Voordracht voor de raadsvergadering van 2 oktober 2013



Vergelijkbare documenten
Zienswijze Partij voor de Dieren. Schoner varen in Amsterdam

Initiatiefvoorstel Partij voor de Dieren. Schoner varen in Amsterdam

Het roer moet om Naar een betere marktordening van bedrijfsmatig passagiersvervoer in de Amsterdamse grachten oktober 2012 Prof. dr.

Varen in Amsterdam 2.1

)( )( )( Gemeente Amsterdam. Aan de leden van de raadscommissie Financiën. Stand van zaken ligplaatsen passagiersvaart

4. Beleidsnota: de nota Varen in Amsterdam, die de gemeenteraad op 2 oktober 2013 heeft vastgesteld.

Varen in Amsterdam. beleidskader voor het varen en afmeren in en door Amsterdam, voor passagiersvervoer en pleziervaart

Verdeling vergunningen vaartuigen >14 meter

Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 (3B, 2016, 94) Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 26 april 2016 hebben besloten:

Verslag. 1 Een goed functionerend vaarwegstelsel waarin belemmeringen voor een vlotte en veilige doorvaart zijn weggenomen

B&W. B&W-besluit 24 mei Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 (geldig vanaf 1 februari 2017, zie Gemeenteblad 1 februari 2017, nr 16893)

Aanpassingen beleid voor exploitatie- en ligplaatsvergunningen passagiersvervoer

Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 november 2012

RAADSVOORSTEL. Vaststellen van de 2 e herziening bestemmingsplan Amsterdamse Bos Woonschepen en de Woonschepenverordening

Voordracht voor de raadsvergadering Datum:

Stadsdeel Centrum 1 4 JUNI Gemeente Amsterdam

Voordracht voor de raadsvergadering van 14 september 2016

Voordracht voor de raadsvergadering van woensdag 30 en donderdag 31 maart 2016

Vergunningverlening in de passagiersvaart

Nota van beantwoording zienswijzen. bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Ligplaatsen passagiersvaartuigen

Onderwerp: Beleidsnota horeca Gastvrij Bergen. Aan de raad,

Raadsstuk. Onderwerp: Lastenverlichting reclame- en uitstallingen Reg.nummer: 2013/50350

Raadsvergadering. 28 november Onderwerp Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2012

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Voordracht voor de collegevergadering van 6 juli 2010

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De burgemeester. Mr. A. Wolfsen

Beeldmateriaal huidige stand van zaken Egelantiersgracht. Figuur 1 overzicht van de kade in de Egelantiersgracht

Voordracht voor de raadsvergadering van 17/18 december 2014 Bijlage 5

Ter advisering aan de gemeenteraad voor de. commissievergadering van 14 juni 2017

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

LOCATIE C KEIZERSGRACHT

voortvloeiend uit de nota Varen. 1. Analyse van de uitspraak opgesteld door de gemeenteadvocaat Nauta Dutilh. 2. Brief aan de belanghebbende reders.

Raadsvergadering. 11 juni Onderwerp Vaststelling huisvestingsverordening regio Utrecht 2015, gemeente Bunnik

Voordracht voor de raadsvergadering van 26 januari 2011

Voordracht voor de raadsvergadering van 30 september en 1 oktober 2015

S. van Dongen raad00691

E.G.M. van den Boom / september 2017

Grachtenmonitor januari Waternet

Voordracht voor de raadsvergadering van 11 februari 2015

De gemeenteraad van Wijchen

Voordracht voor de raadsvergadering van 11 maart 2015

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Voordracht voor de raadsvergadering van 1 april 2015

Y.M.E. Boesten / februari 2017

Registratienummer: GF Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20

Doel van dit voorstel: De ingediende aanvraag om omgevingsvergunning planologisch mogelijk maken.

Voordracht voor de raadsvergadering Datum: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Buitenveldert 2013

Bijlagen 1 Voorjaarsnota

* *

Raadsstuk. Onderwerp: Invoering ontheffing straatoptredens Reg.nummer: 2013/ 6602

Raadscommissievoorstel

Datum 18 april Grachtenmonitor 2016

m.i.v mag je niet meer in de stad liggen en/of varen als bootje enige vorm van uitstoot heeft, dus diesel of benzine is dan verboden...

Waternet Informatiebijeenkomst 'Verdeling vergunningen vaartuigen 14m periode '

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Gemeente Almere. Voorstel aan Burgemeester en Wethouders Besluit. Aanwijzingsbesluit uitstallingen, reclameborden, speeltoestellen en overige objecten

Beeldmateriaal huidige stand van zaken Prinsengracht en situatie rondom op- en afstaplocatie t.o. Anne Frankhuis

Loes Peters 3417

Agenda Gedeputeerde Staten

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Three strikes you're out / Q&A

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein

B&W Vergadering. Dossiernummer 913 Vertrouwelijk Vergaderdatum 1 november 2016 Agendapunt Omschrijving Belastingverordeningen 2017

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Verbeterplan 2.0 Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam(3B, 2014, 154)

Zundertse Regelgeving

M. van Leeuwen /

T.J. Kolsteren raad maart 2012

Concept Terrassenplan Albert Cuypstraat (tussen de Ferdinand Bolstraat en de Van Woustraat)

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

Y.M.E. Boesten / februari 2017

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Voordracht voor de collegevergadering van

VMLJ Sweelssen. Telefoonnummer:

Te besluiten de "eerste wijziging van de Legesverordening Verordening 2016" vast te stellen.

Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

L. van Gerven raad september 2013

Programmaplan Varen Passagiersvaart Uitvoeren nota Varen

GEMEENTE AMSTERDAM Het college van burgemeester en wethouders. Weigering Omgevingsvergunning

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Beleidsnotitie exploitatievergunningenstelsel havenwater

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk In behandeling bij DIR/DB (0162)

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/51

Initiatiefvoorstel. Mede gezien de bestuurlijke reactie op het initiatiefvoorstel en de behandeling in de raadscommissie voor Zorg en Sport;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELD 2016 (VERORDENING HAVENGELD 2016)

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan John. F. Kennedylaan 23eo. Aan de raad,

Gemeente Amsterdam College van burgemeester en wethouders. Voordracht voor de collegevergadering van

: Vaststelling belastingverordeningen Onroerende zaakbelastingen en leges 2012

b Wettelijke taak Wet elektronische bekendmakingen b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Digitale dienstverlening

Portefeuillehouder : H.J. van Komen Datum collegebesluit : 6 november 2012 Corr. nr.:

Ons kenmerk: Montfoort: oktober 2013 Onderwerp: Nieuwe Drank- en Horecawet Verzonden: Bijlagen: 2

Categorie of segment: Walbewoner tuin grenzend aan vaarweg - Singelgracht diana.wind@zonnet.nl Telefoon:

Onderwerp: Beleidskader Huisvesting Arbeidsmigranten in de tuinbouwgebieden van Erica en Klazienaveen

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Agendapunt : 10. Voorstelnummer : Raadsvergadering : 28 januari 2016 : BB / BB

15 september / n.v.t. wethouder H.G. Engberink

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Transcriptie:

Gemeenteblad Voordracht voor de raadsvergadering van 2 oktober 2013 Jaar 2013 Publicatiedatum <vrije tekst griffie> Agendapunt <vrije tekst griffie> Datum besluit B&W 3 september 2013 Onderwerp Vaststellen van de nota Varen in Amsterdam 2.0 en kennisnemen van de egeling Passagiersvervoer te water Amsterdam (PA) 2013 en van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van enkele aan dit onderwerp gerelateerde moties Tekst van openbare besluiten wordt gepubliceerd Met deze voordracht stellen wij u voor het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Amsterdam Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders, besluit I. Vast te stellen de Nota Varen in Amsterdam 2.0 en het daarin uiteen gezette beleid aangaande ordening op het Amsterdamse binnenwater; De nota Varen in Amsterdam bevat samenvattend het volgende ordeningsbeleid: a. ten aanzien van het vergunde passagiersvervoer: 1. het instellen van 2 vergunningengebieden, te weten gebied 1: Amsterdam, inclusief centrum-zone en gebied 2: Amsterdam exclusief centrum-zone; 2. het afschaffen van het volumebeleid voor vergunninggebied 2; 3. het onderverdelen van de vergunde passagiersvaart in 5 segmenten, gebaseerd op onderscheid in maatvoering (lengte en breedte), karakter (open- of gesloten) en al dan niet professioneel bestuurd, te weten: a. bemand grote vaartuigen b. bemande gesloten vaartuigen c. bemande open vaartuigen d. onbemande vaartuigen en e. waterfietsen 4. voor het segment bemande grote vaartuigen het omzetten van de vergunningen naar bepaalde tijd voor wat betreft de vergunning voor gebied 1; 5. voor de overige segmenten het stapsgewijs uitbreiden richting vrije markt en het voor onbeperkte tijd uitgeven van de vergunningen voor gebied 1; 6. het verbinden van de vergunningverlening aan strikte vergunningsvoorwaarden en het vaststellen van de wijze waarop verdeling en uitgifte zal plaatsvinden; 1

7. het intrekken van de vrijstellingsmogelijkheid voor stichtingen en verenigingen met uitzondering van de watersportverenigingen en dergelijke en het onderbrengen van deze categorie in het vergunningstelsel; 8. het om de 5 jaar bijstellen van de vergunningsvoorwaarden voor alle vergunninghouders op basis van de dan geldende inzichten; 9. het voor al het vergund passagiersvervoer realiseren van nieuwe, door de passagiersvaart te gebruiken op- en afstapplaatsen; 10. het loskoppelen van de (nacht)ligplaatsen van de op- en af stapplaatsen voor vergund passagiersvervoer en het in aantal uitbreiden daarvan, bij voorkeur buiten het centrumgebied; b. ten aanzien van de pleziervaart: 1. het koppelen van recht om s nachts of meerdere dagen in gebied 1 af te meren met een pleziervaartuig aan de postcode van het woonadres van de vaartuigeigenaar; 2. het terugbrengen van de maximale lengte waarmee zonder ontheffing mag worden afgemeerd van 12 naar 10 meter; c. ten aanzien van de verduurzaming 1. het in 2020 de pleziervaart en in 2025 de passagiersvaart geheel uitstootvrij laten varen op het Amsterdamse binnenwater; d. ten aanzien van de beprijzing: 1. het middels leges, precario en retributies kostendekkend dan wel reëel beprijzen van het afmeren, varen en op- en afstappen voor vergunde passagiersvaart, in nauwe samenwerking met de stadsdelen; 2. het kostendekkend dan wel reëel beprijzen van de pleziervaart, door over te gaan van een strekkende meter prijs op een m2 prijs, door het binnenhavengeldtarief voor vervuilende vaartuigen stapsgewijs te verhogen en gelijktijdig het milieutarief op termijn af te bouwen en de doorvaart opnieuw te beprijzen. e. het via de vergunningsvoorwaarden de vergunde passagiersvaart verplichten een transponder, bhg-vignet met FID-chip of ander door het college goedgekeurd technisch hulpmiddel aan boord te hebben waarmee kan worden nagegaan waar en wanneer er wordt gevaren of afgemeerd; f. ten aanzien van de dienstverlening en handhaving 1. het uitbreiden van de dienstverlening door middel van een uitbreiding van het klachtenmeldpunt, van de grachtensite, vaarwater-app en door een automatisering van het innen van het Binnenhavengeld; 2. het prioriteren van de aanpak van illegaal passagiersvervoer en overlast; 3. het nemen van de verkeersmaatregel op de Singelgracht door een pilot eenrichtingsverkeer te starten 4. het nemen van aanvullende verkeersmaatregelen waaronder een zomerregeling voor drukke dagen, snelheidsbeperkingen in woonrakken, voorrangsregeling op knelpunten. II. Kennis te nemen van de egeling Passagiersvervoer te water Amsterdam (PA) 2013; 2

