Stagehandleiding 2013-2014. Commerciële Economie VT International Business and Languages VT Small Business and Retail management VT



Vergelijkbare documenten
Modulebeschrijving FINSLC0108

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Taal, Media en Communicatie

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

BPV GIDS ICT Opleidingen

Stagehandleiding Master Letterkunde

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

Stagehandleiding voor stageverlenende organisaties. Business Analytics, Mathematics, SFM

[STUDIEHANDLEIDING SLB EN EXAMINERING BPV ] Studiehandleiding studieloopbaanbergeleiding en examinering.

Stagewijzer. Stagiairs

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Informatie werkplekleren

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde.

STAGEHANDLEIDING Master Sociologie

Handleiding Stageminor LET 2019/2020

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Modulebeschrijving FINSLC0106

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

BPV Styling Design 3e jaars cohort

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Praktijkgids 3 e jaarsstage Bestuurskunde. Studiejaar

Stageprotocol FLOT. Bacheloropleidingen. Fontys Lerarenopleiding. Versie: februari 10 1/7

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Stagegids DPS. Versie 1, januari 2014.

Stageregeling bachelor opleiding Afdeling Politicologie, NSM/Radboud Universiteit Nijmegen September 2014

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

Stagecoördinator. Doel. Context

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

Handleiding examinering student eind stage

Portfoliobegeleiding. Roland Leenaarts

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Portfolio vrijstellingsverzoek op grond van praktijkervaring

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S Klas: CE 2b

Opleiding Bestuurskunde - Universiteit Leiden. Informatiepakket stage-organisatie

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

STAGEHANDBOEK Studenten

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorbeeld stagevoorstel

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Stagehandleiding. bedoeld voor studenten en docenten bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid, Ondernemingsrecht en Fiscaal Recht

De Haagse Hogeschool. Hogeschool Rotterdam. HBO-Nederland

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Vrijstelling op grond van praktijkervaring binnen de bacheloropleiding Psychologie

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

Student : Lex Krijgsman maakt voortgangsverslag zoals omschreven in het voorwoord

Gespreksdocument Inleiding Doel Werkwijze

Opleiding Verpleegkunde. Onderwijsgroep (OWG)

Kinderopvang Heyendael

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

Voor intern gebruik bij een opleiding wordt gerapporteerd over alle stellingen, vragen, toelichtingen enz.

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Wetenschappelijke stage in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) voor geneeskunde studenten van het VUmc

Het portfolio kan met betrekking tot de fasen en stappen uit het protocol de volgende functies vervullen:

BPV Styling Design 1e jaars

Handleiding Studieloopbaanbegeleiding en Competentie-assessments

Vormgeving van SLB in de praktijk

POP. Persoonlijk Opleidings Plan. Tim Tegelaar. Lekkerkerk De Haagse Hogeschool

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Beroepsvoorbereiding. Stage Formulieren. en Stagecontract.

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Persoonlijk Actieplan (PAP)

Instructiedocument studenten

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Instructiedocument. Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Contact:

Stagegids DBC. Versie 1.2, mei 2015.

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Stage Formulieren. Stageafspraken en Stagecontract

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Rolverdeling bij afstudeertraject Institute for Business Economics (IBE)

Examenreglement

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

STAGEBOEKJE 2016 / 2017

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

SECTORWERKSTUK

Stagefolder Laurentius Praktijkschool

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Ik heb een stageplaats gevonden wat nu? Zie volgende pagina van de handleiding.

BPV Stagebeleid Kinderopvang t Olefantje Nieuwegracht

Transcriptie:

Stagehandleiding 2013-2014 Commerciële Economie VT International Business and Languages VT Small Business and Retail management VT Informatie voor studenten en docenten over de stage Hogeschool Inholland Domein Marketing, Toerisme & Vrijetijdsmanagement Cluster Marketing Rotterdam, Den Haag, Haarlem, Diemen en Alkmaar Definitieve versie 9 september 2013

2

Voorwoord Een HBO opleiding richt zich primair op het opleiden van studenten met de juiste beroepskwalificaties voor de arbeidsmarkt. Bij het betreden van de arbeidsmarkt moet je als werknemer in staat zijn verworven competenties in te zetten voor het uitoefenen van taken en rollen in jouw functie. Competentie verwijst naar (vak)bekwaam handelen in de beroepspraktijk en vraagt van het onderwijs dat het beroepsauthentiek is. De ultieme beroepsauthenticiteit is natuurlijk in de beroepspraktijk zelf te vinden. Je kunt dan de praktische toepasbaarheid ervaren van hetgeen je op school leert. De opleiding beschouwt de werkplek als een van de belangrijkste en krachtigste leeromgevingen. Om die reden is in de opleiding een aaneengesloten stageperiode van tenminste 21 weken (840 sbu) ingebed in het derde studiejaar. Voor je ligt de stagehandleiding voor studenten en docenten van het cluster Marketing. In deze handleiding vind je informatie over de stageperiode, stageprocedures, begeleiding tijdens de stage en de beoordeling van de stage. Ter bevordering van je leerproces is het van belang dat je de stage goed voorbereidt. Deze handleiding is bedoeld als leidraad hierbij. Dit document is gebaseerd op diverse bestaande notities en stagebeleidsdocumenten binnen het Domein Marketing, Toerisme en Vrijetijdsmanagement. Het stagebeleid staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van het geheel aan onderwijsbeleid binnen het domein MTV. De opleiding wenst je een leuke en leerzame periode toe tijdens de stage. Namens de stagecoördinatoren Marketing MTV, Ruth Deekman (Rotterdam, Den Haag) Ellen van Fulpen (Haarlem) Ronald Mandersloot (Diemen) Angeles Valderrama (Rotterdam, Den Haag) Willem Kwakernaat (Alkmaar) 3

Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 6 2 DOEL VAN DE STAGE... 7 3 HOE ZIET DE STAGE ERUIT?... 8 3.1 PERIODE, DUUR EN STUDIEPUNTEN... 8 3.2 STAGE INHOUD... 8 3.3 STAGE: INTERNATIONAL BUSINESS AND LANGUAGES... 9 3.4 STAGE: COMMERCIËLE ECONOMIE... 9 3.5 STAGE: SMALL BUSINESS & RETAIL MANAGEMENT... 9 3.6 SPECIFICATIE DOELSTELLINGEN VAN DE STAGE... 10 3.7 EISEN AAN DE STAGEPLAATS... 10 3.8 EEN STAGEPLAATS VINDEN... 11 3.9 VERPLICHTINGEN OP SCHOOL... 11 4 VOORWAARDEN EN PROCEDURE STAGEGOEDKEURING... 12 4.1. TOELATING STAGE... 12 4.2. HET STAGEDOCUMENT... 12 4.3. DE WERKPLEKSCAN (WPS)... 12 4.4. VOORSTEL STAGEOPDRACHT... 13 4.5. STAGEOVEREENKOMST INHOLLAND... 13 4.6. HET COMPETENTIEONTWIKKELPLAN (COP JAAR 3)... 13 4.7. GOEDKEURING DOOR DE OPLEIDING... 13 4.8. DEADLINES... 13 5 TIJDENS DE STAGE... 15 5.1. BEGELEIDINGSVORMEN... 15 5.2. BEDRIJFSCOACH... 15 5.3. STAGEBEGELEIDER... 15 5.4. STUDIELOOPBAANBEGELEIDER... 16 5.5. VOORTGANG COMPETENTIEONTWIKKELING... 16 5.6. STAGETERUGKOMDAG... 16 5.7. STAGE IN HET BUITENLAND... 17 5.8. PROBLEMEN TIJDENS DE STAGE... 17 5.9. PLANNING IN STAGEWEKEN... 17 6 SAMENVATTING BEGELEIDING... 19 7 TOETSING EN BEOORDELING... 20 7.1. DE INHOUD VAN DE TOETSING... 20 7.2. DE VORM VAN DE TOETSING... 20 7.3. AAN HET EIND VAN DE STAGE... 20 7.4. DE TOETSING... 21 7.5. INDELING EINDVERSLAG VAN DE STAGE... 22 7.6. TOETSING BIJ STAGE IBL... 23 7.7. PROCEDURE EN INLEVEREN... 23 7.8. BEOORDELING... 24 7.9. HERKANSING... 25 7.10 INLEVERDATA 2013-2014... 25 8 VERZEKERINGEN TIJDENS DE STAGEPERIODE... 26 8.1. STAGEVERGOEDING... 26 8.2. VERZEKERINGEN... 26 8.3. ZORGVERZEKERING... 26 8.4. ARBEIDSONGESCHIKTHEID... 26 8.5. WERKLOOSHEID... 26 8.6. WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID... 26 8.7. SOCIALE ZEKERHEID EN VERZEKERINGEN BIJ STAGE BUITENLAND... 27 8.8. STUDIEFINANCIERING... 27 8.9. STAGE BUITENLAND... 27 8.10. ZIEKTE... 27 4

BIJLAGE 1: RICHTLIJNEN VOOR HET STAGEBEDRIJF...I BIJLAGE 2: BEWIJS STAGEBEKWAAM...II BIJLAGE 3: WERKPLEKSCAN... III BIJLAGE 4: INITIATIEF PAPER VERDIEPENDE OPDRACHT... VII BIJLAGE 5: HET COMPETENTIEONTWIKKELINGSPLAN JAAR 3... VIII BIJLAGE 6: PERSOONLIJK COMPETENTIEONTWIKKELINGSPLAN JAAR 3...IX BIJLAGE 7: STARR-METHODIEK... XIV BIJLAGE 8: STAGEOVEREENKOMST CLUSTER MARKETING... XV BIJLAGE 9: FORMULIER 360 FEEDBACK... XIX BIJLAGE 10: EINDBEOORDELING STAGE (DOOR BEDRIJFSCOACH)... XXIII BIJLAGE 11: FINAL EVALUATION INTERNSHIP (TO BE FILLED IN BY HOST COMPANY SUPERVISOR)... XXVII BIJLAGE 12: EINDBEOORDELING STAGE (DOOR STAGEDOCENT)... XXXI 5

1 Inleiding Je loopt stage om de theorie van je opleiding in de dagelijkse praktijk toe te leren passen. Je doet op deze wijze belangrijke werkervaring op en krijgt meer inzicht in de mogelijkheden die de studie je te bieden heeft. In deze stageperiode voer je, als ware je een werknemer, werkzaamheden uit binnen een bedrijf, in opdracht van dat bedrijf. Tijdens de stage oriënteer je je zo op het werken op het niveau van hogere beroepsuitvoering. Je ervaart hoe het is verantwoordelijkheid voor taken te dragen, je ontwikkelt en toetst het analytisch vermogen en lost zelfstandig problemen op met behulp van praktijkgerichte theorie. Daarnaast doe je directe ervaring op met de complexiteit van bedrijfsvoering en jouw toekomstige rol als beroepsbeoefenaar daarin. Deze handleiding beschrijft het wat en waarom van de praktijkstage. In hoofdstuk 2 worden de doelen van de stage uiteengezet, gevolgd door wat deze doelen betekenen voor de vormgeving van de stage in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 beschrijft aan welke voorwaarden je dient te voldoen om toegelaten te worden tot de stage en welke procedure je moet volgen in voorbereiding op je stage. In hoofdstuk 5 wordt uiteengezet hoe de begeleiding tijdens de stage geregeld is. In hoofdstuk 6 wordt een samenvatting gegeven van de begeleiding. In hoofdstuk 7 wordt aangegeven hoe de toetsing en beoordeling van de stage vormgegeven wordt. In hoofdstuk 8 is een overzicht van aandachtspunten en situaties opgenomen die zich tijdens de stage kunnen voordoen met handreikingen hoe daarmee om te gaan. 6

