Raadsvoorstel: 2015-1402 Onderwerp: Derde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Datum: 3 november 2015 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk Raadsbijeenkomst: 10 november 2015 Raadsvergadering: 26 november 2015 Programma: Werk en milieu Opsteller: V. Buil Bijlage(n): Brief d.d. 14 juli 2015 namens het AB OZHZ met het voorstel tot derde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 1. Korte samenvatting van de inhoud en voorstel Op 10 juli 2015 stelde het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid bijgaand voorstel tot derde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid vast. Ons college is deelnemer in deze gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur verzoekt ons college om de derde wijziging van de gemeenschappelijke regeling vast te stellen. De Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat het college niet overgaat tot het vaststellen van een wijziging van de gemeenschappelijke regeling, dan na verkregen toestemming van de gemeenteraad. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Wij vragen u om ons college toestemming te verlenen om deze derde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid vast te stellen. Het voorstel tot wijziging van de regeling is ingegeven door de veranderingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015. De voornaamste veranderingen die volgen uit de gewijzigde wet zijn: Versterking invloed raden op begroting en jaarrekening Het traject van vaststelling van de begroting, begrotingswijzigingen en de jaarrekening wordt aangepast om de raden meer sturing en invloed te geven op de gemeenschappelijke regeling. De begrotingscycli van de gemeenschappelijke regeling en van de deelnemende gemeenten en de provincie sluiten beter dan voorheen op elkaar aan. Zoals is vastgelegd in de wet stuurt het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst voortaan vóór 15 april de ontwerpbegroting van het jaar daarop toe aan de gemeenteraden en provinciale staten. De raden en provinciale staten hebben dan acht in plaats van zes weken de tijd om een zienswijze in te dienen. De voorlopige jaarrekening inclusief accountantsrapport wordt eveneens vóór 15 april ter informatie aangeboden, zodat de raden deze informatie desgewenst kunnen betrekken bij het geven van hun zienswijze op ontwerpbegroting. Tevens is de informatie dan tijdig beschikbaar voor de voorjaarsnota van de gemeenten en de provincie. Versterking positie algemeen bestuur De positie van het algemeen bestuur wordt onder meer versterkt door de verplichting van het dagelijks bestuur om actief inlichtingen te verstrekken aan het algemeen bestuur. Voorts krijgt bijvoorbeeld het algemeen bestuur de wettelijke bevoegdheid om één of meer leden, de voorzitter inbegrepen, van het dagelijks bestuur te ontslaan indien deze niet meer het vertrouwen bezitten van het algemeen bestuur. Verankering intergemeentelijk bestuursmodel van voor de dualisering in de Wet gemeenschappelijke regelingen Aan de Wet gemeenschappelijke regelingen ligt de gedachte van verlengd lokaal bestuur ten grondslag. Het bestuursmodel van de Wet gemeenschappelijke regelingen is evenwel geënt op het intergemeentelijke bestuursmodel van vóór de dualisering, het monistisch systeem. Dualisering verhoudt zich niet goed met verlengd bestuur. De Gemeente- en Provinciewet van vóór de dualisering waren daarom van toepassing verklaard op gemeenschappelijke regelingen. Tot 1 januari 2015 was dit in Wet gemeenschappelijke regelingen geregeld via schakelbepalingen (verwijzingen naar de oude Stadhuisplein 1 Postbus 108 T 140183 E gemeente@gorinchem.nl 4200AC Gorinchem F 0183-630540 I www.gorinchem.nl
Gemeente- en Provinciewet), maar deze methode was onpraktisch en leverde onduidelijkheden op. Daarom zijn de schakelbepalingen uit de wet verwijderd en is een aantal voorzieningen in de Wet gemeenschappelijke regelingen zelf opgenomen. Zo kent de wet nu een aantal bevoegdheden rechtstreeks toe aan het dagelijks bestuur, waaronder besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, het voeren van rechtsgedingen en het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie. Voorts bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid dat de gemeenschappelijke regeling een eigen publicatieblad instelt, vergelijkbaar met het Gemeenteblad of Provinciaal Blad Daarnaast zijn enige juridische en redactionele verbeteringen doorgevoerd. 2. Fase trechter Uitvoering. 3. Inleiding / aanleiding Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid verzoekt ons college om de derde wijziging van de gemeenschappelijke regeling vast te stellen. Omdat dit een collegeregeling is, is dit een bevoegdheid van ons college. Uit artikel 51, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen volgt dat wij niet eerder een wijziging van de gemeenschappelijke regeling kunnen vaststellen, dan na verkregen toestemming van de gemeenteraad. De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Het voorstel tot wijziging van de regeling is ingegeven door de veranderingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015. 