Leefbaarheidsonderzoek



Vergelijkbare documenten
Leefbaarheid in de gemeente Nunspeet

Lemon Niedorp. De beleving van leefbaarheid Vervolgmeting In opdracht van Wooncompagnie en Gemeente Niedorp

Leefbaarheid in Pijnacker- Nootdorp

Leefbaarheid in Hoorn

Leefbaarheid in Weesp, Muiden en Muiderberg

Lemon Schagen. De beleving van leefbaarheid Vervolgmeting In opdracht van Wooncompagnie en Gemeente Schagen

Lemon Lansingerland. In opdracht van Stadsregio Rotterdam. Lotte Reneman Nynke den Herder. maart Rapportnummer: 96550

Leefbaarheid in Zaltbommel

Leefbaarheid in Veghel

Leefbaarheid in Zaltbommel

Leefbaarheid in Hoorn

Leefbaarheid in Culemborg

Samenvatting onderzoeksresultaten

Leefbaarheid in Almere-Haven

Leefbaarheid in Albrandswaard

Leefbaarheid in Vlaardingen 2008

Leefbaarheid in Dronten

RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving Leefbaarheid in de gemeente Pijnacker Nootdorp

Leefbaarheid in Hoorn

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Leefbaarheid in Albrandswaard

Leefbaarheid in de gemeente Pijnacker-Nootdorp

Leefbaarheid in de gemeente Pijnacker-Nootdorp

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Leefbaarheidsmonitor. Pijnacker-Nootdorp 2003

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Leefbaarheid in Culemborg

Leefbaarheid in Veenendaal

Leefbaarheid in Schoonhoven, Nederlek en Bergambacht

Leefbaarheid in Leerdam

Huurders over de leefbaarheid in Heeze-Leende

Beleving door bewoners in kaart gebracht

RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving Leefbaarheid in de gemeente Pijnacker-Nootdorp

Leefbaarheid Haarlemmermeer

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Leefbaarheid in Veenendaal

Leefbaarheid in Dronten, Swifterbant en Biddinghuizen

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Leefbaarheid in Leerdam

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Leefbaarheid Krimpen aan den IJssel

Leefbaarheid in Zaltbommel

Leefbaarheid in de gemeente Veghel

RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving Leefbaarheid in de gemeente Pijnacker-Nootdorp

Culemborg: leefbaarheid tussen water, weg en spoor

Leefbaarheid Tilburg 2007

RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving Leefbaarheid in Zaltbommel

Huurders over de leefbaarheid van Cranendonck

Leefbaarheidsenquête ALGEMENE VRAGEN. Dorpnr.: 1

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Persoonlijke situatie. Buurtnummer 1

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Leefbaarheid in Culemborg

Leefbaarheid in de gemeente Pijnacker-Nootdorp

Enquête leefbaarheid in uw buurt

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving Leefbaarheid in Lansingerland

Leefbaarheid in Vlissingen

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Resultaten bewonersonderzoek, meting 2013

Achterhoeks Woonwensen en Leefbaarheidsonderzoek (AWLO) Bijlage 6.1 Leefbaarheid Achterhoek

2015 Wijkplatform Velsen-Noord Onderzoek naar de Leefbaarheid

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Leefbaarheid in Vlissingen

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt. Persoonlijke situatie. Jaar. Leefbaarheidsonderzoek Vlissingen 1

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Leefbaarheid in West-Brabant en Tholen

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

DeleefbaarheidinCulemborg

Achterhoeks Woonwensen en Leefbaarheidsonderzoek (AWLO) Bijlage 6.4 Leefbaarheid Bronckhorst

Leefbaarheid in de gemeente Hellendoorn

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Leefbaarheid in Emmen, Borger-Odoorn en Stadskanaal

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Leefbaarheid in Bergen op Zoom

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Leefbaarheid in Dronten, Biddinghuizen

Enquête leefbaarheid in uw buurt

RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving Leefbaarheid Tilburg 2010

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Leefbaarheid in Hellendoorn

RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving Leefbaarheid in Zaltbommel

Presentatie rapporten Leefbaarheid in Lansingerland 2016 en Waar staat je gemeente. Amke Zevenbergen en I&O/Martijn de Quartel

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Evaluatie Buurtaanpak Koele Nacht

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Leefbaarheid in Tholen

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse

Achterhoeks Woonwensen en Leefbaarheidsonderzoek (AWLO) Bijlage 6.5 Leefbaarheid Doetinchem

Achterhoeks Woonwensen en Leefbaarheidsonderzoek (AWLO) Bijlage 6.7 Leefbaarheid Oude IJsselstreek

Leefbaarheid in Albrandswaard

Woonwensen en leefbaarheid in de Regio Achterhoek

Gemeente Horst aan de Maas

Leefbaarheid en veiligheid in Hellendoorn

Enquête leefbaarheid/veiligheid in uw buurt

Achterhoeks Woonwensen en Leefbaarheidsonderzoek (AWLO) Bijlage 6.6 Leefbaarheid Oost Gelre

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

Leefbaarheid in de wijk De Bunders

Leefbaarheid in de gemeente Hoorn

Transcriptie:

Leefbaarheidsonderzoek Beemster, Edam, Purmerend, Waterland, Zeevang en Schermer In opdracht van Wooncompagnie Lotte Reneman Annika Janse Jan Scheele René Schulenberg Mei 2007 Rapportnummer: 94720 RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade 139 1011 AC Amsterdam telefoon 020 522 11 11 telefax 020 627 68 40 http://www.rigo.nl

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 1.1 INLEIDING 1 1.2 LEESWIJZER 2 2 ALGEMENE TOELICHTING 3 2.1 INLEIDING 3 2.2 ONDERZOEKSOPZET 3 3 BEEMSTER 7 3.1 DE FYSIEKE WOONOMGEVING 8 3.2 DE SOCIALE WOONOMGEVING 11 3.3 ONGENOEGENS 13 3.4 VEILIGHEID 15 3.5 TOTAALOORDEEL 18 3.6 OVERZICHT UITKOMSTEN OP DE DEELASPECTEN 18 3.7 KERNPROFIELEN 19 3.8 SAMENVATTING AANDACHTSPUNTEN 22 4 EDAM 23 4.1 FYSIEKE WOONOMGEVING 24 4.2 DE SOCIALE WOONOMGEVING 28 4.3 ONGENOEGENS 30 4.4 VEILIGHEID 32 4.5 TOTAALOORDEEL 36 4.6 OVERZICHT UITKOMSTEN OP DE DEELASPECTEN 37 4.7 WIJKPROFIELEN 38 4.8 SAMENVATTING AANDACHTSPUNTEN 40

5 PURMEREND 41 5.1 DE FYSIEKE WOONOMGEVING 42 5.2 CONCLUSIES FYSIEKE WOONOMGEVING 46 5.3 DE SOCIALE WOONOMGEVING 46 5.4 ONGENOEGENS 49 5.5 VEILIGHEID 52 5.6 TOTAALOORDEEL 55 5.7 OVERZICHT UITKOMSTEN OP DE DEELASPECTEN 56 5.8 BUURTPROFIELEN 57 5.9 SAMENVATTING AANDACHTSPUNTEN 68 6 WATERLAND 69 6.1 DE FYSIEKE WOONOMGEVING 70 6.2 DE SOCIALE WOONOMGEVING 73 6.3 ONGENOEGENS 75 6.4 VEILIGHEID 77 6.5 TOTAALOORDEEL 80 6.6 OVERZICHT UITKOMSTEN OP DE DEELASPECTEN 81 6.7 KERNPROFIELEN 82 6.8 SAMENVATTING AANDACHTSPUNTEN 85 7 ZEEVANG 87 7.1 DE FYSIEKE WOONOMGEVING 88 7.2 DE SOCIALE WOONOMGEVING 91 7.3 ONGENOEGENS 93 7.4 VEILIGHEID 95 7.5 TOTAALOORDEEL 97 7.6 OVERZICHT UITKOMSTEN OP DE DEELASPECTEN 98 7.7 KERNPROFIELEN 99 7.8 SAMENVATTING AANDACHTSPUNTEN 102

