Brief op Maat. MeanderOmnium Benchmark MOgroep 2012. Brief op Maat, Benchmark MOgroep 2012, over 2011 v121002



Vergelijkbare documenten
Definitieve Brief op Maat Basisbenchmark 2012

MeanderOmnium Benchmark MOgroep 2014

MeanderOmnium Benchmark Sociaal Werk 2016

Brancherapport MOgroep 2013

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Om de financiële situatie van de onderneming te beoordelen en onder controle te houden ook bij tegenslagen zoals bezuinigingen

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

Financiële ratio s met CASH!

Benchmarkrapport Kinderopvang. Kinderopvang Het Voorbeeld September 2012

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Jaarrekening BV Zorg Oude IJssel

BENCHMARK OP MAAT. 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12. Bijlage

Samenstellen Stichting His Healing Voice. Verslagperiode 1 januari december 2016

Brancherapport Bureaus Jeugdzorg

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Rapportage december (Voorbeeld) Brancherapport Bedrijfsvergelijk - Autobedrijf Fictief - Kosterijland AJ Bunnik. Periode: December, 2013

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

financieel management les 2 interactive marketing communications

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Financieel economisch verslag

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

Materiële vaste activa Inventarissen Voorraden

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Benchmark rapportage. Kwartaal

123WatEenSite C. van de PC Teststraat ZZ Alblasserdam

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

Voorbeeldziekenhuis. Jaarverslagen Analyse

Klaar om te wenden. Jaarbericht 2013

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Jaarrekening juni 2014

Benchmark Kantoorcijfers 2012

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Jaarrekening Jaarrekening St. Vrienden van de Kerk Oudendijk Oudendijk. Rapport inzake jaarrekening per 31 december 2013

Voorbeeldinstelling Utrecht. Peer rapportage 2014

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag KM Vlissingen

De directie van Stichting Ko Makandi p/a Dobbelmannweg KT Nijmegen. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Plan Angel Provincialeweg AA Amsterdam. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Stichting RAVON. Jaarrekening Vestigingsadres Natuurplaza, Toernooiveld 1, 6525 ED Nijmegen. Postadres Postbus BK Nijmegen

Module 4 Inzicht in cijfers

Case bungalow park. Opgave 1

JAARVERSLAG EV HAARLEM. Haarlem, 7 april STICHTING DE WERELD KINDERTHEATER Gasthuisvest 47

FINANCIEEL VERSLAG 2016 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Jaarcijfers Stichting LIZ Vrouwe Udasingel GT LENT. Inhoudsopgave:

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

Stichting Roffa Mon Amour Rotterdam RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2015 D.D. 22 SEPTEMBER 2016

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

Geconsolideerde winst- en verliesrekening

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Jaarrekening december 2015 Benchmarkperiode 31 december om 15:39 uur

STICHTING MST MENSEN IN BEELD HOUDEN

Wat is gezond?

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Loorbach Foundation. Jaarrekening Datum vastgesteld:

De directie van Stichting Ko Makandi p/a Dobbelmannweg KT Nijmegen. Jaarrekening Datum: 30 mei 2017

Financiële kengetallen zorginstellingen 2015

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

De directie van Innersound Prins Bernardplantsoen HT Hengelo. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Samenstellingsrapport Stichting Zorgboerderij De Enghoeve

Zorginstelling (voorbeeld) Individuele rapportage - mei 2013

FINANCIEEL VERSLAG 2015 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Zorginstelling (voorbeeld) Peer rapportage - mei 2013

Stichting Omroep Landgraaf

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Jaarrekening april 2015

Stichting Roffa Mon Amour Rotterdam RAPPORT INZAKE DE JAARREKENING 2014 D.D. 3 MAART 2015

Jaarstukken 2011 van Permar Energiek BV. Jaarstukken Jaarrekening - Overige gegevens

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Hoofdstuk 43 belangrijk

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

Financiële kengetallen zorginstellingen 2012

Jaarstukken Stichting Koinonia

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Jaarrekening juni 2013

JAARVERSLAG 2017 STICHTING NIVOZ,

Stichting Omroep Landgraaf

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Basisprognose

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

31 december december 2013

Financiële kengetallen zorginstellingen 2016

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Balans en resultatenrekening 2013 Impuls

STICHTING MST MENSEN IN BEELD HOUDEN

Financiële kengetallen zorginstellingen 2014

Wat zegt uw financiële balans?

