Stappenplan groep 1-2

Stappenplan groep 1-2 Stappenplan Protocol E rnstige R eken W iskunde-problemen en D yscalculie (ERWD) Stappenplan groep 1-2 Moment Actie Uitwerking Stap 0 Aanvang, september Beginsituatie vastleggen met behulp van Bosos groep

Nadere informatie

PROTOCOL DYSCALCULIE ANNIE M.G. SCHMIDTSCHOOL, DEN HAAG. 1.Inleiding

PROTOCOL DYSCALCULIE ANNIE M.G. SCHMIDTSCHOOL, DEN HAAG. 1.Inleiding 1.Inleiding In dit protocol wordt beschreven hoe op de Annie M.G. Schmidtschool wordt gewerkt aan het voorkomen, onderkennen en aanpakken van rekenproblemen of dyscalculie. Dit protocol maakt onderdeel

Nadere informatie

Visie en uitgangspunten

Visie en uitgangspunten -PO; conferentie Steunpunt Welkom Programma Protocol BAO, SBO, SO Protocol BAO, SBO, SO Mieke van Groenestijn emeritus Lector Gecijferdheid, Hogeschool Utrecht projectleider Conferentie Steunpunt T&R,11

Nadere informatie

Visie en uitgangspunten

Visie en uitgangspunten -PO; conferentie Steunpunt Welkom Programma Protocol BAO, SBO, SO Protocol BAO, SBO, SO Mieke van Groenestijn emeritus Lector Gecijferdheid, Hogeschool Utrecht projectleider Conferentie Steunpunt T&R,

Nadere informatie

Rekenen in het VO. 9 december 2013

Rekenen in het VO. 9 december 2013 Rekenen in het VO 9 december 2013 Eén boek, vijf delen: Visie en organisatie (h 1 t/m 4) Rekenen (h 5 t/m 9) Afstemmen (h 10 t/m 13) Begeleiding (h 14 t/m 17) Onderzoek (h 18 en h 19) Kern: Goed rekenonderwijs

Nadere informatie

Dr. Mieke van Groenestijn 1

Dr. Mieke van Groenestijn 1 ; Conferentie Steunpunt Protocol vo Protocol - VO Mieke van Groenestijn emeritus Lector Gecijferdheid, Hogeschool Utrecht projectleider Conferentie Steunpunt T&R,9 december 2013 Rekenen in vo Probleemoplossend

Nadere informatie

Rekenen in het MBO. 11 maart 2014

Rekenen in het MBO. 11 maart 2014 Rekenen in het MBO 11 maart 2014 Eén boek, vijf delen: Visie en organisatie (h 1 t/m 4) Rekenen (h 5 t/m 9) Afstemmen (h 10 t/m 13) Begeleiding (h 14 t/m 17) Onderzoek (h 18 en h 19) Kern: Goed rekenonderwijs

Nadere informatie

Dyscalculie protocol. Mei Protocol Dyscalculie Mei

Dyscalculie protocol. Mei Protocol Dyscalculie Mei Dyscalculie protocol Mei 2016 1 Inhoudsopgave 1. Schoolvisie ten aanzien van het rekenonderwijs... 3 2. Inleiding... 3 3. Werkdefinitie... 3 4. Kenmerken van dyscalculie... 5 5. Fasen van begeleiding...

Nadere informatie

PARAGRAAF Protocol bij ernstige rekenwiskunde-problemen en/of dyscalculie 1. Doel van het protocol. 2. Signalering

PARAGRAAF Protocol bij ernstige rekenwiskunde-problemen en/of dyscalculie 1. Doel van het protocol. 2. Signalering Samengesteld door BZT WPC Versie 23-06-2015 Bestuur Door DO vastgesteld op 02-07-2015 DO Door BG als voorgenomen besluit vastgesteld op 09-07-2015 GMR Door GMR van advies/instemming voorzien op nvt Medewerkers

Nadere informatie

Masterplan ERWD. Differentiëren in subgroepen 10 december Arlette Buter

Masterplan ERWD. Differentiëren in subgroepen 10 december Arlette Buter Masterplan ERWD Differentiëren in subgroepen 10 december 2014 Arlette Buter Arlette Buter info@rekenadviesbuter.nl 1 Inhoud Differentiëren in subgroepen: lesgeven op spoor 2 - Welke kennis is er nodig

