SPRONGPRESTATIE VERBETEREN. Samenvatting



Vergelijkbare documenten
Meten van explosiviteit bij top indoor balteamsporters. H.T.D. van der Does, MSc. Dr. M.S. Brink S.H. Doeven, MSc. Dr. K.A.P.M.

4 DAGEN SPLIT SCHEMA

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

Aanbeveling gebruik van Plyometrisch oefenprogramma in de praktijk

Zondag 17/12 Huiswerk recuperatie plus trainingsschema niveau 2

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Coach. Copyright 2010 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden.

KRACHTTRAINING VOOR SPORTERS (Deel 4) De vrije haltertraining in de praktijk.

Fysieke Training Waterpolo Dames. Richard Louman. Waterpolo programma

Gym-life Trainingsschema s

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde

SEIZOEN 2017 WOD 2 RX FOR TIME ROND ZO SNEL MOGELIJK AF OF BEHAAL ZOVEEL MOGELIJK 3 RONDES: - 4 HANDSTAND PUSH-UPS - 6 HANG POWER CLEANS (60/40)

Kracht Trainen voor Atletische Prestaties

Copyright 2015 Clean Nutrition Alle rechten voorbehouden

GET FIT 2 SKI. Johan De Coninck Physical Coach - DuofiTT

Wat opvalt is dat de resultaten na verloop van tijd in stand blijven en zelfs verbeteren.

4 dagen splitschema. Fitness-tips.nl

3 DAGEN SPLIT SCHEMA

M A X I M A L E K R A C H T E N S P I E R G R O E I I N T W E E M A A N D E N M E T D E Z E B E G I N N E R S S C H E M A ' S

4 dagen splitschema. Fitness-tips.nl

TRAININGTIPS. Van onze personal trainer Jill de Vreng

Vet-killer 320 Workout. Door: Jesse van der Velde Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden.

4 dagen splitschema. Fit.nl

Functionele krachttraining in voetbal. Bram De Winne

WORKOUT 1 - AMRAP 6 min Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 6 minuten van:

Het effect van leeftijd en rijping op de selectie van jeugdtennissers en de ontwikkeling op de vijf-meter sprinttest

Door Jesse van der Velde. Copyright 2011 Jesse van der Velde (Online Personal Trainer)

Trainingsplan Afvallen gevorderd Circuit 1

1 G>=>KE:G=L> Dutch summary

Dag 1 Datum / / / / / / / Houd je hoofd neutraal op de romp. Houd je rug neutraal. Pak het touw vast. Maak draaiende polsbeweging. Spring omhoog.

Gering aëroob uithoudingsvermogen, een ectomorf lichaamstype en weinig spiermassa

NASM Essentials of Personal Fitness Training Program design in Strength Dag 6

MACRO SENIOREN DEVELOPMENT

VO2max. Aerobe Capaciteit Cerebrale Parese. Aerobe capaciteit bij kinderen met CP FITNESS

TRAININGSPLAN PLYOMETRIE

SENIOREN LOPEN MET HUN HOOFD!

Voorbeeld veldrijden Fietstest 2

Conditietraining op de vereniging. Miguel Janssen Steven Schilders

Krachttraining bij kinderen en adolescenten. Prof. Dr. Jan Boone


TRAININGS- HANDLEIDING

Revalidatie en preventie meer dan alleen spieren trainen. Lorenzo d Hont [ Master Sportfysiotherapeut]

Trainen met hoge frequentie

3 dagen splitschema. Fitness-tips.nl

`FAST ACADEMY Traint de Trainers. Jacek Ziemba

Schaatstrainerscongres 2018

Training en praktische beweegadviezen. Voor kwetsbare groepen

3 dagen splitschema. Fit.nl

Fitnesstrainer B Lesdag 3 Trainingsleer & Periodisering. Erkend Fit!vak opleidingscentrum

Krachttraining. Nelis Koeken

SEIZOEN 2017 WOD 2 RX WOD 3 RX FOR TIME AMRAP ROND ZO SNEL MOGELIJK AF OF BEHAAL ZOVEEL MOGELIJK HERHALINGEN ALS MOGELIJK IN 10 MINUTEN VAN:

TRAINING BIJ BASIC-FIT

KORTE SAMENVATTING MEDICAL PERSONAL TRAINER MPT

Appendix. Nederlandstalige samenvatting (Dutch summary)

Warming-up. Focus, readiness, awareness

Snelheidstraining bij teamsporters.

KWALIFICATIEWEEK WORKOUTS & BEWEGINGSSTANDAARDEN WOD 1

Dit is versie 1.1 van dit trainingsschema. Door: Jesse van der Velde Personal Trainer & Fitness Expert

Fysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking. Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015

Effect van duurtraining op lange termijn

INTERVENTIESTUDIE. Fitkids, a Nationwide exercise therapy program in the Netherlands: is it effective?

