Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen



Vergelijkbare documenten
Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze.

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB

Figuur 1: onderverdeling spitsmijdingen per gebied. Figuur 2 bekendheid Ga 3.0 acties.

Onderzoek Fietsen in Schiedam 2015 Maart 2015 Gemeente Schiedam Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen

Fietsen in Groningen 2016

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

Fietsparkeren in Leiden

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Fietsen in Groningen 2017

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Quickscan Stichting Katholiek Onderwijs Enschede

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

BURGERPANEL LANSINGERLAND

Fietsen scoort voor een beter klimaat.

Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008

Resultaten Bewonerspanel: : septemberpeiling 2012

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 68%.

Fietsen Scoort.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

Resultaten enquête Uithoornlijn

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer.

RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014

Uitkomsten t.b.v. de visie

Ketenanalyse Woon- Werkverkeer

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Onderzoek onder medewerkers Eekte Hazewinkel Jufferbeek

15% Slimmer Reizen Enquête. Factsheet: Universiteit Twente. 435 van 2900 uitgenodigde werknemers. Dit is een respons van

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Werkbelevingsonderzoek 2013

Autogebruik en deelauto's

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Twente

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

Nederland. Het mobiliteitsgedrag van Nederlanders in kaart met het TNS NIPO Mobiliteitspanel onderweg

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Fietsen in deelgemeente Noord

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Hoe denkt Zoetermeer over parkeren?

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

Amsterdam-Noord en de recessie

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Stadspanel: Oud en nieuw 2018

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

4.A.1 Inventaris ketenanalyse 1

Resultaten enquête. Schriftelijke en mondelinge communicatie van Basisschool de Gansbeek naar ouders

De reiskostenregeling voor de sociale werkvoorziening. Dit zijn de belangrijkste punten

Burgerpanel Lansingerland

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

259 mensen hebben de enquête volledig ingevuld. Dat is bijna een kwart van alle schoolbesturen (22%).

Hoofdstuk 12. Fietsgebruik

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Milieubarometer

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Resultaten Monitor Mobiliteitsmanagement

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Vervoer in het dagelijks leven

Een succesvol verkeersspel voor basisscholen

Elektrische fiets gebruik als gevolg van fietsstimuleringsprogramma B-Riders

Juiste richting 27,6% Verkeerde richting 49,3% Geen mening 23,1%

QUICKSCAN [BEDRIJFSNAAM]

Resultaten peiling (maatwerk) vervoer Rijssen-Holten Panel. Juli 2017

Internetpanel over de proef met de gratis bus

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Resultaten fietsenquête

Gezondheidsbeleid Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

ONDERZOEK IBP COMMUNICATIE VERKEER

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 20. Fietsgebruik

Voortgangsrapportage. Scope 3 CO 2- emissies. Tweede halfjaar 2015

Daling ziekteverzuim Betere bereikbaarheid Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Tevreden werknemers

Gescheiden gft inzameling Nesselande

XI. Panelonderzoek: Invloed forensen op het huishouden, Werken aan de weg

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

LEERLINGENVERVOER 2013

18 december van 10. Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Voortgangsrapportage. Scope 3 CO 2- emissies

Transcriptie:

Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009 Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of worden bewerkt en/of worden samengevat, in welke vorm dan ook, zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van DTV Consultants B.V.

INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING...1 2. ENQUÊTERESULTATEN...2 2.1 Branche...2 2.2 Reisafstand...2 2.3 Aantal werkdagen...2 2.4 Fietsgebruik...3 2.5 Autogebruik...4 2.6 CO 2 -reductie...7 2.7 Redenen om met de fiets naar het werk te gaan...7 2.8 Redenen om niet met de fiets naar het werk te gaan...8 2.9 Specifieke belemmeringen...9 2.10 Stellingen...9 ii