Nadere informatie

inhoud Dyscalculie Rekenproblemen Presentatie_gebruikersdag_najaar2013 1 Onderhoudsproblemen

inhoud Dyscalculie Rekenproblemen Presentatie_gebruikersdag_najaar2013 1 Onderhoudsproblemen inhoud Rekenblokken voor de zwakke rekenaar Over wie hebben we het? Welke problemen zijn er zoal? Wat is er aan te doen? Rekenproblemen Dyscalculie Onderhoudsproblemen Beschikbaarheidsproblemen Ernstige

Nadere informatie

Ernstige RekenWiskunde-probl

Ernstige RekenWiskunde-probl 2 4 39 3 7 5 6 7 8 3 n en Dyscalculie Protocol Reken Ernstige RekenWiskunde-probl iskunde-problemen en Dyscalculi en Dyscalculie Ernstige Reken Ernstige Reken BAO SBO SO pro Mieke van Groenestijn Ceciel

Nadere informatie

Ernstige rekenproblemen of dyscalculie? Mariska Hennipman Karin van der Meer

Ernstige rekenproblemen of dyscalculie? Mariska Hennipman Karin van der Meer Ernstige rekenproblemen of dyscalculie? Mariska Hennipman Karin van der Meer De problematiek van de zwakke rekenaar In tweetallen: Waar herkennen we een zwakke rekenaar aan? Waar herkennen we een kind

Nadere informatie

Dr. Mieke van Groenestijn 1

Dr. Mieke van Groenestijn 1 Protocol Protocol PO - VO (-MBO) Mieke Groenestijn emeritus Lector Gecijferdheid, Hogeschool Utrecht projectleider Conferentie Steunpunt T&R,2 april 2013 Rekenen Probleemoplossend werken Rekenvaardigheid

Nadere informatie

Dyscalculieprotocol Cluster Jenaplan

Dyscalculieprotocol Cluster Jenaplan Dyscalculieprotocol Cluster Jenaplan Eerste versie 2015-2016 Het volgen van - en begeleiding bij ernstige rekenproblemen en dyscalculie Stappenplan bij (ernstige ) rekenproblemen en dyscalculie De vier

Nadere informatie

Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011)

Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011) Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011) Bijgestelde inhoudsopgave protocol ERWD n.a.v. MBO-bijeenkomst 8 sept 2011

Nadere informatie

Zwakke rekenaar in het MBO

Zwakke rekenaar in het MBO Welkom Zwakke rekenaar in het MBO 23 januari 2014 Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Kennismaking Agenda Over welke studenten hebben we het? Een indruk. Problemen in kaart m.b.v. twee observatiemodellen

Nadere informatie

BEGELEIDING LEERLINGEN DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN

BEGELEIDING LEERLINGEN DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN BEGELEIDING LEERLINGEN DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN Begeleiding van leerlingen met ernstige rekenproblemen en/of dyscalculie Definitie van dyscalculie Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt

Nadere informatie

HCO Werkwijze dyscalculieonderzoek. Informatie voor intern begeleiders/rekencoördinatoren

HCO Werkwijze dyscalculieonderzoek. Informatie voor intern begeleiders/rekencoördinatoren HCO Werkwijze dyscalculieonderzoek Informatie voor intern begeleiders/rekencoördinatoren Versie 6 mei 2014 HCO Werkwijze bij dyscalculieonderzoek Dyscalculie wordt gezien als een zeldzame stoornis. Circa

Nadere informatie

Veel voorkomende rekenproblemen: preventie en interventie. 4 februari 2015. Arlette Buter

Veel voorkomende rekenproblemen: preventie en interventie. 4 februari 2015. Arlette Buter Veel voorkomende rekenproblemen: preventie en interventie 4 februari 2015 Arlette Buter 1 Inhoud Schoolbrede preventieve maatregelen Preventie en interventie bij: Verlenen van betekenis aan getallen en

Nadere informatie

Zwakke rekenaars sterk maken

Zwakke rekenaars sterk maken Zwakke rekenaars sterk maken Bijeenkomst 5 28 september 2011 monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut Programma vandaag Diagnostiek Presentatie Welke onderwerpen in kaart? Voorbeelden Werken