2 Doel van de stage In de inleiding staat al dat je de theorie van je opleiding in de dagelijkse praktijk leert toe te passen. Maar wat betekent dat nu voor de komende periode? Tijdens de stage verricht je praktische werkzaamheden ter verwerving van de uiteindelijke startbekwaamheid als beginnende beroepsbeoefenaar. De stage is bedoeld als effectieve en uitgebreide introductie in de branche of het internationale werkveld van de opleiding. Je leert om in de hoedanigheid van beroepsbeoefenaar snel onderdeel uit te maken van de beroepsgroep. De stage is ook een belangrijke oefensituatie als voorbereiding op het afstuderen, waarbij je in de proeve van bekwaamheid aantoont zelfstandig op het niveau startbekwaam te kunnen handelen in een beroepscontext. Met de stage streeft de opleiding zo een aantal doelen na, zodat jij: - leert in een stagebedrijf binnen het werkveld van de opleiding te functioneren als ware je een volleerd beroepsbeoefenaar; - bekend en vertrouwd raakt met aspecten van het toekomstige beroep; - inzicht krijgt in jouw geschiktheid voor het beroep; - inzicht krijgt in wat je nog moet ontwikkelen om aan het niveau van startbekwaamheid te voldoen; - het vermogen ontwikkelt om in een beroep resultaten te boeken (beroepsexpertise); - jouw Body of Knowledge verdiept door kennis in een beroepscontext te ontwikkelen, toe te passen, te ervaren en daarop te reflecteren; - praktische integratieve vaardigheden oefent in de beroepspraktijk, zoals organiseren, afstemmen, het doen van onderzoek, schriftelijk rapporteren, mondeling presenteren, zelfstandig oordeel vormen, initiatief nemen, verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen; - leert het geleerde in verschillende situaties en omstandigheden toe te passen (transfer); - leert tijdens beroepsmatig handelen te reflecteren op jouw functioneren en jouw gedrag. De opleiding ziet de studenten als mensen die zelf verantwoordelijk zijn voor hun leerproces. De opleiding biedt expertise, faciliteiten en begeleiding aan om dit leerproces in goede banen te leiden en te ondersteunen. De bovenstaande doelen van de stage ga je dus zo veel mogelijk zelfstandig behalen. De oriënterende gesprekken Studenten dienen zelfstandig een stageopdracht te werven. Als zij contacten hebben met een organisatie, voeren zij een aantal oriënterende gesprekken met de opdrachtgever. In eerste instantie heeft het gesprek het karakter van een sollicitatiegesprek, waarin de vraag van de organisatie en de mogelijkheden van de student besproken worden. Vervolgens bespreken beide partijen de kern van de problematiek, het inhoudelijk doel en de achtergronden van de opdracht. Aan de hand van deze informatie maakt de student een aanvraag stageopdracht. 7

3 Hoe ziet de stage eruit? Jouw competentieontwikkeling staat centraal binnen de stageperiode. Je bepaalt dan ook zelf, binnen de eisen die aan de stageplaats worden gesteld, waar je stage wilt gaan lopen en aan welke competenties je wilt gaan werken. Als je er bijvoorbeeld voor kiest om in het buitenland stage te lopen en daar ook een geschikte stageplek kan vinden, wordt dat zeer aanbevolen. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stageplek en voor het contact met het stagebedrijf. Ook de onderhandeling over de stageplaats, de werkplekscan en de verdiepende opdracht zijn de verantwoordelijkheid van de student. Je loopt stage binnen één stagebedrijf. Om echt te ervaren hoe het is om als beroepsbeoefenaar te functioneren binnen een team, is het nodig om langere tijd in dezelfde omgeving werkzaamheden te verrichten. Bij een goede oriëntatie op alle aspecten van het toekomstige beroep horen zowel routinematige als projectmatige werkzaamheden. Een breuk in de stage brengt in ieder geval het kennismaken met de routinematige aspecten van het werk in gevaar. Daarnaast benadert een langdurige werkperiode de praktijk beter; een beroepsbeoefenaar verandert doorgaans niet om de twee maanden van werkgever. 3.1 Periode, duur en studiepunten Stage loop je in principe in het eerste semester van het derde studiejaar. De stage is een aaneengesloten periode van 21 weken, waarmee je 30 EC behaalt. De studiebelasting voor de stage bedraagt 840 SBU (studiebelastingsuren). Hierbij is de stageterugkomdag op school inbegrepen. In uitzonderingsgevallen kan stage worden gelopen in het tweede semester van jaar 3, maar dit kan alleen met toestemming van de examencommissie Marketing. Mocht de student dit overwegen dan zal hij dus een verzoek moeten indienen bij de examencommissie Marketing. De beslissing hiervan zal overlegd moeten worden aan de stagecoördinator. Het 1 e semester van de stageperiode in studiejaar 2013-2014: maandag 2 september 2013 t/m vrijdag 31 januari 2014 Het 2 e semester van de stageperiode in studiejaar 2013-2014: maandag 3 februari 2014 t/m vrijdag 27 juni 2014 3.2 Stage inhoud De competentiebeschrijvingen niveau startbekwaam vormen het uitgangspunt voor de taken en werkzaamheden die je tijdens de stage verricht en de resultaten die je daarbij boekt. Het niveau startbekwaam is binnen het Domein MTV, cluster Marketing het eindniveau van het vierde studiejaar. Om uiteindelijk op dit eindniveau te komen leent de stage zich dus bij uitstek voor deze proeve van bekwaamheid. Door het uitvoeren van dagelijkse taken en werkzaamheden binnen de stageplek van het bedrijf, breng je verse kennis binnen het bedrijf en heb je een meerwaarde voor het bedrijf. Daarnaast werk je gedurende de stageperiode zelfstandig aan een verdiepende opdracht. Met deze verdiepende opdracht toon je aan met behulp van toegepast onderzoek en opgedane kennis, zelfstandig en zelfsturend een praktijkvraagstuk van het stagebedrijf naar tevredenheid van de opdrachtgever te kunnen oplossen. Het is de bedoeling dat het resultaat van de verdiepende opdracht een toegevoegde waarde heeft voor het bedrijf. Daarmee laat je ook zien dat je de competenties op het niveau startbekwaam geïntegreerd kan toepassen. In hoofdstuk 7 kun je lezen hoe de beoordeling van deze stageonderdelen plaatsvindt. De verdiepende opdracht heeft een minimale studielast van 270 uur ( 1/3 van de totale stageduur). Het uitvoeren van dagelijkse taken en werkzaamheden binnen de stageplek, ofwel operationele activiteiten bestrijken dus maximaal 2/3 deel van de stageperiode. 8

