Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Teamscan op accreditatiewaardigheid

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

De onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Hanzehogeschool Groningen

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) voor de opleiding. International Business and Languages. crohonummer:

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Christelijke Hogeschool Windesheim

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Fontys Hogeschool, Venlo

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Hogeschool Zuyd, Heerlen

Hogeschool INHOLLAND, School of Agriculture and Technology

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool Windesheim, Zwolle

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. Gegevens : Christelijke Hogeschool Windesheim : Commerciële Economie

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Hogeschool INHOLLAND, Haarlem

Opleiding Informatica

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

AVANS Hogeschool, Breda

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

AVANS Hogeschool. Commerciële Economie, hbo bachelor. Deeltijd (crohonummer: 34402/B) Visitatiedatum: 22 mei 2007

Hogeschool Zeeland. Opleidingen: Informatica, bachelor Bedrijfskundige Informatica, bachelor Croho: en Varianten: voltijd

Hogeschool HBO Nederland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

AVANS Hogeschool, Tilburg

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Management & Organisatie

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

AVANS Hogeschool, Den Bosch

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hanzehogeschool, Groningen

Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor; Croho: Varianten: Voltijd / Deeltijd / Duaal

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg

Hogeschool INHOLLAND, Delft

Hogeschool Zuyd, Sitard

Hogeschool Rotterdam Cluster Paramedisch Opleidingen: Ergotherapie, Fysiotherapie en Logopedie; hbo-bachelor Variant: voltijd

AVANS Hogeschool, Breda

Bijlage A Competenties van de opleiding

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Hogeschool Zuyd, Sittard

Hogeschool INHOLLAND. Opleidingen: Voedingsmiddelentechnologie, bachelor Varianten: voltijd/duaal. Visitatiedata: 2 en 3 juni 2005

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Hanzehogeschool Groningen, Leeuwarden

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Transcriptie:

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: International Business and Languages Locatie: Leeuwarden Croho: 34407 Varianten: hbo-bachelor; voltijd Visitatiedatum: 22 september 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2009

2/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 9 1.4 Oordeelsvorming 10 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 11 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 18 Onderwerp 3 Inzet van personeel 27 Onderwerp 4 Voorzieningen 29 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 31 Onderwerp 6 Resultaten 35 Deel C: Bijlagen 39 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 40 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 45 Bijlage 3: Bezoekprogramma 49 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 51 Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 3/53

4/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 5/53

6/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding International Business and Languages van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is in juli 2009 begonnen, met de ontvangst van het zelfevaluatierapport. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 22 september 2009. Het panel bestond uit: De heer ing. J.C. de Jong (domeinpanellid) Mevrouw drs. P. Schep (domeinpanellid) Mevrouw N. Veraart (studentpanellid) Mevrouw drs. R. van Empel (auditor NQA) Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6. Als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Het Facetrapport is de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Stichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) is in 1987 ontstaan na een fusie van enkele toenmalige instellingen voor hoger beroepsonderwijs in Leeuwarden. De NHL biedt momenteel 73 hbo-opleidingen aan, waaronder tien masteropleidingen, op meerdere locaties in Leeuwarden. In het studiejaar 2008-2009 waren er bij de NHL circa 10.000 studenten en bijna 950 personeelsleden. In het strategisch plan Ontmoeting leidt tot ontplooiing, geldig voor de periode 2008-2011, is vastgelegd dat NHL zich wil ontwikkelen tot een Regional University of Applied Sciences met als centrale taken het verzorgen van competentiegericht onderwijs en het verrichten van toegepast en praktijkgericht onderzoek. NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 7/53

Voor dit laatste streeft men naar verdubbeling van het aantal lectoraten; in 2008 waren dat er negen. Een aanvullend element in het strategisch plan betreft contractactiviteiten met en voor bedrijven in de regio. Aandachtspunten in het onderwijs zijn onder meer: - het flexibiliseren van de onderwijsorganisatie - het verder ontwikkelen van vraaggestuurde didactiek - zorg voor een aaneengesloten keuzeruimte van 30 EC - gezamenlijke opbouw van een internationaal netwerk - toenemende studentmobiliteit (1000 inkomend en 1000 uitgaand op jaarbasis) - minimaal 20% van de literatuur van elke opleiding in een vreemde taal - minstens 30 EC van het programma in de Engelse taal - het inrichten van tien Associate Degrees. De NHL is georganiseerd in vier instituten, te weten Economie en Management (ECMA), Techniek, Zorg en Welzijn en als vierde Educatie en Communicatie. De opleiding International Business and Languages (IBL), het onderwerp van dit beoordelingsrapport, behoort tot het Instituut ECMA. ECMA biedt onderwijs aan op het gebied van economie en management en levert daaraan gerelateerde kennisdiensten. In het studiejaar 2008-2009 zijn er bijna 2900 studenten ingeschreven bij ECMA. Hun onderwijs wordt verzorgd door 136 docenten (gezamenlijk met 112 fte); voor management en ondersteuning is er circa 37 fte. ECMA is in 2003 ontstaan door het samengaan van de twee toenmalige NHL-instituten Management en Economie. ECMA stelt zich ten doel (Beleidskader 2007-2011) om in 2011 te zijn uitgegroeid tot een kenniscentrum waarin studenten zich ontwikkelen tot professionals met uitstekende startkwalificaties. Enkele andere doelstellingen zijn: - uitvoeren van hoog gekwalificeerde advisering en toegepast onderzoek - integratie van veranderingen en innovaties van het werkveld in bestaande kennisdiensten - internationale netwerken, ten dienste van het primaire proces. Er zijn drie lectoraten bij ECMA, te weten Water Services Management (in samenwerking met Vitens Evides), Cybersafety en Ondernemerschap & Risicofinanciering (in samenwerking met de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij). Er zijn voorbereidingen voor een vierde lectoraat: Bestuurskracht & ICT. De opleidingen van ECMA zijn ondergebracht in vijf afdelingen: Marketing Management, Economics, Public Management, Business Administration, Information & Organization. IBL is onderdeel van de afdeling Marketing Management, net als de opleiding Commerciële Economie. De afdeling biedt, in samenwerking met de Leeuwarder hogeschool Van Hall/Larenstein en de hogeschool Stenden, ook een opleiding International Business Management Studies aan. Er is intensieve samenwerking tussen de drie opleidingen, met onder meer gemeenschappelijke programmaonderdelen, een gemeenschappelijk didactisch concept, werkvormen, toetsbeleid, personeelsplan, kwaliteitszorgsysteem. De docenten van de afdeling Marketing Management hebben hun thuisbasis bij een van de drie opleidingen, maar worden waar nodig ingezet bij het onderwijs voor alle drie de opleidingen. De drie opleidingen hebben een gemeenschappelijk deel (majors) van 170 EC en een opleidingsspecifiek deel (uitstroomprofiel) in de vorm van twee minoren (60 EC) en een 8/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

