Symposium BIWAC: Cardiologist meets nephrologist in acute cardiac care



Vergelijkbare documenten
Triage van pijn op de borst en uitsluiten van een ACS in de ambulancezorg door middel van de HEART-score en het high sensitive Troponine T

Diabetes in ACS. Dr. M.A. Brouwer, UMC Nijmegen. No disclosures

Hart & Nieren Siamese tweeling?

Antistolling: Kunt u het bijhouden?

Content. AF & Nierfalen: Epidemiologie. AF & Nierfalen: Epidemiologie. Disclosures: Epidemiologie: AF en Nierfalen. AF en Nierfalen: kip of ei?

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Myocard infarct Diagnostiek en transmurale afspraken OLVG regio. dr. Geert-Jan Geersing Huisarts Buitenhof Prof.dr. Freek Verheugt Cardioloog OLVG

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014

HARTFALEN PATHOFYSIOLOGIE HIGHLIGHTS

Hartfalen. in een notendop. Dr. Riet Dierckx 22/05/2018

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair

Nieuwe perspectieven bij stenttrombose en antitrombotica

Behandeling na een acuut coronair syndroom

VUmc Basispresentatie

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA)

NVVC-CONNECT. In kaart brengen van zorg voor. Nederlandse patiënt met myocardinfarct

ACUUT CORONAIR SYNDROOM. 12 februari 2015 Esther de Haan Verpleegkundig specialist cardiolgie St Antonius Ziekenhuis

Contrast Induced Nephropathy

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

ACUUT CORONAIR SYNDROOM

Glomerulaire hyperfiltratie. Maren Schütz - ANIOS

Nederlandse samenvatting

Educatief materiaal. EFIENT (Prasugrel) Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring.

Factsheets indicatoren Acute Coronaire Syndromen

BSD september Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Medicatie Risico bij Nierschade. Nictiz symposium 15 november 2016 Chris Hagen nefroloog

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care

Haagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker

Pre-hospital chest pain triage by paramedics using the HEART score (1 x hs-ctnt).

Continu ST-segment bewaking, als elke millimeter telt.

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Casus: Mona L. 72 jaar

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie

Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond

Combinatietherapie van TARs en NOACs

Preventie van CVA: Zijn NOACS altijd superieur. Stand van zaken klinische trials met NOACS bij VKF

CAT: Plaatsbepaling van Cystatine C als Biomarker voor de Nierfunctie. Jolien Claessens Supervisor: Steven Pauwels , UZ Leuven

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian

5-jaars Follow-up van de FAME studie

nederlandse samenvatting

Indicatorensets Meetbaar Beter

De oudere patiënt met comorbiditeit

24 september Van harte welkom!

Atriumfibrilleren & NOAC s. Dionne van Kessel

Nederlandse Samenvatting

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1

Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van cystenieren

Chronische nierinsufficiëntie bij de oudere patiënt

De behandeling van osteoporotische heupfracturen: een uitdaging voor de chirurg

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Safar Oorzaak vaststellen en behandelen Hypothermie Gecontroleerd beademen Tracheostoma Epilepsie behandelen Monitoring Voeding

Postoperatieve achteruitgang Postoperatieve renale van de nierfunctie verwikkelingen

Prognostic implications of myocardial injury around percutaneous coronary interventions Nienhuis, Marcus Bernardus

Cardiorenale interactie

Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie. Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam

Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis

Chapter 8. Samenvatting en conclusie

Risk factors for renal function abnormalities

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG

Cardiopulmonale consequen1es van neurologische aandoeningen Eva Verweij Fellow IC

Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn. Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Nederlandse samenvatting

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Verwijzing van patiënten met chronische nierschade

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Hartfalen en Nierfunctiestoornissen

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Cardiologie De nieuwste ontwikkelingen. Dr. S.A.J. van den Broek Thoraxcentrum/Afdeling Cardiologie UMCG