1. INLEIDING Alle deelnemers aan Trappers hebben vanaf half november tot en met begin december 2008 de mogelijkheid gehad om een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst is vooral bedoeld om inzicht te krijgen in de omvang van het fiets- en autogebruik van de deelnemers en de wijzigingen daarin ná de start met Trappers. Ook wordt duidelijk waarom deelnemers met de fiets of auto naar het werk reizen en welke argumenten daarbij een rol spelen. Respondenten konden belemmeringen om te fietsen noemen die ze ervaren bij de werklocatie en werden tenslotte gevraagd te reageren op een aantal stellingen. In totaal zijn 1.132 vragenlijsten ingevuld. Dit geeft bij 3.349 deelnemers een respons van 34 procent. In deze rapportage worden de resultaten bondig weergegeven. Bij de presentatie van de gegevens wordt de volgorde van de vragenlijst zoveel mogelijk aangehouden. Omdat niet iedere respondent een antwoord geeft op elke vraag, is het totaal aan antwoorden niet steeds gelijk aan 1.132. Analyse enquête Trappers 1

2. ENQUÊTERESULTATEN 2.1 Branche Van alle respondenten is het merendeel werkzaam in de gezondheidszorg: dit geldt voor 60,5 procent van de respondenten. Tabel 2.1 Branche waarin respondenten werkzaam zijn Branche Aantal Percentage financiële sector (bank, verzekeringen) 117 10,3% gezondheidszorg (ziekenhuis, GGZ, GGD) 685 60,5% onderwijs 219 19,3% andere overheidsorganisatie 24 2,1% overige branches 87 7,7% totaal 1.132 100% 2.2 Reisafstand De meeste respondenten hebben een relatief korte reisafstand. Iets meer dan 80 % van de respondenten (81,8 procent) woont binnen 10 kilometer van de werklocatie. Bijna de helft van de respondenten (46,8 procent) woont binnen 5 kilometer van het werk. Toch fietst nog 3 procent meer dan 20 kilometer naar het werk. Tabel 2.2 Reisafstand enkele reis Reisafstand enkele reis Aantal Percentage 0 tot 5 kilometer 529 46,8% 5 tot 10 kilometer 396 35,0% 10 tot 15 kilometer 130 11,5% 15 tot 20 kilometer 40 3,5% meer dan 20 kilometer 35 3,1% totaal 1.130 100% 2.3 Aantal werkdagen Meer dan 70 procent van de respondenten (70,8 procent) werkt 4 dagen per week of meer. Tabel 2.3 Aantal werkdagen Aantal werkdagen Aantal Percentage 1 dag 3 0,3% 2 dagen 59 5,2% 3 dagen 253 22,3% 4 dagen 372 32,9% 5 dagen 429 37,9% variabel/op afroep 16 1,4% totaal 1.132 100% Analyse enquête Trappers 2

2.4 Fietsgebruik Vóór de deelname aan Trappers was het fietsgebruik al hoog te noemen. Iets meer dan 50 procent van de respondenten (50,2 procent) gebruikte al minimaal 4 dagen per week de fiets om naar het werk te reizen en bijna een kwart (23,5 procent) alle dagen. Bijna 6 procent van de respondenten (5,7 procent) gebruikte nooit de fiets voor het woon-werkverkeer. Ter vergelijking: het aandeel van de fiets in het totale woon-werkverkeer in Nederland is 27 procent. Tabel 2.4 Fietsgebruik voor deelname aan Trappers Fietsgebruik Aantal Percentage 5 dagen per week 265 23,5% 4 dagen per week 301 26,7% 3 dagen per week 241 21,4% 2 dagen per week 136 12,1% 1 dag per week 67 5,9% minder dan 1 dag per week 53 4,7% nooit 64 5,7% totaal 1.127 100% Het gemiddelde gebruik van de fiets vóór de deelname aan Trappers is 3,2 keer per week. Na deelname aan Trappers, gebruikt bijna 60 procent van de respondenten (57,7 procent) minimaal 4 keer per week de fiets voor het woon-werkverkeer. Hierboven staat dat dat vóór de deelname aan Trappers 50,2 procent was. Dit is een indicatie voor het stijgende gebruik van de fiets als gevolg van de start met Trappers. Slechts 0,1 procent (1 respondent) gebruikt de fiets na de start met Trappers nooit (was 5,7 procent). Tabel 2.5 Huidig fietsgebruik Fietsgebruik Aantal Percentage 5 dagen per week 297 26,4% 4 dagen per week 353 31,3% 3 dagen per week 287 25,5% 2 dagen per week 142 12,6% 1 dag per week 35 3,1% minder dan 1 dag per week 12 1,1% nooit 1 0,1% totaal 1.127 100% Het actuele fietsgebruik is met 0,4 keer gestegen tot gemiddeld 3,6 keer per week vergeleken met de situatie vóór deelname aan Trappers. Het aantal gefietste ritten is met 13 procent toegenomen (van 3.604 naar 4.080 gefietste ritten). Bijna een kwart van de respondenten (24,1 procent) geeft aan dat men na de deelname aan Trappers meer gebruik maakt van de fiets. Zie tabel 2.6 op de volgende pagina. De stijging van het fietsgebruik wordt ook duidelijk in figuur 2.1 op de volgende pagina. Hierin staat de verdeling van het aantal dagen dat de fiets wordt gebruikt voor en na de invoering van Trappers. Analyse enquête Trappers 3

