2012 Verslag multidisciplinair overleg Renate Agterhof S1002628 Spaarne ziekenhuis 27-5-2012
Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 2 1. Betrokken disciplines bij het MDO... 3 2. Belang van een MDO tussen de psychiatrie en de geriatrie... 3 3. Scoretabel MDO... 5 4. Reflectieverslag... 6 Literatuur... 6 Inleiding Samenwerking met andere disciplines is een belangrijke taak van de nurse practitioner. Als nurse practitioner geriatrie in opleiding binnen het Spaarne ziekenhuis te Hoofddorp werk ik ook veel samen met andere disciplines. Dit komt mede omdat de zorg voor de geriatrische patiënt complex is en multidisciplinaire samenwerking is gewenst. Zo werken binnen het Spaarne ziekenhus ook de psychiatrie en de geriatrie veelvuldig samen en vindt er wekelijks een multidisciplinair overleg (MDO) plaats. Tijdens dit MDO worden er geriatrische patiënten besproken met een psychiatrisch probleem. Een veel besproken onderwerp is het delier. In hoofdstuk 1 vindt u een lijst met de betrokken disciplines binnen het MDO. In hoofdstuk 2 vindt u een verslag van het belang van een MDO tussen de psychiatrie en de geriatrie. In hoofdstuk 3 vindt u een scoretabel, ingevuld door de betrokken disciplines, met betrekking tot mijn functioneren binnen het MDO psychiatrie/geriatrie. In hoofdstuk 4 sluit ik dit verslag af met een zelfreflectie. Verslag MDO mei 2012 Renate Agterhof, s1002628 Pagina 2
1. Betrokken disciplines bij het MDO Bij de neurologie en de geriatrie zijn de volgende disciplines betrokken: - De psychiater van GGZ ingeest - De psychiater i.o. - De sociaal psychiatrisch verpleegkundige - De specialist (interist-ouderengeneeskunde of de klinisch geriater) - De nurse practitioner geriatrie i.o. - De verpleegkundig consulent geriatrie Het Spaarne ziekenhuis heeft geen eigen psychiatrie afdeling algemeen ziekenhuis (PAAZ). De consulten binnen het zieken m.b.t. de psychiatrie worden verricht door de psychiater en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige van de naast het ziekenhuis geleden geestelijke gezondheidsinstelling GGZ ingeest. De psychiater en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige vormen de psychiatrische consultatieve dienst (PCD). Binnen het ziekenhuis worden er door de PCD veel consulten gedaan bij geriatrische patiënten. In zo n geval is het prettig als de psychiatrie en de geriatrie overleg hebben om zowel het psychische aspect als het medische aspect van de ziekte te kunnen belichten. Van hieruit is het MDO opgericht. Veel van de patiënten die tijdens het MDO besproken worden hebben een delier. In het volgende hoofdstuk leest u meer over het delier en het belang van samenwerken van de psychiatrie en de geriatrie bij geriatrische delirante patiënten. Daarnaast is er een ziekenhuis breed delier protocol. Het is een protocol welke ontwikkeld is door de psychiatrie en de geriatrie en is goedgekeurd door de medische staf. Het wordt gebruikt bij de diagnostiek en behandeling van een delier. 2. Belang van een MDO tussen de psychiatrie en de geriatrie Zoal al in hoofdstuk 1 aangegeven hebben veel patiënten die worden besproken tijdens het MDO psychiatrie, geriatrie een delier. Binnen het Spaarne ziekenhuis zijn, met betrekking tot, voorkomen van vermijdbaar functieverlies de 10 thema s van het veiligheid managementsysteem (VMS) geïmplementeerd. Eén van de tien thema s is het thema kwetsbare ouderen. Het doel van het thema is om alle klinische patiënten van 70 jaar en ouder te screenen op vallen, delier, ondervoeding en fysieke beperkingen. Voor deze vier geriatrische gebieden zijn preventieplannen ontwikkeld. Eén van de preventieplannen betreft dus het preventieplan delier. Dit preventieplan is ontwikkeld aan de hand van recente richtlijnen en protocollen delier en delierpreventie. De preventieplannen zijn ontwikkeld voor verpleegkundigen. De preventieve verpleegkundige-intereventies die ingezet kunnen worden zijn onder ander; tijdig screenen van de patiënt op het risico op delier, het afnemen van de delier observaties schaal (DOS) en het inzetten van zogenaamde psychohygiënische maatregelen (7,8,9). Het voordeel van de screening is dat een delier eerder wordt herkent door de verpleegkundigen. Vaak was dit alleen het geval als het om een actief delier gaat en werd een stil delier niet herkent terwijl de behandeling van beiden even belangrijk is. Er zijn meerdere definities van een delier in omloop, de bekendste is die uit de 4e editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorder van de American Psychiatric Association. Verslag MDO mei 2012 Renate Agterhof, s1002628 Pagina 3