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de PA 2007 zijn: - De introductie van 5 segmenten op basis van maatvoering en karakter van de vaartuigen in plaats van de 2 categorieën bemand/onbemand. - De introductie van 2 vergunninggebieden (inclusief/exclusief centrumzone). - De invoering dat vergunningen voor het sommige segmenten voor bepaalde tijd worden verleend in plaats van voor onbepaalde tijd. - Het loslaten van het volumebeleid voor alle segmenten in vergunninggebied 2 en het deels continueren van het volumebeleid voor sommige segmenten in vergunninggebied 1. - Het invoeren van het vereiste beschikken over legale ligplaats in plaats van de koppeling ligplaatsvergunning/exploitatievergunning - Het per segment expliciet noemen van de vergunningsvoorwaarden en voorschriften op het gebied van milieu, veiligheid en techniek. - Het schrappen van de bepaling op grond waarvan buiten een uitgifteronde om vergunningen konden worden verstrekt voor passagiersvaartuigen met een innovatief vervoersconcept of voor bijzondere initiatieven milieuvriendelijk passagiersvervoer. - Het uitgebreid vermelden van de overgangsbepalingen voor de huidige vergunde passagiersvaartuigen III. Kennis te nemen van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de volgende op 19 december 2012 aangenomen moties: - Motie 1151 (V) vignet; - Motie 1153 (X) nieuwe ligplaatsen, v.w.b. de koppeling exploitatievergunning met ligplaatsvergunning; - Motie 1155 (AC) duurzame rondvaart en nieuwe spelers, v.w.b. duurzame rondvaart; - Motie 1156 (AD) handhaving; - Motie 1157 (AE) nieuw tariefstelsel; - Motie 1161 (AF) fiscale en juridische handhaving vergunningen; - Motie 1162 (AG) nieuw tariefstelsel voor binnenhavengelden; waarbij de moties 1151, 1153 (voor wat betreft de genoemde koppeling), 1155 (voor wat betreft duurzame rondvaart) en 1156 als afgedaan worden beschouwd. Wettelijke grondslag Artikel 169 Gemeentewet Bestuurlijke achtergrond Nadat ons College sinds oktober 2012 een aantal (voorbereidende) besluiten heeft genomen betreffende het onderwerp passagiersvervoer te water in Amsterdam en ook uw Vergadering hierover meermalen heeft vergaderd, heeft ons College in de nota Varen in Amsterdam op 7 mei 2013 (BD2013-004894) voorstellen gedaan voor een nieuwe ordening van het gebruik van het binnenwater van Amsterdam, zowel door de passagiersvaart als de pleziervaart. Deze voorstellen zijn ingegeven door de breed gedragen constateringen dat het de afgelopen jaren steeds drukker is geworden op de Amsterdamse grachten (vooral door de toegenomen pleziervaart) en dat voor wat betreft de passagiersvaart geen ruimte is voor toetreders, dat er veel illegaal aanbod is en dat er weinig voortgang zit 3

in het behalen van de beleidsdoelen van de gemeente (vermindering van de overlast, de vergroening van de passagiersvaartvloot en het vergroten van een divers aanbod in de toeristische passagiersvaart en veiligheid). Het ten aanzien van de passagiersvaart gevoerde volumebeleid heeft, kortom, onvoldoende gewerkt en wordt in de voorstellen deels en geleidelijk los gelaten; tegelijkertijd worden er voorstellen gedaan die moeten bijdragen aan het wél realiseren van de beleidsdoelstellingen en een vlotte en veilige doorvaart op het Amsterdamse binnenwater. Ons College heeft op basis van - de Watervisie Fase I (Gemeenteblad, afd.1, nr. 1096) - het rapport van de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) over de marktordening van het passagiersvervoer, - de consultatieronde onder betrokkenen en - de discussies met de commissie EZP, drie onderdelen van de Watervisie, te weten ruimte voor diverse rondvaartproducten, een goed functionerend vaarnetwerk en het faciliteren en reguleren van de pleziervaart, uitgewerkt in de nota Varen in Amsterdam. Daarbij zijn de uitgangspunten: - Beter benutten van het beschikbare vaarwater: doelgerichter gebruik van het vaarwater. Intensiever en hoogwaardiger, meervoudig en divers. Met meer ruimte voor nieuwe toetreders. Een divers aanbod van passagiersvervoer voor de aantrekkingskracht van de Amsterdamse grachten voor bewoners en bezoekers, met een aantrekkelijke prijs-kwaliteitverhouding voor elk segment. De beschikbare ruimte op het water wordt beter en slimmer geordend, innovatie gestimuleerd en er worden economische principes gehanteerd. - Intensiever beheren: opstoppingen op het water verder terugdringen, minder overlast door geluid en te hard varen, schonere lucht en minimaal het bestendigen van het huidige veiligheidsniveau. Toezicht en handhaving worden versterkt, de dienstverlening wordt geïnnoveerd, de verkeersstromen slim ingericht. Er worden eisen gesteld aan de uitstoot van (alle) vaartuigen; voorwaarden bij vergunningverlening worden aangescherpt en periodiek herzien. - Kostendekkend en reëel beprijzen: beprijzing helpt om de schaarse ruimte op een eerlijke wijze te verdelen en doet recht aan de toegenomen waarde van het water. Ligplaatsen, gebruik van op- en afstapplekken, het varen met passagiers wordt kostendekkend dan wel reëel beprijsd en er worden voor passagiers- en pleziervaart financiële prikkels gegeven die aan de realisatie van de beleidsdoelen bijdragen en die investeringen in de infrastructuur mogelijk maken. Na bespreking in ons College op 7 mei 2013 (BD2013-004894) is deze nota vrijgegeven voor inspraak, en besproken in de raadscommissie EZP van 6 juni 2013 (BD2013-005437). De inspraakperiode liep van 19 mei t/m 29 juni 2013. Er zijn 68 schriftelijke inspraakreacties en 2 ambtelijke reacties ingediend. Naast de schriftelijke reacties is ook een aantal bijeenkomsten georganiseerd waarbij de gelegenheid is geboden om mondelinge toelichting te krijgen op de nota. De voorstellen in de nota Varen in Amsterdam behelzen ook een wijziging van een aantal artikelen van de Verordening op het binnenwater 2010. Uw Vergadering wordt in een parallelle voordracht (BD2013-008868) gevraagd de Verordening op het binnenwater 2010 deels te wijzigen. 4

De raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijven en Personeel en Organisatie c.a. (EZP) heeft deze voordracht op 26 september 2013 besproken. Onderbouwing besluit Ad beslispunt I: vaststellen van nota Varen in Amsterdam 2.0 Tijdens de inspraakperiode zijn er 68 schriftelijke inspraakreacties en 2 ambtelijke zienswijzen ontvangen. Veel insprekers stemmen in met de doelstellingen van de gemeente Amsterdam ten aanzien van het varen met passagiers en de pleziervaart in Amsterdam. Over de maatregelen om deze doelstellingen te realiseren zijn de meningen echter verdeeld. Een aantal inspraakreacties geeft aanleiding om de tekst van de Nota varen in Amsterdam op diverse punten te verduidelijken, aan te vullen of aan te passen. De inspraakreacties zijn gebundeld in het document Inspraakreacties nota Varen in Amsterdam, augustus 2013, dat als bijlage 1 bij deze voordracht is bijgevoegd In de definitieve versie van de nota Varen in Amsterdam (zie bijlage 1.1) zijn de wijzigingen en aanvullingen verwerkt onder andere naar aanleiding van de inspraakreacties. In de nota wordt toegelicht welke voorstellen in de nota Varen in Amsterdam (op onderdelen) zijn ingetrokken, gewijzigd of aangevuld. Het nieuwe ordeningsbeleid wordt samenvattend als volgt onderbouwd. Ad Ia ordening passagiersvervoer 1. twee vergunningengebieden De drukte concentreert zich voornamelijk in het centrum van Amsterdam. Nieuwe technologie geeft sinds kort de mogelijkheid om effectief te handhaven op onderscheid tussen de gebieden. Ons College introduceert daarom twee vergunningengebieden: gebied 1 omvat het binnenwater van de gemeente inclusief een centrum-zone en gebied 2 het binnenwater van de gemeente exclusief een centrum-zone. De centrum-zone wordt aangegeven op de kaart die als bijlage 3 is bijgevoegd. Met deze tweedeling kan in combinatie met de segmentenindeling (zie hierna) vervolgens maatwerk geleverd worden. Voor een deel van Amsterdam kan zelfs het volumebeleid op korte termijn worden afgeschaft. 2. 5 segmenten Om beter te kunnen sturen op de gewenste ontwikkelingen deelt ons College de markt voor passagiersvervoer in in vijf segmenten (elk voorlopig met een eigen plafond): Ons College streeft er naar de gemiddelde omvang van de huidige vloot passagiersvaartuigen te stabiliseren. 3. vergunningen voor bepaalde tijd Ons College vindt het beschikbare aantal vergunningen voor dit segment voldoende gegeven de beperkte ruimte op de grachten, de toegenomen algehele drukte en de grote omvang van de schepen in dit segment. Door de combinatie van strikt volumebeleid en vergunningverlening voor onbeperkte duur is in het verleden sprake geweest van geen of zeer beperkte mogelijkheden voor andere ondernemers om toe te treden. Dat wordt doorbroken: deze exploitatievergunningen worden voor bepaalde 5

termijn van 10 jaar afgegeven. De huidige vergunningen voor onbepaalde tijd komen te vervallen per 1 januari 2014 en worden opnieuw uitgegeven tot 2020. In het segment bemande grote vaartuigen wordt vanaf 2020 ruimte gecreëerd voor nieuwe toetreders met een systeem van vergunningen voor bepaalde tijd in combinatie met periodieke gewogen toetredingen. Hiermee krijgen ook nieuwe toetreders gelijke kansen zonder dat het aantal vaartuigen in dit segment groeit. Ons College kiest daarbij termijnen die de branche in de gelegenheid stelt te anticiperen. 4. volume verruimen, met als eindperspectief een vrije markt Ons College wil in de centrum-zone het volume aan vergunde vaartuigen kleiner dan 14 meter stapsgewijs verruimen. 5. waterfietsen De waterfiets is een vrolijk toeristisch product, maar kan beter in minder druk vaarwater worden geëxploiteerd. Als gevolg van de inspraakreacties besluit ons College niet langer tot het afbouwen van het bestaande volume, maar kiest het met verkeersmaatregelen de waterfietsen uit druk vaarwater te weren. 6. vergunningvoorwaarden egulering en sturing op de beleidsdoelen wordt o.a. middels de vergunningsvoorwaarden gerealiseerd. Naast de wettelijke vergunningsvoorwaarden en de bestaande Amsterdamse vergunningvoorwaarden worden aanvullende voorwaarden gesteld o.a. met betrekking tot maatvoering, duurzaamheid, transponders/ FID-chips, vergunningengebied. Per segment worden bijpassende voorwaarden gesteld. Als er door over-inschrijving geloot moet worden kan het al dan niet al voldoen aan deze voorwaarden meegewogen worden. 7. stichtingen en verenigingen zonder commercieel belang Stichtingen en verenigingen zonder commercieel belang konden van de vergunningplicht worden uitgezonderd, o.a. omdat er wel sprake is van bedrijfsmatig vervoer, maar de organisaties vaak geen winstoogmerk hebben en de vaak mooie vaartuigen wel een aanwinst voor de stad zijn. De huidige regeling is echter onvoldoende doelmatig en handhaafbaar en wordt om die redenen beëindigd. Hiervoor in de plaats volgt een overgangsregeling waarbij uitsluitend de reeds vrijgestelde organisaties nog tot 2016 kunnen blijven varen, mits aan de huidige bestaande voorwaarden wordt voldaan, en totdat het vaartuig wordt verkocht of vervangen. Hier zal strikt op worden toegezien. Vrijstelling voor watersportverenigingen blijft echter mogelijk. 8. vergunningvoorwaarden bijstellen Van de vergunningen die voor onbepaalde tijd worden afgegeven zullen elke 5 jaar de vergunningvoorwaarden worden aangepast aan de doelstellingen van ons College. Dat betekent dat met de vergunningsvoorwaarden (bij)gestuurd kan worden als blijkt dat de doelstellingen niet of onvoldoende gehaald worden. De vergunningvoorwaarden voor de vergunningen die voor bepaalde tijd worden afgegeven worden bijgesteld na afloop van de bepaalde termijn. Bijstelling draagt bij aan het realiseren van de beleidsdoelen van ons College. 9. op- en afstapplaatsen openbaar Een wezenlijk element in het bevorderen van marktwerking is dat alle ondernemers 6

