TheraScreen : K-RAS Mutation Kit Voor de detectie van 7 mutaties in het K-RAS-gen



Vergelijkbare documenten
Handleiding therascreen BRAF RGQ PCR-kit

Bijsluiter van QuantiFERON -controlepanel

Opdrachtgever: Hoogheemraadschap van Delfland

BEKNOPTE INSTRUCTIES Alleen voor gebruik met de Sofia-analysator.

NeuMoDx HCV Calibrator Kit GEBRUIKSAANWIJZING

REAGENTIA EN MATERIALEN Positieve controle (1) Negatieve controle (1) Verdunningsmiddel (1) Bijsluiter (1)

Deze drie stappen vormen een cyclus die keer herhaald wordt (Fig. 7.1.).

MA!N Rapportages en Analyses

Instructies voor gebruik voor de CRC RAScan Combination Kit

Calculatie tool. Handleiding. Datum Versie applicatie 01 Versie document

ALL-CRM Gebruikershandleiding AC- Checker

Handleiding module Berichtenconverter Wmo en Jeugdwet

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

GEBRUIK VAN FINCH V PROCEDURE. 1.1 Software. 1.2 Aanvraagprocedure

Desktopversie voor medewerkers

Salarisrun Wizard. Beschrijving salarisrun Payroll. Visma.net Payroll Salarisrun Pagina 1 van 13

Handleiding Elektronische uitwisseling patiëntendossiers

Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0

Peridos Invulinstructie labaanvraagformulier NIPT

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

Gebruikershandleiding Idexx SNAP BVD Test

Handleiding Licentieregie. Handleiding voor de Basisschoolleveranciers

Docentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit

HANDLEIDING VAN DATARECORDER SOFTWARE (FOR WS-9010)

Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen

Peridos Handleiding Notificaties en uitslagen NIPT

10: Statistieken en rapportages met Excel

Handleiding module Berichtenconverter Wmo en Jeugd bètaversie

Peridos Handleiding uitslagen combinatietest

Online inschrijven en de aanpassingen in het programma werken alleen als u Intramed Online met een Intramed PLUS licentie heeft.

AAN DE SLAG MET DE QDAC AUDITFILE VIEWER

Docentenhandleiding 2x16 Daderprofiel Dye kit

AIMS gebruikershandleiding - Jaarverantwoording BIS

Handleiding. Personeelskorting

1. Gebruikers & voertuigen Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial.ctb;tutorial nn.see)}

Docentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit

Landelijk Indicatie Protocol (LIP)

Het Klantenportaal in detail

Handleiding. Recruitmentsysteem ZorgSelect. Handleiding recruitmentsysteem ZorgSelect augustus /11

BRAF rondzending SKML 2012

Quick Reference Contact Manager SE

Tips & Trucs ARCHICAD 117: Programma van Eisen add-on voor KeyMembers

HANDLEIDING KIK-R BATCHES C O D E X. Versie: januari 19

Gebruikershandleiding Brother Meter Read Tool

SportCTM 2.0 Startscherm trainer

Gebruikershandleiding scannen personeelsdossiers (PaXS)

Aptima Multitest Swab Collectie-kit

HANDLEIDING SPORTLINK CLUB DEELNEMERSLIJSTEN

QIAsymphony DSP Circulating DNA-kit

TT-organiser GEBRUIKERSHANDLEIDING

3. Mijn Vf Aanpassen schermweergave en downloaden gegevens

1. Gebruikers & voertuigen Hoe voeg ik een gebruiker toe?... 3

Peridos. Gegevens aanleveren en controleren in Peridos door zorginstelling

Handleiding EPD-overdrachtbericht (MEDOVD) Versie: 0.2. EPD Overdrachtbericht (MEDOVD)... 2 Aanmaken verhuisdossier Inlezen verhuisbericht...

Handleiding : Opdrachten vanuit Excel

AAN DE SLAG MET QDAC VOLLEDIG

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Meer informatie vindt u op de website Ook voor inhoudelijke vragen kunt u met Fysio Prestatie Monitor contact opnemen.

Inrichting Systeem: Locaties & Toegang

Inleiding. Programma instelling voor gebruik EDP

ImPath HER2 FISH. Identificatie van de stof of het preparaat Cat. nr. Beschrijving ImPath HER2 FISH

Gebruikershandleiding. StUF Testplatform Versie 1.3.0

Hoe moet een bestaande asbestinventarisatie van een asbestdak in het Landelijk Asbestvolgsysteem worden ingevoerd

ITware. Itware gebruikershandleiding

S-DiaMGTV TM Real-Time PCR detectie van Mycoplasma genitalium en Trichomonas vaginalis

Kwantitatieve toets voor Agrobacterium rhizogenes

Hiervoor volstaat het dat u zich op uw Klantenzone MySodexo begeeft en de volgende 5 stappen volgt:

Handleiding. Recruitmentsysteem ZorgSelect. Handleiding recruitmentsysteem ZorgSelect augustus /11

Cloud handleiding Versie: 1.0 Datum:

1. Over LEVIY 5. Openen van de activiteit 2. Algemene definities 6. Inloggen op het LEVIY dashboard 3. Inloggen 6.1 Overzichtspagina 3.

Peridos. Gegevens aanleveren en controleren in Peridos door zorginstelling. Datum: Landelijk beheer Peridos. Versie: 2.

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

TIP: Op elke pagina in SalarOnline vindt u een tekst ballon met?, zodra u hierop klikt krijgt u de help voor de betreffende pagina.

GEBRUIKSAANWIJZINGEN PARASITE SUSPENSIONS. n Parasite Suspensions in formaline BEDOELD GEBRUIK SAMENVATTING EN UITLEG PRINCIPES SAMENSTELLING

Getting-started tutorial. Versie 1.0

NetPay Desktop Reporting. Rapportage voor Xafax NetPay

ALL-CRM Gebruikershandleiding AC-DataCumulator

1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties

Portier afstandsbediening

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

Handleiding MijnZorgdeclaratie.nl

BMW i Wallbox Connect Updatehandleiding. Inhoud. Algemeen 4. Het updatebestand downloaden 5

Klikt u op dan komt er een scherm of u dit bestand wilt of

Speed F-Corona TM. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel

SNEL AAN DE SLAG MET TecLocal

Handleiding Installatie en Gebruik Privacy -en Verzend Module Netwerk Acute Zorg Zwolle

Automatische Overgangen instellen

Opfrisdocument elektronische aangifte

Handleiding installatie Rental Dynamics

Op basis van klanten-,product-,barcodegegevens wordt automatisch een barcode document aangemaakt

Eindgebruikershandleiding Jira

Laboratoriumprotocol voor handmatige zuivering van DNA uit een monster van 0,5 ml

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding

Handleiding. Fiscaal Parkeren. Server applicaties. Beheer

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN CORFLAT II. Handleiding

Update documentatie. KraamZorgCompleet versie 4.0. KraamzorgCompleet versie 4.0

SportCTM 2.0 Sporter

Central Station Urenregistratie

Verjaardagsservice Louwers & Partners

Transcriptie:

TheraScreen : K-RAS Mutation Kit Voor de detectie van 7 mutaties in het K-RAS-gen Voor gebruik op het Roche LightCycler 480 Real-Time PCR System (Instrument II) (catalogusnr.: 05015278001) en het Applied BioSystems 7500 Real-Time PCR System (onderdeelnr.: 4351105) Inclusief de gebruikershandleiding voor de LightCycler Adapt Software v1.1 van Roche Diagnostics (catalogusnr. 05474914001) voor de TheraScreen : K-RAS Mutation Kit CE-IVD Instructies voor gebruik Productcodes Grootte van de kit DxS-productcode Bestelnummer Roche Diagnostics 20 reacties KR-21 05366216190 80 reacties KR-22 05366224190 Instructieversie: DU001g Datum van herziening: mei 2009 Bewaren bij -18 C tot -25 C Pagina 1 van 39

