Reader spreken Havo 4. Het betoog



Vergelijkbare documenten
Reader Voordracht Havo 5

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Uitleg boekverslag en boekbespreking

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

20 tips voor een goed debat!

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Spreekbeurt, en werkstuk

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Inspirerend Presenteren

Sectorwerkstuk

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Hujo - Humanistische Jongeren VZW presenteert in samenwerking met dehuizenvandemens en demens.nu 20 TIPS HANDLEIDING

PeerEducatie Handboek voor Peers

De presentatie: basisprincipes

Tuesday, February 8, Opleiding Interactieve Media

4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst?

1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Koopkracht: de waarde van geld

SAI Leopoldlaan Aalst. Debatteren. Een documentatiemap

Het houden van een spreekbeurt

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Samenvatting Nederlands Module 9

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Ontdek de Bibliotheek

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Sectorwerkstuk

september 2013 Huygens College Kernuur Leesles Muziek Engels Dans PROJECT TITEL Werkboek First ID

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Tekst lezen en vragen stellen

Het Sectorwerkstuk

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren

Films kijken op internet: verboden of niet?

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

MONDELINGE TAALVAARDIGHEID BK 3 WAT ZEG JE? Wat ga je doen?

Kan dat? Ook als je het van huis uit niet zo hebt meegekregen?

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Handleiding voor de leerling

3 Hoogbegaafdheid op school

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Workshop C Waarom is stemmen belangrijk en hoe maak ik mijn keuze?

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Onderhandelen en afspraken maken

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Bekijk de Leerdoelen die bij deze casus horen. Beantwoord daarna de vraag.

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

? Hier heb ik een vraag bij.?? Dit snap ik niet.! Dit valt me op! N Dit is nieuw voor me.

Waarom een samenvatting maken?

Welke meningen over reclame staan tegenover elkaar? Teken een verbindingslijn tussen de 2 zinnen die bij elkaar horen:

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

Met hulp: ophelderen van onduidelijkheden

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

Een overtuigende tekst schrijven

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

SECTORWERKSTUK

Dag 15 - natuurlijk speechen met mind mapping

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Tekst 1 Richtlijnen voor leraren op Facebook en Twitter

DE NATIONALE WETENSCHAPSAGENDA VOOR SCHOLIEREN - DEEL 1 HAVO

Project Alcohol 2014

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

Transcriptie:

Reader spreken Havo 4 Het betoog 1

Inhoudsopgave Les 1: Het betoog 4 Les 2: Toetsanalyse en spreekangst 6 Les 3: Het onderwerp 9 Les 4: Het spreekplan 14 Les 5: Verschillende bronnen van informatie 18 Les 6: De documentatiemap 22 Les 7: De documentatiemap 22 Les 8: Overtuigen 24 Les 9: Argumenteren 28 Les 10: Structuur 31 Les 11: Presentatiehulpmiddelen 33 Les 12: Presentatietechnieken 39 Les 13: Voorbereiden toetsbetoog 47 2

Inleiding Voor je ligt de reader spreken voor havo 4. Aan het eind van deze periode houd je een mondeling betoog. Dit betoog houd je voor je docent en voor een aantal klasgenoten. Je hebt de vorige periode al veel geleerd over de tekstsoort betoog. Die kennis kun je deze periode ook inzetten voor je mondelinge betoog. Spreken is een vaardigheid en om goed te worden in een vaardigheid, moet je oefenen. Daarom zullen we in de lessen verschillende spreekoefeningen doen. Het is de bedoeling dat iedereen minstens eenmaal voor de klas een spreekoefening doet. Natuurlijk krijg je feedback op je spreken, die je kunt gebruiken om je spreekvaardigheid te verbeteren. De spreekoefeningen in het begin zijn wat minder uitgebreid, maar je kan ze vaak ook minder goed voorbereiden. Je moet improviseren. Spreekoefeningen aan het einde van de periode kun je beter voorbereiden, maar je moet dan ook op meer dingen letten. Je docent bepaalt of je een spreekoefening voldoende hebt afgerond. Naast de mondelinge toets moet je deze periode ook een handelingsdeel inleveren. Je maakt een documentatiemap. Dit heb je in de vierde klas ook al eens gedaan. Het onderwerp van je documentatiemap is ook het onderwerp van je betoog. Veel succes deze periode! 3

Les 1 Het betoog Opdracht 1 Verschil schriftelijk en mondeling betoog Veel theorie over het betoog is al bekend uit de vorige periode. Wat weet je nog van onderstaande onderdelen? Noteer in de tweede kolom. tekstdoel Stijl Inhoud Opbouw Inleiding: Kern: Slot: Toch is een mondeling betoog weer net even anders. Wat zou er anders zijn bij spreken? Noem minimaal drie factoren. Denk aan structuur, inhoud en presentatie. 1. 2. 3. 4

