ABVRBN 20160707, AGP 3a Concept VERSLAG Van de besluitvormende vergadering van het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio d.d. 11 april 2016, Raadszaal Stadhuis s-hertogenbosch, Achter het Stadhuis 5-7, s-hertogenbosch Aanwezig: mr. dr. A.G.J.M. Rombouts (voorzitter), mevr. drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans, drs. H.A.G. Hellegers, mr. W.A.G. Hillenaar, drs. J. Hamming, mevr. mr. I.R. Adema, A. Walraven, ing. P.M. Maas, P.M.J.H. Bos, mr. J.C.M. Pommer, M. Buijs, M. Bakermans, mevr. drs. M.A.H. Moorman, mevr. J. Zwijnenburg-Van der Vliet, mevr. M.L.P. Sijbers, dr.ir. P. Verlaan MCDm, mevr. drs. K. van Esch, mr. A. Heil, mr. J.J. Smilde, mr. J. Smarius, C.Q. Boot MSM, mevr. A. Hellings en C.J.G. Arts MSc. Afwezig (met bericht van verhindering): Mevr. J. Eugster-Van Bergeijk en de heren A.M.H. Roolvink, K.W.Th. van Soest, R.J. van de Mortel, drs. L.H.J. Verheijen en Kolonel J. Doense. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. 2. Mededelingen 2a. Bestuur 2a.a Ingekomen stukken Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt de ingekomen en uitgegane stukken voor kennisgeving aan. 2a.b Besluitenlijsten vergaderingen Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio d.d. 9 november 2015, 17 december 2015 en 29 januari 2016. Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt de besluitenlijst van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur op 9 november 2015, 17 december 2015 en 29 januari 2016 voor kennisgeving aan. 2b. Politie De heer Heil deelt mee dat met het oog op de maatregelen ter voorkoming van terroristische aanslagen en de voorbereiding van de response in het onverhoopte geval dat zich toch een aanslag voordoet de eenheden Oost-Brabant, Limburg en West- Brabant-Zeeland van de politie de inspanningen onderling afstemmen. De politie kan zonodig 5 SGBO staven vormen. 2c. Hoofdofficier van Justitie De heer (Jan Jaap) Smilde, plaatsvervangend hoofdofficier van Justitie in het Arrondissement Oost-Brabant zal in het vervolg namens het Openbaar Ministerie de vergaderingen van het Dagelijks en Algemeen Bestuur bijwonen. 2h. Defensie De heer Verlaan deelt namens Kolonel Doense mee dat de Koninklijke Landmacht op 10 mei 2016 1.000 basisscholen in Nederland zal bezoeken en een presentatie over vrede en veiligheid zal verzorgen. Op 11 mei 2016 zullen op verschillende locaties in Nederland presentaties en demonstraties door operationele eenheden van de Koninklijke Landmacht worden verzorgd in het kader van de Landmachtdagen. In onze provincie zal het zwaartepunt in Breda liggen. 1
3. Verslag 3a. Concept-verslag Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord d.d. 25 november 2015 Besluit: Het Algemeen Bestuur stelt het verslag van de vergadering op 25 november 2015 overeenkomstig het voorgelegde concept vast. TER BESLUITVORMING 4. Concept-beleidskader 2017 Veiligheidsregio Brabant-Noord Ontvangen zienswijzen op concept-beleidskader 2017 Ter vergadering wordt het overzicht van ontvangen zienswijzen uitgereikt: a. Instemmende zienswijzen met het concept-beleidskader zijn ontvangen van de gemeenteraden van Cuijk, Mill en Sint Hubert, Grave, Boxtel, Vught (college), Bernheze (raadscommissie), s-hertogenbosch, Veghel, Schijndel, Uden, Oss, Sint Oedenrode en Sint Michielsgestel. b. Door de gemeenteraden van Heusden, Sint Anthonis (college), Boekel, Boxmeer (college) en Haaren wordt de verhoging van de huisvestingskosten met 200.000 afgewezen. Eerst moeten de uitkomsten van een nader onderzoek worden afgewacht. c. De gemeenteraden van Landerd, Sint Anthonis en Boekel wensen een rekenrente van 2% in plaats van de voorgestelde 3% te hanteren. d. De gemeenteraad van Boekel stemt niet in met de compensatie door de gemeenten van de lagere BDUR-uitkering. Ontvangen zienswijzen op voorstel nieuwe verdeelsleutel brandweerzorg a. Instemmende zienswijzen met betrekking tot de voorgestelde nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg zijn ontvangen van de gemeenteraden van Cuijk, Mill en Sint Hubert, Grave, Boxtel, Vught (college), Bernheze (raadscommissie), s-hertogenbosch, Heusden, Landerd, Sint Anthonis, Boekel, Boxmeer en Haaren ontvangen. b. De gemeenteraden van Veghel, Schijndel, Uden, Oss, Sint Oedenrode en Sint Michielsgestel wijzen de voorgestelde nieuwe verdeelsleutel af. c. De gemeenteraden van Landerd, Sint Anthonis (college) en