8 SCHERMER 103 8.1 FYSIEKE WOONOMGEVING 104 8.2 DE SOCIALE WOONOMGEVING 109 8.3 ONGENOEGENS 111 8.4 VEILIGHEID 113 8.5 TOTAALOORDEEL 117 8.6 OVERZICHT UITKOMSTEN OP DE DEELASPECTEN 118 8.7 WIJKPROFIELEN 119 8.8 SAMENVATTING AANDACHTSPUNTEN 122 9 SAMENVATTEND HOOFDSTUK 123 9.1 INLEIDING 123 9.2 VERSCHILLEN PER GEMEENTE 123 9.3 VERSCHILLEN HUURDERS EN KOPERS 124 9.4 TOTAALOVERZICHT 127 9.5 BELANGRIJKSTE AANDACHTSPUNTEN 129 DE LEMON VRAGENLIJST 131

INLEIDING 1 1 Inleiding 1.1 Inleiding Lemon, de leefbaarheidsmonitor, is een instrument om beleving van leefbaarheid te meten en te presenteren. Op basis van een schriftelijke vragenlijst worden bewoners gevraagd een oordeel te geven over diverse leefbaarheidsthema s in hun buurt. In 2004 en 2006 is een regionale omnibusenquête gehouden in zeven verschillende gemeenten in Noord-Holland. Dit waren de gemeenten Beemster, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang. In deze Omnibusenquête zijn ook 15 Lemonvragen voorgelegd aan de bewoners. In vier van deze gemeenten heeft Wooncompagnie woningen in haar bezit, namelijk in Beemster, Purmerend, Waterland en Zeevang. De uitkomsten van deze Lemonvragen zijn net als in 2004 geïmporteerd in Lemoninternet, de monitor omtrent leefbaarheid. In deze rapportage beschrijven we de uitkomsten van de leefbaarheidsvragen voor deze vier gemeenten. Wooncompagnie Purmerend heeft ook eigen woningbezit in Schermer en Edam. Er is daarom besloten om ook vragenlijsten uit te zetten in deze twee gemeenten. Vijf thema s We besteden in deze rapportage aandacht De fysieke woonomgeving aan de uitkomsten per gemeente, maar ook (uiterlijk woningen en voorzieningen buurt) aan de verschillen tussen gemeenten. De De sociale woonomgeving rapportage vormt een basis voor vervolgmetingen in de toekomst. (omgang met medebewoners en betrokkenheid) Ongenoegens (overlast in de buurt) Aan de hand van verschillende thema s leest Veiligheid u in dit rapport hoe de bewoners over hun (veiligheidsgevoel in de buurt) buurt oordelen. Denk bijvoorbeeld aan het Totaaloordeel thema fysieke woonomgeving. Welke buurten scoren hoog als het gaat om de kwaliteit van de woningen? Welke buurten worden (veiligheidsgevoel in de buurt) gewaardeerd om het groen in de buurt? In welke buurten is men minder te spreken over het voorzieningenniveau? Per vraag wordt een beeld geschetst van de stand van zaken. Elk hoofdstuk sluit af met het totaaloordeel en een beschrijving van de kenmerken van de afzonderlijke buurten.

2 INLEIDING 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bespreekt de opzet van het onderzoek. Het behandelt onderzoeksmatige zaken, zoals de respons en de steekproefgrootte. In hoofdstuk 3 t/m 8 wordt op de uitkomsten ingegaan. Omdat we in deze rapportage zes gemeenten onderscheiden is er voor gekozen om, net als in 2005, voor elke gemeente een eigen hoofdstuk in te richten met de resultaten. We onderscheiden in deze hoofdstukken per hoofdstuk de vijf thema s. Per thema wordt aangegeven wat de best en minst scorende buurten/kernen zijn. Als de slechts scorende buurt/kern een onvoldoende scoort op een aspect wordt dit in het oranje weergegeven. Ook wordt een vergelijking gemaakt met de gemiddelde scores van alle Lemon-onderzoeken in Nederland. Wanneer er grote verschillen zijn per buurt/kern is bij de bespreking van de thema s een kaart opgenomen waar de rapportcijfers in kleur worden getoond. Indien de aspecten per buurt/kern aanzienlijk verschillen, uit zich dit in sterke kleurgradaties tussen de buurten/kernen. Elk hoofdstuk eindigt met een beschrijving van de verschillende buurten/kernen. Per buurt/kern worden de sterke en de zwakke punten besproken. De rapportage eindigt met een slothoofdstuk, waarin alle zes gemeenten nog eens kort worden belicht en vergeleken.

ALGEMENE TOELICHTING 3 2 Algemene toelichting 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden inhoud en opzet van deze rapportage toegelicht. Aan bod komen onder meer de leefbaarheidsaspecten, de buurtindelingen, de opzet van het onderzoek en de respons op de enquêtes. De leefbaarheidsmonitor Lemon Voor het meten van de leefbaarheid in de zes gemeenten is gebruik gemaakt van Lemon, de leefbaarheidsmonitor. Dit instrument maakt de oordelen van bewoners over de leefbaarheid aan de hand van kaartbeelden inzichtelijk. Met behulp van een inlogcode zijn de uitkomsten te bekijken op: www.lemoninternet.nl Naast de uitkomsten van de leefbaarheidsmonitor van de zes betrokken gemeenten (2006, 2004 en/of 2002) zijn op de Lemon-website de uitkomsten van onderzoeken in andere Nederlandse gemeenten te bekijken (zoals Schagen, Zijpe, Anna Paulowna, Wieringermeer). Daar krijgt u antwoord op de vraag of bepaalde leefbaarheidsaspecten in een gemeente beter worden beoordeeld dan gemiddeld in Nederland of juist niet. 2.2 Onderzoeksopzet In de Omnibusenquête is de bewoners gevraagd een oordeel te geven over 16 leefbaarheidsaspecten, onderverdeeld naar vijf thema s. De fysieke woonomgeving De woningvoorraad De woonomgeving De groenvoorzieningen De speelvoorzieningen De voorzieningen De sociale woonomgeving Etnische samenstelling Sociaal-economische samenstelling Betrokkenheid Ongenoegens Last van activiteiten als horeca Verkeersoverlast Vervuiling Veiligheid Criminaliteit Veiligheidsgevoel overdag Veiligheidsgevoel s avonds Overlast van personen Totaaloordeel Totaaloordeel

4 ALGEMENE TOELICHTING De vragenlijst voor de gemeenten Schermer en Edam verschillen van de vragenlijst in de Omnibusenquête. Zo wordt er niet gevraagd naar etnische samenstelling en sociaaleconomische samenstelling maar wordt er gevraagd hoe bewoners in een buurt met elkaar omgaan. Bovendien zijn er een extra vragen gesteld over de ontwikkeling van de buurt, veiligheidsgevoel in het algemeen en de kwaliteit van de woningen in de buurt. De verschillende vragenlijsten zijn te vinden in de bijlagen. De gemeenten en de buurt- of kernindelingen Purmerend Beemster Edam Waterland Zeevang Schermer Binnenstad Zuidoostbeemster Singelwijk Monnickendam Kwadijk Schermerhorn Stationsbuurt Middenbeemster Industriegebied Broek in Waterland Middelie/Hobrede Zuidschermer Zuiderpolder Noordbeemster Molenbuurt Marken Warder Grootschermer Overwhere-Zuid Westbeemster Zuid Ilpendam oosthuizen Driehuizen Overwhere-Noord Oude Kom Waterland buitengebied Beets/Schardam Oterleek Molenkoog Wheermolen-West Ursem Stompetoren Wheermolen-Oost Gors-Zuid Gors-Noord Overlanderstraat e.o. Werktuigenbuurt Maten-Zuivelbuurt De Graeffweg e.o. Purmer Zuid/Noord Purmer Zuid/Zuid Hazepolder Azie Amerika Afrika De respons Via een aselecte steekproef is een selectie gemaakt van bewoners van 15 jaar en ouder. De vragenlijsten zijn schriftelijk afgenomen. Voor het onderzoek zijn in de gemeente Beemster, Waterland en Zeevang 550 mensen benaderd. In Purmerend werden in totaal 3.350 mensen aangeschreven. Op de leefbaarheidsvragen reageerden uiteindelijk Gemeente Uitgezet Ontvangen % Zeevang 550 422 77% Beemster 550 422 77% Schermer 1.295 373 29% Edam 1.053 407 39% Waterland 550 422 77% Purmerend 3.350 2276 68% Totaal 7.348 4.322 59%