Opdracht 2 Een voorbeeld Je gaat nu kijken naar leerlingen uit havo 5 die een betoog houden. Beantwoord tijdens het kijken de vragen hieronder. 1. Waarom is dit een betoog? 2. Wat is de hoofdgedachte? 3. Welke argumenten gebruikt de spreker? 4. Worden er tegenargumenten weerlegd, welke? 5. Wanneer komt de conclusie? 6. Wat is de conclusie? 7. Wat vind je van het gebruik van de presentatiemiddelen? 8. Wat in de houding of lichaamstaal van de spreker komt overtuigend over? 9. Wat in het stemgebruik of het taalgebruik van de spreker komt overtuigend over? 10. Kon je het betoog makkelijk volgen? Hoe komt dat? Noteer de antwoorden hieronder: 5

Les 2 Toetsanalyse en spreekangst Opdracht 1 Analyseren van je fouten op de toets De toets leesvaardigheid en argumenteren is een belangrijke toets in havo 4. Hij heeft voorspellende waarde voor je eindexamen. Daarom is het belangrijk dat je goed oplet tijdens de bespreking van je toets en de tabel hieronder invult. Je krijgt dan inzicht in waar je nog meer aandacht aan moet besteden voor je eindexamen en eventueel voor je herkansing. Soort vragen Te behalen punten Door jou behaalde punten Theorievragen Toepassingsvragen Open vragen Multiple Choice vragen Vragen die je fout had: Waarom had je die vraag fout? A. Ik snapte woorden/uitdrukkingen in de vraagstelling niet. B. Ik kende de theorie niet, waardoor ik de vraag/antwoordmogelijkheden niet begreep. C. Ik heb niet goed gekeken waar het antwoord moest staan in de tekst. D. Anders, namelijk. Nr. foute vraag Soort fout (A,B,C,D) Toelichting 6

Opdracht 2 Sprekerstest Wat voor soort spreker ben jij? 1. Geef bij elk van de onderstaande punten aan of je het ermee eens bent of niet mee eens bent. Omcirkel je keuze. 2. Bespreek je antwoorden met klasgenoten. Je docent beslist of jullie in groepen overleggen of met de hele klas. Noteer van elk punt dat is genoemd bij opdracht 1a hoeveel mensen uit je groep het ermee eens of oneens zijn. 3. Bespreek met elkaar de genoemde punten waarover de meningen verschillen. 4. Je docent geeft je nu de typering die bij jou zou moeten passen. Klopt het? TEST A Een spreekbeurt moet je goed voorbereiden, als je niet wilt afgaan voor de klas. Mee eens / niet mee eens B Als ik een spreekbeurt moet houden, ben ik erg zenuwachtig. Mee eens / niet mee eens C Spreken voor de klas: dat kun je of dat kun je niet. Daar valt niets aan te leren. Mee eens / niet mee eens D Als je zenuwachtig bent, kun je nooit een hoog cijfer scoren voor een spreekbeurt. Mee eens / niet mee eens E Als je een leuke klas hebt, is het gemakkelijker om een spreekbeurt te houden. Mee eens / niet mee eens Opdracht 2 Bekijk het filmpje Ga er allemaal maar eens lekker voor zitten van Cabaretier Hans Teeuwen. In deze sketch heeft de cabaretier last van spreekangst. Noem minstens drie zaken waaraan je kunt merken dat de spreker bang is. Opdracht 3 Lees op de volgende bladzijde de tekst over spreekangst en beantwoord de volgende vragen. 1. Wat is het ergste dat je kan overkomen? 2. Hoe groot is die kans (kan je die kans zelf verkleinen)? 3. Hoe erg is dat eigenlijk als dat dan toch gebeurt? 4. Wat zou je kunnen doen om het te voorkomen? 5. Hoe los je het op als het toch gebeurt? 7