Inhoudsopgave 1. Beoogd gebruik / Gebruiksaanwijzing...3 2. Samenvatting en uitleg van de test...3 3. Technologische principes...4 4. Reagentia...6 5. WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN...7 6. Bewaar-, stabiliteits- en verzendcondities...9 7. Instrument...9 8. Specimens...9 9. K-RAS-mutatiedetectieprotocol... 14 10. Beperkingen van de test... 26 11. Prestatiekenmerken assay... 27 12. Technische ondersteuning... 35 13. Gegevens fabrikant en distributeurs... 36 14. Datum van uitgifte van de recentste versie... 36 15. Referenties... 37 Opmerkingen voor de koper:... 39 Pagina 2 van 39

BELANGRIJK: Lees vóór gebruik van de K-RAS Kit deze aanwijzingen zorgvuldig door en maak u vertrouwd met alle componenten van de kit. 1. Beoogd gebruik / Gebruiksaanwijzing Beoogd gebruik De DxS TheraScreen : K-RAS Mutation Kit (K-RAS Kit) is een diagnostische in-vitrotest voor de detectie van zeven somatische mutaties in het K-RAS-oncogen en biedt een kwalitatieve bepaling van de mutatiestatus. De K-RAS Kit dient te worden gebruikt door getraind personeel in een professioneel laboratorium met DNA-monsters geëxtraheerd uit met formaline gefixeerd in paraffine ingebed colorectaal weefsel. Indicaties voor gebruik De resultaten van de K-RAS Kit zijn bedoeld als hulp voor de clinicus bij het identificeren van patiënten met colorectale kanker die mogelijk geen baat hebben bij een behandeling gericht tegen epidermale groeifactorreceptor (EGFR), zoals panitumumab of cetuximab. De K-RAS Kit is niet bestemd voor het diagnosticeren van colorectale kanker. De kit is bedoeld als aanvulling op andere relevante prognostische factoren die gebruikt worden voor de selectie van patiënten die op basis van hun mutatiestatus geschikt zijn voor behandeling met anti-egfrtherapieën. De mutatiestatus van de patiënt dient bij het nemen van een behandelbeslissing samen met andere ziektefactoren door een clinicus te worden overwogen. Geen enkele behandelbeslissing voor kankerpatiënten mag uitsluitend worden gebaseerd op de K-RAS-mutatiestatus. 2. Samenvatting en uitleg van de test De K-RAS Kit is een CE-gemarkeerd diagnostisch hulpmiddel overeenkomstig EU-richtlijn 98/79/EG betreffende medische hulpmiddelen voor invitrodiagnostiek. Mutaties van het K-RAS-oncogen worden frequent aangetroffen bij kanker bij mensen (1-4). De aanwezigheid van deze mutaties correleert met een ontbrekende respons op behandeling met bepaalde EGFR-remmers bij patiënten met gemetastaseerde colorectale kanker (5-10)(14-21). Detectie van zeven mutaties in het K-RAS-gen is mogelijk in een achtergrond van wildtype genomisch DNA in een real-time PCR-assay gebaseerd op DxS Scorpions -technologie. Deze methode is in hoge mate selectief. Vooropgesteld dat er voldoende DNA-kopieën zijn, is detectie mogelijk van ongeveer 1% mutant in een achtergrond van wildtype genomisch DNA. De K-RAS Kit detecteert zeven K-RAS-mutaties in de codons 12 en 13 van het K-RAS-oncogen als weergegeven in tabel 1. Pagina 3 van 39

Tabel 1: K-RAS-mutaties die met de DxS-kit worden gedetecteerd COSMIC ID s zijn overgenomen uit de Catalogue of Somatic Mutations in Cancer http://www.sanger.ac.uk/genetics/cgp/cosmic/ Mutatie Base-wijziging Cosmic ID Gly12Ala (GGT>GCT) 522 Gly12Asp (GGT>GAT) 521 Gly12Arg (GGT>CGT) 518 Gly12Cys (GGT>TGT) 516 Gly12Ser (GGT>AGT) 517 Gly12Val (GGT>GTT) 520 Gly13Asp (GGC>GAC) 532 3. Technologische principes De K-RAS Kit combineert twee technologieën, ARMS en Scorpions (11,12,13), voor de detectie van mutaties in real-time PCR-assays. ARMS Allel- of mutatiespecifieke amplificatie wordt uitgevoerd door ARMS. Taq DNA-polymerase is buitengewoon effectief in het maken van onderscheid tussen een match en een mismatch op het 3'-uiteinde van een PCR-primer. Specifieke gemuteerde sequenties kunnen selectief worden geamplificeerd, zelfs in monsters waarin het merendeel van de sequenties geen drager is van de mutatie: Wanneer de primer volledig matcht, verloopt de amplificatie volledig efficiënt. Wanneer de 3'-base niet matcht, vindt alleen zwakke achtergrondamplificatie plaats. Scorpions Detectie van amplificatie wordt met Scorpions uitgevoerd. Scorpions zijn bifunctionele moleculen die een PCR-primer bevatten die covalent gebonden is aan een probe. De fluorofoor in deze probe heeft interactie met een quencher (eveneens in de probe opgenomen) die de fluorescentie vermindert. Wanneer tijdens een PCR-reactie de probe zich aan het amplicon bindt, worden de fluorofoor en de quencher gescheiden. Dit leidt tot meer fluorescentie vanuit de reactiebuis. Gegevensanalyse: Ct-methode Scorpions real-time assays gebruiken het aantal PCR-cycli dat nodig is voor het detecteren van een fluorescent signaal boven een achtergrondsignaal, als maat voor de doelmoleculen die bij het begin van de reactie aanwezig zijn. Het punt waarbij het signaal boven de achtergrondfluorescentie wordt gedetecteerd, wordt de Cycle threshold (Ct [cyclusdrempel]) genoemd. Pagina 4 van 39

- Ct-waarden worden berekend als het verschil tussen de mutatieassay-ct en de controleassay-ct van hetzelfde monster. s worden geclassificeerd als mutatiepositief als ze een Ct geven die kleiner is dan de 1% Ct-waarde voor die assay. Boven deze waarde kan het monster minder dan 1% mutaties bevatten (buiten de limiet van de assay) of is het mutatienegatief. Bij gebruik van ARMS-primers kan enige inefficiënte priming optreden, hetgeen kan leiden tot een zeer late achtergrond-ct door DNA dat geen mutatie bevat. Alle Ct-waarden die uit achtergrondamplificatie worden berekend, zijn groter dan de 1% Ct-waarden, en het monster wordt als mutatienegatief geclassificeerd. De K-RAS Kit is CE-gemarkeerd voor in-vitrodiagnostisch gebruik op het Roche Diagnostics LightCycler 480 Real-Time PCR System (Instrument II) (LightCycler 480 Instrument) met 96 wells, Roche-onderdeelnummer: 05015278001, of het Applied BioSystems 7500 Real-Time PCR System, onderdeelnummer 4351105 (ABI7500). Op het LightCycler 480 Instrument moet de K-RAS Kit worden gebruikt in combinatie met de LightCycler Adapt Software v1.1 voor de TheraScreen K-RAS Mutation Kit CE-IVD (LightCycler Adapt Software). Deze software is ontwikkeld om het aflezen van een positieve of negatieve amplificatieplot te automatiseren en berekent een geschikte drempel voor het verkrijgen van Ct-waarden. Deze worden gebruikt voor het berekenen van monster- Ct-waarden, die vergeleken worden met de 1% cut-offwaarden. De software rapporteert een positief of negatief mutatieresultaat en ontdoet de analyse en interpretatie van de met de K-RAS Kit verkregen gegevens van elke subjectiviteit. Inhoud van de K-RAS Kit De K-RAS Kit bevat acht assays. Eén controleassay Zeven mutatieassays Alle reactiemengsels bevatten een exogeen controleassay (interne controle) gelabeld met HEX (te detecteren met de JOE-detector op de ABI7500). Deze assay controleert op de aanwezigheid van remmers die fout-negatieve resultaten kunnen veroorzaken. Controleassay De controleassay, gelabeld met FAM, wordt gebruikt voor het bepalen van het totale DNA in een monster. De controleassay amplificeert een regio van exon 4 van het K-RAS-gen. De primers en de probe zijn zo ontwikkeld dat alle bekende K-RAS-polymorfismen worden vermeden. Pagina 5 van 39

