gemeente Eindhoven Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) 2015-2018

Vergelijkbare documenten
Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

GRP Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Programma Water en klimaatveranderingen

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

De Veranderende Zorgplicht

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water- en Rioleringsplan

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Basisopleiding Riolering Module 1

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

Voorstel voor de Raad

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

2. Afkoppelen en vasthouden van regenwater Van regenton naar tuinbeek naar vijver of poel 11

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Notitie. 1. Beleidskader Water

Van Waterplan naar Watervisie

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

F. Buijserd burgemeester

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

Informatieavond Bouwkavels Molenbeek

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

TOETSING VERBREED GRP

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over riooloverstorten.

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Kostendekkingsplan Water & Riolering

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

: Watertoets Den Omgang

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

CVDR. Nr. CVDR305377_1

Bijlage 7. Wetgeving en Beleid

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen. Inhoud

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

Beslisdocument college van Peel en Maas

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

Nieuwe riolering in uw straat

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015

Wetstechnische informatie

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

17 mei Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Wetstechnische informatie

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Afkoppelen hemelwater. Oude Pastoriebuurt. Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw.

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Ontwerp GRP

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

Wetstechnische informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

MPGAD

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Voorstel aan de raad. Kenmerk Vergaderdatum 9 juni Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht

BOAS-overeenkomst Glanerbrug. Definitief

agendapunt 3.b.3 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden VOORTGANG AFRONDING JUIST (NU) AANSLUITEN Datum 7 januari 2014

Raadsvoorstel 144. Gemeenteraad. Vergadering 4 december Onderwerp

Transcriptie:

gemeente Eindhoven Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) 2015-2018 Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Groen en Water Juli 2014

Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2015-2018 - Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Groen en Water Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Groen en Water Datum Dit Gemeentelijk Rioleringpslan 2015-2018 is vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeente Eindhoven op gemeente Eindhoven

Juli 2014 Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2015-2018 - Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Groen en Water Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Doelstelling 7 1.3 Doelgroep 8 1.4 Geldigheidsduur 8 1.5 Besluitvormingsproces 8 1.6 Leeswijzer 9 2 Riolering en Water in Eindhoven 10 2.1 Algemeen 10 2.2 Riolering 11 2.3 Water 12 2.3.1 Oppervlaktewater 12 2.3.2 Grondwater 14 3 Wettelijk kader en beleid overheden 15 3.1 Algemeen 15 3.2 Wettelijk kader 15 3.2.1 Wet Milieubeheer 15 3.2.2 Waterwet: 16 3.2.3 Gemeentewet 16 3.3 Beleid overheden 17 3.3.1 Europese kaderrichtlijn Water 17 3.3.2 Nationaal Bestuursakkoord Water 17 3.3.3 Deltaprogramma 17 3.3.4 Provinciaal Waterplan 18 3.3.5 Waterbeheerplan waterschap De Dommel 18 3.3.6 gemeente Eindhoven 19 4 Evaluatie GRP 2011-2014 20 4.1 Algemeen 20 4.2 Doelstelling 20 4.3 Activiteiten 21 4.4 Middelen 25 4.5 Samenvatting evaluatie 26 5 Streefbeeld en ambitie 29 5.1 Algemeen 29 5.2 Functioneren riolering 29 5.2.1 Zorgplicht afvalwater 29 5.2.2 Zorgplicht hemelwater 30 gemeente Eindhoven 3

5.2.3 Bescherming milieu 34 5.2.4 In stand houden riolering 35 5.3 Een beheersbaar grondwatersysteem 37 5.3.1 Grondwaterzorgplicht gemeente 37 5.3.2 Bronneringen 40 5.4 Structuur van oppervlaktewater 40 5.5 Ontwikkelingen 42 6 Toetsing aan streefbeeld 45 6.1 Algemeen 45 6.2 Functioneren van de riolering 45 6.2.1 Zorgplicht afvalwater 45 6.2.2 Zorgplicht Hemelwater 45 6.2.3 Bescherming milieu 50 6.2.4 In stand houden riolering 52 6.3 Een beheersbaar grondwatersysteem 54 6.3.1 Taak en rol gemeente inzake grondwaterzorgplicht 55 6.3.2 Taak en rol derden inzake grondwater zorgplicht 55 6.3.3 Bronneringen 57 6.4 Structuur van oppervlaktewater 57 7 Maatregelen 59 7.1 Algemeen 59 7.2 Strategie 59 7.3 Investeringsmaatregelen 60 7.3.1 Zorgplicht afvalwater 60 7.3.2 Zorgplicht hemelwater 60 7.3.3 Bescherming milieu 61 7.3.4 In stand houden riolering 62 7.3.5 Grondwaterzorgplicht 63 7.3.6 Structuur oppervlaktewater 63 7.3.7 Ontwikkelingen 64 7.4 Exploitatiemaatregelen 64 8 Kostendekkingsplan 66 8.1 Kosten 66 8.1.1 Algemeen 66 8.1.2 Investeringen 66 8.1.3 Exploitatie 67 8.2 Rioolheffing 68 8.3 Kostendekking 69 8.3.1 Uitgangspunten en randvoorwaarden 69 8.3.2 Dekking 70 4 gemeente Eindhoven

Lijst met afkortingen...72 Literatuurlijst...73 Bijlagen en Kaarten...74 gemeente Eindhoven 5

6 gemeente Eindhoven

1 Inleiding 1.1 Aanleiding Reden om een nieuw Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) vast te stellen, is dat het huidige GRP 2011-2014, eind 2014 afloopt. De gemeente Eindhoven heeft op basis van de Wet Milieubeheer de verplichting om voor een daarbij vast te stellen periode een GRP vast te stellen. Volgens de wetgeving heeft de gemeente drie zorgplichten te weten: - zorgplicht voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater (art. 10.33 Wet Milieubeheer); - zorgplicht voor afvloeiend hemelwater (art. 3.5 Waterwet); - zorgplicht voor het in openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemmingen zoveel mogelijk te voorkomen of beperken (art. 3.6 Waterwet). In de Gemeentewet is geregeld dat de gemeente onder de naam rioolheffing een belasting kan heffen ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de uitvoering van deze drie zorgplichten. Sinds de verbreding van de gemeentelijke watertaken met de hemelwater- en grondwaterzorgplicht wordt ook wel gesproken over een verbreed GRP (VGRP). Met het vaststellen van het GRP geeft de gemeente invulling aan de gemeentelijke watertaken. Het GRP is het (technisch en financieel) kader bij de uitvoering van deze taken en de basis voor het afleggen van verantwoording. 1.2 Doelstelling Door de aanleg van riolering leven we langer, houden we droge voeten, beschermen we het milieu en leveren we een bijdrage aan een betere leefomgeving. Zonder het riool zou de stad niet op de huidige wijze kunnen functioneren. Dit betekent dat het goed vervullen van de (verbrede) rioleringszorg geen vrijblijvendheid is. Met het vaststellen van het GRP geeft de gemeente invulling aan de gemeentelijke zorgplichten. Het plan bevat: a) een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor: de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b) een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a ; c) een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; d) de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; gemeente Eindhoven 7