Leerlijn Strength & Conditioning Fysieke leerlijn TeamNL - Nevobo

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen

Vitamine B12 deficiëntie

Optokinetische analyse van de EXO-L

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2-5 Hoofd- stuk 2 en 3 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

TRAINENMETEENDOEL.NL KRACHTTRAINING VOOR WIELRENNERS

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse

Krachttraining voor de Verenigingstrainer

Copyright 2016 In Gezondheid BVBA Rapid Fatloss onderdeel van Bioprofile

De computerhandleiding bestaat uit de onderdelen: Knopfuncties De schermen Het selecteren en instellen van de programma s -1-

Sportspecifieke krachttraining

HOLD ON! WORKOUT 1 - AMRAP 5 MIN Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 5 minuten van:

Wekelijkse Work Out!

In dit proefschrift worden effecten van verschillende vormen van training op het

WE SWEAT TRAININGSSCHEMA GET READY FOR MUD MASTERS! MUD MASTERS 23 TH APRIL 2017 HAARLEMMERMEER GET READY! HOE ZIET EEN TRAINING ERUIT?

FYSIEKE TRAINER VOETBAL Korte samenvatting. Geprotocolleerd volgens de Rehaboom binnen het amateur- en profvoetbal

Copyright 2016 Fitness Meiden, all rights reserved

Rationale 1 Performance meets Science

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

Dit trainingsschema is ontwikkeld i.s.m. Michael Zijlaard (o.a. ploegleider en coach van team AA Drink/Leontien.nl) en Dick Siliakus (fysiotherapeut)

in Sport Sportcafé Fysiotherapie Jeurissen & van den Ingh

HAYS. Health in Adapted Youth Sports. Kristel Lankhorst,

PRT - Systemen Inleiding PRT systemen A t/m G Belasting en herhalingen Pauzes

Fitness fitness oefeningen

CURSUS ALLROUND CONDITIE/HERSTELTRAINER Korte samenvatting

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Fysieke training voor ski-atleten

Wat doet zwaartekracht met je lichaam? MARS MOVE. Marvin Holleman

kwalificatieweek workouts & bewegingsstandaarden WOD 1

Voorwoord. Eindhoven, 19 Juni, 2003 Anton van den Bosch Jorden Oerlemans Stefan Veltrop

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

W A T I S S T R E N G T H & C O N D I T I O N I N G?

Copyright 2016 In Gezondheid BVBA Rapid Fatloss onderdeel van Bioprofile

Wij hebben er voor gekozen om oefeningen te gebruiken die we ook tijdens de les uitvoeren. Zo kan je snel aan de slag.

ZOMERPROGRAMMA RESPIRO: THUISTRAINING

Fysiotherapie Longrevalidatie

HOLD ON! WORKOUT 1 - AMRAP 5 MIN Behaal zoveel mogelijk herhalingen als mogelijk in 5 minuten van: 4 rondes van: 10 toes-to-bars 10 thrusters

Transcriptie:

SPRONGPRESTATIE VERBETEREN Improving Jump Performance in Volleybal Hijink G., Plomp S., Lanfer R. and Hueting T. Studenten Fysiotherapie Hogeschool Saxion, Enschede, Nederland Samenvatting ACHTERGROND: De coach van Eurosped TVT heeft geconstateerd dat zijn speelsters de laatste periode niet meer beter presteren tijdens de metingen op spronghoogte. Hij geeft aan dat hij denkt dat de speelsters op een plateau zitten. Na analyse van de huidige training en literatuurstudie is besloten voor 6 weken een nieuw krachttrainingsschema te integreren. DOEL: Onderzoeken of er na 6 weken trainen met dit schema verandering is opgetreden in de prestaties van de speelsters, betreffende de spronghoogte en het sprongvermogen. METHODE: De onderzoekspopulatie bestond uit 11 volleybalspeelsters die deelnemen aan het hoogste niveau volleybal in Nederland, de Dela Eredivisie. Een week voor de training heeft er een nulmeting plaatsgevonden. Hierbij is het sprongvermogen bepaald met behulp van de MR. Cube & is de hoogte van zowel de aanvalssprong als de bloksprong bepaald met de Vertec Jump. Na 6 weken trainen heeft er een eindmeting plaatsgevonden, waarna de meetgegevens met elkaar vergeleken zijn. RESULTATEN: Van de 11 speelsters zijn er uiteindelijk 6 vergeleken voor het bepalen van de resultaten. Voor alle drie variabelen heeft er een positieve verandering plaatsgevonden. Het vermogen (P) per kilogram is gemiddeld toegenomen met 0.8844 watt (p=0.249). Bij de bloksprong is men gemiddeld 1 cm hoger gaan springen (p=0.083) en bij de aanvalssprong is dit gemiddelde 1.33 cm(p=0.157). CONCLUSIE: Dit onderzoek kan niet aantonen dat de training op zichzelf het verschil heeft gemaakt. Echter is er een aantoonbare positieve verandering in de meetresultaten na de trainingsinterventie van 6 weken. Het is dan ook aan te raden in de toekomst het onderzoek op grotere schaal te herhalen. Voor contact of vragen: gertjanhijink@gmail.com