keuzeprogramma van 10 EC. Een student die het IBL-diploma wil verwerven, volgt na de gemeenschappelijke major het uitstroomprofiel International Business. Dit bestaat uit een internationale stage en/of een keuzeminor studie in het buitenland, uit de minor International Business en een afstudeeropdracht die is toegespitst op het IBL-profiel. Enkele kengetallen 2009-2010 NHL ECMA Afd.M&M. IBL aantal studenten 1 10644 2654 416 46 fte docenten 1077 personeelsleden (850 fte) 136 docenten (112 fte); 37 fte management en ondersteuning 20 docenten, 18,38 fte docent/student ratio 1:21½ 1:26 1: 25 1:25 instroom sept. 2 2009 4045 894 101 10 8 docenten (6,2 fte) IBL is in 2003 gevisiteerd, volgens het toen geldende visitatiekader van de HBO-raad. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in het rapport Internationaal Dynamisch (NQA, Den Haag 2004). In verband met de conclusies van de toenmalige visitatiecommissie heeft de opleiding de opleidingsdoelstellingen opnieuw vormgegeven, de relaties met het werkveld verder geformaliseerd en gestructureerd, meer aandacht voor de selecterende functie van het eerste studiejaar (onder meer door drempels zoals een sterkere BAS-norm) en maatregelen getroffen voor versterking van de samenhang in de opleiding en voor aansluiting van het onderwijs bij de instroomkwalificaties. Meer recentelijk is ook het beroepsprofiel herzien, in samenwerking met werkveldadviescommissie voor de opleiding. 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens hebben de panelleden zich inhoudelijk voorbereid op het bezoek van 22 september 2009. Zij hebben daartoe het zelfevaluatierapport en de bijlagen daarbij bestudeerd en hun voorlopige bevindingen en vraagpunten doorgegeven aan de auditor. De NQA-auditor heeft op grond daarvan een document opgesteld met de kernpunten en de prioriteiten voor nader 1 Dit zijn inschrijfgegevens voor zover bekend in week 42, 2009; dit zijn dus niet de definitieve aantallen 2 Dit zijn inschrijfgegevens voor zover bekend in week 42, 2009; dit zijn dus niet de definitieve aantallen NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 9/53

materialenonderzoek en voor de gesprekken tijdens het visitatiebezoek. Enkele dagen voor het visitatiebezoek was er een voorbereidende bijeenkomst van het panel, waarbij het panel per facet een nadere toespitsing heeft gemaakt voor de te volgen aanpak. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de dagindeling van panelbezoeken aan opleidingen. Dit standaardprogramma is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Tijdens het bezoek waren er gesprekken met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door hebben de panelleden overlegd om hun bevindingen uit te wisselen en om te komen tot gezamenlijke en meer definitieve oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft het panel een beknopte mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder daarbij expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Het panel heeft op basis van zijn bevindingen een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport. In dat rapport wordt de kwaliteit van de opleiding beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in oktober 2009 een concept van het beoordelingsrapport ontvangen voor controle op feitelijke onjuistheden. Naar aanleiding van de reactie daarop zijn er enkele wijzigingen aangebracht, waarna het bijgestelde conceptrapport voor een tweede ronde van hoor-wederhoor in november 2009 aan de opleiding is voorgelegd. Het panel heeft het visitatierapport vastgesteld in november 2009, na verwerking van de laatste reacties van de opleiding. Kort tijd daarna is het rapport ter beschikking gesteld van de opleiding. De opleiding kan het rapport samen met de accreditatieaanvraag indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit rapport wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij de weging hadden de beslisregels, zoals NQA die heeft geformuleerd in het Beoordelingsprotocol, met een nadere uitwerking in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming, een belangrijke rol. Daarbij heeft het panel rekening gehouden met accenten die de opleiding zelf legt en met het domeinspecifieke kader. In de weergave hierna van de oordelen per onderwerp zijn de oordelen vermeld per facet, waar nodig gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel over het onderwerp. De argumentatie voor de facetoordelen is vastgelegd in het facetrapport. 10/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Onderwerp/Facet IBL NHL Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen goed 1.2 Niveau bachelor goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed Totaaloordeel positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma voldoende 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed 2.4 Studielast voldoende 2.5 Instroom voldoende 2.6 Duur voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud goed 2.8 Beoordeling en toetsing goed Totaaloordeel positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO goed 3.2 Kwantiteit personeel goed 3.3 Kwaliteit personeel goed Totaaloordeel positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen goed 4.2 Studiebegeleiding goed Totaaloordeel positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten goed 5.2 Maatregelen tot verbetering goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voldoende Totaaloordeel positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau voldoende 6.2 Onderwijsrendement voldoende Totaaloordeel positief NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 11/53