e) een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 1.3 Doelgroep Het GRP verwoordt de ambities en bijbehorende maatregelen en middelen op watergebied. Hiervoor stelt de gemeenteraad het GRP vast, waarin de invulling van de gemeentelijke zorgplichten voor de inzameling en transport van afvalwater, het omgaan met hemelwater en het voorkomen van grondwateroverlast wordt beschreven. 1.4 Geldigheidsduur Voor het GRP wordt een vastgestelde geldigheidstermijn vereist waarvan de lengte niet wettelijk vastligt. In Eindhoven is het gebruikelijk om een geldigheidstermijn (de plantermijn) te koppelen aan een bestuursperiode van 4 jaar. Dit GRP heeft een geldigheidstermijn van 2015 tot en met 2018. Gezien de investeringen van de wateropgaven wordt in het GRP wel verder gekeken dan de bestuursperiode van 4 jaar. 1.5 Besluitvormingsproces Bij de voorbereiding van het plan is conform de wettelijke voorgeschreven procedure overleg gevoerd met: a. de provincie Noord-Brabant b. waterschap De Dommel als de beheerder van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd, en beheerder van de oppervlaktewateren waarop het ingezamelde water wordt geloosd. Het concept plan is voor reactie toegezonden aan het waterschap en provincie, gevolgd door het verwerken van de reacties. Na vaststelling van dit plan door de gemeenteraad doen burgemeester en wethouders hiervan mededeling door toezending van het plan aan: - Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord Brabant - Waterschap De Dommel - Minister van I&M Burgemeester en wethouders maken de vaststelling bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze kennis kan worden gekregen van de inhoud van het plan. Verder zal het GRP op de website van de gemeente beschikbaar komen. Gedeputeerde staten kunnen, nadat burgemeester en wethouders in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen, aan de gemeenteraad aanwijzingen geven omtrent de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. Bij een aanwijzing wordt een termijn gesteld, binnen welke het plan in overeenstemming met de aanwijzing moet zijn gebracht. 8 gemeente Eindhoven

1.6 Leeswijzer In de voorgaande paragrafen zijn de aanleiding, doelstelling, doelgroep, geldigheidstermijn en besluitvormingsproces behandeld. Hoofdstuk 2 beschrijft de huidige situatie van riolering en water in Eindhoven. Hoofdstuk 3 beschrijft het wettelijk kader en het beleid van overheden. Hoofdstuk 4 beschrijft de evaluatie van het GRP 2011-2014. Hoofdstuk 5 beschrijft het streefbeeld en de ambitie van de gemeente Eindhoven. Hoofdstuk 6 toetst de huidige situatie aan het streefbeeld. Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van de maatregelen weer die noodzakelijk zijn om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te komen. Hoofdstuk 8 het kostendekkingsplan geeft weer hoe de maatregelen worden gefinancierd en tot welke rioolheffing dit de komende jaren leidt. gemeente Eindhoven 9

2 Riolering en Water in Eindhoven 2.1 Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft de huidige situatie van riolering en water in Eindhoven. Het waterbeheer is verdeeld over de gemeente, Brabant Water, de provincie en het waterschap. De gemeente Eindhoven heeft de zorg voor de riolering, een aantal stedelijke oppervlaktewateren en het Eindhovens- en het Beatrixkanaal. Daarnaast heeft de gemeente een grondwaterzorg en hemelwaterzorg. Brabant Water is verantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening. De provincie verleent vergunningen voor grondwateronttrekkingen ten behoeve van de bereiding van drinkwater, bodemenergiesystemen en industriële toepassingen van meer dan 150.000 kubieke meter per jaar. Het is een taak van het waterschap om het afvalwater te zuiveren, het oppervlaktewater te beheren alsmede de vergunningverlening voor de overige grondwateronttrekkingen. De activiteiten van de vier waterpartijen kennen dus een grote onderlinge afhankelijkheid. Een goede onderlinge samenwerking is dus essentieel. De gemeentelijke watertaken (afvalwater, grondwater en hemelwater) hebben zowel betrekking op de waterketen als op het watersysteem. Beide begrippen worden hieronder toegelicht. Waterketen De waterketen is het geheel van diensten aan huishoudens en bedrijven dat te maken heeft met het gebruik en het afvoeren van water. De waterketen omvat het zuiveren en leveren van drinkwater, het inzamelen van afvalwater en het afvoeren daarvan via de riolering (samen met het overtollige hemelwater) en het transporteren en zuiveren van stedelijk afvalwater. De waterketen is ontwikkeld om de volksgezondheid te bevorderen en het milieu te beschermen en draagt bij aan het voorkomen van wateroverlast. In de waterketen zijn naast de gemeente (riolering), Brabant Water (drinkwater), de provincie Noord-Brabant (vergunning voor grondwateronttrekking voor drinkwater) en het waterschap De Dommel (zuiveren afvalwater) betrokken. Watersysteem Het samenhangend geheel van grond- en oppervlaktewater, inclusief waterbodem, oevers, infrastructuur, planten en dieren noemen we het watersysteem. De waterketen heeft nauwe interacties met het watersysteem. Zo zijn de drinkwaterbedrijven bij het produceren van drinkwater in sterke mate afhankelijk van een goede kwaliteit van het beschikbare grond- en oppervlaktewater. Daarnaast wordt een groot deel van het overtollige hemelwater -en soms ook grondwater- samen met het afvalwater afgevoerd via de riolering. Tenslotte vinden overstortingen uit het rioolsysteem en lozingen uit afvalwaterzuiveringsinstallaties naar het oppervlaktewater plaats. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt eisen aan de waterkwaliteit. De waterketen kan bijdragen aan de verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit door emissies (uitstoot van stoffen) te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld door maatregelen aan de rioolwaterzuivering, of door minder hemelwater via de riolering af te voeren zodat er minder riooloverstorten optreden. Het anders omgaan met hemelwater biedt ook mogelijkheden om 10 gemeente Eindhoven