gebruik Trappers 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% voor Trappers met Trappers 4 dagen per week 5 dagen per week 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week minder dan 1 dag... nooit aantal keer per week Afbeelding 2.1 Verdeling gebruik fiets voor en met Trappers Tabel 2.6 Verandering in fietsgebruik (relatief) Verandering Aantal Percentage Meer fietsgebruik 271 24,1% Fietsgebruik gelijk 799 71,1% Minder fietsgebruik 53 4,7% totaal 1.123 100% 2.5 Autogebruik Vóór de deelname aan Trappers gebruikte 37,3 procent van de respondenten nooit de auto in het woon-werkverkeer. Ruim 15 procent van de respondenten (15,2 procent) gebruikte de auto minimaal 3 dagen per week. Deze resultaten zijn in lijn met de gegevens over de wijzigingen in het gebruik van de fiets in de vorige paragraaf. Tabel 2.7 Autogebruik vóór deelname aan Trappers Autogebruik Aantal Percentage 5 dagen per week 36 3,2% 4 dagen per week 70 6,2% 3 dagen per week 65 5,8% 2 dagen per week 109 9,7% 1 dag per week 141 12,5% minder dan 1 dag per week 286 25,4% nooit 421 37,3% totaal 1.128 100% Analyse enquête Trappers 4

Gemiddeld werd vóór de deelname aan Trappers door de respondenten 0,9 keer per week gebruik gemaakt van de auto voor het woon-werkverkeer. Daarbij zijn we er van uitgegaan dat iemand die aangeeft minder dan 1 dag per week de auto of de fiets te gebruiken, 0,25 per week de auto gebruikt. Na deelname aan Trappers gebruikt ruim 45,4 procent van de respondenten de auto nooit voor het woon-werkverkeer (was 37,3 procent). Het totale aantal autoritten per week was 1.085. Tabel 2.8 Huidig autogebruik Autogebruik Aantal Percentage 5 dagen per week 1 0,1% 4 dagen per week 12 1,1% 3 dagen per week 34 3,0% 2 dagen per week 65 5,8% 1 dag per week 157 14,0% minder dan 1 dag per week 345 30,7% nooit 511 45,4% totaal 1.125 100% Het totale aantal autoritten is nu 528. Het huidige autogebruik is van gemiddeld 0,9 keer per week vóór deelname aan Trappers gedaald naar 0,5 keer per week (oftewel een verschil van 557 ritten). Meer dan een kwart van de respondenten (27,7 procent) geeft aan dat men na de deelname aan Trappers minder van de auto gebruik maakt. Zie tabel 2.9. Tabel 2.9 Verandering in autogebruik relatief Verandering Aantal Percentage Meer autogebruik 40 3,6% Autogebruik gelijk 773 68,8% Minder autogebruik 311 27,7% totaal 1.124 100 % Wanneer de verandering in het autogebruik getotaliseerd wordt voor alle respondenten, dan blijkt dat door de respondenten bijna 557 keer per week minder van de auto gebruik wordt gemaakt. Het verschil met de stijging van het fietsgebruik (zie paragraaf 2.4), kan worden veroorzaakt door een verschuiving naar het gebruik van andere vervoermiddelen (zoals openbaar vervoer of samen rijden) en wijzigingen in het aantal dagen woon-werkverkeer (bijvoorbeeld door de toename van thuiswerken of part-timewerken). Op het totaal aantal ritten per week (en dus de modal-split) is de besparing ongeveer 11 procent. De respondenten vertegenwoordigen een deel van de medewerkers van de bedrijven en instellingen die met Trappers zijn gestart. Om de invloed van de invoering van Trappers op de bereikbaarheid in algemene termen vast te stellen, moet bekend zijn hoe groot die totale groep medewerkers is. Analyse enquête Trappers 5