ACUUT CORONAIR SYNDROOM. Tomas Symersky, cardioloog Febr 2015

Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom. Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Anticoagulatie en anti-aggregatie bij acute coronaire syndromen: nieuwkomers en vaste waarden 1

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA

Quiz. Hart en Vrouw. Doel. Opzet. Juist / Onjuist? Onjuist Hart en vaatziekten als doodsoorzaak. Het herkennen van sekseverschillen in risicofactoren

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog

Nierfunctie: benazepril 186

Cardiovasculaire effecten van verstoord mineraal metabolisme bij chronische nierschade

VISIE DOCUMENT COLLEGE VAN CARDIOLOGIE

ADVIES M.B.T. DE ERKENNINGSNORMEN VOOR HET ZORGPROGRAMMA CARDIALE PATHOLOGIE

NOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016

Treatment strategies and risk stratification in acute coronary syndromes Damman, P.

Functie van de nieren en wat kan fout gaan

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Huisarts en nieren. Dr Stein Bergiers 23 mei 2017

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

Diabetes Mellitus en Beweging

Indicatorensets Meetbaar Beter

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE

Antistolling bij de oudere patiënt met atriumfibrilleren. Dr Robert G Tieleman Martini Ziekenhuis UMCG

Transcriptie:

Symposium BIWAC: Cardiologist meets nephrologist in acute cardiac care Antoine de Meester De werkgroep voor acute cardiologie (BIWAC) heeft haar symposium gehouden tijdens het jaarlijkse congres van de Belgische Vereniging voor Cardiologie in januari 2010. Twee sprekers hebben ons een beter inzicht gegeven in de interacties tussen hartlijden en nierlijden: prof. dr. Claudio Ronco (St. Bortolo Hospital, Vincenza, Italië), die onlangs samen met andere auteurs een stateof-the-artartikel heeft gepubliceerd over het cardiorenale syndroom, 1 en prof. dr. Peter Sinnaeve (KULeuven, België), specialist in acute cardiologie. Het symposium werd geleid door de voorzitter en de vicevoorzitter van de BIWAC, prof. dr. Sofie Gevaert (UZ Gent) en prof. dr. Patrick Evrard (UCL Mont Godinne). Prof. dr. Claudio Ronco heeft een helder en gedocumenteerd overzicht gegeven van het cardiorenale syndroom. Vroeger was de definitie niet nauwkeurig, als gevolg van de complexiteit en de vele mechanismen die meespelen. Op een bijeenkomst in Venetië in september 2008 is de ADQI7-groep (Acute Dialysis Quality Initiative Consensus Group) tot een consensus gekomen; daarbij werden de volgende onderwerpen aangesneden: definitie, classificatie, epidemiologie, rol van biomerkers en beeldvorming bij de diagnostiek, de preventie en de behandeling van het cardiorenale syndroom. 1 De term cardiorenaal omhelst de pathologische interacties tussen het hart en de nieren. Hij beschrijft het optreden en de toename van de nierinsufficiëntie als gevolg van de disfunctie van het hart en de nefaste effecten van nierinsufficiëntie op het hart (bidirectionele aandoening in een bepaalde tijd). De term omvat allerhande acute en chronische aandoeningen waarbij de primaire disfunctie kan slaan op het hart of de nieren en er allerhande neurohormonale terugkoppelingsmechanismen plaatsvinden. Het cardiorenale syndroom werd daarom opgesplitst in vijf verschillende subtypes om het syndroom beknopter en logischer te kunnen aanpakken (tabel 1). Biomerkers zijn nuttig voor een snelle diagnose en adequate behandeling. Het subtype 1 (acuut cardiorenaal syndroom) wordt gekenmerkt door een snelle achteruitgang van de hartfunctie A. de Meester Hôpital de Jolimont Haine Saint Paul Service de Cardiologie Correspondentie Dr A. de Meester Hôpital de Jolimont Service de Cardiologie Rue Ferrer, 159 7100 Haine Saint Paul E-mail: antoine.demeester@skynet.be 75