Volgens classificatie van de DSM-IV moet het delirium aan de volgende criteria voldoen: A. Bewustzijnsstoornis (dat wil zeggen verminderd helderheid van het besef van de omgeving) met afgenomen vermogen om de aandacht te concentreren, vast te houden of te verplaatsen. B. Een verandering in het cognitief functioneren (zoals geheugenstoornis, desoriëntatie, taalstoornis) of het optreden van een waarnemingsstoornis die niet verklaard kan worden door een reeds aanwezige, vastgestelde of zich ontwikkelende dementie. C. De stoornis ontwikkelt zich in korte tijd (meestal uren tot dagen) en neigt ertoe in het verloop van de dag te fluctueren (3,4). Het voorkomen van een delier bij kwetsbare ouderen is binnen het Spaarne ziekenhuis een belangrijk onderdeel van de preventieve zorg. Mocht een delier toch ontstaan dan is een snelle en adequate behandeling noodzakelijk. Een delier is een psycho-organische stoornis. De oorzaak is lichamelijk (het disfunctioneren van de hersenen), maar de verschijnselen zijn psychisch. Daarom is de samenwerking tussen de psychiatrie en de geriatrie van groot belang. De behandeling van het delier bestaat uit twee delen. Namelijk het behandelen van de onderliggende oorzaak van het delier en het saneren van de medicijnen die een delier uit kunnen lokken. Allereerst zijn bij een delier altijd niet-medicamenteuze interventies vereist. Verder kan er als de patiënt een gevaar is voor zichzelf of anderen of als de patiënt lijdt gestart worden met medicamenteuze behandeling van het delier. Toepassen van niet-medicamenteuze interventies is minstens zo belangrijk als de behandeling met medicatie. Het inzetten van de zogenaamde psychohygiënische maatregelen is wetenschappelijk bewezen effectief (Inouye 1999) (1-9). Naast de wekelijkse MDO s psychiatrie/geriatrie worden er ook tussendoor telefonische consulten besproken of worden de consulten gezamenlijk gedaan om het beleid onderling af te kunnen stemmen. Verslag MDO mei 2012 Renate Agterhof, s1002628 Pagina 4
3. Scoretabel MDO Verslag MDO mei 2012 Renate Agterhof, s1002628 Pagina 5
4. Reflectieverslag Het voeren van een MDO gaat over het algemeen goed. Het is voor mij fijn om van mijn leermeester, Gooke Lagaay, feedback te krijgen op deze rol. Het bijwonen van een MDO is namelijk niet iets waar ik vaak feedback op krijg en ik merk dat het voor mij belangrijk was om dit even te bespreken. Iets waar ik in het vervolg zeker op ga letten is dat ik duidelijk prioriteiten kan stellen. Dit is iets wat ik kan doen door een MDO goed voor te bereiden en vooraf de doelen op te stellen. Dit neem ik mee als leerdoel naar de MDO s. Ook is het van belang om, zoals ik al in dit verslag schreef, de MDO psych/geriatrie te blijven doorvoeren. Het is wel noodzaak om hier een meer planmatige aanpak voor te organiseren. Ook dit is iets van ik met de betrokken disciplines op ga pakken. Literatuur 1. Jansen P.A.F, Laan van der J.R., Schols J.M.G.A ; 2007. Het geriatrieformularium. Houten:Bohn Stafleu van Loghum 2. Van der Weele GM, Van Dijk A, Eekhof JAH, Olde Rikkert MGM, Scholtes ABJ, Veehof LJG, Janssen PGH, Eizenga WH. NHG-Standaard Delier bij ouderen, Huisarts Wet 2003;46(3):141-6. 3. American Psychiatric Association Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. 4th edition, Text Revision. Washington DC, 2000 4. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. (CBO) Richtlijn Delirium. Amsterdam: Boom; 2004. 5. Schuurmans, MJ, Van der Woude, J. Richtlijn Acute verwardheid/delier, UMC Utrecht. http://www.umcutrecht.nl/subsite/valpreventie/richtlijnen/richtlijn-acute-verwardheiddelier/ 6. Mast van der R. et. al. (2010) Handboek ouderenpsychiatrie. Utrecht: De Tijdstroom 7. Rooij de S.E.J.A et al (2009) VMS praktijkgids kwetsbare ouderen. VMS veiligheidsprogramma. www.vmszorg.nl 8. Van Melick EJM, De Vries OJ. Geneesmiddelen en ouderen: het delirium Geneesmiddelenbulletin 2002;36:73-8 9. Delirium in older people John Young, Sharon K Inouye BMJ 2007;334:842-846 doi:10.1136/bmj.39169.706574.ad (Published 19 April 2007) Verslag MDO mei 2012 Renate Agterhof, s1002628 Pagina 6