ALGEMENE TOELICHTING 5 4.285 mensen (2.009 in de vier gemeenten en 2.276 in de gemeente Purmerend). Het aantal ondervraagde mensen is voldoende groot om aan te kunnen nemen dat hun oordeel overeenkomt met het algemene oordeel van de totale bevolking van de buurt/kern. Zoals in onderstaand schema is weergegeven kan de absolute respons ook per buurt worden aangegeven. Voor de buurten/kernen met een sterretje geldt dat er te weinig respondenten zijn om harde uitspraken te doen. We nemen de uitkomsten echter wel mee in de rapportage. Zeevang Steekproef Respons % Waterland Uitgezet Ontvangen % Kwadijk 55 Monnickendam 241 Middelie /Hobrede 62 Broek in Waterland 50 Warder 61 Marken 50 Oosthuizen 202 Ilpendam 48 Beets / Schardam 42 Buitengebied* 33 Totaal 550 422 77% Totaal 550 422 77% Beemster Uitgezet Ontvangen % Purmerend Uitgezet Ontvangen % Zuidoostbeemster 152 Binnenstad 86 Middenbeemster 184 Stationsbuurt 37 Noordbeemster* 22 Zuiderpolder 169 Westbeemster* 27 Overwhere-Zuid 152 Totaal 550 385 70% Overwhere-Noord 171 Molenkoog 25 Schermer Uitgezet Ontvangen % Wheermolen-West 83 Schermerhorn 236 74 31,4 Wheermolen-Oost 188 Zuidschermer 216 55 25,5 Gors-Zuid 147 Grootschermer 236 75 31,8 Gors-Noord 159 Driehuizen 100 21 21,0 Overlanderstraat e.o. 118 Oterleek 236 72 30,5 Werktuigenbuurt 89 Ursem 35 7 20,0 Maten-Zuivelbuurt 87 Stompetoren 236 69 29,2 De Graeffweg e.o. 96 Totaal 1295 373 29% Purmer Zuid/Noord 153 Purmer Zuid/Zuid 174 Edam Uitgezet Ontvangen % Hazepolder 21 Singelwijk 236 108 45,8 Azie 105 Industriegebied 109 37 33,9 Amerika 101 Molenbuurt 236 87 36,9 Afrika 115 Zuid 236 93 39,4 Totaal 3350 2276 68% Oudekom 236 82 34,7 Totaal 1053 407 39% De onderzoekspopulatie Er waren meer vrouwen dan mannen die de vragenlijst invulden. Van de ondervraagden was 43% man en 57% vrouw. De figuur op de volgende pagina geeft de leeftijdsverdeling weer van de ondervraagde respondenten. Verder zijn de meeste ondervraagden eigenaar-bewoner, 72% heeft een koopwoning en 28% een huurwoning. De gemiddelde cijfers van huurders en kopers wijken niet veel van elkaar af. Bij een aantal aspecten zijn de verschillen tussen de huurders en kopers ca. een halve punt. Dit wordt verder uitgewerkt in het eindhoofdstuk.

6 ALGEMENE TOELICHTING Leeftijdsopbouw > 75 jaar 65-74 jaar 55-64 jaar leeftijd 45-54 jaar 35-44 jaar 25-34 jaar < 25 jaar 0 5 10 15 20 25 percentage Vergelijking resultaten met het landelijk gemiddelde Om een beeld te krijgen hoe de gemeenten scoren ten opzichte van andere Nederlandse gemeenten is per aspect een vergelijking gemaakt met het Nederlands gemiddelde. Dit is het gemiddelde van de uitkomsten van de gemeenten die in 2005 een Lemonmeting hebben gedaan. Omdat Purmerend al twee eerdere metingen heeft gedaan in 2002 en 2004, en Zeevang, Waterland en Beemster in 2004 de eerste meting hadden, vergelijken we de uitkomsten met de eerder gehouden meting(en). In 2004 is er ook een meting uitgevoerd in Edam-Volendam. Wooncompagnie heeft echter besloten om in 2006 Volendam buiten de steekproef te houden en Edam op te splitsen in verschillende buurten om nauwkeurigere uitspraken te kunnen doen. Door deze herindeling is het voor Edam onmogelijk om de aspecten van 2004 te vergelijken met 2006. Alleen het totaal cijfer van Edam 2004 kan vergeleken worden met het totaalcijfer in 2006. Leefbaarheidsmonitor meet beleving Voor u start met het lezen van de uitkomsten nog een belangrijke algemene opmerking. De leefbaarheidsmonitor geeft de beleving van de leefbaarheid weer. Er dient benadrukt te worden dat beleving en feitelijke situatie niet altijd overeenkomen. Met name trends en veranderingen kunnen leiden tot een positief of juist negatief oordeel. De resultaten uit Lemon geven slechts de gevoelens van bewoners weer en niet in hoeverre deze gevoelens in overeenstemming zijn met feitelijke cijfers.

BEEMSTER 7 3 Beemster

8 BEEMSTER 3.1 De fysieke woonomgeving 3.1.1 Inleiding De fysieke woonomgeving betreft de gebouwde omgeving en de inrichting van de openbare ruimten van de kernen in Beemster. Binnen het thema fysieke woonomgeving worden vijf leefbaarheidsaspecten onderscheiden: de kwaliteit van de woningen in de kern, kwaliteit van de woonomgeving in het algemeen, de groenvoorzieningen, de speelvoorzieningen en het voorzieningenniveau als het gaat om winkels, scholen en zorg. In dit hoofdstuk zal per aspect bekeken worden welke kernen goed scoren dan wel slecht(er). 3.1.2 Woningen Bewoners is gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit van de woningen in de kern. Daarbij gaat het niet om de geschiktheid van de eigen woning, maar om de aantrekkelijkheid, de uitstraling en staat van onderhoud van de woningen. Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 7,8 7,6 Middenbeemster 7,6 7,5 hoogste score Noordbeemster 7,5 7,7 ruim voldoende Westbeemster 7,6 7,1 onvoldoende Totaal 7,7 7,5 laagste score Het gemiddelde cijfer voor de kwaliteit van de woningen komt in de gemeente Beemster uit op een 7,5. Dit wijkt niet af van de landelijke gemiddelde in 2005. De kern Westbeemster behaalt met een 7,1 de laagste score. Opvallend is ook de achteruitgang van dit cijfer ten opzichte van 2004. Westbeemster is ook de enige kern die beneden het landelijk gemiddelde scoort. Als we kijken naar de totstandkoming van de gemiddelden dan blijkt dat bijna drie kwart (44%) van de respondenten de woningen in de kern met een 8 beoordeeld. Slechts 4% waardeert de woningen in de kern met een onvoldoende. 3.1.3 Woonomgeving De bewoners is gevraagd naar hun mening over de woonomgeving. Hierbij moet gedacht worden aan de tevredenheid over en de bruikbaarheid van de openbare ruimte. Er zijn een aantal factoren die een rol (kunnen) spelen bij de beleving van de woonomgeving. Hierbij kan gedacht worden aan de bestrating, het straatmeubilair en de vormgeving van pleintjes. Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 7,4 7,2 Middenbeemster 7,5 7,3 hoogste score Noordbeemster 7,2 7,1 ruim voldoende Westbeemster 7,1 6,8 onvoldoende Totaal 7,4 7,2 laagste score

BEEMSTER 9 De woonomgeving in Beemster wordt door de bewoners gemiddeld met een 7,2 beoordeeld. Dit cijfer ligt meer dan een half punt boven het landelijk gemiddelde in 2005 (6,6), een goede score dus. Als we de cijfers van 2006 vergelijken met die van 2004 dan zien we echter dat alle scores licht achteruit zijn gegaan. Opnieuw is de laagste score voor Westbeemster (6,8) en de hoogste score voor Middenbeemster (7,3). De spreiding van de rapportcijfers laat zien dat 72% van de respondenten de woonomgeving met een 7 of een 8 beoordeeld. Slechts 7% beoordeelt de woonomgeving met een 5 of lager. 3.1.4 Groenvoorzieningen Groen vormt voor veel mensen een belangrijk aspect van de woonomgeving. Naast een belangrijke belevingswaarde heeft groen ook een belangrijke gebruikswaarde, bijvoorbeeld om de hond uit te laten, te joggen of te ontspannen in de buitenlucht. Veel groen kan ook nadelig zijn voor de beleving omdat het gevoelens van onveiligheid kan genereren. Het groen in Beemster wordt gemiddeld met een 7,5 beoordeeld en dat is gelijk aan het cijfer in 2004. Landelijk lag dit cijfer in 2005 meer dan een punt lager (6,4). Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 7,4 7,5 Middenbeemster 7,6 7,5 hoogste score Noordbeemster 7,6 7,3 ruim voldoende Westbeemster 7,2 7,3 onvoldoende Totaal 7,5 7,5 laagste score Het groen wordt in Beemster dus heel goed beoordeeld. Als we de scores per kern in 2006 vergelijken met 2004 dan zijn er kleine verschillen waar te nemen. Noordbeemster en Westbeemster behalen met een 7,3 gemiddeld de laagste score binnen de gemeente. De spreiding van de cijfers geeft aan dat 32% van de bewoners het groen met een 7 beoordeelt en 37% met een 8. 3.1.5 Speelvoorzieningen Speelvoorzieningen zijn op het eerste gezicht vooral voor kinderen van belang. Ze dienen echter ook vaak als sociale ontmoetingsplaats voor ouders. Speelvoorzieningen - en het onderhoud ervan - vormen een belangrijk onderdeel van de totale inrichting van de woonomgeving en gaan in die zin alle bewoners aan, met of zonder kinderen. De waardering per kern is als volgt:

10 BEEMSTER Buurt 2004 2006 Zuidoostbeemster 6,2 6,2 Middenbeemster 6,9 6,9 hoogste score Noordbeemster 5,6 5,4 ruim voldoende Westbeemster 4,5* 4,5* onvoldoende Totaal 6,4 6,4 Laagste score * Onderstaande kaart toont de gemiddelde rapportcijfers per kern. De legenda bestaat uit een glijdende schaal. Rapportcijfers van laag naar hoog worden in kleurschakeringen van rood naar groen weergegeven. De speelvoorzieningen in Beemster scoren gemiddeld hoger vergeleken met andere gemeenten in Nederland, een 6,4 tegen een 6,0. Het gemiddelde cijfer voor Beemster is gelijk aan dat van 2004. De scores van 2004 komen ook per kern overeen met de scores in 2006. Opnieuw geven de bewoners van Westbeemster gemiddeld de laagste score (4,5). Noordbeemster scoort in 2006 ook een onvoldoende. Middenbeemster scoort net als in 2004 relatief hoog. De spreiding van de rapportcijfers laat zien dat de meeste bewoners (29%) de speelvoorzieningen met een 7 beoordeelt. Een vijfde (20%) van de bewoners geeft een 8. Niet iedereen is zo tevreden met de speelvoorzieningen; 23% beoordeelt de speelvoorzieningen met een 5 of lager. 3.1.6 Voorzieningen (winkels, scholen, zorg) De bewoners is gevraagd wat ze van de kwaliteit van de voorzieningen in de gemeente Beemster vinden. Voorbeelden van voorzieningen in de gemeente zijn bijvoorbeeld de scholen, winkels, huisartsen, sportvelden en buurthuizen. De resultaten per kern zijn als volgt weer te geven: Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 6,4 6,5 Middenbeemster 6,9 7,0 hoogste score Noordbeemster 6,0 6,0 ruim voldoende Westbeemster 5,1* 5,4* onvoldoende Totaal 6,5 6,7 Laagste score * Gemiddeld beoordelen de bewoners van Beemster het voorzieningenniveau met een 6,7. Dit is weliswaar hoger dan het cijfer in 2004 maar ligt nog altijd onder het landelijk gemiddelde (6,8). Dit geldt niet alleen voor de totaalscore maar ook alle kernen afzonderlijk, behalve Middenbeemster, scoren onder het landelijke gemiddelde. Westbeemster is net als in 2004 de enige kern die een onvoldoende scoort (5,4) en wijkt

BEEMSTER 11 daarmee in negatieve zin af van de andere kernen in Beemster. De kleurschakeringe in de kaart geven duidelijk de vershillen tussen de kernen weer. Het meerendeel van de respondenten beoordeelt de voorzieningen in de kern met een 7 (39%) of een 8 (22%). In totaal geeft 15% van de respondenten een 5 of lager. 3.1.7 Conclusies fysieke woonomgeving De kwaliteit van de fysieke woonomgeving zit in de ogen van de bewoners vooral in de kwaliteit van de woningen en de groenvoorzieningen. Op vier van de vijf aspecten binnen het thema fysieke woonomgeving scoort Beemster boven het landelijk gemiddelde in 2005. Net als in 2004 blijven de voorzieningen bijzondere aandacht vragen; alle kernen scoren opnieuw onder het landelijk gemiddelde, Westbeemster scoort zelfs een onvoldoende. Ook op het aspect speelvoorzieningen scoort in twee kernen ene onvoldoende, namelijk Westbeemster en Noordbeemster. Opvallend is dat de bewoners in Westbeemster op alle aspecten binnen dit thema het minst tevreden zijn als je de gemiddelden vergelijkt met de gemiddelden in de andere kernen. 3.2 De sociale woonomgeving 3.2.1 Inleiding De sociale woonomgeving bestaat uit tal van elementen die het samenleven van bewoners in de kernen bepalen. Die elementen geven een indicatie van de manier waarop de bewoners in de kern met elkaar omgaan en van de mate waarin men zich daar prettig bij voelt. In dit onderzoek is door middel van drie elementen gemeten hoe men de sociale woonomgeving beleeft. Allereerst is gevraagd of mensen in de kern prettig met elkaar omgaan. Deze vraag is toegespitst op de contacten tussen mensen van verschillende etnische afkomst en verschillende inkomensgroepen. In 2004 werd alleen gevraagd hoe mensen in de kern met elkaar omgaan. De nieuwe vragen zijn dus niet te vergelijken met eerdere resultaten. Vervolgens is net als in 2004 gevraagd naar de betrokkenheid van de bewoners bij de eigen kern. Al met al geven deze vragen een goed beeld van de sociale woonomgeving, respectievelijk van de sociale cohesie binnen alle kernen van Beemster. 3.2.2 Samenleven van allochtone en autochtone bewoners Het al dan niet prettig samenleven in de kern hangt mede samen met de verscheidenheid aan mensen die in de kern wonen. Mensen blijken het vaak prettig te vinden als de andere bewoners in de kern min of meer hetzelfde leefpatroon hebben of met andere woorden op heb lijken. Etniciteit speelt hierin een grote rol. De bewoners in de kernen is gevraagd hoe mensen van verschillende etnische afkomst met anderen omgaan. Dit geeft het volgende beeld:

12 BEEMSTER Kern 2006 Zuidoostbeemster 7,0 Middenbeemster 6,7 hoogste score Noordbeemster 6,8 ruim voldoende Westbeemster 5,6 onvoldoende Totaal 6,7 laagste score Het samenleven van allochtone en autochtone huishoudens wordt gemiddeld met een 6,7 beoordeeld. Landelijk lag het cijfer voor dit aspect in 2005 op een 6,4. Gemeente Beemster scoort hier dus boven. Alleen de kern Westbeemster blijft ruim onder dit cijfer. In 2004 was de bewoners gevraagd een oordeel te geven over hoe prettig ze samenwonen met de bewoners in de kern. Beemster scoorde op dat aspect gemiddeld een 7,6. In totaal geeft 36% van de respondenten een7 en 24% een 8. 15% van de bewoners geeft een 5 of lager. Er zijn echter ook 139 mensen (36%) die geen antwoord op de vraag hebben gegeven. 3.2.3 Inkomensgroepen Aan de bewoners is ook gevraagd een oordeel te geven over de manier waarop mensen met verschillende inkomens in de kern met elkaar omgaan. Dit is als volgt in een tabel weer te geven: Kern 2006 Zuidoostbeemster 7,4 Middenbeemster 7,3 hoogste score Noordbeemster 7,7 ruim voldoende Westbeemster 7,1 onvoldoende Totaal 7,3 laagste score Het samenleven van mensen met verschillende inkomens wordt in Beemster positief ervaren. Gemiddeld geven de bewoners een 7,3 voor dit aspect. Landelijk lag dit cijfer in 2005 op een 6,7. Westbeemster behaalt net als op het vorige aspect de laagste score binnen de gemeente. Noordbeemster behaalt met een 7,7 de hoogste score. Kijken we naar de spreiding van de rapportcijfers dan blijkt dat het zwaartepunt rond de 7 ligt. Slechts een klein percentage van de respondenten (6%) geeft een onvoldoende. 3.2.4 Betrokkenheid De betrokkenheid van bewoners bij de kern geeft aan of ondervraagden vinden dat andere bewoners zich voor de kern (willen) inzetten en of de kern hen een warm gevoel geeft. Het hoeft niet zo te zijn dat een lage score op betrokkenheid slecht is. Bewoners kunnen er bewust voor kiezen in een anonieme kern te gaan wonen, waar bewoners niet betrokken zijn bij elkaar.