Mutatieassays Elke mutatieassay, gelabeld met FAM, bevat één Scorpions-primer plus één ARMS-primer voor het discrimineren tussen het wildtype DNA en het mutant-dna dat door een real-time PCR-assay wordt gedetecteerd. 4. Reagentia Deze K-RAS Kit bevat voldoende reagentia voor het uitvoeren van kwaliteitsbepalingen van monsters en het uitvoeren van K-RAS-assays voor maximaal 20 of 80 reacties, afhankelijk van de grootte van de kit. Grootte van de kit DxS-productcode Bestelnummer Roche Diagnostics 20 reacties KR-21 05366216190 80 reacties KR-22 05366224190 Het aantal monsters dat kan worden getest, is afhankelijk van de omvang van de partij monsters. Tabel 2: Inhoud K-RAS Kit Geleverde reagentia 20 reacties 80 reacties Buis Inhoud Inhoud Controlereactiemengsel 1300 µl 5200 µl 1 12ALA-reactiemengsel 650 µl 2600 µl 2 12ASP-reactiemengsel 650 µl 2600 µl 3 12ARG-reactiemengsel 650 µl 2600 µl 4 12CYS-reactiemengsel 650 µl 2600 µl 5 12SER-reactiemengsel 650 µl 2600 µl 6 12VAL-reactiemengsel 650 µl 2600 µl 7 13ASP-reactiemengsel 650 µl 2600 µl 8 Gemengde standaard 300 µl 1000 µl 9 Taq DNA-polymerase 60 µl 240 µl 10 Niet bij de K-RAS Kit inbegrepen apparatuur en reagentia De gebruiker heeft nog de volgende apparatuur en verbruiksartikelen nodig: Het LightCycler 480 Instrument of de ABI7500 Real-time PCR Machine met cycluscapaciteiten als gedefinieerd in paragraaf 9 "K RAS-mutatiedetectieprotocol". De LightCycler Adapt Software v1.1 van Roche Diagnostics (catalogusnr. 05474914001). 0,2 ml DNAse-vrije PCR-platen (LightCycler 480 Instrument Multiwell Plate 96, catalogusnummer 04729692 001, of ABI MicroAmp Optical 96-well reaction Plate, onderdeelnummer 4306737, met MicroAmp Optical Adhesive Film, onderdeelnummer 4311971). Steriele buisjes voor het bereiden van de mastermengsels. Speciale pipetten voor het bereiden van PCR-mengsels. Pagina 6 van 39

Speciale pipetten voor het pipetteren van DNA-template. Steriel nuclease-vrij H 2 O. 5. WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN Voor in-vitrodiagnostische gebruik. De K-RAS Kit is niet bedoeld voor het screenen op of het diagnosticeren van welk type kanker dan ook, inclusief colorectale kanker. Deze kit is bedoeld voor gebruik als aanvulling op andere prognostische factoren die momenteel worden gebruikt voor het selecteren van patiënten die mogelijk geen baat hebben bij anti-egfr-kankerbehandelingen. Behandeling van kankerpatiënten mag niet uitsluitend worden gebaseerd op de mutatiestatus van het K-RAS-gen. De clinicus dient de mutatiestatus van de patiënt samen met andere ziektefactoren te overwegen. De inhoud van de K-RAS Kit mag maximaal 8 keer worden ingevroren en ontdooid zonder dat dit een negatief effect heeft op de assayprestaties. De K-RAS Kit-reagentia mogen NIET vaker dan 8 keer worden ingevroren en ontdooid. Houd er rekening mee dat tumormonsters niet-homogeen zijn en dat gegevens afkomstig uit een bepaald tumormonster mogelijk niet identiek zijn aan die van andere coupes van dezelfde tumor. Tumormonsters kunnen ook niet-tumorweefsel bevatten. Van DNA van weefsel zonder tumor is niet te verwachten dat het de K-RAS-mutaties bevat die de K-RAS Kit detecteert. Alle assays in de K-RAS Kit genereren korte PCR-producten. De K-RAS Kit werkt echter niet met sterk gefragmenteerd DNA. DNA-bepaling dient op PCR te worden gebaseerd en kan verschillen van kwantificering op basis van meting van optische dichtheid. Er wordt extra controlereactiemengsel geleverd om vóór het uitvoeren van runs met de K-RAS Kit de kwaliteit en kwantiteit van het DNA in monsters te bepalen. De reagentia voor de K-RAS Kit zijn optimaal verdund. Verdere verdunning van de reagentia wordt niet aanbevolen en leidt tot slechtere prestaties. Gebruik van minder dan 25 µl reactievolume wordt niet aanbevolen en vergroot de kans op fout-negatieven. Alle reagentia in de K-RAS Kit zijn specifiek samengesteld voor gebruik met de vermelde tests. Voor het behoud van optimale prestaties mogen de reagentia van de K-RAS Kit niet worden vervangen. Voor optimale activiteit en prestaties moeten Scorpions-primers (net als alle fluorescerend gelabelde moleculen) worden beschermd tegen licht om bleken door licht te voorkomen. Pagina 7 van 39

Werk buitengewoon zorgvuldig om besmetting van PCR-reacties met synthetisch controlemateriaal te voorkomen. Aanbevolen wordt om aparte speciale pipetten te gebruiken voor het maken van reactiemengsels en het toevoegen van DNA-template. De bereiding en het pipetteren van reactiemengsels moet worden uitgevoerd in een ruimte die gescheiden is van die waarin de template wordt toegevoegd. Na een PCR-reactie mogen buisjes nooit geopend worden. Elke assay in de K-RAS Kit heeft zijn eigen kenmerken. Bij de berekening van het resultaat moet worden gerefereerd aan de juiste assayparameters (zie de paragraaf "Rapportage/Interpretatie van de gegevens"). Mutatie-Ct-waarden van 38 of hoger moeten als negatief of lager dan de limieten van de kit worden gescoord. De assays bevatten, naast de bedoelde reactie, een exogene controlereactie (interne controle) (zie de paragraaf "Technologische principes"). Als beide assays zijn mislukt, mogen de gegevens niet worden gebruikt omdat er mogelijk remmers aanwezig zijn die tot foutnegatieve resultaten kunnen leiden. Het verdunnen van het monster kan de invloed van remmers verminderen, maar vergeet niet dat het DNA dan ook wordt verdund. Er dienen algemene laboratoriumvoorzorgen te worden toegepast, zoals onder meer: a) Niet met de mond pipetteren b) Niet roken, eten of drinken in ruimten waar specimens of kitreagentia worden gehanteerd c) Handen wassen na het uivoeren van de test Gebruik uitsluitend de Taq-polymerase (Taq) die in de kit is meegeleverd, niet vervangen door Taq uit andere kits van hetzelfde of een ander type, of door Taq van een andere leverancier. Ontdooi uitsluitend de reagentia die voor een run nodig zijn, ontdooi niet elke keer de gehele kit, zodat het aantal cycli van invriezenontdooien tot een minimum beperkt blijft. Veiligheidsinformatie Voorzichtig: Alle chemische en biologische materialen moeten als potentieel gevaarlijk worden beschouwd. Specimens zijn potentieel infectieus en moeten als zodanig worden behandeld. De K-RAS Kit mag alleen worden gebruikt door personen die getraind zijn in de geëigende laboratoriumtechnieken. Draag bij het werken met de componenten van deze K-RAS Kit altijd een geschikte laboratoriumjas, wegwerphandschoenen en een veiligheidsbril. Na gebruik moeten de componenten van de K-RAS Kit worden afgevoerd als klinisch afval. Pagina 8 van 39