invulling te geven aan de afspraken uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), dat via de voorkeursvolgorde vasthouden-bergen-afvoeren wil bereiken dat het oppervlaktewater voorbereid is op de toekomst. Het verbeteren van de waterkwaliteit en het vasthouden en bergen van water biedt kansen bij het inrichten van de leefomgeving. Maatregelen op straat of in de openbare ruimte kunnen bijdragen aan het voorkomen van wateroverlast. 2.2 Riolering Een overzicht van het rioleringssyteem in Eindhoven is achterin dit plan opgenomen (zie kaart 1) en is hieronder verkleind weergegeven. De gemeente is eigenaar en beheerder van het riool. Het rioolstelsel van Eindhoven is grotendeels een gemengd stelsel. Dat is een stelsel waarbij het regenwater gezamenlijk met het afvalwater in één riool wordt ingezameld en afgevoerd. Omdat het rioolstelsel maar een beperkte hoeveelheid regenwater kan verwerken, kan bij hevige neerslag water op straat optreden. Daarnaast kan bij langdurige en hevige regenval het gemengde rioolstelsel overlopen naar oppervlaktewater via overstorten (een soort nooduitlaten) en zo het oppervlaktewater vervuilen. In Eindhoven zijn er 30 gemengde overstorten. Hiervan lozen er 23 op de Dommel, 1 op de Tongelreep, 5 op het Afwateringskanaal / Beatrixkanaal en 1 loost op de vijver in Gijzenrooi. In de praktijk werken deze overstorten, afhankelijk van de locatie, ca. 1 tot 10 maal per jaar. Een aantal gebieden heeft een gescheiden rioolstelsel. Hier wordt het afval- en regenwater gescheiden ingezameld en afgevoerd. Het hemelwater wordt via regenwateruitlaten meestal geloosd op oppervlaktewater en soms geïnfiltreerd in de bodem. Vanwege de bodemopbouw in Eindhoven is infiltratie bijna nergens goed uitvoerbaar. De gescheiden rioolstelsels hebben niet het nadeel van de gemeente Eindhoven 11

gemengde rioolstelsels dat bij veel neerslag verdund afvalwater in oppervlaktewater wordt geloosd. Wel is het van belang te voorkomen dat er verkeerde aansluitingen (afvalwaterlozing op een regenwaterriool of andersom) plaatsvinden. In Eindhoven zijn (nagenoeg) alle woningen en bedrijven aangesloten op de riolering. De panden in het buitengebied zijn veelal met gemaaltjes (pompunits) en pers- of vacuümleidingen aangesloten op het vrijverval riool in de bebouwde kom. Al het rioolwater wordt afgevoerd naar de rioolwater-zuiveringsinstallatie van het waterschap De Dommel aan de Van Oldenbarneveltlaan. Na zuivering van het rioolwater wordt het effluent (gezuiverd rioolwater) geloosd in de Dommel. Kengetallen riolering Eindhoven 2013 Lengte riolen gemengd Lengte riolen gescheiden Gemiddelde leeftijd riool Lengte regenwaterinfiltratieriool Lengte drainageleidingen Lengte persleidingen Lengte mechanische riolering (pers-, vacuümleiding) Aantal tussengemalen vrijverval-stelsel Aantal pompunits mechanische riolering Aantal rioolkolken Aantal inwoners 2012 Aantal woningen (CBS 2012) Aantal bedrijfsaansluitingen (CBS 2012) Totaal landoppervlak Verhard oppervlak gemengd riool (2014) Verhard oppervlak (verbeterd) gescheiden riool (2014) Aantal gemengde riooloverstorten 796 km 442 km 32 jaar 35 km 65 km 12 km 29 km 74 65 81.250 stuks 217.225 98.553 7.239 8888 ha. 1730 ha. 680 ha.(incl Meerhoven) 30 2.3 Water Er zijn 5 soorten water te onderscheiden: drinkwater, afvalwater, regenwater, oppervlaktewater en grondwater. Drinkwater wordt in Eindhoven geleverd door waterleidingbedrijf Brabant Water. De wijze waarop wordt omgegaan met het afvalwater en regenwater is beschreven in de vorige paragraaf. Hieronder wordt op hoofdlijnen het oppervlaktewater en het grondwater in Eindhoven toegelicht. 2.3.1 Oppervlaktewater Een overzicht van het oppervlaktewater is achterin dit plan opgenomen (zie kaart 2) en is hieronder verkleind weergegeven. 12 gemeente Eindhoven

Het oppervlaktewater zorgt voor de afvoer van het overtollig grond- en regenwater. De afvoer van het overtollig regenwater van het verharde oppervlak geschiedt in eerste instantie veelal via de riolering. De Dommel is het bekendste oppervlaktewater. De Dommel en andere oppervlaktewateren met een belangrijke waterhuishoudkundige functie (o.a. Tongelreep, Kleine Dommel, Ekkersrijt, Grote Beek) zijn in onderhoud bij het waterschap De Dommel. De gemeente is onderhoudsplichtig voor een aantal andere oppervlaktewateren waaronder: - Vijvers in het Stadswandelpark - Karpendonkse plas - Jan van Eyckgracht - Vijver in Bonifaciuspark - Vijvers Gijzenrooi (nabij Puttensedreef en Rijsven) - Oude Gracht - Gender vanaf Afwateringskanaal tot Limburglaan - Gendervijver in het park Engelsbergen - Vijver Henri Dunantpark - Hendrik de Keijzer vijver - Vijver nabij de Vliststraat (Acht) - Kleine plas Hanevoet (Ooievaarsnest) - Vijvers Stadskwekerij - Waterpartij in Meerhoven Daarnaast zijn de wadi s (groene laagten in het terrein voor de tijdelijke opvang van regenwater) in Meerhoven en veel kleine greppels en sloten langs wegen, in onderhoud bij de gemeenten. gemeente Eindhoven 13

In Eindhoven zijn drie kanalen aanwezig. Het Beatrixkanaal is in eigendom en onderhoud bij de gemeente die tevens nautisch (scheepvaart) beheerder is. Het Eindhovensch kanaal (tot aan de Zuid Willemsvaart in Helmond) is eveneens in eigendom en in onderhoud bij de gemeente. Dit kanaal wordt niet meer voor de scheepvaart gebruikt. Beide kanalen worden wel gebruikt door roeiers en kanovaarders. Het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer van het water in beide kanalen berust bij waterschap De Dommel en voor het oostelijk deel van het Eindhovensch Kanaal bij waterschap Aa en Maas. Het Afwateringskanaal vormt de verbinding tussen Dommel en Beatrixkanaal. Dit kanaal is in eigendom en onderhoud bij het waterschap. Het dient voor het reguleren van de (piek)afvoer van de Dommel door de stad. 2.3.2 Grondwater Eindhoven heeft veel gebieden die gevoelig zijn voor grondwateroverlast. Een wijziging in bijvoorbeeld grondwateronttrekking of een hevige langdurige neerslagperiode in het winterhalfjaar is voldoende om in een deel van Eindhoven al dan niet plaatselijk, problemen te veroorzaken. De topografie en bodemopbouw van Eindhoven dragen bij aan het probleem. Vooral in de na-oorlogse periode is gebouwd op grond die minder geschikt is voor bebouwing. Daarbij zijn veel (kleinere) watergangen en andere af- en ontwateringsvoorzieningen, tijdens het bouwrijp maken van deze gebieden, verdwenen. Sinds midden jaren tachtig is geleidelijk een forse afname van de grondwateronttrekkingen in Eindhoven opgetreden. Deze verminderde industriële grondwateronttrekkingen hebben bijgedragen aan een soms aanzienlijke stijging van de grondwaterstanden, met name in het zuidelijk deel van Eindhoven. De oppervlaktewaterpeilen in Eindhoven beïnvloeden, in zijn algemeenheid, slechts in zeer beperkte mate de grondwaterstanden. De grondwaterstand in Eindhoven wordt in hoofdzaak bepaald door de opbouw van de bodem en de neerslag en verdamping. De grondwaterstanden zijn aan het einde van de zomer het laagst en het hoogst in het voorjaar, zoals te zien in onderstaande figuur. Voorbeeld grondwaterstandfluctuaties in de tijd 14 gemeente Eindhoven