Inleiding De coach van Eurosped TVT heeft geconstateerd dat zijn speelsters de laatste periode niet meer in spronghoogte vooruit lijken te gaan. Hij geeft aan dat de speelsters op een plateau lijken te zitten. Gevraagd is of er een manier is om dit plateau te doorbreken. Binnen het volleybal bestaat maar liefst 50% van de explosieve activiteiten uit sprongen 1, gemiddeld komt dit voor een speelster neer op 22 sprongen per set met een maximum van 36 sprongen 2. Sprongen hebben als doel aan te vallen of te verdedigen. De zoektocht naar een methode om het sprongvermogen bij speelsters te verbeteren is daarom niet vreemd. Zodra een speelster de intentie heeft een sprong te maken, wordt dit vanuit de primaire motorische cortex aangestuurd. Via zenuwbanen bereiken signalen de motorneuronen die hierna de spiervezels activeren, wat leidt tot beweging 3,4. Als men zich puur en alleen richt op het springen, blijkt dat atleten met een hoog percentage Fast Twitch (FT) vezels meer explosieve kracht genereren, oftewel meer vermogen. Dit vermogen is belangrijk voor de prestaties bij de Vertical Jump 5. Vermogen wordt bepaald door de formule: Vermogen (P) = Kracht in Newton(F) * Snelheid in meter per seconde (V) 4.6. Omdat de snelheid waarmee een speelster gewicht kan verplaatsen genetisch lijkt bepaald, is kracht een belangrijke factor om het vermogen te doen laten toenemen 4. Tevens speelt de Short Stretching Cycle (SSC) een belangrijke rol. De SSC is een actieve excentrische beweging gevolgd door een onmiddellijke contractie van dezelfde spier 5. Tijdens deze contractie worden meerdere motorunits gerekruteerd 7. Hierbij komt de bij de excentrische beweging opgeslagen energie vrij tijdens de contractie 8. Vrouwen gebruiken 90% van deze energie, terwijl mannen slecht 50% van deze energie gebruiken 9. Plyometrische oefeningen worden gedefinieerd als excentrische belasting direct gevolgd door een concentrische contractie, met als doel neuromusculaire adaptatie van de stretch reflex (SSC), elasticiteit van de spieren en Golgi peessensoren 7. Om het sprongvermogen bij de speelsters van Eurosped TVT te trainen is daarom gekozen voor de combinatie van krachttraining met plyometrisch trainen. Uit literatuurstudie is gebleken dat beide trainingsvormen een positief effect hebben op het sprongvermogen 10,11,12,13,14. In dit onderzoek is gekeken of het bij Eurosped TVT nieuw geïntegreerde krachttrainingsschema, waarin kracht en plyometrische oefeningen zijn gecombineerd, kon bijdragen aan een positieve verandering van de spronghoogte en het sprongvermogen bij de speelsters. 1