6. Bewaar-, stabiliteits- en verzendcondities Bewaren De gehele inhoud van de K-RAS Kit moet na ontvangst onmiddellijk donker worden opgeslagen tussen -18 C en -25 C in een vriezer met een constante temperatuur. Voorkom onnodig ontdooien van de inhoud van de K-RAS Kit. Stabiliteit Gebruik de K-RAS Kit niet na de aangegeven uiterste gebruiksdatum. Bij opslag onder de aanbevolen bewaarcondities en in de originele verpakking is de inhoud van de K-RAS Kit stabiel tot de uiterste gebruiksdatum. De inhoud van de K-RAS Kit mag maximaal 8 keer worden ingevroren en ontdooid zonder dat dit een negatief effect heeft op de assayprestaties. De K-RAS Kit-reagentia mogen NIET vaker dan 8 keer worden ingevroren en ontdooid. Verzendcondities De inhoud van de K-RAS Kit is verzonden op droogijs en moet bij aankomst nog bevroren zijn. Als de K-RAS Kit bij ontvangst niet bevroren is, als de buitenverpakking tijdens de verzending geopend is en/of als de zending geen pakbon, gebruiksaanwijzing of reagentia bevat, neem dan contact op met het lokale kantoor van Roche Diagnostics; zie paragraaf 12 "Technische ondersteuning" voor contactinformatie. 7. Instrument Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het instrument voor volledige instructies over de installatie en het gebruik van het real-time PCRinstrument. 8. Specimens Het specimenmateriaal moet humaan genomisch DNA zijn, geëxtraheerd uit met formaline gefixeerde in paraffine ingebedde colorectale tumormonsters. Specimenafname en -preparatie 1. Specimentransport: standaard pathologiemethodiekom de kwaliteit van het specimen te bewaren. 2. Aanbevolen proces voor monsterextractie: DNA-extractie met de Qiagen QIAamp DNA FFPE-weefselkit (catalogusnummer 56404). De volgende wijzigingen moeten worden toegepast: FFPE-coupes moeten op glazen objectglaasjes worden aangebracht. Een te veel aan paraffine moet met een nieuw, steriel scalpel rond de weefselcoupes worden weggeschraapt. Pagina 9 van 39

Schraap weefselcoupemateriaal in microcentrifugebuisjes met voor elk te extraheren monster een nieuw scalpel. Digestie van proteïnase K moet worden voortgezet tot de digestie voltooid is. Dit kan tot 48 uur duren. De monsters moeten worden uitgewassen in 200 µl ATE-buffer uit de Qiagen-extractiekit. Andere methoden voor monsterpreparatie moeten door de eindgebruiker worden gevalideerd. 3. Bewaren van geëxtraheerd DNA: vóór analyse bij -20 o C bewaren. Protocol monsterbepaling Het extra controleassaymengsel dat met de K-RAS Kit is meegeleverd, moet worden gebruikt voor het bepalen van het totale DNA in een monster. De controleassay amplificeert een regio van exon 4 van het K-RAS-gen. De monsters dienen te worden bewerkt met alleen het controleassay, met de gemengde standaard als positieve controle en water als de templateloze controle. Denk eraan dat de monsters gegroepeerd dienen te worden om de reagentia uit de K-RAS Kit optimaal te kunnen gebruiken. Alle proefruns moeten controles bevatten. Als er monsters apart worden getest, kost dat meer reagentia, waardoor er minder monsters met de K-RAS Kit kunnen worden getest. Protocol monsterbepaling klaarmaken van de plaat 1. Ontdooi het controlereactiemengsel en de gemengde standaard uit de K-RAS Kit bij kamertemperatuur. Meng elke oplossing na het ontdooien door elk buisje 10 keer om te keren, zodat plaatselijke zoutconcentraties worden vermeden. Bereid voldoende mengsels voor de DNAmonsters, één gemengde standaardreactie en één templateloze controlereactie, plus 2 reacties extra. 2. Gebruik voor het bereiden van het mastermengsel de hoeveelheden reagentia per reactie als aangegeven in tabel 3. Tabel 3: Volumes mastermengsel controleassay Assay Mastermengsel Reactiemengsel Taq (µl)x1 (µl)x1 Controleassay 19,8 0,2 3. Taq en reactiemengsels met Taq mogen NIET worden geschud omdat het enzym door schudden onwerkzaam kan worden. 4. Zorg ervoor dat de Taq vóór gebruik op kamertemperatuur is. Draai de flacon af zodat de Taq zich op de bodem van de flacon verzamelt, en pipetteer vervolgens door de tip van de pipet net onder het oppervlak van de Taq te plaatsen om het risico te verkleinen dat zich een overmaat aan Taq als laagje aan de tip hecht. Pagina 10 van 39

5. Meng het mastermengsel door de pipet voorzichtig op en neer te bewegen. 6. Doe onmiddellijk 20 µl controlemastermengsel in elke reactiewell. 7. Voeg onmiddellijk 5 µl monster, gemengde standaard of water (voor de templateloze controles) toe aan de reactiewells. 8. De plaat moet worden geïnstalleerd met de gemengde standaard in well A1 en de templateloze controle (water) in well A2. Alle andere gebruikte wells moeten de monsters bevatten. 9. Sluit de PCR-plaat af en draai de plaat kort af zodat de reagentia zich op de bodem van de wells verzamelen. 10. Stel het instrument in volgens de aanwijzingen voor het betreffende platform. Protocol monsterbepaling instelling LightCycler 480 Instrument 1. Doe de plaat onmiddellijk in het LightCycler 480 Instrument. 2. Selecteer het pictogram van de LightCycler 480 Software op het bureaublad van het aan het instrument gekoppelde werkstation. Log in op de software en selecteer in het Overview -scherm New Experiment from Template. Kies uit de lijst run templates K-RAS LC480II Run Template. Deze template heeft de volgende parameters: 1. Detectieformaat is DxS IVD Assays. 2. Reactievolume is 25. 3. Een initiële wachtstap van 4 minuten bij 95 C. 4. Een 2-stapsamplificatie gedurende 45 cycli met denaturatie gedurende 30 seconden bij 95 C en uitgloeien gedurende 1 minuut bij 60 C. De fluorescentieacquisitie is een enkelvoudige acquisitie bij de 60 C-stap. 3. Selecteer tabblad Sample Editor en selecteer onder Step 1 : Select Workflow het selectievakje Abs Quant. Zorg er onder Select Filter Combinations voor dat beide filters geselecteerd zijn (465-510 nm en 533-580 nm). Stel de monsternamen in onder Step 2 en Step 3. Het Quantification Sample Type dient te worden ingesteld als unknown. De kolom replicaten dient blanco te worden gelaten. 4. Selecteer de Experiment -knop en klik op de Start Run -knop om de proef op te slaan en de cyclus te starten. 5. Selecteer na afloop van de run het tabblad Analysis en kies Abs Quant/2nd Derivative Max in het Create New Analysis -venster. Pagina 11 van 39

Accepteer de standaarden uit het Create New Analysis -scherm. Zorg ervoor dat de Filter Comb -knop op 465-510 staat en selecteer de Calculate -knop. De Ct-waarden worden in de Samples -tabel weergegeven. 6. Selecteer de Filter Comb -knop en wijzig de filters in 533-580 nm. Selecteer de Calculate -knop, waarna de exogene controle Ct-waarden in de 'Samples'-tabel worden weergegeven. Protocol monsterbepaling instelling ABI7500 Instrument 1. Doe de plaat onmiddellijk in het ABI7500 Instrument. 2. Selecteer het pictogram van de 7500 System Software op het bureaublad van het aan het instrument gekoppelde werkstation. Open een nieuw runbestand uit het bestandsmenu in de 7500 Sequence Detection Software versie 1.4. 3. Selecteer Standard Curve (Absolute Quantification) onder Assay. Selecteer Standard 7500 onder Run Mode. 4. Ga naar het detectorinstellingenvenster door de Next -knop te selecteren. Voeg een FAM- en een JOE-detector aan de detectorenlijst toe, met quenchers ingesteld op none. Als deze detectoren niet al bestaan, selecteer dan de New Detectors -knop en stel een FAM- en een JOE-detector in met de quencher ingesteld op none. 5. Stel Passive Reference in op None en selecteer de Next -knop. 6. Selecteer de gehele plaat en vink de selectievakjes aan voor de FAMen de JOE-detectoren om ervoor te zorgen dat beide kleurstoffen in elke well worden gecontroleerd. Selecteer de Finish -knop. 7. Stel onder het tabblad Instrument de cyclus in als aangeven in tabel 4. Tabel 4: Cycluscondities ABI7500 Temperatuur Tijd Cycli Gegevensverzameling Fase 1 95 o C 4 min 1 Fase 2 95 o C 30 sec 60 o C 1 min 40 FAM, JOE 8. Selecteer de Start -knop om de proef op te slaan en de cyclus te starten. Pagina 12 van 39

