N. (Nienke) Daniels Senior adviseur, VBS Helpdesk VBS, september 2017 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1
INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2
1. Met de cao po 2014/2015 hebben werknemers recht gekregen op duurzame inzetbaarheid (i. De regeling bestaat uit: Basisbudget 40 uur per jaar (voor iedereen naar rato van het dienstverband) Bijzonder budget voor startende leraren (40 uur) Bijzonder budget oudere werknemers (130 uur) Duurzame inzetbaarheid heeft als doel de werkdruk te verlagen. De uren kunnen ingezet worden voor het verlichten van de werkdruk. Vooraf moet overleg en achteraf verantwoording plaatsvinden over besteding van de duurzame inzetbaarheidsuren. In de cao po (2016/2017) zijn de volgende bepalingen t.a.v. overleg en de bestedingsdoelen basisbudget opgenomen: 1. Werkgever en werknemer voeren jaarlijks voorafgaand aan de zomervakantie overleg over de besteding van de duurzame inzetbaarheidsuren, zoals bepaald in dit hoofdstuk. Onderwerpen van gesprek zijn in ieder geval de bestedingsdoelen, het tijdstip waarop de uren worden benut en de wijze waarop verantwoording over de uren wordt afgelegd. 2. De werknemer legt jaarlijks achteraf verantwoording af over de besteding van de uren. 1. Iedere werknemer heeft jaarlijks het recht om 40 uur van de werktijd te besteden aan duurzame inzetbaarheid. 2. Deze uren worden door de werknemer na overleg ingezet voor de volgende bestedingsdoelen: Peerreview Studieverlof Coaching Oriëntatie op mobiliteit Niet plaats- en/of tijdgebonden werkzaamheden 3. In overleg met de werkgever kan ook worden gekozen voor besteding aan andere doelen die bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid. Sparen basisbudget De uren kunnen drie jaar gespaard worden voor een afgesproken doel, waarmee de werknemer op 120 uur uit komt (naar rato van de werktijdfactor). Deze afspraak wordt schriftelijk vastgelegd. Bijzonder budget starters en oudere werknemers Naast het basisbudget voor alle werknemers, hebben starters en oudere werknemers recht op bijzonder budget duurzame inzetbaarheid. Startende leerkrachten hebben recht op 40 uur bijzonder duurzaamheidsbudget, wanneer zij in trede 1 tot 4 van de lerarenschaal zitten. Werknemers van 57 jaar en ouder hebben jaarlijks recht op 130 uur bijzonder duurzaamheidsbudget. Voor werknemers die op 30 september 2014 BAPO-verlof genoten, konden naast de duurzame inzetbaarheid gebruik maken van de overgangsregeling. Met het overgangsbudget kunnen werknemers nog maximaal 170 uur per jaar extra inzetten. Het tijdstip waarop de uren worden benut: De uren duurzame inzetbaarheid zijn onderdeel van de jaartaak. Als werknemers niet met een plan komen, zijn het uren die in de arbeidstijd (t.b.v. andere uren binnen de jaartaak) vallen. De uren kunnen in overleg ingezet worden. Dit kan geclusterd, bijv. per week, of tussen twee vakanties of een hele week. Leerkrachten kunnen de uren duurzame inzetbaarheid ook inzetten tijdens de lesuren. In die situatie zal voor vervanging gezorgd moeten worden. Verantwoording uren duurzame inzetbaarheid VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 3
Het meest praktische is het onderwerp duurzame inzetbaarheid als onderdeel van de reguliere gesprekkencyclus te bespreken. Op de gespreksformulieren, POP formulieren, kan duurzame inzetbaarheid (met afspraken over doel en tijdstip en verantwoording) als onderwerp opgenomen en besproken worden. De uren kunnen daarnaast zichtbaar gemaakt worden via het jaartaakformulier. Wanneer werknemers niet met een plan komen, vallen de uren in de arbeidstijd (jaartaak) van de werknemer. Hierdoor ontstaat er bijv. meer ruimte voor overige taken/schooltaken. Pijlers