Het gekozen trainingsprogramma is tot stand gekomen na analyse van de huidige training en een combinatie tussen de literatuurstudie en de omgang met financiële en praktische beperkingen. Onderzoeksvraag De hoofdvraagstelling voor het onderzoek: Is er na het 6-weekse krachttrainingsprogramma verandering opgetreden bij het sprongvermogen en de spronghoogte bij de A-selectie volleybalsters van Eurosped TVT? Methode Onderzoekspopulatie Alle proefpersonen die voor het onderzoek werden geïncludeerd, volleyballen op het hoogste niveau bij Stichting Topvolleybal Twente Eurosped. De vrouwelijke proefpersonen waren tijdens het onderzoek tussen de 18 en 26 jaar en trainden gemiddeld 5 keer per week. Proefpersonen met klachten aan het bewegingsapparaat werden uitgesloten van het onderzoek maar hebben wel deelgenomen aan de training. Alle proefpersonen werden mondeling en schriftelijk geïnformeerd over het onderzoek en tekenden een informed consent. Onderzoeksmethode Er is gekozen voor de Counter Movement Jump (CMJ), omdat dit één van de meest gebruikte testvormen is. De CMJ is vergelijkbaar met de sprong bij volleybal en geeft betrouwbare en reproduceerbare waarden 15. Bij de CMJ werd de sprong voorafgegaan door een inveerbeweging (excentrischconcentrisch) en werd uitgevoerd zonder arminzet, de handen werden in de zij geplaatst. Voor een gestandaardiseerde uitvoering is gebruik gemaakt van een vooraf opgesteld protocol, waarbij 3 stations beschreven werden. Station 1 bestond uit het invullen van een informed consent, het noteren van leeftijd, het meten van gewicht, meten van het vetpercentage 18 en het meten van de reikhoogte van twee armen in stand. Station 2 bestond uit het uitvoeren van één CMJ testsprong en één serie van vijf CMJ s. Met behulp van de MR Cube 16,17 werden de prestaties van deze 5 sprongen gemeten en is uiteindelijk het vermogen (P) per kilogram bepaald. Bij de uitvoering werd gebruik gemaakt van een band om het bekken waar het koord van de MR Cube aan bevestigd zat. De proefpersonen plaatsten de voeten tijdens de CMJ binnen een afbakening op de grond van 42 cm x 57 cm, zodat grote verplaatsing niet mogelijk was. Tussen de sprongen zat een rusttijd van 5 seconden. 17 Bij Station 3 is er de gestandaardiseerde blok en aanvalssprong test van Eurosped TVT gebruikt om de spronghoogtes van de proefpersonen te meten. Om deze hoogtes te meten is er gebruik gemaakt van de Vertec Jump 19. Deze is in eigen beheer van Eurosped TVT. 2

Het onderzoek werd uitgevoerd door vier onderzoekers, die steeds bij hetzelfde station gegevens noteerden. Trainingsmethode Het trainingsprogramma is opgesteld voor een periode van 6 weken, waarin op de maandag en donderdag een uur en een kwartier getraind werd. De periode startte aan het begin van het seizoen en eindigde halverwege het seizoen. Elke training begon met een niet gestandaardiseerde, uitgebreide dynamische warming-up van 10 minuten, onder leiding van continu dezelfde onderzoeker. Vervolgens volgde een krachtcircuit die driemaal werd herhaald met aansluitend een gezamenlijke plyometrische training. Krachtcircuits De krachtoefeningen werden verwerkt in twee circuits 20 (Figuur 1). De speelsters werden in twee groepen verdeeld, zodat alle speelsters per week elk circuit eenmaal konden afwerken (Figuur 2). Plyometrie De plyometrische trainingen waren voor beide groepen hetzelfde. Tijdtechnisch en op basis van literatuur is gekozen voor een viertal oefeningen 8,11. In week 1 tot en met 4 werden op maandag de cone hops uitgevoerd en op de donderdag de split jumps. Dit betekende dat de speelsters elke training 3 plyometrische oefeningen uitvoerden. Vanaf week 5 werden elke training alle 4 plyometrische oefeningen uitgevoerd (Figuur 3). Intensiteit en opbouw Om te zorgen dat er geen gewenning kon ontstaan, werd elke 2 weken de intensiteit van de circuits verhoogd. Dit gebeurde door de arbeidsrustverhouding te veranderen (Figuur 4), maar ook door het toevoegen van gewicht bij een aantal oefeningen. Het toevoegen van gewicht gebeurde na inzicht van de onderzoekers. Technische uitvoering en feedback van speelsters werden nauwlettend in de gaten gehouden om het risico op blessures te minimaliseren. Om het juiste trainingsgewicht voor de Barbell back squat te bepalen is in week 0 een 1RM-Meting 21 uitgevoerd. De plyometrische training werd verzwaard door het toevoegen van sets (Figuur 3) en ook werd de hoogte bij de Box jumps aangepast. De hoogte werd per speelster met een turnmat van 6 cm aangepast wanneer deze 8 foutloze sprongen kon maken op de huidige hoogte. Elke speelster begon op een hoogte van 60 cm. Sommige speelsters wisten uiteindelijk een hoogte te halen van 102 cm. De rust tussen de sets was 1 minuut en 2 minuten tussen de oefeningen. 3