3 Wettelijk kader en beleid overheden 3.1 Algemeen De Wet Milieubeheer is voor de rioleringszorg de belangrijkste wet omdat daarin de gemeentelijke zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater alsmede de verplichting tot het opstellen van een GRP is opgenomen. Daarnaast stelt de Waterwet verplichtingen voor de gemeente met betrekking tot de gemeentelijke zorgplichten voor hemelwater en grondwater. In de Gemeentewet is geregeld dat de gemeente onder de naam rioolheffing een belasting kan heffen ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan de uitvoering van deze drie zorgplichten. Naast de wetgeving is een aantal beleidsstukken van andere overheden en gemeente Eindhoven relevant en van invloed op het in dit GRP te verwoorden beleid. Te noemen zijn de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), het Bestuursakkoord Water, het provinciaal Waterplan, het waterbeheerplan van Waterschap De Dommel en het Waterplan Eindhoven. Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de belangrijkste wetgeving en overheidsbeleid die van invloed zijn op het GRP. In bijlage 1 is een uitgebreide toelichting opgenomen over het wettelijk kader en beleid overheden. 3.2 Wettelijk kader 3.2.1 Wet Milieubeheer In de Wet milieubeheer is de zorgplicht voor stedelijk afvalwater (artikel 10.33) geregeld. Hierin is opgenomen: 1. De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet. 2. In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een inrichting als bedoeld in het eerste lid kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen in beheer bij een gemeente, waterschap of een rechtspersoon die door een gemeente of waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt. Daarnaast geeft de Wet milieubeheer de gemeente de mogelijkheid om een hemel- en grondwaterverordening (Artikel 10.32a) vast te stellen. Dit houdt in dat de gemeenteraad bij verordening kan bepalen dat: a. bij het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, wordt voldaan aan de in die verordening gestelde regels, en b. het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater binnen een in die verordening aangegeven termijn wordt beëindigd. gemeente Eindhoven 15

Van de mogelijkheid, bedoeld onder b, wordt geen gebruik gemaakt, indien van degene bij wie afvloeiend hemelwater of grondwater vrijkomt redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van dat water kan worden gevergd. 3.2.2 Waterwet: In de Waterwet is de gemeentelijke zorgplicht voor hemelwater en grondwater opgenomen alsmede het doelmatig samenwerken tussen overheden. Voor de zorgplicht hemelwater (Artikel 3.5) is opgenomen: 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. 2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. Voor de zorgplicht grondwater (Artikel 3.6) is opgenomen: 1. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. Over doelmatig samenwerken (artikel 3.8) is opgenomen: dat waterschappen en gemeenten zorg dragen voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden waaronder het zelfstandige beheer van inname, inzameling en zuivering van afvalwater. 3.2.3 Gemeentewet In de Gemeentewet (art. 228a) is opgenomen: 1. Onder de naam rioolheffing kan een belasting worden geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. 2 Ter zake van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, kunnen twee afzonderlijke belastingen worden geheven. 16 gemeente Eindhoven

3 Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de omzetbelasting die als gevolg van de Wet op het BTW-compensatiefonds recht geeft op een bijdrage uit dat fonds. 3.3 Beleid overheden 3.3.1 Europese kaderrichtlijn Water De Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft als doel het realiseren van een goede kwalitatieve (ecologische, chemische) toestand van het oppervlakte- en grondwater, bij voorkeur in 2015 doch uiterlijk in 2027. Nederland is hiervoor opgedeeld in 4 stroomgebieden, Eindhoven valt in het stroomgebied van de Maas. Voor elk stroomgebied is een Stroomgebiedsbeheerplan (SGBP) opgesteld. 3.3.2 Nationaal Bestuursakkoord Water Het Nationaal Bestuursakkoord Water-actueel (25 juni 2008) is een akkoord tussen ministerie van Verkeer en Waterstaat, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW). Dit betekent in algemene zin dat de omvang van de wateropgave wordt teruggebracht tot een maatschappelijk acceptabel niveau. Aanleiding is de gevoelde urgentie om het watersysteem op orde te brengen om de gevolgen van klimaatseffecten, bodemdaling en voortschrijdende verstedelijking op te vangen. Het akkoord is leidend bij afspraken tussen partijen. In juni 2011 is het Bestuursakkoord water aangevuld. Zowel rijk als decentrale overheden hebben taakstellingen om met minder middelen de taken uit te voeren. Dat vraagt om een doelmatiger waterbeheer. 3.3.3 Deltaprogramma Het Deltaprogramma heeft 5 deltabeslissingen. Dit zijn plannen in grote lijnen om Nederland te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor genoeg zoetwater. Op Prinsjesdag 2014 verschijnt het Deltaprogramma 2015. De deltacommissaris adviseert aan het kabinet om 5 deltabeslissingen te nemen: b deltabeslissing Waterveiligheid b deltabeslissing Zoetwaterstrategie b deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie b deltabeslissing IJsselmeergebied b deltabeslissing Rijn-Maasdelta In de conceptdeltabeslissingen staan de volgende onderwerpen: b een voorstel voor een nieuwe aanpak van de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening b bouwplannen die nieuwe problemen met de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening tegengaan b plannen voor het rivierengebied van de Rijn en de Maas, en het IJsselmeergebied. Met name de deltabeslissingen zoetwaterstrategie en ruimtelijke adaptatie zijn voor Eindhoven van belang. gemeente Eindhoven 17