Doelstellingen opleiding Het panel heeft de facetten van dit onderwerp beoordeeld als goed. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. Programma Het panel heeft de facetten van dit onderwerp beoordeeld als voldoende of goed (met voldaan bij facet 2.6). Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. Inzet van personeel Het panel heeft de facetten van dit onderwerp beoordeeld als goed. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. Voorzieningen Het panel heeft de facetten van dit onderwerp beoordeeld als goed. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. Interne kwaliteitszorg Het panel heeft de facetten van dit onderwerp beoordeeld als goed of voldoende. Het oordeel over het onderwerp is daarom positief. Resultaten Het panel heeft de facetten van dit onderwerp beoordeeld als voldoende. Het oordeel over het onderwerp als geheel is daarom positief. Totaaloordeel Op grond van de oordelen, weergegeven in het voorgaande schema, en op grond van de inhoudelijke onderbouwing daarvan zoals die is vermeld in het tweede deel van dit rapport, blijkt dat het panel bij de zes van de onderwerpen tot een positief oordeel komt. De conclusie is dan ook dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. 12/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

Deel B: Facetten NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 13/53

14/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: IBL van de NHL is gebaseerd op de landelijk gevalideerde competenties voor opleidingen Bachelor of Commerce. De acht specifieke competenties voor het domein Commerce en twee algemene hbo-competenties zijn vastgelegd in het document Domeincompetenties en illustraties Commerce (HBO-raad, Den Haag, december 2005). Dit document is door het landelijke werkveld gevalideerd. In 2004 zijn deze domeincompetenties vastgesteld door het Sectoraal Advies College (SAC) Hoger Economisch Onderwijs van de HBOraad. Deze competenties vervangen, en zijn mede gebaseerd op, het IBLcompetentieprofiel uit 2003. De domeincompetenties zijn, samengevat, als volgt te formuleren (zie ook de verwijzing in bijlage 5): - Het initiëren en creëren van producten en diensten; - Activiteiten rondom het uitvoeren van marktonderzoek; - Het vaststellen van sterkte-zwakteanalyses voor een onderneming; - Ontwikkelen en uitvoeren van marketingbeleid; - Ontwikkelen en onderhouden van (commerciële) relaties; - Communiceren in meerdere talen; - Leidinggeven. De twee algemene competenties betreffen sociale en communicatieve aspecten (zoals samenwerken, klantgerichtheid, collegialiteit) en een zelfsturende competentie (het sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling, reflectieve vaardigheden, beroepshouding en bijdragen aan de professionalisering van het beroep). Bij alle competenties zijn in het document Domeincompetenties en illustraties Commerce drie niveaus gedefinieerd, met behulp van niveau-indicatoren. Deze indicatoren hebben betrekking op de complexiteit van de kennis en vaardigheden die bij de competentie horen of op de complexiteit van de context waarin werkzaamheden moeten worden uitgevoerd (zie ook bij facet 1.2). Voor ieder van de Commerce-opleidingen is per competentie uitgewerkt op welk niveau die competentie moet zijn bereikt, zoals bij competentie 7, Communiceren in meer talen, waarbij voor IBL is vermeld dat het hier drie vreemde talen betreft. Naast talen vormen in Leeuwarden ook interculturaliteit en internationalisering de specifieke focus van IBL. NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 15/53

In aanvulling op de domeincompetenties Bachelor of Commerce is in 2008 vanuit de HBO-raad een Body of Knowledge & Skills (BoKS) vastgesteld voor opleidingen Commerce. In de BoKS zijn voor het domein Commerce, per competentie, achterliggende basiskennis- en deskundigheidsgebieden beschreven. De opleiding neemt deel aan het Landelijk Opleidingen Overleg International Business Languages (LOO-IBL) en aan het Landelijk IBL-overleg Frans. Het LOO-IBL heeft in 2003 het IBL-competentieprofiel opgesteld en vastgesteld met als uitgangspunten het eerdere beroeps- en opleidingsprofiel IBL (uit 1998), het onderzoek onder alumni en de adviezen van beroepenveldcommissies. De domeincompetenties zijn opgesteld door een werkgroep van het landelijk overleg. Daarmee is de consensus over de inhoud van de competenties door vakgenoten geborgd. Concepten van de competenties zijn besproken met vertegenwoordigers van werkveld (NIMA en FENEDEX), maar de eindverantwoordelijkheid voor inhoud en formulering van de competenties ligt bij het landelijk overleg. De beroepspraktijk is vertegenwoordigd via de NIMA en FeNeDex. In het voorjaar 2009 is de werkveldadviescommissie IBL opnieuw ingesteld, nadat er een aantal jaren een gemeenschappelijke commissie was voor de gehele afdeling. In de bijeenkomsten bespreken opleiding en WAC de ontwikkelingen in het werkveld; de opleiding legt aan de werkveldadviescommissie bepaalde stukken voor en overlegt over aanpassing in het beroepsbeeld (zie ook bij 1.3 en 2.1). In samenspraak met deze vernieuwde werkveldadviescommissie is het opleidingsprofiel opnieuw geformuleerd, in het rapport Beroepsprofiel en Competentieprofiel (Leeuwarden, mei 2009). De reden voor deze herformulering was gelegen in de behoefte aan een strakkere omschrijving van de eigenheid van IBL: de grens tussen de drie opleidingen van de afdeling was wat vervaagd. Deze eigenheid van IBL binnen de afdeling Marketing Management is naast het aanleren van drie vreemde talen benoemd als een scherpere internationale gerichtheid, met daarmee samenhangend versterkte aandacht voor culturele verschillen in de internationale handel. Over een nadere concretisering hiervan, ook voor de formulering of aanvulling van de opleidingsdoelstellingen van IBL, vindt nog nader overleg plaats. Resultaat daarvan is te verwachten eind 2010. Net als de overige IBL-opleidingen werkt ook de Leeuwarder opleiding met het document IBL bekent kleur binnen de domeincompetenties Commerce. Het is een positiedocument met een advies verwerkt dat de IBL-opleidingen, de opleidingscommissies IBL, het toeleverend onderwijs en onder andere NIMA en FeNeDex (Federatie van Nederlandse Exporteurs. In het voorjaar van 2009 is dit positiedocument vastgesteld. Binnen de landelijke context van IBL-opleidingen legt de Leeuwarder opleiding IBL het accent op een brede economische basis, met nadruk op internationale oriëntatie, gericht op exportmanagement, zo hoorde het panel van het opleidingsmanagement. Met buitenlandse partners zijn o.a. de doelstellingen en de programma s vergeleken; daaruit is het specifieke profileringspunt export voor de NHL voortgekomen. Enkele van die partners zijn: University of Applied Sciences Oldenburg/Ostfriesland/Wilhelmshaven; Université Claude Bernard Lyon, University of Valencia, Oslo University College, Kymenlaakso University of Apllied Sciences Finland en de University of Rzeszow Poland 16/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