Circuit A Barbell back squat. Burpee. TRX row. Walking lunges (Medicine Ball). Jumping jacks. Tempo rope skips Bent over barbell row. Shoulder press. Circuit B Dumbell thrusters. Push ups. Bulgarian split Squats. (L+R) Lateral raises. Kettlebell swings. Step-ups. (L+R) Gewicht. 60-80% van 1RM. Lichaamsgewicht. Lichaamsgewicht. Lichaamsgewicht & Medicine Ball 4kg. Lichaamsgewicht Lichaamsgewicht 10 kg. 10 kg. Gewicht. 5-7kg. Lichaamsgewicht. Lichaamsgewicht 15kg. 3-5kg. 12.5kg. Gewichtsvest (10 kg). Figuur 1. Verdeling oefeningen over de circuits. Groep 1 Groep 2 Maandag Circuit A Circuit B Donderdag Circuit B Circuit A Figuur 2. Verdeling groepen over de circuits. Plyometrie. Week 1. Week 2. Week 3. Week 4. Week 5. Week 6. Depth jumps. 2 x 8 2 x 8 3 x 8 3 x 8 3 x 8 3 x 8 Box jumps. 2 x 8 2 x 8 3 x 8 3 x 8 3 x 8 3 x 8 Cone hops. (Ma) 3 x 8 (Ma) 3 x 8 (Ma) 4 x 8 (Ma) 4 x 8 5 x 8 5 x 8 Split jumps. (Do) 2 x 12 (Do) 2 x 12 (Do) 3 x 12 (Do) 3 x 12 3 x 12 3 x 12 Figuur 3. Plyometrische oefeningen en sets. Week. Arbeidsrustverhouding. 1 30 arbeid 30 rust. 2 30 arbeid 30 rust. 3 35 arbeid 25 rust. 4 35 arbeid 25 rust. 5 40 arbeid 25 rust. 6 40 arbeid 25 rust. Figuur 4. Arbeidsrustverhouding per week geldend voor het krachtcircuit. 4

Data-verwerking Tijdens het onderzoek werden de gegevens genoteerd in daarvoor gemaakte tabellen. Deze gegevens werden later digitaal opgeslagen. De gegevens voor de CMJ werden automatisch door de software van de MR. Cube opgeslagen. Uit de gegevens van de MR. Cube zijn de concentrische waarden overgetypt zodat de waardes van de nulmeting makkelijker kon worden vergeleken met de waardes van de eindmeting. Om de waardes van de MR. Cube te vergelijken hebben we Work omgerekend naar Vermogen per kilogram. Hiervoor hebben we de volgende formules gebruikt: W = 0,5m*v 2 T=S/V P=W/T P per kg = P/M Hierin is: De gegevens van de Vertec Jump werden ook vergeleken. Om deze te vergelijken is gekeken naar het verschil in het aantal behaalde centimeters bij de nulmeting en eindmeting voor zowel de bloksprong als de aanvalssprong. Hierbij zijn de behaalde resultaten verminderd met de reikhoogte, zodat alleen de gesprongen afstand vergeleken werd. Data-analyse De statistische analyse werd uitgevoerd met SPSS 20.0 22. Via Analyze Descriptive statistics Explore. Gemiddelde en Standaard Deviatie zijn berekend voor alle metingen en opgenomen in Tabel 2 & 3. Met behulp van de Wilcoxon Signed Rank Test 23 is er gekeken naar de statistische significantie van alle drie de variabelen (Tabel 1). Een p- waarde van 0.05 werd beoordeeld als statistisch significant in alle vergelijkingen. W: Work in Joule (Bepaald door de MR. Cube) M: Massa in kilogram V: Snelheid in meter per seconden S: Afstand in meters (Gemeten door MR. Cube) T: Tijd in seconden P: Vermogen in Wattage P per kg : Vermogen per kilogram 5

Resultaten Van de 11 speelsters die deelnamen konden er 6 worden meegenomen in het onderzoek. Redenen dat overige speelsters niet in het onderzoek konden worden meegenomen waren: 2 speelsters waren tijdens de eindmeting afwezig, 1 speelster was afwezig bij de nulmeting, 1 speelster had de gehele periode last van een blessure en 1 speelster heeft het team verlaten. Bij het sprongvermogen (P) blijkt dat er sprake is van een gemiddelde toename van 0.8844 Watt per kilogram (+2.83%), p = 0.249. Bij de bloksprong is er sprake van een gemiddelde toename van 1cm (+2.07%), p = 0.083 en bij de aanvalssprong een gemiddelde toename van 1.33 cm (+2.14%), p = 0.157 (Tabel 1,2 & 3) Discussie De gemiddelde toename is niet statistisch significant. Het ontbreken van de statistische significantie is te verklaren doordat de interventiegroep slechts bestaat uit 6 speelsters. Het trainingsprogramma is gestart met 11 speelsters, maar door blessures en afwezigheid van speelsters gedurende het trainingsprogramma, hebben niet alle 11 speelster deel kunnen nemen aan de eindmeting. In een recent onderzoek van González-Rave et al. 24 dat plaatsvond bij een vrouwelijk volleybalteam spelend in de hoogste Spaanse divisie, werden gedurende 24 weken (voor en tijdens het speelseizoen) 10 speelsters 4 maal onderworpen aan verschillende trainingsschema s. Week 9 tot en met 16 waren gericht op maximale kracht en power ontwikkeling, week 17 tot en met 24 waren gericht op specifieke krachttraining inclusief plyometrische oefeningen. Beide trainingen werden tijdens het speelseizoen uitgevoerd. De prestaties bij de CMJ nam van week 9 tot week 24 toe met 4.62%. Een ander onderzoek bij 10 speelsters spelend in de hoogste divisie van Portugal, toont na 12 weken trainen tijdens het speelseizoen een vooruitgang van 3.8% in spronghoogte (cm) bij de CMJ 25. Robert U. Newton et al. 26 onderzocht tijdens het speelseizoen gedurende 11 weken of een wijziging van de laatste 4 weken in de trainingsmethode, afname van sprongprestaties bij volleybalsters kon voorkomen of minimaliseren. De eerste 7 weken werd er alleen op maximaal kracht getraind, vanaf week 8 werden weerstandsoefeningen vervangen door plyometrische oefeningen. De prestaties van de CMJ over de gehele 11 weken stegen, echter vonden de grootste veranderingen plaatst in week 8 tot en met 11. 6