Voorbeelden voor verdiepende opdracht of stageopdracht: 3.3 Stage: International Business and Languages Belangrijk voor de IBL-student is dat het een internationaal georiënteerde stage betreft, dit kan zowel in binnen- als buitenland, waarbij je gebruik maakt van je vreemde talen en aandacht besteedt aan interculturele aspecten (Intercultural awareness). Mogelijke stageopdrachten: - Onderzoek naar klantenprofiel - Concurrentieonderzoek - Analyse van de marketingstrategie - Vestigingsplaatsonderzoek t.b.v. nieuwe filialen - Onderzoek naar marktmogelijkheden van een nieuw product - Maken van een account- en/of beursplan - Een landenstudie - Ontwikkeling van een communicatiestrategie voor een nieuw product - Effectiviteitsvergelijking van reclamemedia - Onderzoek naar de oorzaken van een teruglopend marktaandeel 3.4 Stage: Commerciële Economie / Marketing Management In de opleiding Commerciële Economie staat marketing centraal. Je hebt je verdiept in het analyseren van markten en bedrijven, in kwantitatief onderzoek, in het ontwikkelen van een marketingstrategie, supply chain management en marketingcommunicatie. Daarnaast is er aandacht voor internationalisering, experience marketing en sales. Mogelijke stageopdrachten: - uitvoeren van een concurrentieanalyse; - studie ten aanzien van de huisstijl, respectievelijk corporate identity; - onderzoek marktstructuur voor bepaalde producten; - beschrijven introductie(campagne) nieuw product; - beschrijven en analyse verkoopvoorbereiding; - uitwerken marketingplan, of deelplannen (bijvoorbeeld een promotieplan); - beschrijven van opslag- en distributieproblemen; - productanalyse met betrekking tot gebruik en behoefte; - onderzoek naar nieuwe distributiekanalen c.q. uitbreiding van bestaande kanalen; onderzoek naar de gevolgen van veranderingen in het distributiepatroon - vestigingsplaatsen onderzoek; - onderzoek naar het verband tussen prijsaanpassingen en de reacties van de afzet; - onderzoek naar het koopgedrag van (potentiële) klanten; - opzetten en (doen) uitvoeren van een enquête, analyse en rapportage, doen van beleidsaanbevelingen; - onderzoek naar seizoenpatronen in de afzet. - Onderzoek naar de online mogelijkheden voor een organisatie. 3.5 Stage: Small Business & Retail Management De opleiding Small Business & Retail Management leidt studenten op tot ondernemers. De studie is bedoeld voor degenen die een toekomst voor zich zien als zelfstandig ondernemer in het midden- en kleinbedrijf, hetzij als starter, hetzij als opvolger. Daarnaast is de opleiding bedoeld voor toekomstige entrepreneurs: degenen die de ondernemerskwaliteiten inbrengen binnen een grote onderneming. Tenslotte is de opleiding bestemd voor toekomstige adviseurs ten dienste van het midden- en kleinbedrijf. In het onderwijs en in projecten is er veel aandacht voor management, marketing en finance. De student wordt gestimuleerd om een helikopterview te ontwikkelen waarbij hij/zij oog houdt op gecalculeerd risico nemen. Daarnaast zijn kwaliteiten als innovatie en creativiteit belangrijk. Mogelijke stageopdrachten: - marktonderzoek; - opstellen van promotionele acties; - beschrijven opslag- en distributieproblemen; - werkzaamheden op het gebied van huisstijl respectievelijk corporate identity; - (mede)helpen opstellen van een ondernemingsplan; - werkzaamheden op het gebied van automatisering; - onderzoek naar financieringsstructuur; - organisatieonderzoek; 9

- werkzaamheden op het gebied van budgettering; - opportunity analysis; - brancheonderzoek; - marktanalyse; - kwaliteitsonderzoek (ISO-normering). - Onderzoek naar de online mogelijkheden voor een bedrijf. In een verdiepende opdracht onderzoekt de student aan de hand van een probleemstelling een specifieke vraag of probleem van de onderneming en draagt een effectieve en implementeerbare oplossing aan na gedegen onderzoek, mede aan de hand van relevante en actuele literatuur. 3.6 Specificatie doelstellingen van de stage De stagiair moet tijdens de stage de gelegenheid krijgen te werken aan zijn competenties en de vaardigheden die daarbij horen. D.w.z. de theoretische kennis en praktische vaardigheden, opgedaan tijdens de studie, in een bedrijfsomgeving toepassen en toetsen. De stagiair moet tijdens de stage concrete werkervaring kunnen opdoen. Hierdoor krijgt hij inzicht in het eigen functioneren binnen de organisatie. In een verdiepende opdracht een specifieke vraag of probleem van de organisatie onderzoeken en hier voor een oplossing aandragen. De stagiair kan zich tijdens de stage oriënteren op toekomstige beroepsmogelijkheden. Hij leert bedrijfsculturen kennen en ontdekt welke voorkeuren hij heeft voor werkzaamheden en organisaties. Kortom, via de stage krijgt de stagiair de gelegenheid om bekend en vertrouwd te raken met alle aspecten van het toekomstige beroep. Daarom is het noodzakelijk ieders positie goed vast te leggen, de taken en opdrachten expliciet te omschrijven en de wijze waarop leer- en werkdoelen behaald moeten worden te concretiseren. Dat draagt bij aan het voorkomen van misverstanden en het kan de stagiair ook behoeden voor stagnatie in de studievoortgang. 3.7 Eisen aan de stageplaats Een stagebedrijf moet aan een aantal voorwaarden voldoen. In bijlage 1 zijn richtlijnen kwaliteitseisen voor het stagebedrijf aangegeven. De stageverlenende organisatie moet wettelijk erkend zijn en ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel of in het geval van een stage in het buitenland, bij de lokale autoriteiten. De organisatie moet tevens een bezoekadres en een vast telefoonnummer hebben. Een eenmansbedrijf wordt niet goedgekeurd. De stageverlenende organisatie heeft ten minste 5 medewerkers op de loonlijst staan. Het bedrijf biedt de stagiair 1 een fysieke werkplek met gebruik van computer en telefoon. Het zorgt voor adequate begeleiding van de stagiair door een vaste bedrijfscoach, die voldoet aan de kwalificaties zoals vermeld in hoofdstuk 5.3. Het biedt de stagiair de mogelijkheid binnen de organisatie op Hbo-niveau werkzaam te zijn, d.w.z. o de stagiair krijgt een gevarieerd takenpakket; o de stagiair krijgt toenemende verantwoordelijkheid en zelfstandigheid; o de stagiair krijgt de ruimte initiatieven te ontplooien; o de stagiair legt verantwoordelijkheid af over de door hem verrichte werkzaamheden; o de stagiair wordt de mogelijkheid geboden zijn werk- en leerdoelen te realiseren; Het biedt de stagiair de mogelijkheid om naast de dagelijkse werkzaamheden het geleerde in praktijk te brengen door middel van een stage opdracht. De stageverlenende organisatie committeert zich aan de leerdoelen van de stagiair. Het hoofdzakelijk inzetten van studenten in het productieproces als onbezoldigde arbeidskracht mag geen hoofdbestanddeel zijn van de stage. 1 Noot voor de lezer: waar wordt gesproken over hij, de stagiair, kun je ook lezen zij, de stagiaire 10

