Nederland. Het mobiliteitsgedrag van Nederlanders in kaart met het TNS NIPO Mobiliteitspanel onderweg



Vergelijkbare documenten
HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB

Vervoer in het dagelijks leven

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus AN Heerenveen

Figuur 1: onderverdeling spitsmijdingen per gebied. Figuur 2 bekendheid Ga 3.0 acties.

Bewonerspanel Bereikbaarheid

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer.

Uitkomsten t.b.v. de visie

BURGERPANEL LANSINGERLAND

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze.

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid

OV-knooppunt met P+R bij De Punt. Analyse van nut en noodzaak

XI. Panelonderzoek: Invloed forensen op het huishouden, Werken aan de weg

Resultaten enquête Uithoornlijn

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Bijlage 1: Oordelen over auto, fiets en OV naar mate van gebruik

verkeer veilige veiligheid verbindingen BIJLAGE 6: TAG CLOUDS MOBILITEIT staat stad stiptheid stress tijd tram trein treinen uur veilig

Effecten. Zuidvleugel

15% Slimmer Reizen Enquête. Factsheet: Universiteit Twente. 435 van 2900 uitgenodigde werknemers. Dit is een respons van

Onderzoek Metropoolregio

Marktwerking in de energiesector

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V.

Hoofdstuk 21. Mobiliteit

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 3 VERVOER

Mobiliteitsclub VAB onderzoek jongeren en mobiliteit

Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008

Nieuwsbrief Beter Benutten- Zwolle Kampen Netwerkstad November 2014

Mobiliteit in cijfers 2004

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Verbeteren van de bereikbaarheid in de regio Haaglanden

Woon-werkverkeer Stadspeiling en AmersfoortPanel 2010

Gedragsmeting Beter Benutten

Onderzoek onder medewerkers Eekte Hazewinkel Jufferbeek

De vragenlijst P-1 helpt om een groep mensen op te delen in doelgroepen.

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Bereikbaarheid. Hoofdstuk Inleiding

Het openbaar vervoer in Gelderland

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Simon Arndt, Directie Bedrijfsvoering, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek. Mariëlle Bartels//Rien de Vries, directie Stad, stadsontwikkeling

Gebruikersonderzoek Beter Benutten

Rapportage online raadpleging OV Lijnennet 2018

Onderzoek Tariefwijziging NS

Samenvatting ... Het gebruik van de trein nam sinds 1985 eveneens fors toe met meer dan een verdubbeling van het aantal treinkilometers.

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

Woon-werkmonitor 2018 Easy Way. Factsheet

BEROEPSBEVOLKING EN PENDEL PROVINCIE FLEVOLAND 2000 SAMENVATTING

Mobiliteit Drechtsteden

Factsheet persbericht

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Onderzoek station Breukelen Rapport

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Toeristisch bezoek aan Leiden

mobiliteitsmanagement

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Quickscan Stichting Katholiek Onderwijs Enschede

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike

Uitkomsten enquête - Verkeer in de Stad - Denk en Doe Mee-panel

Rotterdam- Alexander. Bereikbaarheid in. Bereikbaarheid en verbetering leefomgeving! Samen aanpakken. Meedenken?

Panel Openbare Ruimte en Mobiliteit

Dynamiek in mobiliteit. Prof. dr. ing. Karst Geurs Universiteit Twente

Rapportage JongerenPanel Binding met Leiden

ING Minder autoverkeer en tevreden medewerkers met OV-jaarkaart

Vragenlijst over uw visie op mobiliteit

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

deltaplan duurzame bereikbaarheid deltaplan duurzame bereikbaarheid

Winkelgedrag Fashion Deel 1

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2008

Kwalitatieve onderbouwing parkeren Noordgebouw Utrecht

Fietsen in Amsterdam

Verkeerslichten en fietsen Oktober 2014

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Fiets je rijk. Financiële voordelen voor werknemer en werkgever

Inleiding. Ervaringen van inwoners met de zondagsopenstelling. Zondagsopenstelling winkels. November 2015

Inwoners van Enschede beoordelen bereikbaarheid centrum

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Rapportage LeidenPanel Binding met Leiden

Nederland klaar voor het Nieuwe Werken. Onderzoek in het kader van de Week van het Nieuwe Werken

Wat vinden de inwoners van gemeente Westland van haar openbaar vervoer netwerk en staan zij open voor veranderingen?