Facet 1.2 Niveau bachelor goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het eerder vermelde document Domeincompetenties en illustraties Commerce is een beschrijving opgenomen van de internationaal vastgestelde Dublin Descriptoren, waarbij ze worden vergeleken met de generieke kernkwalificaties die de commissie Franssen in 2002 heeft beschreven. In aanvulling daarop heeft de opleiding in het eerder vermelde Beroepsprofiel en Competentieprofiel een vergelijking gemaakt van de domeincompetenties en de niveaus daarvan, met de Dublin Descriptoren. In een bijlage bij het zelfevaluatierapport is een overzicht gegeven over de relatie van de domeincompetenties met de Dublin Descriptoren. Zo komt de DD Kennis en Inzicht aan de orde via de BoKS en in de domeincompetenties 2, 3, 4, 5 en 6. Oordeelsvorming komt aan de orde in vrijwel alle domeincompetenties, maar vooral 3, 4, 5, 8 en 10. De opleidingscompetentie 7, vreemde talen, is apart uitgewerkt in niveaus van het internationale overlegorgaan over het talenonderwijs, CEFR (Common European Framework of Reference for Languages). De drie niveaus worden bepaald door drie indicatoren: context, complexiteit en ten derde verantwoordelijkheid: - Op het eerste niveau zijn context en complexiteit beperkt. Het gaat om een afgebakende context en afgebakende onderwerpen, invalshoeken of aspecten; de verantwoordelijkheid betreft het opvolgen van nauw omschreven taken, of het eigen takenpakket. - Op het tweede niveau is de context gericht op een overzichtelijke internationale context. De complexiteit betreft het kunnen werken met een onderwerp met meerdere invalshoeken of aspecten en de studenten werken met beperkte verantwoordelijkheid in de vorm van enige vrijheid wat betreft werkmethoden en richtlijnen. - Op het derde niveau gaat het om meer complexe internationale context, met opdrachten met meerdere aspecten en invalshoeken. Wat betreft de verantwoordelijkheid gaat het om op proactief handelen en zelfstandigheid. Het panel is van oordeel dat de competenties afdoende zijn vergeleken met internationale standaarden voor het niveau. De drie competentieniveaus komen daarbij adequaat aan de orde. NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 17/53

Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De argumentatie bij de facetten 1.1 en 1.2 betreft ook de relatie tussen het beroepsprofiel en de opleidingscompetenties. Vier keer per jaar is er overleg tussen de opleiding en de werkveldadviescommissie (WAC). Tot het voorjaar van 2009 was er één WAC voor alle opleidingen van de afdeling Marketing and Management maar sinds mei 2009 is er (weer) een eigen WAC IBL. In de aanloop van de eerste vergadering was er overleg over het nieuwe opleidingsprofiel, met daarmee discussies over het beroepsperspectief van de IBL-afgestudeerden. Sindsdien is er nog een tweede vergadering geweest. In de WAC-vergaderingen komen thema s aan de orde zoals international awareness, tradefare, (voorbereiding) internationale stage, Islamitische en Aziatische cultuur. De opleiding heeft samen met de vernieuwde WAC een IBL-specifieke functiekarakteristiek opgesteld. Ook via de Kamer van Koophandel blijft de opleiding op de hoogte van de ontwikkelingen in het beroepenveld waarvoor IBL opleidt, net als via lidmaatschap van een regionale vereniging van exportbedrijven. Docenten van de opleiding zijn lid van de redactiecommissie voor FeNeDex-examens; via deze contacten (zie ook bij 2.1) verkrijgt de opleiding informatie over de relevantie van de opleidingscompetenties: De studenten worden opgeleid voor functies in de internationale handel, vooral gericht op export, zoals medewerker marketingcommunicatie en assistent exportmanager. Ook internationale communicatie is een werkterrein voor IBL ers uit Leeuwarden. Voorbeelden van functies waarin Leeuwarder IBL-afgestudeerden werken, zijn: Sales Manager, Directeur, Export Manager, Export& Sales Manager, Verkoper, Policy Maker. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen HBO goed Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. 18/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het panel heeft de literatuurlijst bestudeerd. Het panel is van oordeel dat de boekenlijst actueel is en het gehele IBL-terrein beslaat. Bij de verplichte literatuur is ook aandacht voor de actualiteit, onder meer in de vorm van wetenschappelijke artikelen. Studenten worden ook geoefend in het lezen van wetenschappelijke artikelen op hun vakgebied met de tweedejaarsmodules, Onderzoek en Methoden/Technieken. In hun eerste studiejaren werken de studenten aan praktijkopdrachten. In het eerste jaar zijn het beroepssituaties die de docenten hebben afgeleid uit de praktijk, daarna zijn het steeds reële beroepssituaties, waarbij bedrijven opdrachtgever zijn. In ieder semester komen de studenten in contact met de beroepspraktijk: via de praktijkgerichte projectopdrachten (zie ook bij 2.7), bedrijfsbezoeken en gastlezingen door vertegenwoordigers van het beroepenveld van IBL/Commerce. De bedrijfsbezoeken hebben voor een deel de vorm van internationale excursies, zoals naar Spanje (1 e en 2 e jaar), New York (3 e en 4 e jaar). De projectopdrachten zijn voor de studenten de belangrijkste vorm van contact met de beroepspraktijk tot hun stage in studiejaar 3. Enkele voorbeelden van projecten: - In het propedeuseproject Eigen bedrijf zetten de studenten een eigen bedrijf op. Ze worden daarbij gevolgd en geadviseerd door ondernemers uit de regio. Het betreft hier echte bedrijven met financiering door certificaathouders die delen in de winst. Handel in certificaten is mogelijk. Meestal wordt het bedrijf na 1 studiejaar ontbonden, tenzij studenten door willen gaan en certificaathouders akkoord gaan. - In het tweede jaar zijn er de projecten Strategisch Marketingplan en Internationale Marketing. De studenten verwerven deze opdrachten zelf in het regionale werkveld. De opdrachtgevende bedrijven zijn er door middel van een vouchersysteem van verzekerd dat de studenten bij deze opdrachten worden ondersteund door docenten. In het derde studiejaar is er een stage; de studenten werken dan 80 dagen in een internationaal gericht bedrijf. Deze stage is vanaf 2010 verplicht in het buitenland. Deze verplichting geldt niet voor de buitenlandse instroom (zie ook bij 2.5). In het afstudeerproject in de tweede helft van het vierde studiejaar werken de studenten bij een internationaal georiënteerd bedrijf. Zij doen dan onderzoek en maken een afstudeerwerkstuk. Het panel heeft daarvan een aantal voorbeelden ingezien (zie facet 6.1). Het vaardigheidsonderwijs bij IBL betreft, naast de taalvaardigheid die een van de kenmerken is van IBL, vooral de studieonderdelen waarin de beide algemene competenties (sociaalcommunicatieve vaardigheden en zelfsturing) aan de orde komen. Studenten leren en oefenen deze vaardigheden onder meer bij de projecten Eigen Bedrijf, Strategisch Marketingplan en Internationale Marketing. De vaardigheden die horen bij opleidingen in het economische domein, zoals lezen en maken van begrotingen, investeringsplannen, jaarverslagen, worden geleerd en geoefende in het ondersteunend onderwijs bij de diverse projecten (zie 2.2). De verbanden van het onderwijsprogramma met actuele ontwikkelingen in het vakgebied van IBL worden onder meer bewaakt via het landelijk overleg tussen de IBL-opleidingen NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 19/53

en door de eigen werkveldadviescommissie. Een voorbeeld van een ontwikkeling vanuit het vakgebied is de verschuiving naar een meer bedrijfskundige insteek van de opleiding. Momenteel werkt een projectgroep van het landelijk overleg aan een visie op deze ontwikkeling. Uit het gesprek met de studenten panel heeft het panel afgeleid dat zij tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van hun opleidingsprogramma. Dit beeld blijkt ook uit resultaten van de NHL-studentenenquête 2008, waar studenten van de afdeling zich tevreden betonen over onder meer de aansluiting van hun opleiding op de actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk en over de praktijkgerichtheid van het onderwijs. Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma voldoende Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het opleidingsprogramma is opgebouwd aan de hand van vijf leerlijnen: - In de integrale leerlijn passen studenten kennis en vaardigheden toe in projecten en opdrachten; - De vaardighedenleerlijn traint studenten in vaardigheden als samenwerken, taalgebruik, vergaderen, presenteren; - De conceptuele leerlijn vertegenwoordigt het kennisaspect van het programma; - De ervarings- of reflectie-leerlijn leert de studenten hoe ze kunnen leren van de ervaringen die ze in projecten opdoen; - Studieloopbaanbegeleiding is bedoeld om studenten te begeleiden bij het maken van keuzes in de studie met het oog op het beroep dat ze willen uitoefenen. De eerste drie leerlijnen hebben betrekking op de inhoud van de vakken en projecten die worden aangeboden. De opleiding heeft in de omschrijving van de leerlijnen een relatie aangegeven met de Dublin Descriptoren. In de programmaonderdelen van de conceptuele leerlijn vergroten studenten hun kennis, die ze in de onderdelen van de vaardighedenleerlijn toepassen. De studenten leren in de studieonderdelen van studieloopbaanbegeleiding en in de reflectielijn om hun leerproces zelf te ontwikkelen; zij ontwikkelen daarbij ook hun vermogens tot oordeelsvorming. In de taalonderdelen wordt aandacht besteed aan communicatieve vaardigheden. Deze worden versterkt aangeleerd, geoefend en toegepast in de projecten en in de stageperiode (zie ook bij 2.3). 20/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