Deltabeslissing Zoetwaterstrategie Als het een tijd lang niet regent, is er in Nederland soms niet genoeg zoetwater. Het gaat daarbij niet om drinkwater. Maar wel om het water dat wordt gebruikt door landbouw, industrie en natuur. De verwachting is dat er in de toekomst vaker te weinig water zal zijn. De overheid kan daar niet altijd wat aan doen. Voor watergebruikers zoals boeren, fabrieken en natuurbeheerders, is het belangrijk om te weten waar ze op kunnen rekenen. Het voorstel is om vast te stellen wat de overheid precies kan bieden in welke gevallen. Met andere woorden: er komen afspraken over de voorzieningenniveaus van zoetwater. Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie De deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie bevat plannen voor de bouw en inrichting van het landschap. En de manier waarop dit gebeurt. Het voorstel is om beter te kijken naar de gevolgen van zulke plannen voor de kans op overstromingen. 3.3.4 Provinciaal Waterplan Op 20 november 2009 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Waterplan 2010-2015 Waar water werkt en leeft vastgesteld. Het Provinciaal Waterplan vormt de strategische basis voor het Brabantse waterbeleid en waterbeheer, voor de korte en lange termijn. De provincie wil, dat het water bijdraagt aan een gezonde omgeving voor mens, dier en plant, waarin we veilig kunnen wonen en waar ruimte is voor economische, maatschappelijke en ecologische ontwikkelingen. Dit is vertaald in de volgende maatschappelijke doelen: - schoon grond- en oppervlaktewater voor iedereen - adequate bescherming van Noord-Brabant tegen overstromingen - Noord-Brabant heeft de juiste hoeveelheden water (niet te veel en niet te weinig). De Verordening ruimte Noord-Brabant van de provincie geeft hier mede invulling aan. De provincie verwacht van de gemeente dat zij denkt vanuit de kwaliteit van de leefomgeving. De kwaliteit van het oppervlaktewater en de doelstellingen ten aanzien van het watersysteem zijn hierin besloten. Hierbij gaat het om de leefomgeving van de mens in relatie tot het milieu, de gezondheid en de ruimtelijke inrichting. De provincie meent dat nauwe samenwerking tussen waterschap en gemeente zal leiden tot een meer doelmatige dienstverlening voor de gehele (afval)waterketen en het watersysteem. De provincie is verantwoordelijk voor het strategisch grondwaterbeheer en het bevoegd gezag voor de vergunningverlening van drie categorieën grondwateronttrekkingen en infiltraties te weten: - de openbare drinkwaterwinning - bodemenergiesystemen - industriële onttrekkingen van meer dan 150.000 m3 per jaar. Voor de overige onttrekkingen is het waterschap De Dommel bevoegd gezag. 3.3.5 Waterbeheerplan waterschap De Dommel Het beleid van het waterschap is verwoord in het Waterbeheersplan 2010-2015 krachtig water vastgesteld op 16-12-09. Het waterbeheerplan heeft de volgende speerpunten: droge voeten, voldoende water, natuurlijk water, schoon water, schone waterbodems en mooi water. Waterschap De Dommel is enerzijds beheerder van al het oppervlaktewater (kwaliteit en kwantiteit) in de gemeente Eindhoven en anderzijds verantwoordelijk voor het zuiveren van het afvalwater dat via de gemeentelijke riolering wordt ingezameld. Het waterschap wil samen met de gemeenten de 18 gemeente Eindhoven

afvalwaterketen verder optimaliseren, onder andere door gezamenlijke studies uit te voeren. Uitgangspunt hierbij is vermindering van het effect van de afvalwaterketen op oppervlaktewater tegen lagere kosten of vermindering van de totale vuillast bij gelijkblijvende kosten. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van sturing van de riolering en de afvalwaterbehandeling op de zuiveringsinstallatie, om zo de bestaande infrastructuur optimaal te benutten. Hiertoe worden gezamenlijke meet- en monitoringsprogramma s uitgevoerd die inzicht geven in de effecten van de riooloverstorten op de ecologische toestand van het ontvangende oppervlaktewater. Op basis hiervan kan worden bepaald of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. 3.3.6 gemeente Eindhoven Waterplan Het Waterplan is opgesteld door de gemeente Eindhoven, waterschap De Dommel, provincie Noord Brabant en waterleidingbedrijf Brabant Water. Één van de belangrijkste doelstellingen uit het Waterplan is het realiseren van een waternetwerk in de stad. Het gehele Waterplan is bestuurlijk bekrachtigd met een convenant in januari 2006. Meerjarenplan uitvoeren baggeren stedelijke wateren (baggerplan) De gemeente heeft de zorg voor het onderhoud van een aantal stedelijke oppervlaktewateren. Doelstelling is een goede waterkwaliteit en een goede inrichting van de wateren. Het baggeren van het stedelijke oppervlaktewater kan niet worden gedekt vanuit de rioolheffing, tenzij het gaat om oppervlaktewatervoorzieningen (zaksloten, bergingsvijvers) die primair een functie hebben in de directe afvoer of berging van hemelwater. Milieu In het gemeentelijk milieubeleid wordt uiteraard rekening gehouden met Water. Bij de uitvoering van het beleid wordt dit afgestemd. Er zijn raakvlakken te onderscheiden op o.a. de milieuthema s Grondwater en Bodembeleid, Klimaat en Duurzaamheid, en Gezondheid. gemeente Eindhoven 19

4 Evaluatie GRP 2011-2014 4.1 Algemeen Door de aanleg van riolering leven we langer, houden we droge voeten, beschermen we het milieu en leveren we een bijdrage aan een betere leefomgeving. Zonder het riool zou de stad niet op de huidige wijze kunnen functioneren. Dit betekent dat het goed vervullen van de rioleringszorg geen vrijblijvendheid is. Reden waarom er sprake is van een doelbelasting, de rioolheffing. Het GRP 2011-2014 is op 30 november 2010 door de gemeenteraad vastgesteld en is geldig tot en met 31 december 2014 (plantermijn). De evaluatie geeft inzicht in hoeverre de doelstellingen zijn gehaald. Hiernaast wordt ook geëvalueerd in hoeverre de voorgenomen activiteiten, om de doelstellingen te bereiken, zijn uitgevoerd. Verder wordt bezien hoe de inzet van de beschikbare middelen is geweest. 4.2 Doelstelling Doelstelling is het beschermen van de volksgezondheid en het milieu en het leveren van een bijdrage aan het in stand houden en verbeteren van een goede leefomgeving. De doelstelling bereiken we door: 1. Goed functioneren van de riolering b inzamelen en afvoeren afvalwater (afvalwaterzorgplicht) b inzamelen en afvoeren overtollig regenwater (hemelwaterzorgplicht) 2. Een goede structuur van oppervlaktewater b Beheer en onderhoud oppervlaktewateren, goede waterkwaliteit en -kwantiteit en belevingswaarde 3. Een beheersbaar grondwatersysteem b Voorkomen en bestrijden grondwateroverlast (grondwaterzorgplicht) Om de doelstelling te monitoren is een aantal effectindicatoren geformuleerd die jaarlijks in het kader van de jaarrekening worden gemonitoord en gerapporteerd. In onderstaande tabel zijn de effectindicatoren en resultaten weergegeven. Effectindicatoren: Realisatie Realisatie Realisatie Begroting 2011 2012 2013 2014 Functioneren van de riolering Tevredenheid burgers over - De afvoer van het regenwater als het flink heeft geregend 68% 66% 74% 70% De belevingswaarde van burgers voor de oppervlaktewateren Tevredenheid burgers over - De inrichting van de openbare ruimte met water 89% 88% 91% 80% - De bewaking van de kwaliteit van het openbare water 86% 86% 88% 80% Resterende gebieden met grondwateroverlast - Aantal resterende gebieden met te treffen maatregelen 2 2 1 0 20 gemeente Eindhoven