Voor de aanvalssprong namen in de eerste 7 weken de prestaties af met 5.4%. In week 8-11 namen de prestaties bij de aanvalssprong toe met 5.3%. Dit betekent een daling in de prestaties van 0.32% over een periode van 11 weken. In ons onderzoek namen de prestaties bij de aanvalssprong toe met 2.14% over een periode van 6 weken. Tevens nam in ons onderzoek de hoogte in cm van de CMJ toe met 5.24%. De waargenomen hogere percentuele toename in een kortere periode in vergelijking met de bevindingen van González-Rave et al. 24 & Mario C. Marques et al. 25 kan worden verklaard door het feit dat er voor de trainingsinterventie geen sprake was van de combinatie weerstandstraining met plyometrische oefenvormen. In het onderzoek van González-Rave et al. 24 neemt de prestatie van de CMJ na de eerste 4 weken met 7.5% toe terwijl de training slechts gericht was op het verbeteren van de algehele kracht en conditie. Het gemiddelde vermogen geleverd bij de CMJ steeg in ons onderzoek met 2.67%. Dit steeg in het onderzoek van Robert U. Newton et al. 26 met 5,5% over een periode van 11 weken. De gemeten vooruitgang in de prestaties tijdens deze trainingsinterventie komen overeen met resultaten in andere vergelijkbare onderzoeken 24,25,26. Echter kunnen we door afwezigheid van een controlegroep en het ontbreken van statistische significantie niet concluderen dat de vooruitgang volledig is bewerkstelligd door de trainingsinterventie. Het is gebleken dat zware krachttraining (squaten e.d.) in combinatie met plyometrische oefeningen, effectief is voor de toename van vermogen 11. Daarnaast is er een verband aangetoond tussen de Squat en het sprongvermogen: Hoe hoger de 1 RM bij de Squat, des te hoger de sprong 27. In ons onderzoek valt op dat de speelster die de hoogste score behaalde bij de aanvalsspong en bij het vermogen per kilogram bij het uitvoeren van de CMJ (Eindmeting: 69cm / 33,58 Watt), ook de hoogste 1 RM had (135kg) en de speelster met de laagste score (Eind:53cm / 29,82 Watt) de laagste 1 RM (65kg). Bij de bloksprong is een dergelijk verband niet gevonden. Door gebrek aan materiaal was het voor ons onmogelijk om het hele team 2 keer in de week te onderwerpen aan zware weerstandtraining. Hierdoor waren we genoodzaakt om te improviseren en te werken met de voorhanden zijnde materialen. Op basis van literatuur denken we dan ook dat er meer uit de training te halen valt wanneer speelsters wel 2 keer in de week aan zware krachttraining kunnen worden onderworpen. Tot slot, kunnen mentale factoren een rol hebben gespeeld bij het behalen van de resultaten. Speelsters hebben aangegeven dat ze het gevoel hadden dat de training zinvol was. Dit kan leiden tot extra motivatie om tijdens de eindmeting beter te presteren. 7