De stageverlenende organisatie werkt actief mee aan het organiseren van evaluaties, deelname aan beoordelingsgesprekken, het vaststellen van het beroepsniveau van de stagiair en aan de stageterugkomdag. Let op: een student mag géén stage lopen in een bedrijf van een familielid of in een bedrijf waar de student werkzaam is (geweest) dan wel een bijbaan heeft. Tevens zijn meerdere stagiaires van hetzelfde cluster op een afdeling niet toegestaan. 3.8 Een stageplaats vinden Je bent dus zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte stageplaats. Het zoeken van een stageplek vergt doorgaans veel tijd. Begin daarom tijdig met solliciteren en houd er rekening mee dat de opleiding het stagedocument moet hebben goedgekeurd, voordat je aan de stage kunt beginnen. Als je gaat solliciteren maak voor jezelf eerst een lijst met criteria waaraan voor jou een stageplaats moet voldoen, uiteraard gebaseerd op de eisen zoals deze hier vermeld zijn, maar daarnaast vanuit je eigen voorkeuren (grootte bedrijf, soort werk, reisafstand etc.). De voorbereiding op je stage is ook onderdeel van studieloopbaanbegeleiding, zie hiervoor ook de SLB handleiding jaar 2 en hoger. Er zijn verschillende redenen waarom een organisatie een stageplaats ter beschikking stelt: - blijk geven van maatschappelijke verantwoordelijkheid, integratie onderwijs en arbeidsmarkt; - uitvoering van projecten waar de organisatie zelf niet aan toekomt, maar waar men wel belang aan hecht; - frisse kijk op de organisatie, inbreng van nieuwe kennis en nieuwe ideeën; - werving; zicht krijgen op kwaliteiten van personen die op korte termijn op de arbeidsmarkt komen; - profilering organisatie bij toekomstige potentiële werknemers. Hogeschool INHOLLAND onderhoudt contacten met het bedrijfsleven in het binnen- en buitenland. Bedrijven bieden stageplaatsen aan en deze worden gedurende het jaar regelmatig op de homesite Educatie geplaatst: https://teamsite.inholland.nl/mfr/stage-mfr-mtv-alkmaar/default.aspx Daarnaast kun je zelf op zoek gaan: - binnen je eigen netwerk - in kranten en tijdschriften - via internet: o www.stage.pagina.nl o www.stageplaza.nl o www.stagemotor.nl o www.europe-internship.com - open sollicitaties Vooral in het buitenland zijn ook stagebemiddelingsbureaus actief, die geld vragen voor bemiddeling. Ben je van plan hier gebruik van te maken check dan bij International Office of deze bekend en bonafide is of kijk op de website www.nuffic.nl. Wil je stage lopen in het buitenland begin dan zeker op tijd met de voorbereiding. Neem tevens contact op met International Office, wat je allemaal moet regelen voor stage buitenland (vergunningen, visa ed.) en of er mogelijkheid is tot het aanvragen van een beurs. 3.9 Verplichtingen op school Als je in Nederland stage loopt, zijn er ook activiteiten op school. De opleiding organiseert een stageterugkomdag. De uitnodiging en informatie over de inhoud van deze dag ontvang je van de stagecoördinator. Wellicht moet je ook nog naar school om hertentamens te maken. Geef dit al aan bij jouw sollicitatie en breng tijdens je stage tijdig je bedrijfscoach van deze activiteiten op de hoogte! 11

4 Voorwaarden en procedure stagegoedkeuring De stagegoedkeuring bestaat uit de volgende stappen, te nemen door de student: 1. Toelating stage 2. Goedkeuring stageplaats Deze procedure is hetzelfde voor zowel stage in Nederland als in het buitenland. De beoordeling van toelating stage en goedkeuring van de stageplaats ligt bij de stagecoördinator Marketing. Je kan alleen starten met je stage als je op beide onderdelen goedkeuring hebt en de stage gaat pas tellen als aan alle hieronder genoemde voorwaarden is voldaan. 4.1. Toelating stage Je moet tijdens de stage functioneren alsof je een beroepsbeoefenaar bent. Daarom dien je bij aanvang van de stage aan te tonen dat je stagebekwaam bent. Bewijs stagebekwaam: Vóór aanvang van de stage dien je aan de volgende ingangseisen te voldoen: De propedeuse hebben afgerond; Tenminste 30 EC behaald in de postpropedeuse ; Een door de stagecoördinator goedgekeurd stagedocument (zie 4.2): Dit geldt zowel voor een stage in het 1 e semester, als in het 2 e semester van jaar 3. 4.2. Het stagedocument Goedkeuring van de stage gebeurt door de stagecoördinator Marketing op basis van het stagedocument. Dit document bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Bewijs stagebekwaam, met uitdraai cijferlijst Peoplesoft (bijlage 2) 2. Werkplekscan (bijlage 3) 3. Voorstel verdiepende stageopdracht deel 1 en deel 2 (bijlage 4) 4. Competentieontwikkelingsplan (COP jaar 3) (bijlage 5 en 6) 5. Tripartite stageovereenkomst van INHolland (bijlage 8) Je kan alleen starten met je stage als je goedkeuring hebt, dus dat betekent dat alle vijf de documenten aanwezig moeten zijn en ook inhoudelijk akkoord moeten zijn. De stage begint pas te tellen als de stage inhoudelijk akkoord is! Inhoudelijk akkoord wordt gegeven door de stagecoördinator. Daarna zal per brief van het secretariaat aan jou en het bedrijf formele goedkeuring gegeven worden voor de stage; in dezelfde brief staat ook de naam van de stagebegeleidend docent. De verschillende onderdelen van het stagedocument worden hierna toegelicht. 4.3. De werkplekscan (WPS) Het doel van de werkplekscan is drieledig: 1. Selectie stageplek: De werkplekscan dient in de eerste plaats om vast te stellen of een bedrijf voor jou voldoende leerpotentieel biedt om het niveau startbekwaam van je opleiding te bereiken. 2. Grondige oriëntatie op de stageplek: De werkplekscan voer je zelf uit. Door het uitvoeren van de werkplekscan oriënteer je je grondig op de stage, het stagebedrijf en de werkzaamheden die je daar gaat verrichten. 3. Kwalitatieve informatie voor stagebedrijf: De werkplekscan is niet uit te voeren zonder medewerking van het stagebedrijf. Door mee te werken aan de werkplekscan krijgt het potentiële stagebedrijf een gedetailleerd overzicht van wat de opleiding van een stageplek verwacht. Een organisatie die niet bereid is aan de werkplekscan mee te werken, wordt per definitie beschouwd als ongeschikte stageverlener. Lees voordat je een keuze gaat maken voor een stageplek bijlage 1 met richtlijnen waaraan een stagebedrijf/organisatie dient te voldoen. 12

