Muzisch-creatief bezig zijn, is Handelingsgericht Werken!



Vergelijkbare documenten
TOEGANKELIJK ONDERWIJS Universal Design for Learning. Leerlingen zijn verschillend! Diversiteit is de realiteit! Uitdaging voor elke leerkracht

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

ENGELS. Zijn er nog vragen?

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Alle ruimte. voor jou w groei COGNOSCO

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

Letterenhuis. Inspiratie OVERAL! MET ISH AIT HAMOU ALS AMBASSADEUR INSPIRATIE. Workshop voor 3de graad TSO/BSO. Info voor de leerkracht

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

ijkwijzer voor leermaterialen: leer-, werkboeken en bordboeken eigen ontwikkeld materiaal

basiscompetenties 2de graad muziek

Vanuit UDL aan de slag in de klas

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

basiscompetenties 3de graad beeldende en audiovisuele kunsten

DAG VAN MAVO EN PAV op ZATERDAGVOORMIDDAG 28 FEBRUARI 2015

TOERISME. 1 Nascholing toerisme VVKSO Lessen toerisme laten leven. Dag beste collega

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

1 Extra-murosactiviteiten: Een vat vol opportuniteiten

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

basiscompetenties 2de graad beeldende en audiovisuele kunsten

HOE BEREIK IK STAP VOOR STAP MIJN DOEL?

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Wanneer moeten we dat nog doen? We hebben vandaag, tijdens een andere vergadering, ons de vraag gesteld : waar moeten we naar toe om te melden dat

CKV Festival CKV festival 2012

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

ACTIVERENDE WERKVORMEN. Pedagogische dag COLOMAplus Johan Fouquaert

Achtergrond:uitgangspunt 11/20/2012. ENW-project Professionaliseringspakket voor ELO s in het secundair onderwijs

Opvoedingsproject. A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2. A.1 De christelijke identiteit p. 2. A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3

Voorstelling voedingsdriehoek bewegingsdriehoek materialen onderwijs 13/10/2017

Geschiedenis en VOET

Universal Design for Learning Moet mijn lesmateriaal dan zo anders?

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Ik wil mijn lessen universeler ontwerpen, maar hoe begin ik daar aan?

Differentieer in elke les. Omgaan met verschillen in Human Dynamics

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Perstekst SCHOLEN DA VINCI. Donderdag p11u. Nora De Caluwe Directeur

Samenwerking. Betrokkenheid

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

IVV Sint-Vincentius. Welkom in de eerste graad! Eerste en tweede jaar A-stroom

basiscompetenties 3de graad muziek

Studieaanbod eerste jaar Heilig Graf

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

dialooghouding We stellen u onze visie even voor.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

Werken aan zorg binnen duurzaam onderwijs. Kris Van den Branden

De Vakman. De leerling hanteert de muzikale parameters en componenten. De leerling leest en schrijft de muziektaal

VAKGROEP. Schooljaar , ,

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

POP Martin van der Kevie

ORDENINGSKADER PERMANENTE PRIORITEITEN. 5 kernteams

Zie het wetenschappelijk onderzoek van onderwijswetenschappers Hattie en Marzano.

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de vrije lagere school Virgo Maria te Merksem

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

WORKSHOP. Type ASO TSO BSO KSO

Inspiratiedagen Voorbeelden uit de beeldende kunsten

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

Wij gaan met plezier naar school.

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

9.00 uur Sessie 1: Verbluffend verbindend communiceren:

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

Creativiteit, kun je dat afdwingen?

Leerlingen verfijnen hun omgang met klank en muziek

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Erfgoedonderwijs. 1. Wat is erfgoed? 2. Waarom erfgoedonderwijs? 3. Erfgoedonderwijs en 21e eeuws leren. 4. Erfgoed in de klas voorbeelden

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

Activiteitenbeleid 2013

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

werken voor talent! MET DE IPAD!

3. Principes ophalen en groeperen: wat is voor de groep dus effectief samenwerken?

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Deel 1: Pedagogisch project Vrije Basisschool Lenteland

Feedback. Soorten feedback Evaluatieve feedback: Goed gewerkt. Descriptieve feedback: Goed gewerkt. Je hebt alle belangrijke elementen opgenomen.

vaardigheden - 21st century skills

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.