gelijke kansen hebben als het er om gaat toeristen en andere passanten te werven voor een (rond)vaartocht, daarom is het streven extra openbare op- en afstapplaatsen toegankelijk voor vergunninghouders te realiseren. 10. nachtligplaatsen ontkoppeld van op- en afstapplaatsen Locaties waar openbaarheid vereist is om op- en afstappen mogelijk te maken, moeten niet worden gebruikt voor (nacht)liggen. Daarom zullen ligplaatsen in principe gescheiden worden van de op- en afstapplaatsen. Wanneer voor het (nacht)liggen andere locaties worden aangeboden, liefst aan de rand of buiten het centrumgebied, ontstaat kaderuimte om het op- en afstappen beter te faciliteren en beschikbaar te maken voor alle vergunde passagiersvaart. Ons College heeft een ligplaatsregisseur aangesteld om samen met de stadsdelen en grootstedelijke projecten te komen tot voorstellen voor nieuwe locaties voor nachtligplaatsen om deze beleidsdoelstelling te realiseren. Ad Ib ordening pleziervaart 1. postcodegebonden afmeerbeleid Ons College wil de drukte aan de kades in het centrumgebied terugdringen en stelt voor om het recht om s nachts of meerdere dagen af te meren met een pleziervaartuig te koppelen aan de postcode van het woonadres van de vaartuigeigenaar. De gebiedsgrenzen zullen nog nader worden bepaald, vooralsnog wordt uitgegaan van een centrumzone en een niet-centrumzone, zoals toegepast voor de passagiersvaart. De gebieden die onder de verantwoordelijkheid van Haven Amsterdam vallen, zijn hiervan uitgezonderd. 2. maximale lengte afmeren pleziervaart De maximale lengte waarmee, zonder ontheffing, mag worden afgemeerd door pleziervaartuigen wordt teruggebracht van 12 naar 10 meter. Deze aanpassing is ingegeven door het standpunt van ons College dat de grotere pleziervaartuigen zeker voor wat betreft het afmeren eerder thuis horen in een jachthaven dan aan de kades van de grachten. Ad Ic t.a.v. verduurzaming 1. uitstootvrij varen Ons College wil een versnelling realiseren in het traject naar een duurzaam nautisch gebruik van het water. De doelstellingen omtrent uitstoot van de vaartuigen verschillen per segment, afhankelijk van de technische mogelijkheden en investeringsomvang. Ad Id t.a.v. beprijzing Ons College neemt als uitgangspunt dat het nautisch gebruik van het openbare water en de daarbij behorende oevers en kade(voorzieningen) wordt beprijsd naar werkelijke kosten en waar mogelijk reëel. De gebruiker betaalt. De inkomsten worden 7

ingezet om de kosten van onderhoud (van grachten, kades, toeristisch product) en nieuwe investeringen t.b.v. optimaal gebruik van het water te financieren. eëel beprijzen geeft ook de mogelijkheid om te sturen op doelstellingen m.b.t. duurzaamheid, spreiding en de gewenste beweging bij pleziervaart van bezit naar gebruik. 1. beprijzing vergunde passagiersvaart Voor het passagiersvervoer wordt gekozen voor een samenhangend pakket van kostendekkende en reële beprijzing. Dit pakket zal tot stand komen in afstemming tussen stad en stadsdelen. Het pakket kent beprijzing op de onderdelen: liggen, varen, op- en afstappen en aantal passagiers. 2. beprijzen pleziervaart Tot op heden is bij het beprijzen van de pleziervaart middels het Binnenhavengeld (BHG) de lengtemaat van het vaartuig als criterium genomen. De doorgevoerde stijgingen van de prijs voor BHG maakt het des te belangrijker de techniek rondom de beprijzing zo rechtvaardig mogelijk in te richten. Daarom wordt in het nieuwe beleid uitgegaan van een m2 prijs: lengte x breedte, zoals voorgesteld in motie 1162 (AG). Ook de komende jaren zal er bij het binnenhavengeld een milieutarief gelden ter stimulering van uitstootvrij varen. Op den duur zal het aantal schone vaartuigen sterk oplopen: schoon wordt gewoon. Het perspectief is dat vuile vaartuigen duurder worden en dat de stimuleringskorting dan stapsgewijs wordt afgebouwd. Ons College acht het redelijk dat ook de doorvaarders meebetalen aan het op peil houden van het Amsterdamse grachtensysteem. Een aantal jaren geleden is de belasting op doorvaart komen te vervallen. En belangrijke aanleiding was het terugdringen van de administratieve lasten. Door het invoeren van technologische verbeteringen zoals nu ook bij de binnenvaart gebeurt (betalen per sms, mobiele app of online), is de inning eenvoudiger te organiseren en vervalt dat argument. Ad Ie Alleen met behulp van de genoemde technische middelen kan snel en eenvoudig worden nagegaan of men zich houdt aan de gebiedsgrenzen waarvoor de vergunning is afgeschreven, of de voorwaarden die aan de vergunning zijn gesteld. Voor bemande vaartuigen wordt een transponder (voor open sloepen een FID-chip) verplicht gesteld. De precieze inzet van de transponders en FID-chips bij de handhavingactiviteiten wordt in samenspraak met de desbetreffende reders in de aanloop naar het vaarseizoen van 2014 afgestemd. Voor onbemande vaartuigen wordt de FID chip verplicht gesteld. Ad If t.a.v. dienstverlening en handhaving 1. dienstverlening uitbreiden Door de toegenomen druk(te) wordt de waterweg steeds meer vergelijkbaar met wegen op het land. Het is nodig de mate en intensiteit van dienstverlening daarop aan te passen. Voor het Amsterdamse binnenwater worden in hoog tempo hedendaagse instrumenten ingezet die de dienstverlening en actuele informatievoorziening sterk verbeteren. De uitbreiding van de dienstverlening is een belangrijk instrument in het 8