Om een voorbeeld te geven: als de deelnemers aan Trappers de helft van het personeelsbestand vormen, is de invloed op de reductie van het autogebruik in de modal-split (de verdeling van de gebruikte vervoermiddelen in het woon-werkverkeer) 5,5 procent (de helft van de 11 % van de vorige pagina). Ter vergelijking: de doelstelling die de Taskforce Mobiliteitsmanagement heeft gesteld is 5 procent reductie van autokilometers in de spits 1. Het zal duidelijk zijn dat Trappers aan de realisatie van deze doelstelling een behoorlijke bijdrage zou kunnen leveren. 1 De Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM), ingesteld door het kabinet om het aantal filekilometers in de spits te reduceren, bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de sociale partners en de rijksoverheid en wordt voorgezeten door Lodewijk de Waal. Zie voor meer informatie www.tfmm.nl Analyse enquête Trappers 6

2.6 CO 2 -reductie Op basis van de afname van het aantal dagen dat met de auto naar het werk wordt gereisd in combinatie met de reisafstand kan worden berekend wat de besparing in CO 2 -uitstoot is. Totaal wordt door de respondenten per week 557 keer minder gebruik gemaakt van de auto voor het woon werkverkeer. Wanneer hierbij de reisafstand wordt betrokken dan blijkt dat er per week 8.711 kilometer minder met de auto wordt gereisd. Indien wordt aangenomen dat de gemiddelde CO 2 -uitstoot 180 gr/km is dan resulteert dit in een totale CO 2 -reductie van 1.560.000 gram per week. Dit komt overeen een reductie van ruim 1,5 ton CO 2 per week. Uitgaande van een respons op de enquête van 34 % is de werkelijke CO 2 -reductie hoger. Wanneer wordt aangenomen dat er geen selectieve non-respons is (dan gaan we ervan uit dat mensen die de enquête niet hebben ingevuld dezelfde kenmerken hebben als mensen die de enquête wel hebben ingevuld. Vaak blijken fervente autogebruikers onder de groep nonrespondenten relatief meer vertegenwoordigd te zijn), dan is de totale CO 2 -reductie ruim 4 ton CO 2 per week. 2.7 Redenen om met de fiets naar het werk te gaan De belangrijkste redenen om met de fiets naar het werk te gaan zijn de invloed van fietsen op de gezondheid en conditie (94,7 % van de respondenten vindt dit (erg) belangrijk) en het milieu (86,8 % van de respondenten vindt dit (erg) belangrijk). Ook kosten is een belangrijk argument: 73,7 procent van de respondenten vindt dit een belangrijk of erg belangrijk argument. Zie tabel 2.10 op de volgende pagina voor de complete resultaten. Analyse enquête Trappers 7