Transcriptie:

MUZISCH-CREATIEF Muzisch-creatief bezig zijn, is Handelingsgericht Werken! Intuïtief was het al duidelijk. Wetenschappelijk bracht de UNESCO de bevestiging: taal, muziek, beweging en beeld zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van een kind of jongere. 75 % van de bevraagde landen gaf aan dat muzisch-creatieve vorming de leerresultaten van de kinderen en jongeren aanzienlijk verbeterde. Door muzisch-creatieve vorming kijken kinderen, jongeren en ouders positiever tegen de school en leren aan. Hierdoor verbetert ook het welbevinden van het kind en de jongere. Het verhoogt tevens de samenwerking, het respect, het verantwoordelijkheidsgevoel, de tolerantie en de appreciatie in een klas. De aandacht voor muzische vorming blijkt ook voor leraren grote voordelen op te leveren. Het moedigt hen aan om meer innoverende, vernieuwende pedagogische processen in de les in te bouwen én het verhoogt hun welbevinden op school en de waardering voor hun eigen werk. In haar boek The Wow factor formuleert professor Ann Bamford op basis van haar wereldwijde UNESCO-onderzoek alvast enkele punten waaraan goede muzisch-creatieve vorming moet voldoen. Vooral aan inclusie lezen we: het is belangrijk om activiteiten te organiseren voor alle kinderen, voor alle jongeren. Geen musical, waarvoor eerst een auditie nodig is om de leerlingen die het best zingen, het vlotst bewegen en zich het best thuis voelen op een podium uit te kiezen. Wel een activiteit die samen met de klas tot stand komt, aansluit bij de leefwereld van de leerlingen en waar de hele klas met plezier aan mee kan doen. Geen sportmanifestatie opzetten waarop enkel het breken van nieuwe records de maatstaf is, maar waarin iedereen zijn/haar grenzen kan verleggen. Geen tentoonstelling organiseren van het zogenaamde beste werk van de leerlingen, maar van het diverse werk van iedereen. Het onderzoek pleit ook voor een langetermijnwerking en evaluatie van de activiteiten. Degelijke cultuur- en bewegingseducatie kan dus bij uitstek een hefboom zijn voor gelijke kansen in onze diverse maatschappij. De klemtoon op Zorg en Handelingsgericht Werken zit sowieso vervat in het opzet van en de leerplannen bij de muzisch-creatieve vakken. Muzisch-creatief bezig zijn, is per definitie Handelingsgericht Werken. In de mindmap bij Muzisch-creatief en Handelingsgericht Werken is onmiddellijk duidelijk hoe sterk onze vakken aanleunen bij de principes én de richtlijnen van de Universal Design for Learning. Muzisch-creatief zweert al langer dan vandaag bij een brede waaier van het informatieaanbod, is de koploper bij uitstek voor actie en expressie en verhoogt aanzienlijk de betrokkenheid van de leerlingen bij het schoolgebeuren. De contexten waarin onze vakken zich bewegen, spreken boekdelen. Onze open en halfopen leerplannen vormen geen keurslijf en nodigen uit tot keuze, tot creativiteit, tot beschouwen van diversiteit, tout court tot écht handelingsgericht werken. Geen plaats bij ons voor het cognitieve geweld : alle leerlingen krijgen dezelfde kansen om te kunnen uitblinken in creativiteit, in ontwerpen, in zingen, schilderen, sporten, koken, dansen of bewegen.

Bovendien verloopt de evaluatie bij ons sinds jaar en dag anders en leggen we hierdoor andere facetten van de leerling bloot. De mindmaps geven ons de kans om even te reflecteren over ons doen en laten. Het mag niet volstaan onszelf te koesteren bij de idee dat onze vakken goed aanleunen bij de principes en richtlijnen van Handelingsgericht Werken. Het is zoals met de slogan van een grootwarenhuis: We moeten onze leerlingen verdienen, elke dag. We wensen jullie dan ook van harte veel arbeidsvreugde in het verder zinvol omgaan met Handelingsgericht Werken binnen muzisch-creatief! Patrick Ameye, Els Bilcke, Ann Casier, Pascale Muylaert, Isabelle Tack en Johan Vankeersbilck

ESTHETICA Dit schooljaar leggen we de focus op het Handelingsgericht Werken (HGW) binnen esthetica. Handelingsgericht werken is een systematische manier van werken, waarbij het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de behoeften van iedere leerling. Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te kunnen bereiken? Hoe kunnen we een en ander faciliteren? HGW en zorg krijgen dit schooljaar overigens prioritaire aandacht, zowel beleidsmatig op school als geïntegreerd binnen de vakken. Daarnaast breken we opnieuw een lans voor een concreet voorbeeld van good practice in de klas, meer bepaald het werken met schetsboeken in de estheticales. Op de Dag van esthetica (dinsdag 10 december 2013) is het Oranje boven! We zijn verheugd dat de Groningse professor en kunst- en cultuurgoeroe Barend van Heusden ons wil onderhouden over cultuur in de spiegel. Daarna is het zijn landgenoot Harry Havekes die een lans breekt voor Actief Kunsthistorisch denken, om tegemoet te komen aan de verzuchtingen van niet weinig leraren esthetica die vrezen dat de cultuurhistorische component wat verloren dreigt te gaan in ons aanbod. In de namiddag zijn er naar goede gewoonte weer twee concrete workshops: een rond wat met actieve werkvormen gedaan kan worden met Google SketchUp (architectuur) en een rond fotografische herinterpretaties van beeldmateriaal. 1 Handelingsgericht Werken vanuit esthetica