Spreekangst Trillende handen, een rood hoofd en niet meer uit je woorden kunnen komen. Overkomt je dat als je een presentatie moet houden? Of bij een sollicitatiegesprek of belangrijke vergadering? Waarschijnlijk heb je dan last van spreekangst. Je kunt natuurlijk deze situaties zoveel mogelijk vermijden, maar beter en effectiever is het om je spreekangst proberen te verminderen. Wat is spreekangst? Bijna iedereen vindt het eng om te spreken in het openbaar. En zenuwachtig zijn voor een sollicitatiegesprek is meer dan normaal. Een beetje spreekangst of plankenkoorts kan er zelfs voor zorgen dat je beter presteert. Maar als je spreekangst te groot wordt, kan dit leiden tot concentratieverlies en zelfs een black-out. Spreekangst is vaak een vorm van faalangst. Misschien is een presentatie of spreekbeurt een keer niet zo goed gegaan. Die herinnering blijft hangen. Een vervelende opmerking van een docent of klasgenoot kan ervoor zorgen dat je bij een volgende spreekopdracht extra zenuwachtig wordt. Verminderen van spreekangst Bedenk dat er met een goede voorbereiding eigenlijk niets mis kan gaan. Als je je tekst kwijt bent, pak je je tekst erbij. Als je begint met stotteren, neem je even een slokje water en begin je weer opnieuw. Als je toch nog allerlei rampscenario's voor je ziet, stel jezelf dan de volgende vragen: Wat is het ergste wat me kan overkomen? Probeer te achterhalen waar je eigenlijk bang voor bent. Wat is het ergste rampscenario dat je kan overkomen? Dat je een black-out krijgt? Dat je je tekst kwijt bent of dat je geen enkele vraag kunt beantwoorden? Hoe groot is de kans dat dat gebeurt? Heb je zo'n ramp al eens meegemaakt in het verleden? Zo ja, hoe lang geleden was dat? Was dat een vergelijkbare situatie? Had je je toen ook al goed voorbereid? Zijn er dingen die je nu anders zou kunnen doen? Als die ramp' toch gebeurt, hoe erg is dat eigenlijk? Wat vind je zelf van mensen die een black-out krijgen tijdens een spreekopdracht? Of mensen die stotteren tijdens een vergadering? Dom, of juist dapper dat ze het toch proberen? Waarschijnlijk dat laatste. Bedenk dat de meeste mensen helemaal niet zo streng over je zullen oordelen. Tips Veel oefenen Hoe vaker je je presentatie of belangrijk gesprek oefent, hoe zekerder je je zult voelen. Ontspanningstechnieken Ga voor je presentatie even rustig zitten en let goed op je ademhaling. Adem langzaam en diep, vanuit je buik. Na een tijdje zul je je rustiger voelen, je hartslag gaat bijvoorbeeld langzamer. Relativeren Relativeer het belang van je presentatie. In het algemeen, maar vooral ook voor je publiek. Bedenk dat je presentatie niet ineens een grote omslag in hun leven zal betekenen. Onze manier van denken en fantaseren bepaalt hoe we ons voelen en hoe we ons opstellen en gedragen. Hierover kun je meer lezen in het volgende boek: IJzermans. Theo, e.a. (2005). Beren op de Weg, spinsels in je hoofd. Zaltbommel: Thema. 8

Les 3 Het onderwerp Opdracht 1 onderwerp en stelling Het is nu zaak om zo snel mogelijk een onderwerp te bedenken waar je je betoog over wil doen. Bedenk dat je een betoog moet houden, dus je moet een onderwerp verzinnen waar je een stelling bij kan maken. De ervaring leert dat het het beste werkt, als je een onderwerp kiest waar je je persoonlijk bij betrokken voelt. Om een idee te krijgen is het verstandig om bijvoorbeeld eens een krant door te bladeren of op de website van een krant te kijken. Kijk dan ook vooral naar de opiniepagina s. Ook op www.debatinstituut.nl kun je verschillende stellingen vinden, of op vakkenweb. Heb je een onderwerp gevonden? Lees dan hieronder hoe je er een goede stelling van maakt. Laat je stelling keuren door je docent. Het is zonde als je er bij je toets pas achter komt dat je stelling niet in orde is. Werkwijze om stellingen te maken Het is goed om te weten aan welke voorwaarden een goede stelling moet voldoen. Hieronder volgen tips voor het formuleren van stellingen. 1. Voor een goede stelling geldt de gulden regel: een stelling bestaat uit één zin, zonder bijzinnen. 2. Een stelling is nooit in vraagvorm (moeten harddrugs gelegaliseerd worden?), maar kan wel weer een citaat zijn (Bolkestein: 'Het smoel is belangrijker dan het doel!'). 3. Een belangrijke eis is dat de stelling in beginsel gelijke kansen aan voor- en tegenstanders biedt. Er zijn gewichtige argumenten voor én tegen de stelling te bedenken. De stelling is - in vaktermen - debatable. 4. Om verwarring te voorkomen is het raadzaam om een ontkenning (niet, nooit en dergelijke) in de stelling te vermijden (bijvoorbeeld: Nederland moet niet meer investeren in alternatieve energiebronnen). De kans is namelijk groot dat de tegenstanders zich ontpoppen als voorstanders en andersom. De stelling wordt dan: Nederland moet meer investeren in alternatieve energiebronnen. Concretiseringen Het is aan de bedenker van de stelling of en hoeveel nuances in de stelling worden aangebracht. Een voorbeeld van gradatie in concreetheid: 1. Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren. 2. Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren voor werklozen. 3. Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren voor langdurig werklozen. 9