Het panel had inzage in de enkele modulebeschrijvingen van de vakken en stelt vast dat de onderwijsinhoud voor economie afdoende breed en afdoende diep is voor IBL, met onderdelen zoals Algemene Economie, Marketing, de vierdejaarsminor International Business. In die modulebeschrijvingen zijn de leerdoelen vermeld, met daarbij de leerlijn waarbinnen de module valt, de competenties en het competentieniveau. Het panel stelt vast dat de organisatie van het programma via de leerlijnen ertoe bijdraagt dat theorie, vaardigheden als persoonlijke ontwikkeling afdoende aan de orde komen in de opleiding. Vanaf het tweede leerjaar is de opleiding Engelstalig. Het doel daarvan is de studenten te oefenen in het hanteren van Engelstalige economische vaktaal en om hen te oefenen te schakelen tussen diverse vreemde talen. Het panel is van mening dat de onderwijsinhoud van de drie vreemde talen en het Nederlands voldoende is maar constateert op basis van het ter inzage gelegde werk dat het niveau in een aantal gevallen te wensen laat. Meer aandacht voor taalverwerving zoals in het curriculum vanaf dit studiejaar wordt toegepast (zie ook bij 2.3) wordt door het panel toegejuicht. Op grond van deze bevindingen over het talenonderwijs komt het panel tot het oordeel voldoende. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De leerlijnen (zie bij 2.2.) vormen de structuur van het programma. De studieonderdelen binnen de vier jaarlijkse periodes werken toe naar of reflecteren op de integrale leerlijn met het project als de bindende factor. De horizontale samenhang, te weten de samenhang binnen de modulen, wordt bevorderd door de aanpak met projecten; theorie en praktijk komen samen in de projectopdrachten. De programmaonderdelen binnen een leerlijn hebben in het verloop van de vier studiejaren overeenkomsten. Zo zijn de onderdelen van de vaardighedenleerlijn gericht op het aanleren en oefenen van de vaardigheden die behoren bij het toepassen van de verworven kennis. Het gaat daarbij om een toenemende moeilijkheidsgraad door de steeds complexere inhoud van de opdrachten (zie ook bij 1.2). De verticale samenhang, te weten de logische opbouw in het programma, komt tot uiting in de drie competentieniveaus (zie 1.2) en in de opbouw van de studie. Het programma van jaar 1 en 2 bereidt een student voor op zijn stage; kort voor de afstudeerstage maakt een student begeleid door de studieloopbaanbegeleider de keuze voor zijn afstudeeropdracht en -omgeving. De opbouw van het talenonderwijs is in het afgelopen jaar aangepast in aansluiting op het bijgestelde beroepsprofiel. De studenten werken nu gericht toe naar de eis dat zij hun scriptie in drie vreemde talen samenvatten en dat zij hun bevindingen ook mondeling kunnen presenteren in die talen. Het panel verwacht dat een integrale beoordeling (taal NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 21/53

en economie) van de scriptie de samenhang van de verschillende onderwijseenheden zal versterken. Het panel heeft uit de gesprekken met studenten en docenten kunnen afleiden dat de samenhang in het programma meer dan voorheen zichtbaar is voor de studenten, doordat zij werken aan het portfolio en door de gesprekken over hun studieloopbaan. Deze beide veranderingen zijn in de laatste drie jaar aangebracht in het studieprogramma. Facet 2.4 Studielast voldoende Criterium - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding streeft naar een evenredige verdeling van de studiebelasting, door de onderverdeling van het programma in twee jaarlijks semesters van elk 30 EC. Die semesters zijn onderverdeeld in twee perioden van elk 15 EC. Tentamens worden ofwel per blok ofwel per semester afgenomen. In dit laatste geval zijn er aanvullende tussentijdse toetsen of beoordelingen. Het doel bij deze spreiding van toetsen is de studenten te stimuleren tot evenwichtige studie-inspanning. Het panel hoorde van de opleiding en van studenten dat de verdeling van de studielast een punt van aandacht is. Het aanleren van de drie vreemde talen naast de studieonderdelen in het economische domein met projecten en ondersteunend onderwijs, en de toetsen daarvoor, blijven er toe leiden dat er per blok en per semester af en toe piekbelasting is. Dit ondanks de zorg voor balans in het curriculum. De opleiding geeft in de modulehandleidingen per studieonderdeel vooraf informatie over de geraamde tijdsinvestering. Per studieonderdeel is daardoor voor de studenten duidelijk hoeveel tijd een gemiddelde student aan dat onderdeel besteden moet. Dit is de basis voor het toekennen van de EC. Na afloop van een studieonderdeel controleert het opleidingsmanagement op basis van de module-evaluaties of de raming correct was. De modulehandleidingen geven ook informatie over de studieactiviteiten en de toetsing: wanneer, waar en hoe. Vanaf het begin van het studiejaar 2009-2010 is de informatie over toetsen apart beschikbaar, via Educator (zie ook bij facet 2.8). Studieresultaten moeten bekend zijn 15 werkdagen nadat een toets is afgelegd. Dit is vastgelegd in de OER van de opleiding, een onderdeel van het Studentenstatuut). Het panel hoorde van de studenten dat er hierbij geen problemen zijn. Ook zijn er geen studieonderdelen die algemeen als struikelvak worden ervaren, zo hoorde het panel. Tijdens het visitatiebezoek bleek dat de studenten ervaren dat de studiehandleidingen correcte informatie bevatten. De werkelijke studietijd was niet voor alle studenten gelijk aan de geraamde tijd, maar er waren geen algemene gemakkelijke of moeilijke studieonderdelen. De nieuwe elektronische leeromgeving Educator was nog nieuw voor 22/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

