Spelen met passer en liniaal - werkboek

Vergelijkbare documenten
De bouw van kathedralen

Neem [pr]=[ps] en beschrijf uit r en s twee cirkelbogen met dezelfde straal, die elkaar in c snijden. [cp] is de loodlijn op [ab].

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

1 Het midden van een lijnstuk

2.5 Regelmatige veelhoeken

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

4 ab. 5 a lijnstuk b lijnstuk c halve lijn d lijnstuk. 6 a. 7 a. 8 ac. b 20 mm. 9 a. de Wageningse Methode Antwoorden H10 AFSTANDEN 1

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d.

Extra oefeningen: de cirkel

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

De arbelos. 1 Definitie

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Blok 6B - Vaardigheden

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Vl. M. Nadruk verboden 1

Meetkundige constructies Leerlingmateriaal

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

Hoofdstuk 5 : De driehoek

De vijfhoek in klas 9

Vlakke meetkunde en geogebra

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

Inversie. Hector Mommaerts

1 Cartesische coördinaten

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren

Lijst van alle opdrachten versie 13 mei 2014

Griekenland DE DRIEDELING VAN EEN HOEK

Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6. Meetkundige plaatsen.

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur.

wiskunde B bezem vwo 2018-I

Open het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7

Kegelsneden. Les 1 Gelijke afstand (Deze les sluit aan bij paragraaf 1 van Conflictlijnen van de Wageningse Methode.)

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Verdieping - De Lijn van Wallace

werkschrift driehoeken

Bewijzen onder leiding van Ludolph van Ceulen

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's

Cabri werkblad. Meetkundige plaatsen

wiskunde B vwo 2017-II

H24 GONIOMETRIE VWO. Dus PQ = 24.0 INTRO. 1 a 6 km : = 12 cm b. 5 a 24.1 HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN. 2 a factor = 3

Willem-Jan van der Zanden

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

INHOUDSTABEL. 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SYMMETRIE (fiche 2) MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Soorten lijnen. Soorten rechten

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Cabri-werkblad. Apollonius-cirkels

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

Examen VWO. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel

Tweepuntsperspectief I

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Erik de Bruin werd in 1990 met een worp van 64,46 m tweede bij de Europese kampioenschappen.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig

Antwoorden De juiste ondersteuning

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

Wiskunde 1b Oppervlakte

Voorkennis meetkunde (tweede graad)

Toelichting op de werkwijzer

Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling =

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

Oefeningen analytische meetkunde

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

Eindexamen wiskunde B vwo I

6 Ligging. Verkennen. Uitleg

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

Hoofdstuk 6 Driehoeken en cirkels uitwerkingen

Over de construeerbaarheid van gehele hoeken

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

wiskunde B bezem vwo 2018-II

ZESDE KLAS MEETKUNDE

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

x y C. von Schwartzenberg 1/22 = + = Zie de lijnen in de figuur hiernaast. Zie de grafiek van k in de figuur rechts hiernaast. 2b

Transcriptie:

Spelen met passer en liniaal - werkboek

Basisconstructie 1: het midden van een lijnstuk (de middelloodlijn) Gegeven: lijnstuk AB. Gevraagd: het midden van lijnstuk AB. Instructie Teken (A, r) en (B, r) met r > 1 2 AB. De lijn door de snijpunten van de cirkels snijdt lijnstuk AB in het midden M. A B

Basisconstructie 2: de bissectrice Gegeven: hoek A. Gevraagd: de bissectrice (deellijn) van hoek A. Oplossing (A, r) - neem r minstens 2 cm - snijdt de benen van de hoek in P en Q. (P, r) en (Q, r) snijden elkaar in (A en) R. Trek de lijn AR. A

Basisconstructie 3: loodlijn vanuit punt P op lijn l, P niet op l. Gegeven: lijn l en punt P niet op l. Gevraagd: de loodlijn uit P op l. Oplossing (P, r), met r groter dan de afstand van P tot l, snijdt l in Q en R. (Q,QP) en (R, RP) snijden elkaar in (P en) S. Trek de lijn PS. P l

Extra 1 Construeer een loodlijn uit P op l, P op l.

Extra 2 Spiegel punt P in lijn l. Gebruik uitsluitend de passer.

Constructie drie-venster Gegeven: cirkel met middelpunt M en straal r. Gevraagd: klavertje drie in de cirkel. Oplossing Construeer eerst een regelmatige zeshoek: Kies een punt A op de cirkel. (A, r) snijdt (M, r) in B en C. (B, r) snijdt (M, r) in (A en) D. (C, r) snijdt (M, r) in (A en) E. (D, r) snijdt (M, r) in (B en) F. Construeer de middens P, Q en R van de lijnstukken MA, MD en ME. Teken de cirkels (P, PM), (Q, QM) en (R, RM). Vlak overbodige lijnstukken en bogen uit.