Ludiek? Het is niet gezegd dat een betoog alleen over serieuze stellingen gaat. Een serieus onderwerp kan ludiek ('Een echte vent strijkt zijn eigen overhemd') verwoord zijn. Een ludieke stelling is misschien wat gewaagd voor je echte betoog, maar kan wel prima dienen om bijvoorbeeld te gebruiken in een oefenbetoog. Voorbeelden van stellingen De Arabische nieuwszender Aljazeera is gevaarlijk voor de publieke opinie. Middelbare scholieren moeten gratis openbaar vervoer krijgen. Genetische manipulatie is een zegen voor de mensheid. Internet doet meer kwaad dan goed voor je opvoeding. Het onderscheid tussen zwarte en witte scholen moet worden bestreden. Voorbeelden van ludieke stellingen De mobiele telefoon is een dieptepunt voor de mensheid. Eén week per jaar moeten scholieren het land regeren. Willem-Alexander moet afstand doen van de troon. Actuele stellingen Het illegaal downloaden van muziek en films moet harder worden aangepakt Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken Nederland moet weg uit Uruzgan De basisbeurs voor studenten moet afgeschaft worden Nederland moet haar ontwikkelingshulp terugbrengen naar het Europees gemiddelde Er moet een internettaks komen om kranten te helpen De pensioengerechtigde leeftijd moet omhoog Vrijheid van meningsuiting moet onbegrensd zijn voor politici Eenvoudige stellingen Plastic tasjes in supermarkten moeten worden verboden Lantaarnpalen moeten s nachts uit worden gezet Milieugroeperingen die de wet overtreden moeten worden verboden Nederland moet opnieuw de autovrije zondag invoeren Schiphol mag niet groter worden als dat ten koste gaat van het milieu Jongeren moeten verplicht een deel van hun middelbare schooltijd in een andere lidstaat doorbrengen Alle lidstaten van de EU moeten het homohuwelijk legaliseren Er moet een Europese belasting komen op kerosine De EU moet lidstaten verplichten om een minimum aan onderwijs uit te geven Europa moet een direct door het volk gekozen president krijgen Nederland moet een gekozen premier krijgen De stemgerechtigde leeftijd moet omlaag naar 16 jaar Of: Je moet kunnen stemmen als je 16 bent 10

Nederland moet een stemplicht invoeren Of: Iedereen moet verplicht stemmen Mensen die veel belasting betalen, moeten meer stemrecht krijgen Nederland moet stemmen per internet of sms mogelijk maken Uitdagende stellingen Om ontwikkelingshulp te krijgen moet een ontwikkelingsland milieuvriendelijk beleid voeren Het ontkennen van de klimaatcrisis moet strafbaar worden gesteld Nederland moet meer kerncentrales bouwen Patenten op klimaattechnologie moeten worden vrijgegeven De handel in emissierechten moet worden vervangen door een forse uitstoottaks Europa moet alleen nog subsidie geven aan boeren als ze milieu- en diervriendelijk werken De EU moet een verbod afkondigen op generaal-pardonregelingen Griekenland moet uit de Euro worden gezet Er moet een Europees leger komen Inwoners van de EU moeten in elk ander land kunnen werken Het volk moet de mogelijkheid krijgen om nieuwe verkiezingen af te dwingen Nederland moet een tweepartijenstelsel invoeren Nederland moet het onmogelijk maken de democratie af te schaffen, zelfs als een overgrote meerderheid dit steunt Nederland moet bij de Tweede-Kamerverkiezingen een kiesdrempel van vijf zetels invoeren Democratie is voor ieder land de beste staatsvorm (waardestelling) Klassieke clichés: Het testen van cosmetische producten op dieren moet verboden worden Iedereen moet verplicht DNA-materiaal afstaan Gewelddadige games moeten verboden worden Nederland moet juryrechtspraak invoeren Nederland moet meer kerncentrales bouwen Bij concrete terroristische dreigingen is martelen geoorloofd Ontwikkelingshulp moet afgeschaft worden Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden Veroordeelde pedofielen mogen pas vrijgelaten worden na chemische castratie Er moet een volledig verbod op prostitutie komen Nederland moet de doodstraf herinvoeren De publieke omroep moet afgeschaft worden Nederland moet vaker referendums organiseren Nederland moet een republiek worden Er moet een stakingsverbod komen voor noodhulpdiensten De overheid moet topinkomens harder aanpakken Turkije mag geen lid worden van de Europese Unie Kinderen moeten verplicht gevaccineerd worden Wietteelt moet gelegaliseerd worden Wie ongezond leeft, moet meer zorgpremie betalen De overheid moet een minimum stellen voor vrouwen aan de top 11