de studenten. Zij hadden er tijdens de visitatiedag nog geen afgewogen oordeel over, aangezien het pas ruim een week in werking was. Roosters, toetsdata en -plaats en overige relevante informatie wordt via het intranet van de hogeschool, en via Educator, bekend gemaakt, voor zover niet al bekend via de modulehandleidingen, studiegids en studentenstatuut. Van de studenten hoorde het panel dat er nauwelijks of geen roosterwijzigingen zijn. Dit geldt ook voor lesuitval. Mocht het echter voorkomen, dan verloopt de informatie daarover snel en effectief. Voor gemiste lessen wordt steeds een oplossing gevonden. In jaar 1 en zijn er gemiddeld 21 contacturen per week. Dat betreft het ondersteunend onderwijs bij de projecten, begeleiding bij de projecten, begeleiding bij (voorbereiding op) stage en afstuderen en studieloopbaanbegeleiding. De opleiding heeft drempels ingebouwd in de opleiding. Naast de regel dat studenten bepaalde specifieke studieonderdelen van het eerste jaar moeten hebben afgerond voor aanvang van het derde studiejaar, en dat zij geen toegang meer hebben tot de opleiding als dat niet zo is, is er de regel dat studenten die in het eerste studiejaar minder dan 40 EC hebben behaald een negatief bindend studieadvies krijgen; in overleg met de SLB er is het mogelijk om bij de Examencommissie te vragen om een uitzondering te maken. Om op stage te mogen gaan moeten de studenten de propedeuse hebben behaald en 30 EC van het tweede jaar. Om te mogen afstuderen moet de student 125 EC uit de postpropedeutische fase hebben behaald, en het voorbereidingstraject hebben gevolgd. Het panel is positief in zijn oordeel over de structurering van de opleiding, die hierboven is beschreven: bindend studieadvies in de propedeusefase en voorwaarden voor toegang tot stage en afstuderen. Naar het oordeel van het panel stimuleren drempels als deze de studievoortgang en bieden ze een garantie studenten die aan stage en afstuderen beginnen een het benodigde niveau van kennis en vaardigheden hebben verworven. Uit de gesprekken met de studenten heeft het panel afgeleid dat er geen ernstige problemen zijn bij de studievoortgang. Het panel komt tot het oordeel voldoende in plaats van goed, omdat de spreiding van de studielast en de zwaarte van het programma nog verbeterpunten zijn. Facet 2.5 Instroom voldoende Criterium - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft een gering aantal studenten en een fluctuerend aantal instromers. Dat komt mede door het vervagen van de grens tussen de IBL en, bijvoorbeeld, CE en IBMS. De opleiding bezint zich op maatregelen hiervoor. De maatregelen die al zijn genomen zijn de inspanningen voor een duidelijker beroepsprofiel, een eigen werkveldcommissie en eigen werving met aangepast informatiemateriaal. Het panel heeft het nieuwe NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 23/53

informatiemateriaal gezien en vindt dat een verbetering ten opzichte van de huidige folders. Tot nog toe blijft de IBL-instroom achter bij de verwachtingen dat een duidelijker beroepsprofiel en meer inspanning bij werving zullen leiden tot een grotere instroom. De opleiding volgt de wettelijke regelingen bij de toelating van studenten. De toelatingsvoorwaarden voor aspirant-studenten zijn omschreven in het Studentenstatuut Marketing Management en in de voorlichtingsbrochures van IBL. Het betreft havisten met Natuur, Cultuur en Maatschappij en Techniek of Natuur en Gezondheid, alle met Economie 1, of havisten met een diploma Economie en Maatschappij. Ook mbo ers zijn toelaatbaar, met diploma op niveau 4. Er is een toelatingsexamen voor 21-plussers die niet aan de wettelijke eisen voldoen. De NHL is deelnemer in het netwerk VO-HO Fryslân. Dit netwerk richt zich op aansluiting van de onderwijsaanpak van het hbo op die van het voortgezet onderwijs. Onderdelen van het aansluitingsprogramma zijn onder meer proefstuderen, de Provinciale beroepenvoorlichting, en gerichte voorlichting aan derde en vierde jaar havo. De opleiding heeft een EVC-regeling (geaccrediteerd in 2008). Voor vwo-instromers is er een verkort opleidingstraject, evenals voor de mbo-instroom met een op economie gericht vakkenpakket. Anderzijds zijn er, op individuele basis, deficiëntiecursussen mogelijk als in overleg tussen een student en zijn begeleider blijkt dat dat nodig is. Dat kan onder meer via het Learning Centre van de NHL. De studenten en de alumni met wie het panel heeft gesproken, waren goed te spreken over de aansluiting van de opleiding bij hun instroomkwalificaties. Dat geldt zowel voor de leerstof als voor de onderwijsaanpak. Dit sluit aan bij de uitkomsten van de jaarlijkse NHL-enquete, waarbij studenten onder meer wordt gevraagd naar aansluiting. Buitenlandse studenten zijn toelaatbaar indien zij kunnen aantonen dat hun vooropleiding toereikend is, via een vergelijking door de Nuffic. De hogeschool heeft de Code of Conduct getekend, de richtlijnen voor instroom en begeleiding van studenten van buiten de EU. De buitenlandse instroom betrof tot voor kort ook de zogeheten IBM-instroom met vooral Aziatische studenten. Deze buitenlandse studenten verkrijgen vanaf 1 september 2009 niet langer het IBL-diploma maar een IBMS-diploma. Dit is passend, vindt het panel, aangezien deze studenten een voornamelijk economisch gericht programma volgen. Op grond hiervan komt het panel tot het oordeel voldoende bij dit facet. Facet 2.6 Duur voldaan Criterium - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Studentenstatuut Marketing Management 2009-2010 van de opleiding, waarin ook het examenreglement is opgenomen, zijn de programmaonderdelen beschreven, met daarbij per onderdeel een opgave van het aantal credits. 24/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)