BEEMSTER 13 Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 7,1 7,1 Middenbeemster 6,9 6,9 hoogste score Noordbeemster 7,2 7,1 ruim voldoende Westbeemster 7,3 7,2 onvoldoende Totaal 7,1 7,0 laagste score Het gemiddelde rapportcijfer voor betrokkenheid in de gemeente Beemster is een 7,0. Dit cijfer is vergelijkbaar met het cijfer in 2004 (7,1). Landelijk lag dit cijfer in 2005 op een 6,4. Beemster behaalt dus een goede score op dit aspect. De laagste score wordt net als in 2004 behaald door Middenbeemster, maar deze score is nog altijd een half punt boven het landelijk gemiddelde. Net als in 2004 behaalt Westbeemster (7,2) in 2006 opnieuw de hoogte score binnen de gemeente. De spreiding van de rapportcijfers laat zien dat bijna een derde (31%) van de respondenten de betrokkenheid in de kern met een 8 beoordeeld. In totaal geeft 13% het rapportcijfer 5 of lager. 3.2.5 Conclusies sociale woonomgeving Net als in 2004 scoort Beemster in vergelijking met de andere gemeenten in Nederland heel goed op dit thema. Er zijn geen verschillen te zien ten opzichte van 2004 op het aspect betrokkenheid. De andere twee aspecten die onderzocht zijn, zijn niet te vergelijken met de vorige meting. De scores voor samenleven allochtonen en autochtonen en verschillende inkomensgroepen zijn het laagst in de kern Westbeemster. 3.3 Ongenoegens 3.3.1 Inleiding Ongenoegens zijn zaken die vooral storend werken in de beleving van leefbaarheid. Bijzonder kenmerk is dat deze aspecten slechts worden opgemerkt als ze er wél zijn en ze dragen daarmee negatief bij aan de leefbaarheid van de kern. De bekendste voorbeelden zijn zwerfvuil en hondenpoep. In Beemster is de bewoners gevraagd naar de overlast die zij ondervinden van activiteiten zoals horeca en industrie en overlast van het verkeer. Daarnaast is gevraagd naar hinder die men ervaart van vervuiling. 3.3.2 Overlast van activiteiten Onder overlast van activiteiten wordt onder andere overlast door horeca, markten, evenementen en industrie verstaan. Aan de bewoners van Beemster is gevraagd in hoeverre zij overlast ervaren van bepaalde ongewenste activiteiten.

14 BEEMSTER NB: Hoe hoger het cijfer, des te minder overlast men ervaart Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 8,8 8,8 Middenbeemster 8,6 8,6 hoogste score Noordbeemster 8,7 9,2 ruim voldoende Westbeemster 8,8 8,7 onvoldoende Totaal 8,7 8,7 laagste score In Beemster ondervinden de bewoners, net als in 2004, weinig inbreuk op de leefbaarheid door ongewenste activiteiten. Gemiddeld geeft men net als in 2004 een 8,7. Het landelijk gemiddelde lag in 2005 op een 7,9. Alle kernen in Beemster zitten ruim boven dit gemiddelde. Opvallend is de score voor de kern Noordbeemster. De kern scoort een half punt hoger dan in 2004 en geven daarmee aan (nog) minder overlast te ervaren van activiteiten dan in 2004. De spreidingscijfers laten zien dat een kwart van de bewoners een 8 geeft voor de overlast van activiteiten in de kern. Meer dan de helft (59%) van de respondenten geeft zelfs een 9 of een 10. 3.3.3 Verkeersoverlast Verkeersoverlast kan onder meer bestaan uit hinder door verkeersdrukte of verkeerslawaai, maar ook uit overlast als gevolg van verkeerd parkeren en te hard rijden in de kern. Bekende hindercategorieën. NB: Hoe hoger het cijfer, des te minder overlast men ervaart Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 5,9 5,7 Middenbeemster 6,9 7,0 hoogste score Noordbeemster 6,5 4,4* ruim voldoende Westbeemster 6,3 7,0 onvoldoende Totaal 6,5 6,4 laagste score Verkeersoverlast wordt over de gehele gemeente genomen gemiddeld met een 6,4 beoordeeld en dat is hoger dan het landelijk gemiddelde in 2005 (6,2). Zeer opvallend is de lage score voor Noordoostbeemster. Het gemiddelde is maar liefst 1,9 punt naar beneden gegaan ten opzichte van de vorige meting. Westbeemster daarentegen scoort ruim boven het cijfer in 2004. De spreiding van de rapportcijfers toont aan dat er zeer verschillend gedacht wordt over verkeersoverlast. Meer dan een vijfde (22%) van de respondenten beoordeelt de verkeersoverlast met een 7. In totaal geeft 29% van de respondenten een 5 of lager voor het verkeer in de kern.

BEEMSTER 15 3.3.4 Vervuiling Aan de bewoners is gevraagd of zij in hun kern overlast hebben van vervuiling. Voorbeelden zijn zwerfvuil en verkeerd of te vroeg geplaatst vuilnis op de stoep. En natuurlijk de grootste ergernis, hondenpoep. De waardering per kern is als volgt: NB: Hoe hoger het cijfer, des te minder overlast men ervaart Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 7,6 7,5 Middenbeemster 7,4 7,1 hoogste score Noordbeemster 8,2 8,3 ruim voldoende Westbeemster 8,2 7,7 onvoldoende Totaal 7,6 7,4 laagste score In de gemeente wordt de vervuiling gemiddeld met een 7,4 beoordeeld. Dit cijfer is ruim boven het landelijk gemiddelde in 2005 (6,1). Bewoners in Beemster geven hiermee aan dat ze weinig hinder ondervinden van vuil. Er is één opvallende achteruitgang zichtbaar. De kern Westbeemster scoort in 2006 een half punt lager. Uit de spreidingscijfers blijkt dat 13% van de respondenten de vervuiling met een onvoldoende (5 of lager) waardeert. Ongeveer een kwart (26%) van de respondenten beoordeelt de vervuiling met een 8. 3.3.5 Conclusies ongenoegens Beemster scoort op alle aspecten gemiddeld ruim boven het landelijk gemiddelde 2005. De bewoners geven daarmee aan over het algemeen weinig overlast te ervaren van activiteiten, vervuiling en verkeer. Ten opzichte van 2004 zijn er een aantal opvallende verschillen waar te nemen. In Noordbeemster ervaart men minder overlast van activiteiten. Gemiddeld blijft de totaalscore voor Beemster overigens wel gelijk op dit aspect. De verkeersoverlast is in Noordbeemster toegenomen. In 2004 scoorde de kern gemiddeld een 6,5, in 2006 is dit een 4,4! In Westbeemster daarentegen ervaart men minder overlast van het verkeer, de score is van een 6,3 opgelopen naar een gemiddelde van een 7,0. 3.4 Veiligheid 3.4.1 Inleiding Veiligheid is, mede door alle aandacht in de media, in de afgelopen jaren een belangrijk thema geworden. Ook voor de beleving van het woongenot is veiligheid steeds meer bepalend geworden. Veiligheid is een centraal element in de ervaring van de leefbaarheid van kernen. Gemeenten en corporaties reageren op de roep naar meer veiligheid door maatregelen te nemen die de veiligheid in de kern vergroten. Inbraakpreventie, onder andere door het aanbrengen van sloten en de verlichting van achterpaden en fietspaden, is hiervan een voorbeeld. In het Lemon-onderzoek is bewoners gevraagd naar hun oordeel over de criminaliteit in hun kern, het veiligheidsgevoel overdag en s avonds en de overlast die ze ervaren van het gedrag van anderen.