Woon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit

Flexibel werken en reizen een excellente keuze?

Buurt- en dorpsenquête Openbaar vervoer

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Mobility week BNR Nieuwsradio

10 SAMENVATTING Schets van de steekproef Kencijfers huishoudens Kencijfers personen

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd)

De potentie van positief stimuleren van fietsgebruik: Een studie onder werknemers in Twente. Tom Thomas, Tiago Fioreze, Universiteit Twente

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland

Lucas Harms, Overwegend onderweg. De leefsituatie en de mobiliteit van Nederlanders, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, juli 2008.

Transcriptie:

Nederland Het mobiliteitsgedrag van Nederlanders in kaart met het TNS NIPO Mobiliteitspanel onderweg TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd1 1 02-10-2009 10:34:14

02 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd2 2 02-10-2009 10:34:19

Waarom zijn we zo massaal onderweg? Kunnen of willen we niet anders? Hoe ervaren we het reizen? Wie zijn al die verstokte automobilisten? Heeft mobiliteitsmanagement kans van slagen? Dankzij het TNS NIPO Mobiliteitspanel hebben wij voor u de antwoorden op al deze vragen en meer. Het TNS NIPO Mobiliteitspanel volgt het mobiliteitsgedrag van de Nederlandse bevolking op de voet, en staat stil bij actuele thema s. Het panel maakt onderdeel uit van TNS NIPObase, een unieke database met meer dan 200.000 respondenten. Van een groot deel van de panelleden hebben wij een uitgebreid mobiliteitsprofiel. 03 01 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd3 3 02-10-2009 10:34:20

De beleving achter de feiten 04 Gezamenlijk leggen wij Nederlanders 197 miljard kilometer per jaar af, waarvan veruit de meeste (97,5 miljard) achter het stuur van de auto. Bijna zestien miljard kilometer leggen we met de trein af 1. Ons verplaatsen doen we met zijn allen. Hoe we het reizen beleven, loopt echter sterk uiteen. Bijna eenderde van de Nederlanders (31%) staat er niet bij stil onderweg te zijn (figuur 1). Zij nemen de situatie zoals-ie is. Een iets grotere groep (37%) gaat een stuk bewuster met mobiliteit om. Deze reizigers proberen zich zo efficiënt mogelijk van A naar B te verplaatsen. Zij kiezen voor de kortste reistijd of proberen hun reistijd nuttig te besteden. Vooral treinreizigers horen tot deze groep. Door met de trein te gaan, vermijden ze files en kunnen ze nog even werken. Ouderen zien reizen relatief vaak als een goede gelegenheid met andere mensen in contact te komen (zestien procent tegenover negen procent gemiddeld). Er is maar een kleine groep Nederlanders (acht procent) die geniet van het reizen zelf. Deze mensen vinden het leuk om onderweg te zijn. 1 Bron: CBS (de cijfers hebben betrekking op 2007) TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd4 4 02-10-2009 10:34:31

1 De beleving van mobiliteit (Nederlandse bevolking 16+) 37 31 15 9 8 05 01 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ik wil mij zo efficiënt mogelijk van A naar B verplaatsen Mij verplaatsen zie ik als symbool voor onafhankelijkheid Ik vind het leuk om onderweg te zijn Ik sta er niet bij stil dat ik verplaatsingen maak Ik zie maken van verplaatsen als mogelijkheid sociale contacten Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd5 5 02-10-2009 10:34:37