Conclusie Uit de resultaten is gebleken dat er sprake is van een gemiddelde toename die vergelijkbaar is met resultaten uit vergelijkbare onderzoeken. De gemeten gemiddelde vooruitgang in sprongvermogen en spronghoogte is echter niet statistische significant. Het is aan te raden het onderzoek in de toekomst te vervolgen om te kunnen bevestigen dat de training het verschil maakt. Hierbij zal de onderzochte populatie groter moeten zijn, er moet gewerkt worden met een controlegroep en tevens een langere trainingsperiode die wordt voorafgegaan door minimaal 2 weken aanleren van de juiste techniek. Mocht hieruit blijken dat de training zinvol is, zou men op redelijk goedkope wijze de sprongprestaties van speelsters binnen een team kunnen verbeteren. Het is voor trainers en coaches dan ook aan te raden dit een belangrijk onderdeel van de training te laten zijn. Dankwoord We willen Safe Fitness Almelo bedanken voor het kosteloos beschikbaar stellen van trainingsmateriaal. Door deze steun was het mogelijk twee trainingscircuits op te stellen waarin het mogelijk was om oefeningen te verzwaren. Tevens willen we ook Jim Easton (Monitored Rehab Systems) bedanken voor het kosteloos beschikbaar stellen van de MR. Cube. Dit artikel is ter controle aangeboden bij Dr. F.G.J. Oosterveld, Lector gezondheid en bewegen. Praktische Toepassing Ondanks de financiële en praktische beperkingen waarmee rekening gehouden moest worden, heeft deze trainingsinterventie kunnen leiden tot een gemiddelde toename van de prestaties. Voor trainers en coaches betekent dit dat het op redelijk goedkope wijze mogelijk is de prestaties van speelsters tijdens het speelseizoen te onderhouden dan wel te verbeteren. Daarnaast toont dit onderzoek het belang van de combinatie weerstandstraining met plyometrisch trainen tijdens het speelseizoen aan. 8

Tabellen Tabel 1. p-waarde meetgegevens voorde CMJ, de bloksprong en de aanvalssprong. Statistische Significantie p-waarde Mean Watt per Kilogram Nulmeting CMJ - Mean Watt per Kilogram Eindmeting CMJ 0.249 Mean Centimeters CMJ - Mean Centimeters CMJ 0.249 Mean Centimeters Bloksprong Nulmeting - Mean Cetimeters Bloksprong Eindmeting 0.083 Mean Centimeters Aanvalssprong Nulmeting - Mean Cetimeters Aanvalssprong Eindmeting 0.157 Tabel 2. Gemiddelde en Standaard Deviatie (SD) van de prestaties bij de CMJ. Gegevens CMJ Nulmeting Eindmeting Mean SD Mean SD Arbeid (W) in Joule 319.19 77.66 346.92 65.52 Vermogen (P) in Watt 2074.31 310.63 2131.35 295.47 Vermogen (P) in Watt per Kilogram 30.21 2.63 31.09 1.70 Spronghoogte (CM) 48.78 8.65 51.48 5.71 Tabel 3. Gemiddelde en Standaard Deviatie van de prestaties bij de bloksprong en aanvalssprong. Spronghoogte is bepaald door de absolute hoogte te verminderen met de reikhoogte in stand. Bloksprong Nulmeting Eindmeting Mean SD Mean SD Spronghoogte (CM) 47.33 3.44 48.33 3.93 Absolute hoogte (CM) 272.00 4.93 273.00 5.18 Aanvalssprong Nulmeting Eindmeting Mean SD Mean SD Spronghoogte (CM) 61.33 3.88 62.67 5.57 Absolute hoogte (CM) 286.00 11.79 287.33 13.49 9