16 BEEMSTER 3.4.2 Criminaliteit Criminaliteit kan verschillende vormen aannemen. Van kleine vernielingen tot hinderlijk contact, bijvoorbeeld van rondhangende jongeren, tot diefstal en geweldpleging. Bewoners is gevraagd in hoeverre inbraak, diefstal, vernielingen en geweldpleging in de kern voorkomen. NB: Hoe hoger het cijfer, des te minder overlast men ervaart Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 8,4 8,1 Middenbeemster 7,8 7,8 hoogste score Noordbeemster 7,8 8,8 ruim voldoende Westbeemster 8,4 8,2 onvoldoende Totaal 8,1 8,0 laagste score Gemiddeld wordt criminaliteit in de gemeente Beemster beoordeeld met een 8,0. Landelijk is dit cijfer een 6,9. Alle kernen scoren ruim boven het landelijk gemiddelde. Opvallend is de score van Noordbeemster. Bewoners geven gemiddeld maar liefst een punt hoger. Hiermee geven ze aan minder overlast van criminalist te ervaren dan in 2004. De goede gemiddelde scores zijn natuurlijk ook terug te zien in de spreidingscijfers. Slechts 6% beoordeelt de criminaliteit met een onvoldoende. De meeste respondenten geven een 8 (30%) en maar liefst een vijfde (20%) geeft een 10 wat betekent dat deze mensen geen overlast van criminaliteit ervaren. 3.4.3 Veiligheidsgevoel Veiligheid een belangrijk thema: er wordt veel over gepraat en er wordt veel in geïnvesteerd. De bewoners hebben kunnen aangegeven in hoeverre ze zich veilig voelen in hun kern. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de veiligheid overdag en s avonds. Bij de beoordeling van de veiligheid is onder andere rekening gehouden met onoverzichtelijke plekken, rondhangende jongeren en plekken met een onprettige sfeer. De veiligheid overdag is in de verschillende kernen als volgt beoordeeld: NB: Hoe hoger het cijfer, des te minder overlast men ervaart Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 8,7 8,7 Middenbeemster 8,8 8,8 hoogste score Noordbeemster 8,5 8,7 ruim voldoende Westbeemster 8,8 8,7 onvoldoende Totaal 8,8 8,8 laagste score De veiligheid overdag wordt gemiddeld met een 8,8 gewaardeerd en dat is gelijk aan het cijfer in 2004. In de meeste Lemon-onderzoeken is geen onderscheid gemaakt tussen veiligheid overdag en s avonds. Er is dus geen goede vergelijking te maken met een landelijk cijfer. Het landelijk cijfer voor veiligheid in het algemeen lag in 2005 op een 7,3. Er zijn overigens geen grote verschillen waar te nemen ten opzichte van 2004. De

BEEMSTER 17 beoordeling voor de veiligheid s avonds is eveneens positief en kan als volgt worden weergegeven: Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 8,3 8,3 Middenbeemster 8,3 8,4 hoogste score Noordbeemster 8,5 8,3 ruim voldoende Westbeemster 8,5 8,4 onvoldoende Totaal 8,3 8,3 laagste score In bovenstaand tabel is opnieuw goed te zijn dat de verschillen ten opzichte van de meting in 2004 te verwaarlozen zijn. De veiligheid s avonds wordt net als in 2004 gemiddeld met een 8,3 gewaardeerd. Uit de spreidingscijfers blijkt dat er maar weinig bewoners een onvoldoende geven voor de veiligheid in hun kern. Slechts 1% van de bewoners geeft een onvoldoende voor de veiligheid overdag en 3% voor de veiligheid s avonds. Maar liefst 88% van de respondenten beoordeelt de veiligheid overdag met een 8 of hoger. Bij het aspect veiligheid s avonds is dit percentage (79%) lager maar nog altijd heel hoog. 3.4.4 Last van gedrag van anderen Overlast in de kern door rondhangende jongeren. Geluidsoverlast door klussende of schreeuwende buren. Het kan een inbreuk zijn op het woongenot. In het onderzoek is de respondenten gevraagd of ze last hebben van het gedrag van anderen. Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 8,0 8,2 Middenbeemster 7,6 7,5 hoogste score Noordbeemster 8,8 8,3 ruim voldoende Westbeemster 8,3 8,7 onvoldoende Totaal 7,9 7,9 laagste score In de gemeente Beemster wordt de overlast van anderen gemiddeld met een 7,9 beoordeeld. Dit is ruim boven landelijk gemiddelde in 2005 (6,7). Alle kernen scoren net als in 2004 een ruim voldoende en boven het landelijk gemiddelde. Middenbeemster behaalt met een 7,5 de laagste score binnen de gemeente. Opvallend is de achteruitgang ten opzichte van 2004 voor de kern Noordbeemster. Bewoners ervaren in 2006 meer overlast van personen. De bewoners van Westbeemster daarentegen zijn juist positiever en ervaren minder overlast. Een kwart (25%) van de respondenten beoordeelt de overlast van het gedrag van anderen met een 8. Opvallend is dat maar liefst 22% een 10 geeft, wat betekent dat ze helemaal geen overlast ervaren van andere personen. Een relatief klein percentage (11%) beoordeelt de overlast van personen met een onvoldoende. 3.4.5 Conclusies veiligheidsbeleving Beemster scoort op alle aspecten gemiddeld een ruime voldoende. Dit betekent dat bewoners weinig overlast ervaren van criminaliteit en gedrag van anderen en dat men-

18 BEEMSTER sen zich in het algemeen veilig voelen. Ten opzichte van 2004 zijn er echter drie opvallende verschillen. Noordbeemster scoort een punt hoger op het aspect criminaliteit wat betekent dat mensen (nog minder overlast ervaren) Noordbeemster scoort echter een half punt lager op overlast van gedrag van personen en bewoners geven daarmee aan juist meer overlast te ervaren van personen. De bewoners in Westbeemster daarentegen ervaren minder overlast van personen. De kern scoort een half punt hoger dan in 2004. 3.5 Totaaloordeel 3.5.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de antwoorden die de bewoners hebben gegeven over de leefbaarheid in hun kern, samengevat. Eerst wordt aandacht besteed aan het totaaloordeel van de bewoners over de leefbaarheid in hun kern. Verder wordt een overzicht gegeven van de scores die de bewoners per kern hebben gegeven voor alle leefbaarheidsvragen. Tot slot worden de opvallendste uitkomsten en aandachtspunten besproken. De verschillende leefbaarheidsthema s zijn reeds uitgewerkt in de voorgaande hoofdstukken. Een korte beschrijving van de sterke en zwakke punten per kern (kernprofiel) volgt in de laatste paragraaf. 3.5.2 Totaaloordeel Aan de bewoners is gevraagd om een totaaloordeel over hun kern te geven. Dit is het cijfer dat zij in algemene zin geven aan de leefbaarheid in hun kern. Kern 2004 2006 Zuidoostbeemster 7,8 7,9 Middenbeemster 7,7 7,7 hoogste score Noordbeemster 7,8 7,9 ruim voldoende Westbeemster 7,8 7,6 onvoldoende Totaal 7,8 7,7 laagste score Het totaaloordeel krijgt in Beemster een 7,7 gemiddeld en dat is hoger dan het landelijk gemiddelde (7,3). De bewoners geven met dit cijfer aan over het algemeen tevreden te zijn met de leefbaarheid in hun kern. Alle kernen scoren een ruime voldoende en dat betekent dat ze ook allemaal boven het landelijk gemiddelde scoren. Als we kijken naar de totstandkoming van de gemiddelden dan blijkt dat de meeste bewoners de woningen in de kern met een 8 (41%) beoordelen. Een vijfde (20%) van de respondenten geeft zelfs een 9 of een 10. Slechts 3% waardeert de woningen in de kern met een onvoldoende 3.6 Overzicht uitkomsten op de deelaspecten De volgende tabel toont de gemiddelde scores per kern voor alle leefbaarheidsvragen. De verschillende kleuren in de tabel laten zien welke aspecten in welke kernen hoog worden beoordeeld (groen) en welke laag (rood). Als er een onvoldoende gescoord is op een aspect, is het cijfer in oranje weergegeven.