met acute nierinsufficiëntie (ANI) als gevolg. Een slechte werking van het hart zet verschillende pathofysiologische mechanismen in gang: hemodynamische deterioratie (stuwing, hartdebiet, myocardperfusie), aantasting van het myocard ( troponine), slechte werking van de nieren en neurohormonale activering en cytokines. De aantasting van de nieren wordt gekenmerkt door een acute hypoperfusie met oxigenatie, functionele aantasting van de nefronen ( creatinineklaring) en vooral diurese (resistentie tegen diuretica of behoefte aan hoge doseringen bij gevorderde chronische hartinsufficiëntie (CHI) zijn prognostisch ongunstig); in het bloed worden biomerkers (creatinine, NGAL, cystatine C, interleukine 18) en cytokines aangetroffen, die immunologische afwijkingen of endotheeldisfunctie veroorzaken. In dat stadium benadrukte prof. dr. Claudio Ronco dat de nierinsufficiëntie typisch gediagnosticeerd wordt bij een van het serumcreatinine maar dat is zeker geen goede merker bij acute aantasting van de nieren. Het serumcreatinine is niet specifiek voor nierlijden, maar kan ook variëren volgens de leeftijd, het geslacht, de spiermassa, de vullingstoestand De nieren hebben een grote reservecapaciteit. De nieren moeten dan ook al ernstig beschadigd zijn (bv. aantasting van meer dan 50 %) voor het serumcreatinine stijgt. Noch het serumcreatinine noch de klinische toestand beschrijft de nieraantasting op het ogenblik zelf. Het serumcreatinine stijgt soms pas na 2-3 dagen ( the clinical clock is always late. Dat wil zeggen dat we eerst moleculaire, daarna cellulaire en vervolgens laboratoriumafwijkingen waarnemen voor de klinische verschijnselen). Het serumcreatininegehalte kan veranderen naargelang van het type behandeling. Hij zei ook dat er moet worden gezocht naar een ideale biomerker om acute aantasting van de nieren sneller en preciezer te kunnen diagnosticeren, om beter de prognose te kunnen ramen en om snel een geschikte behandeling te kunnen starten (bv. een biomerker zoals troponine bij een acuut coronair syndroom). Een veelbelovende merker is NGAL (Neutrophil Gelatinase-Associated Lipocalin); NGAL kan zeer snel in het bloed en de urine worden gedetecteerd bij patiënten met een ANI en is zeer specifiek. 2-3 Subtype 3 (acuut renocardiaal syndroom) wordt gekenmerkt door een snelle primaire verslechtering van de nierfunctie (ischemie van de nieren, glomerulonefritis) met daardoor een acute aantasting van het hart (hartdecompensatie, ritmestoornissen, myocardischemie). Subtype 3 is minder frequent dan subtype 1, maar de incidentie is hoger in ziekenhuizen (9-10 %). De gevolgen voor het hart zijn de volgende: volumeoverbelasting (water- en zoutretentie, AHT) veroorzaakt longoedeem; hyperkaliëmie veroorzaakt ritmestoornissen en plotselinge dood. Andere gevolgen zijn: stimulering van het orthosympathische zenuwstelsel, activering van het renine-angiotensinealdosteronsysteem met vasoconstrictie en stimulering van verschillende hormonen met endotheeldisfunctie en secretie van cytokines die schadelijk zijn voor het hart. Bij laboratoriumonderzoek uit zich dat in een van de cardiale merkers (BNP, MPO, troponine). De andere subtypes werden niet uitvoerig besproken. Prof. dr. Claudio Ronco besloot met de huidige definitie van het cardiorenale syndroom: Een pathofysiologische stoornis van het hart en de nieren waarbij een acute of chronische disfunctie van een van beide organen een acute of chronische disfunctie van het andere teweegbrengt. Het is een nieuw syndroom, waarvan de onderliggende mechanismen nog niet goed door- 76 jaargang 22, nr. 2, maart 2010

