Proeftetame IBK1LOG01
Opgave 1 ( 20 pute) Beatwoord de oderstaade vrage met waar of iet waar: 1.De bereikbaarheid va iformatie over ee product bij ee iteretwikel is ee voorbeeld va pre-trasactie elemet i customer service. 2.Material maagemet omvat de goederestroomactiviteite tot voorraadbeheer gereed product. 3.Prijs uit de marketigmix heeft de grootste relatie met logistiek. 4.Ee melkkoe uit de BCG-matrix wordt gekemerkt door ee hoog marktaadeel e ee hoog percetage omzetgroei va de totale markt. 5.Ee ABC aalyse aar afzet is idetiek met ee ABC aalyse aar omzet. 6.De geldstroom is gee oderdeel va het itegraal logistiek cocept. 7.Het uitbestede va trasport heeft gee ivloed op het ROI. 8. Het toepasse va RFID i supermarktketes is meer redabel op producte da op omverpakkige 9. Bestelle is ee activiteit die valt oder de commerciële ikoopfuctie. 10. De afkortig ERP staat voor Eterprice resources plaig. 11.DRP1 staat voor Distributio Resources Plaig. 12 Door het gebruik va RFID ka i tegestellig tot de barcode beter izicht worde verkrege i de voorrade. 13.I de Itroductiefase va ee product ligt de adruk qua logistiek met ame op bevoorradig e mider op logistieke koste. 14.Als het KOOP stroomafwaarts verschuift eemt de levertijd toe. 15. Divergetie treedt op bij ee assemblageproces met iput vauit verschillede toeleverigsprocesse.
Opgave 2 Ee producet va kopieerapparate houdt eidproducte op voorraad. Waeer afemers ee kopieerapparaat bestelle wordt het kopieerapparaat vauit hier direct verzode aar de afemers. De producet heeft vier leveraciers, twee regioale e twee uit Duitslad. De afemers zij verspreid i Nederlad gevestigd. A Teke de kete. B I welke vier logistieke deeltrajecte is de kete te dele? C Waar ligt het KOOP? Oderbouw je keuze. D Geef aa hoe de goederestroom wordt bestuurd voor het KOOP e a het KOOP e oderbouw je atwoord. E Ee voorraadverlagig ka ee positief effect hebbe op de retur o ivestmet. Geef drie adere voorbeelde va logistieke acties waarmee de ROI verhoogd ka worde. (5 pute) F Omschrijf i eige woorde uit welke oderdele distributielogistiek bestaat.
Opgave 3a Bij ee fabriek zij over leveracier A e B de volgede oderstaade gegeves beked: Leveracier Orderr Besteld Geleverd Leverig verwacht i week Werkelijk leverig i week A 1000 1000 1000 40 40 1005 1000 800 41 41 1010 1000 1000 42 44 1015 1000 1000 43 42 B 2000 1000 1000 40 41 2005 1000 1000 41 41 2010 1000 1200 42 42 2015 1000 1000 43 40 Om de leveraciers te beoordele hatere zij de gewogefactorscoremethode. Om de leverbetrouwbaarheid te mete hebbe zij de volgede wegigspercetages per leverprestatie opgesteld: Te vroeg i weke Op tijd Te laat i weke Te veel/te weiig >4 2-4 1 1 2-4 >4 Wegig 0,1 0,5 0,7 1,0 0,5 0,4 0 0,5 Bereke het leverigsbetrouwbaarheidcijfer voor leveracier A e B. Opgave 3b Welke adere twee factore worde meegeome i het beoordeligssysteem va de gewogefactorscoremethode? Noem de factore e geef ee uitleg. Opgave 3c ( 5 pute) De Kraljic-matrix is ee raamwerk om ee vauit ee aalyse va de huidige ikoopsituatie te kome tot ee strategische visie op ikoop. Welke twee variabele spele hierbij ee rol? Leg beide variabele uit. Opgave 4a.Teke het itegraal logistiek cocept. Geef hierbij de zes blokke aa e geef de relaties tusse de blokke aa door middel va pijle. Opgave 4b Op ee bloemeveilig worde rolcotaiers gebruikt. De bloemekwekers gebruike de rolcotaier voor de aavoer, de veilig gebruikt de rolcotaier voor opslag, sorterig e iter trasport, e te slotte gebruikt de bloemehadelaar ze voor de afvoer va de gekochte producte. Va welke vorm va keteitegratie is sprake? Leg uit. Opgave 4c Noem de drie adere vorme va keteitegratie. Geef va elke vorm ee voorbeeld. Opgave 4d Leg uit wat ERP is e geef het belag aa va ERP voor orgaisaties.
Opgave 5a (10 pute) De directeur va bedrijf X wil graag izicht krijge i zij assortimet. De volgede cijfers die betrekkig hebbe op het afgelope boekjaar zij gegeve. Aatal Product Ikoopprijs Verkoopprijs Afzet 1 Product 1 0,4 0,65 900 2 Product 2 0,45 0,69 100 3 Product 3 0,9 1,1 60 4 Product 4 0,65 0,85 89 5 Product 5 0,6 0,89 5900 6 Product 6 0,75 0,9 15570 7 Product 7 1,1 1,5 7000 8 Product 8 0,25 0,49 5500 9 Product 9 1 1,29 15684 10 Product 10 0,65 0,9 80 11 Product 11 0,63 0,95 890 12 Product 12 0,85 1,15 4000 13 Product 13 0,78 1,05 6500 14 Product 14 0,95 1,35 13560 15 Product 15 0,75 1 560 Pas de ABC-aalyse toe op basis va de omzet Opgave 5b Is er bij de uitkomste va vraag 5a sprake va ee 80/20 regel? Motiveer je atwoord Opgave 5c Noem drie toepassigsmogelijkhede waarvoor je ee ABC-aalyse ka gebruike. Opgave 6 Oderstaade gegeves zij beked va ee aatal regioale klate va ee bedrijf dat ee distributiecetrum wil gaa vestige. De leveracier levert aa wat er gemiddeld door de klate wordt gevraagd. D Freq/week X Y R L1 1 1 6 0,15 C1 32000 1 3 2 0,21 C2 16000 1 5 8 0,19 C3 48000 1 8 3 0,12 C4 56000 1 7 7 0,18 X i1 Di Ri Xi i1 Di Ri Y i1 Di Ri Yi i1 Di Ri Opgave 6a Wat zij de coördiate va de locatie va het DC met de laagste trasportkoste? Opgave 6a: Wat zij i dat geval de trasportkoste per jaar? Totale Trasportkoste K = D i x Ri x (X i Xz) 2 + (Y i Yz) 2 i=1