Het vak esthetica komt enkel aan bod in de 3de graad van het algemeen secundair onderwijs. Dit is m.a.w. een heel kleine niche. Niettemin is er vanuit de specifieke kenmerken en de eigenheid van het vak ontegensprekelijk een band met Handelingsgericht Werken en nog concreter met de principes en de richtlijnen van de Universal Design for Learning. We hebben in de algemene intro op muzisch-creatief al een zicht gekregen op de mindmap UDL binnen muzisch-creatief. Hieronder sommen we heel concreet op wat vanuit esthetica mogelijk is 1 Het open leerplan esthetica biedt letterlijk de openheid om binnen de afbakening van leerinhouden vrij om te gaan met leerstof en in te spelen op de ervaringswereld van de leerlingen. 2 Een evenwichtige spreiding van alle kunsttakken (schilder- en beeldhouwkunst, muziek, architectuur, dans, design, fotografie, videoart, ICT-art, film, e.a.) biedt de garantie dat alle interessesferen en competenties van de leerlingen bereikt worden. 3 Focus op procesbegeleiding: de ontwikkeling van vaardigheden en attitudes op langere termijn. Hoe evolueert de kijk- en luisterhouding van de leerling in de loop van het schooljaar? 4 Nadruk op variatie in de voorbeelden om inhouden te illustreren. 5 Vakoverschrijdende aanpak. Samenwerking met andere vakken van de 3de graad.

6 Graadoverstijgende aanpak. Samenwerking met de muzischcreatieve vakken van de 1ste en 2de graad (plastische en muzikale opvoeding). 7 Het communicatieschema, aanbevolen bij invalshoek I, kan didactisch inspirerend zijn: via het communicatieschema of een item ervan kan het werk van een kunstenaar verkend worden (en niet omgekeerd!). De weg van de zender: de beeldhouwer, de choreograaf, de componist, de schilder, de regisseur Naar boodschap: het kunstwerk zelf en zijn betekenis Eventueel over de uitvoerder: de muzikant, de acteur, de danser In een bepaalde code: bouwstenen, componenten en hun verhoudingen, technologische ontwikkelingen of stijlkenmerken Via een kanaal of medium: via een schilderij, muziek, kunstboek, cd, film, tv, website Naar de ontvanger: wij (de luisteraar, de kijker, de lezer ). 8 Werken met goed gekozen (exemplarische) onderwerpen binnen één lestijd. Non multa, sed multum (Plinius de Jongere, Epistola). 9 Zorg voor afwisseling in de doelstelling van werkvormen en het vermijden van theoretische lessen. 10 Het op een actieve wijze betrekken van leerlingen in de les, zodat er een levendige interactie ontstaat. 11 Het leerproces gebeurt altijd aan de hand van visuele en auditieve beelden. Illustratie- en luistervoorbeelden beiden van kwaliteitsniveau zijn onontbeerlijk! De leerlingen worden methodes aangereikt om beeld en muziek te leren ontleden, evenwel op hun niveau. 12 Verantwoorde en zinvolle toetsen zijn alleen maar mogelijk met kijk- en luisteroefeningen. Een toets met uitsluitend cognitieve vraagstelling, zonder beeld- of klankmateriaal, gaat voorbij aan de doelstellingen van het leerplan en wordt kost wat kost vermeden. In feite leent permanente evaluatie zich schitterend tot de evaluatie van ons vak. 13 Het gebruik van nieuwe evaluatievormen zoals portfolio/ kunstdossier. 14 Het valoriseren van product- én procesevaluatie. 15 Uitgaan van de leerplandoelstellingen die bereikt willen worden en afhankelijk hiervan de gepaste leerinhoud kiezen. Selecteren en exemplarisch werken is dan ook zonder meer noodzakelijk. Op één lestijd per week kan onmogelijk alles behandeld worden.