9. Zorg er na afloop van de run voor dat de passieve referentie in het wellinspector-scherm ingesteld is op 'none'. Selecteer in het tabblad Amplification Plot alle gebruikte wells en selecteer de JOE-kleurstof in het detector-dropdown-menu. 10. Controleer het JOE-signaal van elk monster en vergelijk dit met het JOE-signaal in de NTC-well. Let op monsters die een verlate amplificatiecurve hebben of waarvan de amplificatie voor de exogene controle mislukt is in vergelijking met de NTC. 11. Selecteer in het tabblad Amplification Plot alle gebruikte wells en selecteer de FAM-kleurstof in het detector-dropdown-menu. Gebruik de automatische baseline-instellingen en de handmatige Ct, en stel vervolgens de drempel handmatig in het midden van de exponentiële fase in; gebruik daarbij de log-schaal voor de Y-as als beschreven in de gebruikershandleiding bij de ABI7500. 12. Selecteer de Analyse -knop om Ct-waarden te verkrijgen. Interpretatie van de monsterbepaling Bepaal de NTC-Ct-waarden om er zeker van te zijn dat geen sprake is van contaminatie die een positieve amplificatie in het FAM-kanaal oplevert (Ct kleiner dan 40) of van een mislukte exogene controlereactie in het HEXkanaal (geen Ct), wat op een instellingsprobleem duidt. De gemengde standaard dient een controleassay-ct (FAM-kanaal) op te leveren van 26-29 op de ABI7500 en 29 op het LightCycler 480 Instrument. De gegevens dienen niet te worden gebruikt als één van deze 2 runcontroles mislukt is. Controleassay-Ct 29-35: voorzichtig interpreteren omdat low-level mutaties mogelijk niet gedetecteerd worden. Controleassay-Ct 35-38: in dergelijke monsters zijn slechts een paar amplificeerbare DNA-kopieën aanwezig en de kans dat mutaties worden gezien, is alleen aanwezig als de meeste kopieën gemuteerd zijn. Controleassay-Ct 38: keur het monster af aangezien er een minimale hoeveelheid DNA aanwezig is en de K-RAS Kit geen mutaties erin kan detecteren. Let op: als een monster een late controleassay-ct oplevert, dient de exogene controle-ct van het monster te worden vergeleken met de exogene controle van de NTC. Als de exogene controle van het monster vergeleken met de NTC vertraagd of negatief is, kan er sprake zijn van een remmer. Het is mogelijk het effect van een remmer te reduceren door het monster te verdunnen, al wordt het DNA dan eveneens verdund. verdunning: Bij een controle-ct < 24 worden de mutatieassays overladen. s met een controle-ct < 24 moeten worden verdund. Pagina 13 van 39

Let op: Ct-waarden verkregen met de 2 e afgeleide methode op het LightCycler 480 Instrument kunnen iets verschillen van de Ct-waarden verkregen met LightCycler Adapt Software. Aanbevolen wordt geconcentreerde monsters zodanig te verdunnen dat ze > 24, maar < 29 zijn (Ctwaarden gebaseerd op de 7500 Sequence Detection Software of de LightCycler 480 Instrument Software), ervan uitgaande dat ½ verdunnen de Ct met 1 doet toenemen. 9. K-RAS-mutatiedetectieprotocol Lees vóór gebruik van de K-RAS Kit deze aanwijzingen zorgvuldig door en maak u vertrouwd met alle componenten van de kit. Om de K-RAS Kit efficiënt te gebruiken, moeten de monsters worden gegroepeerd in groepen van 10 (om één plaat met 96 wells te vullen). Kleinere groepen betekent dat er minder monsters met de K-RAS Kit kunnen worden getest. LightCycler 480 Instrument opstelling van de proef Voor elk DNA-monster moeten alle controle- en mutatie-assays worden geanalyseerd in dezelfde PCR-run om run/run-variaties te vermijden. 1. Ontdooi de reactiemengsels en de gemengde standaard uit de K-RAS Kit bij kamertemperatuur. Meng elke oplossing na het ontdooien door elk buisje 10 keer om te keren, zodat plaatselijke zoutconcentraties worden vermeden. Bereid voldoende mengsels voor de DNA-monsters, de gemengde standaard en de templateloze controles, plus 2 reacties extra per mengsel als aangegeven in tabel 5. Tabel 5: Volumes K-RAS-mastermengsel Assay Reactiemengsel (µl)x1 Mastermengsels Reactiemengsel (µl) Taq (µl)x1 per plaat (x14) Pagina 14 van 39 Taq (µl) per plaat (x14) Controleassay 19,8 0,2 277,2 2,8 Mutatieassays 19,8 0,2 277,2 2,8 2. Taq en reactiemengsels met Taq mogen NIET worden geschud omdat het enzym door schudden onwerkzaam kan worden. 3. Zorg ervoor dat de Taq vóór gebruik op kamertemperatuur is. Draai de flacon af zodat de Taq zich op de bodem verzamelt, en pipetteer vervolgens door de tip van de pipet net onder het oppervlak van de Taq te plaatsen om het risico te verkleinen dat zich een overmaat aan Taq als laagje aan de tip hecht. 4. Meng de mastermengsels door de pipet voorzichtig op en neer te bewegen. 5. Doe onmiddellijk 20 µl van de mastermengsels in de reactiewells.

6. Voeg onmiddellijk 5 µl monster, gemengde standaard of water (voor de templateloze controles) toe aan de reactiewells. Elk DNAmonster moet worden getest met zowel de controle- als alle mutatieassays. Tabel 6 toont de plaatindeling. Tabel 6: Plaatindeling K-RAS Kit Indeling met 96 wells Assay 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard Controle B Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard 12ALA C Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard 12ASP D Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard 12ARG E Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard 12CYS F Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard 12SER G Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard 12VAL H Gemengde NTC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 standaard 13ASP 7. Sluit de PCR-plaat af en draai de plaat kort af zodat de reagentia zich op de bodem van de wells verzamelen. 8. Doe de plaat onmiddellijk in het LightCycler 480 Instrument. LightCycler 480 Instrument instelling 1. Selecteer het pictogram van de LightCycler 480 Instrument Software op het bureaublad van het aan het instrument gekoppelde werkstation. Log in op de software en selecteer in de overzichtspagina New Experiment from Template. 2. Kies K-RAS LC480II Run Template uit de Run Templates -lijst (zie de paragraaf LightCycler 480 Instrument monsterbepaling voor de bijzonderheden). 3. Selecteer tabblad Sample Editor en selecteer onder Step 1: Select Workflow het selectievakje Abs Quant. Zorg er onder Select Filter Combinations voor dat beide filters geselecteerd zijn (465-510 nm en 533-580 nm). Stel de monsternamen in onder Step 2 en Step 3. In kolom 1 moet de monsternaam Mixed Standard zijn. In kolom 2 mag de monsternaam niet NTC zijn. In de kolommen 3-12 dienen monsternamen te zijn ingevoerd. In kolom 1 moeten de namen voor alle wells identiek zijn. Het Quantification Sample Type dient te worden ingesteld als unknown. Pagina 15 van 39