Gewelddadige dictators vermoorden is geoorloofd Westerse landen hebben de morele plicht om democratie te verspreiden Criminelen die levenslang hebben gekregen moeten kunnen kiezen voor euthanasie Kinderen moeten recht krijgen op een rookvrije thuisomgeving Uitkeringsfrauders moeten tien jaar lang het recht op alle uitkeringen verliezen Verplicht euthanasie moet worden toegepast op langdurige comapatiënten Het auteursrecht moet beperkt worden tot 10 jaar Ook harddrugs moeten worden gelegaliseerd Alcoholreclame moet verboden worden Bij ernstig huiselijk geweld moet een huwelijk verplicht ontbonden worden Actiegroeperingen die de wet overtreden moeten verboden worden Het Suikerfeest moet een nationale feestdag worden Er moet een verplichte abortus komen bij jeugdzwangerschappen Hoofddoekjes moeten op school verboden worden Alleen democratieën mogen voortaan de Olympische Spelen organiseren Vrouwen moeten het recht krijgen op pepperspray Wedstrijdstellingen van het Lagerhuis 1. Het salaris van een docent moet afhankelijk worden van zijn kwaliteit 2. Nederland moet terug naar één publieke zender 3. Kernenergie is een goed alternatief voor het gebruik van fossiele brandstoffen 4. Geld voor ontwikkelingssamenwerking moet alleen bij vrouwen terecht komen 5. Social media als Hyves, Facebook en MSN zijn een groot gevaar voor jongeren 6. Op alle basis - en middelbare scholen moet het schooluniform worden ingevoerd 7. IVF-behandelingen moeten geheel voor eigen kosten zijn 8. Het "ja, tenzij" donorsysteem moet worden ingevoerd 9. De toenemende macht van China is goed voor de wereld 10. Religieuze uitingen als keppeltjes en hoofddoekjes op scholen moeten verboden worden 12

Opdracht 2 SPREEKOPDRACHT: Luchtballon Voordat je aan deze spreekopdracht gaat beginnen lees je eerst de tekst evalueren hieronder. Voor de spreekopdracht vorm je een groep van vijf personen. Stel je voor dat je met z n vijven in een luchtballon boven zee zweeft. De ballon dreigt neer te storten en kan alleen blijven zweven als er vier mensen uitspringen. Ieder van jullie moet straks betogen waarom jij moet overleven. 1. Kies een karakter dat je aanspreekt: een persoon uit het nieuws of een popzanger, je vader of desnoods Sinterklaas of Donald Duck. (Je neemt jezelf in deze opdracht niet als voorbeeld.) 2. Bedenk in drie minuten hoe je gaat beargumenteren dat jij in de mand moet blijven. 3. Ieder van jullie krijgt één minuut om te vertellen welke persoon je bent en waarom je moet blijven. 4. De klas jureert: de twee verliezende ballonvaarders moeten springen. 5. De drie achterblijvers beargumenteren elk in één minuut waarom de andere twee juist wel moeten springen. Je valt ze dus aan op hun eigen argumenten. 6. De klas wijst de winnaar aan. 7. Evalueer de sprekers en geef ze commentaar op hun spreekbeurt. Evalueren Van fouten kan je leren. Het is een cliché maar wel waar. Om te kunnen leren van fouten is er één belangrijke voorwaarde: je moet niet alleen gewezen worden op je fouten, maar vooral ook gestimuleerd worden om het beter te doen. Commentaar krijgen is niet altijd even gemakkelijk, sterker nog het is wellicht een stuk moeilijker dan commentaar geven. Belangrijk is dat je niet direct in de verdediging gaat. Het moeilijkste aspect van commentaar krijgen, is goed luisteren. Luister dus naar wat er wordt verteld en probeer er je voordeel mee te doen. Hieronder een paar aandachtspunten voor commentaar krijgen en geven: Commentaar geven: - Geef opbouwende kritiek, zodat je de ander verder helpt; - Noem positieve en negatieve punten; formuleer deze als tops en tips. - Wees objectief; wees dus niet te mild omdat het om een goede vriend gaat; - Geef serieuze kritiek; maak geen flauwe opmerking Commentaar krijgen: - Neem commentaar en commentator serieus en doe er je voordeel mee, leer er iets van; - Leg commentaar alleen naast je neer als kunt uitleggen waarom. 13