Balans & Verlies en Winst

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 5

Financieel economisch verslag

De directie van Stichting Oud Geleerd Jong Gedaan Gedaan. Jaarrekening Datum vastgesteld:

Transcriptie:

Brief op Maat Benchmark MOgroep 2012 Brief op Maat, Benchmark MOgroep 2012, over v121002 Lidnummer MOgroep: ZEI010 ZEIST Pagina 1 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Inhoudsopgave Inleiding 3 Typering 4 Interne organisatie 7 Financieel 11 Bijlage: gegevens in tabelvorm 22 Bijlage: lijst van afkortingen 27 Pagina 2 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Inleiding In de Brief op Maat 2012 worden de gegevens van uw organisatie vergeleken met het landelijke gemiddelde van de welzijnsorganisaties, die deelnemen aan de Basisbenchmark MOgroep over. Bovendien wordt uw organisatie vergeleken met een groep welzijnsorganisaties, die qua werkterrein niet al te veel verschillen van uw organisatie. Als criteria hiervoor hanteren we eenzelfde grootteklasse op basis van fte (0-10, 10-35, 35-100, 100+) en eenzelfde typering van hoofdactiviteit: - Lokaal welzijnswerk - breed - Lokaal welzijnswerk - specifiek Welzijnswerk Ouderen - Lokaal welzijnswerk - specifiek Peuterspeelzaalwerk - Lokaal welzijnswerk - specifiek Peuterspeelzaalwerk en Kinderopvang - Maatschappelijke Dienstverlening - Maatschappelijke Opvang - Andere terreinen W&MD uitvoerend - Andere terreinen W&MD steun/kennis Indien de vergelijkingsgroep te klein wordt, kunnen bij bepaalde onderwerpen alleen cijfers staan van de eigen organisatie en het landelijk gemiddelde. De cijfers achter de grafieken vindt u terug in de bijlage Gegevens in tabelvorm. Uw organisaties is getypeerd als: Lokaal - breed en valt in de grootteklasse Middel groot. In de online Brief op Maat, kunt u deze vergelijkingsgroep zelf aanpassen door bij de filters keuzes te maken. U kunt dan vergelijken met organisaties van een andere grootteklasse, typering of provincie. De gegevens in deze rapportage zijn verzameld tussen april en september 2012. Ze gaan over het jaar. Indien voor uw organisatie gegevens beschikbaar zijn over 2010, worden deze in de tekst onder de diagrammen ook weergegeven. U vindt ze ook terug in de tabellen, als bijlage bij dit rapport. Pagina 3 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Typering Grootte van de organisatie De grootte van de organisatie is bepaald op basis van het aantal fte dat werkzaam is in de organisatie. - Uw organisatie behoort met 61,7 fte tot de middelgrote organisaties van 35 tot 100 fte. - In 2010 telde uw organisatie 60,8 fte. Pagina 4 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Verdeling zakelijk belang activiteiten In bovenstaande figuur ziet u in welke mate de verschillende uitgevoerde activiteiten bijdragen aan de bedrijfsopbrengsten, van uw organisatie, gemiddeld in uw vergelijkingsgroep en gemiddeld bij alle organisaties. Op basis van de activiteiten die uw organisatie uitvoert en het aandeel van elke activiteit in de totale bedrijfsopbrengsten worden de organisaties getypeerd. - Uw organisatie wordt getypeerd als voornamelijk werkzaam in Lokaal - breed. - In 2010 was de typering Lokaal - breed. Pagina 5 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