streven om het nautisch gebruik van het water te optimaliseren, zonder de vlotte en veilige doorvaart geweld aan te doen en tegelijkertijd de overlast te verminderen. 2. handhaving uitbreiden en prioriteren Teneinde de regie op het water beter vorm te geven wordt de handhaving uitgebreid en zal er geprioriteerd worden naar illegaal passagiersvervoer en de thema s die overlast veroorzaken of de inkomsten van de gemeente negatief beïnvloeden. Zo wordt de illegale passagiersvaart intensiever aangepakt. Tevens worden, in samenwerking met de verschillende handhavingspartners, systematisch acties uitgevoerd m.b.t. snelheidshandhaving en (geluid) overlast. 3. aanvullende verkeersmaatregelen Om de overlast te verminderen en succesvol te kunnen handhaven is het noodzakelijk, analoog aan de verkeersregeling op het land, meer gerichte, plaatselijke, verkeersmaatregelen te nemen. De belangrijkste wijzigingen mede als gevolg van de inspraakreacties zijn: a. Ten aanzien van de gewogen toetreding voor het segment bemande, grote vaartuigen: De keuze voor gewogen toetreding in dit segment betekent een forse verandering voor de branche. Ons College voert gewogen toetreding in omdat het een belangrijk onderdeel is van het streven naar meer marktwerking in een segment waarin groei minder gewenst is. Na de aanpassingen in de nota wordt de branche betrokken bij de implementatie en wordt de procedure zodanig vorm gegeven dat een aantal praktische bezwaren, dat tijdens de inspraak naar voren kwam, ondervangen wordt en er vroeg in het traject duidelijkheid ontstaat over de situatie na 2020. Investeren in of het bouwen van toegelaten vaartuigen en het vinden van een nachtligplaats kan dan in de periode tussen 2016 en 2020 plaatsvinden. b. Ten aanzien van de segmentering en maatvoering passagiersvervoer: Insprekers hebben vragen bij de gekozen segmentering. De aanvulling licht toe hoe de invoering in de praktijk zal gaan. In combinatie met de voorgestelde overgangsregelingen zal de uitkomst zijn dat voor elk bestaand vergund vaartuig duidelijkheid bestaat over de gevolgen van de nieuwe beleidsvoorstellen. c. Ten aanzien van de overgangsregelingen passagiersvervoer: De overgangsmaatregelen beogen elk vergund vaartuig in te delen in een segment. Voor vaartuigen die niet in het segment passen, worden redelijke overgangstermijnen in het vooruitzicht gesteld, zodat de ondernemer daarop kan anticiperen in zijn bedrijfsvoering. d. Ten aanzien van (nacht)ligplaatsen voor passagiersvervoer: Toegelicht wordt dat er een aantal situaties in de stad is waarvoor maatwerk nodig is. De gewenste eindsituatie scheiding van ligplaatsen en op- en afstaplaatsen, leidend tot openbare op- en afstapplaatsen zal niet altijd op korte termijn en mogelijk ook niet overal voor 100% gerealiseerd kunnen worden. N.a.v. de voorstellen van de ligplaatsregisseur zullen per locatie met de stadsdelen voorstellen worden ontwikkeld. 9

e. Ten aanzien van de koppeling ligplaats en exploitatievergunning: Voorkomen moet worden dat zolang er onvoldoende ligplaatsen zijnondernemers in een vicieuze cirkel raken. Daarom wordt in de PA 2013 opgenomen dat vergunning-aanvragers ook kunnen meedoen aan vergunningenrondes als zij nog geen legale ligplaats hebben. Daadwerkelijk varen kan vanaf het moment dat er een ligplaats is aangetoond en er een exploitatievergunning is afgegeven. In de Vob is deze afwijking mogelijk gemaakt. f. Ten aanzien van het invoeren van 2 vergunningengebieden: De grens tussen vergunninggebied I en II is voorlopig aangepast om het drukste deel van de Singelgracht, te ontlasten. Vergunningen voor gebied II zullen pas worden afgegeven nadat de technische infrastructuur, bedoeld voor effectief handhaven op een onderscheid tussen de twee gebieden, functioneert. g. Ten aanzien van het beprijzen van de passagiersvaart: Voor een aantal ligplaatsen is een bestaand huur- of ander contract tussen exploitanten en stadsdeel. Door middel van maatwerk zullen bestaande afspraken, waar nodig, ingepast worden in het nieuwe systeem. Nieuwe, particuliere ontwikkelingen van ligplaatslocaties die mogelijk ontstaan n.a.v. de voorstellen van de ligplaatsregisseur, kunnen ook aanleiding geven tot andere beprijzing dan alleen precario. h. Ten aanzien van verenigingen en stichtingen zonder commercieel belang: De verenigingen en stichtingen mogen tot 2016, mits zij aan de voorwaarden voldoen, blijven varen in gebied 1. Daarna moeten zij kiezen tussen het aanvragen van een vergunning of als recreatief vaartuig verder gaan. i. Ten aanzien van de vergunningenronde 2014: het aantal vrij te geven vergunningen te blijven monitoren op toegenomen drukte en belasting van de grachten j. Ten aanzien van het onderzoek naar afmeren en gebiedsgericht betalen van pleziervaartuigen gekoppeld aan gebied: Haven heeft aandacht gevraagd voor de gebieden die geen deel van het Amsterdamse binnenwater uitmaken, maar Havenwater zijn. Dit is aangepast. egels voor eventueel postcodeafhankelijk afmeren gelden daar niet. Het Havenwater, is gereserveerd voor haven-gerelateerde activiteiten. k. Ten aanzien van de vergroening van de passagiersvaart: in de nota 1.0 was als norm voor 2015 Stage IIIb en voor 2020 CC4 opgenomen. Dit verhoudt zich niet goed tot elkaar. Daarom wordt nu in de nota 2.0 voorgesteld aan de ondernemer met vaartuigen in het segment bemande grote vaartuigen de keus te laten of in 2015 aan de Stage IIIb norm te voldoen of in 2020 op milieueisen gewogen te worden in de toetreding van 2020. In 2025 is zero emissie de norm.. Ons College introduceert voor de Singelgracht op korte termijn, in nauw overleg met Bureau Luchtkwaliteit, een verkeersmaatregel om de bestaande overlast te verminderen. Per 1 januari 2014 wil ons College een pilot starten met eenrichtingsverkeer in een deel van de Singelgracht (tussen Amstel en de 10