BEEMSTER 19 Fysieke woonomgeving Sociale woonomgeving Ongenoegens Veiligheid Totaal oordeel Kwaliteit woningen Woonomgeving Speelvoorzieningen Groenvoorzieningen Voorzieningen algemeen Inkomensgroepen Etnische samenstelling Betrokkenheid Overlast activiteiten Vervuiling Verkeer Criminaliteit Veiligheid overdag Veiligheid avond Gedrag van anderen Zuidoostbeemster 7,9 7,6 7,2 6,2 7,5 6,5 7,4 7,0 7,1 8,8 7,5 5,7 8,1 8,7 8,3 8,2 Middenbeemster 7,7 7,5 7,3 6,9 7,5 7,0 7,3 6,7 6,9 8,6 7,1 7,0 7,8 8,8 8,4 7,5 Noordbeemster 7,9 7,7 7,1 5,4 7,3 6,0 7,7 6,8 7,1 9,2 8,3 4,4* 8,8 8,7 8,3 8,3 Westbeemster 7,6 7,1 6,8 4,5* 7,3 5,4* 7,1 5,6 7,2 8,7 7,7 7,0 8,2 8,7 8,4 8,7 Totaal 7,7 7,5 7,2 6,4 7,5 6,7 7,3 6,7 7,0 8,7 7,4 6,4 8,0 8,8 8,3 7,9 Landelijk 2005 7,3 7,2 6,6 6,0 6,4 6,8 6,7 6,4 6,4 7,9 6,1 6,2 6,9 6,7 ruim voldoende hoogste score laagste score * onvoldoende De bewoners geven een goede score voor het totaaloordeel van hun kern en daarmee geven ze aan over het geheel genomen tevreden te zijn met de leefbaarheid in hun kern. Op de deelaspecten is men iets kritischer, maar dat is bij alle Lemon-onderzoeken elders ook het geval: op deelsaspecten heeft men zonder meer wel wat aan te merken. Gemeentebreed zijn er een aantal opvallende hoge dan wel lage gemiddelde scores waarneembaar. De hoogste scores worden behaald op de thema s totaaloordeel, fysieke woonomgeving en veiligheid. Opvallend is dat alle aspecten binnen het thema veiligheid een ruime voldoende scoren. In totaal scoren zelfs acht aspecten een ruime voldoende. Over de speelvoorzieningen, voorzieningen algemeen, de etnische samenstelling en het verkeer is men wat minder tevreden. Deze aspecten scoren overigens nog allemaal een ruime zes. Inzoomend op kernniveau vallen vooral de minder goede scores in Westbeemster op. Op maar liefst negen aspecten (met name binnen het thema s fysieke en sociale woonomgeving) behaalt deze kern de laagste score binnen Beemster. Op de aspecten speelvoorzieningen en voorzieningen algemeen wordt een onvoldoende gescoord. Dit is een korte samenvatting op hoofdlijnen. In de volgende paragraaf wordt dieper ingegaan op de profielen van de verschillende kernen. 3.7 Kernprofielen 3.7.1 Inleiding In de voorgaande paragrafen is de leefbaarheid van Beemster uitgewerkt aan de hand van de vier thema s en het totaaloordeel. In deze laatste paragraaf wordt een korte beschrijving gegeven van de leefbaarheid per kern. De sterke, minder sterke en zwakke punten worden per kern beschreven. Daarbij wordt de score van de kern in 2006 afgezet tegen de scores in 2004, het gemiddelde van de gemeente in 2006 en het landelijk gemiddelde 2005. Dat geeft de oordelen perspectief. In de slotparagraaf worden de belangrijkste punten op kernniveau op een rijtje gezet. 3.7.2 Zuidoostbeemster In de volgende tabel is in één oogopslag te zien dat Zuidoostbeemster slechts op 1 aspect, namelijk verkeer, de laagste score behaalt in vergelijking met Zuidoostbeemster

20 BEEMSTER 2004, het gemeente cijfer en het landelijk cijfer 2005. Er kan dus geconcludeerd worden dat Zuidoostbeemster het goed doet. Dit is ook af te leiden uit de score voor totaaloordeel (7,9). Zuidoostbeemster scoort op dit aspect zelfs meer dan een half punt hoger dan het landelijke cijfer 2005. Er zijn echter nog een aantal opvallende uitkomsten. Zuidoostbeemster scoort net als in 2004 hoog op het aspect vervuiling. Ook op het gebied van criminaliteit scoort Zuidoostbeemster, ondanks een lichte achteruitgang ten opzichte van 2004, nog altijd ruim boven het landelijk gemiddelde. De overlast van het gedrag van anderen wordt met een 8,2 gemiddeld beoordeeld en dat is zelfs 1,5 punt boven het landelijk gemiddelde. Voor de hele gemeente Beemster geldt dat men weinig overlast ervaart van activiteiten en dit aspect wordt dan ook in elke kern ruim boven het landelijk gemiddelde beoordeeld. Fysieke woonomgeving Sociale woonomgeving Ongenoegens Veiligheid Totaal oordeel Kwaliteit woningen Woonomgeving Speelvoorzieningen Groenvoorzieningen Voorzieningen algemeen Inkomensgroepen Etnische samenstelling Betrokkenheid Omgang buurtbewoners Overlast activiteiten Vervuiling Verkeer Criminaliteit Veiligheid overdag Veiligheid avond Gedrag van anderen Zuidoostbeemster 2004 7,8 7,8 7,4 6,2 7,4 6,4 7,1 7,4 8,8 7,6 5,9 8,4 8,7 8,3 8,0 Zuidoostbeemster 2006 7,9 7,6 7,2 6,2 7,5 6,5 7,4 7,0 7,1 8,8 7,5 5,7 8,1 8,7 8,3 8,2 Beemster 7,7 7,5 7,5 7,2 6,4 7,5 7,3 6,7 7,0 8,7 7,4 6,4 8,0 8,8 8,3 7,9 Landelijk 2005 7,3 7,2 6,6 6,0 6,4 6,8 6,7 6,4 6,4 7,9 6,1 6,2 6,9 6,7 hoogste score ruim voldoende laagste score onvoldoende 3.7.3 Middenbeemster Middenbeemster behaalt een 7,7 op het totaaloordeel en dat is gelijk aan de score in 2004 en de gemeente Beemster maar ruim boven het landelijk gemiddelde. Middenbeemster haalt net als in 2004 op geen enkel aspect de laagste score. Opvallend is de hoge score (7,5) op de groenvoorzieningen. Dit cijfer ligt ruim boven het gemiddelde cijfer van de gemeente Beemster én het landelijk gemiddelde. Hetzelfde geldt voor het verkeer en de speelvoorzieningen. Beide aspecten scoren ruim boven het landelijke cijfer. Het cijfer voor de voorzieningen daarentegen blijft nog altijd achter bij de gemiddelde cijfers in de andere kernen. Binnen Beemster blijft Middenbeemster de enige kern die rond het landelijk gemiddelde scoort op dit aspect. Fysieke woonomgeving Sociale woonomgeving Ongenoegens Veiligheid Totaal oordeel Kwaliteit woningen Woonomgeving Speelvoorzieningen Groenvoorzieningen Voorzieningen algemeen Inkomensgroepen Etnische samenstelling Betrokkenheid Omgang buurtbewoners Overlast activiteiten Vervuiling Verkeer Criminaliteit Veiligheid overdag Veiligheid avond Gedrag van anderen Middenbeemster 2004 7,7 7,6 7,5 6,9 7,6 6,9 6,9 7,5 8,6 6,9 7,4 7,8 8,8 8,3 7,6 Middenbeemster 2006 7,7 7,5 7,3 6,9 7,5 7,0 7,3 6,7 6,9 8,6 7,1 7,0 7,8 8,8 8,4 7,5 Beemster 7,7 7,5 7,5 7,2 6,4 7,5 7,3 6,7 7,0 8,7 7,4 6,4 8,0 8,8 8,3 7,9 Landelijk 2005 7,3 7,2 6,6 6,0 6,4 6,8 6,7 6,4 6,4 7,9 6,1 6,2 6,9 6,7 hoogste score ruim voldoende laagste score onvoldoende 3.7.4 Noordbeemster In onderstaande tabel is goed te zien dat de respondenten van deze kern op maar liefs 8 aspecten gemiddeld de hoogste score geven in vergelijking met de scores in 2004, de

BEEMSTER 21 score voor de gemeente Beemster en de landelijke cijfers 2005. Noordbeemster doet het voornamelijk goed op de thema s sociale woonomgeving en ongenoegens. Net als in 2004 ervaren bewoners weinig overlast van activiteiten en vervuiling. Het gemiddelde cijfer voor het verkeer daarentegen is drastisch gedaald, van een 8,2 naar een 4,4! Het aspect overlast van criminaliteit scoort opvallend hoog ten opzichte van zowel het landelijk gemiddelde, maar ook ten opzichte van het gemeentelijke gemiddelde. Naast het aspect zijn er ook nog andere aandachtspunten te noteren. De aspecten speelvoorzieningen en voorzieningen algemeen scoren net als in 2004 beide ruim beneden het cijfer van de gemeente en het landelijke cijfer. Fysieke woonomgeving Sociale woonomgeving Ongenoegens Veiligheid Totaal oordeel Kwaliteit woningen Woonomgeving Speelvoorzieningen Groenvoorzieningen Voorzieningen algemeen Inkomensgroepen Etnische samenstelling Betrokkenheid Omgang buurtbewoners Overlast activiteiten Vervuiling Verkeer Criminaliteit Veiligheid overdag Veiligheid avond Gedrag van anderen Noordbeemster 2004 7,8 7,5 7,2 5,6 7,6 6,0 7,2 7,2 8,7 6,5 8,2 7,8 8,5 8,5 8,8 Noordbeemster 2006 7,9 7,7 7,1 5,4* 7,3 6,0 7,7 6,8 7,1 9,2 8,3 4,4* 8,8 8,7 8,3 8,3 Beemster 7,7 7,5 7,5 7,2 6,4 7,5 7,3 6,7 7,0 8,7 7,4 6,4 8,0 8,8 8,3 7,9 Landelijk 2005 7,3 7,2 6,6 6,0 6,4 6,8 6,7 6,4 6,4 7,9 6,1 6,2 6,9 6,7 hoogste score ruim voldoende laagste score onvoldoende NB: De resultaten van Noordbeemster zijn gebaseerd op het oordeel van 22 respondenten. Hiermee moet rekening worden gehouden bij de interpretatie van de cijfers. 3.7.5 Westbeemster De kern Westbeemster is de minst scorende kern binnen de gemeente Beemster maar dit wil niet zeggen dat de kern het ook slecht doet. Gemiddeld scoort Westbeemster een ruim voldoende (7,6) op het totaaloordeel en dat is ruim boven het landelijk gemiddelde 2005. Westbeemster heeft een aantal aandachtspunten binnen het thema fysieke woonomgeving. De kern behaalt net als in 2004 een onvoldoende op de aspecten speelvoorzieningen en voorzieningen algemeen. De gemiddelde cijfers liggen ruim beneden het gemeentecijfer en zijn ruim een punt lager dan de landelijke cijfers in 2005. Westbeemster scoort op het aspect woonomgeving weliswaar nog boven het landelijk gemiddelde maar scoort ver beneden de andere kernen in Beemster. Ook op het aspect etnische samenstelling scoort Westbeemster ruim onder het gemeenteniveau. De score voor vervuiling daarentegen is opvallend hoog: bewoners ondervinden weinig overlast van vervuiling in vergelijking met de gemeente én met andere gemeentes in Nederland (2005).