WMO * Let op: niet genoeg data ter berekening van deze waarde De verdeling van gemeentelijke subsidies over de prestatievelden WMO wordt weergegeven in bovenstaande diagram. Dit biedt u aanvullend inzicht in de groep van welzijnsorganisaties waarmee u in de benchmark wordt vergeleken. Pagina 6 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Interne organisatie Flexibiliteit De flexibiliteit van een organisatie wordt bepaald door de verhouding tussen vast personeel en totale formatie. - Dit is voor uw organisatie 73,4 %. - De onderneming is voldoende flexibel. Ze kan veranderingen in inkomsten aan. Toelichting De flexibiliteit van de onderneming wordt voor een groot deel bepaald door de proportie vaste en tijdelijke formatie. Een wisselende inkomstenstroom vraagt meer flexibiliteit. Ondernemingen in W&MD hebben vaak (deels) te maken met incidentele subsidies en financiële bijdragen. Die kunnen wegvallen. Ook kunnen zij gunningen of opdrachten mislopen. Als de formatie volledig uit vaste krachten bestaat, loopt de onderneming risico. De vaste kosten voor de formatie worden dan niet meer (volledig) gedekt. Met een deel tijdelijke formatie kan een onderneming beter inspelen op veranderingen in geldstromen. Ze is dan flexibeler. Hoe groot het deel vaste en tijdelijke formatie moet zijn, hangt af van de omvang van de structurele inkomsten en van de omvang van het eigen vermogen. Als deze groot zijn, kan het deel vaste formatie groter zijn. Als ze klein zijn, is een kleiner deel vaste formatie raadzaam. Formule: flexibiliteit = vaste formatie / totale formatie x 100% - uitkomst 90-100%. De onderneming heeft een te groot deel vaste formatie. Ze loopt op langere termijn financieel risico. Ze is onvoldoende flexibel om in te kunnen spelen op vermindering van inkomsten. Eventueel eigen vermogen wordt opgemaakt aan kosten voor het vaste personeel. - uitkomst 75-90%. De onderneming zit in een verbeterzone. - uitkomst < 75%. De onderneming is voldoende flexibel. Ze kan veranderingen in inkomsten aan. Bron: Financiële handreiking MOgroep Pagina 7 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Overhead De overhead van een organisatie wordt gemeten in het percentage overheadfuncties ten opzichte van het totale personeel. - Dit is in uw organisatie 20,3 %. - Dat is 11 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 20 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 bedroeg de overhead van uw organisatie 20,7 %. Toelichting De overhead is het aantal fte ondersteunend plus het aantal fte management als percentage van het totaal aantal fte werkzaam Pagina 8 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Ziekteverzuim Het ziekteverzuim van personeel in loondienst binnen uw organisatie is 4,7 %. - Dat is 21 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 19 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 was het ziekteverzuim in uw organisatie was in 5,7 %. Toelichting Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttime factor en de arbeidsongeschiktheidsfactor, waarna zij worden opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttime factor, waarna zij worden opgeteld. Het totaal aantal ziektedagen wordt gedeeld door het totaal aantal dienstverbanddagen en vermenigvuldigd met 100%. (Bron Vernet). Pagina 9 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Vrijwilligers Het percentage vrijwilligers in uw organisatie is 416,7 %. - Dat is 2 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 38 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 bedroeg het percentage vrijwilligers in uw organisatie 370,4 %. Toelichting Het aantal vrijwilligers als percentage van aantal werkzame personen Pagina 10 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Financieel Verdeling opbrengsten Het aandeel overheidssubsidies in de opbrengsten van uw organisatie is 81,8 %. - Dat is 10 procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 20 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 bedroeg het aandeel overheidssubsidies 80,5 %. Het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten in de opbrengsten van uw organisatie is 18,2 %. - Dat is 18 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 33 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 bedroeg het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten 19,5 %. Toelichtingen Het aandeel overheidssubsidies wordt berekend als de ontvangen overheidssubsidie als percentage van de totale bedrijfsopbrengst. Het aandeel aan cliënten in rekening gebrachte diensten wordt berekend op basis van de gefactureerde omzet. Dat is het totaal bedrag (exclusief BTW, indien BTW-plichtig) van alle door uw organisatie aan cliënten in rekening gebrachte diensten, exclusief subsidiebijdragen als percentage van de totale bedrijfsopbrengst. Pagina 11 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Verdeling kosten Het aandeel personeelskosten in de totale kosten van uw organisatie is 64,5 %. - Dat is 7 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 6 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 bedroeg het aandeel personeelskosten 64,5 %. Het aandeel huisvestingskosten in de totale kosten van uw organisatie is 10,8 %. - Dat is 8 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 3 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 bedroeg het aandeel huisvestingskosten 12,2 %. Het aandeel directe activiteitenkosten in de totale kosten van uw organisatie is 15,9 %. - Dat is [ERROR] procent hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 100 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 bedroeg het aandeel directe activiteitenkosten 13,8 %. Toelichtingen Het aandeel personeelskosten is de personeelskosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Het aandeel huisvestingskosten is de huisvestingskosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Het aandeel activiteitenkosten is de activiteitenkosten als percentage van de totale bedrijfskosten. Pagina 12 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Resultaatratio Het bedrijfsresultaat als percentage van de totale bedrijfsopbrengsten (resultaatratio) is voor uw organisatie 0,0 %. - Dat is -100 % hoger dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is -100 % hoger dan het landelijk gemiddelde. Toelichting Het bedrijfsresultaat als percentage van de totale bedrijfsopbrengsten Pagina 13 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Overhead Financieel De overheadkosten van uw organisatie zijn 37,7 %. - Dat is 4 % lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 1 % hoger dan het landelijk gemiddelde. - Dat is -1 % lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 waren de overheadkosten van uw