Vergadering algemeen bestuur veiligheidsregio en het regionaal college



Vergelijkbare documenten
Vastgestelde Besluitenlijst vergadering Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord, d.d. 27 maart 2013.

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord"

; - 3 JUNI 2009 fio^gzl. ouwaw 1- c\s. ! _^M^NT go_sterhout I

CONCEPT - VERSLAG. Dhr. Klitsie is in verband met de verhindering van dhr. Rombouts voorzitter van de vergadering.

SST*** Aan de gemeenteraden in Zeeland. Onderwerp: Ontwerp-l e begrotingswijziging Geachte gemeenteraad,

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

1.1. vaststellen van de programmabegroting 2016 VR BN 2.1. zienswijze kenbaar maken over de jaarrekening 2014 en de verdeling van het resultaat.

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 16 november 2018

Raadsvoorstel. Onderwerp: Jaarrekening 2007 en begroting 2009 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. 1) Status

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Agenda commissie. Aan de leden van de commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden van de gemeente S t r i j e n. Geachte commissieleden,

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Voorstel raad en raadsbesluit

Nieuwe koersen. Veiligheidsregio Brabant Noord in een veranderende omgeving. Themabijeenkomst raden Land van Cuijk 16 januari 2013

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Voorstel raad en raadsbesluit

Bijlage: 3 Portefeuillehouder: H.J. van Schaik

Voorstel. Algemene toelichting AGP 10. Pagina 1 van 2

Onderwerp: Concept-jaarverantwoording 2004 & resultaatverdeling en ontwerp-beleidsbegroting 2006 Hulpverleningsdienst Brabant-Noord

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Voorstel raad en raadsbesluit

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel

Voorstel. Algemene toelichting. AGP 2a.a. AGP 2a.a ABVRBN Ingekomen en uitgegane stukken Pagina 1 van 4 INGEKOMEN STUKKEN

*Z01360BF508* documentnr.: INT/M/16/21872 zaaknr.: Z/M/16/27987

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 14 februari 2008 Agendapunt : 6. Aan de Raad. Made, 22 januari 2008

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

Zienswijze ontwerp begroting 2018 Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Voorstel AGP 5. BBN14-/int6043

AGENDAPUNT NO. 16. AAN DE RAAD

VERSLAG RUD UTRECHT 2.0

GEMEbNIt RENSWOUDE INGEKOMEN 10 APR.» NR. Geachte mevrouw, mijnheer,

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017

Nummer : 2009/64 Datum : 1 oktober 2009 : Convenant Veiligheidsregio Zeeland en vorming één Brandweer Zeeland

Ferwert, 28 mei 2013.

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

S. Nieuwenburg 3580

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019

Besluitenlijst B&W extern. 14 mei 2019 Gemeenschappelijke regelingen. Afd /Verseon. Zienswijze begroting 2020 Omgevingsdienst Middenen West Brabant

Aan de Raad. Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Aan de colleges van B&W en de Raden van de aangesloten gemeenten bij de Veiligheidsregio Brabant-Noord

Raadsvoorstel 26 juni 2014 AB RV

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

Onderwerp: Jaarrekening 2006 en begroting 2008 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Nummer:

Veiligheidsregio in vogelvlucht. Jos Stierhout

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Akkoord / Niet akkoord / Anders nl.

agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld

Voorstel aan de gemeenteraad

Vastgestelde Besluitenlijst vergadering Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord d.d. 6 juni 2018.

CONCEPT-NOTULEN COMMISSIE SENIORENCONVENT. Datum vergadering : 10 juni 2004

Raadsvoorstel Besluit om: Inleiding

Aan de Raad. Made, 20 mei Ontwerp begroting GROGZ 2009

Gemeenteraden in Noord-Holland Noord. Geachte leden van de raad,

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

Voorstel raad en raadsbesluit

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

2 8 AÜG /BdG Wijziging gemeenschappelijke regeling 1 J.A. Reddingius

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI)

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.:

Voorstel: instemmen met de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota.

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Voorstel. Algemene toelichting AGP 9

Veiligheidsdirectie en Strategisch Overleg netwerkpartners

Verslag dagelijks bestuur van 28 april 2014

Raadsvoorstel Agendanr. :

Organisatieverordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 23 januari Voorstel van : college van burgemeester en wethouders. Onderwerp : Kadernota ODBN 2019

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Bestuursreglement IFV

Besluitenlijst vergadering college van B&W d.d

GEMEENTE ONDERBANKEN

Voorstel. Algemene toelichting AGP 2. AGP 2 ABVRBN Ingekomen en uitgegane stukken Pagina 1 van 9 INGEKOMEN STUKKEN

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Aansluiting bij het Veiligheidshuis 's-hertogenbosch en omstreken.

Adviesnota voor de raad. Antoinette van Dam-van Genderen

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 28 mei 2013 Corr. nr.:

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

Ve1llghe1dsreg10 IJsselland Brandweer I GHOR I Poli!ie I Gemeenten

documentnr.: INT/G/16/26685 zaaknr.: Z/G/16/29445 Raadsvoorstel

Voorstel raad en raadsbesluit

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, (t.a.v. AA. Venema)

Besluitenlijst college B&W Mill en Sint Hubert

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: openbare besluitenlijst college 23 mei 2017

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO

De voorzitter laat weten dat er na afloop van het overleg een lunch gereed staat.

*ZEA006D8E93* Raadsvergadering d.d. 30 juni 2015

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Transcriptie:

Zaaknummer: 00213708 Onderwerp Vergadering algemeen bestuur veiligheidsregio en het regionaal college Collegevoorstel Inleiding Naar aanleiding van de vergadering van het algemeen bestuur van de veiligheidsregio en het regionaal college op 7 juli 2010, wordt uw college voorgesteld om kennis te nemen van de vergaderstukken. Feitelijke informatie Op 7 juli 2010 hebben het algemeen bestuur van de veiligheidsregio en het regionaal college vergaderd over een groot aantal punten van de brandweer, GHOR en de politie. De belangrijkste punten ter vergadering waren: Agendapunt 5, de eindrapportage van het IOOV, het rapport "rampenbestrijding op orde". In dit rapport wordt de crisisbeheersing binnen de 4 zuilen van de rampenbestrijding op landelijk en veiligheidsregio niveau geëvalueerd. Daarbij is ingezoomd op de onderdelen risicoprofiel en bovenlokale samenwerking, Multi opleiden en oefenen en operationele prestaties. Agendapunt 6, Normkosten onderzoek bij de politie. Uit het onderzoek blijkt dat de operationele sterkte op langere termijn (2016) niet betaalbaar is binnen de kaders van de huidige budgetten, ook niet als de politie er in zou slagen extra en ambitieuze besparingen door te voeren op met name de terreinen personeel, ICT, inkoop en huisvesting. Daarnaast is op kortere termijn (komende regeerperiode) de betaalbaarheidproblematiek nog veel groter. Dit vanwege de zogenaamde sterktehobbel en het feit dat besparingen pas verder weg in de toekomst gerealiseerd kunnen worden. Besluitvormend: Agendapunt 9 eindrapportage "fijnstructuur" brandweer. De bijzondere ondernemingsraad heeft een positief advies afgegeven. In de vergadering is de eindrapportage fijnstructuur vastgesteld. Daarnaast zijn de stukken bijgevoegd van de omschrijving van: de brandweerfuncties, het conceptfunctieboek, het aanvullend oplegprofiel repressietaak, de functiematrix, de conversietabel, het resultaat van de indicatieve functiewaarderingen, de omschrijving van de brandweerfuncties, de omschrijving van de algemene functies die niet voorkomen in het Besluit personeel veiligheidsregio s, de was-wordtlijst en de functietyperingen / het takenoverzicht. Naar de procesgang wordt nog aanvullend onderzoek gedaan, waardoor het plaatsingsproces van medewerkers over de zomervakantie heen gaat. Met het besluit is het project regionalisering van de brandweer een stap verder. Over de verdere uitwerking van de brandweerorganisatie en de ontvlechting worden de gemeenten apart geïnformeerd. Agendapunt 11, benoeming regionaal commandant brandweer, De benoeming van de heer Verlaan tot Regionaal commandant is de eerste stap in de volgende fase, namelijk de implementatie waarbij het management de rol van kwartiermaker vervult. Vanaf 1 januari zal de heer Verlaan leiding geven aan de nieuw gevormde regionale brandweerorganisatie Brandweer Brabant-Noord. De heer Verlaan is nu nog Regionaal commandant Brandweer in de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 1

Zaaknummer: 00213708 Onderwerp Vergadering algemeen bestuur veiligheidsregio en het regionaal college Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Procedure OR Voor het project samen één brandweer is een bijzondere ondernemingsraad opgericht. De bijzondere ondernemingsraad heeft onder voorwaarden een positief advies afgegeven. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 2

Zaaknummer: 00213708 Onderwerp Vergadering algemeen bestuur veiligheidsregio en het regionaal college BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 20 juli 2010; besloten: kennis te nemen van de vergaderstukken van het algemeen bestuur en het regionaal college van 7 juli 2010. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3

Vergadering Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord & Regionaal College Politie Brabant-Noord Plaats Raadszaal s-hertogenbosch, Stadhuis s-hertogenbosch Datum 7 juli 2010 Tijd 10.00 uur 13.00 uur. Gremium & bijlagen AGENDA 1. Opening 2. Mededelingen RC 2a. Politie RC 2b. Hoofdofficier van Justitie VR 2c. Brandweer VR 2d. GHOR RC & VR. 3. Verslagen./. 3a. Conceptverslag Regionaal College en Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant- Noord d.d. 7 april 2010./. 3b. Besluitenlijst Dagelijks Bestuur & Agendacommissie d.d. 28 april 2010 TER KENNISNAME RC & VR./. 4. Ingekomen en uitgaande stukken (zie bijgevoegde oplegnotitie) VR./////. 5. Eindrapportage IOOV Rampenbestrijding op orde (maart 2010) RC./. 6. Normenkostenonderzoek TER BESLUITVORMING VR.//. 7. Jaarverantwoording en resultaatverdeling 2009 Veiligheidsregio Brabant-Noord VR 8 2 e Begrotingswijziging 2010 RC./. 9. Voorjaarsnota Politie Brabant-Noord VR./. 12x 10. Eindrapportage fijnstructuur brandweer VR 11. Benoeming Regionaal Commandant Brabant-Noord (wordt uitgereikt) TER BESPREKING. 12. Voorstellen bezuinigingen politie (toelichting ter vergadering) 13. Voortgang Korpsjaarplan 2010 (toelichting ter vergadering) RC/VR 14 Rondvraag/sluiting 1

VERSLAG Van de besluitvormende vergadering van het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio en het Regionaal College Brabant-Noord en de themabijeenkomst van het Regionaal College 7 april 2010, Raadszaal Veghel Aanwezig: Mr. dr. A.G.J.M. Rombouts (voorzitter), drs. H.A.G. Hellegers, mevrouw mr. I.R. Adema, F.H.J.M. van Beers, mevrouw W.C. Doorn-Van der Houwen, ing. P.M. Maas, mr. J.C.M. Pommer, H.Th.H. Opsteegh, P.M.J.H. Bos, mevr. M.L.P. Sijbers, drs. R.H. Augusteijn, drs. H.P.T.M. Willems, P. Mengde, A.A.M.M. Heijmans, K.W.Th. Van Soest, mevrouw drs. M.H.C. Barendse, mr. R. de Beukelaer, ing. D.P. Pattynama MCDm, ing. C.J.J.M. Heijs, C.Q. Boot MSM. Afwezig (met bericht van verhindering): ing. H.W.M. Klitsie, mevrouw W.J.G. Delissen-Tongerlo, F.H.G.M. Ronnes, mevr. S.H. Haasjes -Van den Berg, mr. J.Th. C.M. Verheijen, R.J. van de Mortel, dr. H.A.M. Backx, drs. L.H.J. Verheijen en Luitenant- Kolonel M.P.J. Sala.. 1. Opening: De heer Rombouts opent de vergadering en heet de aanwezigen, in het bijzonder mevrouw Sijbers, burgemeester van Sint Anthonis welkom. Daarnaast wordt de heer R. de Beukelaer, waarnemend fungerend hoofdofficier van justitie, welkom geheten. De heer de Beukelaer licht toe dat per 1 april 2010 mevrouw Ekelmans, fungerend hoofdofficier van justitie Brabant Zuid-Oost, een functie heeft aanvaard bij de politie. De heer Nieuwenhuizen is per 1 april 2010 benoemd tot Hoofdofficier van Justitie en zal zich met name richten op de politieregio Brabant Zuid-Oost. De heer de Beukelaer zal zich,als waarnemend fungerend Hoofdofficier van Justitie richten op de politieregio Brabant-Noord. De heer Nieuwenhuizen heeft de integrale eindverantwoordelijkheid. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Delissen-Tongerlo en mevrouw Haasjes-Van den Berg, alsmede van de heren Klitsie, Ronnes, Backx, Verheijen, Van de Mortel, Verheijen en Sala. 2. Mededelingen 2a. Politie Mevrouw Barendse deelt mee dat momenteel 6 TGO s lopen, terwijl binnen het korps slechts rekening is gehouden met twee gelijktijdige TGO s. De TGO's vergen veel capaciteit en mevrouw Barendse wil in dit verband een "winstwaarschuwing"afgeven. Gezien de beperkt beschikbare capaciteit zullen keuzes gemaakt moeten worden wat kan blijven liggen op bijv. het terrein van geweld, huiselijk geweld, jeugd en woninginbraken. Ook binnen de verschillende TGO's zal scherper moeten worden gekozen. De Rijksauditdienst voert onderzoek uit naar de declaraties door de korpsleidingen. De eindrapportage wordt eind april verwacht. Binnen de Veiligheidsregio s gelegen binnen de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland (Zuid 6) is een verkenning uitgevoerd naar de vorming van een gezamenlijk gemeenschappelijk meldcentrum. De vorige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een start gemaakt met het project om te komen tot een landelijk gemeenschappelijk centrum op een beperkt aantal locaties. Geprobeerd wordt om het initiatief van Zuid 6 een plaats te geven binnen het landelijke project. Desgevraagd hebben mevrouw Doorn en mevrouw Delissen en de heer Heijmans laten weten betrokken te worden bij de korpsbeschrijving van Politie Brabant-Noord. De heer Pommer heeft aangeboden een schriftelijke reactie te geven. De korpsbeschrijving zal ter goedkeuring aan de korpsbeheerder worden voorgelegd. Eind juni zal de audit worden uitgevoerd. Concept- verslag vergadering 7 april 2010 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Regionaal College Politie Brabant-Noord - 1 -

2b. Hoofdofficier van Justitie De heer de Beukelaer vraagt aandacht voor de capaciteitstoewijzing binnen de politie voor opsporing en wil deze problematiek in de districtelijke driehoeken aan de orde stellen. 2c. Brandweer De heer Pattynama meldt dat naar verwachting op 1 oktober 2010 de Wet veiligheidsregio s van kracht wordt. Inmiddels is een project opgestart om te komen tot een multidisciplinair risicoprofiel veiligheidsregio. 2d. GHOR De heer Pattynama meldt dat de heer Backx en de heer Ronnes een landelijk overleg inzake de Q-koorts bijwonen. GGD Hart voor Brabant verlangt dat de huidige preventieve maatregelen worden gehandhaafd. Eerst nadat voldoende ervaring is opgedaan met de ontwikkeling van het ziekteverloop onder burgers en de effecten van nieuwe veterinaire vaccins kan de discussie worden gestart over eventuele verzachting van de huidige maatregelen. Mevrouw Doorn- Van der Houwen heeft behoefte aan voortgezette informatiedeling over de aanpak van de Q- koorts zoals ook het geval was tot en met februari 2010. De heer Backx en de heer Klitsie zal worden gevraagd informatie inzake Q-koorts te blijven delen. 3. Verslagen 3a. Concept-verslag Regionaal College en Algemeen Bestuur Veiligheidsregio d.d. 10 februari 2010. Besluit: Het Algemeen Bestuur en het Regionaal College stellen het verslag van de vergadering op 10 februari 2010 conform concept vast. 3b. Concept-besluitenlijst Dagelijks Bestuur en Agendacommissie d.d. 17 maart 2010 Besluit: Het Regionaal College en het Algemeen Bestuur nemen kennis van de concept-besluitenlijst van de vergadering van het Dagelijks Bestuur en de Agendacommissie op 17 maart 2010. 4. Ingekomen stukken Mevrouw Van Doorn- Van der Houwen vraagt naar aanleiding van ingekomen stuk 1 aandacht voor de aanpak van de huisverboden. De voorzitter antwoordt dat binnen Politie Brabant-Noord een onderzoek loopt naar de toepassing van de wet tijdelijk huisverbod. Voor Brabant-Noord was de prognose 60 huisverboden. De feitelijke realisatie is uitgekomen op 42. De indruk bestaat dat de praktijk van huiselijk geweld groter is dan de politiecijfers aangeven. Mevrouw Barendse geeft aan dat het tijdelijk huisverbod een goed instrument is. Binnen het korps is de toepassing nog wat onwennig. Daarnaast vormt het capaciteitsbeslag een belangrijke factor. Het korps overweegt een aparte pool voor piket tijdelijk huisverbod in te richten. De heer Pommer stelt voor om in de driehoeksoverleggen een afweging te maken over de capaciteitsinzet voor het opleggen van huisverboden mede in relatie tot de capaciteit die nodig is voor het uitvoeren van TGO s. De voorzitter vraagt zich af welke onderzoeksvragen naar de toepassing van huisverboden kunnen worden geformuleerd. Daarbij is de vraag aan de orde of sprake is van een integrale verantwoordelijkheid of een specifieke verantwoordelijkheid van de politie. Mevrouw Barendse onderstreept het belang van het tijdelijk huisverbod en geeft aan dat zal worden onderzocht in hoeverre er sprake is van een cultuur- en een capaciteitsvraagstuk. De heer De Beukelaer laat weten dat de aanpak van huiselijk geweld ook bij het OM prioriteit heeft. Concept- verslag vergadering 7 april 2010 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Regionaal College Politie Brabant-Noord - 2 -

De voorzitter vraagt zich af of een toelichtende tekst in het jaarverslag toereikend is om de toepassingspraktijk van tijdelijke huisverboden toe te lichten of dat het regionaal college er behoefte aan heeft de onderzoeksresultaten te bespreken? De heer Opsteegh geeft aan de verantwoordelijke wethouders bij de onderzoeksresultaten te willen betrekken. Besluit: Het Algemeen Bestuur en het Regionaal College besluiten om zodra beschikbaar, terug te komen op de toepassing van de Wet Tijdelijk Huisverbod en overigens de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. De problematiek zal tevens in de strategische driehoek aan de orde worden gesteld. 5. Portefeuilleverdeling leden Dagelijks Bestuur Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt kennis van de portefeuilleverdeling binnen het Dagelijks Bestuur van de veiligheidsregio. 6. Jaarverantwoording 2009 Politie Brabant-Noord Mevrouw Barendse merkt op dat de Politie Brabant-Noord onder repressief toezicht door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties valt. Inmiddels is een goedkeurende accountantsverklaring ontvangen. Mevrouw Doorn-Van der Houwen complimenteert de korpschef en korpsbeheerder met de heldere jaarverantwoording. Besluit: Het Regionaal College besluit om in te stemmen met de Jaarverantwoording 2009 Politie Brabant- Noord en deze aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te bieden. 7. Evaluatie landelijke prioriteiten 2008 2011 De heer Augusteijn kan instemmen met het voorstel met de kanttekening dat rekening moet worden gehouden met extra bezuinigingen en vraagt zich waarom hierover niets wordt gezegd. Mevrouw Barendse antwoordt dat Politie Brabant-Noord de mogelijkheden voor bezuinigingen inventariseert. Bij gebleken noodzaak kan hieruit een keuze worden gemaakt. De heer Mengde vraagt in hoeverre landelijke en regionale prioriteiten op elkaar zijn afgestemd. De voorzitter antwoordt dat gelet op de demissionaire status van het kabinet naar verwachting voor eind 2010 geen landelijke prioriteiten hoeven te worden verwacht. Mevrouw Derks van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laat weten dat de landelijke prioriteiten tot en met 2011 gelden en door de Politie Brabant-Noord in haar prioriteitstelling zijn verwerkt. De heer Heijmans vraagt naar de stand van zaken van het onderzoek naar de samenwerking tussen Brabant- Noord en Zuidoost Brabant. Mevrouw Barendse antwoordt dat gelet op de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de schaalvergroting van politieregio s het samenwerkingsonderzoek met Zuidoost Brabant is getemporiseerd. De voorzitter roept de eerder gemaakte onderzoeksopdracht in herinnering. Besluit: Het Regionaal College besluit om gelet op de landelijke ontwikkelingen om het opstellen van een nieuw meerjarenbeleidsplan door te schuiven naar 2011 en dit jaar te volstaan met het opstellen van het Korpsjaarplan 2011. Concept- verslag vergadering 7 april 2010 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Regionaal College Politie Brabant-Noord - 3 -