16 Om de leerplandoelstellingen optimaal te realiseren is een goed uitgerust vaklokaal allesbehalve een luxe en eigenlijk een noodzaak. 17 Creatie van een leeromgeving waarin plaats is voor een gevarieerd en gedifferentieerd aanbod aan werkvormen. 18 De leerling participeert op een actieve en constructieve wijze aan het leerproces. 19 Vakoverschrijdend samenwerken (horizontaal én verticaal binnen muzisch-creatief) is meer dan wenselijk in het kader van geïntegreerd werken. 20 Procesgerichte benadering is aangewezen. 21 Niet gericht op het louter kennis verwerven en reproductie. 22 De lesgever probeert van zijn les een afgerond geheel te maken, opgebouwd rond duidelijke en pedagogisch verantwoorde lesfases. 23 De leerplandoelstellingen en de leerinhouden zijn het uitgangspunt voor de opdrachten. 24 Het nastreven van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij de noodzaak om leerlingen efficiënt en effectief te leren omgaan met de veelheid aan informatie en creativiteit. 25 De leraar fungeert als coach en als vangnet. Deze is niet langer uitsluitend de overdrager van kennis, maar vooral de begeleider van het leerproces. 26 ICT is een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers het leerproces zelf in eigen handen nemen, zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal, op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen. 27 Een lesvoorbereiding, hoe beknopt en schematisch ook, is nog altijd geen overbodige luxe. Beginnende leraren of leraren nieuw in het vak doen er goed aan hun lesvoorbereidingen wat grondiger uit te schrijven. 28 Focus op probleemoplossend denken en handelen en zelfstandig werken. In de derde graad moeten de leerlingen in staat zijn zelf notities te nemen. Een keurig en overzichtelijk bordschema of een lesschema op een vooraf gedrukt blad kan een goede hulp zijn. 29 Het scheppen van een ordelijke en rustige sfeer in de klas, zodat iedereen ongestoord, intens en met genoegen naar kunst kan kijken en

naar muziek kan luisteren. 30 Noodzaak tot goed overleg met de collega cultuurwetenschappen in de Humane Wetenschappen. Overleg en samenwerking is hier zeker nodig. Streven om projecten rond kunst in te bedden in het bredere schoolkader. 2 Esthetica tot leven gewekt Naar goede gewoonte laten we ook dit schooljaar een gedreven leraar esthetica aan het woord. Mieke Debaere geeft esthetica in 5de jaar aso, 6de jaar Humane Wetenschappen en artistieke projecten in vrije ruimte in het O.-L.V.- Hemelvaartinstituut in Waregem. Sinds enige tijd laat zij haar leerlingen schetsboeken maken tijdens en na de lessen esthetica. De resultaten zijn toch wel verbluffend en de betrokkenheid van de leerlingen is navenant. Hopelijk inspireert haar passie ook andere leraren. We laten haar hieronder graag aan het woord. Twee keer kijken. Een schilderij of een foto? Het was een reëel beeld van de hovercrafts in Noord-Korea, dat ik zag, maar het had evenveel weg van een Turner, zeker als je de foto op zijn kop hield. Onlangs zag ik op een recente tentoonstelling over het Modernisme in het Museum voor Schone Kunsten in Gent een kleur- en vormenspel dat meer dan ooit het hedendaags leven beïnvloedt. De betere modereportage kondigt dan weer een golf van kubistische inslag aan. En een bezoek aan het Louvre in Lens biedt geen beter middel tegen het huidige pessimisme in onze politiek en economische situatie. De opstelling vertelt ons hoe rijk en vooral hoe verwant culturen over tijden en landsgrenzen heen wel zijn. Het leven is onlosmakelijk verbonden met kunst en omgekeerd. Misschien meer dan ooit zelfs, in een overweldigende en voor iedereen

bereikbare beeldcultuur. Het zijn die inzichten die ik wil onderwijzen aan mijn leerlingen. Tenminste als onderwijzen zoveel inhoudt dat je de weg wijst en pijlen daartoe uitzet. 23 jaar esthetica onderwijzen, betekent als leerkracht een hele evolutie meemaken. Gaande van een chronologisch overzicht en een exhaustieve manier van lesgeven naar een heel open en thematische opvatting. Het is een illusie te denken dat je, met het luttele aantal lesuren die er voorhanden zijn, een volledige doordruk van het kunstgebeuren kunt maken. Selecteren is geboden, rekening houdend met het steeds maar evoluerende en groeiende aanbod aan kunst. Het is en blijft voor de leerkracht een proberen en experimenteren en voor de leerlingen een proeven, in de hoop dat ze zich de fijne, of bij momenten brute, brakke smaak van kunst blijven herinneren. En toch wil ik iets meer. Misschien is het een vertwijfelde poging dat ik jongelui probeer een sleutel aan te reiken die deuren opent naar creativiteit, een eigenschap die meer dan ooit gegeerd is op een arbeidsmarkt, waar ze binnen een aantal jaar een plaatsje hopen te veroveren. Ik gooide het daarom op het idee van een schetsdagboek. Een eenvoudig zwart schrift, A4 formaat, zwarte kaft en bladzijden met de kwaliteit van een Steinbachpapier. Ook ik schafte me eenzelfde schetsboek aan. Ik zou immers, samen met hen uittesten hoe dit werkte, hoe dit precies aanvoelde. In een eerste opdracht dienden ze de zwarte kaft om te bouwen tot een collage met de vraag wat kunst voor hen betekent. Op het einde van het schooljaar zou hun mening worden herzien. Al deze kaftjes werden juweeltjes. Ik had er het volste vertrouwen in dat dit voor de rest wel vanzelf zou loslopen. Niets was minder waar. Bij een eerste tussentijdse evaluatie bleek algauw dat de beeldenrijkdom van de buitenkant herleid was tot een soort kaalslag binnenin. Het witte blad bleek voor de meesten een te grote