organisatie 40,8 %. Toelichting De overheadkosten als percentage van de totale bedrijfskosten. De overheadkosten worden berekend door de kosten voor het directe personeel en de activiteitenkosten af te trekken van de totale bedrijfskosten. Pagina 14 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Totale bedrijfsopbrengst per fte De totale bedrijfsopbrengst per fte van uw organisatie is 80.930. - Dat is 1 procent lager dan bij vergelijkbare organisaties. - Dat is 13 procent lager dan het landelijk gemiddelde. - In 2010 was de totale bedrijfsopbrengst per fte van uw organisatie 78.426. Toelichting De totale bedrijfsopbrengst gedeeld door het totaal aantal werkzame personen in fte. Dit geeft een beeld van de interne efficiency van uw organisatie. Pagina 15 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Kredietwaardigheid De liquiditeit van uw organisatie wordt bepaald door de current ratio. Dat is de verhouding tussen vlottende activa en kortlopende schulden. Vlottende activa zijn liquide middelen, vorderingen op korte termijn en voorraden. De current ratio van uw organisatie is 1,4 - In 2010 was de current ratio van uw organisatie 1,3 - De liquiditeit moet verbeterd worden tot 1,5. Dit kan op twee manieren: A) verlagen van de kosten en/of verhogen van de opbrengsten B) het omzetten van kort vreemd vermogen naar lang vreemd vermogen Toelichting Liquiditeit is de mate waarin de onderneming in staat is op tijd te voldoen aan de kortlopende financiële verplichtingen. De liquiditeit kan worden berekend met behulp van de current ratio. Deze geeft aan in welke mate uit de vlottende activa (liquide middelen, vorderingen op korte termijn en voorraden) aan de vlottende schulden (kortlopende schulden) kan worden voldaan. Vlottende activa (voor zover niet al in geld aanwezig) kunnen geld worden. Door voorraden te verkopen en vorderingen/debiteuren te innen. Vlottende schulden op korte termijn, kosten geld: ze moeten worden betaald. Als tegenover de kortlopende schulden voldoende vlottende activa aanwezig zijn, is de liquiditeit in orde. De wijze van financiering beïnvloedt de liquiditeit. Honderd procent bevoorschotting is positief voor de liquiditeit. Er is geld in kas. (Gedeeltelijke) achterafbetaling is negatief voor de liquiditeit. Geld is nog niet aanwezig. De onderneming loopt financieel risico. Formule: current ratio = vlottende activa / kortlopende schulden - uitkomst < 1,2. De onderneming loopt financieel risico. De liquiditeit is te laag. Dit kan tot betalingsproblemen leiden en zelfs, als er geen maatregelen worden genomen, tot faillissement. Maatregelen kunnen zijn: eerder factureren, tijdelijk een langere betaaltermijn hanteren of lang vreemd vermogen aantrekken. - uitkomst tussen 1,2-1,5 of >2,0. De onderneming zit in een tussenzone. Ze kan afglijden naar de gevarenzone. Ingrijpen is noodzakelijk om voldoende liquide te worden. Een te hoge liquiditeit (>2,0) is ook niet goed. Daarmee worden (rente)opbrengsten gemist. - uitkomst tussen 1,5 en 2,0. De onderneming is voldoende liquide. Bron: Financiële handreiking MOgroep Pagina 16 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Solvabiliteit balans De solvabiliteitsratio van het eigen vermogen gedeeld door het totaal vermogen bedraagt voor uw organisatie 0,4 - In 2010 was dat 0,4 Toelichting De solvabiliteitsratio van het eigen vermogen gedeeld door het totaal vermogen geeft inzicht in de mate waarin een onderneming in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het eigen vermogen is daarbij gedefinieerd als het besteedbaar plus het vastgelegd vermogen. Het totaalvermogen is het balanstotaal. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa, ligt de minimumnorm van deze indicator voor welzijnsondernemingen tussen de 0,2 en 0,4. Pagina 17 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Continuïteit op langere termijn De continuïteit op langere termijn voor uw organisatie bedraagt 0,27 - In 2010 was dat 0,27 - Uw onderneming zit goed. Meer dan 20% van de lasten wordt gedekt door het eigen vermogen. Er blijft vermogen over voor de langere termijn. Veel eigen vermogen is goed voor de continuïteit. Maar een te hoge solvabiliteit is niet goed voor het optimaal halen van rendement uit het eigen vermogen. Toelichting Bij de continuïteit op langere termijn speelt het eigen vermogen een grote rol. Deze indicator geeft aan in welke mate de lasten in een jaar opgevangen kunnen worden door het eigen vermogen. Als het eigen vermogen relatief laag is in vergelijking met de totale lasten, dan loopt de onderneming risico. Tegenvallende inkomsten kunnen niet worden opgevangen. De lasten blijven. Mogelijk kan personeel niet worden betaald. Immers een belangrijk deel van de lasten zijn personeelskosten. Met voldoende vermogen kan de onderneming de betalingen aan personeel bij tegenvallende inkomsten voor een tijd continueren. Formule: continuïteit op langere termijn = eigen vermogen / totale lasten - uitkomst < 0,15. De onderneming loopt risico. Er is niet genoeg eigen vermogen om eventuele tegenvallende baten op te vangen. De groene zone is niet te bereiken in 1 jaar, want de opbouw van vermogen vindt plaats door een aantal jaren exploitatieoverschotten. Liquiditeitsbewaking is van belang. Een plan is nodig waarin streefwaarden voor de indicator worden vastgelegd en tijdstippen waarop die, via (jaarlijkse) exploitatieoverschotten, bereikt moeten zijn. - uitkomst tussen 0,15 en 0,20. De onderneming zit in een tussenzone. Verbeteren is noodzakelijk en op korte termijn mogelijk door generen van (jaarlijkse) exploitatieoverschotten en die toe te voegen aan het eigen vermogen. - uitkomst > 0,20. De onderneming zit goed. Meer dan 20% van de lasten wordt gedekt door het eigen vermogen. Er blijft vermogen over voor de langere termijn. Veel eigen vermogen is goed voor de continuïteit. Maar een te hoge solvabiliteit is niet goed voor het optimaal halen van rendement uit het eigen vermogen. Het vermogen kan worden aangetast door bezuinigingen van de gemeente/financier. Een ondernemer moet daarop anticiperen. Bron: Financiële handreiking MOgroep Pagina 18 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Tarieven Voor de meeste werksoorten is gevraagd om het gemiddeld uurtarief van de medewerkers zoals dat aan de opdrachtgever in rekening werd gebracht. Het tarief wordt uitgedrukt in euro's per productief uur in het primaire proces, inclusief de opslag voor huisvesting, overhead, werkgeverslasten, winst, risicovoorzieningen, gebaseerd op productieve uren per fte direct personeel, maar exclusief de kosten voor activiteiten. * Let op: niet genoeg data ter berekening van deze waarde Pagina 19 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