8. Beleidskader 2011-2014 Mevrouw Doorn- Van der Houwen merkt op dat op pagina 9 in paragraaf 3.2.1., geraamde bijdrage per gemeente, voor Landerd een verschil in berekening geldt. Dit is overigens reeds met de controller kortgesloten en zal door Landerd schriftelijk worden bevestigd. De heer Opsteegh merkt op dat instemmende reacties zijn ontvangen van gemeenteraden en/of colleges van burgemeesters en wethouders van Heusden, Vught, Bernheze, Sint Anthonis, Sint Michielsgestel, Boxtel, Mill & Sint Hubert en Cuijk. Bernheze en Mill en Sint Hubert hebben aanvullende aangegeven dat bezuinigingen in het Gemeentefonds respectievelijk het opleggen van substantiële bezuinigingen door het Rijk (alsnog) tot bezuinigingen bij de veiligheidsregio moeten leiden. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om het Beleidskader 2011 2014 Veiligheidsregio Brabant-Noord conform voorstel vast te stellen. 9. Preventief toezicht 2011 Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt kennis van het feit dat de Veiligheidsregio Brabant-Noord met ingang van het boekjaar 2011 door de provincie Noord-Brabant onder preventief toezicht zal worden geplaatst. 10. Beheer en inzet convenantsgelden Mevrouw Van Doorn Van der Houwen vraagt waarom niet alle afspraken uit het in 2008 met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gesloten convenant zijn gerealiseerd. De heer Pattynama antwoordt dat prioriteit is gelegd bij de regionalisering van de brandweer. Door het aangaan van het convenant kon Brabant-Noord aanspraak maken op extra rijksbijdragen. Deze extra rijksbijdragen zijn en zullen volledig aan de regionalisering van de brandweer worden besteed. Daardoor zijn er geen extra middelen om te kunnen voldoen aan een aantal nieuwe prestatieafspraken op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het gaat hierbij aan het voldoen aan nieuwe eisen welke na 1 oktober 2010 van kracht zullen worden en waaraan invoeringstermijnen zijn verbonden. De Veiligheidsregio Brabant-Noord denkt binnen deze invoeringstermijnen aan de meeste nieuwe wettelijke eisen te kunnen voldoen. Deze nieuwe eisen gelden op het gebied van de gemeentelijke processen in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing ook voor de gemeenten, die hiervoor zelf middelen zullen moeten vrijmaken. In het convenant wilde de minister bereiken dat reeds voor het van kracht worden van de nieuwe wetgeving veiligheidsregio s aan de nieuwe eisen zullen voldoen. Daarnaast geldt bij voorbeeld dat het ministerie pas eind 2009 de handleiding regionaal risicoprofiel beschikbaar heeft gesteld. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: 1. In te stemmen met de wijze van beheer en inzet van de convenantsgelden 1 e en 2 e tranche. 2. De 2 e tranche van 50% ( 734.381,50) toe te voegen aan de reserve convenantsgelden. 3. De begroting 2010 daartoe als volgt te wijzigen: a. (+/+) 734.382 CR grb 858200 Inkomsten Convenantgelden Veiligheidsregio. b. (+/+) 734.382 DT grb 458200 convenantgelden BZK. c. (+/+) 734.382 DT grb 459820 dotatie reserve convenantgelden veiligheidsregio. d. (+/+) 734.382 CR grb 859820 onttrekking reserve convenantgelden veiligheidsregio. 11. Aanwijzen leden Plaatsingsadvies- en Bezwarencommissie Brandweer Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: a. De heer Van Beers, burgemeester van Boxtel, aan te wijzen als lid van de plaatsingsadviescommissie; b. Mevrouw Delissen-Tongerlo, burgemeester van Grave, aan te wijzen als plaatsvervangend lid van de plaatsingsadviescommissie; c. De heer Pommer, burgemeester van Sint Michielsgestel, aan te wijzen als lid van de bezwarencommissie. Concept- verslag vergadering 7 april 2010 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Regionaal College Politie Brabant-Noord - 4 -

12. Rondvraag/sluiting De heer Maas vraagt in hoeverre medewerkers van gemeenten in staat worden gesteld om, zoals Sint Oedenrode heeft bepleit, te solliciteren naar bedrijfsvoeringsfuncties bij de nieuwe geregionaliseerde Brandweer Brabant-Noord. De heer Boot antwoordt dat de projectleider Regionalisering brandweer in Brabant-Noord met een voorstel zal komen om, nadat de herplaatsing van de zittende medewerkers volgens het Sociaal Plan is afgehandeld en voordat vacatures extern zullen worden opgesteld, eerst medewerkers van in de veiligheidsregio deelnemende gemeenten in de gelegenheid te stellen te solliciteren. Namens projectleider, de heer Smarius, doet projectsecretaris, de heer Boot, desgevraagd kort verslag van de voortgang van het Project regionalisering brandweer in Brabant-Noord. Het streven blijft erop gericht de eindrapportage fijnstructuur en de personele voorstellen voor de inrichting van de nieuwe geregionaliseerde Brandweer Brabant-Noord op 7 juli 2010 ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur voor te leggen. Tijdens de themabijeenkomst van het Algemeen Bestuur op 12 mei zal de heer Smarius de tot dusver ontwikkelde voorstellen toelichten. Niets meer aan de orde zijnde, onder dankzegging aan de aanwezigen voor hun komst en inbreng sluit de voorzitter om 16.00 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Regionaal College Politie Brabant-Noord, d.d. 7 juli 2010. de voorzitter Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Korpsbeheerder, de secretaris Veiligheidsregio Brabant-Noord, de secretaris Korpsbeheerder, mr. dr. A.G.J.M. Rombouts dr. H.A.M. Backx ing. C.J.J.M. Heijs Concept- verslag vergadering 7 april 2010 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Regionaal College Politie Brabant-Noord - 5 -

AGP 3b Besluitenlijst besluitvormende vergadering Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Agendacommissie Regionaal College Politie Brabant-Noord, d.d. 28 april 2010. Aanwezig: ing. H.W.M Klitsie (voorzitter), drs. H.A.G. Hellegers, mr. J.Th.C.M. Verheijen, H.T.H. Opsteegh, W.J.A. Paulissen, H.P.T.M. Willems, R. de Beukelaer, mr. J.M. Smarius, ing. C.J.J.M. Heijs, C.Q. Boot MSM M.O. van der Donk (verslaglegging) Afwezig met bericht van verhindering: mr. dr. A.G.J.M. Rombouts, mevr. drs. M.H.C. Barendse, drs. L.H.J. Verheijen, luitenant-kolonel M.P.J. Sala, F.H.G.M. Ronnes, dr. H.A.M. Backx, ing. D.P. Pattynama MCDm Agenda nr. Onderwerp Besluit 2. Mededelingen: 2a. Politie Op 29 april zal het jaarlijkse voortgangsgesprek met Sandor Gaastra van BZK en Peter IJzerman van Justitie worden gehouden. Naast de prestatieafspraken en de landelijke prioriteiten zal worden gesproken over de financiële positie van het korps alsmede over landelijke samenwerking. Op 17 mei is er een voortgangsgesprek met de Veiligheidsdirectie. De Politie wil op initiatief van de RKC het accent verschuiven van toeschouwer naar deelnemer. Het onderzoek van de Rijksaccountantsdienst naar het salaris, toelagen en declaraties van de Nederlandse politieleiding levert voor Brabant-Noord geen bijzonderheden op. De Integrale Veiligheidsmonitor 2009 is landelijk verschenen. De heer Heijs geeft een samenvatting en deelt de notitie uit Landelijke Integrale Veiligheidsmonitor 2009 d.d. 27-04-2010. Het betreft de resultaten op regioniveau. De regio Brabant-Noord heeft zijn positie in de ranglijst kunnen handhaven. De cijfers voor de deelnemende gemeenten worden nu verwerkt en deze gegevens zijn binnenkort beschikbaar. De heer Hellegers vraagt naar een verklaring voor de significante stijging van het slachtofferschap. De heer Heijs geeft aan dat vanwege herberekening van de cijfers 2008 door het CBS enkele resultaten onverklaarbare veranderen laten zien die afwijken van het landelijk beeld. Het slachtofferschap in Brabant Noord (43%) is lager dan het landelijk gemiddelde (47,3%). De heer Paulissen geeft aan dat bij de politie drie medewerkers zijn opgetreden als hulp officier maar niet over deze bevoegdheid beschikken. Zij zijn niet in het bezit van de benodigde certificaten. Zowel extern als intern geeft dit problemen. De medewerkers hebben zich schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Ondertussen wordt nu onderzocht en geïnformeerd hoe andere regio s hiermee omgaan. De officiële benoeming van mevrouw Barendse als korpschef van het politiekorps Brabant-Noord is ondertekend door de koningin. De heer Paulissen is voorgedragen als hoofd van de Nationale Recherche van het KLPD. Zijn officiële benoeming wordt verwacht binnen twee weken. Vastgestelde besluitenlijst 28 april 2010 Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord en Agendacommissie Regionaal College Politie Brabant-Noord - 1 -

2b. Hoofdofficier van Justitie Geen mededelingen. 2c Brandweer De heer Smarius deelt mee dat de heer Pattynama per 1 mei 2010 zijn functie als regionaal commandant ter beschikking stelt. Per 1 januari 2011 is zijn vrijwillige uit diensttreding. De afronding is in goede harmonie verlopen. De komende interim periode van ongeveer 4 a 5 maanden zal ingevuld worden door een interim directeur. Voorgesteld wordt om de heer Frans van Wijland te vragen deze interim periode vanaf 1 mei aanstaande waar te nemen. Naast de dagelijkse leiding van het regiobureau zal hij als adviseur van het DB en AB optreden, lid zijn van de Veiligheidsdirectie namens de regionale Brandweer, voor het project regionalisering Brandweer Brabant- Noord lid zijn van het team financiën en de projectleider adviseren. Met de werving voor een nieuwe commandant is direct gestart. Besluit: Het Dagelijks Bestuur gaat akkoord met de tijdelijke benoeming van de heer Van Wijland tot waarnemend regionaal commandant Brandweer Brabant-Noord. De heer Klitsie vraagt om zorgvuldig naar het communicatietraject te kijken. De heer Smarius geeft aan dat als eerste een mail gestuurd wordt aan het personeel en daarna direct aan alle burgemeesters. 3a. Conceptverslag Dagelijks Bestuur & Agendacommissie d.d. 17-03-2010 3b. Concept-besluitenlijst d.d. 17-03-2010 3c. Concept actielijst d.d. 17-03- 2010: tijdelijke huisverboden 2d GHOR Geen mededelingen. Besluit: Met enkele tekstuele aanvullingen wordt het verslag van 17 maart 2010 vastgesteld door de Agendacommissie en het Dagelijks Bestuur. Besluit: : De Agendacommissie en het Dagelijks Bestuur stellen de besluitenlijst vast met inachtneming van de genoemde wijzigingen onder punt 3a. Besluit: De Agendacommissie en het Dagelijks Bestuur stellen de conceptactielijst vast met inachtneming van bovenstaande opmerking. 4. Ingekomen stukken Besluit: De Agendacommissie en het Dagelijks Bestuur nemen kennis van het ingekomen stuk Bestuurlijke rapportage rampenbestrijding 2009. 5. Politiebestel Besluit: Besluit: De Agendacommissie neemt kennis van de discussienota ten behoeve van beradenbijeenkomst Varianten voor Politiebestel - en wil in een later stadium van de ontwikkeling graag de gelegenheid hebben om te reageren. 6. Korpsbeschrijving Besluit: De Agendacommissie heeft geen opmerkingen op de ingediende notitie. 7a. Jaarverantwoording en verdeling jaarresultaat 2009 Besluit: 1. Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord stemt in met de jaarverantwoording 2009 van de Veiligheidsregio Brabant- Noord. Vastgestelde besluitenlijst 28 april 2010 Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord en Agendacommissie Regionaal College Politie Brabant-Noord - 2 -

2. Het Dagelijks Bestuur besluit om het Algemeen Bestuur voor te stellen om het positief resultaat 2009 van het programma Brandweer Brabant-Noord ad 27.168 toe te voegen aan de Algemene reserve. De stand van de reserve zal na deze storting 643.024 bedragen. 3. Het Dagelijks Bestuur zal het Algemeen Bestuur voorstellen om het positief resultaat 2009 van het programma GHOR ad 120.425 aan te wenden voor het vormen van bestemmingsreserves GHOR voor de volgende bestemmingen: ondersteuning opbouw van de vraaggerichte GHOR-organisatie ( 50.000), project actualisering opschalingsstructuur en BHV ( 31.500), bovenformatieve inzet in verband met vervanging van medewerker die met pensioen gaat ( 30.000) en opleiden 6 HSGHOR m.b.t. risicobeheersing zorginstellingen ( 8.925). 4. Het Dagelijks Bestuur besluit om de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten te vragen om hun zienswijze over de jaarverantwoording 2009 en de bestemmingen van het batig saldo 2009. 5. Het Dagelijks Bestuur besluit om de jaarverantwoording 2009 en de bestemmingen van het batige saldo 2009 ter besluitvorming op 7 juli 2010 aan het Algemeen Bestuur voor te leggen. 7b. Verdeling jaarresultaat GMC Besluit: 1. Het Dagelijks Bestuur stemt in met de aangepaste procesgang voor wat betreft de resultaatverdeling 2009 van het GMC. 2. Het Dagelijks Bestuur zal het Algemeen Bestuur voorstellen om het positief resultaat 2009 van het programma GMC ad 683.022 conform de geldende verdeelsleutel 361.466 uit te keren aan de Politie Brabant-Noord en 321.566 naar rato van het inwonertal uit te keren aan de deelnemende gemeenten. 3. Het Dagelijks Bestuur besluit om de colleges van burgemeester en wethouders voor te stellen het aan de gemeenten terug te storten batig saldo 2009 van het programma GMC te bestemmen voor de bekostiging in 2010 van de deelname van hun gemeenten aan het samenwerkingsverband met de gemeenten in de regio s West- en Midden-Brabant en Zeeland voor de Bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit in het RIEC Zuid-West Nederland. Voor alle gemeenten in Brabant-Noord samen bedraagt deze bijdrage 300.076. 4. Het Dagelijks Bestuur besluit om de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hun zienswijze over de bestemming van het batig saldo 2009 GMC te geven. De notitie zal worden afgestemd tussen A. Hellings en K. Heijs en de betrokken portefeuillehouders Opsteegh en Willems. 5. Het Dagelijks Bestuur besluit om de bestemming van het batige saldo 2009 ter besluitvorming op 7 juli 2010 aan het Algemeen Bestuur voor te leggen. 8. Aanwijzingsprocedure SCL en inrichting loketfunctie Besluit: Het Dagelijks Bestuur stemt in met de voorgestelde aanwijzingsprocedure van Special Coverage Locations, de inrichting van het Special Coverage Location-loket functie bij het GMC en de voorgestelde procesgang. De voorgestelde aanwijzingsprocedure staat in de ingebrachte notitie Voorstel tot aanwijzing Special Cover Location en Inrichting Loketfunctie SCL van Veiligheidsregio Brabant-Noord. 9. Reactie op rapportage Besluit: Het Dagelijks Bestuur verzoekt de reactie aan het DB Vastgestelde besluitenlijst 28 april 2010 Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord en Agendacommissie Regionaal College Politie Brabant-Noord - 3 -

strategische reis brandweer de brandweer over morgen 10. Stand van zaken project regionalisering 11. Plan van aanpak netcentrisch werken Veiligheidsberaad eerst te sonderen bij de Veiligheidsdirectie en daarna toe te zenden aan het AB voor de komende themabijeenkomst. Besluit: Het Dagelijks Bestuur gaat akkoord met de mandaat verlening aan de heer mr. J. Smarius om de leden van de voorbereidingscommissie aan te wijzen, respectievelijk te ontslaan en te voorzien in vacatures in de voorbereidingscommissie. Besluit: Het Dagelijks Bestuur neemt het Plan van aanpak implementatie netcentrisch werken voor kennisgeving aan. 12. Evaluatie oefening Dalton Besluit: Het Dagelijks Bestuur neemt het Evaluatierapport van de oefening Dalton voor kennisgeving aan en zal het rapport aanbieden aan het College van Burgemeester en Wethouder van de gemeente Vught en aan de directie van P.I. Vught. 13. Rondvraag en sluiting Aldus vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord / Agendacommissie Regionaal College Politie Brabant-Noord, d.d. 23 juni 2010. de secretaris, de voorzitter, dr. H.A.M. Backx mr. dr. A.G.J.M. Rombouts Vastgestelde besluitenlijst 28 april 2010 Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord en Agendacommissie Regionaal College Politie Brabant-Noord - 4 -

AGP 4 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 7 juli 2010 Bijlage : - Steller : A. Huisman / K. Heijs Onderwerp : Ingekomen en uitgaande stukken Algemene toelichting INGEKOMEN STUKKEN: Afzender: Minister van Binnenlandse Zaken Datum: 26 april 2010 Onderwerp: Herijking van het Budgetverdeelsysteem (HBVS) Korte inhoud: Betreft het voorgenomen besluit inzake herziening HBVS. Aangegeven wordt dat het voornemen bestond een goede relatie te leggen tussen de omvang van de middelen (normkostenonderzoek) en de verdeling daarvan (herijking BVS). Besluitvorming over herijking BVS wordt onderwerp van de kabinetsformatie. Voor 2011 is in totaal 32,7 mln van de beschikbare prestatiebekostiging van alle korpsen afgeroomd en vervolgens verdeeld over de groeikorpsen. Voor BN resulteert dit in een toevoeging aan het budget van 0,5 mln. Voorstel: Voor kennisgeving aannemen. Brief is inmiddels in het Korpsbeheerdersberaad besproken. Kopie Brief en rapport zijn opvraagbaar. Afzender: Korpsbeheerdersberaad, voorzitter Stuurgroep Normkostenonderzoek Datum: 25 mei 2010 Onderwerp: Aanbiedingsbrief normkostenonderzoek Korte inhoud: In het in september 2009 afgesloten onderhandelingsakkoord tussen minister van BZK en db Kbb is vastgelegd dat in gezamenlijk opdrachtgeverschap een onafhankelijk onderzoek zou worden uitgevoerd naar de betaalbaarheid van de sterkte. Doel van dit onderzoek is te beoordelen of de afgesproken sterkte bij de politie in balans is met het beschikbare budget. Voorstel: Onderwerp is geagendeerd voor agendacommissie Politie 23 juni 2010. Kopie Brief en rapport zijn opvraagbaar. Afzender: Wnd. voorzitter platform fraudebestrijding ZO-Nederland, dhr. Van Maasakkers Datum: mei 2010 Onderwerp: Jaarplan 2010 en jaarverslag 2009 Korte inhoud: In het jaarplan staan de activiteiten d9ie vanuit het platform ondernomen zullen worden. Het platform fraudebestrijding maakt deel uit van de landelijke interventiestructuur. Door gemeenten, politie, OM, UWV, SVB, AI en Belastingdienst wordt samengewerkt in projecten op het terrein van sociale zekerheid, fiscaliteit, illegaliteit en grootstedelijke problematieken. Voorstel: Jaarplan zal worden geagendeerd voor de strategische driehoek. Kopie: Jaarplan en jaarverslag zijn opvraagbaar. Afzender: Politie Brabant Zuid-Oost Datum: 4 juni 2010 Onderwerp: Herijking BVS Korte inhoud: Betreft verklaring van het Regionaal College politieregio Brabant Zuid-Oost. Pleidooi voor extra financiële bijdrage aan BZO en zo spoedig mogelijk starten met de implementatie van het herijkte BVS in 2012. Voorstel: Voor kennisgeving aannemen. Kopie Verklaring is opvraagbaar. RC20100707 Ingekomen en uitgaande stukken Pagina 1 van 2

Afzender: Politieberaden aan de minister van BZK en minister van Justitie Datum: 9 juni 2010 Onderwerp: Prioriteiten politie Korte inhoud: Actuele ontwikkelingen binnen de politie worden onder de aandacht gebracht. De Integrale Veiligheidsmonitor 2009 geeft aan dat het door burgers beleefde slachtofferschap voor het eerst sinds jaren weer is gestegen. Uit het jaarverslag OM blijkt dat de politie a.g.v. capaciteitstekort zaken moet laten liggen. Uit het normkostenonderzoek blijkt dat de huidige politiesterkte op korte en lange termijn niet betaalbaar is (in 2016 is sprake van een financieel tekort met een equivalent van ruim 2400 fte). Gepleit wordt voor een politieke keuze: verdere uitbreiding van capaciteit en de bijbehorende middelen of een heldere prioriteitstelling inclusief een expliciete keuze om bepaalde taken Niet meer te beleggen bij de politie. In dat geval zullen de politieke ambities fors moeten worden bijgesteld. Politie wil werken aanvergroten van veiligheid van de wijken (aanpak overlast en veelvoorkomende criminaliteit) en terugdringen zware (grensoverschrijdende) criminaliteit, dmv. investering in intelligence en het afnemen van crimineel vermogen. De politie wil digitale en financiële expertise vergroten, alsmede burgers meer betrekken bij opsporingsproces en bij veiliger maken van wijken. Voorstel: Voor kennisgeving aannemen. Kopie Opvraagbaar. UITGAANDE STUKKEN: Afzender: Korpschef Brabant-Noord Datum: 18 mei 2010 Onderwerp: Korpsbeschrijving Brabant-Noord Korte inhoud: De korpsbeschrijving 2010, welke is opgesteld ten behoeve van de 4e korpsaudit, is ter informatie aan de leden van het Regionaal College toegestuurd. Voorstel: Voor kennisgeving aannemen. Kopie Korpsbeschrijving is reeds in uw bezit. Processtap Datum Dagelijks bestuur 23-06-2010 Algemeen bestuur 7-07-2010 Voorstel 1. Kennisnemen van de ingekomen en uitgaande stukken Akkoord Ja Nee Secretaris: (naam) Paraaf: Bijlage(s) Geen (opvraagbaar)

> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-generaal Veiligheid Nationale Veiligheid Regionaal Op Orde Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.minbzk.nl Contactpersoon Donna Landa T 070-4268313 donna.landa@minbzk.nl Datum 28 april 2010 Betreft Beleidsreactie op rapport Inspectie OOV "Rampenbestrijding op orde" Kenmerk 2010-0000282397 Bijlagen 2 Van rampen- naar crisisbeheersing Afgelopen 20 jaar zijn er binnen de regio s forse investeringen en structurele verbeteringen gerealiseerd ten aanzien van de brandweerzorg en rampenbestrijding. Enkele grotere rampen en crisissituaties in de afgelopen decennia hebben echter het besef versterkt dat ontwikkelingen in de samenleving sneller en anders verlopen dan de hulpverleningsorganisaties hebben kunnen bijbenen. Rampenbestrijding dient daarom professioneler en grootschaliger georganiseerd te worden en te worden verbreed naar crisisbeheersing. Hierin wordt rekening gehouden met een breder scala aan mogelijke verstoringen van de samenleving door natuurlijke, technische of maatschappelijke oorzaken. Daarbij is het noodzakelijk samenwerkingsverbanden aan te gaan met een bredere kring van partnerorganisaties buiten het reguliere netwerk van hulporganisaties én een intensievere samenwerking in beleid- en bedrijfsvoering tussen de reguliere hulpverleningsdiensten. Een verdere bundeling van krachten en multidisciplinair samenwerken op de schaal van de politieregio s is nodig om de slagkracht en de verandercapaciteit te vergroten. Met de Wet veiligheidsregio s wordt, in lijn met eerdere versterkingen, een nieuwe inhaalslag gemaakt naar krachtiger bestuurde en nog meer professioneel functionerende veiligheidsorganisaties die voldoen aan duidelijke en meetbare kwaliteitscriteria en voorbereid zijn op crises die ons land kunnen treffen. Rapportages over regio s Vooruitlopend op het wetgevingstraject en de invoering van de Wet veiligheidsregio s heeft dit kabinet zich bij het aantreden tot doel gesteld de rampen- en crisisbeheersing sneller (voor eind 2009) op orde te brengen. Daartoe zijn met 19 veiligheidsregio s i.o. convenanten gesloten. Tevens is aan de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) gevraagd te onderzoeken hoe de 25 regio s er eind 2009 voorstaan op het punt van hun voorbereiding op crises. In 2008 is de IOOV daarom gestart met een onderzoek in alle regio s naar de planvorming, naar het multidisciplinair opleiden & oefenen en naar de operationele prestaties. Een belangrijk onderdeel daarvan is een praktijktoets in een (gesimuleerde) grootschalige ongevalsituatie. Deze beleidsreactie gaat in op de rapportage van de IOOV. Voor de analyse van de stand van zaken in de regio s eind 2009 zijn naast de rapportage van de IOOV ook de verslagen van voortgangsgesprekken, gevoerd met alle afzonderlijke regio s, en de bestuurlijke rapportages van de CdK s geraadpleegd. De rapportage van IOOV is bijgevoegd, evenals het advies van de Pagina 1 van 7