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de ambitie ten aanzien van de effectindicatoren (zie percentages genoemd in de kolom begroting 2014) in 2013 voor alle indicatoren wordt behaald. 4.3 Activiteiten Om de doelstellingen te realiseren worden maatregelen uitgevoerd. Hieronder wordt aangegeven hoe met de in het GRP 2011-2014 geplande maatregelen is omgegaan. 1. Zorgplicht afvalwater De geplande aansluiting van de 13 woonboten op het riool is vertraagd. Dit komt door opgetreden vertraging in de bestemmingsplanprocedure voor het gebied waarin deze woonboten zijn gelegen en de hieruit voortvloeiende discussie over het handhaven van de woonboten. Het project herstel foutieve aansluitingen is gestart en loopt. In de praktijk blijkt het lastig om één eenduidige manier van opsporen en herstel van foutieve aansluitingen toe te passen. Na het verkennen van een aantal opsporingsmethodieken, wordt een gebiedsgerichte uitvoering gehanteerd bij het herstel van foutieve aansluitingen. Het project heeft een doorlooptijd tot en met de planperiode van het nieuwe GRP 2015-2018. Om de onduidelijkheden over verantwoordelijkheden en vergoedingen ten aanzien van het herstel van verstopte huisaansluitingen weg te nemen, is een eenduidige ontstoppingregeling opgesteld en gecommuniceerd. De ervaringen met deze regeling zijn positief. 2. Zorgplicht hemelwater Het afkoppelen van verhard oppervlak (hemelwater afvoeren in een apart stelsel) was voorzien in een gericht aantal gebieden, deels in combinatie met het verhelpen van problemen met betrekking tot grondwateroverlast. Door het afkoppelen van verhard oppervlak ontstaat meer hydraulische capaciteit in het rioolstelsel waardoor de kans op wateroverlast bij hevige regenval wordt verkleind. Voor veel gebieden geldt dat het afkoppelen gereed is. Voor een (beperkt) aantal gebieden zijn de projecten nog in de planvormingsfase of is de uitvoering nog niet helemaal gereed. Dit betreft de gebieden: - bedrijventerrein Vaalserbergweg (planvorming) - bedrijventerrein de Tempel (planvorming en deels gereed) - kruidenbuurt zuid (in uitvoering) - Genderdal fase 2 (planvorming / heroverweging in relatie met grondwateroverlastmaatregelen) - Strijp T (afhankelijk van stedelijke ontwikkelingen) - kanaalzone bedrijventerrein (deels in uitvoering en deels in planvormingsfase) De planning is dat deze gebieden in de komende planperiode in principe worden afgekoppeld. Voor een aantal gebieden (bv Strijp T) is het moment van de uitvoering afhankelijk van de voortgang van de stedelijk herontwikkeling. Bij de planvorming wordt bezien in hoeverre het doelmatig is om de gebieden af te koppelen. Hierdoor kan de omvang van het afkoppelgebied veranderen (heroverweging Genderdal fase 2). Inclusief de raming voor 2014 is in de planperiode ca. 94 ha verhard oppervlak afgekoppeld. Voor het stimuleren van het afkoppelen van verhard oppervlak van het gemengd rioolstelsel door particulieren, is eind 2009 een stimuleringsregeling vastgesteld. Hiermee wordt beoogd om schoon water niet af te voeren naar het riool en de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Tot op heden wordt in een gemeente Eindhoven 21

beperkt aantal gevallen gebruik gemaakt van deze stimuleringsregeling. Dit omdat de financiële bijdrage van de gemeente slechts een (beperkt) deel van de kosten dekt. Vooral in gevallen waar men al voornemens was om werkzaamheden uit te voeren, kan deze regeling een impuls geven om tegelijkertijd ook invulling te geven aan het afkoppelen van verhard oppervlak dan wel de aanleg van een groen dak. De aanleg van de waterstructuren is voortvarend aangepakt. Dit omdat het afkoppelen van verhard oppervlak rendeert als gelijktijdig of aansluitend het afgekoppelde regenwater daadwerkelijk naar oppervlaktewater kan worden afgevoerd. Alle geplande waterstructuren zullen in 2015 gereed zijn of in uitvoering (waterstructuur Eindhoven noord). Een kanttekening wordt gemaakt voor de aanleg van de Nieuwe Gender. Deze waterstructuur zal bovengronds over het Emmasingelkwadrant gaan stromen en eveneens bovengronds ten noorden van de Stationsweg. Realisatie van deze twee delen van de Nieuwe Gender is mede afhankelijk van de voortgang van de ter plaatse geplande stedelijke ontwikkelingen. Bezien wordt om met behulp van tijdelijke voorzieningen (by-passes) toch een basisafvoer van de Gender naar de Dommel te realiseren. Om te voorkomen dat bij zeer kleine stedelijke ontwikkelingen relatief dure en moeilijk in stand te houden voorzieningen voor waterberging moeten worden aangelegd, is het idee om deze kleine voorzieningen te centraliseren en met behulp van een Waterbergingsfonds te financieren. Dit waterbergingsfonds zou gevuld moeten worden met gelden voor waterberging vanuit de relatief kleine stedelijke ontwikkelingen. De invulling van een Waterbergingsfonds is nog in ontwikkeling. Dit geldt eveneens voor het instellen van een hemelwaterverordening om bij regels dwingend eisen te stellen aan het lozen van hemelwater in de riolering of in de bodem. Dit wordt nader in regionaal verband met omliggende gemeente en waterschap welke samenwerken onder de naam Waterportaal ZuidoostBrabant, verkend en uitgewerkt. 3. grondwaterzorgplicht Maatregelen waren nog voorzien in Genderbeemd, Gijzenrooi en Genderdal. De maatregelen in Genderbeemd bestaan in hoofdzaak uit het aanleggen van een drainagesysteem. Daarbij wordt tegelijk vaak een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Deze werkzaamheden zijn/ worden in 2015 afgerond. Voor Gijzenrooi is een andere aanpak gevolgd. Hier zijn gericht op overlastlocaties verticale ontlastfilters toegepast om lokaal de grondwaterstand te verlagen. Uit monitoring moet blijken of deze maatregelen afdoende werken en of er nog aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Voor Genderdal wordt momenteel onderzocht welke specifiek maatregelen het beste kunnen worden toegepast. Voor een aantal locaties zijn maatwerkmaatregelen uitgevoerd om grondwateroverlast terug te dringen. Te noemen zijn de Berekuil, fietspaden Fellenoord, en een aantal laaggelegen tunnels. Met de waterpartners (Provincie, waterschap De Dommel en Brabant Water) wordt structureel overlegd. Dit overleg is vooral toegespitst op het in stand houden van de grondwateronttrekkingen Vredeoord en Aalsterweg. Hiertoe zijn afspraken gemaakt zowel inhoudelijk als financieel en vastgelegd in een convenant. De voorgenomen stopzetting c.q. vermindering van deze onttrekkingen is hiermee voorkomen. Voor Aalsterweg is Brabant Water voornemens de winning uit te breiden en deels te verplaatsen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het bestrijden en voorkomen van grondwateroverlast. In samenspraak met de voornoemde waterpartners wordt de voorgenomen verplaatsing en uitbreiding van de ondiepe waterwinning projectmatig uitgewerkt. 22 gemeente Eindhoven