4.4. Voorstel verdiepende stageopdracht In het voorstel voor de stageopdracht beschrijf je wat je in het kader van de verdiepende opdracht gaat doen en wat de aanleiding daartoe is. Hier moet duidelijk uit blijken dat de opdracht geformuleerd is in overleg met het stagebedrijf en dat het om een verdieping gaat met toegepast onderzoek en theoretische onderbouwing. Verder bevat het voorstel informatie over de opdrachtgever en de context waarbinnen de opdracht uitgevoerd gaat worden. Het voorstel bevat tot slot een globaal overzicht van de werkzaamheden en een globale planning daarvan. Voor aanvang van de stage moet de probleemstelling van de stageopdracht zijn geformuleerd en zijn besproken met de opdrachtgever. Aan de stagecoördinator wordt dus een concept voorstel van de stageopdracht voorgelegd. De stagecoördinator stuurt na goedkeuring van het voorstel de student een bericht van goedkeuring. Tijdens het begin van de stage wordt het voorstel van de stageopdracht en het COP jaar 3 besproken met de bedrijfscoach en de begeleidende docent. Bij oplevering van de stageopdracht, al dan niet in tussenrapportages, wordt deze eerst besproken met de opdrachtgever, diens commentaar verwerkt en daarna per mail naar de begeleidend docent gezonden. 4.5. Stageovereenkomst Inholland Als de inhoud van de stage is goedgekeurd, kunnen formele afspraken worden gemaakt. Bij deze afspraken zijn drie partijen betrokken: de student (stagiair), de stageverlenende organisatie en de opleiding van de student (INHolland). De afspraken worden vastgelegd in een tripartite stageovereenkomst van INHolland. De stageovereenkomst is een belangrijk hulpmiddel waarin jouw rechten en plichten als stagiair worden vastgelegd. Het is dus erg belangrijk dat deze ondertekend wordt! 4.6. Het competentieontwikkelplan (COP jaar 3) In het competentieontwikkelingsplan geef je aan hoe je gedurende de stage gaat werken aan de competenties. Je geeft aan welke werkzaamheden je gaat verrichten (routinematig of projectmatig) en hoe deze zich verhouden tot de competenties. Ditzelfde geldt voor de stageopdracht die je gaat doen, verantwoordelijkheden die je gaat dragen en functies die je gaat bekleden. Verder neem je in het competentieontwikkelingsplan ook je persoonlijke leerdoelen op waar je tijdens de stage aan gaat werken. Jouw competentieontwikkelingsplan sluit aan op de reflectieverslagen uit de voorgaande perioden. Voor het opstellen ervan heb je de studieloopbaanbegeleider geconsulteerd in periode 8 (jaar 2). Bij het aanleveren van je stagedocument checkt de stagecoördinator of jouw competentieontwikkelingsplan aanwezig is. De inhoud ervan bespreek je tweemaal met je stagebegeleidende docent, namelijk aan het begin en aan het einde van je stage. 4.7. Goedkeuring door de opleiding Zodra je alle documenten per mail in één document hebt ingeleverd, geeft de stagecoördinator na beoordeling het akkoord en geeft je vervolgens goedkeuring om met de stage te starten. Zoals eerder al aangegeven: je kunt pas na goedkeuring starten met de stage! 4.8. Deadlines Het stagedocument opstellen vergt niet alleen een aanzienlijke inzet van de student, maar ook van de stagecoördinator en de administratie van de opleiding. Het is dan ook zaak tijdig met de voorbereidingen te beginnen om studievertraging te voorkomen. Houd rekening met vakanties, dus zorg dat alle documenten vóór de vakanties goedgekeurd zijn. 13

Om tijdig aan de stage te kunnen beginnen dienen de volgende deadlines aangehouden te worden: Digitaal aanleveren 1 Bewijs stagebekwaam Stage 1 ste semester Stage 2 e semester Bij wie Week 28 (2013) Week 2 (2014) Stagecoördinator 2 Werkplekscan (WPS) Week 28 (2013) Week 28 (2013) Week 2 (2014) Week 2 (2014) Stagecoördinator 3 COP jaar 3 Week 28 (2013) Week 2 (2014) Studieloopbaanbegeleider 4 Voorstel stageopdracht Week 26 28 (2013) Week 2-4 (2014) Stagecoördinator 5 Stageovereenkomst INHolland Week 28 (2013) Week 4 (2014) Stagecoördinator Digitaal versturen Goedkeuring stage Stage 1 ste semester 2 weken na aanvang stage Stage 2 e semester 2 weken na aanvang stage door wie Stagecoördinator 14