06 Nederland fietsland! Maar auto niet meer weg te denken Nederland staat bekend als fietsland. En terecht. We hebben meer fietsen dan inwoners. Acht op de tien Nederlanders bezitten één of meer fietsen (bron: CBS). En we hebben niet alleen veel fietsen, we gebruiken ze ook nog vaak. Veertig procent van de Nederlanders fietst bijna dagelijks (figuur 2). Slechts vijftien procent van de Nederlanders heeft de afgelopen twaalf maanden niet op de fiets gezeten. Maar ook de auto is niet meer uit ons leven weg te denken. Bijna de helft van de Nederlanders (44%) kruipt minimaal vier dagen per week achter het stuur, eenkwart een tot drie dagen per week. Naast al dit fiets- en autogeweld komt het openbaar vervoer er wat bekaaid af. Slechts een op de vijf Nederlanders maakt minimaal één keer per week gebruik van het openbaar vervoer. Dertien procent stapt wekelijks in stadsbus, tram of metro. Tien procent neemt minstens een maal per week de trein en zeven procent de streekbus. TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd6 6 02-10-2009 10:34:49

2 Frequentie in gebruik vervoermiddelen over de afgelopen twaalf maanden auto als bestuurder fiets auto als passagier trein stadsbus/tram/metro streekbus motor/scooter brommer/ bromscooter 44 26 4 2 3 22 40 23 12 6 4 15 9 39 25 10 9 7 6 4 10 11 29 39 5 8 9 8 21 48 3 4 6 6 16 64 2 1 2 11 93 2 111 94 07 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 4 dagen per week of vaker 1-3 dagen per week 1-3 dagen per maand 6-11 dagen per jaar 1-5 dagen per jaar geen Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd7 7 02-10-2009 10:34:55

3 Socio-demografisch profiel naar vervoermiddel in procenten (maakt minimaal één dag in week gebruik van betreffend vervoermiddel) autobestuurder fiets stadsbus, tram trein totaal en metro (btm) leeftijd 16-17 - 4 7 2 3 18-34 24 28 46 57 26 35-54 44 36 22 29 37 55+ 33 32 26 12 34 08 geslacht man 56 45 50 52 49 vrouw 44 55 50 48 51 opleiding 2 lo - lbo - mavo 23 25 14 6 29 mbo - havo - vwo 45 42 38 37 41 hbo - wo 33 33 48 57 31 woonplaats 3 grote steden 13 13 36 12 15 rest west 29 29 30 31 29 noord 11 12 5 7 11 oost 21 23 14 28 21 zuid 26 23 14 22 24 Bron: TNS NIPO, 2009 2 Hoogst genoten, al dan niet voltooide, opleiding TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd8 8 02-10-2009 10:35:02

De mens achter de reiziger Wie zijn de mensen achter de cijfers? In tabel 3 geven wij u het socio-demografisch profiel van autobestuurders, fietsers, gebruikers van stadsbus, tram, metro en treinreizigers. Naast the obvious gebruikers van stadsbus, tram en metro vinden we vooral in de drie grote steden zien we ook een aantal opvallende zaken: mannen vinden we vaker achter het stuur dan vrouwen; vrouwen stappen vaker op de fiets dan mannen; de trein is het domein van jongeren en hoogopgeleiden. 09 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd9 9 02-10-2009 10:35:07