Raad Financiële Verhoudingen op de ophoging van de brede doeluitkering rampenbestrijding (zie blz. 6). Conclusies: waar staan we nu eind 2009 In alle veiligheidsregio s is de laatste paar jaar erg veel geïnvesteerd en er is ook veel gerealiseerd aan verbeteringen van de organisatie en werkwijze van de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Deze ontwikkeling juich ik toe. Die verbeteringen hebben er toe geleid dat eind 2009 kan worden vastgesteld dat een aantal regio s in behoorlijke mate voldoet aan vastgelegde en afgesproken eisen. Het betreffen de veiligheidsregio s Rotterdam-Rijnmond, Kennemerland, Twente, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Midden, Noord-Holland-Noord, Zuid-Holland-Zuid en Zuid-Limburg. Veel regio s zijn echter nog niet zover en hebben 2010 en eerste helft 2011 nodig om aan de minimale eisen te kunnen voldoen. Een paar regio s behoren tot de achterhoede. Deze zijn weliswaar druk bezig, maar hebben naar verwachting erg veel moeite om werkelijke verbeteringen door te voeren en ook vast te houden. Voor deze paar regio s zijn mogelijk ingrijpender maatwerkmaatregelen noodzakelijk. Ik ben met deze regio s in gesprek. Datum 28 april 2010 Kenmerk 2010-0000282397 Over de Wet en Besluiten veiligheidsregio s, de doelen, de instrumenten en de te realiseren operationele prestaties en kwaliteitseisen is breed consensus met het veld. Er is genoeg beleid gemaakt. In wet en besluiten zijn de kaders vastgelegd. Aan de orde is nu de verdere regionale uitvoering en borging van de resultaten. Indien de veiligheidsregio s de wet- en regelgeving in de volle breedte uitvoeren en de ingezette verbeteringstrajecten daadkrachtig doorzetten, ze daarbij samen op trekken en ondersteund worden door landelijke initiatieven vanuit landelijke koepelorganisaties als het Veiligheidsberaad, verwacht ik dat in de loop van 2011 de rampenbestrijding op orde is en ook de slag van rampenbestrijding naar crisisbeheersing in de veiligheidsregio s is gemaakt. Bevindingen Inspectie OOV: De rapportage van de Inspectie OOV is geordend op de drie deelonderzoeken naar veiligheidsregio s: risicoprofiel en bovenregionale samenwerking, multidisciplinair opleiden en oefenen en de basisvereisten met betrekking tot de rampenbestrijding voor de regionale crisisorganisatie. Deze hoofdthema s en de gehanteerde toetscriteria zijn gekoppeld aan eisen in de nieuwe wet- en regelgeving. Ze zijn terug te vinden in de convenantafspraken die de minister BZK met 19 van de 25 veiligheidsregio s i.o. heeft kunnen maken en in de bestuurlijke rapportages van de CdK s. Onderstaand wordt een algemeen beeld geschetst van de voortgang van de veiligheidsregio s op deze onderwerpen. 1. Risicoprofiel en bovenregionale samenwerking: De Wet veiligheidsregio s gaat er van uit dat het risicoprofiel de basis is voor het uitwerken van het veiligheidsbeleid van de regio in het beleidsplan en het crisisplan. In het beleidsplan wordt meerjarig uitgestippeld waarom en welke prestaties worden beoogd en hoe deze worden gerealiseerd en geborgd. In het crisisplan wordt de blauwdruk voor de regionale crisisorganisatie vastgelegd, geënt op het brede scala van mogelijke crisissituaties. De planverplichtingen in de Wet veiligheidsregio s zijn een logische doorontwikkeling van planfiguren, beheersplannen en operationele rampenplannen, uit eerdere regelgeving. IOOV constateert dat, hoewel doelstellingen, inhoud, strekking en opzet bekend zijn en de gewenste resultaten niet ter discussie staan, de veiligheidsregio s in meerderheid toch hebben gewacht op het formele wetgevingstraject. Er zijn nog weinig nieuwe vastgestelde beleidsplannen en concretere werkafspraken binnen de veiligheidsregio en met crisispartners en buurregio s over samenwerking, afstemming, operationele prestaties en bijstandverlening. Pagina 2 van 7

Slechts enkele regio s hebben die planningsslag al afgerond en het merendeel heeft 2010 of zelfs een deel van 2011 nodig om te voldoen aan de nieuwe opzet. Dit klopt met de implementatietermijnen van de wet veiligheidsregio s. Conclusie is verder dat nog enkele jaren sprake zal zijn van doorontwikkeling en in- en uitvoering om overal tot die structureel geborgde en concreet meetbare resultaten te komen die de nieuwe wet- en regelgeving vraagt. Datum 28 april 2010 Kenmerk 2010-0000282397 2. Multidisciplinair opleiden en oefenen Opleiden, trainingen en oefenen van personeel en sleutelfuncties in de operationele organisatie zijn noodzakelijke ingrediënten om de papieren plannen in te voeren in de betrokken organisaties en daarmee de nagestreefde kwaliteit te realiseren en te borgen. IOOV rapporteert dat de veiligheidsregio s hier duidelijk professionele verbeteringslagen hebben gemaakt. Verdere doorontwikkeling en uitvoering van voorgenomen verbeteringen zijn echter nodig, zoals de volledige invoering van een personeel volg- en registratiesysteem. In veel regio s is consequente registratie van geoefendheid en mate van getraindheid nog niet volledig doorgevoerd waardoor onduidelijk is wat de actuele kwaliteit is. Alle regio s houden grootschalige oefeningen en steeds meer evalueren die gestructureerd. Veel regio s oefenen maar beperkt met de complete hoofdstructuur, oefenen met losse onderdelen en meestal niet volledig opgeschaald. Daarmee wordt juist het echt testen van een belangrijk deel gemist, de bestuurlijke en multidisciplinaire aanpak en de samenhangende en vloeiende opschaling. Tevens wordt te weinig geoefend met de meldkamer. 3. Basisvereisten operationele crisisorganisatie Het Besluit veiligheidsregio s bevat kwaliteitseisen voor de processen die kritisch zijn voor de rampenbestrijding en die garantie moeten bieden voor een snel opstart en het samenhangend effectief functioneren van één bestuurlijke en multidisciplinaire organisatie. Het betreft de organisatie van de hoofdstructuur, de melding en alarmering (incl. de opkomst van sleutelfunctionarissen), de opschaling en de operationele informatievoorziening. Organisatie IOOV constateert dat alle regio s in hoofdlijnen voldoen aan de organisatie van de hoofdstructuur maar tevens dat op onderdelen doorgaans van het Besluit veiligheidsregio s wordt afgeweken. Bij meerderheid ontbreken de informatiemanagers in de coördinerende teams en in de meldkamer is bij een meerderheid van de regio s eenhoofdige leiding nog niet gerealiseerd. Alarmering Uit de rapportage van de IOOV blijkt dat hier nog veel mis gaat in de regio s. Alarmering vindt doorgaans niet binnen de voorgeschreven tijd plaats en het alarmeringsproces wordt onvoldoende bewaakt. De meldkamer functioneert daarbij nog te monodisciplinair en vanuit eigen dagelijkse routine, waardoor het schort aan een multidisciplinair synchrone alarmering, en hierop volgende opschaling en informatievoorziening. Opschaling De IOOV constateert dat een groot aantal regio s niet voldoet aan de voorgeschreven opkomsttijden. Striktere piketafspraken en consequente multidisciplinaire uitvoering van opleidings- en oefenprogramma s en het evalueren en leren van de praktijkprestaties en -ervaring dient hierin verbetering te brengen. Pagina 3 van 7

Geconstateerd wordt tevens dat het realiseren van voorgeschreven opkomsttijden voor de hoofdstructuur in veel regio s problematisch is door de uitgestrektheid van het verzorgingsgebied, de veelheid aan mogelijke crisisscenario s en het rond de klok beschikbaar hebben en houden van voldoende capabel en voorbereid personeel. Datum 28 april 2010 Kenmerk 2010-0000282397 Informatiemanagement Geconstateerd wordt dat het overgrote deel van de veiligheidsregio s daar nog steeds in te kort schiet. Als de veiligheidregio s willen voldoen aan de scherpe doch noodzakelijk geachte eisen in de nieuwe wetgeving zal aanstelling van informatiemanagers en doorvoering van een netcentrische informatievoorziening noodzakelijk zijn. 4. Gemeentelijke processen IOOV heeft bij de praktijktoets tevens in een aantal bij het scenario betrokken gemeenten gekeken hoe de organisatie van de gemeentelijke processen bevolkingszorg van de grond kwam in samenhang met de (regionale) hoofdstructuur. In het besluit zijn hiervoor enkele prestatie eisen vastgelegd. Conclusie is dat voor de gemeentelijke organisatie de minimale bezetting van de actiecentra niet is gegarandeerd en deze nog onvoldoende in plannen is beschreven. Hierdoor is het personeel niet altijd voldoende voorbereid om als onderdeel van en in samenhang met de onderdelen van de hoofdstructuur te functioneren en missen de gemeentelijke actiecentra daardoor ook wezenlijk operationele informatie. Deze aansluiting moet worden verbeterd. 5. Gemene delers in de veiligheidsregio s Op een aantal onderwerpen of thema s waarop de IOOV heeft getoetst en die ook ter sprake zijn gekomen in de voortgangsgesprekken of een plek hebben gekregen in de rapportages van de CdK s, blijven bijna alle regio s nog achter. Zorgen zijn er over: De organisatie van de operationele informatievoorziening, met name het functioneren van de meldkamer en de aanstelling van informatiemanagers; Multidisciplinaire karakter van de crisisorganisatie (teveel denkt en werkt elke discipline nog monodisciplinair vanuit eigen dagelijkse werkroutine en ontbreekt de bredere, discipline overstijgende blik en aanpak); Concrete afstemming en bijstandsafspraken met de buurregio s en met een bredere kring van crisispartners. Zicht op en registratie van de eigen operationele prestaties (tav onder meer basisvereisten) en actuele competenties van de medewerkers De invulling van de organisatie van de zogenaamde gemeentelijke bevolkingszorgprocessen (het invullen van piketfuncties met voldoende en adequaat opgeleid personeel, het kunnen voldoen aan gestelde opkomstnormen). Hoe nu samen verder naar structureel beter 1. Afronding en invoering wet- en regelgeving Mijn belangrijkste uitgangspunt is dat de regio s zich concentreren op verdere invoering van de Wet en de besluiten over de volle breedte. Daarbij moet tevens de inhaalslag gemaakt worden op de punten die nog niet op orde zijn en dienen de resultaten van die inhaalslag structureel geborgd te worden. De wet is door beide kamers aangenomen en 1 april gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2010, nr. 145). De besluiten liggen nog voor advies bij de Raad van State. Naar verwachting zal de tekst van de besluiten medio dit jaar worden gepubliceerd zodat wet en besluiten per 1 oktober 2010 kunnen ingaan. Pagina 4 van 7

Binnen bij wet vastgestelde uiterlijke termijnen zullen de veiligheidsregio s aan de diverse onderdelen moeten gaan voldoen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het uitvoeren van de risico-inventarisaties, maar ook aan het opstellen van het beleidsplan en het actualiseren/ vormgeven van de crisisorganisatie c.q. de wettelijke eisen en deze vastleggen in het crisisplan. De regio s kunnen daartoe de vaak al ingezette trajecten doorzetten en geplande verbeteringen doorvoeren. Daarvoor zijn ook landelijke handreikingen beschikbaar. Datum 28 april 2010 Kenmerk 2010-0000282397 2. Financiering invoering wet- en regelgeving De verhoging van het BDUR budget, bedoeld als extra bijdrage in de kosten om aan nieuwe wet- en regelgeving te voldoen, wordt dit jaar en volgende jaren aan de regio s ter beschikking gesteld. Dit jaar wordt het BDUR budget met opgehoogd met 28 mln., en vanaf 2011 met in ieder geval 39,4 mln. structureel. Hiermee bedraagt het totale BDUR budget vanaf 2011 ca 116 mln. structureel. Vanuit het Veiligheidsberaad is aangegeven dat de ophoging 79,8 miljoen euro structureel zou moeten zijn. De Raad voor de Financiële Verhoudingen concludeert dat de veiligheidsregio s de financiële gevolgen van de invoering van de Wet veiligheidsregio s grotendeels kunnen dekken uit de groei van het BDUR budget. Naar een beperkt aantal onderwerpen, ter grootte van 18 miljoen euro, wordt nog nader onderzoek gedaan. Hierbij wordt het Veiligheidsberaad betrokken. 3. Behoud van urgentie en volgen ontwikkelingen Zoals de Inspectie OOV in haar rapport ook aangeeft is het belangrijk is de druk tot noodzakelijke verbeteringen, het bestuurlijke urgentiegevoel en de consensus over de aanpak op managementniveau in de veiligheidsregio s, die de laatste jaren is opgebouwd, op niveau, op de juiste focus en actueel te houden. Hiertoe benut ik zowel voortgangsgesprekken met voorzitters van de veiligheidsregio s als het monitoren en het toezicht vanuit IOOV. In de komende maanden overleg ik met het bestuur en het management van de veiligheidsregio s, vergelijkbaar met de voortgangsgesprekken met de korpsbeheerders. In deze gesprekken wordt de situatie per regio te besproken, mede op basis van de informatie van IOOV, met als doel de implementatie van de wet veiligheidsregio s over de volle breedte te bevorderen. Daarnaast ervaar ik deze rapportage van IOOV als een waardevol beeld over de staat van rampenbestrijding, dat voor veiligheidsregio s en beleidsmakers van grote nut kan zijn. Ik overweeg een dergelijke rapportage periodiek te laten maken door IOOV. Daarbij streef ik ernaar, ter voorkoming van onnodige toezichtlasten, dat bij toetsing van IOOV op de hoofdpunten van wet en besluiten zoveel als kan wordt aangesloten bij de informatie uit de eigen kwaliteitssystemen van de veiligheidsregio s. Bij de evaluatie van grootschalige oefeningen en incidenten geldt ook dat ik een instrument wil ontwikkelen met de veiligheidsregio s dat aansluit op de informatie uit de eigen kwaliteitssystemen. Daarnaast benut ik het overige instrumentarium dat mij in de wet is gegeven, zoals het eerder genoemde reguliere toezicht en monitoren van IOOV, de door de Kamer gevraagde driejaarlijkse kostenevaluatie en de vijfjaarlijkse rapporten van de verplichte visitatiecommissies. De Inspectie OOV stuurt de inspectierapporten ook aan de gemeenteraden van de desbetreffende regio s. Bij de behandeling van de Wet veiligheidsregio s is er van de zijde van de Kamer op aangedrongen om de gemeenteraden zo goed mogelijk in staat te stellen hun eindverantwoordelijkheid voor een goed functionerende veiligheidsregio waar te maken. Pagina 5 van 7

Bij de behandeling in de Eerste Kamer heb ik toegezegd dat ik twee jaar na het in werking treden van het Besluit zal laten onderzoeken en evalueren hoe de wet- en regelgeving is ingevoerd in de veiligheidsregio s en hoe de eisen ten aanzien van opkomsttijden en voertuigbezetting in de praktijk worden toegepast. Indien noodzakelijk kunnen beleid en de eisen in de besluiten dan worden bijgesteld. Datum 28 april 2010 Kenmerk 2010-0000282397 4. Landelijke ondersteuning veiligheidsregio s Daarnaast zal ik met het Veiligheidsberaad een verder pakket aan maatregelen afspreken waarmee we de regio s kunnen ondersteunen. Hierbij moet gedacht worden aan het ondersteunen en meetrekken van de zwakkere regio s, het stimuleren van kennis en informatie uitwisseling en het faciliteren van het ontwikkelen van modelafspraken met de onderscheiden crisispartners. Een voorbeeld hiervan is het opgestelde modelconvenant drinkwatersector dat door regio s kan worden benut. 4.a. Operationele informatievoorziening Voor de verbetering van de organisatie van de informatievoorziening is in 2008 met het Veiligheidsberaad een landelijk project gestart om, ter verbetering van de multidisciplinaire operationele informatievoorziening, het netcentrisch werken te introduceren. Ter ondersteuning van deze werkwijze is het IT-systeem Cedric aan de regio s ter beschikking gesteld. Aan de hand van het inspectierapport kan worden geconstateerd dat de regio s nog een hele slag te maken hebben op dit gebied. Het verontrust mij dan ook dat nog niet alle regio s het convenant hebben gesloten om middels Cedric de netcentrische werkwijze te implementeren. Hierover ben ik met het Veiligheidsberaad als vertegenwoordigend orgaan van de regio s in gesprek en ik wil voor 1 mei aan staande daarover duidelijke invoeringsafspraken. Ik wil het landelijke project netcentrisch werken met kracht voortzetten en met de regio s op uitvoeringsgebied nauwkeurig voeling houden. Daarnaast ben ik gestart, in intensieve samenwerking met de Bestuurscommissie Informatievoorziening van het Veiligheidsberaad, met een landelijk meldkamertraject om tot structurele kwaliteitsverbetering in het multidisciplinaire meldkamerdomein te komen. Dit traject is in ieder geval gericht op standaardisatie van processen in de meldkamers en vernieuwing van de ondersteunende systemen. Separaat stimuleer ik waar mogelijk de ontwikkelingen naar bovenregionale meldkamers waar de regio s zelf toe besluiten. Dit betreft de meldkamer in Drachten van de drie Noordelijke provincies (operationeel 2011), de meldkamer in Apeldoorn van Noord- en Oost Gelderland en IJsselland (operationeel 2010), het Operationeel Centrum Stichtse brug van de regio s Gooi- en Vechtstreek, Flevoland en waarschijnlijk Utrecht en de KLPD (operationeel 2013). Tot slot zijn de 6 zuidelijke regio s in een proces van verkenning naar schaalvergroting in de meldkamer. 4.b. Bijtrekken processen bevolkingszorg Met het Veiligheidsberaad wil ik ook afspraken maken over het verder stimuleren van de verbetering van de organisatie van de gemeentelijke processen bevolkingszorg door het opstellen van kwaliteitseisen en het ondersteunen van de regionale trajecten. 4.c. Kennismanagement De onderlinge kennisuitwisseling tussen de veiligheidsregio s moet worden bevorderd. Niet elke regio hoeft alles opnieuw te bedenken. Het bundelen en beter benutten van de kennis en ervaring in de verschillende regio s en bij partnerorganisaties is één van de sleutels tot verbetering De eerste voorbereidingen zijn al getroffen voor zogenaamde stadiongesprekken als onderdeel van een breder en vaktechnische ingericht multidisciplinair communicatieprogramma. Pagina 6 van 7

4.d. Kwaliteitsysteem en zelftoetsing Elke regio dient op grond van de wet een kwaliteitssysteem te hanteren. Een kwaliteitssysteem regardeert alle facetten van de organisatie van de rampen- en crisisbeheersing. Daarmee houdt de regio ook zicht op de eigen prestaties en de prestaties van partnerorganisaties. Een vergelijkbare aanpak van kwaliteitsbeheer, standaard kwaliteitseisen en uniforme toetsmethoden in elke regio is daarbij essentieel. Ik wil met het Veiligheidsberaad afspraken maken opdat een dergelijk uniform systeem ook in alle regio s tot stand komt. Datum 28 april 2010 Kenmerk 2010-0000282397 Tot slot Een zorgpunt betreft de paar regio s waarvan ik het vermoeden heb dat deze structureel achter zullen blijven. Dit vermoeden wordt versterkt omdat het vrijwel dezelfde regio s betreft die ook op politiegebied aan de onderkant presteren. Met deze regio s ben ik in gesprek om na te gaan welke structurele maatregelen mogelijk zijn om de organisatie van de rampen- en crisisbeheersing ook hier op orde te krijgen. Uitgangspunt is dat daarbij heldere en meetbare afspraken gemaakt worden zodat gestuurd kan worden op resultaten voor de burger. Samenvattend merk ik op dat we er weliswaar niet in geslaagd zijn de rampenbestrijding eind 2009 op orde te hebben maar dat er voldoende randvoorwaarden zijn geschapen om die slag medio 2011 wel gemaakt te hebben. Er is voldoende draagvlak in de regio s voor de invoering van de nieuwe wet- en regelgeving in de komende jaren. In alle veiligheidsregio s lopen verbeteringsslagen. Daarom durf ik te verwachten dat in de loop van 2011 de rampenbestrijding op orde is en ook de slag van rampenbestrijding naar crisisbeheersing in de veiligheidsregio s gemaakt is. Als iedereen doet wat de wet vraagt en wat is afgesproken, komt het dus goed. We zullen elkaar scherp houden op concrete resultaten. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten Pagina 7 van 7

Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties drs. A. Th. B. Bijleveld-Schouten Postbus 20011 2500 EA 's-gravenhage Onze referentie UIT/2010/959 Datum 23 juni 2010 Telefoon 073-6889527 Uw referentie 2010-0000282397 d.d.28 Onderwerp Reactie op Rapport Fax 073-6889599 april 2010 Bijlagen Inspectie IOOV "Rampenbestrijding op orde" E-mail p.devet@brwbn.nl Geachte Staatssecretaris, Op 28 april 2010 ontvingen wij uw bovenvermelde brief waarin u uw beleidsreactie over de rapportage van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Rampenbestrijding op orde aan de voorzitter van de Tweede Kamer aanbiedt. In de rapportage stelt de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid dat de Veiligheidsregio Brabant-Noord nog de nodige stappen moet zetten en zich op dit moment nog bevindt in de fases van voornemens tot en planvorming. Wij hebben we behoefte aan om het oordeel van de inspectie te nuanceren. Door de gekozen toetsingsopzet van de inspectie is in onze opvatting een onvoldoende representatief beeld over de kwaliteit van de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie in Brabant-Noord ontstaan. Wij zijn van oordeel dat onze rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie niet op haar feitelijke prestaties of de kwaliteit van de noodzakelijke voorbereidingen is beoordeeld, maar op het voldoen aan procesmatige en kwantitatieve normen, die naar verwachting per 1 oktober 2010 van kracht zullen worden. Hoewel dergelijke normen uiteraard een organisatorisch kader scheppen, vormen ze op zichzelf echter geen garantie voor een kwalitatief goed niveau van regionaal crisismanagement. Wij hechten meer waarde aan competente functionarissen. Zij moeten in staat zijn om in korte tijd een relevant multidisciplinair beeld van een crisissituatie te vormen, het bevoegd gezag vervolgens helder kunnen adviseren over een adequate aanpak en deze aanpak tot tevredenheid van de getroffenen ook feitelijk weten te realiseren. In Brabant-Noord is daarom de focus gelegd op het ontwikkelen van professionaliteit van medewerkers en leidinggevenden. Daarbij hebben wij niet de frequentie maar de kwaliteit van opleidingen en trainingen verhoogd. In samenhang hiermee is ook geïnvesteerd in samenwerking en slagkracht. In veel mindere mate is ingezet op de administratieve kant van de organisatie van de rampenbestrijding (gedetailleerde draaiboeken, registratiesystemen etc.) omdat wij verwachten dat daarmee geen wezenlijke verbeteringen kunnen worden gerealiseerd. Hoewel wij op deelgebieden nog verdere verbeteringen en vernieuwingen zullen realiseren hebben we de overtuiging dat onze rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie in staat

moet worden geacht om voor ons verzorgingsgebied relevante rampen en crises adequaat te bestrijden. Wij onderbouwen deze stellingname aan de hand van de ervaringen die we in 2009 hebben opgedaan bij de multidisciplinaire aanpak van de zwemschoolaffaire, de massavaccinaties in het kader van de dreigende grieppandemie en van de bestrijding van de Q- koorts. Hierbij moest de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie geheel of gedeeltelijk langdurig worden ingezet. De door het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement uitgevoerde evaluatie naar de zwemschoolaffaire wees uit dat de gekozen aanpak inclusief de samenwerking met het Openbaar Ministerie tot het gewenste resultaat heeft geleid. De rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie heeft adequaat gefunctioneerd. Voor hun taken berekende veiligheidspartners zoals GHOR, brandweer, politie, gemeenten, defensie, waterschap, openbaar ministerie en anderen vormen de belangrijkste randvoorwaarden voor een toereikende rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie. Vandaar ook dat het realiseren van een per 1 januari 2011 volledig geregionaliseerde brandweer momenteel de belangrijkste doelstelling van de Veiligheidsregio Brabant-Noord vormt. Als belangrijkste bevindingen over de Veiligheidsregio Brabant-Noord is de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid van oordeel: 1. De veiligheidsregio beschikt nog niet over een actueel regionaal risicoprofiel en evenmin over een vastgesteld regionaal beleidsplan veiligheidsregio. 2. In de veiligheidsregio is beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van multidisciplinair opleiden en oefenen. Er ontbreekt met name een functionarissenvolgsysteem en niet alle functionarissen zijn bijgeschoold. 3. Binnen de veiligheidsregio bestaan nog diverse knelpunten op het gebied van informatiemanagement. In reactie hierop merken wij op: Ad 1. In de loop van de maand juli zal volgens planning het regionaal risicoprofiel Veiligheidsregio Brabant-Noord worden opgeleverd. Wij merken hierbij op dat de door uw ministerie ontwikkelde Handreiking regionaal risicoprofiel in afwijking van eerdere toezeggingen pas op 2 december 2009 beschikbaar is gesteld. Wij zullen er uiteraard zorg voor dragen dat gelet op de Wet veiligheidsregio s het Regionaal beleidsplan 2011 2014 Veiligheidsregio Brabant-Noord voor 1 oktober 2011 is vastgesteld. Ad 2. Voor de brandweer en de GHOR wordt reeds gewerkt met een functionarissenvolgsysteem. Voor de functionarissen van de politie en van de gemeenten (functiehouders gemeentelijke rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsprocessen) wordt momenteel onderzocht of het financieel en organisatorisch mogelijk is dit te organiseren. In het nieuwe Opleidings- en oefenbeleidsplan van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, dat komend najaar ter vaststelling zal worden voorgelegd, zijn de conclusies en aanbevelingen van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid verwerkt. Wij streven ernaar dat na realisatie van dit opleidings- en oefenbeleidsplan de gesignaleerde knelpunten zijn opgelost. 2

Ad 3. Brabant-Noord behoort tot de initiatiefnemers van het netcentrisch werken op het gebied van informatiemanagement. Reeds enkele jaren wordt succesvol gebruik gemaakt van het defensiesysteem ISIS terwijl het informatiemanagement multidisciplinair is ingebed in de gecoördineerde inzetprocedures en werkwijzen van politie, brandweer, GHOR en voorts in de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie. Door instelling van de in piketregeling geplaatste multidisciplinaire functies Officier van Dienst Informatievoorziening en Officier van Dienst Gemeenschappelijk Meldcentrum is zowel in het Coördinatieteam Plaats Incident als in het Gemeenschappelijk Meldcentrum en in het Regionaal Coördinatiecentrum de continuïteit van alarmering en informatievoorziening geborgd. Eerder dit jaar heeft ook de Veiligheidsregio Brabant-Noord besloten om deel te nemen aan het landelijk project netcentrisch werken. Deze intentie was er al eerder maar is nu ook in financiële zin blijvend geborgd. Met de aansluiting op de landelijke operationele omgeving van het informatiesysteem Cedric en de implementatie van (inter)regionale werkwijzen en procesbeschrijvingen wordt het mogelijk de resterende knelpunten op te lossen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zien uw reactie met veel belangstelling tegemoet. Hoogachtend, het Dagelijks Bestuur, dr. H.A.M. Backx, secretaris mr. dr. A.G.J.M. Rombouts, voorzitter 3

Voorstel AGP 5 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 7 juli 2010 Bijlage : 5 Steller : P.B.M.J.W. de Vet Onderwerp : Inspectierapportage "Rampenbestrijding op orde" Algemene toelichting De minister van BZK heeft in maart 2008 aangegeven de rampenbestrijding voor 2010 op orde te willen hebben in Nederland. De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) heeft de stand van zaken in beeld gebracht en vastgelegd in de (eind)rapportage Rampenbestrijding op orde (maart 2010). De eindrapportage bestaat uit een algemeen beeld voor Nederland en specifieke regionale beelden. Ten aanzien van het beeld voor Brabant-Noord zal hieronder een impressie worden gegeven, vergezeld van een korte regionale reactie. Reikwijdte en opzet van het onderzoek Het onderzoek van IOOV bestond uit drie verschillende onderzoeken: 1. Risicoprofiel en bovenregionale samenwerking 2. Multidisciplinair opleiden en oefenen 3. Operationele prestaties (vier kritische processen) De onderzoeken zijn uitgevoerd door middel van documentonderzoeken, schriftelijke vragenlijsten, interviews en de praktijksimulatie RADAR. De regio s zijn hierin actief betrokken en hebben verscheidende malen de gelegenheid gehad om reacties te geven op concept(deel)rapportages. Toetsingskader Als toetsingskader zijn de eisen uit het conceptbesluit Veiligheidsregio s gehanteerd. Deze eisen waren ook reeds opgenomen in het convenant dat de minister met veiligheidsregio s had afgesloten. De in het conceptbesluit opgenomen eisen hebben tot doel een (landelijk) uniformiteit te creeren in de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het betreffen hoofdzakelijk procesmatige en kwantitatieve normen (typen en invulling van staven, opkomsttijden etc.). Resultaten voor Brabant-Noord In bijlage 1 ontvangt u het regionale beeld voor Brabant-Noord uit de eindrapportage en in bijlage 2 treft u een uitgebreid schematisch overzicht aan met de bevindingen van IOOV tezamen met een regionale reactie hierop. De belangrijkste bevindingen van IOOV zijn: 1. Brabant-Noord beschikt nog niet over een (actueel) regionaal risicoprofiel en beleidsplan conform de Wet veiligheidsregio s/besluit veiligheidsregio s. Het traject voor het opstellen van het regionaal risicoprofiel loopt momenteel en wordt naar verwachting afgerond in juli 2010. Ten aanzien van het opstellen van een regionaal beleidsplan veiligheidsregio is in Brabant-Noord prioriteit gegeven aan de regionalisering van de brandweer en de (her)inrichting multidisciplinair veiligheidsbureau etc.). De door het ministerie van BZK ontwikkelde landelijke Handreiking regionaal risicoprofiel is op 2 december 2009 beschikbaar gesteld. Overigens dient te worden opgemerkt dat volgens de Wet veiligheidsregio s, het regionaal beleidsplan vastgesteld moet worden binnen 1 jaar na in werkingtreding van de wet zijnde 1 oktober 2011. De inspanningen zijn erop gericht om binnen deze termijn over een vastgesteld regionaal beleidsplan veiligheidsregio te kunnen beschikken. 2. In de afgelopen jaren is volgens IOOV beperkte vooruitgang geboekt ten aanzien van het multidisciplinair opleiden en oefenen. Met name het ontbreken van een functionarissenvolgsysteem en het niet bijgeschoold zijn van alle functionarissen worden hierin genoemd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het volgsysteem al wel bestaat voor de brandweer- en GHOR-organisatie. Voor politie en gemeenten wordt momenteel onderzocht of het financieel en organisatorisch mogelijk is dit te organiseren. Voorts dient te worden vermeld dat het nieuwe multidisciplinair opleidings- en oefenbeleidsplan AGP 5 AB20100707 Voorstel DB IOOV eindrapportage (juni 2010) Pagina 1 van 3

nagenoeg gereed is. In dit nieuwe plan zijn de conclusies en aanbevelingen van IOOV verwerkt zodat na de implementatie van het plan in de komende jaren de geconstateerde punten naar verwachting gerealiseerd kunnen worden. 3. Er bestaan nog diverse knelpunten in het proces informatiemanagement. Na het afsluiten van het onderzoek van IOOV is door het Algemeen Bestuur besloten tot implementatie van netcentrisch werken en heeft de voorzitter op basis van dit besluit het convenant landelijk project netcentrisch werken getekend met het Veiligheidsberaad. Hierdoor is het mogelijk om regionaal een aantal belangrijke stappen te zetten waarmee deze knelpunten opgelost gaan worden in 2010 (o.a. implementatie regionale werkwijze/procesbeschrijving, aanstelling informatiemanagers en aansluiting op de landelijke operationele omgeving van het informatiesysteem Cedric). Conclusie In haar slotbeschouwing stelt IOOV dat de Veiligheidsregio Brabant-Noord nog de nodige stappen dient te zetten en zich vooral nog bevindt in de fases van voornemens tot en planvorming. Wij hechten er echter belang aan om op te merken dat deze opmerkingen vooral betrekking hebben op de (toekomstige) eisen van de Wet/Besluit veiligheidsregio s. Zoals uit de reacties op de belangrijkste bevindingen mag blijken zijn er de nodige voorbereidingen getroffen en concrete activiteiten gestart om in 2010 grote stappen te zetten op het terrein van planvorming, opleiden en oefenen en informatievoorziening om te (gaan) voldoen aan de nieuwe eisen, die per 1 oktober 2010 van kracht worden. Voorts is reeds aangegeven dat het toetsingskaders voornamelijk opgebouwd zijn uit procesmatige en kwantitatieve normen. Hoewel deze normen een kader scheppen voor de inrichting van een adequaat functionerende crisismanagementorganisatie, vormen ze geen garantie om een kwalitatief goed niveau van regionaal crisismanagement te bereiken. Competente functionarissen die in staat zijn om zich in korte tijd een relevant multidisciplinair beeld van een crisissituatie te vormen, het bevoegd gezag helder kunnen adviseren over een adequate aanpak en deze aanpak tot tevredenheid van de getroffenen ook feitelijk weten te realiseren dragen wezenlijk bij aan een kwalitatief toereikende crisisbeheersings- en rampenbestrijdingsorganisatie. In Brabant-Noord is de afgelopen jaren daarom de focus meer gelegd op het ontwikkelen van professionaliteit van medewerkers en leidinggevenden (door niet zo zeer de frequentie maar de kwaliteit van opleidingen en trainingen te verhogen), vergroten van de samenwerking en de slagkracht. In veel mindere mate is ingezet op de administratieve kant van de organisatie van de rampenbestrijding (gedetailleerde draaiboeken, registratiesystemen etc.). Uiteraard wordt de noodzaak van een goed administratief systeem voor rampenbestrijding en crisisbeheersing onderschreven en zullen hiertoe ook in de komende tijd verdere verbeteringen worden gerealiseerd,, maar door de gekozen toetsingsopzet van IOOV ontstaat er een onvoldoende representatief beeld over de mate van voorbereiding in Brabant-Noord. Evaluaties en resultaten van recente succesvol besteden crisissituaties zoals de zwemschoolaffaire, de massavaccinaties als gevolg van de dreigende grieppandemie en de aanpak van de Q-koorts in Brabant-Noord ondersteunen naar onze mening het beeld van een flexibele, professionele en lerende organisatie. Tenslotte vormt een voor haar taken berekende brandweerorganisatie naast adequate veiligheidspartners zoals GHOR, politie, gemeenten, defensie, waterschap en anderen één van de belangrijkste randvoorwaarden voor een kwalitatief en kwantitatief toereikende crisisbeheersingsen rampenbestrijdingsorganisatie. Het realiseren daarvan vormt de belangrijkste doelstelling van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. Procesgang Processtap Datum Veiligheidsdirectie 31 mei 2010 Vaststelling Dagelijks bestuur 23 juni 2010 Kennisname Algemeen Bestuur 7 juli 2010

Voorstel U wordt voorgesteld: 1. Kennis te nemen van de bovengenoemde samenvatting van de eindrapportage Rampenbestrijding op orde van de Inspectie OOV en in te stemmen met de regionale reactie hierop; 2. Kennis te nemen van de verzonden brief aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Akkoord Ja Nee Secretaris: (naam) Paraaf: Bijlage(s) 1. Aanbiedingsbrief van ministerie BZK dd 28 april 2010 2. Eindrapportage samenvatting en slotbeschouwing en algemeen deel 3. Deel B - onderzoeksresultaten 4. Deel C de regio s afzonderlijk bekeken 5. Brief aan staatssecretaris BZK dd 23 juni 2010

Aan: de leden van het Regionaal College AGENDAPUNT 6 Van: Betreft: Secretaris Kennisneming uitkomsten normkostenonderzoek Datum: 23 juni 2010 Context Bij de totstandkoming van het onderhandelingsakkoord van september 2009 is de gezamenlijke wens geuit de operationele sterkte nu en in de toekomst op peil te houden. Het korpsbeheerdersberaad heeft hierbij een duidelijk voorbehoud gemaakt (de zogenaamde disclaimer), omdat de leden hun zorgen hadden ten aanzien van de betaalbaarheid van de sterkte. Het normkostenonderzoek uitgevoerd in gezamenlijk opdrachtgeverschap moest hierover uitsluitsel bieden. In de periode november 2009 tot en met april 2010 heeft Deloitte dit normkostenonderzoek uitgevoerd. Doel van dit onderzoek is te beoordelen of de bezetting van de politie in balans is met het beschikbare budget. De centrale vraag van het onderzoek luidt: Is de operationele sterkte van de politie op langere termijn betaalbaar binnen de kaders van het beschikbare budget? De uitkomsten van dit onderzoek zijn verwerkt in een tweetal (concept)rapportages: (1) een compacte managementrapportage en (2) een uitgebreide technische rapportage. Daarbij hoort een aanbiedingsbrief namens de stuurgroep, waarin naast het Kbb, de RKC en het ministerie van BZK ook de ministeries van Justitie en Financiën hebben geparticipeerd. Deze brief, alsmede de managementrapportage worden verzonden aan het Kbb en de RKC, parallel met de aanbieding ervan aan de minister en het dbkbb. Uitkomsten In het rapport is het niveau van de operationele sterkte per eind 2008 (48.062 FTE) als uitgangspunt genomen voor de toekomst (2016). Op basis van de lastenontwikkeling in de periode 2002-2008 is een trendlijn bepaald voor de toekomstige lastenontwikkeling; daarbij zijn reeds gemaakte beleidsafspraken (waaronder de afspraken uit het onderhandelingsakkoord) meegenomen. Voor de toekomstige baten is gebruik gemaakt van de budgetten, zoals opgenomen in de circulaires. Een confrontatie van lasten en baten laat zien dat bij ongewijzigd beleid (aangeduid met de term baseline) een tekort in 2016 resulteert van zo n 370 miljoen. Vervolgens heeft Deloitte een aantal ontwikkelingen in kaart gebracht, met name op het gebied van personeel, ICT en huisvesting. Op grond daarvan is extra besparingspotentieel in kaart gebracht. Dat is zichtbaar gemaakt in twee scenario s: een middenscenario en een maximaal scenario. In beide scenario s geldt dat ook dan de operationele sterkte niet betaalbaar is: in het middenscenario, dat volgens Deloitte de meest reële kostenontwikkeling laat zien, resulteert een tekort van 260 miljoen, en in het maximaal scenario is er sprake van een tekort van 187 miljoen. In beide scenario s is ook de omvang van het accres zichtbaar gemaakt, een deel van het politiebudget dat niet BVS-matig wordt uitgekeerd. In 2016 bedraagt het accres zo n 100 miljoen. Indien dit budget aan de batenkant wordt meegeteld

en via BVS beschikbaar zou komen voor alle korpsen, neemt het tekort met een equivalent bedrag af naar 160 miljoen in het middenscenario en 87 miljoen in het maximaal scenario. De cijfers zijn omgeven met de nodige kanttekeningen en risico s: de besparingen zijn ambitieus; indien de politie er niet in slaagt om die te realiseren, neemt de druk op de betaalbaarheid alleen maar toe; er is geen rekening gehouden met alle benodigde initiële kosten en frictiekosten voor het realiseren van de besparingen; er is uitgegaan van een dekkende vergoeding voor CAO-afspraken uit het referentiemodel; indien daarvan wordt afgeweken, ontstaat er een substantieel extra financieel probleem sommige ontwikkelingen laten zich niet kwantificeren, zoals een verminderde inzetbaarheid vanwege de vergrijzing en de ontwikkeling naar meer specialistische (en daardoor duurdere) functies etc. In de periode vóór 2016 ontstaat er overigens een additionele druk op de betaalbaarheid van de sterkte, aangezien de feitelijke sterkte hoger ligt dan 48.062 FTE (door de zogenaamde sterktehobbel). Deloitte geeft een globale indicatie hiervan: dit komt uit op 269 miljoen. Consequenties Bestuurlijk-politiek: Het onderzoek komt voort uit het onderhandelingsakkoord dat in september 2009 is afgesloten. Hierin hebben de korpsbeheerders een voorbehoud gemaakt over de betaalbaarheid van de operationele sterkte op de lange termijn. Nu uit het onderzoek blijkt dat de sterkte niet betaalbaar is, betekent dit dat de afspraken uit het onderhandelingsakkoord mogelijk moeten worden bijgesteld, onder andere ten aanzien van de opgave van het aantal aspiranten (zie verder: personeel / financieel). Daarnaast is de verwachting dat de inhoud van het rapport een belangrijke rol zal spelen in de kabinetsformatie. Personeel / financieel: Sterkteontwikkeling / opgave aspiranten De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat de sterkte op lange termijn niet betaalbaar is. In de brief aan de voorzitter Kbb naar aanleiding van de begrotingen 2010 heeft de minister van BZK zijn voornemen aangekondigd om in de juni-circulaire 2010 aangepaste sterkteafspraken per korps op te nemen. Dit wordt gezien als onderhoud ; korpsen dienen dit als uitgangspunt te nemen voor de begroting 2011. Na vorming van een nieuw kabinet zullen de sterkteafspraken opnieuw bezien moeten worden; de kans is zeer groot dat er dan weer een substantiële wijziging optreedt, mede afhankelijk van besluitvorming over het toekomstige politiebudget en de herijking BVS. Een ander punt betreft de opgave van het aantal aspiranten. In het onderhandelingsakkoord is afgesproken om in de periode 2010-2012 gemiddeld 1600 aspiranten op te leiden. Dit aantal is vorig jaar berekend als het benodigde aantal om de lange termijn sterkte op peil te kunnen houden. Daarbij is logischerwijs geen rekening gehouden met het vraagstuk van de betaalbaarheid. Inmiddels is het Expertisecentrum bezig met het maken van meer geactualiseerde berekeningen over het benodigde aantal aspiranten, in een aantal scenario s.

Accres In het normkostenonderzoek wordt gesproken over het accres. Het accres is een jaarlijkse toevoeging aan het budget van het Ministerie van BZK met als oormerk Politie. Het is een beleidsvrijheid van het Ministerie van BZK om te bepalen hoe dit accres wordt ingezet ten behoeve van de Nederlandse Politie. Daarbij is er een keuze tussen het geheel of gedeeltelijk specifiek aanwenden van deze middelen dan wel het toevoegen van deze middelen aan het structurele budget (algemene bijdrage) van de Nederlandse Politie. In de praktijk wordt het accres o.a. aangewend voor de financiering van verzoeken om een artikel 3 bijdrage vanuit korpsen. Het accres heeft in 2016 een omvang van 100 miljoen. Het korpsbeheerdersberaad is voorstander van het BVS-matig verdelen van het accres, zodat het accres beschikbaar komt voor alle korpsen. * Vervolg: In een brief van de politieberaden d.d. 9 juni 2010 aan de minister van BZK en de minister van Justitie is aandacht gevraagd voor de prioriteiten politie. In dat kader is aandacht gevraagd voor de uitkomsten van het normkostenonderzoek. Daarbij is aandacht gevraagd voor het feit dat het beschikbare budget van de politie de huidige politiesterkte op de korte en de lange termijn niet betaalbaar is. In de jaren tot 2016 loopt het tekort op naar een financieel tekort met een equivalent van ruim 2.400 fte. Dit terwijl er in het onderzoek uitgegaan is van een aantal ambitieuze bezuinigingsmaatregelen - waaronder centralisering van diverse PIOFACH-taken - wordt doorgevoerd. Indien er geen extra budget wordt vrijgemaakt, zal dit onherroepelijk ten koste vaan van "blauw op straat" en de aanpak van de zwaar georganiseerde criminaliteit. Voorstel De leden van het Regionaal College wordt voorgesteld: 1. kennis te nemen van de uitkomsten van het normkostenonderzoek, waaruit blijkt dat: a. de operationele sterkte op langere termijn (2016) niet betaalbaar is binnen de kaders van de huidige budgetten, ook niet als de politie er in zou slagen extra en ambitieuze besparingen door te voeren op m.n. de terreinen personeel, ICT, inkoop en huisvesting; b. op kortere termijn (komende regeerperiode) de betaalbaarheidsproblematiek nog veel groter is o.a. vanwege de zogenaamde sterktehobbel en het feit dat besparingen pas verder weg in de toekomst gerealiseerd kunnen worden.

VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD Jaarverantwoording 2009

Jaarverantwoording 2009 1 De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer Brabant-Noord, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Brabant-Noord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de veiligheidsregio werken 21 gemeenten, de Regionale Ambulancevoorziening en de Politie Brabant-Noord met hen samen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en meldkamers. Voorts werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de veiligheidsregio samen. Jaarverantwoording 2009

COLOFON Uitgave en redactie Veiligheidsregio Brabant-Noord, mei 2010 Opmaak en lay-out Maarten Slooves, Grave Drukwerk DPN, Nijmegen Meer informatie Veiligheidsregio Brabant-Noord Postbus 218 5201 AE s-hertogenbosch (073) 688 95 55 info@brwbn.nl 2010, Brandweer Brabant-Noord. Auteursrecht voorbehouden. Bronvermelding verplicht. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Inhoudsopgave Inleiding 5 1. Terugblik op ontwikkelingen in 2009 6 1.1 Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio 6 1.2 Brandweer Brabant-Noord 7 1.3 Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen 7 1.4 Gemeenschappelijk Meldcentrum 9 2. Algemene uitgangspunten 10 2.1 Technische uitgangspunten Jaarrekening 2009 10 2.2 Inwonerbijdrage 2009 10 2.3 Compensabele BTW 2009 11 3. Programma s 12 3.1 Brandweer Brabant Noord 12 3.2 GHOR 32 3.3 Gemeenschappelijk Meldcentrum 39 4. Paragrafen 45 4.1 Weerstandsvermogen 45 4.2 Onderhoud kapitaalgoederen 46 4.3 Financiering 47 4.4 Bedrijfsvoering 48 3 5. Jaarrekening 51 5.1 Programmarekening 51 5.2 Balans 52 5.3 Toelichtingen Programmarekening en Balans 56 5.4 Analyse resultaten BBN, GHOR en GMC 66 Bijlage 1: Accountantsverklaring 72 Bijlage 2: Single information single audit 74 Bijlage 3: BBN-kengetallen 76 Bijlage 4: GHOR-inzetten 80 Evenementenadviezen 80 Bijlage 5: Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening 82 Bijlage 6: Lijst met afkortingen 84 Jaarverantwoording 2009

4 Veiligheidsregio Brabant-Noord

Inleiding In dit verslag vindt de verantwoording plaats over de uitvoering van de Beleidsbegroting 2009 Veiligheidsregio Brabant-Noord. Hierin is per programma beleidsmatig, op het niveau van producten en diensten en met betrekking tot de inzet van financiële middelen, aangegeven in hoeverre de gestelde doelen zijn bereikt en voorgenomen activiteiten zijn uitgevoerd. Afwijkingen worden hierbij toegelicht. Daarnaast is zichtbaar gemaakt in welke mate de ontwikkelingen in het afgelopen jaar overeenkwamen met de uitgangspunten die door de organisatie vooraf zijn bepaald. De Jaarrekening 2009 vindt u in hoofdstuk 5. Hierin is een programmarekening en balans opgenomen met een uitgebreide toelichting. In deze toelichting wordt nader ingegaan op de omvang en samenstelling van de verschillende posten. Tevens is er een analyse gemaakt van de afwijkingen tussen de begroting en de rekening. Presentatie Begroting 2009 Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de jaarrekening de realisatie wordt vergeleken met de begroting. Daarbij moet de primaire begroting en de begroting na wijziging worden gepresenteerd. Op 11 november 2009 heeft het Algemeen Bestuur de laatste begrotingswijziging voor 2009 van Veiligheidsregio Brabant-Noord goedgekeurd. De programmarekening, zoals gepresenteerd in hoofdstuk 5.1, geeft conform BBV inzicht in baten, lasten, algemene dekkingsmiddelen, dotaties en onttrekkingen aan reserves en het resultaat voor en na resultaatbestemming. 5 Dit document bevat dus zowel de verantwoording over de uitgevoerde programma s (Jaarverslag 2009) als de Jaarrekening 2009. Het verschaft daarmee inzicht in de mate waarin de Veiligheidsregio Brabant-Noord erin slaagt binnen de door het bestuur gestelde kaders de opgedragen doelstellingen te verwezenlijken. Jaarverantwoording 2009

1. Terugblik op ontwikkelingen in 2009 Vanuit het perspectief van de Brandweer Brabant-Noord (BBN), de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC) en de gezamenlijke veiligheidspartners wordt in dit hoofdstuk op hoofdlijnen teruggekeken op ontwikkelingen in 2009. 1.1 Algemene Ontwikkelingen Veiligheidsregio 6 De Wet veiligheidsregio s treedt op 1 oktober 2010 in werking. In samenhang daarmee worden ook het Besluit veiligheidsregio s en het Besluit personeel veiligheidsregio s van kracht. Hierin zijn de prestatie-eisen opgenomen waaraan de veiligheidsregio s en de opleidingseisen waaraan medewerkers van brandweer, GHOR en andere rampenbestrijders moeten voldoen. Eind 2009 is duidelijk geworden wat er definitief in de wet wordt geregeld en welke gevolgen dit heeft voor onze veiligheidsregio. Dat betekent dat in navolging hiervan gestart is met de voorbereidingen voor de nieuwe planvorming: het Regionaal Crisisplan (opvolger gemeentelijke rampenplannen) en het Regionaal Beleidsplan (opvolger regionale organisatieplannen en regionale beheersplannen). Het Bestuur heeft tevens de uitgangspunten vastgesteld voor de veiligheidsregio die zullen worden betrokken in het Regionaal Beleidsplan 2011-2014. De financiële consequenties van de wet zijn zowel landelijk al regionaal doorgerekend en zullen worden meegenomen in de Programmabegroting 2011. De rijksbijdragen aan de veiligheidsregio (BDUR) zullen vanaf 2010 in twee stappen worden verhoogd ter compensatie van de kosten van nieuwe aan de veiligheidsregio opgedragen wettelijke taken.. De veiligheidsregio is een vorm van verlengd lokaal bestuur. Dat betekent dat de veiligheidsregio gemeentelijke taken uitvoert die door de desbetreffende gemeenten zijn overgedragen en aan de veiligheidsregio zelf opgedragen wettelijke taken waarbij de colleges van B&W als opdrachtgever fungeren en/of de bekostiging in belangrijke mate voor rekening van de gemeenten komen. Waar voorheen de taken in de veiligheidsregio vooral vanuit de vakinhoudelijke benadering van de kolommen (brandweer, GHOR, politie, gemeenten, waterschap en defensie) werden bezien, staat in het kader van de Wet veiligheidsregio s een integrale en multidisciplinaire benadering op alle schakels van de veiligheidsketen centraal. Voor gemeenten betekent dit dat de organisatie van de gemeentelijke rampen- en crisisbeheersingsprocessen, meer nog dan voorheen, intergemeentelijk zal worden georganiseerd en door de veiligheidsregio zal worden gecoördineerd. De uitkomsten van RADAR (Inspectie OOV), de Taskforce Management Overstromingen/ Waterproef, het rapport van de Taskforce Gemeentelijke Processen van het Veiligheidsberaad en de convenantafspraken (rampenbestrijding op orde) hebben het verbeteren van de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in het algemeen - de nodige input geleverd voor het verbeteren van de gemeentelijke processen in Brabant-Noord. Alle input hiervan is in 2009 verwerkt in een verbeterplan. Het uitgangspunt is dat gemeenten verantwoordelijk blijven voor de uitvoering van de gemeentelijke processen maar dat de voorbereiding hierop en de expertise regionaal gecoördineerd respectievelijk geborgd worden. Veiligheidsregio Brabant-Noord

1.2 Brandweer Brabant-Noord Op 25 juni 2008 heeft het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord het besluit genomen om zich sterk te maken voor de vorming van één regionale brandweerorganisatie in Brabant-Noord. Daartoe is en bovengenoemd convenant met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gesloten. Eind 2008 is het Project Regionalisering brandweer in Brabant-Noord van start gegaan. Hiertoe is een projectorganisatie ingericht onder leiding van de heer A. de Kroon, gemeentesecretaris van Helmond, bijgestaan door twee adviesbureaus. Inmiddels heeft het Algemeen Bestuur belangrijke producten van het project geaccordeerd: Visieen missiedocument, rapportage vinden, binden en boeien van brandweervrijwilligers, organisatieplan op hoofdlijnen, rapportage financiële ontvlechting, uitgangspunten HRM-beleid nieuwe organisatie. De daartoe gevormde Bijzondere Ondernemingsraad heeft adviezen uitgebracht. Over het sociaal plan, de rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden voor de nieuwe brandweerorganisatie vindt overleg plaats met de vakbonden in het Bijzonder Georganiseerd Overleg. In het derde kwartaal van 2009 zijn de eindvoorstellen aan het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio voorgelegd waarna de besluitvorming in colleges en raden heeft plaatsgevonden. Door alle 21 colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden is inmiddels het onherroepelijke besluit tot regionalisering van de brandweer genomen. Gelijktijdig met het proces van de besluitvorming is de hoofdstructuur en detailontwerp nader uitgewerkt. Hierin worden voor elk taakgebied de processen, personeelsformatie, middelenbeslag, organisatie en randvoorwaarden beschreven. Op basis hiervan zal het implementatieplan worden opgesteld waarna per 1 januari 2011 de nieuwe regionale brandweerorganisatie een feit is. 1.3 Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen De GHOR Brabant-Noord werkte in 2009 aan drie hoofdzaken te weten de interne reorganisatie GHOR bureau, diverse omvangrijke operationele inzetten en de uitrol landelijke stimuleringsprogramma rampenopvangplannen zorginstellingen. 7 Interne reorganisatie GHOR bureau De GHOR BN kreeg in 2009 te maken met relatief veel personele wisselingen in korte tijd. De directeur GHOR/RGF, het Bureauhoofd GHOR, een beleidsmedewerker en een medewerker, verruilden hun aanstelling voor een functie elders. Alle functies waren eind 2009 opnieuw ingevuld. Ondanks deze personele mutaties was de operationele continuïteit van het GHOR-bureau gewaarborgd door het aanstellen van interim functionarissen. Naast de personele wisselingen zijn de vereisten voortkomend uit de Wet Veiligheidsregio s en Wet Publieke Gezondheid aanleiding geweest voor een interne reorganisatie van het GHOR bureau. De wet regelt namelijk dat het GHOR-bestuur afspraken maakt met regionale zorginstellingen ten aanzien van hun voorbereiding op- en inzet bij zware ongevallen, rampen en crisissituaties. In de Veiligheidsregio Brabant-Noord moet de GHOR BN afspraken gaan maken met meer dan 45 zorginstellingen. Dat vraagt om een organisatie die is gericht op netwerken en relatie in plaats van processen en aanbod. De GHOR BN verandert van een proces- en aanbodgerichte organisatie naar een ketenorganisatie die vraaggestuurd werkt. De nieuwe koers van relatiebeheer en vraagsturing betekent voor de GHOR BN: actief relatiebeheer weg van de tekentafel en het veld in. vraaggericht werken luisteren naar knelpunten en verbetermogelijkheden die ketenpartners zien. klant centraal handelen vanuit het perspectief van de klant. In het geval van de GHOR is de klant de burger. De burger betekent dus inclusief de bewoners en patiënten van de zorginstellingen, als potentieel slachtoffer wanneer zich een ongeval, ramp of crisis voordoet. Jaarverantwoording 2009

De GHOR BN zet deze ambities om in een concreet actieplan en nieuw beleidsplan. Belangrijke stappen die het GHOR bureau heeft ingezet: inrichten front- en backoffice; benoemen van accountmanagers die de vaste contactpersonen zullen zijn van onze ketenpartners en veiligheidspartners; moderniseren en verdere digitalisering van onze backoffice. Speerpunt is informatiemanagement. De GHOR verwacht dit traject medio 2010 af te ronden. Diverse omvangrijke operationele inzetten In 2009 was de GHOR Brabant-Noord betrokken bij een aantal omvangrijke operationele inzetten. De meest in het oog springende GRIP-inzetten waren de zedenzaak, de grieppandemie incl. de griepvaccinaties en de Q-koorts. Zedenzaak zwemschoolhouder In juni 2009 heeft GHOR Brabant-Noord operationeel leiding gegeven aan het multidisciplinaire incident van de zedenzaak zwemschoolhouder Benno L.. De GHOR coördineerde het PSHOR-proces. De evaluatie van de operationele inzet door het COT is begin 2010 beschikbaar. Grieppandemie en vaccinaties Omstreeks juli 2009 bereikt de wereldwijde grieppandemie (Mexicaanse griep) Nederland. Het bewustzijn om ons goed voor te bereiden op een uitbraak van de Nieuwe Influenza A (H1N1) komt in een stroomversnelling. 8 De GHOR gaf een sterke impuls aan het (versneld) opstellen van continuïteitsplannen bij zorgpartners en gemeenten. Hiervoor organiseerde de GHOR onder meer sectoraal overleg in de witte kolom. Binnen het Veiligheidsbureau werd op ons verzoek een calamiteitenwerkgroep ingesteld waarin de OOV-partners elkaar informeerden en afstemden. In oktober 2009 heeft het ministerie van VWS besloten over te gaan tot een grootschalige vaccinatiecampagne van 0-4 jarigen en huisgenoten, waarbij de GHOR een coördinerende en faciliterende rol had. Eind 2009 en begin 2010 zijn er, in nauwe samenwerking met gemeenten en GGD, drie vaccinatierondes voorbereid en uitgevoerd. Q-koorts In november 2009 besloten de ministers van LNV en VWS om maatregelen te nemen om de uitbreiding van Q-koorst besmetting bij mensen terug te dringen. De maatregelen bestonden uit het ruimen van dieren (geiten en schapen) op besmette veehouderijen. De uitvoering van de operatie heeft onder leiding van het Regionaal Crisisoverleg Zuid-Nederland van LNV plaatsgevonden. De GHOR was adviseur van de coördinerend burgemeester. De drie operationele zaken hebben een omvangrijke inbreng van het GHOR bureau gevraagd. In 2009 hebben de meer traditionele flitsrampen plaatsgemaakt voor een aantal langdurige crises waarbij de nadruk lag op (psychosociale) gezondheidskwesties. Dit heeft heel wat leerpunten opgeleverd voor zowel de GHOR als voor haar OOV- en zorgpartners. Met name betreffen dit leerpunten op het gebied van informatievoorziening en communicatie waarbij afstemming en fasering sleutelwoorden zijn. Uitrol landelijk stimuleringsprogramma De traumaregio Brabant startte in 2009 met de uitrol van het landelijke stimuleringsprogramma Rampen Opvang Plannen voor de eerste- en tweedelijns zorginstellingen (subsidieregeling van Ministerie VWS). De drie Brabantse GHOR-bureaus hebben een belangrijke adviserende en ondersteunende rol bij de voorbereiding en realisatie van het stimuleringsprogramma. Concrete resultaten verwachten wij pas in 2010. Veiligheidsregio Brabant-Noord

1.4 Gemeenschappelijk Meldcentrum Het Gemeenschappelijk Meldcentrum heeft in 2009 actief bijgedragen aan de stroomlijning van de hulpverlening en de efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten. Op basis van de position paper veiligheidsregio én de programmabegroting 2009 (GMC) zijn stappen gezet in de realisatie van onze opdracht. Het jaar 2009 kan voor het Gemeenschappelijk Meldcentrum worden gekenmerkt als een jaar dat in het teken heeft gestaan van de verbetering van de (kwaliteit van de) informatievoorziening, de verdere integratie van de meldkamerprocessen én de schaalvergroting van het meldkamerdomein. Zo zijn in het kader van het informatiemanagement voorzieningen getroffen om adequaat in te kunnen spelen op specifieke vraagstellingen, is een informatiebeveiligingsplan opgesteld en zijn, anticiperend op de implementatie van netcentrisch werken, (bouw-)technische infrastructurele aanpassingen doorgevoerd. Gedurende het hele jaar is gefaseerd onderzoek verricht door KPMG naar de mogelijkheden tot inrichting van een geïntegreerde frontoffice en back-office. De resultaten van dit onderzoek en de besluitvorming hieromtrent vormen uiteindelijk de opmaat voor de doorontwikkeling van het meldcentrum. Uiteraard wordt bij deze afweging, zoveel als mogelijk, rekening gehouden met de aanbeveling van commissie De Graaf om bovenregionale samenwerking te organiseren bij de afhandeling van 112-oproepen. In Zuid- Nederland zijn eind 2009 de eerste verkennende besprekingen gestart over de mogelijkheden tot schaalvergroting van het meldkamerdomein. 9 Jaarverantwoording 2009

2. Algemene uitgangspunten In dit hoofdstuk worden de algemene uitgangspunten ten aanzien van de wijze van begroting en resultaatbepaling in 2009 geformuleerd. 2.1 Technische uitgangspunten Jaarrekening 2009 Voor 2009 is uitgegaan van de volgende technische uitgangspunten: de rekenrente voor in 2009 geplande nieuwe investeringen is 4,50%. Het GMC hanteert geen rekenrente; afschrijvingen: Investeringen beneden 5.000,- worden niet geactiveerd. Investeringen boven 5.000,- worden op grond van economische levensduur tegen historische aanschafwaarde lineair afgeschreven; betaalde compensabele BTW wordt doorgeschoven naar gemeenten. 10 Overzicht van gehanteerde afschrijvingstermijnen Activa omschrijving Afschrijvingsduur in jaren Bouwkosten 15 Meubilair en Inventaris 10 Hard- en Sofware 3-4-5-6 Redgereedschap / Ademluchttoestellen / Dienst en Bluskleding / Communicator 7 / Mobilofoons / Portofoons / Kazernebesturingen en AVLS Accu s portofoons 3 Headsets (In 2012 termijn naar 5 jaar) en Pagers 3 (In 2014 termijn naar 5 jaar) Verbindingsmiddelen (auto s) en meetpalen planvorming 5 Waterkaarten 10 OGS/WVD diverse materialen en gereedschappen 5-7-8-15 Vorkheftruck en Dienstbus 8-10 Verzorgingsunit 10 Dienst- en personenauto s 6 Vrachtauto en Financiële activa in bijdragen HV opwaardering 15 Haakarm voertuigen/bakken 10-15-20 2.2 Inwonerbijdrage 2009 De gemeentelijke bijdrage voor 2009 is na indexering en de verhoging voor structureel nieuw beleid vastgesteld op 10,214 per inwoner. Dit is opgebouwd uit 5,943 voor de BBN, 2,001 voor de GHOR en 2,27 voor het GMC. Uitgaande van 631.183 inwoners (CBS 01-01-2008) bedraagt de totale inwonersbijdrage 6.447.000. Dat betekent voor de BBN 3.751.000, de GHOR 1.263.000 en het GMC 1.433.000. Veiligheidsregio jaarverantwoording 2008

2.3 Compensabele BTW 2009 De Veiligheidsregio heeft gekozen voor het transparantiemodel c.q. de doorschuifregeling, waarbij het samenwerkingsverband haar voorbelasting kan doorschuiven (het samenwerkingsverband wordt als het ware transparant gemaakt). Daarvan uitgaande houdt het samenwerkingsverband, onderdeel brandweer, in de administratie de aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting bij en wordt deze door de brandweer via een schriftelijke opgave doorgeschoven naar de aangesloten gemeenten. Voor 2009 was het bedrag aan compensabele BTW geraamd op 0,48 per inwoner: voor de BBN 0,38 en het GMC 0,10. De werkelijke compensabele BTW bedroeg in 2009 0,91 per inwoner: voor de BBN 0,74 en het GMC 0,17 per inwoner. Voor de GHOR vindt de compensatie plaats via de GGD Hart voor Brabant. 11 Jaarverantwoording 2009