Referenties 1. Kraemer William J. & Häkkinen Keijo. 9. Paavo V. Komi & Carmelo Bosco (1978). Strength Training for sport. Oxford: Utilization of stored elastic energy in leg Blackwell Science Ltd; 2002 extensor muscles by men and women. Journal of 2. 3. Mark D. Tillman, Chris J. Hass, Denis Brunt, Gregg R. Bennett. Jumping and landing techniques in elite women s volleyball. Journal of Applied Sport Science and Medicine. 2004; 3: 30-36. Burgerhout W.G., Mook G.A., de Morree J.J. & Zijlstra W.G. Fysiologie leerboek voor paramedische opleidingen. (4e druk) Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg; 2006. 10. 11. Science and Medicine in Sport. 1978; 10 (4): 261-265. Michael G. Miller, Jeremy J. Herniman, Mark D. Ricard, Christopher C. Cheatham & Timothy J. Michael. The effects of a 6-week plyometric training program on agility. Journal of Sports Science and Medicine. 2006; 5:459-465. Kent Adams, John P. O Shea, Katie L. OShea & Mike Climstein. The effect of Six Weeks of Squat, Plyometric and Squat-Plyometric 4. 5. 6. Wilmore Jack H. & Costill David L. Psysiology of Sport and Excercise. Human Kinetics; 2004. Via de vertaling door van der Poel Gerard M. Inspannings- en sportfysiologie. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg; 2006. Kroon S. Vertical jump ability of elite volleybal players compared to elite athletes in other team sports. www.aipass.it/upload/vjperformance.pdf. 2000. Accessed September 16 2012. G. Verkerk, J.B. Broens, P.A.M. de Groot, W. Kranendonk, J.L. Sikkema, J.J. Westra & I.M. Wevers-Prijs. Binas, Informatieboek Havo-VWO voor het onderwijs in de natuurwetenschappen. Groningen: Wolters- Noordhoff; 1998. 12. 13. 14. Training on Power Production. Journal of Applied sport Science Research. 1992; 6(1): 36-41. Goran Markovic. Does plyometric training improve vertical jump height? A meta-analytical review. British Journal of Sports Medicine. 2007; 41: 349-355. Mathias Voelzke, Norman Stutzig, Hans- Alexander Thorhauer & Urs Granacher. Promoting lower extremity strength in elite volleyball players: Effects of two combined training methods. Journal of Science and Medicine in Sport. 2012; 15: 457-462. Leenders, T. Specifieke krachttraining voor volleybal. http://www.tonleenders.nl/files/complete_bokpr ojekt_(kracht)training_voor_volleybal.pdf 2002. Accessed September 18 2012. 7. Nicole J. Chimera, Kathleen A Swanik, C. Buz Swanink & Stephen J. Straub. Effects of Plyometrisc Training on Muscle-Activation 15. van Melick, N. en van Cingel, R.E.H. Testhertestbetrouwbaarheid van de ProJumpsprongmat. Sport & Geneeskunde. 2010; 5: 6-10. in Female Athletes. Journal of Athletic Training. 2004; 39: 24-31. 8. Lehnert Michael, Lamrová Ivona & Elfmark Milan (2009). Changes in speed and strength in female volleyball players during and after a plyometric training program.acta Univ. Palacki Olomuc, Gymn. 2009; 39(1): 59-66. 10

16. Monitored Rehad Systems B.V. MR. Cube. 25. Mário C. Marques, Roland van den Tillaar, http://www.mrsystems.nl/mr%20cube/mrcube% Jason D. Vescovi & Juan José González- 20basis.html Accessed September 5 2012. Badillo (2008). Changes in Strengt hand 17. 18. C. Drostenborg, L. Otten, N. Hulshof & K. Groot Zevert. MR. Cube, Validiteit & Reproduceerbaarheid. Personal communication. Accessed Oktober 2012. Durnin J.V.G.A. & J. Wormersley. Body fat assessed from total body density and its estimation from Skinfold Tickness. Measurement on 381 men and woman aged 16 to 72 years. British Journal of Nutrition. 1974; 32: 77-92. 26. Power Performance in elite Senior Female Professional Volleyball Players During the In- Season: A Case Study. Journal of Strength and Conditioning Research. 2008; 22(4): 1147-1155. Robert U. Newton, Ryan A. Rogers, Jeff S. Volek, Keijo Häkkinen & William J. Kraemer (2006). Four Weeks of Optimal Load Ballistic Resistance Training at the End of Season attenuates Declining Jump Performance of 19. 20. 21. Vertec Jump,: http://www.topendsports.com/testing/equipmentvertec.htm Accessed September 5 2012. Dr. Vos J.A. Introductie cursus opleiding fysiotherapie.. 16-21. http://www.tonleenders.nl/files/introductiecursus_i nspanningsfysiologie-dr._j.a._vos.pdf Accessed September 12 2012. LeSuer DA, McCormick JH, Mayhew JL, 27. Women Volleyball Players. Journal of Strength and Conditioning Research. 2006;20(4):955-961. U. Wisloff, C. Castagna, J. Helgerud, R. Jones and J. Hoff. Strong correlation of maximal squat strength with sprint performance and vertical jump height in elite soccer players. British Journal of Sports Medicine. 2004; 38: 285-288. Wasserstein RL & Arnold MD. The accuracy of prediction equations for estimating 1RM performance in the bench press, squat, and deadlift. Journal of Strength and Conditioning Research. 1997; 11(4): 211-213 22. IBM SPSS Statistics version 20. http://www- 01.ibm.com/software/nl/analytics/spss/ Accessed December 20 2012. 23. Green, S. B., & Salkind, N. J. Using SPSS for Windows and Macintosh: Analyzing and understanding data (5th ed.) Upper Saddle River, NJ: Pearson Prentice Hall; 2007. 24. José M. González-Rave, Alfredo Arija & Vincente Clemente-Suarez (2011). Seasonal Changes in Jump Performance and Body composition in Women Volleyball Players. Journal of Strength and Conditioning Research. 2011; 25(6): 1492-1501 25. 11