Tabel 1. Subtypes van het cardiorenale syndroom (CRS = cardiorenaal syndroom) Subtype CRS 1 Acuut cardiorenaal syndroom Snelle hartdecompensatie (bv. cardiogene shock) die tot acute nierinsufficiëntie leidt CRS2 CRS3 CRS4 CRS5 Chronisch cardiorenaal syndroom Acuut renocardiaal syndroom Chronisch renocardiaal syndroom Secundair cardiorenaal syndroom Chronische disfunctie van het hart met een progressieve, permanente nierinsufficiëntie als gevolg Snelle achteruitgang van de nierfunctie (ischemie van de nieren, glomerulonefritis) met een acute hartaandoening als gevolg (hartdecompensatie, ritmestoornissen, myocardischemie) Chronisch nierlijden dat bijdraagt tot een disfunctie van het hart, ventrikelhypertrofie, diastolische disfunctie en/of een stijging van het risico op ongunstige cardiovasculaire gebeurtenissen Systemische aandoeningen (bv. diabetes, sepsis, vasculitis, amyloïdose) die de nieren én het hart aantasten Het cardiorenale syndroom: Een pathofysiologische stoornis van het hart en de nieren waarbij een acute of chronische disfunctie van een van beide organen een acute of chronische disfunctie van het andere teweegbrengt ACS in CKD: caught between a rock and a hard place. grond zijn, maar waarvan de incidentie in ziekenhuizen stijgt ( We verwachten een tsunami van patiënten ). De vijf subtypes omvatten de verschillende mogelijke aandoeningen maar die hebben een eigen diagnostiek en behandeling. Subtype 1 komt het vaakst voor. Onderzoek van biomerkers zal van kapitaal belang worden. Biomerkers kunnen de hoeksteen worden bij de vroege opsporing van schade, zodat snel een behandeling kan gestart worden en progressie van de ziekte zou kunnen voorkomen worden. Prof. dr. Peter Sinnaeve besprak vervolgens de problemen van nierinsufficiëntie bij patiënten met een acuut coronair syndroom. Het was een briljante voordracht met als titel ACS in CKD: caught between a rock and a hard place. Hij bevestigde een aantal dingen die we al wisten: 1 Cardiovasculaire aandoeningen zijn (zeer) frequent bij patiënten met CNI. In het KEEP-register (31 417 patiënten, McCullough A. Am Heart J, 2008) bedroeg de incidentie van myocardinfarct en CVA over een periode van 5 jaar bij patiënten met CNI respectievelijk 5,2 % en 4,7 %. Dat is dus tweemaal zo hoog als bij patiënten zonder nierlijden. Die gegevens werden in de Framinghamstudie bevestigd (98-01). Volgens het ARIC-register (Atherosclerosis Risk In Communities) (12 343 patiënten, Coresh J. JACC, 2006) stijgt de waarschijnlijkheid van cardiale evenementen niet alleen bij patiënten die een infarct hebben doorgemaakt, maar ook bij patiënten met nierinsufficiëntie. 2 CNI is frequent bij patiënten met een acuut coronair syndroom. 33,6 % van de patiënten in de VALIANTstudie had een CNI met een glomerulusfiltratiesnelheid (egfr - estimated Glomerular Filtration Rate) lager dan 60 ml/min/1,73 m 2. 4 Die hoge incidentie jaargang 22, nr. 2, maart 2010 77