Boerenwetering. In de aanloop naar het verkeersbesluit dat ons College hier spoedig over neemt, zal de vaarrichting en precieze lengte van de vaarweg nader wordt onderzocht. Met monitoring in het TNO verkeersmodel en waarnemingen van handhavers ter plaatse zullen de effecten van die maatregel worden geëvalueerd en wordt duidelijk of dit de overlast verminderd. l. Ten aanzien van de vergroening van de pleziervaart: de doelstelling m.b.t. elektrisch varen impliceert niet dat de gemeente zorgt voor meer oplaadpunten in de openbare ruimte, de initiatieven daartoe worden overgelaten aan private partijen. Aan deze initiatieven werkt de gemeente mee, binnen de bestaande regelgeving. Ad beslispunt II: kennis nemen van PA 2013 De voorstellen in de beleidsnota Nota Varen in Amsterdam leiden naast aanpassing van enkele artikelen in de Vob 2010 ook tot forse aanpassing en aanvulling en soms schrappen van de beleidsregels die zijn vastgelegd in de egeling Passagiersvervoer te water Amsterdam 2007. De wijzigingen ten opzichte van de PA 2007 zijn van zodanige aard dat intrekking van de oude regeling en vaststelling van een nieuwe regeling met een nieuwe naam (PA 2013) gepast is. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat onder verwijzing naar artikel 2 lid 2 onder d van de Inspraakverordening 2003 geen inspraak is gegeven aangaande deze concrete wijzigingen in de PA, aangezien deze wijzigingen al worden voorgesteld in de nota Varen in Amsterdam, waarover men heeft kunnen inspreken. Artikel 2 lid 2 onder d Inspraakverordening 2003 bepaalt dat geen inspraak (bij wijziging van een besluit van algemene strekking (bijvoorbeeld een verordening of beleidsregels) nodig is, indien deze wijzigingen het gevolg zijn van beleidswijzigingen waarover men al heeft kunnen inspreken. De nieuwe PA 2013 wordt bekend gemaakt en aan de vergunde exploitanten van passagiersvaart toegezonden. De volledige tekst van de artikelen en de toelichting daarbij zijn te lezen in bijlage 4. Het vaststellen van beleidsregels ter uitvoering van een verordening is een bevoegdheid van ons College. Aangezien sommige beleidsregels met betrekking tot de passagiersvaart zijn gebaseerd op een nieuw door de Verordening op het binnenwater te beschermen belang en uw Vergadering deze wijziging van de verordening nog dient vast te stellen, heeft ons College de regeling onder het voorbehoud dat uw Vergadering de wijziging van de Vob 2010 vaststelt en ons College daarmee bevoegd wordt de PA 2013 vast te stellen, vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de PA 2007 zijn: - De introductie van 5 segmenten op basis van maatvoering en karakter van de vaartuigen in plaats van de 2 categorieën bemand/onbemand. - De introductie van 2 vergunninggebieden. - De invoering dat vergunningen voor het sommige segmenten voor bepaalde tijd worden verleend in plaats van voor onbepaalde tijd. - Het geleidelijk loslaten van het volumebeleid voor alle segmenten vergunninggebied 2 en het continueren van het deels volumebeleid voor sommige segmenten in vergunninggebied 1. - Het invoeren van het vereiste beschikken over legale ligplaats in plaats van de 11

koppeling ligplaatsvergunning/exploitatievergunning. - Het per segment expliciet noemen van de vergunningsvoorwaarden en - voorschriften op het gebied van milieu, veiligheid en techniek. - Het schrappen van de bepaling op grond waarvan buiten een uitgifteronde om vergunningen konden worden verstrekt voor passagiersvaartuigen met een innovatief vervoersconcept of voor bijzondere initiatieven milieuvriendelijk passagiersvervoer. - Het uitgebreid vermelden van de overgangsbepalingen voor de huidige vergunde passagiersvaartuigen. Ad beslispunt III: kennis nemen van stand van zaken moties Op 19 december 2012 heeft de raad de volgende moties aangenomen: Motie 1151 (V) van de raadsleden de heer Piek, mevrouw Van oemburg, de heer Capel, de heer Jager en de heer Van Drooge inzake het onderzoeksrapport van SEO Economisch Onderzoek naar de marktordening van het passagiersvervoer te water (Vignet) Het jaarvignet koppelen aan een gebiedsverdeling van het Amsterdamse openbare water op basis van postcode en daar alleen boten toe te staan met het bij de juiste postcode horend vignet In de nota is een voorstel opgenomen strekkend tot uitvoering van de motie, waarbij het binnenwater zal worden ingedeeld in twee gebieden: binnen en buiten het centrum. Met de uitvoering is nog wel enig tijd gemoeid. Motie 1153 (X) van de raadsleden de heer Piek, mevrouw Van oemburg, de heer Capel, de heer Jager, de heer Evans-Knaupen de heer Van Drooge inzake het onderzoeksrapport van SEO Economisch Onderzoek naar de marktordening van het passagiersvervoer te water (nieuwe ligplaatsen, v.w.b. de koppeling exploitatievergunning met ligplaatsvergunning). De koppeling tussen het verstrekken van een exploitatievergunning en het verkrijgen van een ligplaatsvergunning loslaten. De koppeling wordt door het College losgelaten, met dien verstande dat ondernemers wél over een (legale) ligplaats dienen te beschikken, maar dat daarbij ook ruimte komt voor andersoortige oplossing dan een plek met ligplaatsvergunning. Zo kan ook een plek in een jachthaven, buiten Amsterdam of zelfs op de wal voldoende zijn. Motie 1155 (AC) van de raadsleden mevrouw Van oemburg, de heer Piek en de heer Capel inzake het onderzoeksrapport van SEO Economisch Onderzoek naar de marktordening van het passagiersvervoer te water (duurzame rondvaart en nieuwe spelers, v.w.b. duurzame rondvaart) Het criterium 'duurzaamheid' uit te werken en in het voorjaar van 2013 aan de raad voor te leggen. In de nota wordt hieraan voor de verschillende categorieën vaartuigen nadere invulling gegeven. Motie 1156 (AD) van de raadsleden de heer Capel, de heer Piek, de heer Jager, de heer Evans-Knaup en mevrouw Van oemburg (handhaving) De capaciteit voor handhaving uitbreiden. Hierbij betrekken de mogelijkheid tot verdeling van soorten handhaving (overlast, controle op vignet, wrakken, enz.). 12