Boekel wijzen de ingroeiperiode van 6 jaar af en stellen 5 jaar voor met 80% compensatie in het eerste jaar in plaats van 100%. d. De raad van Haaren wijst de ingroeiperiode van 6 jaar af en stelt 3 jaar voor met 75% compensatie in het eerste jaar. e. De raden van Veghel, Schijndel, Uden, Oss, Sint Oedenrode en Sint Michielsgestel hebben bij hun afwijzende zienswijze de volgende overwegingen gegeven: Het strategisch huisvestingsplan dat nog in voorbereiding is kan niet worden los gezoen van de verdeelsleutel, een verdeelsleutel alleen op basis van inwonertal is te beperkt, onvoldoende duidelijk is welk specifiek voordeel de nadeelgemeenten hebben, er is onvoldoende gekeken naar duurdere posten in het buitengebied, gemeente Uden wordt met hoge kosten wegens nieuwbouw brandweerkazerne geconfronteerd, verdeelsleutel op basis van historische kosten in combinatie met inwonertallen (Oss en Uden), verdeelsleutel moet meer recht doen aan alle mee te wegen aspecten (Schijndel), verdeelsleutel op basis van meervoudige variabelen (Sint Oedenrode), verdeelsleutel op basis van de algemene uitkering functie 120 en overwegen om binnen de veiligheidsregio een basispakket en een keuzepakket te ontwikkelen (Sint Michielsgestel). De raden van Uden, Oss en Sint Oedenrode hebben een motie aangenomen waarin zienswijzen worden bekrachtigd. Mevrouw Buijs-Glaudemans complimenteert de bestuurlijke en ambtelijke werkgroepen nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg en in het bijzonder beide voorzitters, de heer Buijs (Bestuurlijke werkgroep), mevrouw Woestenberg (ambtelijke werkgroep) en mevrouw Hellings (secretaris bestuurlijke en ambtelijke werkgroep en steller) met het zorgvuldige voorbereidende werk om tot het voorliggende voorstel te komen. De werkgroepen hebben drie opties onderzocht en zijn op basis van de criteria: er is één veiligheidsregio en één brandweer en dat vraagt om solidariteit van de gemeenten en de verdeelsleutel moet eenvoudig en helder zijn zodat hij vaker en ook bij andere intergemeentelijke samenwerkingsverbanden kan worden toegepast, tot de keuze gelijk bedrag per inwoner gekomen. Helaas zijn de herverdelingseffecten ten opzichte van de huidige verdeelsleutel, die op de historische gemeentelijke uitgaven van voor de regionalisatie van de brandweer was gebaseerd, onverteerbaar voor de Gemeente Oss. 2
Mevrouw Sijbers is blij met het voorstel, dat overigens wel even op zich heeft laten wachten. De door de gemeenten in Brabant-Noord in 2010 gemaakte keuze om de brandweer gezamenlijk te gaan organiseren moet onvermijdelijk tot een nieuwe uniforme verdeelsleutel leiden. Ze heeft er begrip voor dat de nadeelgemeenten gedurende een overgangsperiode worden gecompenseerd maar vindt een termijn van vijf jaar niet wenselijk. Drie jaar moet voldoende zijn. Als het Algemeen Bestuur uiteindelijk in meerderheid voor een overgangstermijn van vijf jaar kiest moet wel al in 2017 met de doorvoering worden begonnen. Mevrouw Zwijnenburg-Van der Vliet ondersteunt de voorgestelde nieuwe verdeelsleutel en begrijpt dat doorvoering hiervan tot voor- en nadeelgemeenten zal leiden. Haaren acht een overgangstermijn van drie jaar voldoende. De heer Bos zou graag zien dat de voorgestelde verhoging van de huisvestingskosten bespreekbaar wordt gemaakt. Hij stelt voor om eerst de uitkomsten van het huisvestingskostenonderzoek af te wachten. Voorts stelt hij voor om de rekenrente in 2017 op 2% en niet op 3% te stellen. Tenslotte vindt hij dat de verlaging van de BDUR niet door een verhoging van de gemeentelijk bijdragen moet worden gecompenseerd. Mevrouw Moorman laat weten dat de gemeente Bernheze voor de nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg is. De heer Pommer spreekt zijn waardering uit voor het door de bestuurlijke en ambtelijke werkgroep verdeelsleutel verrichte werk en dankt in het bijzonder mevrouw Hellings. De heer Pommer laat weten dat de gemeenteraad van Sint Michielsgestel de nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg afwijst. De heer Hellegers laat weten dat het voorstel voor de nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg voor de gemeenteraad van Uden onverteerbaar is. De heer Hellegers betreurt het dat het voorstel nieuwe verdeelsleutel is losgekoppeld van het huisvestingsplan dat momenteel ook wordt voorbereid. De heer Hamming spreekt eveneens zijn waardering voor het werk van