De replicate -kolom dient blanco te worden gelaten omdat de LightCycler Adapt Software geen rekening houdt met replicaten. 4. Selecteer de Experiment -knop en klik op de Start Run -knop om de proef op te slaan en de cyclus te starten. LightCycler 480 Instrument monsteranalyse 1. Exporteer de proef (.ixo-bestand) na afloop van de run op het LightCycler 480 Instrument via het navigatievenster naar een geschikte locatie die toegankelijk is met de LightCycler Adapt Software. 2. BELANGRIJK: De LightCycler Adapt Software is gevalideerd voor gebruik op één computersysteem, gedefinieerd als een enkele regeleenheid (werkstation) door Roche Diagnostics geleverd voor gebruik met één LightCycler 480 Instrument II. Deze validatie van de LightCycler 480 Adapt Software geldt momenteel alleen voor regeleenheden die standalone-computers zijn, d.w.z. geen deel uitmaken van een netwerk. Het gebruik van andere computers is verboden omdat de software dan mogelijk niet naar behoren functioneert. 3. Open de LightCycler Adapt Software door op het pictogram van de LightCycler Adapt Software op het bureaublad van het werkstation te klikken en de gebruikersnaam in het desbetreffende veld in te voeren. Deze naam wordt ingevoerd als de auteur van het rapport. 4. Gebruik de browser-knop in het hoofdmenu om één LightCycler 480 Instrument-runbestand te selecteren (om een selectie te verwijderen moet de software worden afgesloten en weer worden opgestart). 5. Selecteer een rapporttype (pdf of csv). Als csv wordt gekozen, wordt daarnaast automatisch een pdf-versie aangemaakt. 6. Selecteer Analyse om het resultatenrapport aan te maken. Het rapport wordt automatisch opgeslagen in de folder met het runbestand en krijgt dezelfde naam als het runbestand. 7. Het rapport wordt automatisch getoond. 8. Het rapporteerbare resultaat wordt getoond in de Mutation Status - kolom van de Sample Result Table. LightCycler Adapt Software rapportinterpretatie 1. Het LightCycler Adapt Software-rapport bevat algemene informatie over de analyse. 1.1. De auteur van het rapport is degene die de software heeft gedraaid en het rapport heeft aangemaakt. 1.2. De datum en het tijdstip van de analyse worden weergegeven. Pagina 16 van 39

2. Het rapport biedt een analyseoverzicht met de naam van het gebruikte runbestand plus het bestand met de definitie van de algoritme en de sequentie van de algoritme. De bijzonderheden over de algoritme liggen vast en kunnen niet worden gewijzigd. 3. In het resultatengedeelte staan de volledige naam en het bestandspad van de run op het LightCycler 480 Instrument plus de volgende bijzonderheden: 3.1. Het serienummer van het LightCycler 480 Instrument. 3.2. De naam van het instrument: de identifier die in de LightCycler 480 Instrument-software aan het LightCycler 480 Instrument is gegeven. 3.3. Datum van de run: datum en tijdstip van de run op het LightCycler 480 Instrument. 3.4. Runoperator: de naam van degene die op de LightCycler 480 Instrument-software was ingelogd toen de proef werd gedraaid. 3.5. Naam van de proef: naam van het runbestand. 3.6. Softwareversie: de versie van de software die op het LightCycler 480 Instrument gebruikt is. 3.7. Partijnummer: overgenomen van het Lot No -veld in het proefsetup-scherm van het LightCycler 480 Instrument. 4. De plaatindeling wordt verschaft met de monsternamen die overgenomen zijn uit het Sample Editor -scherm van het LightCycler 480 Instrument. 5. Er wordt een Run Summary Result verschaft waarbij de run als Valid of Invalid wordt benoemd. Dit hangt af van de runcontroles in kolom 1 en kolom 2. 6. Runcontroles 6.1. De LightCycler Adapt Software berekent automatisch de Ctwaarde voor de gemengde standaard met behulp van de formule Mutatie-Ct Controle-Ct = Ct 6.2. De LightCycler Adapt Software vergelijkt de waarden met de verwachte waarden in tabel 7. Tabel 7: LightCycler Adapt Software verwachte Ct-waarden Assay Gemengde standaard Ct 12ALA -0,61 12ASP -0,61 12ARG 0,34 12CYS -0,79 12SER -0,13 12VAL 0,1 13ASP -0,74 6.3. De CT- en de Ct-waarden worden gerapporteerd. Pagina 17 van 39

6.4. Voor de runcontroles in kolom 1 en kolom 2 worden de volgende waarschuwingen gerapporteerd: Tabel 8: LightCycler Adapt Software waarschuwingen voor de runcontroles Waarschuwing Betekenis CT_OUT_OF_RANGE FAM-Ct voor controleassay buiten bereik EXO_FAIL Voor de gemengde standaard is de controle-ct < 30 of negatief wanneer het FAM-resultaat negatief is DELTA_CT_OUT_OF_RANGE De mutatie- Ct-waarden liggen buiten het bereik van de set EXO_CONTROL_INVALID De exogene controlereactie in een NTC is mislukt TARGET_CHANNEL_INVALID De FAM-reactie heeft een positieve Ct-waarde in een NTC 6.4.1. De betekenissen van de waarschuwingen worden hieronder uitgebreider besproken: 6.4.1.1. CT_OUT_OF_RANGE: de controleassay voor de gemengde standaard moet een Ct-waarde hebben van 26,60 ± 2. Als de assay buiten dit bereik ligt, wordt deze waarschuwing weergegeven voor alle wells met gemengde standaard, aangezien de Ct-waarden niet worden berekend en de gemengde standaard ongeldig is. Dit geeft aan dat de controleassay niet goed werkt. 6.4.1.2. EXO_FAIL: deze waarschuwing wordt weergegeven als de exogene controleassay in een van de wells met gemengde standaard lager is dan 30; dit kan erop duiden dat sprake is van PCR-contaminatie in dit mengsel. Als de exogene controleassay mislukt wanneer een FAMreactie in een van de wells met de gemengde standaard mislukt, wordt de waarschuwing EXO_FAIL ook getoond. Dit duidt op een probleem met deze assay, dat tot fout-negatieve resultaten kan leiden. De gemengde standaard is al ongeldig geworden vanwege de mislukte FAM. 6.4.1.3. DELTA_CT_OUT_OF_RANGE: als de Ct-waarden van de gemengde standaard binnen ± 2,00 liggen van de waarden in tabel 7, rapporteert de software de status als geldig. Als de Ct buiten het verwachte bereik ligt, is de status ongeldig en wordt deze waarschuwing getoond. Dit duidt op een probleem met een assay dat tot foute resultaten kan leiden. 6.4.1.4. EXO_CONTROL_INVALID: in de wells met templateloze controle moet de exogene controleassay in alle 8 wells een positief resultaat opleveren (Ct < 41). Als het resultaat negatief is, wordt deze waarschuwing weergegeven en de status als ongeldig getoond. Pagina 18 van 39

Dit duidt op een probleem met de assay, dat tot foute resultaten kan leiden. 6.4.1.5. TARGET_CHANNEL_INVALID: in de 8 wells met templateloze controle moet het FAM-resultaat negatief zijn (Ct > 38). Amplificatie duidt op contaminatie. Een positief resultaat leidt ertoe dat deze waarschuwing wordt weergegeven en de templateloze controle ongeldig is. 6.5. Als een well met gemengde standaard of een well met templateloze controle de status ongeldig krijgt, wordt in het Run Summary Result het resultaat als Run Invalid weergegeven. In de Sample Result Table worden de monsternamen en controle-ct-waarden gerapporteerd,maar wordt de mutatiestatus als Invalid gerapporteerd. De gemengde standaard geeft aan dat alle assays goed werken. Als dat niet het geval blijkt te zijn, kan dat tot een foutpositieve of fout-negatieve mutatie-uitslag leiden. De templateloze controle geeft aan dat de mastermengsels niet gecontamineerd zijn en dat de exogene controle werkt zoals verwacht. 6.6. In het onwaarschijnlijke geval dat de LightCycler Adapt Software een foutmelding geeft, raadpleeg dan paragraaf 12 Technische ondersteuning. 7. resultaten 7.1. De Sample Result Table rapporteert monsternamen, overgenomen uit de LightCycler 480 Instrument-software, en controleassay-ct-waarden. 7.2. De LightCycler 480 Adapt Software berekent Ct-waarden en bepaalt of een monster mutatiepositief of mutatienegatief is op basis van de 1% cut-off-waarden uit tabel 9. Tabel 9: LightCycler Adapt Software 1% cut-off-waarden Assay 1% delta-ct 12ALA 6,25 12ASP 7,72 12ARG 6,83 12CYS 6,95 12SER 8,95 12VAL 6,5 13ASP 9,09 7.3. Als een mutatie- Ct-waarde voor een monster lager is dan de bijbehorende 1% cut-off-waarde, wordt het monster als mutatiepositief benoemd. De LightCycler Adapt Software rapporteert welke mutatie aanwezig is, maar rapporteert slechts één mutatie. Pagina 19 van 39