Nadere informatie

RID, daar kom je verder mee. Jelle wil net als zijn vriendjes naar de havo. Dyscalculie houdt hem niet tegen. Dyscalculiebehandeling

RID, daar kom je verder mee. Jelle wil net als zijn vriendjes naar de havo. Dyscalculie houdt hem niet tegen. Dyscalculiebehandeling RID, daar kom je verder mee Jelle wil net als zijn vriendjes naar de havo. Dyscalculie houdt hem niet tegen. Dyscalculiebehandeling Waarom het RID? Wat is dyscalculie? Een gestructureerde aanpak Ruim 25

Nadere informatie

:Monique Hoeijmakers Datum :

:Monique Hoeijmakers Datum : Onderwerp :beleid ERWD Auteurs :Monique Hoeijmakers Datum :10-04-2017 Inhoud van de notitie besproken met :werkgroep ERWD IB, GMR-afvaardiging onderwijs Financiële consequenties Personele consequenties

Nadere informatie

Zwakke rekenaars sterk maken. Bijeenkomst monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut

Zwakke rekenaars sterk maken. Bijeenkomst monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut Zwakke rekenaars sterk maken Bijeenkomst 1 26-01-2011 monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut Programma vandaag Inleiding en voorstellen Rekenen in mbo (kort) Wat is een zwakke rekenaar?

Nadere informatie

Dyscalculieprotocol Het volgen van - en begeleiding bij

Dyscalculieprotocol Het volgen van - en begeleiding bij Dyscalculieprotocol 2017-2018 Het volgen van - en begeleiding bij ernstige rekenproblemen en dyscalculie Stappenplan bij (ernstige ) rekenproblemen en dyscalculie De vier fasen vanuit het protocol ERWD

Nadere informatie

Dyscalculie. Linette van Oijen

Dyscalculie. Linette van Oijen Dyscalculie Linette van Oijen In deze workshop Korte ervaring met rekenen Diagnose dyscalculie Protocol (ernstige) rekenproblemen en dyscalculie Tips voor in de les Evt. regelgeving omtrent de rekentoets

Nadere informatie

Dyscalculie protocol Rotterdamse Montessorischool

Dyscalculie protocol Rotterdamse Montessorischool Dyscalculie protocol Rotterdamse Montessorischool Inleiding Het doel van rekenwiskunde-onderwijs is functionele gecijferdheid, afgestemd op de mogelijkheden van iedere individuele leerling. Het Protocol

Nadere informatie

Tips voor het diagnostische gesprek. Marisca Milikowski Rob Milikowski

Tips voor het diagnostische gesprek. Marisca Milikowski Rob Milikowski Tips voor het diagnostische gesprek Marisca Milikowski Rob Milikowski Herkent u deze leerling? Zwakke automatisering, Tellend rekenen vaak op de vingers Nieuwe kennis zakt snel weg Eenvoudige bewerkingen

Nadere informatie

Zwakke rekenaar in het MBO

Zwakke rekenaar in het MBO Welkom Zwakke rekenaar in het MBO 27 september 2013 Ceciel Borghouts Inleiding Agenda Uitgangspunten, visie, feiten Afstemmen: Onderwijsbehoeften van zwakke rekenaars in beeld: 2 observatiemodellen Drieslagmodel

Nadere informatie

De Maatwerkplek van basisschool Schinveld.

De Maatwerkplek van basisschool Schinveld. De Maatwerkplek van basisschool Schinveld. Leren en laten leren Vermunt J. (2006); Het leerproces en leren is ontwikkelen Voorwoord Hoe willen wij dat leerlingen leren? We willen dat ze dingen leren waar

Nadere informatie

Vroegtijdig signaleren en preventie van rekenwiskunde problemen.

Vroegtijdig signaleren en preventie van rekenwiskunde problemen. Vroegtijdig signaleren en preventie van rekenwiskunde problemen. IDJK 2017 Ine van de Sluis Stijgen en Dalen 1. Eén persoon stelt een gesloten vraag. 2. Is het antwoord op jou van toepassing, ga je staan.