3. Programma s Achtereenvolgens beschrijven BBN, GHOR en GMC in dit hoofdstuk Programma s wat zij wilden bereiken in 2009 (doel) en hoe hieraan is gewerkt (activiteiten). Per doel zijn, waar van toepassing, ook de ontwikkelingen eromheen aangegeven. 3.1 Brandweer Brabant Noord 3.1.1 Brandweer: Risicobeheersing Risicobeheersing behelst het complete pakket aan maatregelen dat genomen moet worden om onnodige veiligheidsrisico s voor de burger te voorkomen. Hierin zijn verschillende taken te onderkennen: proactie, preventie en preparatie. Ook het Veiligheidsbureau en de meldkamer hebben een belangrijke rol bij risico- (en crisis)beheersing. 1. Proactie De proactieve taken zijn erop gericht om de fysieke veiligheid binnen de regio te optimaliseren door kennisoverdracht, advisering en toetsing van (gemeentelijke) plannen op het gebied van ruimtelijke ordening, milieuvergunningen en transportroutes. Hiervoor worden maatregelen geadviseerd die gericht zijn op het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid. 12 Doelen 2009 Goed werkend netwerk voor kennisoverdracht naar gemeentelijke (of district-) brandweerkorpsen. BRZO 1 -plichtige bedrijven hebben de wettelijk verplichte veiligheidsmaatregelen in acht genomen. BRZO-inrichtingen zijn geïnspecteerd volgens de nieuwe inspectiemethodiek (NIM). BRZO-inrichtingen hebben betrouwbare veiligheidsrapporten. Uitvoering art. 13 Aanwijzing bedrijfsbrandweren, Wet op de veiligheidsregio en Herziening Besluit aanwijzing bedrijfsbrandweren. Geplande activiteiten en ontwikkelingen Onderhouden van landelijke en regionaal netwerk. Participeren in landelijke werkgroepen voor afstemming op het gebied van landelijk beleid en technische richtlijnen. Het binnen de eigen maatlatregio (BNN samen met Midden- en West-Brabant) én op Zuid-Nederlandse schaal systematisch en onderwerp gericht inspecteren van de daarvoor in aanmerking komende bedrijven om het in 2009 bereikte kwaliteitsniveau bij die bedrijven te kunnen garanderen. Het leveren van een BRZO-inspecteur bij elke inspectie. De inspecteurs van BBN zijn NIM gekwalifi ceerd of daarvoor in opleiding. Het toetsen en inspecteren van de volledigheid en de juistheid van veiligheidrapporten van BRZO-inrichtingen. Met de invoering van de Wet op de Veiligheidsregio (besluitvorming in 2008) is een verschuiving van de gemeentelijke aanwijzing voor een bedrijfsbrandweer richting BBN voorzien. Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Alle landelijke en regionale netwerkactiviteiten zijn volgens planning afgehandeld. De kennisoverdracht richting gemeentelijk brandweerpersoneel heeft via presentaties en workshops plaatsgevonden. Overeenkomstig planning verlopen. Bij alle inspecties is de NIM-werkwijze gevolgd. Twee aankomend inspecteurs hebben de opleiding gevolgd en zullen in januari 2010 de opleiding met een examen afsluiten. Vier van de vijf rapporten zijn op orde. Eén veiligheidsrapport behoefde nog nadere aandacht in de tweede helft van 2009. Dit resulteerde in een geheel herzien veiligheidsrapport dat in de eerste week van december 2009 is ingediend. De beoordeling daarvan loop door tot in de eerste helft van 2010. Een analyse van de binnen de regio aanwezige bedrijfsbrandweren is uitgevoerd. Vragen over de aanwijzing bedrijfsbrandweren door het gemeentelijke bevoegde gezag zijn tijdig beantwoord. 1 BRZO: Besluit Rampen en Zware Ongevallen Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Gemeenten zijn bekend met het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI). Gemeenten bieden conform het BEVI al hun RO-plannen en milieuvergunningaanvragen aan voor advisering door de regionaal commandant. Gemeenten hebben binnen 6 weken na de aanvraag op basis van het BEVI, de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer een adequaat advies. Het krijgen van inzicht in de aard en omvang van de risicovolle situaties in de regio. Gemeenten weten zich ondersteund bij het opstellen van beleidsvisies Externe Veiligheid en geadviseerd ten aanzien van milieuvergunningen op het aspect veiligheid. Geplande activiteiten en ontwikkelingen Van BBN wordt verwacht dat zij beleid opstellen en op basis van dit beleid en het risicoprofi el van specifi eke bedrijven al dan niet overgaan tot aanwijzing van een bedrijfsbrandweer. Deze werkzaamheden betreffen een extra incidentele inspanning voor 2009. Voorts ligt ook de inspectietaak van de bedrijfsbrandweren bij BBN. Dit is een nieuwe structurele taak. Actieve informatieverstrekking: door gerichte informatievoorziening aan gemeenten; via het regionaal overleg netwerk proactie (RNP); via informatiebijeenkomsten. Gemeenten adviseren over hun RO-plannen en milieuvergunningaanvragen op risicoaspecten als verantwoording groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en de te nemen maatregelen bij risicovolle situaties, objecten of activiteiten. proactief beoordelen van risicovolle situatie; analyseren van de effecten; adviseren van beheersmaatregelen. Uitvoering vindt plaats op voorwaarde dat voor deze werkzaamheden een meerjarige subsidie van de provincie wordt verkregen. Vooralsnog heeft de provincie daarvoor in 2008/2009 géén ruimte gegeven. Uitvoering vindt plaats op voorwaarde dat voor deze werkzaamheden een meerjarige subsidie van de provincie wordt verkregen. Vooralsnog heeft de provincie daarvoor in 2008/2009 géén ruimte gegeven. Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Een inventarisatie/quick-scan van de bijhorende rampbestrijdingsscenario s heeft aanvullend op de planning ook plaatsgevonden. Volgens planning verlopen. Alle gemeenten (m.u.v. Lith) zijn benaderd. Inmiddels zijn 15 gemeenten bezocht. Bij de meeste gemeenten is ook een presentatie over de brandweeradvisering gegeven. RNP-vergaderingen hebben doorgang gevonden. Volgens planning verlopen. In totaal zijn er 61 adviesaanvragen binnengekomen. Alle adviesaanvragen zijn mede dankzij extra inhuur in het begin en aan het einde van het jaar binnen 6 weken afgehandeld. Van de provincie is een minimale subsidie ontvangen, dat betekent dat werkzaamheden maar heel beperkt uitgevoerd werden. De verrichte werkzaamheden zijn daarom altijd gekoppeld geweest aan adviesaanvragen. Ondanks de minimale provinciale subsidie is er toch bij twee gemeentelijke beleidsvisies geadviseerd. Bij een derde gemeente is een start gemaakt met een traject om tot een beleidsvisie te komen. 13 Jaarverantwoording 2009

2. Preventie De preventieve taken zijn erop gericht om door middel van kennisoverdracht, toetsing en advisering gevaarlijke situaties, ongevallen en incidenten te voorkomen. Voor het repressieve optreden wordt beoogd de risico s voor het personeel op een aanvaarbaar niveau te brengen. 14 Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Nieuwe wetgeving is geïmplementeerd op het gebied van: het Gebruiksbesluit (AMvB ter vervanging van de bouwverordening); de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht - (Wabo). Het voorkomen van slachtoffers bij brand en het beperken van milieu- en economische schade. Regionale brandveiligheidsoplossingen. Het functioneren als kenniscentrum ten aanzien van preventievraagstukken. In 2008 wordt bij AMvB het Gebruiksbesluit vastgesteld. Met name voor gemeenten heeft deze wet gevolgen. BBN wil een initiërende rol spelen bij de regionale afstemming bij het invoeren van het besluit en ondersteuning bieden bij aanpassingen voor specifiek gemeentelijk beleid. Deze werkzaamheden betreffen een extra incidentele inspanning voor 2009; Vooralsnog is op 1 januari 2009 de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voorzien. Met name voor gemeenten heeft deze wet gevolgen. BBN wil een initiërende rol spelen bij het ontwikkelen van uniforme regionale regelgeving, het uitschrijven van werkprocessen en het inventariseren en initiëren van de noodzakelijke bijscholingen gericht op de beoordeling van de brandveiligheid. Deze werkzaamheden betreffen een extra incidentele inspanning voor 2009. Advisering bij: complexe bouwplannen; gelijkwaardigheid vraagstukken; complexe technische brandveiligheidinstallaties zoals brandmeld- en sprinklerinstallaties en rook- en warmteafvoer; de verplichting tot het geven van advies inzake ontwerp van aanrijdroutes, bereikbaarheid en bluswatervoorziening. In de bouwregelgeving is aangegeven, dat door de aanvrager van een bouwvergunning gefundeerd afgeweken kan en mag worden van bijvoorbeeld het maximale oppervlak van een brandcompartiment. Hiervoor dienen gelijkwaardige, door het bevoegd gezag geaccordeerde, oplossingen te worden overgelegd. BBN verzamelt de door plaatselijke overheden geaccepteerde gelijkwaardige oplossingen en beoordeelt deze. De gelijkwaardige oplossingen worden als handleidingen verspreid in de vorm van regionaal vastgestelde Brandveiligheidsoplossingen. in stand houden en voeden van het regionale preventie overleg; initiëren van bijscholingen/kennisoverdracht voor uitvoering Vuurwerkbesluit en voor preventie bij gebouwen en inrichtingen; bijdragen aan kennisuitwisseling in regionale en landelijke netwerken. De activiteiten zijn volgens verwachting verlopen ; Er zijn in de regio enkele presentaties geven om het Gebruiksbesluit te implementeren. De invoering van de Wabo is uitgesteld tot ten minste 1 juli 2010. Vooruitlopend hierop zijn eind 2009 door VROM georganiseerde train de trainer workshops bezocht. De in deze workshops verkregen informatie zal in het voorjaar van 2010 in enkele bijeenkomsten aan de preventisten worden doorgegeven. Doel hierbij is te komen tot een eenduidige werkwijze binnen de regio bij het afhandelen van Wabo-aanvragen. Alle gemeenten zijn meerdere malen geadviseerd ten aanzien van complexe bouwplannen zoals onder meer grote opslag gebouwen, verpleeg- en zorginstellingen, ziekenhuizen, bijeenkomstgebouwen en opslagen voor grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Er is er een aanvang gemaakt om te komen tot een beleidsrichtlijn ten aanzien van de doormelding van brandmeldingen vanuit zorgclusterwoningen en zorggroepswoningen voor 24-uurszorg. In 2009 zijn bijscholingen georganiseerd en verzorgd voor de (gemeentelijke) preventisten. Het gaat hierbij om: cursus rekenmethode beheersbaarheid brand bijscholing rekenmethode beheersbaarheid brand gastcollege Bouwen in staal gastcollege Sprinklerinstallaties ; implementatie internet tool OMS om specialisatie binnen de districten te bevorderen is er een cursus Sprinklertechniek en brandweer georganiseerd, deze cursus is bezocht door preventisten uit de districten met uitzondering van LVC. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang In samenwerking met het Servicepunt Handhaving is een workshop georganiseerd met als titel Brandveiligheid samen doen. Deze workshop voor de doelgroep de handhavers bouwen, milieu en brandweer is in onze regio zeer goed bezocht door 73 personen. De wettelijke taken voortvloeiend uit het Vuurwerkbesluit zijn adequaat uitgevoerd. Het in stand houden van het Openbaar brandmeld- Systeem (OMS). Toetsen van: aanvragen voor het opslaan van zowel professioneel als consumentenvuurwerk aan de vigerende regelgeving en het adviseren van de Provincie en/of de betreffende gemeenten; meldingen voor het tot ontbranding brengen van zowel professioneel, door een professionele beziger te gebruiken consumentenvuurwerk als de toepassing van PSE (theatervuurwerk) en hierover advies uitbrengen aan de provincie. zorg dragen voor een adequate regie bij het aan- en af melden van gebruikers, het muteren van gegevens van klanten en eventueel uitrukprocedures; onderhouden van contacten met het bevoegde gezag (gemeenten) ten aanzien van de certificering van brandmeldinstallaties. Nu het gebruiksbesluit een jaar in werking is, blijkt er behoefte aan een verdiepingscursus Gebruiksbesluit. Hiervoor is een tweedaagse cursus is georganiseerd. Er hebben zich voor deze, in januari 2010 te geven, cursus 46 personen (brandweer, bouwen en wonen en milieu) ingeschreven. De activiteiten zijn volgens planning verlopen. Er zijn voor 74 vuurwerkevenementen veiligheidsadviezen aan het bevoegd gezag, de provincie, uitgebracht. In 9 gevallen is er een advies uitgebracht ten aanzien van de opslag van consumentenvuurwerk. De activiteiten zijn volgens planning verlopen. Zo is in de eerste periode van 2009 de internettool voor het abonneebeheer beschikbaar gekomen. Deze tool is geïmplementeerd en werkt naar tevredenheid. Hierdoor kunnen gemeenten en abonnees zelf mutaties doorvoeren. De sector Risico beheersing blijft wel de regie en controle uitoefenen om het OMS op de juiste wijze te laten functioneren. Vervanging Openbaar brandmeldsysteem (OMS) Het huidige OMS betreft een verouderd systeem, waarvoor het contract nog loopt tot 2012. In 2007 en 2008 is gekeken of het contract op eenvoudige wijze kon worden opengebroken om het systeem te gaan vernieuwen. Dit bracht zondanige haken en ogen met zich mee dat hiervan afgezien is. De middelen die voor inhuur van specifieke technische systeemkennis waren gereserveerd zijn in 2009 niet tot besteding gekomen. 15 Jaarverantwoording 2009

3. Preparatie Preparatie is gericht op de voorbereiding op het grootschalig en bijzonder optreden van de brandweer en de coördinatie van de voorbereiding van het gezamenlijk bestuurlijk en multidisciplinair optreden bij crisissituaties en rampen door middel van planvorming en oefening/ training. 16 Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Monodisciplinaire planvorming: Een planmatig goed voorbereide en functionerende brandweerorganisatie ten behoeve van de bestrijding van branden en ongevallen: monodisciplinaire plannen zijn actueel; operationele procedures en protocollen zijn actueel en preparatieve voorzieningen zijn up to date. Oefenen: Zorgdragen voor een adequaat functionerende brandweerorganisatie bij de bestrijding van branden en ongevallen door middel van oefenen en trainen. Om dit te ondersteunen wordt met name gestreefd naar: adequate ondersteuning en advisering van brandweerkorpsen ten aanzien van de organisatie, uitvoering en registratie van oefeningen; adequate uitvoering van het regionale monodisciplinaire oefenprogramma Het opstellen, beheren en actualiseren van: de Regionale Operationele Procedures (ROP) voor de brandweer; het regionaal dekkingsplan basisbrandweerzorg waarmee de inrichting van de gemeentelijke basisbrandweerzorg adequaat kan worden ondersteund; de Regeling Operationele Leiding (ROL) brandweer; het deelplan ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen; coördinatieplannen (natuurbrandbestrijding, autosnelwegen, spoorwegen etc.); oefenjaarplannen voor de Meldkamer Brandweer en monodisciplinaire oefeningen (specialismen, grootschalig optreden en operationele leiding). Participeren in interregionale en landelijke kennis- en werkgroepen om de plannen, procedures en protocollen aan te laten sluiten bij actuele landelijke inzichten en ontwikkelingen. Ook wordt regionale kennis actief ingebracht bij de ontwikkeling van landelijke producten. Advisering en ondersteuning van: het regionaal netwerk oefencoördinatoren ten behoeve van de kennisdeling en kennisontwikkeling bij gemeentelijke brandweerkorpsen en het vertalen van landelijke ontwikkelingen naar regionale (beleids) adviezen en producten; de gemeentelijke brandweerkorpsen ten aanzien van het taakveld oefenen (implementatie Leidraad Oefenen, registratie, opstellen jaarplannen etc.) Het conform het Meerjaren oefenbeleidsplan brandweer 2007 2010 organiseren van: oefeningen voor specialistische brandweertaken (ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen, grootschalige technische hulpverlening en watertransport etc.); De activiteiten met betrekking tot de ROP en de oefenjaarplannen meldkamer zijn volgens de planning verlopen en uitgevoerd. Het dekkingsplan is sinds 1 februari 2009 operationeel en heeft in september 2009 een update gehad. Dit heeft tot veel reacties geleid waarover gecommuniceerd is. Vervolgens zijn de uitgangspunten opnieuw vastgesteld. De voortgang m.b.t. ROP is volgens planning verlopen. Het coördinatieplan Natuurbranden is geactualiseerd. Het coördinatieplan Stroomuitval is volledig operationeel en door alle gemeenten in de regio Brabant-Noord. Het coördinatieplan Autosnelwegen is door het Regionaal managementteam (RMT) vastgesteld. In het overleg met Rijkswaterstaat zijn er nog wel een aantal knelpunten naar voren gekomen die nog aandacht behoeven. Dit kan invloed hebben op het coördinatieplan. Tevens moeten binnen Gemeenschappelijk Meldsysteem (GMS) nog enkele aanpassingen verricht worden. Het coördinatieplan wordt medio februari/maart 2010 operationeel. Het coördinatieplan Spoorwegen is multidisciplinair afgestemd en gereed. In 2009 is onder leiding van de provincie met Prorail een afstemmingsoverleg opgestart om met de drie Brabantse veiligheidsregio s te komen tot een uniform coördinatieplan. Dit project loopt in 2010 nog door. De participatie aan interregionale en landelijke kennis- en werkgroepen heeft in 2009 op een laag pitje gestaan omdat het accent primair op de eigen regio was gelegd. Het regionaal netwerk functioneert maar dit moet nog wel verder uitgebouwd gaan worden. De oefencoördinatoren hebben in 2009 onvoldoende tijd vrij kunnen maken voor dit netwerk. De nieuwe herziene leidraad is geïmplementeerd vanaf juli 2009. Alle korpsen oefenen of gaan oefenen via deze leidraad. Er zijn met de korpsen goede afspraken gemaakt om te registeren in AG5. De activiteiten zijn conform de planning verlopen. Aan het vastgestelde oefenjaarplan is uitvoering gegeven, inclusief enkele specialistische trainingen. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Adequate operationele informatievoorziening bij grootschalige en/of complexe brandweerinzetten. oefeningen voor de operationele leiding brandweer (OvD, HOvD, CvD en ROGS); oefeningen voor de Meldkamer Brandweer; operationele trainingen bevelvoerders in Zweden. Continue kwaliteitsverbetering van het oefenen onder andere door implementatie van nieuwe (landelijke) inzichten (bijvoorbeeld competentiegericht oefenen) en tools (oefen- en evaluatiesystemen). Afgelopen twee jaar is, in de vorm van een pilot, gewerkt met een systeem voor operationele informatievoorziening. Om structurele borging te realiseren, zorgen we ervoor dat: Brabant-Noord tijdens crisis situaties over een adequaat operationeel informatiemanagementsysteem beschikt; het proces goed is ingebed in de regionale crisismanagementorganisatie en geborgd is door een piket; technische en organisatorische voorzieningen ten behoeve van de operationele informatievoorziening zijn geïmplementeerd en worden beheerd. De OvD-en hebben zowel mono- als multidisciplinair virtueel geoefend. Multidisciplinair had als thema incident management waarbij samenwerking met Rijkswaterstaat centraal stond. Monodisciplinair werden de procedures beoefend als voorbereiding op de praktijkweek in Engeland. Beide oefensessies werden als succesvol ervaren. De operationele trainingen in Zweden zijn zeer succesvol verlopen, met name de combinatie manschappen en bevelvoerders. Dit verdient opvolging. Kwaliteitsverbetering is een lopend proces en zal altijd de aandacht moeten blijven houden. Er is steeds meer afstemming om het beter georganiseerd te krijgen. De pilot binnen BBN is landelijke input geweest voor Netcentrisch werken. Hierdoor wordt de uiteindelijke kwaliteit verhoogd maar duurt het besluitvormings- en implementatieproces langer. De nieuwe hardware voor Netcentrisch werken (door BZK) is inmiddels uitgeleverd. De aansluiting op het landelijk netwerk is weer vertraagd. De uitvoeringsorganisatie VtsPN heeft nu juni 2010 als nieuwe streefdatum. In 2009 zijn alle functionarissen voor het piket Operationele Informatie Voorziening opgeleid en getraind en is het piket geïnstitutionaliseerd. Ook zijn de Calamiteitencoördinatoren (Caco s) en MOvD-en opgeleid, inclusief het werken met Cedric tekst. 17 Jaarverantwoording 2009

4. Veiligheidsbureau Het veiligheidsbureau heeft tot taak om het beleid ten aanzien van crisisbeheersing en rampenbestrijding op projectbasis integraal te ontwikkelen, voor te bereiden, uit te voeren (d.m.v. planvorming en oefenen) en te evalueren. 18 Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Crisismanagement Brabant-Noord: Een planmatig goed voorbereide en functionerende crisismanagement-organisatie ten behoeve van de bestrijding van crises en rampen. Het opstellen, beheren en actualiseren van multidisciplinaire plannen (modelrampenplan, intergemeentelijke rampbestrijdingsen coördinatieplannen) en werkprotocollen (onder andere protocol verdachte objecten, protocol besmet water); Het organiseren en inrichten van het proces operationele informatievoorziening ten behoeve van het adequaat multidisciplinair kunnen bestrijden van een crisis of ramp (samenhang met 3.3). Ivm onvoorziene gebeurtenissen (crisisbeheersing omtrent arrestatie zwemschoolhouder in juni, de voorbereiding tav de dreigende grieppandemie en vaccinatiecampagne en bestrijding Q-koorts) alsmede door personele omstandigheden (wisselingen en langdurig ziekteverzuim) zijn de werkzaamheden niet volledig volgens planning verlopen. Toelichting op onderdelen. onder verantwoordelijkheid van de coördinerend gemeentesecretaris is een implementatievoorstel opgesteld van de landelijke aanbevelingen van de taskforce gemeentelijke processen; de eindrapportage van de doorlichting rampenbestrijding (RADAR, november 2008) is in juni 2009 ontvangen. Het verbeterprogramma is in de tweede helft 2009 opgesteld; voor de bestrijding van milieu incidenten is landelijk het interdepartementaal Beleidsondersteunend Team Milieuincidenten (BOTmi) ingesteld. Het team adviseert op verzoek de veiligheidsregio s. De afspraken worden vastgelegd is een samenwerkingsprotocol; naar aanleiding van de grote brand bij de CHV in Veghel en de onwelwordingen op de camping Boekels Ven in 2008 zijn evaluaties opgesteld. De aandachtspunten uit deze evaluaties zijn verwerkt in de multidisciplinaire plannen en oefeningen; voorts is aan het COT opdracht verleend voor een evaluatie van de crisisaanpak van de zwemschoolcrisis. De eindevaluatie wordt in het eerste kwartaal van 2010 opgeleverd; ten behoeve van de verbetering van de operationele informatievoorziening is per 1 januari het piket officier van dienst operationele informatievoorziening (OvD-OIV) ingesteld voor het CoPI. De OvD-OIV is in 2009 19x ingezet. Voorts zijn er in samenwerking met de landelijke projectorganisatie netcentrisch werken voorbereidingen/opleidingen georganiseerd om het netcentrisch werken in Brabant-Noord volledig te implementeren. De uitvoering hiervan zal in 2010 worden gestart; het project regionaal risicoprofiel is ivm de onvoorziene gebeurtenissen en personele omstandigheden uitgesteld naar begin 2010. Preventie van en continuïteit van de dienstverlening bij maatschappelijke ontwrichting. Het opstellen, beheren en actualiseren van multidisciplinaire coördinatieplannen voor crises met risico s op grote maatschappelijke ontwrichting (onder andere coördinatieplan stroomuitval, coördinatieplan hoogwater De Maas, coördinatieplan terreur, coördinatieplan dierziekten). Ivm onder 4.1 genoemde onvoorziene gebeurtenissen en door personele omstandigheden zijn de werkzaamheden niet volledig volgens planning verlopen. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Op de bestrijding van specifieke crisissituaties met risico s op grote maatschappelijke ontwrichting (uitval vitale voorzieningen, terreur etc.) goed voorbereide organisaties. Opleiden, trainen en oefenen: adequaat functionerende crisismanagementorganisatie voor de bestrijding van crises en rampen door middel van opleiden, oefenen en trainen. Om dit te ondersteunen wordt met name gestreefd naar: adequate ondersteuning en advisering van gemeenten ten aanzien van de organisatie, uitvoering en registratie van (gemeentelijke) oefeningen; adequate uitvoering van het regionaal multidisciplinair oefenprogramma. Hierbij wordt actief interregionaal en landelijk samengewerkt om kennis en inzicht te delen zodat de planvorming voldoet aan de laatste inzichten en ontwikkelingen en daarmee de multidisciplinaire voorbereiding kwalitatief laat verbeteren. Conform het meerjaren multidisciplinair oefenbeleidsplan 2007 2010 organisateren van basisopleidingen rampenbestrijding voor: burgemeesters en regionale en gemeentelijke beleidsteams en gemeentelijke managementteams; het Operationeel Team (OT); het Commando Plaats Incident (CoPI); Officieren van Dienst brandweer, politie en GHOR; Vliegbasis Volkel, Organon etc.(rampbestrijdingsplan); rampbestrijdingsteams gemeentelijke processen (voorlichting, CRIB, directe zorg, termijnzorg en milieu); Organiseren van basisopleidingen rampenbestrijding voor gemeentelijke functionarissen; geven van adviezen aan gemeenten ten aanzien van de planvorming en het oefenen; continue kwaliteitsverbetering van het oefenen onder andere door implementatie van nieuwe (landelijke) inzichten (bijvoorbeeld competentiegericht oefenen) en tools (oefen- en evaluatiesystemen). Toelichting op onderdelen: in tweede kwartaal is gestart met het opstellen van een generiek evacuatieplan ten behoeve van hoogwater. Het evacuatieplan zal naar verwachting voor juni 2010 gereed zijn; het project vitale infrastructuur is na het opstellen van het coördinatieplan uitval energie tot nader order uitgesteld. De trainingen/oefeningen verlopen volgens planning. Georganiseerd zijn: bijscholing operationeel leiders en leden operationeel team; basisopleiding rampenbestrijding voor nieuwe functionarissen; 6 oefeningen voor gemeentelijke managementteams; 6 multidisciplinaire virtuele trainingen voor officieren van dienst; workshop ter voorbereiding op de open dagen van de luchtmacht (aandachtsgebied: crowd management ); 1 opleiding Crowd Management; 1 virtuele training ism de Vliegbasis Volkel (vliegtuigbrandbestrijding en multidisciplinaire samenwerking bij ongevallen op de vliegbasis). 5 districtelijke oefeningen voor het proces voorlichting; 1 bestuurlijk/operationele oefening in samenwerking met de Justitiele Inrichting Nieuw Vossenveld te Vught. In 2006 was Brabant-Noord de eerste regio die een meerjarig samenwerkingsovereenkomst afsloot met het NIFV voor de inzet van het virtueel oefensysteem ADMS. Dit contract is voor wederom drie jaar verlengd. 19 Het voorkomen van onnodige veiligheidsrisico s voor de burger. Adequaat functionerend multidisciplinair Veiligheidsbureau. Het leveren van multidisciplinaire adviezen ten aanzien van evenementen, risicocommunicatie en (gemeentelijke) rampbestrijdingsplannen en relevante landelijke ontwikkelingen. Opstellen van jaarlijkse uitvoeringsjaarplannen Veiligheidsbureau waarin een planning van de multidisciplinaire producten wordt beschreven; Opstellen van periodieke managementrapportages; zorgdragen voor periodieke afstemmingsbijeenkomsten voor betrokkenen binnen het Veiligheidsbureau en de ambtenaren openbare orde en veiligheid in Brabant-Noord. De voorbereidingen voor een nieuw meerjaren beleidsplan opleiden, trainen en oefenen zijn gestart en zullen in 2010 leiden tot een nieuw beleidsplan. In dit beleidsplan zal het zogenaamde cycluswerken worden geïntroduceerd. Ten behoeve van de kwaliteit van waarneming tijdens oefeningen, is een multidisciplinaire (interne) groep waarnemers opgeleid. In juni hebben de open luchtmachtdagen plaatsgehad op de Vliegbasis Volkel. Ten behoeve van de veiligheid tijdens de open dagen heeft de veiligheidsregio adviezen opgesteld en personeel en materieel geleverd. Het veiligheidsbureau heeft een jaarprogramma 2010 opgesteld. Periodiek wordt verantwoording afgelegd aan de veiligheidsdirectie over de voortgang van de programma s en projecten die onder regie van het veiligheidsbureau worden uitgevoerd. Het geheel verloopt naar tevredenheid. Jaarverantwoording 2009