Als er 2 positieve Ct-waarden zijn, wordt de kleinste waarde gerapporteerd. Aangenomen wordt dat de tweede waarde het gevolg is van kruisreactiviteit van een mutatieprimer die zich vanuit een andere mutatie bindt en primet. In zeldzame gevallen waarin sprake is van een dubbele mutatie is de klinische beslissing dezelfde als wanneer er sprake is van één mutatie. 7.4. Als de monster- Ct-waarden groter zijn dan de 1% Ct-waarden, wordt het monster als mutatienegatief gerapporteerd (kan een mutatie bevatten, maar dan bij een zodanig niveau dat die buiten de limieten van de kit valt). 7.5. Waarschuwingen 7.5.1. De LightCycler Adapt Software rapporteert voor de monsters in de Sample Result Table een aantal waarschuwingen als beschreven in tabel 10. Tabel 10: LightCycler Adapt Software waarschuwingen Waarschuwing Betekenis REP_DILUTION De controle-ct is kleiner dan 24 CONF_LEVEL De controle-ct is groter dan 28,9 en er wordt geen mutatie gerapporteerd LIMITED De controle-ct is groter dan 35 EXO_FAIL De exogene controleassay is mislukt wanneer de FAM-reactie in een mutatiereactie eveneens mislukt is of de exogene controle-ct is kleiner dan 30 FAIL De software is niet in staat een curve als positief of negatief te benoemen 7.5.2. De betekenissen van de waarschuwingen worden hieronder uitgebreider besproken: 7.5.2.1. REP_DILUTION: controle-ct < 24. De assays zijn gevalideerd tot een DNA-niveau dat een controle-ct van 24 of hoger oplevert. Als een monster een lagere controleassay-ct oplevert dan moet het worden verdund om ervoor te zorgen dat het binnen het geldige werkbereik valt. 7.5.2.2. CONF_LEVEL: controle-ct > 28,9. De waarschuwing CONF_LEVEL wordt weergegeven bij een negatief monster met een controle-ct > 28,9. Mutatie-Ct-waarden worden als negatief of buiten de limieten van de kit geclassificeerd wanneer ze groter dan of gelijk aan 38 zijn. Een controle-ct van 28,9 of lager is nodig om voldoende DNA te verkrijgen om, gezien de 1% cut-offwaarden en de Ct-cut-off-waarde van 38, 1% mutatie te kunnen detecteren. Als de controle-ct hoger is dan 28,9 en er wordt een mutatie gedetecteerd, wordt de positieve mutatie weergegeven en blijft deze waarschuwing achterwege aangezien dit monster een duidelijke mutatie bevat. Pagina 20 van 39

Als de controle-ct echter hoger is dan 28,9 en het monster mutatienegatief blijkt te zijn, wordt deze waarschuwing weergegeven om aan te geven dat er mogelijk low-level mutaties gemist zijn. Naarmate de controle-ct hoger dan 28,9 wordt, neemt de gevoeligheid van mutatiedetectie af. 7.5.2.3. LIMITED: controle-ct > 35. Dit geeft aan dat er zeer weinig amplificeerbaar DNA aanwezig is en er dus alleen mutaties kunnen worden gedetecteerd wanneer die in hoge percentages aanwezig zijn. Als bij LIMITEDmonsters een positieve mutatie een Ct < 38 oplevert, krijgt de mutatie toch de status Valid en wordt deze mutatie gerapporteerd. De aanwezigheid van low-level mutaties in een monster met een negatief resultaat en een LIMITED-waarschuwing kan niet buiten beschouwing worden gelaten. 7.5.2.4. EXO_FAIL: de software controleert op amplificatie van de exogene controleassay om vast te stellen of er sprake kan zijn van een remmer, wat tot een fout-negatief resultaat kan leiden. De volgende logica wordt gehanteerd: a. De exogene controlereactie wordt alleen in de mutatiereactiewells bepaald, niet in de controlereactiewell, met uitzondering van de kolommen gemengde standaard en NTC (zie punt 6) of als er een exogene controle-ct < 30 is. b. Als een mutatie positief wordt genoemd, maar de exogene controleassay in de mutatiepositieve well is mislukt, wordt de EXO_FAIL-waarschuwing niet weergegeven aangezien er sprake kan zijn van competitieve remming vanuit de FAM-reactie. De mutatiestatus is Valid. c. Als een monster in een mutatiewell als positief wordt benoemd en een exogene controleassay in een andere mutatiewell voor hetzelfde monster is mislukt, wordt de mutatie in de eerste well benoemd en is het resultaat Valid. Er wordt echter een EXO_FAILwaarschuwing weergegeven. Deze waarschuwing geeft aan dat er een probleem met de assay is in de well waarin de exogene controleassay mislukt is en er mogelijk een mutatie in deze well gemist is. Het is mogelijk dat de genoemde mutatie kruisreactiviteit tussen de assays is in plaats van een echte mutatie die gemist is. De mutatiestatus in de assay die de mutatie als positief benoemt, blijft echter geldig aangezien er duidelijk sprake is van een mutatie en de klinische beslissing dezelfde blijft, ongeacht van welke mutatie sprake is. Pagina 21 van 39

d. Als het monster als negatief wordt benoemd, maar in een van de mutatieassays is een exogene controlereactie mislukt, wordt de EXO_FAIL-waarschuwing weergegeven en is de status Invalid. Het is mogelijk dat er een mutatie gemist is. e. Als in een van de 8 wells de exogene controleassay- Ct < 30 is, wordt de EXO_FAIL-waarschuwing weergegeven en is de status Invalid. Het is mogelijk dat er in deze assay sprake is van PCR-productcontaminatie. f. Het LightCycler 480 Instrument-runbestand kan worden gecontroleerd om vast te stellen wat de mogelijke oorzaak is van het mislukken van exogene controleassays. Als alle exogene controlereacties in een kolom mislukt zijn, kan er sprake zijn van een remmer. Als dit slechts in 1 well het geval is, kan er een probleem met de plaat zijn. 7.5.2.5. FAIL: er wordt een FAIL-waarschuwing weergegeven wanneer de software niet in staat is te bepalen of een amplificatiecurve positief of negatief is, bijvoorbeeld als de curve een abnormale vorm heeft. 7.5.3. De LightCycler Adapt Software controleert of de monsternaam binnen een kolom identiek is om er zeker van te zijn dat de mutatie- en controleassay-ct-waarden, gebruikt voor het berekenen van Ct-waarden, afkomstig zijn uit hetzelfde monster. De monsternamen worden overgenomen uit het proefrunbestand in het 'Sample Editor -scherm van het LightCycler 480 Instrument. Als ergens in de kolom de monsternaam niet klopt, rapporteert de software SAMPLE MISMATCH in de Sample Name -kolom in de Sample Result Table. In de plaatindeling rapporteert de software de monsternaam gevolgd door (MISMATCH). Als dit een typefout is, kan de naam in het LightCycler 480 Instrument-runbestand worden gecorrigeerd en de gegevens opnieuw met de LightCycler Adapt Software worden geanalyseerd. ABI7500 opstelling van de proef Voor elk DNA-monster moeten alle controle- en mutatie-assays worden geanalyseerd in dezelfde PCR-run om run/run-variaties te vermijden. 1. Ontdooi de reactiemengsels en de gemengde standaard uit de K-RAS Kit bij kamertemperatuur. Meng elke oplossing na het ontdooien door elk buisje 10 keer om te keren, zodat plaatselijke zoutconcentraties worden vermeden. Bereid voldoende mengsels voor de DNA-monsters, de gemengde standaard en de templateloze controles, plus 2 reacties extra per mengsel als aangegeven in tabel 11. Pagina 22 van 39