uitdaging. Ik zou dit beter moeten begeleiden. Hoe herleid je theorie tot een schets, tot een geheel met persoonlijke aantekeningen, aangevuld met schets en passende illustratie? Ik maakte blaadjes aan met de belangrijkste gegevens van een les, voorzien van bijpassende illustraties. En ik laste lessen in waarin het verwerken van dit materiaal werd begeleid. Ondertussen verzamelde ik de juiste vaktijdschriften, waaruit ze mochten knippen, keuzes maken. Dit lukte moeizaam, maar toch zag ik het experiment groeien. Ik benadrukte dat ze vooral een persoonlijke keuze moesten maken uit het aangeboden materiaal. Ze hoefden niet alles op te nemen. De nadruk ligt op de ontwikkeling en uiting van een persoonlijke stijl. Kijk naar je voorkaft en probeer die sfeer te herhalen, in detail, in kleur enz. Dit zijn de tips die ik voortdurend herhaal. Na een aantal lessen zorgde ik ook voor een kleurige tijdsbalk. In één les overliepen we het grote model dat achteraan op de wand van de klas hangt. Met een systeem van velcro duidden we alle periodes aan de hand van de meest gekende meesterwerken aan. De leerlingen noteerden vlijtig en namen het model op in hun schetsboek. In de daaropvolgende lessen overliep ik het modernisme, met een knipoog naar het heden. Dit was de aanleiding om vanaf nu, in de keuze van illustraties nog meer de nadruk te leggen op de link tussen kunst en het leven. Hoe zien zij de verbanden? Ik wilde ogen en vooral de persoonlijke blik trainen. Mijn langverwachte droom, om op vrij eenvoudige manier, mits de nodige stimulans en begeleiding, uiting te geven aan zo n complexe relatie, die kunst en het echte leven inhoudt, werd stilaan zichtbaar. Dit experiment lukte. Ik wou nog verder gaan en besloot bijvoorbeeld hen in de huid van een Picasso te laten klimmen en een plastische interpretatie toe te passen op een foto. Ze vonden het moeilijk. Maar ik deinsde niet terug en vroeg hen zelfs om het hele hoofdstuk even creatief als Picasso vorm te geven. De witte bladzijde was niet meer.

Voor wat betreft mijn laatste hoofdstukken ben ik van plan om hen niks anders te geven dan mijn woorden, beeld en tijd. De opdracht luidt als volgt: vul je blad op een interessante, persoonlijke wijze met tekst, schets, notitie. Op deze organische manier kun je als leerkracht je les altijd bijsturen en is het resultaat ronduit verrassend. Gegarandeerd wil geen enkele leerling dit schetsboek afstaan voor het archief. Een kunstdagboek kun je nog lang na je studietijd blijven aanvullen. Kunst is in dit schetsdagboek doorwrocht en doorleefd! We wensen jullie een boeiend en creatief nieuw schooljaar toe! Ann Casier en Johan Vankeersbilck

Dag van esthetica CURSUSCODE: D14-014 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 10 december 2013 van 09.00 u. tot 16.00 u. LOCATIE: DPB-centrum d Abdij Brugge Dag van geschiedenis (tweede en derde graad) CURSUSCODE: D14-009 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 15 oktober 2013 - volledige dag LOCATIE: DPB-centrum d Abdij Brugge Dag van geschiedenis (eerste en tweede graad) CURSUSCODE: D14-025 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 11 februari 2014 - volledige dag LOCATIE: DPB-centrum d Abdij Brugge

LICHAMELIJKE OPVOEDING Een klein meisje wandelde met haar broer door het bos. Er is wind. Kijk zegt het kleine meisje, God is in de bomen. Hoe bedoel je? vraagt haar broer. God is in de bomen, want ze bewegen. O, zegt de broer aarzelend, is God dan ook in het water? Ja, huppelt het meisje verder, als er beweging in zit, zoals in de zee bijvoorbeeld. En in de mensen? Is God ook in de mensen? Het meisje denkt even na Ja, ook in de mensen, maar alleen als ze bewegen.