Nadere informatie

Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie

Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie Daar waar leerlingen problemen ervaren bij rekenen-wiskunde dient het onderwijs te worden afgestemd op de problematiek van de leerling. Voor elk

Nadere informatie

Zorg voor kinderen met specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften

Zorg voor kinderen met specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften Deel 4.2 Zorg voor kinderen met specifieke instructie- of ondersteuningsbehoeften 1. Omschrijving van de zorg De kinderen behalen bij rekenen herhaaldelijk niet het gewenste niveau of lijken een achterstand

Nadere informatie

ERWD. Rekenpiloot 16 december 2011 Freudenthal Instituut

ERWD. Rekenpiloot 16 december 2011 Freudenthal Instituut ERWD Rekenpiloot 16 december 2011 Freudenthal Instituut Leidende vragen Wat houdt ERWD in en hoe herken je het? Protocol ERWD Wat kun je zelf doen in de rekenles? Welke hulmiddelen zijn er in de rekenles?

Nadere informatie

Plan passend rekenonderwijs. Invoering ERWD-protocol. Trivium

Plan passend rekenonderwijs. Invoering ERWD-protocol. Trivium Plan passend rekenonderwijs Invoering ERWD-protocol Trivium 2016-2021 Inhoud Inleiding...2 1. Traject 1 - Rekencoördinatoren...3 1.1. Aanstellen van rekencoördinatoren...3 1.2. Opleiden van rekencoördinatoren...3

Nadere informatie

Diagnostiek rekenen in de school; hoe pak je dat aan?

Diagnostiek rekenen in de school; hoe pak je dat aan? Welkom Diagnostiek rekenen in de school; hoe pak je dat aan? Presentatie door 11 december 2013 Mariska van der Vliet Aan het einde van de workshop weet/kunt u: rekenproblemen signaleren welke stappen u

Nadere informatie

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 6 26 februari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 6 26 februari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Cursus rekendidactiek Bijeenkomst 6 26 februari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Rekenen uit de krant Huiswerk Zwakke rekenaars Bekijk samenvatting van het protocol ERWD voor

Nadere informatie

Het protocol ERWD. Rekenproblemen voorkomen door te werken aan betekenisverlening. Cathe No<en 6 maart 2015

Het protocol ERWD. Rekenproblemen voorkomen door te werken aan betekenisverlening. Cathe No<en 6 maart 2015 Het protocol ERWD Rekenproblemen voorkomen door te werken aan betekenisverlening Cathe No

Nadere informatie

Zwakke rekenaar in het MBO

Zwakke rekenaar in het MBO Welkom Zwakke rekenaar in het MBO 28 mei 2014 Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Kennismaking Agenda Over welke studenten hebben we het? Een indruk. Vooraf: Handelingsmodel Problemen in kaart

Nadere informatie

Zwakke rekenaar in het MBO

Zwakke rekenaar in het MBO Welkom Zwakke rekenaar in het MBO 10 december 2014 Monica Wijers Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Programma Intro wie was op conferentie? Over welke studenten hebben we het? Een indruk. Vooraf:

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede VGPONN- SWV PO 20.01 1 Inhoudsopgave Inleiding pag 3 Schoolgegevens pag 4 Ondersteuning pag 5 Basisondersteuning pag 5 Extra ondersteuning pag 6 Zorg voor

Nadere informatie

Dyscalculiebehandeling

Dyscalculiebehandeling Dyscalculiebehandeling De weg vrij voor talent Wat is dyscalculie? Werken in je eigen tempo Dyscalculie komt voor bij ongeveer 3 tot 6% van de basisschoolleerlingen. Het kan erfelijk zijn, maar soms komt

Nadere informatie

Dyscalculie: Stagnaties in het leren rekenen. E. Harskamp. Terug naar eerste pagina. Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 22

Dyscalculie: Stagnaties in het leren rekenen. E. Harskamp. Terug naar eerste pagina. Pedagogiek in Beeld Hoofdstuk 22 Dyscalculie: Stagnaties in het leren rekenen E. Harskamp Rekenstoornissen (een voorbeeld) Susanne eind groep 5 van de basisschool. optelsommetjes over het tiental vaak fout het getalinzicht (welke getal