* Let op: niet genoeg data ter berekening van deze waarde Pagina 20 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Uren per werksoort Per werksoort is gevraagd om de vaste rekenfactor die men hanteerde voor de gemiddelde productiviteit per fte in uren op jaarbasis. Dat is het aantal beschikbare uren per fte per jaar (1872) min verlof, extra verlof, seniorenverlof, overig afwezig, ziekte, opleidingen, persoonlijke verzorging én werkoverleg. * Let op: niet genoeg data ter berekening van deze waarde Pagina 21 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

* Let op: niet genoeg data ter berekening van deze waarde Pagina 22 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Bijlage: Gegevens in tabelvorm Typering Grootte van de organisatie Totaal aantal werkzame personen (fte) 2010 Pagina 23 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 - Vergelijkingsgroep Landelijk 60,8 fte 61,7 fte 63 fte 68 fte Organisatiegrootte Middel groot Middel groot Zeer klein: 0% Klein: 0% Middel groot: 100% Groot: 0% Verdeling zakelijk belang van activiteiten Percentage Peuterspeelzaalwerk (PSZ) Percentage Welzijn Ouderen (WO) Percentage Lokaal Welzijnswerk (LW) en Sociaal Cultureel Werk (SCW) Percentage Kinderopvang (KO) Percentage Maatschappelijke Dienstverlening (MD) Percentage Maatschappelijke opvang (MO) Percentage Overige activiteiten Totaal zakelijk belang van activiteiten Verdeling gemeentelijke subsidies per prestatieveld WMO Sociale samenhang en leefbaarheid 2010 2010 Vergelijkingsgroep Zeer klein: 28% Klein: 31% Middel groot: 21% Groot: 14% Landelijk 10 % 12 % 9 % 15 % 19 % 20 % 11 % 11 % 63 % 62 % 45 % 18 % 0 % 0 % 8 % 9 % 8 % 4 % 22 % 21 % 0 % 0 % 0 % 6 % 0 % 2 % 6 % 14 % 100 % 100 % 100 % 100 % Vergelijkingsgroep Landelijk 737.000 737.000 1.019.142 695.257 Preventie jeugd 95.000 95.000 1.002.366 871.058 Informatie en advies 137.000 137.000 466.509 297.919 Mantelzorg en vrijwilligers 109.000 109.000 322.849 208.279