Leerlijnen in lichamelijke opvoeding Het uittekenen van leerlijnen bevordert de dialoog binnen de vakgroep, beoogt de verticale samenhang, reflecteert op het leerplan en de evolutie doorheen de graden. Heel wat vakgroepen lichamelijke opvoeding maakten al werk van inhoudgebonden leerlijnen. Zo n raamplan is essentieel en kan als uitgangspunt dienen voor het opmaken van jaarplannen. Een jaarplan geeft een overzicht van de leerplandoelen en leerinhouden van de bewegingsgebieden, realistisch gespreid over het schooljaar. Ook dit planningsdocument kan dienen om leerlijnen aan te tonen. In de doorlichtingsverslagen merken we geregeld een vraag naar leerlijnen binnen de persoonsdoelen. De pedagogische begeleiding lichamelijke opvoeding pleit voor het werken met periodeplannen. Een periodeplan is een leidraad die informeert over het thema, het bewegingsgebied en de zinvolle leertaak, de doelen (bewegingsdoelen + persoonsdoelen), de duur van de periode, de leerinhouden (mogelijk met resultaatsverplichting) van de opeenvolgende lessen, de werkvormen en de evaluatie. Alle periodeplannen samen van één graad geven een duidelijk zicht op de leerplanrealisatie. Bij het naast mekaar leggen van alle periodeplannen doorheen de verschillende jaren verkrijg je eveneens een leerlijn. Deze leerlijnen in de vorm van periodeplannen kunnen aan vervangende leraren heel goede diensten bewijzen. Zij zien in één oogopslag waarmee je bezig bent, hoever je staat in de periode en wat van de leerlingen verwacht wordt. Als leraren van vandaag kansen geven aan actief leren, andere instructievormen, andere werkvormen, andere evaluatieprocedures gebruiken, dan merken we een verschuiving van testcultuur naar begeleidingscultuur (of 'assessmentcultuur'). We blijven als een goede huisvader voor ogen houden dat ons doel is dat na het secundair onderwijs zoveel mogelijk leerlingen goesting blijven hebben om aan sport te doen. De huidige evaluatiecultuur is gebaseerd op het constructivistisch leermodel, waarbij leerlingen zelf nieuwe kennis en vaardigheden construeren en verbinden met al aanwezige kennis en vaardigheden. De leraar wil vooral de sterke en zwakke punten opsporen om het leerproces van de leerling te begeleiden. De evaluatie is een integraal deel van het leerproces, waardoor zowel leraar als leerling informatie krijgen over vaardigheden, kennis en attitudes. Leraar en leerling zijn samen verantwoordelijk voor het management, het plannen, het bijsturen van het leerproces, het evalueren. Omdat dit proces individueel heel verschillend verloopt, bijvoorbeeld afhankelijk van de beginsituatie en de zelf gestelde doelen, is het een belangrijke voorwaarde dat de leraar erin gelooft dat leerlingen zichzelf en anderen kunnen evalueren.

Evaluatiemomenten maken integraal deel uit van een stimulerende leeromgeving. Leerplandoelen verdienen een vertaling in meetbare kwaliteit (SMART). Beoordelingscriteria worden vastgelegd. De vertaling naar concreet observeerbaar gedrag en de link met leerinhouden en werkvormen zijn noodzakelijk. Leerlingen zijn tot veel in staat als de leeromgeving maar krachtig genoeg is. Door een onmiddellijke feedback te geven zal deze manier van evalueren ertoe bijdragen dat leerlingen gemotiveerd worden om te leren en een positief beeld van hun eigen kunnen ontwikkelen. De klemtoon ligt op de relatie tussen leren en kunnen. Kennis en vaardigheden worden 'opgebouwd'.

Typisch voor het menselijk leren is dat het beïnvloed en ondersteund wordt door emoties, motieven, overtuigingen en opvattingen die mensen hebben over zichzelf en hun eigen mogelijkheden. De manier waarop leerlingen begeleid worden bij leerprocessen speelt een grote rol in de ontwikkeling van persoonsgebonden aspecten. Het is evident dat leerlingen hun leren afstemmen op datgene waarvoor ze gewaardeerd worden. Het evalueren gebeurt best vanuit een positieve bezorgdheid. Het leren wordt positief beïnvloed door het creëren van een taakgericht klimaat, het verhogen van betrokkenheid en het stimuleren van het inzichtelijk en sociaal leren. Een taakgerichte leeromgeving stelt niet de individuele prestatie centraal, maar wel de persoonlijke vordering van elke leerling. De leerling zelf wordt het criterium om de leervorderingen te meten. Betrokkenheid bij de leerlingen verhoogt wanneer ze zelf instaan en verantwoordelijk zijn voor hun leren en hun vorderingen, wanneer ze zelf hun doelen en leerwegen kunnen uitstippelen. Wanneer leerlingen zichzelf en anderen evalueren, dan is een actieve kennis van de leerdoelen nodig. Het inzichtelijk proces van weten wat je moet doen, hoe je dit kunt bereiken en hoever je staat betekent een stap vooruit bij het leren. Partnerevaluatie draagt rechtstreeks bij tot het ontwikkelen van interpersoonlijke en communicatievaardigheden, zoals overleggen, leren luisteren, elkaar aanmoedigen en feedback geven. Jij schopte de bal vijftig centimeter. Toen riep de meester: O, wat ver. Jij schopte weer Toen vijf meter ver Dankzij: O, wat ver. Ad Goos Gezondheidsbeleid op school We eten ongezond, bewegen onvoldoende en roken nog te vaak. Omdat werken aan een gezond gedrag het best zo vroeg mogelijk begint, heeft ook het onderwijs hierin een belangrijke taak. Vanaf 1 september 2007 moet elke basisen secundaire school een gezondheidsbeleid uitstippelen, op maat van de leerlingen. Het thema wordt best gelinkt aan het opvoedingsproject van de school en geïntegreerd in het hele schoolgebeuren. Scholen nemen op dit moment al heel wat gezondheidsinitiatieven. Om elke school daarin verder te ondersteunen, ontwierp het VSKO een gezondheidsbrochure. De kwaliteitscirkel, die in de brochure besproken wordt, groeide uit de VOETnascholing en sluit nauw aan bij 'het beleidsvoerend vermogen van scholen'.