Nadere informatie

Protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie Valentijnschool

Protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie Valentijnschool Protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie Valentijnschool 17-6-2017 Inhoud Doel van het protocol... 2 Inleiding:... 3 Kenmerken bij dyscalculie... 4 Signalering van het rekenprobleem.... 4 Schematische

Nadere informatie

REKENPROTOCOL DE ZONNEWIJZER

REKENPROTOCOL DE ZONNEWIJZER REKENPROTOCOL DE ZONNEWIJZER De Zonnewijzer 1.Omschrijving van de zorg De kinderen behalen bij rekenen herhaaldelijk niet het gewenste niveau of lijken een achterstand te hebben in het gehele rekenproces.

Nadere informatie

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen Dit protocol heeft als doel richtlijnen te geven voor de begeleiding van leerlingen met dyscalculie en ernstige rekenproblemen op Thorbecke vmbo-pro. Het

Nadere informatie

Protocol Ernstige rekenproblemen. Dyscalculie. Signalering, ondersteuning en begeleiding van leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie.

Protocol Ernstige rekenproblemen. Dyscalculie. Signalering, ondersteuning en begeleiding van leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie. Signalering, ondersteuning en begeleiding van leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie. Vestiging Gunning op de Daaf Geluk Protocol Ernstige rekenproblemen en Dyscalculie P. Maradiaga-Schenke

Nadere informatie

ERWD protocol (Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen en Dyscalculie)

ERWD protocol (Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen en Dyscalculie) ERWD protocol (Ernstige Reken- en Wiskundeproblemen en Dyscalculie) Algemeen Het ERWD protocol (2011, in opdracht van het ministerie OCW) benadrukt dat goed rekenwiskundeonderwijs staat of valt met de

Nadere informatie

Dyscalculie gediagnostiseerd. En dan? MBO conferentie Dyscalculie

Dyscalculie gediagnostiseerd. En dan? MBO conferentie Dyscalculie Niet alle rekenproblemen zijn dyscalculie 2 1 T O M B R A A M S Dyscalculie gediagnostiseerd. En dan? MBO conferentie Dyscalculie PPON 2004 en 2011 De onderzoeken van PPON 2004 en 2011 laten zien dat routinematige

Nadere informatie

Handelingsplan. Dyscalculie

Handelingsplan. Dyscalculie Handelingsplan Dyscalculie Datum van invullen: Omschrijving van dit plan: Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de basisvaardigheden van het

Nadere informatie

WORKSHOP DYSCALCULIE. SSgN studiedag 21 maart 2014

WORKSHOP DYSCALCULIE. SSgN studiedag 21 maart 2014 WORKSHOP DYSCALCULIE SSgN studiedag 21 maart 2014 6 + 3 =? Volgens Jelle (2Jn): 6 + 3 = 8??? Hoe doet Jelle dat? 6 x 7 =? Volgens Jelle: 6 x 7 = 44 Of 49? Jelle heeft het eerste uur vrij. Het tweede uur

Nadere informatie

Persoonsgegevens leerling Naam leerling: Geboortedatum: Geslacht: jongen meisje. Groepsverloop: Huidige groep: Huidige leerkracht: School:

Persoonsgegevens leerling Naam leerling: Geboortedatum: Geslacht: jongen meisje. Groepsverloop: Huidige groep: Huidige leerkracht: School: Vragenlijst voor de school bij rekenproblemen en/of dyscalculieonderzoek Uw leerling is aangemeld voor een rekendiagnostisch onderzoek. Om dit onderzoek goed te kunnen uitvoeren, is het nodig dat wij informatie

Nadere informatie

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom Inhoud Toetsen en evalueren Rekenonderwijs anno 2013 Evaluatiemiddelen binnen rekenonderwijs

Nadere informatie

Goed rekenonderwijs voor risicoleerlingen

Goed rekenonderwijs voor risicoleerlingen Goed rekenonderwijs voor risicoleerlingen Masterplan dyscalculie primair onderwijs 2 april 2014 Gert Gelderblom Doel van deze presentatie Aandachtspunten, richtlijnen en praktische tips voor goed rekenonderwijs