Tabel 11: Volumes K-RAS-mastermengsel Assay Reactiemengsel (µl)x1 Mastermengsels Reactiemengsel (µl) Taq (µl)x1 per plaat (x14) Taq (µl) per plaat (x14) Controleassay 19,8 0,2 277,2 2,8 Mutatieassays 19,8 0,2 277,2 2,8 2. Taq en reactiemengsels met Taq mogen NIET worden geschud omdat het enzym door schudden onwerkzaam kan worden. 3. Zorg ervoor dat de Taq vóór gebruik op kamertemperatuur is. Draai de flacon af zodat de Taq zich op de bodem verzamelt, en pipetteer vervolgens door de tip van de pipet net onder het oppervlak van de Taq te plaatsen om het risico te verkleinen dat zich een overmaat aan Taq als laagje aan de tip hecht. 4. Meng de mastermengsels door de pipet voorzichtig op en neer te bewegen. 5. Doe onmiddellijk 20 µl van de mastermengsels in de reactiewells. 6. Voeg onmiddellijk 5 µl monster, gemengde standaard of water (voor de templateloze controles) toe aan de reactiewells. Elk DNAmonster moet worden getest met zowel de controle- als de mutatieassays. Tabel 12 toont de plaatindeling. Tabel 12: ABI7500 K-RAS-plaatindeling Indeling met 96 wells Assay 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A NTC standaard 1 Controle 2 3 4 5 6 7 8 9 B 12ALA C 12ASP D 12ARG E 12CYS F 12SER G 12VAL H 13ASP Gemengde NTC standaard 1 Gemengde NTC standaard 1 Gemengde NTC standaard 1 Gemengde NTC standaard 1 Gemengde NTC standaard 1 Gemengde NTC standaard 1 Gemengde NTC standaard 1 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 10 10 10 7. Sluit de PCR-plaat af en draai de plaat kort af zodat de reagentia zich op de bodem van de wells verzamelen. Pagina 23 van 39

8. Doe de plaat onmiddellijk in het ABI7500 Instrument. ABI7500 Instrument instelling 1. Selecteer het pictogram van de 7500 System Software op het bureaublad van het aan het instrument gekoppelde werkstation. Open een nieuw runbestand uit het bestandsmenu in de 7500 Sequence Detection Software versie 1.4. 2. Selecteer Standard Curve (Absolute Quantification) onder Assay. Selecteer Standard 7500 onder Run Mode. 3. Ga naar het detectorinstellingenvenster door de Next -knop te selecteren. Voeg een FAM- en een JOE-detector aan de detectorenlijst toe, met quenchers ingesteld op none. Als deze detectoren niet al bestaan, selecteer dan de New Detectors -knop en stel een FAM- en een JOE-detector in met de quencher ingesteld op none. 4. Stel Passive Reference in op None en selecteer de Next -knop. 5. Selecteer de gehele plaat en vink de selectievakjes aan voor de FAMen de JOE-detectoren om ervoor te zorgen dat beide kleurstoffen in elke well worden gecontroleerd. Selecteer de Finish -knop. 6. Stel onder het tabblad Instrument de cyclus in als aangeven in tabel 13. Tabel 13: Cycluscondities ABI7500 Temperatuur Tijd Cycli Gegevensverzameling Fase 1 95 o C 4 min 1 Fase 2 95 o C 30 sec 60 o C 1 min 40 FAM, JOE 7. Selecteer de Start -knop om de proef op te slaan en de cyclus te starten. ABI7500 monsteranalyse 1. Zorg ervoor dat de passieve referentie in het wellinspector-scherm ingesteld is op none. 2. Controleer of elke well een JOE-signaal geeft van de exogene controleassay. a. Als de exogene controleassay een positief resultaat oplevert, ga dan door met de analyse. b. Als de exogene controleassay is mislukt, maar de FAM-reactie heeft krachtig geamplificeerd, ga dan door met de analyse omdat de FAM-reactie sterker is geweest dan de exogene controlereactie. Pagina 24 van 39

c. Als zowel de FAM-reactie als de exogene controlereactie is mislukt, mogen de gegevens niet worden gebruikt omdat er mogelijk remmers aanwezig zijn. Deze remmers kunnen fout-negatieve resultaten veroorzaken. 3. Selecteer in het tabblad Amplification Plot alle gebruikte wells en selecteer de FAM-kleurstof in het detector-dropdown-menu. Gebruik de automatische baseline-instellingen en de handmatige Ct, en stel vervolgens de drempel handmatig in het midden van de exponentiële fase in; gebruik daarbij de log-schaal voor de Y-as als beschreven in de gebruikershandleiding bij de ABI7500. 4. Analyseer de gegevens en bereken de Ct-waarde als volgt: [Ct monstermutatieassay] [Ct monstercontroleassay] = Ct De gegevens kunnen naar Microsoft Excel worden geëxporteerd om ze gemakkelijker te kunnen analyseren. ABI7500 gegevensinterpretatie 1. Controle-Ct-waarden: 1.1. De controle-ct-waarde moet 24 zijn om het overbelasten van de assay te vermijden. 1.2. Controle-Ct < 29: de K-RAS Kit is in staat zo weinig als 1% mutatie in deze monsters te detecteren. 1.3. In monsters met een controle-ct 29 detecteert de kit niet tot 1% mutaties, maar nog wel hogere mutatieniveaus. 1.4. Controle-Ct 35: in het monster zijn slechts een paar amplificeerbare DNA-kopieën aanwezig en de kans dat mutaties worden gezien is alleen aanwezig als de meeste kopieën gemuteerd zijn. 1.5. Controle-Ct 38: er is weinig DNA en de gegevens mogen niet worden gebruikt. 2. Ct-waarden gemengde standaard 2.1. De Ct-waarden van de gemengde standaard dienen als de waarden in tabel 14 te zijn, maar door verschillende drempelinstellingen op verschillende instrumenten kunnen variaties van ± 2 optreden. Tabel 14: ABI7500 Ct-waarden en 1% cut-off-punten van de gemengde standaard Assays Gemengde standaard Ct Acceptabel bereik gemengde standaard 1% Ct monster 12ALA -0,70-2,70 tot 1,30 6,5 12ASP -1,04-3,04 tot 0,96 8 12ARG -0,02-2,02 tot 1,98 8 12CYS -0,98-2,98 tot 1,02 7 12SER 0,02-1,98 tot 2,02 9 12VAL -0,19-2,19 tot 1,81 6,5 13ASP -1,12-3,12 tot 0,88 9 Pagina 25 van 39

3. - Ct-waarden: 3.1. Als de monster- Ct-waarde hoger is dan de 1% waarde (als aangegeven in tabel 14), wordt het DNA-monster geclassificeerd als mutatienegatief of als onder de limieten van de K-RAS Kit. 3.2. Als de monster- CT kleiner is dan de 1% waarde, wordt het DNAmonster geclassificeerd als mutatiepositief. 3.3. Mutatie-Ct-waarden van 38 of hoger moeten als negatief of lager dan de limieten van de kit worden gescoord. 10. Beperkingen van de test Een monstercontroleassay-ct < 29 op de ABI7500 en < 28,9 op het LightCycler 480 Instrument is nodig om 1% mutatie te detecteren in een achtergrond van wildtype DNA. De assays zijn niet in staat 1% mutatie te detecteren in monsters met een hogere controle-ct-waarde; de gevoeligheid van mutatiedetectie neemt af als de controle-ct boven deze waarden uitstijgt. De controle-ct-waarde van een DNA-monster wordt gebaseerd op de concentratie zoals die met PCR is bepaald. Waarden op basis van meting van optische dichtheid komen in gefragmenteerde DNA-monsters niet overeen met controleassay-ct-waarden. Er wordt extra controlereactiemengsel geleverd om de monster-ct-waarden te kunnen bepalen voordat een run met de kit wordt uitgevoerd. Als een monster een mutatiepositief resultaat te zien geeft bij een mutatie- Ct 38, moet de assay als negatief of lager dan de limieten van de kit worden gescoord. De LightCycler Adapt Software doet dit automatisch. Er kan zich enige kruisreactiviteit tussen mutatiereacties voordoen. Als bijvoorbeeld een high-level 12ALA-mutatie wordt gezien, geven enkele andere mutatiereacties eveneens een positief resultaat te zien. Dit komt doordat de ARMS-primers andere mutaties binnen een paar basen van elkaar detecteren. Op synthetisch controlemateriaal vormt de kruisreactiviteit een leesbaar patroon op de ABI7500 waarmee de echte positieve mutatie uit verscheidene signalen te onderscheiden is (zie tabel 15). Pagina 26 van 39