de bestuurlijke en ambtelijke werkgroepen verdeelsleutel uit. Ondanks dat Heusden in de toekomst een hogere bijdrage zal betalen heeft de gemeenteraad toch een instemmende zienswijze uitgebracht. De heer Maas bericht dat de gemeenteraad van Sint Oedenrode het voorstel voor de nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg afwijst. Mevrouw Adema spreekt haar waardering uit voor de beide werkgroepen en de brandweer verrichte werk. Jammergenoeg is het huisvestingsplan in wording niet bij het ontwikkelen van de nieuwe verdeelsleutel betrokken. Ze stelt voor een verdeelsleutel te ontwikkelen die niet alleen op inwonertal is gebaseerd. Een keuze voor een verdeelsleutel op basis van inwonertal zal ook moeten worden vertaald naar het aantal stemmen dat elk lid van het Algemeen Bestuur uitbrengt. De gemeenteraad van Veghel heeft een afwijzende zienswijze uitgebracht met betrekking tot de voorgestelde verdeelsleutel kosten brandweerzorg. De raad is van mening dat solidariteit grenzen kent. De heer Walraven laat weten dat de gemeenteraad van Mill en Sint Hubert het voorstel voor de nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg van harte ondersteunt. De heer Hillenaar erkent dat doorvoering van de voorgestelde nieuwe verdeelsleutel in een aantal gevallen tot forse verschillen met de huidige bijdragen aan de brandweerzorg zal leiden. De gemeenteraad van Cuijk heeft een instemmende zienswijze uitgebracht. De heer Buijs laat weten dat de gemeenteraad van Boxtel ondanks de geringe bijdrageverhoging als gevolg van de nieuwe voorgestelde verdeelsleutel en ondanks de reductie van het brandweerpotentieel als gevolg van bezuinigingen en doorvoering van de vernieuwde repressie toch een instemmende zienswijze heeft uitgebracht. 3
De voorzitter geeft aan begrip te hebben voor de pijn die door verschillende gemeenten zal worden geleden als de nieuwe verdeelsleutel wordt doorgevoerd. Aan de stellingnamen die tijdens de vergadering naar voren zijn gekomen leidt de voorzitter af dat de leden van het Algemeen Bestuur er behoefte aan hebben om de knoop door te hakken. Vanaf de start van de geregionaliseerde brandweer is inmiddels 15% bezuinigd en zal als gevolg van de realisatie van eerder afgesproken taakstellingen in de komende jaren nog zo n 9 % worden bezuinigd. Ondanks dat moeten veiligheidsregio en brandweer aan steeds meer en bovendien hogere eisen voldoen. Alle organisatorische veranderingen en personeelsreducties hebben ertoe geleid dat een volledig andere organisatie is ontstaan dan waarmee in 2011 is begonnen. Er is geen verband meer tussen de huidige gemeentelijke bijdragen die op afzonderlijke gemeentelijke grondslagen en voorzieningen van 2009 zijn gebaseerd en de huidige kosten van het gemeenschappelijke voorzieningen niveau in en ten behoeve van de afzonderlijke gemeenten. Bij start van de geregionaliseerde brandweer is afgesproken na vijf jaar naar de verdeelsleutel te kijken en met een voorstel voor een uniforme verdeelsleutel op basis van objectieve criteria te komen. Dat voorstel ligt er nu en lijkt ten opzichte van andere opties het meest redelijke compromis. De voorzitter geeft aan dat uitstel van de besluitvorming geen oplossing is. Hij erkent dat dit voorstel voor sommige gemeenten pijn doet. Andere onderzochte opties zouden nog meer pijn opleveren en zouden bovendien onvoldoende toekomstbestendig en stabiel zijn. De veiligheidsregio is gebouwd op de solidariteit van de samenwerkende gemeenten. Om de pijn van de voorgestelde verdeelsleutel enigszins te verzachten wordt voorgesteld een ingroeitermijn van zes jaar te hanteren. Om de discussie niet verder te compliceren is ervoor gekozen om het huisvestingsplan nu niet bij de gedachtewisseling en besluitvorming over de nieuwe verdeelsleutel te betrekken. Voor de totstandkoming van het huisvestingsplan en de daarbij te maken keuzes is eveneens een zorgvuldig proces van voorbereiding en besluitvorming noodzakelijk. Tot slot spreekt de voorzitter zijn waardering voor Mark Buijs, Irma Woestenberg en Anne Hellings uit die hun uiterste best hebben gedaan om voor dit gecompliceerde dossier een heldere en eenduidige oplossing voor te stellen. Mevrouw Zwijnenburg-Van Vliet wil een voorstel van orde indienen: Stem per afzonderlijk beslispunt over het voorstel voor de nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg. De heer Buijs reageert dat de