22 BEEMSTER Fysieke woonomgeving Sociale woonomgeving Ongenoegens Veiligheid Totaal oordeel Kwaliteit woningen Woonomgeving Speelvoorzieningen Groenvoorzieningen Voorzieningen algemeen Inkomensgroepen Etnische samenstelling Betrokkenheid Omgang buurtbewoners Overlast activiteiten Vervuiling Verkeer Criminaliteit Veiligheid overdag Veiligheid avond Gedrag van anderen Westbeemster 2004 7,8 7,6 7,1 4,5* 7,2 5,1* 7,3 7,1 8,8 6,3 8,2 8,4 8,8 8,5 8,3 Westbeemster 2006 7,6 7,1 6,8 4,5* 7,3 5,4* 7,1 5,6 7,2 8,7 7,7 7,0 8,2 8,7 8,4 8,7 Beemster 7,7 7,5 7,5 7,2 6,4 7,5 7,3 6,7 7,0 8,7 7,4 6,4 8,0 8,8 8,3 7,9 Landelijk 2005 7,3 7,2 6,6 6,0 6,4 6,8 6,7 6,4 6,4 7,9 6,1 6,2 6,9 6,7 hoogste score ruim voldoende laagste score onvoldoende NB: De resultaten van Westbeemster zijn gebaseerd op het oordeel van 27 respondenten. Hiermee moet rekening worden gehouden bij de interpretatie van de cijfers. 3.8 Samenvatting aandachtspunten Dit Lemon-onderzoek leent zich in alle aspecten voor een aanpak op kernniveau. Wat is er aan de hand? Worden de resultaten uit de enquête herkend? Hoe moeten we problemen echt betekenis geven als we met de kernen en de kleine kernen in gesprek gaan? Waar kan eventueel op worden ingegrepen? Wat kunnen de mensen binnen de kern zelf oplossen? Dat ligt allemaal in het vervolg van deze rapportage op basis van schriftelijke enquêtes. Er is een aantal opvallende punten gesignaleerd. In deze paragraaf nog even een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten. In dit overzicht zijn alle waarderingen met een zes of lager opgenomen. Uit bovenstaande tabel is af te lezen dat gemeentebreed voorzieningen, verkeer en speelvoorzieningen als aandachtspunten gelden. Kern Onderwerp Westbeemster Voorzieningen 5,4 Speelvoorzieningen 4,5 Zuidoostbeemster Verkeer 5,7 Noordbeemster Speelvoorzieningen 5,4 Verkeer 4,4

EDAM 23 4 Edam

24 EDAM 4.1 Fysieke woonomgeving 4.1.1 Inleiding De fysieke woonomgeving betreft de gebouwde omgeving van de buurten binnen Edam. Binnen het thema fysieke woonomgeving worden zes leefbaarheidsaspecten onderscheiden: de kwaliteit van de eigen woningen en de woningen in de buurt, de kwaliteit van de woonomgeving, de groen- en speelvoorzieningen en het voorzieningenniveau als het gaat om winkels, scholen en zorg. Een buurt met goede woningen, hoogwaardig groen, voldoende speelvoorzieningen en een passend voorzieningenaanbod zal bij de bewoners naar verwachting een hoger oordeel krijgen voor de fysieke woonomgeving dan een buurt die deze kenmerken niet bezit. 4.1.2 Kwaliteit eigen woning Aan de bewoners is gevraagd een rapportcijfer voor de kwaliteit van hun eigen woning te geven. Daarbij gaat het om de algemene staat van onderhoud en de geschiktheid van de eigen woning. Buurt 2006 Singelwijk 7,2 Industriegebied 7,6 Molenbuurt 7,5 Hoogste score Zuid 8,1 Ruim voldoende Oudekom 7,6 Laagste score Totaal 7,6 Onvoldoende Gemiddeld geven de bewoners van Edam, net als in 2004, een ruime voldoende (7,6) voor de kwaliteit van de eigen woning. Dit is vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland in 2005, dat was een 7,5 gemiddeld. Dat niet iedereen helemaal tevreden is blijkt uit verschillende opmerkingen van bewoners uit de Singelwijk en Molenbuurt, zoals: Kwaliteit van de woning kan beter. Wooncompagnie beloofd veel maar doet niets. Als je wat nodig hebt krijg je het niet terwijl je zelf veel huur betaald. Mag de Wooncompagnie hier tegenover wel wat doen. Als gekeken wordt naar de totstandkoming van de gemiddelden dan blijkt dat de meeste bewoners de kwaliteit van hun woning met een 7 (24%) of met een 8 (39%) waarderen.

EDAM 25 4.1.3 Woningen Aan de bewoners is gevraagd een rapportcijfer voor de kwaliteit van de woningen in de buurt te geven. Daarbij gaat het niet om de geschiktheid van de eigen woning, maar om de aantrekkelijkheid, de uitstraling en staat van onderhoud van de woningen. Buurt 2004 2006 Singelwijk 7,1 Industriegebied 8,1 Molenbuurt 7,2 Hoogste score Zuid 7,7 Ruim voldoende Oudekom 7,7 Laagste score Totaal 7,6 7,5 Onvoldoende De bewoners in de gemeente Edam geven gemiddeld een 7,5 voor de kwaliteit van de woningen. In vergelijking met het landelijk gemiddelde in 2005 (7,2) is dit hoger. Het Industriegebied behaalt de hoogste score (8,1) en de Singelwijk (7,1) de laagste score. Alle cijfers voor de kwaliteit van de woningen zijn dus boven de 7, waarvan 3 scores zelfs een ruim voldoende zijn. In vergelijking met de vorige meting is het totaalcijfer van Edam (7,6) vergelijkbaar. De kwaliteit van de woningen wordt door de meeste respondenten met een 7 (31%) of een 8 (43%) beoordeeld. 4.1.4 Woonomgeving De bewoners is gevraagd naar hun mening over de woonomgeving. Hierbij moet gedacht worden aan de tevredenheid over, en de bruikbaarheid van de openbare ruimte. De bestrating, het straatmeubilair en de vormgeving van pleintjes bepalen onder andere hoe mensen de woonomgeving beleven. Buurt 2004 2006 Singelwijk 6,7 Industriegebied 6,8 Molenbuurt 6,8 Hoogste score Zuid 7,2 Ruim voldoende Oudekom 6,7 Laagste score Totaal 6,9 6,8 Onvoldoende De gemeente Edam krijgt gemiddeld een 6,8 voor de kwaliteit van de woonomgeving. Dit is boven het landelijk gemiddelde in 2005 (6,6) en vergelijkbaar met het cijfer dat in 2004 (6,9) door de Edammers werd gegeven. De buurten Singelwijk en Oudekom (beide een 6,7) scoren het laagst. De buurt Zuid scoort met een 7,2 het hoogst. Voor alle buurten geldt dat er met name opmerkingen worden gemaakt over de bestrating. Bewoners uit Zuid schrijven: De bestrating o.a. trottoir is zeer tot zeer slecht. Tegels scheef of weg of smerig, en Bestrating mag wel eens worden vernieuwd en opgehoogd.