5 Tijdens de stage 5.1. Begeleidingsvormen Je wordt tijdens de stage begeleid door een bedrijfscoach (vanuit het stagebedrijf) en vanaf de start van je stage door een stagebegeleider van de opleiding. 5.2. Bedrijfscoach De bedrijfscoach is degene die de stagiair wegwijs maakt in de stageorganisatie. Hij neemt de stagiair als het ware onder zijn of haar hoede. De bedrijfscoach is het eerste aanspreekpunt voor de stagiair (en voor de stagedocent van de opleiding) binnen het stagebedrijf en is degene waar de stagiair afspraken mee maakt ten aanzien van werktijden, vrije dagen e.d.. Daarnaast beoordeelt de bedrijfscoach, samen met de stagebegeleidende docent, het functioneren en de prestaties van de stagiair. De bedrijfscoach heeft tijdens de stage geregeld gesprekken met de stagiair, waarin gesproken wordt over de aard en inhoud van het werk en de werkzaamheden, de voortgang, het werktempo, de omgang met organisatievoorschriften, het omgaan met collega s en de uitvoering van de verdiepende opdracht. De stagiair maakt van deze gesprekken een verslag voor het stageportfolio. Uiteraard kan de stagiair met vakinhoudelijke vragen terecht bij de bedrijfscoach. De bedrijfscoach is hét voorbeeld van een beroepsbeoefenaar. Derhalve beschikt de bedrijfscoach over: een denk- en werkniveau op HBO-niveau; ervaring in de branche; minstens een jaar ervaring bij de organisatie waar de stagiair stage loopt; motivatie, tijd en faciliteiten om het leerproces van de stagiair te begeleiden. 5.3. Stagebegeleider Nadat de stagecoördinator het concept stagedocument heeft goedgekeurd krijgt de stagiair een stagedocent toegewezen. De stagedocent beoordeelt in het eerste gesprek het definitieve stagedocument van de stagiair. De stagedocent speelt een procesmatige én inhoudelijke rol tijdens de stage. De stagedocent is intermediair tussen de stageverlenende organisatie, de stagiair en de school. Verder volgt de stagedocent namens de Hogeschool het verloop van de stage. In principe bezoekt deze docent het stageverlenende bedrijf tenminste één keer gedurende de stageperiode. Aan het begin van de stage is er minimaal (telefonisch) contact tussen de stagedocent, de bedrijfscoach en de stagiair. Indien mogelijk kan de stagedocent ook een bezoek afleggen. Het eerste contact dient ter kennismaking en wordt het met name de inhoud van de verdiepende opdracht besproken en definitief vastgesteld. Initiatief van deze bespreking ligt bij de stagedocent. Het stagebezoek wordt door de stagiair voorbereid met een agenda en vindt halverwege de stage plaats, nadat het voortgangsverslag bij de stagedocent is ingeleverd. Bovenstaande punten worden overleg met de bedrijfscoach erbij, onderstaande punten in aansluitend overleg tussen student en docent. - Competentieontwikkelingsplan en op te stellen reflectieverslag aan het einde van de stageperiode. - Eventuele tussentijdse deelrapportages van de verdiepende opdracht. De stage wordt binnen het bedrijf afgerond met een presentatie en een evaluatiegesprek waar de bedrijfscoach, de student en de stagedocent bij betrokken zijn. 15

5.4. Studieloopbaanbegeleider In voorbereiding op de stage bespreek je met je studieloopbaanbegeleider (SLB-er) het competentieontwikkelingsplan. In dit gesprek reflecteer je op jouw voorgenomen competentieplan tijdens de stage en de relatie tot de gekozen differentieminors. De studieloopbaanbegeleider geeft een akkoord op het competentieontwikkelingsplan (COP jaar 3). Aan het einde van de stage vul je dit competentieontwikkelingsplan aan door aan te geven welke competenties je behaald hebt en geef je bewijzen hiervan. Dit bespreek je dan met je stagebegeleider. 5.5. Voortgang competentieontwikkeling Je dient gedurende de stage informatie te kunnen verzamelen over de voortgang van jouw competentieontwikkeling. Hiertoe zijn de volgende toetsen een vast onderdeel van de stage: - Functioneringsgesprekken met bedrijfscoach; - 360 feedback; - Reflectie op je eigen competentieontwikkeling; Functioneringsgesprekken Spreek regelmatig en op een vast moment af (bijvoorbeeld elke 2 of drie weken) met je bedrijfscoach om jouw functioneren te bespreken. Zoals eerder aangegeven bespreek je dan jouw werkzaamheden, jouw functioneren en de voortgang van de verdiepende opdracht. Van deze gesprekken maak je zelf korte verslagen. 360 feedback Ten behoeve van de 360 feedback vraag je jouw bedrijfscoach en/of collega s om feedback te geven op jouw competentieontwikkeling. Daarvoor kan het formulier uit bijlage 9 ingevuld worden. Gedurende de stage heb je tenminste twee rondes met de bedrijfscoach voor de 360 feedback (zie planning in stageweken: week 7 en 16). Tijdens deze gesprekken geeft de bedrijfscoach je feedback op jouw functioneren aan de hand van de genoemde hbo-niveau kenmerken, die ook bij de eindbeoordeling gebruikt worden. Tevens reflecteer je op je competentieontwikkeling. Je maakt verslagen van deze voortgangsgesprekken en neemt deze eveneens op in het stageportfolio. Reflectie op eigen competentieontwikkeling Het competentieontwikkelingsplan is een dynamisch document. Voor de start van de stage maak je een keuze wat je in je stage gaat doen, welke verdiepende opdracht je voor ogen hebt en waarom en op welke andere manier je gaat aantonen dat je alle competenties aan het einde van de stageperiode hebt behaald. Zoals aangegeven bespreek je jouw COP jaar 3 met je stagedocent. Door vervolgens tussentijds te kijken waar je staat, word je gedwongen te kijken naar je voornemens en kan je de doelstellingen tussentijds bijstellen. Je maakt hiervan 2 reflectieverslagen tijdens de stage, namelijk in week 8 en week 17 en je stuurt dit ter informatie op naar je stagedocent per e-mail. Tevens neem je dit op als bijlage in je stageportfolio. De verslagen en feedback tijdens de functioneringsgesprekken en de twee rondes 360 feedback beoordeling zijn waardevolle informatie voor je reflectieverslagen. Deze twee reflectieverslagen gebruik je weer als input voor het maken van je stageportfolio. 5.6. Stageterugkomdag Tijdens je stage vindt er een verplichte stageterugkomdag plaats. Onderdeel van deze dag is een begeleide intervisiegroep, waarin je met je medestagiairs stage- en werkinhoudelijke problemen met elkaar bespreekt. Onderdeel van de intervisie is: - het stimuleren van reflectie over het binnenschoolse leren en hoe dit zich verhoudt tot het buitenschoolse werkplek leren; - het formuleren van nieuwe leerdoelen voor de rest van de stage en de vervolgstudie. De uitnodiging en informatie over de inhoud van deze dag ontvang je van de stagecoördinator. Breng tijdens je stage tijdig je bedrijfscoach op de hoogte van de terugkomdag en wellicht andere activiteiten, zoals hertentamens. 16