werkgroepen een integraal voorstel hebben gedaan waarbij alle beslispunten uitdrukkelijk met elkaar samenhangen. Dat vraagt om een stemming over het volledige integrale voorstel en dus niet over afzonderlijke beslispunten. De voorzitter vraagt wie voor het ordevoorstel is om per beslispunt over het voorstel nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg te stemmen en wie tegen. Uitslag van de stemming: Voor: 3 stemmen; tegen: 12 stemmen. Ordevoorstel is verworpen. Vervolgens stelt de voorzitter voor het volledige voorstel in stemming te brengen. Mevrouw Zwijnenburg- Van der Vliet geeft aan met het voorstel te kunnen instemmen met uitzondering van de ingroeitermijn van 6 jaar om de nadeelgemeenten ten laste van de voordeelgemeenten te compenseren. Mevrouw Sijbers sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Zwijnenburg-Van der Vliet. De voorzitter reageert dat de door de gemeenteraden uitgebrachte zienswijzen helder zijn, doch brengt het volledige voorstel in stemming. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit met 10 stemmen voor en 5 tegen om met betrekking tot de nieuwe verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdrage in de kosten van de brandweerzorg van de Veiligheidsregio Brabant-Noord als volgt: 1. De verdeelsleutel voor de gemeentelijke bijdrage aan de regionale brandweer bestaat m.i.v. 2017 uit een vast bedrag per inwoner. Het bedrag wordt als volgt bepaald: de bij de Programmabegroting van jaar X vastgestelde totale gemeentelijke bijdrage, gedeeld door het aantal inwoners van jaar X-1 (conform de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011, artikel 10.3 lid 3). 2. In verband met herverdeeleffecten geldt er een ingroeiperiode van 6 jaar. Het verschil met de bijdrage conform de Programmabegroting 2015 zal voor de nadeelgemeenten in 2017 met 100%, in 2018 met 80%, in 2019 met 60%, in 4
2020 met 40% en tenslotte in 2021 met 20% worden gecompenseerd. Voor de voordeelgemeenten geldt het omgekeerde (voor bedrag per gemeente, zie navolgende tabel). Dit zijn vaste bedragen die niet zullen worden herrekend of geïndexeerd. 3. Het kwaliteitsniveau van de brandweerzorgtaken binnen de regio wordt door het Algemeen Bestuur in het vierjaarlijkse regionale beleidsplan bepaald, individuele gemeenten kunnen hierbij gemeentelijke kaders aan de Veiligheidsregio meegeven en voorts hun zienswijze op het concept-plan uitbrengen, doch geen uitzonderingen op het regionale zorgniveau aanbrengen (conform Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord, artikel 3.3. Taken Brandweerzorg). De burgemeesters van Uden, Oss, Sint Michielsgestel, Sint Oedenrode en Veghel hebben tegen dit voorstel gestemd. De voorzitter constateert dat het voorstel nieuwe verdeelsleutel kosten brandweerzorg hiermee is aangenomen. Vervolgens brengt de voorzitter het concept-beleidskader 2017 met inachtneming van de door de gemeenteraden uitgebrachte zienswijzen in stemming. In de uitgebrachte zienswijzen is door drie gemeenteraden gevraagd de rekenrente van 3% naar 2% te verlagen. Volgens de Financiële verordening van de veiligheidsregio wordt de rekenrente van de gemeente s-hertogenbosch gehanteerd, te weten op dit moment 3%. De consequenties hiervan zijn voor de gemeenten budgettair neutraal. De raad van Boekel is van mening dat de verlaging van de rijksbijdrage BDUR in het kader van de herijking rijksbijdragen en algemene uitkering Gemeentefonds niet aan de veiligheidsregio behoeft te worden gecompenseerd. Het Dagelijks Bestuur is echter van mening dat deze compensatie wel noodzakelijk is om geen gat in de noodzakelijke inkomsten van de veiligheidsregio te laten ontstaan. Het enige alternatief is extra bezuinigingen voor de veiligheidsregio. Het Dagelijks Bestuur is niet bereid dit voor te stellen. Tenslotte hebben de raden van vier gemeenten en het college van één gemeente voorgesteld om eerst een onderzoek naar de stijging van de huisvestingskosten te doen en pas daarna te besluiten om deze met de voorgestelde 200.000 te verhogen. Het Dagelijks Bestuur merkt hierbij op dat de brandweer het gevraagde onderzoek reeds heeft gedaan, doch dat hieruit geen naar afzonderlijke gemeenten herleidbare bedragen kunnen worden geconcludeerd. Feit is dat de in 2011 overgedragen budgetten gebaseerd zijn op rekeningscijfers van 2009 doch de uitgaven voor gebruikersonderhoud, schoonmaken en energie sedertdien zodanig gestegen zijn dat dit niet meer binnen de overgedragen budgetten mogelijk is. Voor 2017 wordt rekening gehouden met een tekort van 200.000 en het is dit bedrag dat het Dagelijks Bestuur als verhoging heeft voorgesteld. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om met inachtneming van de door de gemeenteraden en colleges uitgebrachte zienswijzen het Beleidskader Veiligheidsregio Brabant-Noord 2017 vast te stellen met inachtneming van de volgende uitgangspunten: 1. De indexering op basis van cijfers van de Gemeente s-hertogenbosch (loonindex 1,67% en prijsindex 0,00%), met uitzondering van de GHOR deze indexering vindt plaats op basis van de cijfers van de Gemeente Tilburg (loonindex 0,25% en prijsindex 1,25%). Uiterlijk bij de vaststelling van de Programmabegroting 2017 zal voor de VR de definitieve index worden vastgesteld. 2. Een rekenrente 3% t.b.v. Brandweer Brabant-Noord en Bevolkingszorg Brabant-Noord op basis van cijfers van de gemeente s-hertogenbosch. 3. Een verhoging van de gemeentelijke bijdragen met 229.000 vanaf 2017 ter compensatie van de verlaging van de BDuR uitkering met 229.000. 4. Een verhoging van de gemeentelijke bijdragen aan de Brandweer met 200.000 vanaf 2017 voor huisvestingkosten van de Brandweer. 5. Een verlaging van de gemeentelijke bijdrage aan de GHOR met 35.000 als gevolg van efficiënter werken en aansturen. Een halve (management)formatieplaats zal vrijvallen. 6. De overige huisvestingkosten van Brandweer Brabant-Noord, dit betreft met name kantoren, werkplaatsen, opleidingsruimten en overige zaken. In de Programmabegroting 2017 zal hiervoor in het investeringsoverzicht en in de meerjarenraming van de exploitatie vanaf 2018 een P.M. post worden opgenomen. 7. Beleidsontwikkelingen BBN waaronder: a. Het project RemBrand, voor minder brand, minder slachtoffers en minder schade. b. Locatie-onafhankelijke bluswatervoorziening, de brandweer wordt geconfronteerd met een afname van het aantal voor de uitvoering van de brandweerzorg geschikte waterleidingen en wil daardoor minder afhankelijk worden van ondergrondse of bovengrondse brandkranen als primaire bluswaterwinning. 8. Beleidsontwikkelingen GHOR waaronder: 5
a. Het verder loslaten van de uitvoerende geneeskundige taken en het verleggen van de focus van de GHOR naar coördinatie, aansturing en regie van het geneeskundig netwerk. b. Een versteviging van de samenwerking met GHOR Midden- en West-Brabant en de GGD-en in de beide regio s. 9. Beleidsontwikkelingen GMC waaronder het komen tot een Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO), waarbij vooralsnog wordt prioriteit gelegd bij: a. het onder verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio s samenvoegen van de bestaande 2 meldkamers tot 1 meldkamer Oost-Brabant. b. De transitie van ICT. De burgemeesters van Heusden, Sint Anthonis, Boekel en Haaren hebben een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de verhoging van de huisvestingskosten ad 200.000. De burgemeesters van Landerd en Sint Anthonis hebben een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de rekenrente die zij op 2% in plaats van de voorgestelde 3% wensen gesteld. De burgemeester van Boekel heeft een voorbehoud gemaakt bij de compensatie van de verlaagde BDUR-uitkering door verhoging van de gemeentelijke bijdrage. 5. Businesscase huisvesting, ICT en inrichting meldkamer Oost-Brabant De heer Maas vraagt of de adoptieambtenaren advies over dit voorstel hebben uitgebracht. De heer Verlaan antwoordt dat naast de Businesscase Huisvesting, ICT en inrichting meldkamer Oost-Brabant er zo mogelijk later dit jaar nog een businesscase Personeel en Organisatie komt. Ook moeten er afspraken tussen de samenwerkende partijen worden gemaakt over verdeelsleutels, bestuurlijke aansturing, begroting, beheer, verantwoording en dergelijke. Pas hierna kan een begroting voor de nieuwe meldkamer worden opgesteld waarbij uiteraard ook de adoptieambtenaren en de Financiële Commissie zullen worden geraadpleegd. De Businesscase die thans is voorgelegd is bedoeld als uitgangspunt voor aanbesteding van de verbouwing van het huidige GMC Brabant-Noord tot Meldkamer Oost- Brabant. Volgens de huidige planning moet de nieuwe meldkamer in het tweede kwartaal van 2018 worden opgeleverd. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: 1. In te stemmen met de businesscase Huisvesting, ICT en inrichting Meldkamer Oost-Brabant. 