Bevorderen deelname van mensen met beperkingen Voorzieningen voor mensen met beperkingen Maatschappelijke en vrouwenopvang Openbare geestelijke gezondheidszorg Ambulante verslavingszorg 66.000 66.000 351.315 195.773 139.000 139.000 118.136 234.579 Niet voldoende data Niet voldoende data Niet voldoende data 2.473.327 297.608 Niet voldoende data Totaal 1.283.000 1.283.000 2.648.128 2.048.227 Interne organisatie 2010 Vergelijkingsgroep Landelijk Flexibiliteit 0,0 % 73,4 % 69 % 76 % % Overhead personeel Percentage ziekteverzuim van personeel in loondienst 20,7 % 20,3 % 23 % 26 % 5,7 % 4,7 % 6,0 % 5,8 % % vrijwilligers 370,4 % 416,7 % 423,1 % 672,0 % Financieel Ratio's % gefactureerde omzet tov totale bedrijfsopbrengst % overheidssubsidie tov totale bedrijfsopbrengst % overige opbrengsten tov totale bedrijfsopbrengst % personeelskosten tov totale bedrijfskosten % huisvestingskosten tov totale bedrijfskosten % activiteitenkosten tov totale bedrijfskosten % Organisatiekosten tov totale bedrijfskosten 2010 Vergelijkingsgroep Landelijk 19,5 % 18,2 % 22 % 27 % 80,5 % 81,8 % 74 % 68 % 0,0 % 0,0 % 3 % 5 % 64,5 % 64,5 % 69 % 68 % 12,2 % 10,8 % 12 % 11 % 13,8 % 15,9 % 9 % 11 % 8,5 % 7,8 % 9 % 8 % Pagina 24 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