werd bevestigd door het ACTIONregister (NSTEMI = 19 029 patiënten en STEMI = 30 462 patiënten); 42,9 % van de patiënten met een STEMIinfarct en 30,5 % van de patiënten met een NSTEMI-infarct vertoonden nierinsufficiëntie. De incidentie van CNI en die van hartdecompensatie hangen vooral af van de leeftijd van de patiënten. 3 Diabetes: snelle risicofactor van acuut coronair syndroom en nierinsufficiëntie. Diabetespatiënten vertonen vaak CNI en omgekeerd. De prognose van beide aandoeningen samen in studies bij patiënten met acuut coronair syndroom (TIMI 11AB, TIMI 12, OPUS en TACTICS, n = 13 126 patiënten) was zeer slecht. 4 "Je vindt chronische nierinsufficiëntie niet als je er niet naar zoekt". De glomerulusfiltratiesnelheid kan geraamd worden met de formule van Cockroft-Gault (egfr = (140-leeftijd) x gewicht/72 x creatinine (mg/dl); resultaat x 0,85 bij vrouwen) of de MDRD-formule (egfr = (186 x creatinine (mg/dl)-1 154 x leeftijd-0 203; x 0,742 bij vrouwen). Beide formules geven een approximatieve waarde, vooral bij bejaarden en vrouwen. Meting van de creatinineklaring of beter nog van de cystatine C-klaring door middel van een 24 uursurinecollectie is preciezer, maar vaak moeilijk en fouten zijn frequent. 5 Een diagnose van acuut coronair syndroom is een uitdaging bij CNI ( the troponin enigma ). Het troponinegehalte bij nieraantasting, ook als er geen sprake is van aantasting van het myocard. Bij terminale CNI is het troponinegehalte een ongunstige prognostische merker. 6 Een CNI heeft een slechte prognose bij een acuut coronair syndroom. Resultaten van de GUSTO-III-studie bevestigen dat de mortaliteit significant stijgt bij nierinsufficiëntie (egrf +/- 70 ml/min). 6 Hoe slechter de nierfunctie, des te hoger was de ziekenhuissterfte in geval van een myocardinfarct (ACTION-register). 5 In het GRACE-register was chronische nierinsufficiëntie eveneens een onafhankelijke prognostisch ongunstige factor. 7 7 Bij een acuut coronair syndroom is chronische nierinsufficiëntie slecht, gezien de bloedingscomplicaties. In de ACUITY-studie werd aangetoond dat CNI de eindpunten van ischemie verhoogt, maar ook de incidentie van ernstige bloedingen: 6 % indien egfr > 90 ml/min en 12 % indien egfr < 30 ml/min. 8 CNI was ook een van de risicofactoren van ernstige bloedingen in het GRACE-register (OR = 1,48). 7 8 Ook verkeerde dosering van geneesmiddelen is ten dele verantwoordelijk voor het bloedingsrisico. Een te hoge dosering van enoxaparine veroorzaakt vaker bloedingen volgens de bevindingen van de CRUSADE-studie. 9 Ook in het GRACE-register werd een duidelijk verband waargenomen tussen de creatinineklaring en bloedingen en tussen de creatinineklaring en de sterfte. 10 Dat werd bevestigd in de SYNERGY-studie, waarin een relatie werd aangetoond tussen de creatinineklaring, bloedingen en de sterfte. 11 9 De behandeling verwaarlozen bij patiënten met nierinsufficiëntie is een ander aspect van het probleem. Patiënten met CNI worden vaak minder goed behandeld. In het ACTION-register kregen ze minder aspirine, clopidogrel, bètablokkers en statines en dat was manifester naarmate de nierfunctie slechter was. Ze krijgen ook minder adviezen bij ontslag uit het ziekenhuis (rookstop, dieet, lichaamsbeweging, 78