5. Meldkamer De Meldkamer Brandweer maakt op basis van een melding een inschatting van de noodzakelijke hulp, kwalificeert de melding, alarmeert de benodigde hulpdiensten, stuurt deze aan en coördineert de inzet. Indien noodzakelijk draagt de meldkamer zorg voor verdere opschaling en begeleiding. 20 Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Een doelmatige, effectieve ondersteuning van burgers en bedrijven bij hulpvragen en doelmatige en effectieve alarmering en ondersteuning van operationele brandweereenheden.. realisatie van 2.190 meldtafeldiensten op jaarbasis; alarmering van operationele brandweereenheden en coördineren en ondersteunen van brandweerinzetten door opschaling, informatieverstrekking en het waarschuwen van de noodzakelijke instanties/sleutelfiguren; coördineren van berichtenverkeer, de toepassing van de verbindingsschema s en het bewaken van het verbindingsproces; bewaken van de paraatheid in de regio (restdekking bij grootschalige incidenten); actueel houden van de informatie in de verschillende informatie- en communicatiesystemen, het optimaliseren en toetsen van de systemen en het ondersteunen van de klanten bij het werken ermee; samenwerking met de andere partners voor het optimaal en effectief kunnen benutten van multidisciplinaire meldkamersystemen. afstemmen met andere op het GMC aanwezige operationele diensten bij reguliere meldingen en in de opgeschaalde situatie; aannemen van spoedeisende hulpvragen (112) en - buiten kantoortijden - van meldingen voor de Provinciale Milieuklachtencentrale, Waterschap De Dommel en Waterschap AA en Maas. verstrekken van rapportages met betrekking tot operationele inzetten (inzetrapporten en maandoverzichten); de primaire meldkamer processen zijn in 2009 volgens de planning uitgevoerd conform de in januari 2009 ingevoerde nieuwe alarmeringssystematiek op basis van operationele grenzen. De verwachte kinderziektes bij aanvang zijn grotendeels uitgebleven. Een problematische update in het najaar heeft echter wat ongewenste situaties opgeleverd die op enig moment door de korpsen al hinderlijk zijn ondervonden. Alles is in het werk gesteld om deze problemen zo spoedig mogelijk op te lossen en de overlast voor de korpsen zoveel mogelijk te voorkomen; gedurende het gehele jaar is de nieuwe alarmeringsystematiek geëvalueerd en waarnodig aangepast. Hierbij is zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de korpsen. De regie op aanpassingen in de systematiek is in 2009 grotendeels verschoven naar het team Pro-Actie, Preventie en Preparatie; in 2009 werd door de MKB medewerking verleend aan evenementen en oefeningen waaronder de Luchtmachtdagen op de vliegbasis Volkel en de oefening Dalton in de PI Vught. Daarnaast werd vanuit de MKB medewerking verleend aan talloze lokale oefeningen en de jaarlijkse OGS en WVD oefeningen; met de Milieuklachtencentrale is begin 2009 een verbetertraject opgestart om de verwerking van milieuklachten te optimaliseren. Dit heeft inmiddels geleid tot het verbeteren van de hiervoor beschikbare MIKpunt software; de verstrekking van rapportages is in 2009 verder verbeterd. De betrouwbaarheid van de gepresenteerde cijfers is geoptimaliseerd. Naast de maandelijkse e-mail verzending naar diverse belanghebbenden worden de rapportages ook maandelijks in de Database Operationele Informatie binnen het ROP geplaatst. De geproduceerde rapporten zijn inmiddels een betrouwbare bron voor de berekening van het regionale dekkingsplan; de gewenste koppeling met het bedrijfsprocessensysteem AG5 is afgelopen zomer gerealiseerd. Met behulp van deze koppeling wordt uitruk informatie nu automatisch in AG5 geïmporteerd. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Een op grootschalige incidenten voorbereide meldkamer door middel van het voorbereiden van inzetvoorstellen en het implementeren van rampbestrijdingsplannen en coördinatieplannen. vertalen van rampbestrijdings- en coördinatieplannen naar werkinstructies en procedures en het opnemen in de verschillende informatie- en communicatie-systemen; afstemming van procedures en planvorming waarbij een multidisciplinaire inzet noodzakelijk is. er zijn in 2009 geen nieuwe coördinatieplannen of rampbestrijdingsplannen ingevoerd. Aanpassingen ten aanzien van de actualisering van bestaande plannen werden doorgevoerd en/of aangepast conform de nieuwe alarmeringssystematiek. Op de ondersteuning bij mono- en multidisciplinaire incidenten goed voorbereide medewerkers meldkamer. Doorontwikkeling van de Meldkamer Brandweer binnen het Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC) Structureel oefenen van kennis en vaardigheden van centralisten brandweer volgens het Monodisciplinaire oefenjaarplan 2009 en het Multidisciplinaire oefenjaarplan 2009. Met de andere partners binnen het GMC bijdragen aan de doorontwikkeling conform Position paper Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord 2008-2011. Multidisciplinaire coördinatie in de kwaliteitszorg, het oefenen en het inrichten van een frontoffice/ backoffice zijn hierin nadrukkelijke aandachtspunten. het monodisciplinaire oefenbeleidsplan werd in 2009 volledig uitgevoerd. Daarnaast werd in verband met de nieuwe alarmeringssystematiek een extra trainingsdag voor de centralisten van de meldkamer brandweer georganiseerd; in 2009 werd zoveel mogelijk geoefend in de geest van het multidiscipliaire oefenbeleidsplan. De taken van de nog vacante functie van multidisciplinair oefencoördinator werden in 2009 grotendeels waargenomen door de brandweer; tijdens de multidisciplinaire realistische eindoefeningen werden tevens zestien calamiteitencoördinator examens afgenomen. De activiteiten lopen deels volgens planning. Er is nog geen sprake van een geborgde multidisciplinaire coördinatie in de kwaliteitszorg en het oefenen. T.a.v. het inrichten van een frontoffice/backoffice is door KPMG in het najaar een eerste rapportage gepresenteerd. Hierin worden een aantal randvoorwaarden in beeld worden gebracht. 21 Jaarverantwoording 2009

Lasten en baten Risicobeheersing bedragen x 1.000 Lasten Werkelijk 2008 Begroting 2009 primair Begroting 2009 na wijziging Werkelijk 2009 Salarissen 1.766 1.844 1.976 2.159 Pro-actie/preventie 23 26 80 39 Preparatie en Veiligheidsbureau, 101 48 95 62 Planvorming Preparatie en Veiligheidsbureau, 406 460 753 628 Oefenen Preparatie en Veiligheidsbureau, 385 514 484 412 Repressie Meldkamer 31 35 30 25 Totaal lasten 2.712 2.926 3.418 3.325 Baten Salarissen 41 13 13 37 Pro-actie/preventie 79 74 125 123 Preparatie en Veiligheidsbureau, 32 Planvorming Preparatie en Veiligheidsbureau, 200 244 244 230 Oefenen Preparatie en Veiligheidsbureau, 9 20 Repressie Meldkamer 145 207 212 193 Totaal baten 497 538 602 602 22 Het programma risicobeheersing levert een voordelig resultaat (voor bestemming) op van 93.000. De belangrijkste afwijkingen komen voor op de post salarissen, preparatie en oefenen. Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.4 van de jaarrekening op bladzijde 66. Veiligheidsregio Brabant-Noord

3.1.2 Brandweer: Operationele voorbereiding Operationele voorbereiding draagt zorg voor opleidingen en ondersteuning. Daarmee wordt het gehele opleidingsveld en de materiële voorziening voor de brandweer gewaarborgd. 1. Opleidingen Opleidingen verzorgt brandweeropleidingen (van manschap tot en met het niveau van brandmeester en alle daarbij behorende specialismen), bijscholingen, herhalingen, virtuele trainingen, brandweerwedstrijden en trajectbegeleiding van officieren. Maximale kwaliteit, service en maatwerk zijn hierbij leidend. Opleidingen levert input in landelijke ontwikkelingen op relevante beleidsterreinen, vertaald landelijk beleid naar regionale en lokale projecten in samenwerking met partners uit de veiligheidsketen. Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Kwalitatief goed opgeleide brandweerfunctionarissen. Brabant-Noord is up to date. Kwaliteit van de manschappen is op het gewenste niveau, door goede instructeurs, en goede lessen. verzorgen van circa 40 verschillende opleidingsmodulen, voor circa 500 modulencursisten; verzorgen van virtuele (met informatieen simulatietechnologie ondersteunde) bijscholingen voor bevelvoerders; aanbieden van bijscholing en herhalingscursussen. deelnemen aan landelijke werk- en ontwikkelgroepen voor initiëren van en meedenken over nieuwe ontwikkelingen; vertalen van vernieuwingen naar de regionale werkvloer door middel van informatieverstrekking en bijscholingen. ontwikkelen en onderhouden van een digitaal instructeurvolgsysteem laten evalueren van instructeurs door cursisten structureel aanbieden aan instructeurs groepsgebonden en individuele bijscholing digitaal verzamelen en toegankelijk maken van lesstof. de activiteiten zijn volgens planning verlopen; alle aanmeldingen zijn bij een cursus ondergebracht; de virtuele activiteiten worden nu enkel nog tijdens de opleidingen aangeboden. In de tweede helft van 2009 kan het ook buiten de opleidingen worden gebruikt; voor instructeurs onderbrand-meester is er een bijscholing georganiseerd; eind 2009 is geïnventariseerd aan welke vakinhoudelijke bijscholing de instructeurs zelf behoefte hebben. In 2010 worden vervolgens bijscholings-cursussen aangeboden passend binnen de instructeursschouw die gehouden wordt i.h.k.v. de implementatie kwaliteitstelsel brandweerpersoneel. landelijk wordt deelgenomen aan reguliere werkgroepen en aan incidentele werkgroepen ivm ontwikkelingen nieuw brandweeronderwijs; samen met de regio s in Zuid-Nederland is een regelmatig overleg tussen de Hoofden Opleidingen opgestart om gezamenlijk te zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van opleiding en ontwikkeling. Naast dit overleg is er ook een overleg opgestart voor de opleidingscoördinatoren in de Zuid-Nederlandse regio s; in de tweede helft 2009 is de voorbereiding van het nieuwe brandweeronderwijs gestart. Belangrijk onderdeel hiervan is informatieverstrekking en bijscholing van de betrokken deelnemers. de activiteiten zijn nagenoeg volgens planning verlopen; alle individuele bouwstenen zijn gereed. Het samenvoegen in één digitaal volgsysteem is nog niet gerealiseerd; schriftelijk en mondeling wordt er geëvalueerd, samengevat en teruggekoppeld richting instructeur. Daarnaast worden voortgangsgesprekken gevoerd met de instructeurs. Van deze gesprekken worden verslagen gemaakt die na goedkeuring door de instructeurs in het instructeursdossier opgenomen worden; wensen worden jaarlijks geïnventariseerd en passende bijscholingen worden aangeboden; 23 Jaarverantwoording 2009

24 Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang het digitaal verzamelen en toegankelijk maken van lesstof op regionaal niveau is grotendeels komen te vervallen, omdat er landelijk een vergelijkbaar project is opgestart; instructeursnet. Alle partners, betrokken bij opleiden binnen de regio, zijn voorbereid op de nieuwe manier van opleiden (competentiegericht opleiden voor manschappen en onderofficieren), die op 01-09-2008 landelijk gefaseerd wordt doorgevoerd. Verzorgen van theorie- en praktijk (her)examens. voorlichten van alle betrokkenen; trainen van alle betrokkenen; organiseren van voldoende werkplekbegeleiders; aanpassen van interne processen bij team opleidingen. organiseren van alle brandweer theorie- en praktijkexamens; organiseren van de online theorie-examens voor de GHOR-opleidingen. het nieuwe brandweeronderwijs moet per 2011 ingevoerd worden. In het najaar 2009 is door middel van extra tijdelijk capaciteit en door samenwerking met het NIFV gestart met de voorbereiding van de regio op de nieuwe werkwijze van opleiden en de gevolgen voor alle betrokkenen binnen de regio en de korpsen; er is een nulmeting uitgevoerd binnen de regio om de huidige stand van zaken vast te stellen. Op basis hiervan wordt een implementatieplan geschreven. Daarin staan de concrete acties die uitgevoerd moeten worden om per 01-01-2011 te kunnen starten met het nieuwe brandweeronderwijs; de interne procesgang bij Team Opleidingen is in kaart gebracht en in planning uitgewerkt zodat elke deelnemer in het werkproces weet wanneer welke activiteit door wie moet worden uitgevoerd. Om de betrokkenheid van de brandweerkorpsen in de regio te verhogen is besloten om een inschrijfmodule AG5 aan te schaffen. Hierdoor kunnen korpsen zelf hun eigen cursisten aan- en afmelden e.d.. Tevens kan hiermee een regionaal meerjaren opleidingsplan worden opgesteld t.a.v. brandweeropleidingen. de activiteiten zijn volgens planning verlopen; op diverse locaties in de regio worden alle examens georganiseerd; alle GHOR on-line examens verlopen via opleidingen. Veiligheidsregio Brabant-Noord

2. Ondersteuning Ondersteuning verzorgt de logistiek, beheert en onderhoudt het regiomateriaal, het regiomaterieel, het opleidingsmateriaal en de verbindingen in het veld. Ondersteuning adviseert en begeleidt de aankoop van materieel en uitrustingen faciliteert bij Europese aanbestedingen. Tenslotte faciliteert ondersteuning de medewerkers van BBN en GHOR op het gebied van middeleninkoop, schoonmaak, klein onderhoud, etc. Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Kwalitatief goed materieel dat betrouwbaar en veilig operationeel in te zetten is. Uniformiteit in materieel en uitrusting en een efficiënt inkoopbeleid. Goed werkklimaat in kantoor Orthenpoort. verwerven, beheren, onderhouden, afstoten en vervangen van een 20 tal voertuigen, een evenredig aantal containers, 6 dompelpompunits, materieel en uitrusting voor 2 OGS-teams en 8 WVD-teams; waarborgen van het beheer in IMS (Internet Materieel Systeem); bieden van ondersteuning bij het uitzetten van materieel bij thema- en Open dagen. adviseren van het management van de lokale brandweer bij de aanschaf van materiaal en materieel; verzorgen en begeleiden van de Europese aanbesteding voor de gezamenlijke inkoop van materiaal en materieel op verzoek van de lokale brandweren; houden van toezicht op het proces van aanbesteding en het uitvoeren van de evaluatie (is de aanbesteding goed verlopen?); vanaf 2008 heeft BBN de coördinerende rol bij de aanschaf van het nieuwe uitgaanstenue. Verzorgen van goede werkplekken en vergader- accommodatie. het opheffen en de ontvlechting van de 2e compagnie is gerealiseerd in het 2e kwartaal; de 3 pompen van het grootwatertransport worden gerevitaliseerd. In opdracht van Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) is in 2009 1 pomp gerevitaliseerd. In 2010 volgen de andere; de 3 containers specialistisch gereedschap zijn gemodificeerd; werkinstructies voor het materiaal van de Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS) teams zijn nagenoeg afgerond; het RMT heeft richtlijnen goedgekeurd voor het inzetten van regiomaterieel; de werkgroep Internet Materieel Systeem (IMS) heeft goede werkafspraken gemaakt en er is regelmatig regionaal overleg; uitbreiding wagenpark met een voertuig voor informatievoorziening. de europese aanbesteding voor de aanschaf van 14 tankauto-spuiten in de komende 4 jaar is in oktober afgerond. De mantelovereenkomst is getekend in november; voor het nieuw druklucht schuim systeem (DLS) is een regionale demo dag onder grote belangstelling georganiseerd in Uden. Dit is opgezet in het kader van een regionale aanbesteding. De aanbesteding is nu in zijn afrondingsfase; bij de aanschaf van het nieuwe uitgaanstenue lokaal/ regionaal is het team intensief betrokken geweest. Stagnatie op landelijk niveau heeft regionaal meer werk opgeleverd dan was verwacht. Eind 2009 is pilot gestart met Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) voor de landelijke aanbesteding van kazernekleding; door het bestuur is de interne nota: inkoopbeleid goedgekeurd. De frequentie voor het gebruik van de vergaderzalen is toegenomen voor het houden van trainingen, vergaderingen, examens en bijeenkomsten. Algemeen. Onvoorzien. de authenticatie voor de verbindingsmiddelen is op last van BZK met spoed uitgevoerd in het tweede kwartaal; door een deskundigheidsmedewerker van team ondersteuning is een grote bijdrage (300 uur) geleverd aan de medezeggenschap voor de regionalisering; de werkplek van het team is verhuisd naar brandweer s-hertogenbosch om naast de reguliere werkzaamheden beschikbaar te zijn voor het invullen van een operationele dagfunctie. 25 Jaarverantwoording 2009

Lasten en baten Operationele Voorbereiding bedragen x 1.000 Lasten Werkelijk 2008 Begroting 2009 primair Begroting 2009 na wijziging Werkelijk 2009 Totaal salarissen 799 805 669 707 Opleiden 1.120 1.011 1.042 1.057 Ondersteuning materieel 600 594 629 589 Ondersteuning facilitair 508 497 566 530 Ondersteuning verbindingen 739 597 662 620 Totaal lasten 3.766 3.505 3.568 3.504 Baten Totaal salarissen 62 64 57 69 Opleiden 1.198 1.047 1.216 1.131 Ondersteuning materieel 143 3 Ondersteuning facilitair 68 67 67 67 Ondersteuning verbindingen 898 913 913 889 Totaal baten 2.369 2.092 2.254 2.158 Het programma operationele voorbereiding levert per saldo een nadelig resultaat (voor bestemming) op van 32.000. Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.4 van de jaarrekening op bladzijde 66. 26 Veiligheidsregio Brabant-Noord

3.1.3 Brandweer: Bestuur- en Managementondersteuning Bestuurs- en managementondersteuning Bestuurs- en managementondersteuning ondersteunt en adviseert het bestuur en de Veiligheidsdirectie van de Veiligheidsregio Brabant-Noord en het management en de organisatie van BBN op het gebied van beleid, bedrijfsvoering, personeel en organisatie, informatie- en procesmanagement, kwaliteitszorg en communicatie en voorlichting. Bestuurs- en managementondersteuning Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Bestuurs- en beleidsadvisering Bestuur, management en projectleiders van Brandweer en Veiligheidsregio Brabant-Noord weten zich ondersteund door resultaatgerichte beleidsadvisering. Implementatie Wet op de veiligheidsregio s per 1 januari 2009. Verdergaande intergemeentelijke samenwerking brandweer in Brabant- Noord. Optimale samenwerking Veiligheidsregio en Politie Brabant-Noord en het ministerie van BZK bij branden, rampen en crises. voorbereiding, afhandeling en voortgangsbewaking van bestuurs- management- en commandantenvergaderingen; juridische en beleidsmatige adviezen bestuur, management en gemeenten; intersectorale (beleids-)ondersteuning; bijdrage leveren aan de (strategische) beleidsontwikkeling; opstellen van Regionaal organisatieplan brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding 2009 2012 Brabant-Noord. Ontwikkeling van het Beleidsplan Veiligheidsregio Brabant-Noord 2010 2013. Op 1 januari 2009 wordt naar verwachting de Wet op de veiligheidsregio s van kracht. Vanaf 2008 zullen de uitkomsten van het Project Organisatie Brandweer Brabant Noord worden doorgevoerd. In het tweede kwartaal van 2008 zal een bestuursconferentie over de doorontwikkeling van de intergemeentelijke brandweersamenwerking worden gehouden. De uitkomsten hiervan zullen naar verwachting in 2009 en volgende jaren worden doorgevoerd. Ter uitvoering van de Wet op de veiligheidsregio s zal een convenant moeten worden gesloten tussen het bestuur van de Veiligheidsregio, het regionale college van de politie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De convenantafspraken zullen in 2008, 2009 en volgende worden uitgevoerd. Het opstellen van het Regionaal organisatieplan brandweerzorg 2009-2012 is nog niet uitgevoerd. Dit initiatief is vooral afhankelijk van de uitkomsten van het deelproject fijnstructurering. Verder is ondersteuning geleverd aan de uitgangspunten voor de doorontwikkeling van de Veiligheidsregio die inmiddels door het bestuur zijn vastgesteld. In verband met de uitgestelde behandeling van het wetsvoorstel voor de veiligheidsregio s, is pas in het laatste kwartaal gestart met de analyse van de wet. De voorbereidingen op doorvoering van de consequenties zullen begin 2010 worden gestart. Activiteiten zijn gerealiseerd en verder vorm gegeven in het project regionalisering. In verband met de tot april 2009 uitgestelde behandeling van het wetsvoorstel voor de veiligheidsregio s in de Tweede Kamer, is de voorbereiding nog niet ter hand genomen. Op 25 april 2009 heeft een voortgangsgesprek over het convenant veiligheidsregio plaatsgevonden tussen de Veiligheidsdirectie en een vertegenwoordiging van BZK. Het Veiligheidsberaad bereidt een model-convenant voor tussen de veiligheidsregio, de Politie Brabant-Noord en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 27 Jaarverantwoording 2009