10 Woon-werkverkeer: gemiddelde reistijd zou korter kunnen De kredietcrisis heeft voor een afname van het vrachtverkeer gezorgd. Daardoor lijkt de verkeersdrukte af te nemen. Toch slibben de wegen in Nederland nog steeds langzaam maar zeker dicht. De filedruk is en blijft een groot en groeiend probleem. Onze privé-kilometers doen een flinke duit in het zakje, maar met ruim vijf miljoen reizigers per dag blijft het woon-werkverkeer vooral verantwoordelijk voor de filemisère. Van de werkzame bevolking (Nederlanders die meer dan twaalf uur per week betaalde arbeid verrichten) reist bijna zestig procent vijf of meer dagen per week naar het werk. Een kwart van deze werknemers doet dit vier dagen per week, twaalf procent drie dagen. Driekwart heeft één vast werkadres, vijftien procent heeft meerdere vaste werkadressen. Nog eens zes procent heeft geen vast werkadres. De gemiddelde reistijd van deur tot deur, oftewel van woning naar werk (voor de werknemers met een vast werkadres) bedraagt een dikke 27 minuten. Tegelijkertijd geven reizigers aan dat ze dezelfde reis, met dezelfde vervoermiddelen, in gemiddeld vijf minuten minder tijd zouden moeten kunnen afleggen. Oponthoud onderweg, files en vertragingen bijvoorbeeld, slokt per woon-werkverplaatsing gemiddeld vijf minuten van de reistijd op. Spiegelen we dat aan de totale werkzame bevolking dan verliezen we met z n allen tijdens een gemiddelde ochtendspits ruim 600.000 uren aan kostbare tijd. Splitsen we dat uit naar de verschillende vervoerwijzen die (dagelijks) voor woon-werkverkeer gebruikt worden, dan ontstaat het volgende beeld (tabel 4). Iemand die in zijn dagelijkse woon-werkverkeer gebruik maakt van het openbaar vervoer (dikwijls als onderdeel van een ritketen), is gemiddeld iets meer dan vijftig minuten onderweg. Kijken we naar het verschil tussen gemiddelde en snelst mogelijke reistijd, dan zou het met het openbaar vervoer gemiddeld in acht minuten minder tijd moeten kunnen. TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd10 10 02-10-2009 10:35:17

4 Gemiddelde en snelst mogelijke reistijd woon-werkverplaatsing naar vervoermiddel (maakt minimaal vier dagen in de week gebruik van betreffend vervoermiddel) in hele minuten gemiddeld snelst verschil mogelijk fiets, deur-tot-deur 16 13 3 11 auto (bestuurder), deur-tot-deur 27 22 5 openbaar vervoer, complete ritketen 3 51 43 8 - waarvan trein, complete ritketen 60 51 9 totaal 27 22 5 Bron: TNS NIPO, 2009 3 Ritketen: een aaneenschakeling van vervoersmodaliteiten binnen een verplaatsing TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd11 11 02-10-2009 10:35:22

5 Snelweggebruik onder automobilisten (Top-10) A2 Amsterdam - Maasstricht 36 A1 Amsterdam - Hengelo 31 A4 Amsterdam - Delft 28 12 A28 Utrecht - Groningen A10 Ringweg Amsterdam 23 27 A16 Rotterdam - Breda 23 A12 Den Haag - Zevenaar A15 Europoort - Bemmel A13 Den Haag - Rotterdam A27 Breda - Almere 21 21 20 20 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd12 12 02-10-2009 10:35:30