4. Bescherming milieu De geplande aanpassingen van de overstorten oostzijde vijver Engelsbergen, F. Timmermanslaan, Anconalaan, Turfveldenlaan en bij bergbezinkbassin Kosmoslaan zijn uitgevoerd. De studie naar sturing in het rioolstelsel is afgerond, het uitvoeren van de hieruit volgende maatregelen is voorzien in de komende planperiode. Samen met waterschap De Dommel en gemeenten die hun afvalwater lozen op de rioolwaterzuivering te Eindhoven is voor de afvalwaterketen (riolering en rioolwaterzuivering) een maatregelenpakket (project Kallisto) opgesteld waarmee kosteneffectief binnen de door de europese Kaderrichtlijn Water gestelde termijnen aan de doelen van KRW kan worden voldaan. Het is niet mogelijk om afzonderlijk van elkaar (ieder partij voor zich) de knelpunten weg te nemen zonder het knelpunt bij een ander groter te maken. We hebben de afvalwaterketen daarom, precies zoals in het Bestuursakkoord Water is afgesproken, als één systeem beschouwd om waterkwaliteitsknelpunten samen effectief aan te kunnen pakken. Het maatregelenpakket bestaat uit korte termijn maatregelen (de zogenaamde geen-spijt-maatregelen ) die in de periode 2015-2016 kunnen worden uitgevoerd en lange termijn maatregelen waarvoor aanvullend onderzoek nodig is en naar verwachting in de periode 2017-2021 kunnen worden uitgevoerd. Het maatregelenpakket voor de korte termijn (2015-2016) is om gezamenlijk invulling te geven aan: beluchten van het oppervlaktewater. de inzet van real time control; maximaal benutten van bestaande infrastructuur door middel van sturing extra beluchten van het effluent van de rwzi extra beluchtingscapaciteit toevoegen en procesoptimalisatie op de rwzi Deze voornoemde maatregelen zullen in het nieuwe GRP 2015-2018 worden geprogrammeerd. De reparaties van de overstortmuren zijn in de planperiode uitgevoerd en het plaatsen van spindelschuiven bij wervelventielen is in uitvoering. Door monitoring van de overstorten en het gemalenbeheersysteem is het inzicht in het functioneren van het rioolstelsel vergroot en kan beter en adequater worden gereageerd op ongewenste situaties zoals een dreigende lozing door pompstoring. 5. Vervangen, beheer en onderhoud Het inspectie- en reinigingsprogramma met als doel om in 2015 volledig inzicht te krijgen in de toestand van het rioolstelsel, ligt op schema; 90% is gereed. Op basis van inspectieresultaten is waar nodig het riool gerepareerd of vervangen. Inzicht in restlevensduur is aanwezig op basis van de geïnspecteerde riolen en daarmee een goede basis voor het vervangingsprogramma. In totaal is in de afgelopen planperiode 2011-2014 ruim 27 km riool vervangen (inclusief begroting 2014). Het jaarlijkse onderhoud van de kolken, riolen, gemalen en bijzondere voorzieningen (o.a. bergingskelders) is conform planning uitgevoerd. Alle onderhoudsmaatregelen voor rioolgemalen op korte en lange termijn zijn door inspectie in detail inzichtelijk gemaakt. De gemalen zijn op basis hiervan aangepast zodat het onderhoudsniveau in orde is. Het beleidskader voor beheer is verder uitgewerkt. De vertaling naar operationele (jaar)plannen is grotendeels afgerond. Resultaten daarvan worden in het nieuwe GRP 2015-2018 opgenomen. Het onderzoek naar de kwalitatieve toestand van wadi s, zaksloten, drainageleidingen, infiltratieriolen, oppervlaktewaterstructuren en bergingsvijvers is nog niet volledig afgerond. Op basis hiervan wordt een (meerjaren) onderhoudsprogramma opgesteld. gemeente Eindhoven 23

6. Organisatorisch Voor de monitoring van de voortgang van de uitvoering van het GRP wordt aangesloten bij de reguliere Planning en Control-cyclus van de gemeente. Met behulp van informatie uit deze monitoring wordt jaarlijks beoordeeld of bijstelling nodig is. Jaarlijks wordt het kostendekkingsplan behorend bij het GRP geactualiseerd. Eventuele aanpassing worden verwerkt in de meerjarenbegrotingen. In onderstaande tabel staan de outputindicatoren zoals deze jaarlijks in het kader van de P&C cyclus worden gemonitoord. Outputindicatoren: Realisatie 2011 Realisatie 2012 Realisatie 2013 Begroting 2014 Inspectie en reiniging riolen Km 140 80 160 125 Reiniging kolken Stuks 162.540 162.500 162.500 162.500 Reiniging en inspectie rioolgemalen Stuks 480 489 480 480 Rioolvervanging Meter 5.947 7.826 4.777 8.576 Afkoppelen verharding Hectare 30 23,1 19,0 22,0 Waterstructuur meter 1.000 3.610 1.775 1.650 Riooloverstortvolume per jaar (modelmatig) m 3 730.170 707.170 674.791 Riooloverstortvolume piek gebeurtenis (idem) m 3 169.000 164.577 159.565 Knelpunten water op straat klasse 2 en 3 Aantal 12 10 9 (idem) Vervangen damwand Beatrix-kanaal meter 3.000 5.000 - Baggeren waterbodems** m 3 7.537 5.071 43.500 37.750 ** Baggeren betreft de hoeveelheid te verwijderen bagger uit het Beatrixkanaal Om aan de voorkant van stedelijke ontwikkelingen de wateraspecten goed te verankeren is bij de sector Vergunningen Toezicht en Handhaving, capaciteit hiervoor (ten laste van het GRP) beschikbaar gekomen. Hiermee wordt bewerkstelligd dat zaken zoals de benodigde voorzieningen om schoon en vuil water te scheiden, de locatie van aansluiting op het gemeenteriool en het bouwpeil tijdig in de planvorming worden meegenomen. In het samenwerkingsverband Waterportaal Zuidoost Brabant wordt samen met 12 andere gemeenten en waterschap De Dommel invulling gegeven aan het doelmatig samenwerken conform het Bestuursakkoord Water. Onder deze paraplu dan wel daarnaast wordt door de gemeente Eindhoven en waterschap De Dommel samengewerkt in diverse projecten. Daarnaast is met het waterschap De Dommel in het voorjaar van 2014 een Waterakkoord gesloten. De wateropgaven van het waterschap en gemeente in het stedelijk gebied zijn namelijk dermate vervlochten met ruimtelijke en economische ontwikkelingen, dat kosteneffectieve realisatie alleen mogelijk is door de waterthema s te koppelen aan brede maatschappelijke thema s. Naast de bestaande samenwerking liggen er momenteel kansen om de samenwerking tussen waterschap De Dommel en de gemeente Eindhoven te intensiveren vooral op het gebied van klimaatadaptatie en duurzaamheid. De onderwerpen waarop partijen op dit moment al samenwerken en in te toekomst kunnen gaan samenwerken zijn opgenomen in het waterakkoord. Het waterakkoord is daarmee een overkoepelend contract dat inzicht geeft in de samenhang van de projecten en activiteiten en deze bestuurlijk borgt. Met het waterschap, Brabant Water, Provincie en gemeente Waalre wordt ook intensief en constructief samengewerkt in het kader van het bestrijden en voorkomen van grondwateroverlast. 24 gemeente Eindhoven