Een representatieve werkgroep ad hoc op het Pedagogisch Bureau van het VSKO werkte diverse ondersteunende documenten uit voor scholen die beleidsmatig met een gezondheidsbeleid wensen om te gaan. Hoe kun je als school een samenhangend gezondheidsbeleid ontwikkelen? Er worden ook tips gegeven over de wijze waarop de inspanningen van je school op het vlak van gezondheid gebundeld kunnen worden tot één geheel. Zo krijg je een overzicht van de verschillende initiatieven in je school. Wie de brochure 'Werken aan een gezondheidsbeleid op school' van het VIG gelezen heeft komt tot het besluit dat scholen al jaren heel actief zijn op dit terrein. Het Departement stuurde naar iedere school een gratis DVD Gezond op school. Er waren regionale invullingen van LOGO s en NICE (Nutrition Informatie Center). De Stichting Vlaamse Schoolsport (www.fitteschool.be) ontwikkelde heel wat ondersteunend educatief materiaal. Met dit initiatief wil SVS de handen in elkaar slaan om het belang van beweging/sport en gezonde voeding samen aan te pakken in de school. Andere thematisch werkende gezondheidsorganisaties zorgden voor een netwerk van ondersteuning. Op basis van een analyse van hun eigen situatie kunnen scholen zo concrete streefdoelen formuleren en doelgerichte acties ondernemen. De schoolinspanningen zouden zo mee moeten bijdragen tot de realisatie van de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse Regering, zoals zij in een intentieverklaring werden vastgelegd: het met 10 % verminderen van het aantal rokers; aandacht hebben voor schadelijk middelengebruik; de consumptie van vet- en suikerrijke dranken en voeding verminderen; een actieve bevordering van meer lichamelijke beweging; het verhogen van de vaccinatiegraad; een efficiënte voorlichting betreffende de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen; het terugdringen met 20 % van het aantal dodelijke ongevallen in de privésfeer en in het verkeer; de preventie van depressie en suïcide. Voor de samenstelling van een werkgroep op school is het belangrijk dat deze bestaat uit gemotiveerde mensen. Het kan helemaal niet de bedoeling zijn dat de leraar lichamelijke opvoeding alleen deze taak op zich neemt. Werken aan een Fitte school is een onderdeel van gezondheidsbeleid en hiervoor moet de leraar lichamelijke opvoeding in eerste instantie zijn verantwoordelijkheid nemen. Vanuit de huidige ruime visie op het vak speelt de leraar lichamelijke opvoeding in elk geval een sleutelrol in het welslagen van een duurzaam gezondheidsbeleid, meer bepaald met betrekking tot het aspect van fitheid, gezonde leefstijl en bewegingspromotie. Een team rond gezondheidsbeleid wordt best samengesteld op basis van engagement en met een benadering vanuit verschillende invalshoeken. Zo mag bijvoorbeeld ook de participatie van de leerlingen, maar