revalidatie). 5 In het GRACE-register werd aangetoond dat er minder vaak een coronariografie (en PCI) werd uitgevoerd De redenen die de cardiologen daarvoor aanhalen, zijn weinig overtuigend. De vrees voor verergering van de CNI bij injectie van contraststof is niet gegrond (BRAVO-studie). Tot slot merkte prof. dr. Peter Sinnaeve op dat er zeer weinig patiënten met CNI werden opgenomen in de klinische studies. Sommige geneesmiddelen zijn te verkiezen boven andere (bv. fondaparinux of bivalirudine bij NSTEMI). De behandeling van patiënten in CNI met een acuut coronair syndroom is altijd moeilijk en complex. Zo moeten we bij toediening van anticoagulantia streven naar een goede balans tussen doeltreffendheid qua ischemische gebeurtenissen en het risico op bloedingen. Een patiënt met CNI loopt een hoger risico, maar moet toch een optimale behandeling kunnen krijgen voor zijn hartaandoening. In dat geval besloot prof. dr. Peter Sinnaeve met een don t be a renalist. Referenties 1 Ronco C., Haapio M., House A.A., Anavekar N., Bellomo R. Cardiorenal Syndrome. J Am Coll Cardiol, 2008, 52, 1527-1539. 2 Mori K., Nakao K. Neutrophil gelatinase-associated lipocalin as the real-time indicator of active kidney damage. Kidney Int, 2007, 71, 967-970. 3 Ronco C. NGAL: an emerging biomarker of acute kidney injury. Int J Artif Organs, 2008, 31, 199-200. 4 Anavekar N.S., McMurray J.J.V., Velazquez E.J. et al. Relation between Renal Dysfunction and Cardiovascular Outcomes after Myocardial Infarction. N Engl J Med, 2004, 351, 1285-1295. 5 Fox S., Muntner P., Chen A.Y. et al. Use of Evidence- Based Therapies in Short-Term Outcomes of ST- Segment Elevation Myocardial Infarction and Non ST-Segment Elevation Myocardial Infarction in Patients With Chronic Kidney Disease. A Report From the National Cardiovascular Data Acute Coronary Treatment and Intervention Outcomes Network Registry. Circulation, 2010, 121, 357-365. 6 Al Suwaidi J., Reddan D.N., Williams K., Pieper K.S., Harrington R.A., Califf R.M. et al. Prognostic implications of abnormalities in renal function in patients with acute coronary syndromes. Circulation, 2002, 106, 974-980. 7 Moscucci M., Fox K.A.A., Cannon C.P., Klein W., López- Sendón J., Montalescot G., White K., Goldberg R.J. for the GRACE Investigators. Predictors of major bleeding in acute coronary syndromes: the Global Registry of Acute Coronary Events (GRACE). Eur Heart J, 2003, 24, 1815-1823. 8 Mehran R., Nikolsky E., Lansky A.J., Kirtane A.J., Kim Y.H., Feit F. et al. Impact of Chronic Kidney Disease on Early (30-Day) and Late (1-Year) Outcomes of Patients With Acute Coronary Syndromes Treated With Alternative Antithrombotic Treatment Strategies. An ACUITY (Acute Catheterization and Urgent Intervention Triage strategy) Substudy. J Am Coll Cardiol Intv, 2009, 2, 748-757. 9 Allen LaPointe N.M., Chen A.Y., Alexander K.P. et al. Enoxaparin dosing and associated risk of in-hospital bleeding and death in patients with non-st-segment elevation acute coronary syndromes. Arch Intern Med, 2007, 167, 1539-1544. 10 Collet J.P., Montalescot G., Agnelli G., Van de Werf F., Gurfinkel E.P., Lopez-Sendon J., et al. for the GRACE Investigators. Non-ST-segment elevation acute coronary syndrome in patients with renal dysfunction: benefit of low-molecular-weight heparin alone or with glycoprotein IIb/IIIa inhibitors on outcomes. The Global Registry of Acute Coronary Events. Eur Heart J, 2005, 26, 2285-2293. 11 The SYNERGY Trial Investigators. Enoxaparin vs. unfractionated heparin in high-risk patients with non-st-segment elevation acute coronary syndromes managed with an intended early invasive strategy: primary results of the SYNERGY randomized trial. JAMA, 2004, 292, 45-54. 79