Constructie vier-venster (1) Gegeven: cirkel met middelpunt M en straal r. Gevraagd: klavertje vier in de cirkel. Oplossing Teken een middellijn AB. De middelloodlijn van lijnstuk AB (B1) snijdt de cirkel in C en D. Construeer het midden P van lijnstuk MA (B1). (M, MP) geeft de middens Q, R en S van de lijnstukken MB, MC en MD. Teken de cirkels (P, PM), (Q, QM), (R, RM) en (S, SM). Vlak overbodige lijnstukken en bogen uit.

Constructie vier-venster (2) Gegeven: cirkel met middelpunt M en straal r. Gevraagd: klavertje vier in de cirkel. Oplossing Teken een middellijn AB. De middelloodlijn van lijnstuk AB (B1) snijdt de cirkel in C en D. De hoekpunten van het omgeschreven vierkant zijn snijpunten van de cirkels (A, r), (B, r), (C, r) en (D, r). De diagonalen maken met de zijden acht hoeken. De bissectrice (B2) van een hoek tussen een diagonaal en een zijde (in de figuur rechtsboven) snijdt CD in P. (M, MP) geeft drie andere snijpunten met AB en CD. De cirkels met deze punten als middelpunt en straal PC vormen de bladen van het klavertje vier.

Het pentagram, stap 1: de gulden driehoek Het pentagram wordt gevormd door de diagonalen van een regelmatige vijfhoek (pentagon). Gegeven: driehoek ABD (de gulden driehoek. Construeer het pentagram. Bereken de hoeken van driehoek ABD. Hint: Het pentagon kan worden opgesplitst in drie driehoeken. Hoeveel graden zijn de hoeken van het pentagon samen? Hoe groot is één hoek van het pentagon?

Het pentagram, stap 2: de gulden snede De bissectrice van hoek A snijdt zijde BD in P. Bereken de hoeken van driehoek ABP. Welke lijnstukken zijn even lang? De driehoeken ABP en DAB zijn gelijkvormig, dus BD : AB = AB : BP of ook, omdat AB = AP = PD: BD : PD = PD : BP. Je kunt het ook zo zeggen: Punt P verdeelt het lijnstuk BD in twee stukken zo dat hele lijnstuk (BD) : grootste stuk (PD) = grootste stuk (PD) : kleinste stuk (BP) Zo n verdeling heet de gulden snede. Conclusie: Als je de gulden snede van een lijnstuk kunt construeren, kun je ook een pentagram construeren.

Het pentagram, stap 3: gulden snede gegeven Gegeven is lijnstuk BD met daarop een punt P, dat lijnstuk BD verdeelt volgens de gulden snede. Construeer driehoek ABD, de regelmatige vijfhoek en het pentagram.

Een intermezzo: Hoe kwam Euclides aan de constructie van de gulden snede? Als G lijnstuk AB verdeelt volgens de gulden snede, moet dus gelden AB : AG = AG : GB. Anders geschreven: AB AG of ook AG 2 = AB GB. AG GB De oude Grieken vatten zo n formule op als een gelijkheid van oppervlakten: een vierkant met zijde AG heeft dezelfde oppervlakte als een rechthoek met zijden AB en GB. Zetten we vierkanten op AB en AG, dan is I gelijk aan II. Immers BF = AB.

Dus geldt ook We delen de grijze rechthoek middendoor en plakken de helft tegen de zijde AD.

MD 2 = AB 2 + AM 2 = MB 2 MD = MB

Het pentagram, stap 4: constructie gulden snede Verdeel lijnstuk AB volgens de gulden snede. AM = 1 2 AB A B

Het pentagram, constructie als de diagonaal gegeven is. Gegeven: lijnstuk AB als diagonaal van het pentagon. Gevraagd: het pentagram. AM = 1 2 AB A B

Het pentagram, constructie als een zijde gegeven is. Gegeven: zijde AB. Gevraagd: het pentagram. A B

Het pentagram, constructie in een gegeven cirkel (1). Een regelmatige tienhoek kun je verdelen in tien 36-72-72-driehoeken. Van zo n driehoek is kun je de basis vinden door een opstaande zijde te verdelen volgens de gulden snede.

Het pentagram, constructie in een gegeven cirkel (2). Verdeel de straal volgens de gulden snede. Pas het grootste deel af op de cirkel.

Constructie vijf-venster (voorbeeld)

Constructie vijf-venster

Toegift 1 Lijn door een punt P evenwijdig aan een gegeven lijn. Kies een punt Q op l. Trek lijnstuk PQ. (Q, r), r kleiner dan de afstand van P tot l, snijdt l in R en lijnstuk PQ in S. (P, r) zelfde straal! snijdt lijnstuk PQ in T. (T, RS) snijdt (P, r) in V. Trek de lijn door P en V. P

Toegift 2 Lijnstuk AB in drie (4, 5, 6, ) gelijke delen verdelen. Trek een halve lijn met grenspunt A. Pas met de passer drie gelijke stukken af: AC, CD en DE. Trek EB. Construeer door C en D lijnen evenwijdig aan EB. Deze snijden lijnstuk AB in F en G. Verdeel onderstaand lijnstuk in vijf gelijke delen.