duurzame inzetbaarheid Duurzame inzetbaarheid is een breed begrip en op meerdere manieren te interpreteren en in te vullen. De literatuur onderscheidt vijf pijlers die van invloed zijn op succesvolle duurzame inzetbaarheid: 1. Werkcontext/werkinhoud 2. Vitaliteit/gezondheid 3. Flexibiliteit/arbeidsmobiliteit 4. Competenties/scholing 5. Attitude/motivatie In de praktijk De opname van duurzame inzetbaarheid in de cao betekent niet dat dit ook op de agenda van de werkgevers staat, laat staan van de individuele werknemer. Veel scholen worstelen met het begrip. In overleg met de MR en het team kan duurzame inzetbaarheid gedefinieerd worden en kunnen kaders afgesproken worden voor wat wel en niet onder activiteiten rondom duurzame inzetbaarheid wordt verstaan. Bij duurzame inzetbaarheid kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het bevorderen van vitaliteit, het ontwikkelen van talenten en/of het bevorderen van mobiliteit. Onderstaand zijn enkele voorbeelden uit de schoolpraktijk gegeven van waar werknemers duurzame inzetbaarheid voor inzetten. Dit zijn praktijkvoorbeelden. Het is aan ieder schoolbestuur in overleg met de MR of zij dit onder duurzame inzetbaarheid willen laten vallen. Voorbeelden: 1. Een schoolbestuur die de begrippen mobiliteit en duurzame inzetbaarheid verbindt. Het doel is om werknemers duurzaam inzetbaar te laten zijn in twee bouwen om zo de duurzame inzetbaarheid van werknemers te vergroten. Werknemers krijgen begeleiding en coaching bij de overstap naar een andere bouw. 2. Voorbeelden in het kader van scholing: Uren sparen om een volgend jaar een master SEN te gaan volgen. De uren worden dan ingezet als studieverlof. Uren gebruiken om colleges op bijv. de universiteit te volgen. 3. Mogelijkheid bieden om de uren in te zetten voor een vitaliteitscheck; heb ik een goede balans in werk en privé? 4. Actief aanbieden van workshops in het kader van duurzame inzetbaarheid zoals: human dynamics en mindfullness. 5. Op een SO-school is een initiatief met sport. Op de scholen zijn alle faciliteiten aanwezig voor sporten en aan het einde van de dag, als deze niet meer door leerlingen gebruikt worden, gaan soms groepen werknemers gezamenlijk sporten in het kader van duurzame inzetbaarheid. De helft van de tijd is eigen tijd en de helft is duurzame inzetbaarheid. Het hoeft niet speciaal op school plaats te vinden; er is bijvoorbeeld ook een hardloopgroep. 6. Het opdoen van werkervaring buiten de school, bijvoorbeeld een week meedraaien op een andere school. 7. Het verrichten van ander werk binnen de school, gericht op het verbreden van de inzetbaarheid (ook al mogelijk als onderdeel van taakroulatie). 8. Inzetten voor herstel van de balans tussen werk en privé voor een beperkte periode. 9. Zorgverplichtingen voor een beperkte periode. VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 4
Vragen om te bespreken op schoolniveau: 1. Wat vinden wij duurzame inzetbaarheid? a. Wat valt er wel onder? b. Wat valt er niet onder? 2. Wat leggen we vast? Advies: - Voer voorafgaand aan ieder schooljaar met iedere werknemer een gesprek over de besteding van de duurzame inzetbaarheidsuren. - Ontwikkel een duidelijke visie op het verbeteren van de duurzame inzetbaarheid van werknemers. - Stel leidinggevenden in staat om duurzame inzetbaarheid van werknemers te bevorderen. - Maak duurzame inzetbaarheid bespreekbaar met werknemers. - Laat duurzame inzetbaarheid deel uitmaken van teamplannen. - Rooster de uren duurzame inzetbaarheid in. - Bed het onderwerp in als onderdeel van de gesprekkencyclus. Tot slot is van belang een voorziening te treffen voor duurzame inzetbaarheid op de begroting. VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 5