Nadere informatie

Programma. Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg- denken

Programma. Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg- denken Programma Inleiding Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg- denken De rekenkaarten De opzoekkaarten RTAmersfoort Opzoekkaarten en het drieslagmodel Oefenen met de transfer Het rekendossier Rollenspel De rekenschouw

Nadere informatie

Het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie: Van plank naar praktijk. Lunteren maart 2016 Ine van de Sluis

Het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie: Van plank naar praktijk. Lunteren maart 2016 Ine van de Sluis Het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie: Van plank naar praktijk Lunteren 2016 23 maart 2016 Ine van de Sluis Stijgen en Dalen 1. Eén persoon stelt een gesloten vraag. 2. Is het antwoord

Nadere informatie

Protocol ERWD en dyscalculie

Protocol ERWD en dyscalculie Protocol ERWD en dyscalculie Een leidraad voor de ondersteuning van en afstemming op rekenzwakke leerlingen. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium Bezoekadres:

Nadere informatie

Het Fundament voor goed rekenonderwijs

Het Fundament voor goed rekenonderwijs Het Fundament voor goed rekenonderwijs september 2011 Ina Cijvat Door vroegtijdige interventies kunnen alle kinderen getalbegrip ontwikkelen. Preventie van rekenproblemen Leerlijnen / tussendoelen kennen

Nadere informatie

Presentatie ernstige rekenproblemen & Dyscalculie 22 oktober 2014; Johanna Jager & Annelie van Harten

Presentatie ernstige rekenproblemen & Dyscalculie 22 oktober 2014; Johanna Jager & Annelie van Harten Presentatie ernstige rekenproblemen & Dyscalculie 22 oktober 2014; Johanna Jager & Annelie van Harten Programma Invoering van referentieniveaus en rekentoetsen in het onderwijs. Wat zijn ernstige rekenproblemen

Nadere informatie

Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen. dyscalculie. St. Antoniusschool Klein Zundert

Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen. dyscalculie. St. Antoniusschool Klein Zundert Protocol ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie St. Antoniusschool Klein Zundert 2016 Voor u ligt het protocol ernstige reken-wiskundeproblemen en dyscalculie van de Antoniusschool. Om op alle

Nadere informatie

Het advies voor school is om te handelen volgens het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie (ERWD, 2011).

Het advies voor school is om te handelen volgens het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie (ERWD, 2011). Orthopedagogenpraktijk Athena drs. Simone Verhoeven W.M. Dudokweg 10 a-b 1703 DB Heerhugowaard info@athenaweb.nl Intake vragenlijst bij onderzoek naar rekenproblemen/ dyscalculie Voorwaarden voor een aanmelding

Nadere informatie

De betekenis van het Protocol ERWD VO voor leerlingen met rekenproblemen of dyscalculie

De betekenis van het Protocol ERWD VO voor leerlingen met rekenproblemen of dyscalculie De betekenis van het Protocol ERWD VO voor leerlingen met rekenproblemen of dyscalculie Door Prof. Dr. J.E.H. van Luit Inleiding Het afgelopen najaar verschenen de protocollen Ernstige Reken Wiskundeproblemen

Nadere informatie

DYSCALCULIEPROTOCOL DYSCALCULIEPROTOCOL

DYSCALCULIEPROTOCOL DYSCALCULIEPROTOCOL DYSCALCULIEPROTOCOL DYSCALCULIEPROTOCOL Februari 2017 Protocol Ernstige Rekenwiskundeproblemen en Dyscalculie 1. Visie Het protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie is ontwikkeld in het

Nadere informatie

Preventie rekenproblemen door effectief rekenonderwijs in de groepen 1-2 28 januari 2015

Preventie rekenproblemen door effectief rekenonderwijs in de groepen 1-2 28 januari 2015 Preventie rekenproblemen door effectief rekenonderwijs in de groepen 1-2 28 januari 2015 Arlette Buter info@rekenadviesbuter.nl 1 Goede rekenstart Beredeneerd aanbod Inhoud Rekenactiviteiten in de (kleine)

Nadere informatie

ʻIk heb het niet verstaan, kunt u het nog een keer uitleggen?ʼ

ʻIk heb het niet verstaan, kunt u het nog een keer uitleggen?ʼ ʻIk heb het niet verstaan, kunt u het nog een keer uitleggen?ʼ Verlengde instructie nader bekeken Ceciel Borghouts 21 januari 2011 Indeling van de lezing Wat verstaat men onder (verlengde) instructie?