% Afschrijvingskosten tov totale bedrijfskosten Bedrijfsresultaat als % van de bedrijfsopbrengsten Pagina 25 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012-3,0 % 2,9 % 2 % 2 % -5,8 % 0,0 % 0 % 0 % % Overhead financieel 40,8 % 37,7 % 39 % 37 % Totale bedrijfsopbrengst per FTE 78.426 80.930 81.404 93.253 Liquiditeit current ratio 1,3 1,4 1,7 3,8 Solvabiliteit (balans) 0,4 0,4 0,4 0,3 Solvabiliteit, continuïteit langere termijn Tarieven Welzijnswerk ouderen (WO) Lokaal welzijn kinderen (12-) Lokaal welzijn jongeren (12+) 2010 0,27 0,27 0,2 0,2 Vergelijkingsgroep Landelijk 68,00 68,00 73 70 68,00 68,00 71 69 68,00 68,00 69 69 Lokaal welzijn overig 68,00 68,00 74 70 Algemeen maatschappelijk werk (AMW) Overig maatschappelijk werk (Overig MW) Sociaal Raadslieden werk (SRW) Ouderenadviseurswerk (OAW) Maatschappelijke dienstverlening - Steunen adviespunten Maatschappelijke dienstverlening niet zijnde Sociaal Raadsliedenwerk, Ouderenadvieswerk, Steun- en adviespunten (Overige MaDi) Maatschappelijke opvang (MO) Niet voldoende data 77 73 74 76 74 68,00 68,00 74 70 68,00 68,00 75 71 68,00 68,00 74 74 Niet voldoende data 63 Kinderdagopvang (DO) 6 6 Buitenschoolse / Naschoolse kinderopvang (BSO/NSO) Gastouderopvang kinderen (GO) Niet voldoende data 6 6 6

Overige activiteiten 68,00 68,00 73 75 Beheer accommodaties 45,00 45,00 59 57 Normuren Peuterspeelzaalwerk (PSZ) Welzijnswerk ouderen (WO) Lokaal welzijn kinderen (12-) Lokaal welzijn jongeren (12+) 2010 Vergelijkingsgroep Landelijk 1.300 Uur 1.300 Uur 1.348 Uur 1.423 Uur 1.200 Uur 1.200 Uur 1.273 Uur 1.325 Uur 1.200 Uur 1.200 Uur 1.271 Uur 1.310 Uur 1.200 Uur 1.200 Uur 1.273 Uur 1.307 Uur Lokaal welzijn overig 1.200 Uur 1.200 Uur 1.274 Uur 1.317 Uur Algemeen maatschappelijk werk (AMW) Overig maatschappelijk werk (Overig MW) Sociaal Raadsliedenwerk (SRW) Ouderenadviseurs werk (OAW) Maatschappelijke dienstverlening - Steunen adviespunten Maatschappelijke dienstverlening niet zijnde Sociaal Raadsliedenwerk, Ouderenadvieswerk, Steun- en adviespunten (Overige MaDi) Maatschappelijke opvang (MO) 1.250 Uur 1.300 Uur Niet voldoende data Uur 1.349 Uur 1.260 Uur 1.303 Uur 1.200 Uur 1.200 Uur 1.266 Uur 1.325 Uur 1.200 Uur 1.200 Uur 1.274 Uur 1.317 Uur 1.200 Uur 1.200 Uur 1.270 Uur 1.317 Uur Niet voldoende data Uur 1.401 Uur Kinderdagopvang (DO) 1.442 Uur 1.475 Uur Buitenschoolse / Naschoolse kinderopvang (BSO/NSO) Gastouderopvang kinderen (GO) 1.431 Uur 1.463 Uur Niet voldoende data Uur 1.408 Uur Overige activiteiten 1.200 Uur 1.200 Uur 1.294 Uur 1.325 Uur Beheer accommodaties 1.300 Uur 1.300 Uur 1.337 Uur 1.380 Uur Pagina 26 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -

Bijlage: Lijst van afkortingen AMW BSO/NSO DO fte GO LW overig Algemeen Maatschappelijk Werk Buitenschoolse/Naschoolse Opvang Kinderdagopvang full time equivalent Gastouder Opvang Lokaal Welzijnswerk overig LW12- Lokaal Welzijnswerk ten behoeve van kinderen tot 12 jaar LW12+ Lokaal Welzijnswerk ten behoeve van kinderen van 12 jaar en ouder MD steun advies MO overig MW OAW Overige MaDi PSZ SRW W&MD WO Maatschappelijke Dienstverlening steun- en adviespunten Maatschappelijke Opvang Maatschappelijk Werk overig Ouderen Adviseurswerk Overige Maatschappelijke Dienstverlening Peuterspeelzaalwerk Sociaal Raadsliedenwerk Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Welzijnswerk Ouderen Pagina 27 / 27 -Brief op Maat MOgroep 2012 -