Van deur tot deur is fiets efficiëntst Bij mensen die met de fiets naar hun werk reizen, is het verschil in reistijd tussen gemiddelde en snelst mogelijke reistijd het kleinst. De cijfers in tabel 4 geven een indicatie van de reistijd voor de verschillende vervoermiddelen. De fiets is zeer efficiënt van deur tot deur. De eerste files op de Nederlandse fietspaden moeten nog gerapporteerd worden. Het verschil tussen gemiddelde en snelst mogelijke reistijd is bij de fietser voornamelijk afhankelijk van hoe snel iemand op de pedalen trapt. Van deur tot deur is ook de auto redelijk efficiënt, maar de autobestuurder heeft regelmatig te kampen met oponthoud door files. Openbaar vervoerverplaatsingen zijn dikwijls ketenverplaatsingen. Daarin gaat tijd verloren. Reizigers krijgen te maken met vertragingen, vervoermiddelen sluiten niet goed op elkaar aan en mensen gaan soms simpelweg te laat of te vroeg van huis. De gemiddelde reisafstand van woning naar vast werkadres bedraagt ongeveer zeventien kilometer. Per auto bedraagt de gemiddelde reisafstand ruim twintig kilometer. Reizigers die het openbaar vervoer nemen, zijn gemiddeld 28 kilometer onderweg en fietsers vier kilometer. De gemiddelde reissnelheid in Nederland ligt op ruim 35 kilometer per uur. Koppelen we reistijden aan reisafstanden, dan blijkt tot een afstand van vijf kilometer de fiets goed te kunnen concurreren met de auto. Op lange afstanden legt het openbaar vervoer (als onderdeel van een keten) het tegen diezelfde auto af. Er valt voor het openbaar vervoer nog veel te winnen als ze meer dan nu als onderdeel van een ritketen wordt beschouwd. Bijvoorbeeld door te zorgen voor goede fietsverbindingen of looproutes naar stations of haltes. Overstappen van het ene openbaar vervoermiddel naar het andere moet ook soepel verlopen, wil het openbaar vervoer kunnen concurreren met de auto. Het woon-werkverkeer van de Nederlander kent weinig tussenstops. Een ruime meerderheid (68%) van de werknemers reist direct van huis naar werk en van werk naar huis. Zeventien procent reist wel direct van huis naar werk, maar maakt op de terugweg van werk naar huis één of meer tussenstops. Om te winkelen of de kinderen op te halen bijvoorbeeld. Zeven procent stopt juist op de heenweg een of meerdere keren. Zes procent maakt zelfs op zowel de heen- als terugweg een of meer tussenstops. Snelweggebruik automobilisten: A2 meest gebruikte snelweg Voor beleidsdoeleinden is het relevant te weten welke routes weggebruikers nemen om zich van A naar B te verplaatsen. Op basis van die informatie kunnen verplaatsingspatronen in kaart gebracht worden en beleid ontwikkeld. Dynamisch verkeersmanagement kan verplaatsingspatronen beïnvloeden. Weggebruikers kunnen doelgericht worden gevraagd naar hun ervaringen met en tevredenheid over een bepaald traject. Al dan niet in combinatie met de maatregelen die voor het traject staan gepland, zoals wegwerkzaamheden. Om dat te kunnen doen, moet je wel weten welke routes weggebruikers nemen. 13 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd13 13 02-10-2009 10:35:39

14 Het TNS NIPO Mobiliteitspanel weet van elke respondent die autorijdt, welke snelweg(en) hij regelmatig gebruikt. Van de Nederlanders die wel eens een auto besturen, maakt negentig procent maandelijks gebruik van één of meer Nederlandse snelwegen. De meest gebruikte snelwegen brengen we in kaart in figuur 5. De A2 tussen Amsterdam en Maastricht wordt het meest gebruikt. Ruim eenderde van de automobilisten maakt maandelijks gebruik van dé verkeersader van Nederland. De nummers twee en drie zijn respectievelijk de A1 tussen Amsterdam en Hengelo (31%), en de A4 tussen Amsterdam en Delft (28%). Treinreizigers: vooral frequente treinreizigers fietsen naar station Zo n zes op de tien Nederlanders pakken jaarlijks één of meerdere malen de trein. Tien procent van die groep doet dat (redelijk) vaak. Deze frequente treinreizigers zijn relatief jong en/of hoogopgeleid. Het voor- en natransport vormt een essentieel onderdeel van de openbaar vervoerketen. Zeker als het gaat om de trein. Als een station moeilijk te bereiken is of het natransport ter plaatse slecht georganiseerd, zijn mensen minder bereid met de trein te reizen. Het is belangrijk te weten hoe openbaar vervoerreizigers hun voor- en natransport regelen en welke overwegingen daaraan ten grondslag liggen. Op basis van de (vervoers)keuzes die treinreizigers maken en de tevredenheid daarmee, kan het voor- en natransport verbeterd worden. Bijvoorbeeld door meer fietsenstallingen te plaatsen bij stations. Het TNS NIPO Mobiliteitspanel weet van elke treinreiziger hoe hij zich naar en van het station verplaatst. Ongeveer een kwart van de Nederlanders die wel eens met de trein reist, pakt het vaakst de fiets naar het vertrekstation. Twintig procent neemt het vaakst de auto en negentien procent loopt. Kijken we alleen naar frequente treinreizigers (minimaal één keer per week), dan neemt de fiets een veel dominantere positie in. Van deze groep pakt 45% de fiets naar het station. Betrekken we zowel het voor- als natransport in de analyse, dan is fiets-trein-lopen het meest voorkomende type ritketen (figuur 6) voor de treinreiziger. Dertien procent van de Nederlanders die wel eens met de trein reist, doet het op die manier. Direct daarna volgen lopen-trein-lopen en auto als bestuurdertrein-lopen (beiden twaalf procent). Belangrijke vertrekstations zijn Amsterdam Centraal, Den Haag Centraal, Leiden Centraal en Utrecht Centraal, Dordrecht, Eindhoven, Den Bosch, Rotterdam Centraal, Tilburg en Zwolle. Met afstand de belangrijkste aankomststations zijn Amsterdam Centraal en Utrecht Centraal. TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd14 14 02-10-2009 10:35:49