Nadere informatie

Begeleidingswijzer Dyscalculie

Begeleidingswijzer Dyscalculie Begeleidingswijzer Dyscalculie Dyscalculie De term dyscalculie komt uit het Latijn (dys = slecht) en Grieks (calculus = rekenen) en kan vertaald worden als het niet kunnen uitvoeren van berekeningen. Voor

Nadere informatie

Veel voorkomende rekenproblemen; preventie en interventie. Arlette Buter

Veel voorkomende rekenproblemen; preventie en interventie. Arlette Buter Veel voorkomende rekenproblemen; preventie en interventie Arlette Buter 1 Inhoud Schoolbrede preventieve maatregelen Rekenproblemen bij: n Verlenen van betekenis aan getallen en bewerkingen n Hardnekkig

Nadere informatie

Veel voorkomende rekenproblemen; preventie en interventie. Arlette Buter

Veel voorkomende rekenproblemen; preventie en interventie. Arlette Buter Veel voorkomende rekenproblemen; preventie en interventie Arlette Buter 1 Inhoud Schoolbrede preventieve maatregelen Rekenproblemen bij: n Verlenen van betekenis aan getallen en bewerkingen n Hardnekkig

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 8 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Openbare Montessori Basisschool Tuinstad Schiebroek/ Ter Bregge (17FY00) Algemene gegevens School BRIN Tuinstad Schiebroek 17FY00 Directeur René

Nadere informatie

Goed rekenonderwijs voor risicoleerlingen. Masterplan dyscalculie primair onderwijs 11 december 2013 Gert Gelderblom

Goed rekenonderwijs voor risicoleerlingen. Masterplan dyscalculie primair onderwijs 11 december 2013 Gert Gelderblom Goed rekenonderwijs voor risicoleerlingen Masterplan dyscalculie primair onderwijs 11 december 2013 Gert Gelderblom Doel van deze presentatie Aandachtspunten, richtlijnen en praktische tips voor goed rekenonderwijs

Nadere informatie

Protocol Passend Rekenonderwijs Ernstige Rekenwiskundige-problemen en Dyscalculie Pieter Wijtenschool

Protocol Passend Rekenonderwijs Ernstige Rekenwiskundige-problemen en Dyscalculie Pieter Wijtenschool Protocol Passend Rekenonderwijs Ernstige Rekenwiskundige-problemen en Dyscalculie Pieter Wijtenschool versie: september 2016 Dyscalculieprotocol 1 Pieter Wijten Inhoudsopgave Inhoud INHOUDSOPGAVE... 2

Nadere informatie

4 Checklist rekenen 4

4 Checklist rekenen 4 4 Checklist rekenen Protocol ERWD mbo 4.1 Rekenbeleid De mbo-instelling heeft in haar instellingsbeleid een visie vastgelegd op rekenonderwijs en de wijze waarop het rekenen wordt ingevuld, georganiseerd

Nadere informatie

Protocol Ernstige Reken Wiskunde Problemen en dyscalculie (ERWD) Inleiding

Protocol Ernstige Reken Wiskunde Problemen en dyscalculie (ERWD) Inleiding Protocol Ernstige Reken Wiskunde Problemen en dyscalculie (ERWD) Inleiding Dit is het protocol voor ernstige reken wiskunde problemen en dyscalculie (ERWD) van de Prinses Beatrix School te Urk. Dit protocol

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Charlois (18OR00) Charlois 18OR00 Directeur Lydia van den Hoonaard Adres Clemensstraat 117 3082 CE ROTTERDAM Telefoon

Nadere informatie

Rekenen in VO. BOOR, CVO, LMC

Rekenen in VO. BOOR, CVO, LMC Onderwerpen voor vandaag: De rekenprofessional in vo Watis goed rekenonderwijs? Watmag je verwachten van een rekendocent? Rekenen in alle vakken De rekenexpert De rekencoach / ondersteuner Protocol ERWD