Les 4 Het spreekplan Als het goed is heb je nu een stelling voor je betoog. Opdracht 1 SPREEKOPDRACHT: Lullepot 1. Voor je liggen twee witte papiertjes. 2. Bedenk wat je stelling is voor het toetsdebat. Schrijf nu op ieder briefje een kernwoord uit de stelling op. Bijvoorbeeld, je stelling is: een de vergoeding voor een diëtist moet in het basispakket. Dan schrijf je op je eerste briefje diëtist en op het andere briefje basispakket. Lever de briefjes in bij je docent. Deze opdracht wordt vaak gebruikt in het debating-onderwijs. Je oefent met spreken in het openbaar. Het is een soort spel, waarbij je geen hoogwaardige prestatie hoeft te leveren. Een goede oefening om je spreekangst te overwinnen. 3. De eerste leerling komt naar voren en pakt twee briefjes. De leerling leest de woorden voor zichzelf en krijgt één minuut bedenktijd. In deze minuut moet een logisch, fictief en boeiend verhaal worden voorbereid, dat begint met het ene woord en eindigt met het andere. Het verhaal moet ongeveer één minuut duren. 4. Nadat de bedenktijd is verstreken vertelt de leerling het verhaal aan de klas. Intussen is een tweede leerling naar voren gekomen die twee woorden heeft getrokken en zich voorbereidt in een hoek van het lokaal. 5. Bespreek na afloop (met de hele klas of in kleinere groepen) welk verhaal inhoudelijk het beste was en welke presentatie het meest boeide. Leg ook uit waarom je dat vindt. 14

Opdracht 2 Het spreekplan Voor een mondeling betoog maak je een spreekplan. Dat is een plan waarin je vastlegt wat je gaat zeggen en welke argumenten je gaat gebruiken. Lees hieronder uit welke onderdelen het spreekplan is opgebouwd. Kijk vervolgens nog eens naar een voorbeeldbetoog uit havo 5. Maak nu naar aanleiding van dat betoog het spreekplan. Je kan het plan op de volgende bladzijde gebruiken om in te vullen. Spreekdoel Stel ten eerste vast wat het doel is van je betoog. Het doel is natuurlijk overtuigen, maar we willen dat je preciezer bent. Noteer je doel zo concreet mogelijk. Schrijf bijvoorbeeld niet: Het doel is een overtuigend betoog houden voor donorregistratie. Maar: Ik hoop dat aan het eind van mijn betoog een aantal klasgenoten zich laat registeren als donor. Formuleer je spreekdoel als volgt: Na mijn betoog wil ik dat mijn luisteraars Hoofdgedachte De volgende staf in je voorbereiding is het vaststellen van de hoofdgedachte. De hoofdgedachte is het belangrijkste wat je over je onderwerp wil vertellen. Bij een betoog komt dit overeen met jouw stelling / mening. Bijvoorbeeld: Ik vind dat iedere scholier na zijn examen een jaar vrijwilligerswerk moet doen. Formuleer de hoofdgedachte voor jouw betoog. Publiek Formuleer je publiek zodat je de toon en inhoud aan je publiek kan aanpassen. Inleiding Bedenk hoe je je betoog wil inleiden. Geef dit in een aantal steekwoorden weer. Misschien heb je bronnen nodig om je verhaal goed in te leiden. Noteer dan achter de steekwoorden een sterretje. Kern Welke argumenten ga je gebruiken om je stelling te onderbouwen? Zorg voor minimaal drie argumenten. Je kan ook gebruik maken van een tegenargument met weerlegging. Misschien heb je hier en daar nog meer informatie nodig. Noteer dan een sterretje achter het argument. Slot Bedenk hoe je in je betoog kan aansluiten op de inleiding. Geef dit in een aantal steekwoorden weer. Wat wordt jouw conclusie? Hoe ga je het betoog afsluiten. Misschien heb je bronnen nodig om je verhaal goed in te leiden. Noteer dan achter de steekwoorden een sterretje. Opdracht 3 Je eigen spreekplan Je gaat nu al beginnen aan je eigen spreekplan. Je kan alles natuurlijk nog maar heel globaal invullen. Je moet immers nog informatie zoeken en je zult nog het een en ander leren over hoe je een goede inleiding en een goed slot maakt. Dit is niet erg. Het is een eerste plan. Dit plan kun je gedurende deze periode nog aanpassen. Gebruik het schema om je spreekplan in te vullen. Uiteindelijk is het wel de bedoeling dat iemand anders met jouw spreekplan jouw betoog zou kunnen houden, zo duidelijk moet het worden. 15

Spreekplan voorbeeldbetoog Stelling Spreekdoel Hoofdgedachte Publiek Inleiding Kern Argument 1 Argument 2 Argument 3 Argument 4 Argument 5 Slot 16

Je eigen spreekplan eerste versie Stelling Spreekdoel Hoofdgedachte Publiek Inleiding Kern Argument 1 Argument 2 Argument 3 Argument 4 Argument 5 Slot 17