Het programma van de opleiding omvat 240 credits, te weten een major van 170 credits, twee minoren van 30 credits elk en een vrije ruimte van 10 credits. Voor vrijstellingen zijn er heldere regels opgenomen in de OER; vrijstellingen worden verleend door de Examencommissie. Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud goed Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de nota Visie op Onderwijs en Toetsen (februari 2009) heeft de afdeling Marketing en Management haar onderwijsvisie vastgelegd. Deze nota bevat onder meer een uitwerking van de aanpak met leerlijnen, zoals die beschreven is bij facet 2.2. De nota beschrijft drie uitgangspunten voor het onderwijs, zoals voor alle opleidingen van het Instituut ECMA. De onderwijsvisie van het Instituut is vastgelegd in de nota Expedtitie ECMA, Van competentiegericht naar competentie- vraag- en praktijkgestuurd onderwijs (cpt. d.d. juni 2008. De IBL-nota Visie op Onderwijs en Toetsen beschrijft, in aansluiting op en verdieping van de nota s over het onderwijs aan het Instituut, drie uitgangspunten voor het IBLonderwijs: - Competentiegericht en competentiegestuurd: een realistische, internationale taakomgeving, met stimulans voor zelfverantwoordelijkheid bij studenten bij hun competentieverwerving en -beoordeling. Instrumenten zijn slb en werken met portfolio s. - Praktijkgestuurd: optimale betrokkenheid van het internationale werkveld, via casussen, gastlessen, beoordelingen, stageopdrachten en projectopdrachten. - vraaggestuurd: studenten zijn mede-vormgevers van hun opleiding, met keuzemogelijkheden (taal, keuzemodulen, minor), hun afstudeerrichting, hun eigen optiek bij hun onderwijs. Naar het oordeel van het panel past het leerlijnenmodel bij deze onderwijsvisie. De projecten in de integrale leerlijn sluiten aan bij de vragen vanuit de beroepspraktijk. De studenten worden bij het werken aan de projectopdrachten ondersteund met flankerend onderwijs. Naast instructie- en hoorcolleges zijn er in daarvoor werkcolleges, trainingen, casusopdrachten en werkgroepen. Andere studieactiviteiten zijn begeleidingsgesprekken (slb) en werkvormen zoals excursies en bedrijfspresentaties. Voor het taalonderwijs zijn er schrijf-, presentatie- en spreekopdrachten in de drie vreemde talen, met daarnaast werken in het talenlaboratorium van de hogeschool. Het panel vindt dit adequate werkvormen voor deze opleiding. Uit de NHL-studentenenquête 2007 is af te leiden dat de studenten van de afdeling Marketing Management positief zijn in hun oordeel over de afwisseling in werkvormen. Dit beeld verkreeg het panel ook uit de gesprekken met studenten en alumni. Het panel NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt) 25/53

is van oordeel dat hiermee een adequaat scala aan werkvormen wordt geboden, passend bij de module-inhouden. Facet 2.8 Beoordeling en toetsing goed Criterium - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding heeft haar aanpak voor toetsing beschreven in de Visie op Onderwijs en Toetsen (voorjaar 2009). De toetsaanpak is vastgelegd in het Studenten Statuut. Een onderdeel daarbij is de beroepsmogelijkheid bij de Examencommissie over de uitkomsten van toetsing. Informatie over toetsing is voor de studenten beschikbaar via Educator (zie bij 2.4). Voor iedere onderwijseenheid is er een herkansingsmogelijkheid per studiejaar naast de reguliere toets ter afsluiting van die eenheid. De opleiding hanteert een scala aan toetsvormen, afgestemd op de aard van de te toetsen competenties en op de betrokken leerlijn. Zo zijn ervoor studieonderdelen in de conceptuele leerlijn vooral individuele kennistoetsen. Andere toetsvormen zijn mondelinge toetsen, presentaties en reflectieverslagen (vaardighedenlijn). Voor het toetsen van de taalvaardigheid in de drie vreemde talen zijn er semestertoetsen. De studenten werken gedurende hun gehele opleiding aan een portfolio, waarin zij aantonen hoe zij in het verloop van hun studie hun opleidingscompetenties hebben verworven. Het panel heeft toetsmateriaal gezien (gemaakte toetsen, portfolio s) en stelt vast dat de toetsen in orde zijn: keuze voor de toetsvorm, opzet, vraagstelling, beoordelingssystematiek. De opleiding is bezig met de invoering van assessments waarin de beroepssituatie wordt nagebootst. Voor het afnemen van assessments werkt de opleiding volgens het NHLbeleid, zoals dat is vastgelegd in de nota Kwaliteitscode NHL voor Assessments 2008). Enkele IBL-docenten zijn in het afgelopen jaar geschoold in het ontwikkelen en afnemen van assessments. De opleiding hanteert de CEFR-systematiek bij het toetsen van de vreemde talen. De bewaking van de toetskwaliteit gebeurt in onderling overleg tussen de docenten van de afdeling Marketing Management: toetsen worden waar mogelijk gemeenschappelijk ontwikkeld; de toetsnormen en -criteria worden gezamenlijk vastgesteld. Er is geen toetscommissie. Het streven is dat er een scheiding is van begeleiding en beoordeling, maar gezien de geringe omvang van het docententeam van de afdeling, per deelgebied van het economische domein, is dat niet altijd mogelijk. Het werkveld is waar mogelijk in een adviserende rol betrokken bij de beoordeling. Dat gebeurt vooral bij projectopdrachten en stages. Op vragen van het panel aan studenten en docenten over meeliften bij het beoordelen van groepswerk, was het antwoord dat de studenten dat onderling bewaken, dat docenten erop toezien dat er steeds naast een groepscijfer ook een individueel cijfer is, 26/53 NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding International Business and Languages (vt)