Nadere informatie

Protocol (Ernstige) RekenWiskunde-problemen. en dyscalculie

Protocol (Ernstige) RekenWiskunde-problemen. en dyscalculie Protocol (Ernstige) RekenWiskunde-problemen en dyscalculie Het doel van rekenwiskunde-onderwijs is functionele gecijferdheid, afgestemd op de mogelijkheden van iedere individuele leerling. Hierbij gaat

Nadere informatie

Workshop Gebruik stappenplannen ERWD VO en MBO

Workshop Gebruik stappenplannen ERWD VO en MBO Workshop Gebruik stappenplannen ERWD VO en MBO Conferentie VO-MBO Rondom Rekenen 14 december 2016 Arjan Clijsen Met welke pet op bent u hier? Wie is werkzaam in het voortgezet onderwijs? Wie is werkzaam

Nadere informatie

Cursus Rekencoördinatoren

Cursus Rekencoördinatoren Cursus Rekencoördinatoren ROC Albeda College 24 november 2011 Bijeenkomst 3 Monica Wijers, Vincent Jonker, Freudenthal Instituut Een boek http://www.volgens-bartjens.nl/ DE KRANT Zie ook: Nieuwsrekenen.nl

Nadere informatie

parate rekenvaardigheden

parate rekenvaardigheden parate rekenvaardigheden Rinske Stelwagen & Teun Hommersom parate rekenvaardigheden wie zijn wij workshop tijdens de vorige conferentie de som van de dag een wiskunde- / reken-website een diagnostische

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie

Nina Boswinkel, SLO 11 december 2013

Nina Boswinkel, SLO 11 december 2013 Nina Boswinkel, SLO 11 december 2013 Programma werkgroep Korte kennismaking Doel van Passende Perspectieven Voor welke leerlingen? Keuzes in doelen Inzet van hulpmiddelen Ervaringen Afsluiting Aanleiding:

Nadere informatie

Workshop Dyscalculie. Startopdracht. Doel. Opdracht 1 Placemat

Workshop Dyscalculie. Startopdracht. Doel. Opdracht 1 Placemat Workshop Dyscalculie Evelien Brouwer Dianne Roerdink Startopdracht Opdracht 1 Placemat Bedenk voor je zelf wat jij al van dyscalculie af weet. Wat is volgens jou dyscalculie. Schrijf dit op in één van

Nadere informatie

Dyscalculie. Protocol

Dyscalculie. Protocol Dyscalculie Protocol Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is Dyscalculie? 3 Kenmerken van Dyscalculie 4 Oorzaken 5 Gevolgen 6 Diagnose 7 Dyscalculieverklaring 8 Faciliteitenkaart 9 Hulp en hulpmiddelen op HB

Nadere informatie

Zwakke rekenaars sterk maken

Zwakke rekenaars sterk maken Zwakke rekenaars sterk maken Bijeenkomst 2 16 februari 2011 monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut Programma vandaag Meer over zwakke rekenaars kenmerken uit het protocol ERWD Welke problemen

Nadere informatie

VCLB De Wissel Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding www.vclbdewisselantwerpen.be

VCLB De Wissel Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding www.vclbdewisselantwerpen.be VCLB De Wissel Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding www.vclbdewisselantwerpen.be Campus Centrum Hallershofstraat 7 2100 Deurne Tel. (03) 285 34 50 Fax (03) 285 34 51 Campus Noord Markt 3 2180

Nadere informatie

Van context naar som. Henk Logtenberg. Juni 2012

Van context naar som. Henk Logtenberg. Juni 2012 Van context naar som Henk Logtenberg Juni 2012 Doel van deze interactieve workshop Aan het einde van de workshop zijn de deelnemers in staat: 1. Met behulp van het rekenwerkgesprek een eerste identificatie

Nadere informatie

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel pagina 1 van 7 Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel Algemene gegevens School BRIN Babylon Taalschool (08GN00) Babylon Taalschool 08GN00 Directeur Mieke der Kinderen Adres Van Speykstraat 109 3014

Nadere informatie

Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie

Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie BAO SBO SO Mieke van Groenestijn Ceciel Borghouts Christien Janssen 2011 2011, Koninklijke

Nadere informatie