Les 5 Verschillende bronnen van informatie Voordat we ons spreekplan verder kunnen invullen, moeten we eerst op zoek gaan naar informatie. Je hebt vast wel eens op internet gezocht naar bronnen voor een spreekbeurt of een onderzoekje. Je vindt dan vaak schriftelijke bronnen, bijvoorbeeld artikelen. Het is echter ook mogelijk dat je een filmpje, een interview of een televisieprogramma als bron wil gebruiken. In deze les ga je leren hoe je een dergelijke bron moet verwerken. Daarnaast zal je ook vaak een website als bron willen gebruiken. Je moet dan wel nagaan of die website betrouwbaar genoeg is om als bron te gebruiken. Hoe je dat doet, leer je ook in deze les. Wat is goed luisteren? Als je wat zit te zappen langs de tv-zenders, maakt het niet zoveel uit wat je ziet en hoort. Maar er zijn momenten waarop je veel gerichter kijkt en luistert. Naar een documentaire die je kunt gebruiken voor je profielwerkstuk, bijvoorbeeld. Of als een klasgenoot een voordracht houdt. In die gevallen kijk en luister je met een duidelijk doel. Als je voorafgaand aan het luisteren precies opschrijft wat je te weten wilt komen, kun je tijdens het luisteren proberen deze luistervragen te beantwoorden. Informatieve vragen zijn de beste luistervragen. Overigens is de vraag: Welke argumenten voert de spreker aan? ook informatief. Het is niet erg zinvol om in luistervragen naar details te vragen. Sprekers helpen hun luisteraars vaak met allerlei opbouwsignalen: ze kondigen aan wat ze gaan vertellen, ze geven samenvattingen en gebruiken signalen voor opsommingen, oorzaken of argumenten. Daardoor kun je je optimaal concentreren op de passages die van belang zijn. Verder zal een goede spreker belangrijke woorden nadrukkelijk uitspreken of herhalen. Ook met armgebaren en mimiek ondersteunt een spreker de opbouw. Soms zal blijken dat jouw luistervragen niet (volledig) zijn beantwoord. Misschien was de informatiebron minder geschikt dan je vermoedde. Als je hebt geluisterd naar een levende spreker, kun je gelukkig vragen stellen. Natuurlijk stel je oprechte vragen en probeer je niet de spreker belachelijk te maken. Opdracht 1 Gericht kijken en luisteren Op school maak je al heel wat jaren aantekeningen. Je hebt een eigen manier ontwikkeld om hoofdzaken te noteren en inhoudelijke verbanden weer te geven. Hierna test je je eigen methode en bekijk je of die methode misschien nog verbeterd kan worden. Je gaat straks een aflevering van het televisieprogramma Puberruil bekijken. In deze KRO-serie ruilen steeds twee pubers voor een week hun leven met elkaar. Op deze manier leren ze elkaars leven beter begrijpen. 1. Wat tekstdoel verwacht je bij dit programma? Licht je antwoord toe. 18

In de aflevering Velp-Kaapstad van Puberruil XTRA ruilen de Nederlandse Kiki en de Zuid-Afrikaanse Melissa. Het eerste deel werd uitgezonden op 27 november 2006. Je ziet straks het tweede en laatste deel, dat werd uitgezonden op 4 december 2006. De aflevering duurt ongeveer 35 minuten. Kiki en Melissa zetten zich allebei in voor de bestrijding van aids. Je zou de uitzending als bron kunnen gebruiken voor documentatiemateriaal bij een betoog over de rol van jongeren in de strijd tegen aids. Bekijk het tekstvak hieronder. AANTEKENINGEN MAKEN Stappenplan 1. Bedenk wat je al weet over het onderwerp en noteer luistervragen. 2. Noteer de datum, naam enz. 3. Bepaal de hoofdzaken. - Noteer opbouwsignalen en nummer de verschillende onderdelen. - Noteer de deelonderwerpen met een korte uitwerking. - Houd je luistervragen goed voor ogen. 4. Controleer je aantekeningen als de spreker samenvat. 2. Voor stap 1 en 2 uit. Noteer je antwoorden bovenaan een leg vel. 5. Stel vragen ter aanvulling of verduidelijking. 3. Bekijk het lijstje met symbolen hieronder. Maak op dezelfde manier een lijst met symbolen 6. die Werk jij gebruikt de aantekeningen je aantekeningen. binnen enkele Misschien dagen is uit. jouw lijst korter of juist langer dan het voorbeeld. Als je deze lijst op de laatste pagina van je schrift noteert, kun je hem in de loop van het jaar aanvullen als je nieuwe symbolen gaat gebruiken. 4. Bekijk nu de aflevering van Puberruil. De uitzending begint met een korte samenvatting van het eerste deel. Maak aantekeningen aan de hand van de luistervragen die je bij vraag 2 hebt genoteerd. Enkele symbolen Gevolg 1,2,3, opsomming tegenstelling a,b,c, opsomming is niet gelijk aan is ongeveer gelijk aan > verandert in vb voorbeeld conclusie [ ] terzijde, eigen commentaar : verklaring? nog een vraag over stellen 19