De stageterugkomdag voor de eerste periode is op donderdag 28 november vanaf 13:00 Voor meer informatie kijk op BlackBoard 5.7. Stage in het buitenland Als je in het stagedocument aantoont dat je tijdens een stage in het buitenland jouw stagedoelen kunt bereiken en je competenties kunt ontwikkelen, kun je ook in het buitenland stagelopen. De begeleiding van een buitenlandse stage heeft dezelfde inhoud en vormgeving als bij een binnenlandse stage; je wordt door jouw stagedocent en een bedrijfscoach begeleid. De wijze waarop de begeleiding door de opleiding plaatsvindt, is echter gedeeltelijk anders. Evenals bij een stage in Nederland voer je regelmatig feedbackgesprekken en de twee rondes 360 feedback met de bedrijfscoach ter plaatse. De begeleiding door de stagedocent vindt echter meestal op afstand plaats via e-mail. 5.8. Problemen tijdens de stage Mocht de student onverhoopt tijdens de praktijkstage tegen problemen aanlopen, dan raden we het volgende aan: - probeer eerst zelf samen met de bedrijfscoach of andere personen in het bedrijf tot een oplossing te komen, onder het motto kom niet met problemen maar met oplossingen ; - denk altijd vanuit de belangen van de organisatie. De meeste bedrijven staan open voor suggesties van studenten, mits op de juiste manier gebracht. Wees assertief doch beleefd als het erom gaat tijd en aandacht te vragen van de bedrijfscoach om problemen te bespreken; - als er ondanks alle goede bedoelingen geen oplossing komt, neem dan contact op met de stagedocent. 5.9. Planning in stageweken Stageweken Wat Wie Inleveren bij / aanwezig 1 Start stage Student 2 1 e contact stagedocent/student/bedrijf Stagedocent -student stagedocent 3 4 5 6 7 1 e ronde 360 o feedback student/ bedrijfscoach stagedocent 8 1 e reflectieverslag student stagedocent 9 Afspraak maken met stagedocent Student stagedocent 10 Tussenrapportage (concept) stageportfolio student stagedocent 11 12 13 14 15 16 2 e ronde 360 o feedback student/ bedrijfscoach stagedocent 17 2 e reflectieverslag student stagedocent 18 19 Concept Stageportfolio en Verslag student stagedocent 20 verdiepende Definitief Stageportfolio opdracht en Verslag verdiepende opdracht student stagedocent bedrijfscoach 17

21 Einde stage: 1. Stageportfolio en Verslag verdiepende opdracht student stagedocent bedrijfscoach 18

6 Samenvatting begeleiding De student is tijdens de stage verantwoordelijk: - voor de contacten met zijn stagebegeleider; - voor zijn persoonlijk leerproces en zijn persoonlijk handelen; - voor een correcte uitvoering van werkzaamheden en opdrachten voor het stagebedrijf; - voor een correcte uitvoering van regels, werkzaamheden en opdrachten vanuit school; - voor het archiveren van zijn studieproducten in het stageportfolio; - voor het voorbereiden van de stagebezoeken middels een agenda. - voor het tijdig toesturen van het Stageportfolio en Verslag verdiepende opdracht. De bedrijfscoach: - geeft de student inhoudelijke ondersteuning tijdens de stage; - overlegt periodiek met de student over de voortgang van en functioneren tijdens de stage; - houdt gedurende de stage tenminste twee voortgangsgesprekken met de stagiair aan de hand van de 360 feedback; - is actief betrokken bij twee stagebezoeken door de stagebegeleider; - geeft input voor de beoordeling van de verdiepende opdracht en het beroepsmatig handelen van de stagiair; - vult het evaluatieformulier stage in; De stagedocent: - begeleidt de student voornamelijk procesmatig; - is intermediair tussen stageverlenende organisatie en de Hogeschool; - bezoekt de bedrijfscoach en de student minimaal één keer, indien mogelijk vaker; - beoordeelt het definitieve stagedocument waarin het competentieontwikkelingsplan, de werkplekscan en het initiatiefpaper voor de verdiepende opdracht; - geeft feedback op het handelen van de student op het gebied van inhoud, communicatie en gedrag; - beoordeelt inhoud en de vorm van het stagerapport (stageportfolio + verslag verdiepende opdracht) bij het eindbeoordelingsgesprek; - is verantwoordelijk voor het melden van de stageresultaten aan het servicepunt De stagecoördinator: - is verantwoordelijk voor de organisatie van de stages; - beoordeelt vóór de stage het (concept)-stagedocument; - wijst een stagedocent aan de student toe; - zorgt voor toezending van de bevestigingsbrief stage aan de bedrijfscoach en de student; - organiseert een stageterugkomdag. 19

7 Toetsing en beoordeling Er is in hoofdstuk 2 gesteld dat de stage een proeve van beginnende bekwaamheid en geschiktheid in je toekomstige beroepsomgeving is. Om een goede voorbereiding te kunnen zijn op het afstuderen ( een proeve van startbekwaamheid als beginnend beroepsbeoefenaar ), dient de toetsing van de stage dan ook qua inhoud en vorm op het afstuderen te lijken. In dit hoofdstuk gaan we in op wat er tijdens en aan het einde van deze stageperiode getoetst wordt en hoe deze toetsing wordt vormgegeven. 7.1. De inhoud van de toetsing Tijdens de stage wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de competenties op het niveau startbekwaam (eind jaar 4). Het spreekt dan ook voor zich om aan het einde van de stageperiode de voortgang in de richting van dat niveau te toetsen en na te gaan of dat niveau haalbaar is. Dat betekent dat in de toetsing en beoordeling van de stage wordt nagegaan of jij in staat bent om: - zelfstandig beroepstaken uit te voeren (routinematig); - problemen in de beroepspraktijk te analyseren, evalueren en op te lossen (projectmatig); - te reflecteren op het beroepsmatig handelen vanuit wetenschappelijk en maatschappelijk perspectief; - je beroepsuitoefening gaandeweg te verbeteren; - te functioneren in uiteenlopende beroepssituaties; - samen te werken en te overleggen met vakgenoten en mensen van andere disciplines; - in een multiculturele of internationale (samenwerking) context te functioneren; - de beroepshandelingen en resultaten te verantwoorden (in termen van passendheid, effectiviteit en efficiëntie) op basis van actuele en relevante multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden; - aan te tonen dat je een samenhangend beeld kunt schetsen van de wijze waarop je gewerkt hebt aan je professionele ontwikkeling. 7.2. De vorm van de toetsing Je wordt getoetst op de doorgemaakte ontwikkeling van je competenties tijdens de stage en de stand van zaken aan het einde van je stage. Opgemerkt dient te worden dat er standaard plagiaatsoftware wordt toegepast op de gemaakte stukken. 7.3. Aan het eind van de stage De stage wordt binnen het bedrijf afgerond met een presentatie en een evaluatiegesprek. Dit gesprek vindt plaats aan het eind van de stage. De student maakt van deze afronding binnen het bedrijf een gespreksverslag en voegt dit toe aan zijn stageportfolio. De bedrijfscoach geeft advies over de kwaliteit van de verdiepende opdracht en het beroepsmatig handelen van de student (bijlage 10). De stagedocent bepaalt, met inachtneming van de beoordeling van de bedrijfscoach, het eindcijfer van deze onderdelen. 20