6 Gemaakte ritketens rondom verplaatsingen per trein (op persoonsniveau) fiets - trein - lopen lopen - trein - lopen auto als bestuurder - trein - lopen 12 12 13 15 auto als passagier - trein - lopen 7 fiets - trein - btm btm - trein - lopen 6 6 btm - trein - btm 5 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd15 15 02-10-2009 10:35:52

16 Treinstations steeds meer ook ontmoetings- en verblijfsfunctie Treinstations ontwikkelen zich meer en meer tot multifunctionele hotspots. Met een grote diversiteit aan winkels, horeca en andere functies. Naast de primaire vervoerswaarde, krijgen vooral grote stations in toenemende mate een ontmoetings- en verblijfswaarde. Wat vinden treinreizigers daarvan? Wij vroegen Nederlanders die wel eens met de trein reizen of ze graag tijd op een treinstation doorbrengen. Slechts vijf procent antwoordt hierop bevestigend. Deze mensen brengen graag tijd door op een station, ook als dat niet echt noodzakelijk is. Nog eens vijftien procent doet dit ook graag, maar alleen als het niet anders kan. Bijvoorbeeld door een storing of omdat ze moeten overstappen. Uitgesplitst naar de frequentie waarmee treinreizigers de trein pakken, ontstaat het beeld, zoals weergegeven in figuur 7. Dertig procent van de frequente reizigers brengt graag tijd door op een station. Niet-frequente reizigers doen dit minder graag dan frequente reizigers. TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd16 16 02-10-2009 10:36:01

7 Tijd doorbrengen op het station 3 27 4 dagen per week of vaker 70 6 15 1-3 dagen per week 79 5 20 1-3 dagen per maand 75 17 6 12 82 6-11 dagen per jaar 4 12 1-5 dagen per jaar 84 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Breng graag tijd door op station, ook al is het niet noodzakelijk Breng graag tijd door op station, maar alleen indien noodzakelijk Breng niet graag tijd door op station en vervolg liefst zo snel mogelijk de reis Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd17 17 02-10-2009 10:36:07