Opdracht 2 Aantekeningen beoordelen 1. Controleer je aantekeningen. 2. Geef jezelf een score (--,-, +/-, +, ++) op de volgende vijf onderdelen: - Mijn luistervragen waren gericht op hoofdzaken. - Ik kan mij goed concentreren tijdens het kijken en luisteren. - Mijn aantekeningen bevatten hoofdzaken en geen onnodige details. - In mijn aantekeningen gebruik ik symbolen om verbanden overzichtelijk weer te geven. - Mijn aantekeningen zien er overzichtelijk uit. - Mijn aantekeningen zijn ook voor anderen en ook na enkele weken voor mijzelf achteraf goed te begrijpen. 3. Als je jezelf bij de vorige vraag ergens een matige of onvoldoende score hebt toegekend, noteer er dan meteen een verbetertip bij. 4. Maak nu een groepje van vier. Vergelijk jullie aantekeningen. Wie heeft de beste aantekeningen gemaakt? Hoe komt dat? Betrouwbaarheid van bronnen Er is natuurlijk niets mis met documenteren via internet; internet is een uitgebreid venster op de wereld. Maar leerlingen zijn vaak te snel tevreden. Of ze weten niet goed hoe ze websites moeten beoordelen. Als je wilt bepalen of een website een geschikte en betrouwbare bron is, moet je op dezelfde dingen letten als bij een schriftelijke bron: Autoriteit - Autoriteit - Objectiviteit - Actualiteit Het medium zegt veel over de waarde van de informatie. Kwaliteitskranten als NRC Handelsblad, de Volkskrant, Het Parool en Trouw hebben een naam hoog te houden. Hetzelfde geldt voor opiniebladen als HP/De Tijd, Vrij Nederland en Elsevier. Artikelen in de Telegraaf, het Algemeen Dagblad en regionale kranten zijn vaak leesbaarder, maar graven minder diep. Regionale bladen, radio en tv kun je vooral goed gebruiken als je een lokaal onderwerp onderzoekt. Bladen als Story of Nieuwe Revue en op sensatie beluste tv-programma s geven onvolledige of zelfs partijdige informatie. Gebruik zulke bronnen alleen als je er andere tegenover kunt zetten. Naast het medium moet je ook de auteur beoordelen op autoriteit. Is de schrijver van een aanklacht tegen het belastingstelsel econoom van beroep? Is hij een veelgevraagd deskundige op tv? Dan stijgt de geloofwaardigheid. Schrijvers die met behulp van bronvermeldingen vertellen hoe ze aan informatie komen, mag je ook serieus nemen. Ze zeggen eigenlijk: kijk het zelf maar na als je me niet gelooft. 20

Objectiviteit Je kunt de auteur ook beoordelen op objectiviteit. Politici belichten vaak maar één kant van de zaak, namelijk het standpunt van hun partij. Ook kun je soms te maken hebben met verkapte reclameboodschappen. Je moet extra alert zijn als je beschouwingen leest. Daarin presenteren journalisten vaak visies zonder er kritisch commentaar op te geven. Ze informeren de lezer immers vooral over een standpunt of visie en geven soms geen kritische opmerkingen. Je hebt er dan niet zoveel aan om de schrijver van het stuk te beoordelen. Wees in zulke gevallen vooral alert op de vragen: Wie is hier aan het woord? En wat wil die persoon? Beschouwingen waarin verschillende visies op een onderwerp worden gepresenteerd zijn uiteraard ideaal als bron. Actualiteit Tot slot is het van belang hoe recent de gegevens zijn. Wat oud is, hangt af van het onderwerp. Kijkcijfers worden elke maand ververst. Een onderzoek naar alcoholconsumptie onder jongeren mag niet veel ouder zijn dan drie tot vier jaar. Maar een enquête over het leesgedrag van jongeren kun je na tien jaar nog prima gebruiken: er zal weinig veranderd zijn. Meerdere bronnen gebruiken Over de site Wikipedia bestaan gaan veel verhalen de ronde. Sommige leerlingen vinden deze site volstrekt onbetrouwbaar, omdat iedereen er alles op kan zetten en kan verwijderen. Anderen vinden de site overzichtelijk en je kan er alles op vinden. Je kan Wikipedia prima gebruiken als bron, maar zoek dan wel een andere bron die hetzelfde beweert. Voor alle beweringen geldt: als je een bewering in meerdere bronnen aantreft, stijgt de betrouwbaarheid. Opdracht 3 Websites beoordelen op betrouwbaarheid eventueel mee beginnen in de eerste les van het leerplein Wat hierboven geschreven staat over het beoordelen van schriftelijke bronnen, geldt ook voor websites. Waar je dan precies op moet letten wordt uitgelegd in de cursus op www.webdetective.nl. 1. Je gaat naar deze site en je klikt steeds op verder totdat je de cursus hebt voldoende hebt afgerond. Het cijfer dat je hebt behaald, vul je hier in: 2. In het submenu vind je het woord Checklist. Ga daar eens naartoe. Waartoe dient de checklist? Lijkt je dat handig om te gebruiken? 21