2. In te stemmen met de randvoorwaarden, samenwerkingsafspraken en begrotingsconsequenties. 6. Convenant opvang en verzorging Rode Kruis De heer Smarius licht het convenant opvang en verzorging Rode Kruis toe. Het betreft de opvolger van een in 2005 tussen de toenmalige Hulpverleningsdienst en het Rode Kruis gesloten overeenkomst. De personele ondersteuning door het Rode Kruis op basis van het nieuwe convenant betreft het inrichten van een tijdelijk opvangcentrum voor verplaatste burgers gedurende maximaal 48 uur. Voorts kan het Rode Kruis gemeenten ondersteunen bij de crisisnoodopvang van vluchtelingen gedurende maximaal 72 uur. Op de door het Rode Kruis in rekening te brengen kosten ad 17.500 ten laste van het Programma Bevolkingszorg zal in het eerste jaar (2016) 14% en in het tweede jaar 7% (2017) in mindering worden gebracht. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om met het Nederlands Rode Kruis het convenant inzake opvang en verzorging te sluiten. 7. Voorstel ter goedkeuring van ICT-investeringen 20115/2016 De heer Verlaan licht toe dat in december 2015 de geplande vervanging van telefonie en het ICT-netwerk is gerealiseerd doch het Algemeen Bestuur nog niet had besloten over toewijzing van de hiertoe noodzakelijke budgetten. Met het oog op de rechtsmatigheidsverklaring van de account dient dit besluit voorafgaande aan de vaststelling van de Jaarverantwoording en resultaatbestemming 2015 alsnog te geschieden. Het voorliggende voorstel voorziet hierin. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: 1. Een investeringskrediet van 185.157 toe te kennen voor vervanging van afgeschreven mobiele telefoons. 6
2. Een investeringskrediet van 305.000 toe te kennen voor bekostiging van de migratie naar de nieuwe ICT-provider RAM IT. TER INFORMATIE 8. Uitvoeringsprogramma risicocommunicatie De heer Verlaan licht toe dat het uitvoeringsprogramma de uitwerking betreft van het in juni 2015 door het Algemeen Bestuur vastgestelde Strategische Beleidsplan Brabantse Krachtenbundeling Risicocommunicatie. Ook het uitwerkingsprogramma wordt Brabantbreed opgepakt door de drie Brabantse veiligheidsregio s ter ondersteuning van de gemeenten bij hun wettelijke taak op het gebied van risicocommunicatie naar hun inwoners. De kosten en personele inzet zijn voor de Veiligheidsregio Brabant-Noord reeds in de Programmabegroting 2016 meegenomen. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om kennis te nemen van het Uitvoeringsprogramma Risicocommunicatie Brabantbreed 2016 2018. 9. Voortgangsrapportage uitvoering op orde (versie 1.8 maart 2016) De heer Verlaan licht toe dat de voortgangsrapportage een overzicht bevat van de uitvoering van de wettelijke taken door de veiligheidsregio. De veiligheidsregio geeft in ieder geval op het minimaal noodzakelijke niveau uitvoering aan alle wettelijke taken. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om de Voortgangsrapportage uitvoering op orde (versie 1.8 maart 2016) voor kennisgeving baan te nemen. 9a. Stand van zaken opvang vluchtelingen Brabant-Noord De voorzitter deelt mee dat op 8 april 2016 de voorzitters van de Brabantse veiligheidsregio s met de Commissaris van de Koning hebben gesproken over de voortgang bij het scheppen van locaties voor opvang van vluchtelingen. Voor opvanglocaties geldt een ondergrens van 300 vluchtelingen en voor een satellietopvanglocatie van 100 vluchtelingen. Staatssecretaris Dijkhoff is bereid in gesprek te gaan over een opvanglocatie in s-hertogenbosch voor 800 vluchtelingen en vier satellietopvanglocaties van elk 100 vluchtelingen in Heusden en Boxtel. Alle gemeenten zullen naar rato van hun inwonertal een bijdrage aan de opvang van vluchtelingen moeten bieden. Binnen Brabant-Noord zijn drie subregio s gevormd waarbinnen gemeenten gevraagd zijn samen te werken bij het vinden van opvanglocaties. Op 15 mei 2016 moet elke subregio met een plan van aanpak komen voor het daadwerkelijk vinden en realiseren van opvanglocaties. Staatssecretaris Dijkhoff heeft inmiddels laten weten dat satellietopvanglocaties altijd verbonden zullen moeten zijn met reguliere asielzoekerscentra. Voorts is hij niet bereid om budgetten aan gemeenten over te dragen met het mandaat om de opvang van vluchtelingen zelf te organiseren. De heer Buijs begrijpt de reactie van Staatssecretaris Dijkhoff niet. Gemeenten zijn bereid