Op de website van de gemeente Eindhoven is het item Water verder in beeld gebracht waardoor mede invulling wordt gegeven aan het inrichten van een Waterloket. Hiermee is een goede start gemaakt om richting burgers uit te leggen hoe Eindhoven omgaat met Water. Communicatie dient blijvend aandacht te worden gegeven. 4.4 Middelen Bij de vaststelling van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2014 is besloten de rioolheffing in de periode 2011-2014 niet te verhogen, behoudens indexering. Toegezegd is om jaarlijks het kostendekkingsplan te actualiseren waarbij aandacht wordt gegeven aan de tariefontwikkeling op langere termijn. Bij de jaarlijkse terugkoppeling naar de raad is telkens verantwoording afgelegd over de ontwikkeling in de exploitatie- en investeringskosten. Op grond van de laatste actualisatie wordt voor het saldo van de voorziening vervanging riolen ultimo 2014 een toename geprognosticeerd ter grootte van 10.201.809 ten opzichte van de actualisatie voor 2013. Deze actualisatie is zowel financieel als inhoudelijk verwerkt in de primaire begroting 2014 en de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014. De ontwikkeling van de stand van de voorziening riolen is direct van invloed op de ontwikkeling van de rioolheffing. In onderstaande grafieken is het effect van de actualisatie op de stand van de voorziening vervanging riolen weergegeven. Uit bovenstaande grafiek kan geconcludeerd worden dat het in de planperiode verhogen van de rioolheffing niet noodzakelijk is geweest omdat de voorziening toereikend is gebleven. Op basis van de huidige inzichten zien we een temporisering van de investeringen. Algemeen kan worden gesteld dat de uitvoering van de rioolvervangings- en afkoppelprojecten minder snel gaan dan oorspronkelijk in 2010 gepland. Dit door personele capaciteit, organisatieontwikkelingen (zoals een maatschappelijke kosten baten analyse), vergunningsprocedures en omdat afstemming met omgeving over herinrichting in een aantal gevallen meer tijd vergt dan voorzien. gemeente Eindhoven 25

Op basis van de actualisatie van het kostendekkingsplan in 2013 zal de voorziening ultimo 2017 negatief worden tot 2028 en daarna tot 2050 weer een positieve stand krijgt. Bij de aanbieding van het GRP 2011-2014 is vermeld dat een jaarlijkse verhoging van ca. 1,5 a 2% (ca. 3,00) in de volgende planperiode(2015-2018) noodzakelijk wordt geacht. Het effect van deze verhoging is eveneens te zien in bovenstaande grafiek. Om te voorkomen dat de voorziening negatief wordt kan (een deel van) de investeringen worden geactiveerd dan wel een beperkte stijging van de rioolheffing worden gedaan. Exploitatie De kosten voor het jaarlijkse beheer en onderhoud van het rioolstelsel kennen een relatief stabiel verloop zonder extreme afwijkingen. Het exploitatiesaldo wordt jaarlijks afgewikkeld in de reserve zorgplicht afval- hemel- grondwater. De afgelopen jaren is er per saldo een positief resultaat van de exploitatierekeningen van de afgelopen jaren. De reserve heeft ultimo 2013 een stand van 705.000 4.5 Samenvatting evaluatie Doelstelling De ambitie ten aanzien van de effectindicatoren om te bepalen in hoeverre aan de algemene doelstelling wordt voldaan, wordt in 2013 voor alle indicatoren behaald. Afvalwaterzorgplicht De aansluiting van de woonboten in het Afwateringskanaal op het riool is vertraagd door de bestemmingsplanprocedure van het industrieterrein de Hurk. Bij het project herstel foutieve aansluitingen blijkt het in de praktijk lastig om één eenduidige manier van opsporen en herstel van foutieve aansluitingen toe te passen. Na het verkennen van een aantal opsporingsmethodieken, wordt gebiedsgericht uitvoering gegeven aan het herstel van foutieve aansluitingen. Hemelwaterzorgplicht Voor veel gebieden geldt dat de afkoppelmaatregelen zijn uitgevoerd. Een (beperkt) aantal gebieden zijn echter nog in de planvormingsfase of is de uitvoering nog niet helemaal gereed. In de komende planperiode zullen de afkoppelprojecten in deze gebieden worden afgerond. Alle geplande waterstructuren zullen in 2015 gereed zijn of in uitvoering (waterstructuur Eindhoven noord). Een kanttekening wordt gemaakt voor de aanleg van de Nieuwe Gender. Deze waterstructuur zal bovengronds over het Emmasingelkwadrant gaan stromen en eveneens bovengronds ten noorden van de Stationsweg. Realisatie van deze twee delen van de Nieuwe Gender is mede afhankelijk van de voortgang van de ter plaatse geplande stedelijke ontwikkelingen. Bezien wordt om met behulp van tijdelijke voorzieningen (by-passes) toch een basisafvoer van de Gender naar de Dommel te realiseren. Grondwaterzorgplicht Grootschalige maatregelen om invulling te geven aan de grondwaterzorgplicht zijn afgerond (Genderbeemd). In Gijzenrooi is een andere aanpak gevolgd. Hier zijn gericht op overlastlocaties verticale ontlastfilters toegepast om locaal de grondwaterstand te verlagen. Voor Genderdal wordt onderzocht welke specifieke maatregelen het beste kunnen worden toegepast mede in relatie tot het verplaatsen en uitbreiden van de drinkwateronttrekking van Brabant Water in Genneperparken. Voor een aantal locaties (o.a. Berenkuil) zijn maatwerkmaatregelen uitgevoerd om grondwateroverlast terug te dringen. Met de waterpartners Provincie, waterschap De Dommel en Brabant Water en 26 gemeente Eindhoven