ook van ouders liefst niet ontbreken en kun je ook inspelen op de verschillende omgevingsfactoren en gedragsdeterminanten. Ben je als leraar lichamelijke opvoeding al betrokken bij het gezondheidsbeleid, dan kan volgende informatie in verband met voeding en roken op school interessant zijn. Het start to eat -voedingsplan biedt: een schema van 10 weken dat aansluit bij de basisschema s van start to run ; lekkere en eenvoudige recepten voor elke dag; een praktische uitwerking van de actieve voedingsdriehoek, met combinatie van verse groenten en fruit, graanproducten en zuivel; kortom voedingsadvies op maat! Op de site www.starttoeat.be vind je alle informatie over de schema s, gezonde recepten, met inbegrip van boodschappenlijstjes, nuttige tips en veelgestelde vragen omtrent voeding en beweging. Sinds 1 januari 2006 is roken verboden op school. Een rookvrije school creëert een omgeving waarin niet-roken de norm is en leert leerlingen meer over de gevolgen van (mee)roken. De basis van zo'n rookvrije school is een beleid met formele afspraken over roken, educatie en aanvullende activiteiten. Sinds begin 2009 vormen VIG en de Ondersteuningscel Logo s (OCL) VIGEZ: Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie En Ziektepreventie. Vanuit deze dienst is er vorming en ondersteuning mogelijk bij bepaalde gezondheidsthema s, mogelijk op maat van uw school. Voor meer informatie (o.a. actieve voedingsdriehoek ) surf je naar: www.vig.be. Het promoten van meer beweging op school maakt vanzelfsprekend deel uit van een efficiënt en effectief gezondheidsbeleid. De Brede school met sportaanbod wil met dit opzet jongeren na school aan het sporten krijgen. Kinderen en jongeren moeten minimum 1 uur per dag matig tot heel intensief bewegen om gezond te zijn. Heel wat jongeren vinden echter de weg niet naar de sport. Daarom worden gemeenten, clubs en scholen, eventueel in samenwerking met SVS (FOLLO), uitgedaagd om in een lokaal overleg de brede school met sportaanbod in hun regio uit te werken. Zij kunnen bijvoorbeeld accommodatie gebruiken die nu vaak leeg staat tussen 16.00 en 18.00 uur. Het concept staat voor een duurzame samenwerking van scholen met andere instellingen of partners voor de ontwikkeling van kinderen. Brede school met sportaanbod heeft als doelstelling de schoolgaande jeugd een naschools, laagdrempelig en pedagogisch ondersteund bewegingsaanbod aan te bieden. Bepaalde regio s zijn succesvol in projecten als sportsnack voor het basisonderwijs en SNS voor het secundair onderwijs. Meer informatie vind je op www.sportnaschool.be.

Protocol schoolzwemmen In onderstaand kader vind je een schrijven van het Vlaams Instituut voor Sportbeheer (ISB) i.v.m. het vernieuwd Protocol Schoolzwemmen waaraan de pedagogische begeleiders lichamelijke opvoeding hun medewerking hebben verleend. Wij vinden het belangrijk dat je deze informatie meedeelt aan je collega s van de vakgroep lichamelijke opvoeding en de directie zodat de opgezette samenwerking alle kansen krijgt om te slagen. We gaan er vanuit dat dit initiatief leidt tot een jaarlijkse constructieve dialoog tussen zwembadbeheerders en scholen. We hopen dat deze structurele samenwerking het zwemonderwijs ten goede komt. Wij kijken uit naar je feedback over de impact en het effect van dit initiatief. Het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB) en de onderwijskoepels GO!, OVSG, POV en VSKO stellen het vernieuwd Protocol Schoolzwemmen: Inspiratiebron voor overleg en samenwerking tussen zwembaden en scholen voor. Deze leidraad, die zowel verspreid wordt naar de zwembaden als naar de scholen, is een startdocument dat de lokale partners wil inspireren en dat verder afhankelijk van de lokale context concreter vorm kan krijgen. Bij het samenstellen van deze leidraad stond de basisgedachte elke leerling een kwaliteitsvolle zwemles aanbieden centraal. Een ander uitgangspunt was dat leerlingengroepen waarvoor de leerplandoelen zwemmen van toepassing zijn voorrang krijgen. Het Protocol Schoolzwemmen zag in 2003 het levenslicht. Naar aanleiding van signalen uit de onderwijswereld dat een aantal scholen de eindtermen zwemmen niet kon realiseren, pleegden afgevaardigden van ISB, de pedagogische begeleiding en de inspectie van basis-, buitengewoon en secundair onderwijs toen uitgebreid overleg. Dit resulteerde in het Protocol Schoolzwemmen. In 2004 werd het op basis van de ervaringen in de praktijk voor de eerste keer wat bijgeschaafd. Anno 2012 was het hoog tijd om het Protocol Schoolzwemmen weer onder de loep te nemen en te actualiseren waar nodig. Ook nu konden we weer op de gewaardeerde medewerking rekenen van een afvaardiging van zwembadbeheerders en de pedagogische begeleidingsdiensten van de verschillende onderwijskoepels. Deze samenwerking leidde tot het vernieuwde Protocol Schoolzwemmen: Inspiratiebron voor overleg en samenwerking tussen zwembaden en scholen. Je kan het Protocol Schoolzwemmen hier downloaden. Met dit initiatief hopen we de zwembaden en scholen een houvast te bieden voor de organisatie van het schoolzwemmen. Met vriendelijke groeten. Jan Bongaerts voorzitter ISB-commissie zwembaden Dany Punie voorzitter ISB

Pascale Muylaert Dag van lichamelijke opvoeding CURSUSCODE: D14-019 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: dinsdag 21 januari 2014 van 09.15 u. tot 15.00 u. LOCATIE: KH VIVES Campus Torhout ipads in de lessen Lichamelijke Opvoeding CURSUSCODE: I14-226 DOCENT: diverse docenten DATUM EN UUR: woensdag 12 februari 2014 van 14.00 u. tot 16.30 u. LOCATIE: Sint-Pieterscollege - Sint-Jozefshandelsschool Blankenberge