de Staatssecretaris te ontzorgen en willen bovendien de meerkosten zelf dragen. Hij hoopt dat gemeenten alsnog de ruimte krijgen om zelf opvanglocaties te realiseren. De heer Pommer vraagt hoe de veiligheidsregio omgaat met eisen op het gebied van brandveiligheid en volksgezondheid bij alternatieve locaties voor opvang van vluchtelingen? Voorts vraagt hij hoe gemeenten het beste kunnen omgaan met dreigbrieven en protesten vanuit de bevolking tegen mogelijke opvanglocaties voor vluchtelingen? De heer Verlaan antwoordt dat een multidisciplinair team potentiële opvanglocaties toetst op de toepasselijke regelgeving op het gebied van volksgezondheid, brandveiligheid en dergelijke. De heer Buijs wil graag een beroep doen op de provincie om regels op het gebied van de ruimtelijke ordening e.d. soepel toe te passen op opvanglocaties voor vluchtelingen. 7
Mevrouw Moorman is bereid het door de Gemeente Bernheze ontwikkelde draaiboek met betrekking tot de openbare orde en veiligheidsproblematiek rond de informatie uitwisseling met omwonenden van opvanglocaties beschikbaar te stellen. De voorzitter sluit de behandeling van dit agendapunt af met de opmerking dat alle gemeenten gevraagd worden met spoed mee te werken aan het realiseren van de afgesproken opvanglocaties voor vluchtelingen in Brabant-Noord. 10. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. THEMAGEDEELTE 11. Passende Brandweerzorg bij OMS-meldingen De heer Bertels licht de achtergronden toe van het per 1 december 2014 doorgevoerde beleid om meldingen van het Openbaar Meld Systeem (OMS) aan de hand van een beoordelingsprotocol te toetsen. Bij elke OMS-melding wordt contact gelegd met de betreffende abonnee om na te gaan of sprake is van een daadwerkelijke brand of een ander incident waarbij de brandweer in actie moet komen of van een storing of door gebruikers- of bedienfouten op de locatie van de abonnee waardoor een loos alarm is gegenereerd. Indien binnen de maximale verwerkingstijd van 5 minuten niet duidelijk wordt in hoeverre er wel of niet sprake is van een daadwerkelijke brandmelding rukt de brandweer zonder zwaailicht en sirene alsnog uit om ter plaatse te onderzoeken wat er aan de hand is. Voorts zijn er locaties met OMS-aansluiting waar verminderd zelfredzamen verblijven en waarnaar in principe bij OMS-meldingen altijd prio 1 wordt uitgerukt. Opgemerkt moet worden dat bij dergelijke zorg- en penitentiaire instellingen de alarmopvolging bij een OMS over het algemeen goed georganiseerd is zodat snel bij de Meldkamer Brandweer duidelijk wordt of wel of geen sprake is van een loze melding, storing of bedien- of gebruikersfout. Sedert de doorvoering van de beoordeling van OMS-meldingen is het aantal spoedeisende (prio 1) uitrukken naar aanleiding van OMS-meldingen met factor 10 afgenomen. In totaal is het aantal verkeersbewegingen met voorrangsmiddelen (zwaailichten en tweetonige hoorn) met factor 20 afgenomen. Afgezien van de hierdoor bereikte besparingen op uitrukkosten wordt hierdoor ook nodeloos gevaar voorkomen voor zich na alarmoproep naar brandweerkazernes verplaatsende brandweerlieden en uiteraard ook voor overige verkeersdeelnemers. De voorzitter vraagt in hoeverre als gevolg van toepassing van het beoordelingsprotocol tot nu toe ook één of meerdere malen ten onrechte niet naar aanleiding van een OMS-melding is uitgerukt of de ter verificatie uitgezonden brandweereenheid ter plaatse constateert dat toch sprake is van een daadwerkelijke brand? De heer Bertels antwoordt dat hem geen situaties bekend zijn waarbij dit zich heeft voorgedaan. Hij merkt aanvullend op dat OMS abonnees van instellingen lwaar verminderd zelfredzamen verblijven zoals bij voorbeeld de PI in Vught in de regel een goede alarmopvolging hebben waardoor spoedig bekend is in hoeverre sprake is van een echte of loze OMS-melding. De voorzitter dankt de heer Bertels voor zijn heldere toelichting. 12. Grootschalige Geneeskundige Bijstand, Bevolkingszorg en Nederlands Rode Kruis De heer Arts (GHOR), Smarius (Bevolkingszorg) en Geurtsen (Rode Kruis) lichten achtereenvolgens de nieuwe organisatie van de Grootschalige Geneeskundige Bijstand, de verzorging van lichtgewonden door het Rode Kruis en de inrichting van opvang voor verplaatste burgers en crisisnoodopvang toe. De heer Arts vertelt dat als gevolg van veroudering van materieel en uitrusting en de behoefte om meer aansluiting te zoeken bij de reguliere ambulancezorg de grootschalige geneeskundige hulpverlening door de Geneeskundige Combinatie onder de vlag van de GHOR is opgeheven. In de plaats daarvan is met ingang van 18 januari 2016 in Brabant-Noord een nieuwe structuur voor Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB) is doorgevoerd. De GGB wordt in de eerste plaats door de reguliere eenheden van de regionale ambulancezorg uitgevoerd waarbij afhankelijk van aard en omvang van het incident 8