Mobiliteitsmanagement: werkgever én werknemer actiever aansporen 18 In de vervoerswereld is mobiliteitsmanagement zo onderhand een waar adagium geworden. Er is zelfs een heuse taskforce in het leven geroepen door het kabinet om het aantal filekilometers in de spits terug te dringen: Taskforce Mobiliteitsmanagement. Bij mobiliteitsmanagement, ofwel het organiseren van slim reizen, gaat het om het beïnvloeden van (mobiliteits)gedrag door maatregelen als thuiswerken, fietsenplannen en spitsmijden. Meer thuiswerken geldt als één van de oplossingen om verkeersdrukte te reduceren dan wel woon-werkverkeer te spreiden. De praktijk valt vooralsnog tegen. Tweederde van de werknemers geeft aan niet thuis te kunnen werken - los van het feit of dit echt niet kan (figuur 8). Zeven procent zegt niet vanuit huis te werken, terwijl dat wel zou kunnen. Wat thuiswerken betreft valt nog een hoop te winnen. TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd18 18 02-10-2009 10:36:16

8 Vanuit huis werken Thuiswerken 4 6 17 7 66 19 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ja, (bijna) altijd Ja, regelmatig Ja, soms Nee, maar zou dat wel kunnen Nee, ik kan niet thuiswerken Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd19 19 02-10-2009 10:36:21

20 Naast thuiswerken, kunnen werkgevers ook een aantal andere maatregelen treffen in het kader van mobiliteitsmanagement. Wij brachten in het TNS NIPO Mobiliteitspanel in kaart welke maatregelen werkgevers zoal nemen om het autogebruik terug te dringen (figuur 9). Ruim de helft van de werknemers in Nederland werkt voor een bedrijf waar geen enkele maatregel wordt genomen. Bij andere werknemers is een fiets van de zaak naast thuiswerken de meest aangeboden maatregel. Lang niet alle werknemers werken bij een bedrijf waar actief wordt geprobeerd het autogebruik terug te dringen. Deels omdat het niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij transportbedrijven, deels waarschijnlijk ook uit onwetendheid of onverschilligheid. Daar komt nog eens bij dat lang niet elke werknemer gebruik maakt van de maatregelen die zijn werkgever wél aanbiedt om het autogebruik in het woon-werkverkeer terug te dringen (figuur 10). Van de mogelijkheid om thuis te werken, wordt het meest gebruik gemaakt. Van de werknemers die deze mogelijkheid aangeboden krijgen, werkt 62% wel eens thuis. Iets meer dan de helft (55%) maakt gebruik van flexibele werktijden. Wil mobiliteitsmanagement een succes worden, dan zal niet alleen het bedrijfsleven aangespoord moeten worden meer actie te ondernemen. Ook de werknemer moet worden gestimuleerd de aangeboden maatregelen te omarmen. TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd20 20 02-10-2009 10:36:33

9 Door werkgevers aangeboden maatregelen om autogebruik terug te dringen fiets van de zaak 20 op kosten werkgever met ov reizen 16 flexibele werktijden thuiswerken poolauto s voor zakelijke afspraken 4 13 10 21 financiële compensatie voor verhuizen naar locatie bij werk 4 op afstand vergaderen 4 overig 4 weet niet 7 niets 54 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd21 21 02-10-2009 10:36:39

10 Gebruik van door werkgever aangeboden maatregelen om autogebruik terug te dringen 22 thuiswerken flexibele werktijden op kosten werkgever met ov reizen 51 55 62 poolauto s voor zakelijke afspraken 35 op afstand vergaderen fiets van de zaak 27 29 financiële compensatie voor verhuizen naar locatie bij werk 20 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Bron: TNS NIPO, 2009 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd22 22 02-10-2009 10:36:56

23 TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd23 23 02-10-2009 10:37:02

Meer informatie Wilt u meer weten over de besproken onderwerpen of het TNS NIPO Mobiliteitspanel? Onze experts van TNS NIPO Leefomgeving en Mobiliteit helpen u graag verder. Matthijs de Gier T (020) 522 59 19 E Matthijs.de.Gier@tns-nipo.com Robbert Zandvliet T (020) 522 59 11 E Robbert.Zandvliet@tns-nipo.com TNSNipoNederlandOnderwegDEF.indd24 24 02-10-2009 10:37:02