Over de kosten hiervoor de gemeenteraad informeren. In de nota wordt inzicht gegeven in de wijze waarop de capaciteit in het lopende jaar is vergroot. De kosten zijn incidenteel gedekt. Voor een structurele financiering worden binnen de uitgangspunten van deze nota bij vaststellen hiervan nog nadere voorstellen ontwikkeld, te betrekken bij de begroting 2014. Motie 1157 (AE) van de raadsleden de heer Jager, mevrouw Van oemburg, de heer Capel, de heer Van Drooge en de heer Evans-Knaup inzake de wijziging van de Verordening Binnenhavengeld Beroepsvaart 2011 (nieuw tariefstelsel binnenhavengelden voor de beroepsvaart 2014). Overwegen om voor de vaststelling van de BHG-tarieven voor de categorie Beroepsvaart 2014 te komen met een indeling in de subcategorieën: a binnen- en cruisevaart, en b rondvaart en overige bedrijfsmatige vaart, en daarbij passende tarieven opstellen en deze onderbouwen. Het College neemt de voorgestelde verdeling in categorieën graag over. Daarbij wordt nog gekeken naar de mogelijkheid de BHG voor passagiersvervoer te integreren in de Vermakelijkheidsretributie. Motie 1161 (AF) van de raadsleden de heer Jager, de heer Evans-Knaup, mevrouw Van oemburg, de heer Capel, de heer Van Drooge, de heer Van Lammeren en de heer Piek inzake de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2013. (fiscale en juridische handhaving vergunningen) Waternet opdracht geven om in het eerste kwartaal van 2013 met concrete voorstellen en maatregelen te komen om de betalingsgraad in 2013 op te voeren richting de Citionnorm en hier Cition zo nodig bij te betrekken met als doel de fiscale handhaving te innoveren waardoor aanzienlijke kostenbesparingen gerealiseerd kunnen worden. Aan Waternet extra benodigde financiële middelen toekennen ten behoeve van de verbetering van de fiscale en juridische handhaving en controle welke binnen het budget van de taakstelling gedekt moeten worden. Onderzoeken op welke wijze elke boot een uniek en op afstand digitaal uitleesbaar nummer kan krijgen welke direct aan de in Amsterdam woonachtige eigenaar toe te schrijven is. De motie wordt door het College uitgevoerd. Waternet werkt samen met Cition, er wordt gewerkt aan verhoging van de dekkingsgraad. Ook beschikken pleziervaartuigen in 2013 over een unieke op afstand uitleesbare FID chip. Motie 1162 (AG) van de raadsleden de heer Jager, mevrouw Van oemburg en de heer Evans-Knaup inzake de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2013 (nieuw tariefstelsel voor binnenhavengelden). Ten behoeve van het ontwerp van een nieuw tariefstelsel BHG-Pleziervaart 2014 voortaan het m2-principe te hanteren (lengte x breedte). De tarifering zodanig vormgeven dat in combinatie met het m2-principe, vanaf 7 meter lengte, voor elke meter meerlengte een oplopend tarief wordt berekend tot aan de maximum toegestane lengte van 12 meter. Vervuilende boten (tweetakt en oude diesels) een substantieel hoger tarief opleggen. Het voorstel wordt overgenomen door het College voor wat betreft de m2 beprijzing. Wel dient een en ander nog vertaald te worden en doorgerekend wat betreft 13

eventuele extra kosten. Van het oplopende tarief per lengtemeter wordt afgezien; in plaats daarvan kiest het college voor het stellen van de maximale lengte van pleziervaartuigen op 10 meter. Financiële paragraaf Toelichting Hiervoor wordt kortheidshalve verwezen naar hoofdstuk 7 van de nota (pagina 44). Geheimhouding n.v.t. Stukken Meegestuurd 1.1 Nota Varen in Amsterdam 2.0 1.2 Literatuurlijst 1.3 Kaart grenzen vergunninggebieden 2.1 Inspraakbijdragen Nota Varen in Amsterdam 1.0 2.2 Overzicht bijeenkomsten nota Varen in Amsterdam 3.1 egeling passagiersvervoer te water 2013 (PA 2013) 3.2 Bijlage bij PA 2013: transpondervoorschrift 3.3 Bijlage bij PA 2013: tijdelijke vervanging passagiersvaartuigen 4.1 KPMG rapport Transparantie in handhaving 4.2 Annotatie bij KPM rapport Transparantie in handhaving 5.1 SEO rapport Het roer moet om Ter inzage gelegd n.v.t. Behandelend ambtenaar (naam, telefoonnummer en e-mailadres) Waternet, M. Companjen, tel. (020) 608 2511, email mark.companjen@waternet.nl en K. de Gans, tel. (020) 608 5304, email koen.de.gans@waternet.nl Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester 14