wordt opgeschaald en uit op te roepen ambulancemedewerkers die geen dienst hebben zogenaamde calamiteitenteams worden gevormd. Daarnaast wordt zonodig een beroep gedaan op ambulance eenheden en calamiteitenteams uit andere veiligheidsregio s. Met behulp van GGB kunnen bij een incident maximaal 250 slachtoffers worden gestabiliseerd, hierop levensreddende handelingen worden toegepast en afhankelijk van de aard van verwondingen worden afgevoerd naar een algemeen of gespecialiseerde medische zorginstelling. De regionale ambulancevoorziening richt zich hierbij in de eerste plaats op de behandeling van ernstig gewonden (T1 en T2 slachtoffers). Het Rode Kruis richt uit daarvoor opgeleide vrijwilligers zogenaamde noodhulpteams van elk 40 vrijwilligers in voor de opvang en verzorging van lichtgewonden (T3 slachtoffers). De heer Geurtsen voegt hieraan toe dat daar waar de Rode Kruis vrijwilligers tot nu toe ondersteunende taken ten behoeve van de professionele hulpverleners vervulden in de Geneeskundige Combinatie ze bij de Grootschalige Geneeskundige Bijstand verantwoordelijk zijn voor de medische zorgverlening van lichtgewonden en de noodopvang van niet-gewonde slachtoffers van de ramp of crisis voor zover de gemeenten zelf nog geen opvang hebben gerealiseerd. De heer Smarius merkt op dat de gemeenten in het kader van het rampenbestrijdingsproces bevolkingszorg zelf zorgdragen voor de opvang van niet-gewonde slachtoffers. Het Rode Kruis kan worden gevraagd om voor maximaal 48 uur een noodopvang te bemensen voor niet-gewonde slachtoffers van een ramp of crisis of een crisisnoodopvang voor maximaal 72 uur te organiseren voor opvang van vluchtelingen. De heer Buijs vraagt hoe Rode Kruisvrijwilligers samenwerken met andere vrijwilligers van bij voorbeeld de brandweer? De heer Geurtsen antwoordt dat brandweervrijwilligers feitelijk parttime medewerkers van de brandweer zijn en daarmee een ambtelijke status hebben die vergelijkbaar is met die van beroepskrachten. Voor Rode Kruisvrijwilligers is het belangrijk om heldere afspraken te maken over taken, rollen en verwachtingen. De samenwerking tussen Rode Kruis vrijwilligers en vrijwilligers van andere organisaties en overigens ook met beroepskrachten hoeft geen probleem te zijn als ieders taken en rollen duidelijk zijn. Rode Kruis vrijwilligers zijn voor hun taken en rollen opgeleid en geoefend en zijn door hun kleding als zodanig herkenbaar. De heer Pommer vraagt zich af of Rode Kruis vrijwilligers het gevoel hebben dat ze taken hebben moeten afstoten nu ze zich alleen nog bezig houden met medische hulp aan lichtgewonden? De heer Arts antwoordt dat de Rode Kruis vrijwilligers bij de vroegere Geneeskundige Combinatie een handlangersfunctie ten opzichte van de professionele hulpverleners van ambulanceteams en traumateams vervulden, terwijl ze nu in het kader van de Grootschalige Geneeskundige Bijstand een eigenstandige taak bij de hulpverlening aan T3 slachtoffers hebben. Dit sluit goed aan bij het competentieniveau van de vrijwilligers en levert zeker geen devaluatie van taken en rollen op. De voorzitter vindt het plezierig dat op een goede en constructieve wijze de reeds lang bestaande samenwerking met het Nederlands Rode Kruis op zowel het gebied van de Grootschalige Geneeskundige Bijstand als de noodopvang van slachtoffers en de crisisnoodopvang van vluchtelingen is vernieuwd. Het is belangrijk dat de vrijwilligers van het Rode Kruis hun belangrijke werk voor de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie kunnen en willen blijven vervullen. De voorzitter dankt de heren Geurtsen, Smarius en Arts voor hun bijdragen en de aanwezigen voor hun komst en inbreng en sluit de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord d.d. 7 juli 2016 de voorzitter Veiligheidsregio Brabant-Noord de secretaris Veiligheidsregio Brabant-Noord mr. dr. A.G.J.M. Rombouts dr. ir. P. Verlaan MCDm 9