Tabel 2.10 Redenen om met de fiets naar het werk te gaan Reden fietsgebruik erg belangrijk belangrijk niet zo belangrijk onbelangrijk n.v.t. Ik word er door mijn werkgever voor beloond 6,5% 27,9% 40,7% 19,1% 5,9% Het is de snelste manier om naar mijn werk te komen 23,0% 36,0% 21,5% 9,6% 9,8% Het spaart kosten, het is goedkoper 28,2% 45,5% 17,5% 6,2% 2,6% Het vermijden van files 24,8% 30,2% 13,2% 10,0% 21,8% Parkeerdrukte bij het werk 27,4% 32,1% 18,8% 9,8% 11,9% Betaald parkeren bij het werk 22,2% 19,9% 11,3% 8,5% 38,0% Het is goed voor mijn gezondheid en conditie 58,1% 36,6% 3,8% 0,7% 0,8% Het is goed voor het milieu 43,5% 43,3% 10,1% 1,7% 1,4% Ik heb geen alternatief 8,3% 9,4% 14,3% 15,2% 52,9% 2.8 Redenen om niet met de fiets naar het werk te gaan De belangrijkste reden om niet met de fiets naar het werk te komen is het slechte weer: 43 procent geeft aan dit een (erg) belangrijke reden te vinden. De andere argumenten spelen relatief een veel kleinere rol. Afspraken overdag is voor 21,3 procent van de deelnemers een reden om niet met de fiets naar het werk te gaan. Ook het gemak en comfort van de auto vindt ongeveer een vijfde van de respondenten (19,7 procent) een rol spelen om niet met de fiets naar het werk te gaan. Dit geldt ook voor het gebruik van de auto voor privé-zaken (19,3 procent). Over het algemeen zijn er voor de deelnemers aan Trappers geen zwaarwegende redenen om de fiets niet te gebruiken in het woon-werkverkeer. Tabel 2.11 Reden geen fietsgebruik Redenen om niet met de fiets naar het werk te gaan erg belangrijk belangrijk niet zo belangrijk onbelangrijk n.v.t. Ik word er door mijn werkgever niet voldoende beloond 1,5% 7,1% 25,8% 35,0% 30,5% Slecht weer 17,8% 25,2% 21,9% 19,8% 15,2% Het is te ver 2,7% 10,0% 19,5% 34,8% 33,1% Anders kom ik te laat op mijn werk 2,0% 10,5% 17,8% 34,9% 34,8% Het gemak/comfort van de auto 2,3% 17,4% 26,9% 31,9% 21,5% Ik heb afspraken overdag 7,0% 14,8% 15,7% 23,3% 39,1% Ik heb late dienst en wil niet in het donker fietsen 6,6% 10,7% 19,3% 42,7% 20,7% Ik moet met representatieve kleding op mijn werk komen 2,7% 10,7% 20,5% 29,5% 36,6% Ik moet veel spullen meenemen 3,0% 12,0% 21,5% 27,2% 36,2% Ik combineer de rit met privé-zaken 5,2% 14,1% 15,2% 23,6% 41,9% Analyse enquête Trappers 8

2.9 Specifieke belemmeringen Slecht een beperkt aantal respondenten geeft aan specifieke belemmeringen te hebben om de fiets niet te gebruiken. Vijf procent van de respondenten noemt de onveiligheid van de fietsroute een belemmering. Bijna 9 procent van de respondenten (8,6 procent) geeft overige belemmeringen aan. Te denken valt dan aan onvoldoende capaciteit van de fietsenstalling, de verkeersituatie onderweg of de werksituatie die het niet altijd mogelijk maakt om te fietsen. Tabel 2.12 Specifieke belemmeringen Specifieke belemmering Aantal Percentage Er is geen afgesloten fietsenstalling 14 1,2% Er is geen mogelijkheid om me op te frissen/om te kleden 37 3,3% De aanfietsroute is niet veilig 58 5,1% Overig 97 8,6% 2.10 Stellingen Tenslotte zijn de respondenten in de vragenlijst een viertal stellingen voorgelegd. Over het algemeen wordt Trappers door de respondenten enigszins ervaren als een vergoeding van de reiskosten: bijna 60 procent van de respondenten (59,4 procent) is het helemaal of enigszins eens met deze stelling. Men ervaart Trappers vaker als een extra vergoeding van de werkgever: dit geldt voor 87 procent van de deelnemers. Bijna 60 procent van de respondenten (58,6 procent) wordt helemaal of in enige mate door Trappers gestimuleerd om vaker met de fiets naar het werk te gaan. De overgrote meerderheid voelt zich fitter als men op de fiets naar het werk gaat. Ruim zes van de tien respondenten (63,3 procent) is het helemaal eens met deze stelling en 92,4 procent enigszins of helemaal eens. Tabel 2.13 Stellingen helemaal van toepassing enigszins van toepassing niet erg van toepassing helemaal niet van toepassing Trappers ervaar ik als een vergoeding van mijn reiskosten 15,1% 44,3% 21,3% 19,3% Trappers ervaar ik als een extra vergoeding van mijn werkgever 51,8% 35,3% 9,1% 3,8% Trappers stimuleert mij vaker op de fiets naar het werk te gaan 22,6% 36,0% 18,6% 22,8% Wanneer ik op de fiets naar het werk ga voel ik me fitter 63,3% 29,1% 6,6% 1,1% Analyse enquête Trappers 9

Analyse enquête Trappers 10