4. Inhoud / Kaders Kaders zijn de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid is op 5 maart 2010 door gedeputeerde staten van Zuid-Holland en het dagelijks bestuur van de Regio Zuid-Holland Zuid opgericht. Doel was (en is) het uitvoeren van milieu- en omgevingstaken. De afzonderlijke colleges van de gemeenten in Zuid-Holland Zuid waren toen nog geen deelnemer in de regeling, maar fungeerden al wel als opdrachtgever voor de Omgevingsdienst. Eerste wijziging Op 4 oktober 2012 is de eerste wijzing van de gemeenschappelijk regeling in werking getreden. Met deze eerste wijziging werd het voor de afzonderlijke colleges van de gemeenten in Zuid-Holland Zuid mogelijk om als directe deelnemer toe te treden tot de regeling. De regeling bleef aldus als collegeregeling in stand. In het najaar van 2012 zijn de colleges van alle gemeenten vervolgens toegetreden en is het dagelijks bestuur van de Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid (als rechtsopvolger van de Regio Zuid- Holland Zuid) uitgetreden. Tweede wijziging Op 6 februari 2014 is de tweede wijzing van de gemeenschappelijk regeling in werking getreden. Met de tweede wijziging zijn bepalingen toegevoegd over het instellen van een auditcommissie en de bevoegdheid tot het verlenen van een uitsluitend recht. De bepalingen over het uitsluitend recht zijn toegevoegd vanwege het aangaan van een dienstverleningsrelatie tussen de Omgevingsdienst en het Servicecentrum Drechtsteden 5. Bestaand beleid, raadskaders en besluiten Met het voorhangbesluit 821 d.d. 8 mei 2012 hebben wij ons voornemen om toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid aan u voorgelegd. Ten aanzien van dit voornemen hebben wij geen wensen of bedenkingen van de raadsleden gehad, waarna u op 19 juni 2012 heeft ingestemd met de toetreding van ons college tot deze gemeenschappelijke regeling (raadsinformatiebrief 2012 nummer 836 d.d. 29 mei 2012).
De tweede wijziging van de gemeenschappelijke regeling is via het voorhangbesluit 903 d.d. 15 november 2012 aan uw raad voorgelegd. Ten aanzien van de tweede wijziging hebben wij geen wensen of bedenkingen van de raadsleden gehad, waarna u op 14 februari 2013 heeft ingestemd met vaststelling van de tweede wijziging van de gemeenschappelijke regeling (raadsinformatiebrief 2012 nummer 933 d.d. 10 januari 2013). 6. Betrokkenheid derden De wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid is opgesteld in regionaal (Zuid-Holland Zuid) verband. 7. Beoogd effect Met de wijziging wordt de gemeenschappelijke regeling in overeenstemming gebracht met de per 1 januari 2015 gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen. Hiermee wordt beoogd: Versterking invloed van de raden op begroting en jaarrekening van de Omgevingsdienst ZHZ; Versterking positie van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst ZHZ; Verankering intergemeentelijk bestuursmodel van voor de dualisering in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Voorts zijn enige juridische en redactionele verbeteringen aangebracht. 8. Risico s of kansen N.v.t. 9. Financiële consequenties Geen. 10. Vervolgproces Na uw toestemming zullen wij ons besluit tot vaststelling van de derde wijziging van de gemeenschappelijke regeling kenbaar maken aan het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Zuid- Holland Zuid. 11. Communicatie Het wijzigingsvoorstel is voorgelegd aan alle deelnemers in de gemeenschappelijke regeling, zijnde de colleges van de gemeenten in Zuid-Holland Zuid en het college van gedeputeerde staten van Zuid- Holland. Nieuw (per 1 januari 2015) is dat de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling niet meer ieder afzonderlijk het wijzigingsbesluit bekend hoeven te maken. Na vaststelling door alle deelnemers zorgen gedeputeerde staten van Zuid-Holland voor de bekendmaking van het wijzigingsbesluit in de Staatscourant. 12. Uitkomsten raadsbijeenkomst Na informatieve vragen en beantwoording daarvan kunnen alle fracties instemmen met de agendering van het voorstel voor de komende raadsvergadering. 13. Nadere standpuntbepaling college N.v.t.
14. Definitief voorstel raad Wij stellen u voor het college toestemming te verlenen om de derde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid vast te stellen, overeenkomstig de tekst van bijgevoegd voorstel. Burgemeester en wethouders van Gorinchem, de secretaris, de burgemeester,
15. Besluit De gemeenteraad van Gorinchem, Gelet op het raadsvoorstel van het college d.d. 3 november 2015 Gelet op de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid; Overwegende dat het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid de deelnemers aan de regeling verzoekt om de derde wijziging van de gemeenschappelijke regeling vast te stellen; Besluit: Het college toestemming te verlenen om de derde wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid vast te stellen, overeenkomstig de tekst van bijgevoegd voorstel. Aldus besloten in de vergadering van de raad van Gorinchem van 26 november 2015 de griffier, de voorzitter,