28 Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Landelijke uniforme informatie- en communicatievoorziening bij de veiligheidsregio s en de hierin samenwerkende veiligheidspartners. Kwaliteitszorg BBN is in staat om de haar opgedragen doelen te realiseren, waarbij de taakuitvoering kwalitatief voldoet aan de eisen en verwachtingen van haar belanghebbenden. De uitvoering van de zorg voor brandweer en rampenbestrijding is in overeenstemming met de eisen en verwachtingen van bestuur en samenleving. Communicatie en voorlichting Corporate communicatie Gemeentebesturen, brandweermedewerkers, andere overheden en veiligheidspartners weten wie Brandweer Brabant- Noord is en wat zij doet. De interne en externe communicatieprocessen in de organisatie verlopen in systematische samenhang. Interne communicatie Er is voorzien in structurele, digitale informatievoorziening. Ter uitvoering van de Wet op de veiligheidsregio s moeten de besturen van de veiligheidsregio s een gemeenschappelijke regeling aangaan, waaraan zij de behartiging van taken ten behoeve van de inrichting van een landelijk uniforme informatie- en communicatievoorziening overdragen. Ter uitvoering van het Beleidsplan Kwaliteitszorg Brandweer Brabant-Noord 2006 2010 en de Wet op de veiligheidsregio s waarin de wettelijke verplichting tot kwaliteitszorg is opgenomen, zal de doorvoering van kwaliteitszorg bij de brandweer in Brabant-Noord worden voortgezet. Implementatie Beleidsplan kwaliteitszorg 2006-2010: opleiden en instandhouden van een pool van competente auditors; vierjaarlijks auditen van de 21 brandweerkorpsen en het regionaal bureau op basis van het regionaal organisatieplan en het Normenboek Brandweer; verbeteren van de kwaliteit van taakuitvoering en dienstverlening via de normale bedrijfsvoering; evalueren, samen met politie, GHOR en gemeenten van multidisciplinaire inzetten; adviseren van bestuur en management op het gebied van verbetering en vernieuwing van de dienstverlening en organisatie. De volgende activiteiten worden voor de Veiligheidsregio (VR) en/of Brandweer Brabant- Noord (BBN) ontplooid: advisering bestuur en management op het gebied van communicatiebeleid (VR+BBN); doorvoering en contentbeheer intranet, extranet, website (VR+BBN); organisatie van presentaties, evenementen en representatie (VR+BBN); redactie beleidsdocumenten en jaarverantwoording/jaarverslag en programmabegroting (VR+BBN); nieuwsbrieven, folders, populaire versie jaarverslag en dergelijke (VR+BBN); beheer huisstijl (VR+BBN); In verband met de uitgestelde behandeling van het wetsvoorstel voor de veiligheidsregio s in de Eerste Kamer, is de landelijke voorbereiding van bedoelde gemeenschappelijke regeling nog niet ter hand genomen. Ten aanzien van netcentrisch werken heeft de regio als pilotregio gefunctioneerd. De ondertekening van een convenant met het Veiligheidsberaad zal pas in 2010 na de vaststelling van de budgettaire consequenties door het bestuur van de veiligheidsregio in samenhang met andere nieuwe wettelijke taken en de bekostiging daarvan kunnen plaatsvinden. In het kader van de prioritering om capaciteit vrij te maken voor het Project regionalisering brandweer in Brabant-Noord heeft het Dagelijks Bestuur besloten in 2009 geen nader beleid te ontwikkelen of activiteiten te ontplooien op het terrein van kwaliteitszorg. In het kader van de prioritering om capaciteit vrij te maken voor het Project regionalisering brandweer in Brabant-Noord heeft het Dagelijks Bestuur besloten in 2009 verder geen uitvoering meer te geven aan audits. De reguliere communicatie-activiteiten zijn uitgevoerd. De nadruk heeft gelegen op een aantal specifieke onderwerpen: communicatie over het project regionalisering Samen 1 brandweer in 2011 ; intranet, extranet, internet: naast intranet en internet is de website www.bbnsamen.nl gelanceerd t.b.v. het project regionalisering van de brandweer in Brabant-Noord. Ook is in samenwerking met ICT een centraal webportal voor BBN ontwikkeld en in gebruik genomen. De ontsluiting van bestuurlijke informatie via www.bbnsamen.nl is onderzocht en kan in 2010 in uitvoering genomen worden. Daarnaast is i.s.m. enkele korpsen een pilot opgezet voor een korpsintranet; Externe communicatie Het externe relatiebeheer is systematisch georganiseerd. Veiligheidsregio jaarverantwoording 2008

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Communicatie Veiligheidsregio De samenwerkingspartners hebben een eenduidig beeld van rol en taken van Veiligheidsregio Brabant-Noord. De interne en externe communicatieprocessen verlopen in systematische samenhang. Bedrijfsvoering Bestuur en management weten zich doelmatig, effectief en klantgericht ondersteund op het gebied van financieel beleid en beheer, administratieve ondersteuning en huisvesting. Informatie- & Procesmanagement Klantgerichte ondersteuning van bestuur en management op het gebied van informatiebeleid en procesmanagement. ondersteuning risico- en crisiscommunicatie (VR); coördinatie multidisciplinaire voorlichterpool (VR); communicatie Veiligheidsregio (VR). Opstellen van: Programmabegroting 2010; Jaarrekening 2008; Managementrapportages 2009; financiële adviezen bestuur en management. administratief beheer; juridische kwaliteitszorg; ondersteuning bestuur en management, documentaire structuur en implementatie archiefproject; actualiseren en uitvoeren van de Planning & Controlcyclus. In 2009 zal op basis van landelijke voorstellen uit het project Aristoteles herinrichting van de product- en programmabegroting plaatsvinden. Doel is de producten SMART-er te formuleren om cijfers van de diverse regio s gemakkelijker te kunnen vergelijken. uitlijnen taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; ontwerpen, beschrijven en beheren van werk-, ondersteunende en besturingsprocessen; uitvoering Projecten Informatiebeleidsplan 2006-2009; advisering bestuur en management op het gebied van informatiebeleid en procesmanagement; doorvoering en technisch beheer intranet, extranet en website; doorvoering en beheer archief; ondersteuning en beheer kantoorinformatie- en communicatiesystemen. risicocommunicatie: in 2009 is er een subsidie (van VROM) via de provincie Noord-Brabant beschikbaar besteld aan de drie Veiligheidsregio s voor risicocommunicatie. De subsidie is gebruikt voor het ontwikkelen van een structuur om risicocommunicatie structureel in de Veiligheids-regio s te verankeren. Daarnaast is de susbidie gebruikt voor een Brabantbrede publiekscampagne in het najaar van 2009; crisiscommunicatie: in het voorjaar hebben de districtelijke voorlichtings-oefeningen plaatsgevonden; deze zijn per district geëvalueerd en er is een totaalevaluatie opgesteld. Coördinatie multidisciplinaire voorlichterspool: een multidisciplinaire werkgroep heeft een voorstel voor doorontwikkeling van het rampbestrijdingsteam voorlichting (voorheen voorlichterspool ) opgesteld, dat in het voorjaar 2010 ter besluitvorming wordt aangeboden aan het bestuur. Opgesteld: Programmabegroting 2010; Jaarrekening 2008; Managementrapportages 2009; financiële adviezen bestuur en management. administratief beheer; actualiseren en uitvoeren van de Planning & Controlcyclus. Landelijk is het project Aristoteles opgestart, de veiligheidsregio brabant-noord is geen pilotregio. De NVBR houdt de regio op de hoogte van de voortgang en resultaten van dit project. De regio heeft in 2009 een contract afgesloten met de districtbrandweer Land van Cuijk ten behoeve van de uitvoering van haar financiële en salarisadministratie. De acties zoals vastgelegd in de programmabegroting 2009 zijn conform uitgevoerd. Echter de implementatie Decos kon niet in 2009 afgesloten worden, zodat dit in 2010 verder opgepakt wordt op een manier dat het postregistratiesysteem en het digitale archief voldoet aan de archiefwet. 29 Jaarverantwoording 2009

30 Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Personeel & organisatie Eigentijds HRM-beleid gericht op ontwikkeling en begeleiding van medewerkers in een gezonde werkomgeving om een professionele en doelmatige dienstverlening te realiseren. Ontwikkelen resultaatgerichte functieprofielen. Versterken kennis en vaardigheden managers op het gebied van aansturen van sterk veranderende organisatie. Ontwikkelen van formatieplannen voor de organisatie van de brandweerorganisatie in de komende jaren. Versterken arbeidsomstandighedenbeleid en doorvoeren risico-inventarisaties en evaluaties. Doorvoeren van een integraal opleidingenbeleid. Advisering management op het gebied van personeelsbeleid en organisatieontwikkeling. Uitvoeren werving en selectie en personeelsbeheer. Verstrekken van managementinformatie. het functieboek van functies bij BBN is gecompleteerd met de functiebeschrijvingen die nog ontbraken; een beperkt aantal functies wordt begin 2010 afgerond. Met het ontwikkelen van resultaatgerichte functieprofielen zal gewacht worden tot de regionalisering is gerealiseerd; dit zelfde geldt voor het ontwikkelen van formatieplannen; in 2009 is voor leidinggevenden een training verzorgd ter voorbereiding op de nieuwe gesprekkencyclus; de ontwikkeling van het formatieplan maakt deel uit vaan het project regionalisering in 2009 heeft een inventarisatie plaatsgevonden tbv de RIE, Risico Inventarisatie en Evaluatie. Begin 2010 wordt deze afgerond en zal vervolgens worden voorgelegd aan de verschillende overlegremia (IMT, leidinggevenden en vervolgens Ondernemingsraad); vanaf 1 augustus is een medewerker van P&O voor 4 uren per week belast met het vorm en inhoud geven aan de functie van Arbo-preventiemedewerker; aan het vastgestelde opleidingenplan voor 2009 is uitvoering gegeven; voor een twintigtal medewerkers is een schrijftraining verzorgd door de Bestuursacademie; managementadvisering heeft plaatsgevonden zowel individueel als structureel in het Management Overleg; in de eerste helft van 2009 zijn voor een tiental functies voor de regionale organisatie wervingsprocedures gevolgd conform vastgestelde procedure; aan leidinggevenden is middels de MARAP informatie verstrekt over verzuim, opleidingen en verloftegoed. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Lasten en baten Bestuurs- en management ondersteuning bedragen x 1.000 Lasten Werkelijk 2008 Begroting 2009 primair Begroting 2009 na wijziging Werkelijk 2009 Salarissen 1.687 1.618 2.024 2.081 Overige personeelskosten 262 300 290 270 Overige bedrijfskosten 159 128 244 226 I&A 193 140 202 190 Communicatie 33 99 58 22 Kwaliteitszorg 39 38 53 11 Veiligheidsregio 247 752 384 Rente en bankkosten 1 1 Stelpost bezuinigingen -25 Totaal lasten 2.621 2.298 3.624 3.184 Baten Salarissen 695 552 719 789 Overige bedrijfskosten 12 183 125 I&A Communicatie Kwaliteitszorg 38 27 7 Veiligheidsregio 932 128 128 Rente en bankkosten 206 150 159 184 Totaal baten 1.883 703 1.216 1.232 Het programma bestuur- en managementondersteuning levert een voordelig resultaat (voor bestemming) op van 456.000. De belangrijkste oorzaak hiervan is het verloop van de uitgaven van de convenantgelden van BZK voor de regionalisering van de brandweer. Deze post is opgenomen bij het onderdeel veiligheidsregio. Inmiddels is 50% van de bijdrage van BZK ontvangen maar de uitgaven vinden plaats tot en met 2010. Omdat de lasten van de regionalisering van de brandweer ten laste van een bestemmingsreserve worden gebracht heeft dit voor 2009 geen gevolgen voor het uiteindelijke resultaat. Voor een verdere toelichting op de verschillen tussen begroting en jaarrekening wordt verwezen naar de toelichting bij onderdeel 5.4 van de jaarrekening op bladzijde 66. 31 Jaarverantwoording 2009

3.1.4 Brandweer Recapitulatie Brabant Noord Bedragen x 1.000 Brandweer Brabant Noord Werkelijk 2009 BBN Werkelijk 2008 Begroot 2009 primair Begroot 2009 na wijziging Risicobeheersing 2.712 2.926 3.418 3.325 Operationele voorbereiding 3.766 3.505 3.568 3.504 Bestuur Middelen en Organsatie 2.621 2.298 3.624 3.184 Totaal lasten 9.099 8.729 10.610 10.013 Risicobeheersing 497 538 602 602 Operationele voorbereiding 2.369 2.092 2.254 2.158 Bestuur Middelen en Organsatie 1.883 703 1.216 1.232 Totaal baten 4.749 3.333 4.072 3.992 Saldo 4.350-5.396-6.538-6.021- BDUR 1.748 1.691 1.789 1.789 Inwonerbijdrage 3.485 3.742 3.742 3.751 Totaal Algemene dekkingsmiddelen 5.233 5.433 5.531 5.540 Resultaat voor bestemming 883 37 1.007-481- Dotatie aan reserves 1.310 93 525 525 Onttrekking aan reserves 560 56 1.532 1.033 Saldo dotaties/onttrekkingen 750-37- 1.007 508 reserves Resultaat na bestemming 133 0 0-27 32 3.2 Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Algemene doelstelling GHOR De GHOR draagt ten behoeve van de gezondheid van (potentiële) slachtoffers van rampen en zware ongevallen samen met de geneeskundige keten en in afstemming met de brandweer, politie en gemeenten zorg voor drie processen: de Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH), de Preventieve Openbare Gezondheidszorg (POG) en de Psychosociale Hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR). Anders gezegd: Onder het motto Veiligheid met zorg geregeld, zorgt de GHOR ervoor dat iedereen binnen de geneeskundige sector erop voorbereid is om slachtoffers goed te helpen als zich een calamiteit voordoet. Om haar missie te verwezenlijken, ontplooit de GHOR activiteiten in alle vijf de schakels van de veiligheidsketen : proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. Aan de voorkant van deze keten probeert de GHOR veiligheidsinbreuken te voorkomen en de mogelijke gevolgen ervan te beperken (proactie en preventie). Hiertoe ontwikkelt de GHOR samen met onder andere brandweer, politie, gemeenten, provincies, milieudiensten en diverse ministeries een algemeen proactie- en preventiebeleid, maar waar nodig ook een specifiek beleid voor de drie GHOR processen. Verder bereidt de GHOR zich voor op de hulpverlening bij veiligheidsinbreuken die zich desondanks voordoen (preparatie). Deze voorbereiding is gericht op het kunnen verwezenlijken van de repressieve inzet van mensen, middelen en procedures. Aan de achterkant van de keten zorgt de GHOR bij een incident voor een naadloze opschaling van dagelijkse naar grootschalige zorg door coördinatie en levering van aanvullende voorzieningen (repressie). Ook draagt de GHOR bij aan de fase van herstel na een incident (nazorg). Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Spoedeisende Medische Hulpverlening (SMH) Het adequaat inzetten van zorg als de hulpverlening de normale capaciteit overschrijdt. Het proces SMH bouwt voort op de hulpverlening vanuit de dagelijkse zorg. De basis voor grootschalige hulpverlening ligt vast in de Landelijke Protocollen Ambulancezorg. a. samenwerken, afstemmen en toetsen van afspraken met partners uit de geneeskundige kolom: afspraken met Meldkamer Ambulancezorg, ziekenhuizen, mobiel medische team, Nederlandse Rode Kruis zijn schriftelijk vastgelegd. Afspraken worden getoetst door Inspectie gezondheidszorg. Capaciteit en reactietijd zijn bekend; b. er is periodiek overleg met de instellingen; c. 360 inzetten sleutelfunctionarissen 2 (in hoofdzaak bij: grote verkeersongevallen, stand-by en inzet bij brand, ondersteuning en stand-by bij bijzonder politieoptreden); d. inzetbaar zijn volgens GRIP; e. relatiebeheer sleutelfunctionarissen (informatievoorziening, overleg, nieuwsbrieven); f. coördinatie en communicatie met kolompartners, uitvoeren en aansturen geneeskundige kolom; g. er is een 24 uurs beschikbaarheid, op piketbasis, van 5 sleutelfunctionarissen in de regio. h. de sleutelfunctionarissen hebben in totaal 6 piketvoertuigen tot hun beschikking; i. ontwikkelen en in stand houden van een continuïteitsplan met een overzicht van 72 partners in de zorg en dienstverlening. Hierbij wordt de continuïteit van zorg bij disbalans in beeld gebracht, planvorming daarop geborgd en beoefend; j. overzicht invoeren in een digitaal systeem (vanaf 2008). Dit maakt het mogelijk dat de GHOR bij een calamiteit direct inzicht heeft in noodzakelijke gegevens en vervolgens actie kan uitzetten. a. loopt op schema; b. overleg is geïntensiveerd tijdens de voorbereiding op de grieppandemie. Dit overleg zal een structureel vervolg krijgen; c. 377 inzetten sleutelfunctionarissen in 2009 (zie bijlage); d. inzetbaar zijn volgens GRIP is geborgd via het rooster sleutelfunctionarissen; e. het relatiebeheer (zorginstellingen én sleutelfunctionarissen) is nog niet voldoende ingevoerd. Oorzaken hiervan zijn de personele druk in 2009 als gevolg van een aantal personele wisselingen en omvangrijke operationele inzetten. Door voorgenoemde oorzaken is de functie van ketenfunctionaris in 2009 niet ingevuld. Dit heeft voor stagnatie van de implementatie van GHO- R4ALL bij de zorginstellingen gezorgd. Ook is hierdoor weinig gebruik gemaakt van de inzet van OVDG en (RAV) voor projecten in het kader van kantoordagen. Dit heeft geleid tot minder uitgaven van personeelskosten en temporisering van het invoeren van het relatiebeheer. f. het geheel verloopt naar tevredenheid; g. dit is gewaarborgd; h. er was door forse motorschade vanaf medio 2009 een piketvoertuig minder beschikbaar. Eind 2009 is het piketwagenpark door algehele vervanging voor de komende jaren op peil gebracht; i. de voorbereiding op de grieppandemie heeft een impuls gegeven aan het opstellen van continuïteitsplannen. Alle gemeenten in de regio hebben inmiddels een continuïteitsplan. Ook een groot deel van de zorginstellingen beschikt over een continuïteitsplan. Het monitoren op de aanwezigheid van de continuïteitsplannen, maar zeker ook de kwaliteitscheck op de continuïteitsplannen en het continuïteitsdenken is een vervolgstap op de uitgevoerde inventarisatie; j. dit systeem (GHOR4ALL) is eind 2009 getoetst in samenwerking met KIWA. Na validatie zal het in 2010 verder worden geïmplementeerd. Informatie en communicatie de informatievoorziening in het algemeen en de communicatie in het bijzonder bleek in de operationele inzetten tijdens de crises in 2009 van groot belang; crisiscommunicatie en nazorg communicatietraject rondom PSHOR-PSHI proces zedenzaak zwemschoolhouder; communicatietraject bij aanloop en nazorg grieppandemie; crisiscommunicatie en nazorg bij doelgroepvaccinaties Mexicaanse griep. 33 2 Sleutelfiguren: De GHOR is voor haar functioneren in crisissituaties afhankelijk van sleutelfunctionarissen, op wie zij een beroep doet bij opschaling. Omdat het GHOR-bureau over te weinig menskracht beschikt en niet alle expertise in huis heeft om alle functies zelf in te vullen, schakelt het bureau medewerkers in van de ambulancedienst, de Meldkamer Ambulancevoorziening, de GGD Hart voor Brabant en van instellingen voor psychosociale hulpverlening. Sleutelfunctionarissen maken deel uit van de parate organisatie van de GHOR. Jaarverantwoording 2009

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Preventieve Openbare Gezondheidszorg 34 Zo min mogelijk schade aan de volksgezondheid bij milieucalamiteiten of uitbraak van infectieziekten. Activiteiten gericht op het uitbannen, dan wel voorkomen of zoveel mogelijk terugdringen van schade aan de volksgezondheid veroorzaakt door milieucalamiteiten of uitbraak van infectieziekten: Evenementen a. 75 keer multidisciplinaire advisering (afstemming met kolompartners per adviesaanvraag); b. opstellen van 15 GHOR-draaiboeken voor grote evenementen; c. digitale registratie binnen evenementenkalender. De evenementenkalender wordt gevuld door gemeenten. d. In een richtlijn voor de gemeenten is bepaald bij wat voor soort evenement en bezoekersaantal er een advies aangevraagd dient te worden. Onderhouden en toetsen van 5 rampbestrijdingsplannen: a. afstemming met kolompartners; b. het updaten van de medische paragraaf in de plannen; c. onderhouden en toetsen van 5 draaiboeken Infectieziekten (SARS, grieppandemie, pokken, generiek draaiboek, dierziekten); d. afstemmen met kolom- en ketenpartners. Jaarlijks checken of alle gegevens (onder andere locaties, personen, bevolkingsgegevens en telefoonnummers) nog kloppen; e. Onderhouden van het actiecentrum. Volgens procedure nemen functionarissen hun plaats in binnen het actiecentrum. De communicator biedt ondersteuning in alarmeren; f. 2x per jaar testen van de middelen binnen het actiecentrum. Evenementen a. in het totaal zijn er 118 evenementenadviezen uitgegeven vanuit de GHOR in 2009 aan 18 gemeenten (zie bijlage); b. er zijn diverse draaiboeken voor evenementen in de vorm van calamiteitenplannen opgesteld, o.a. voor Paaspop, Ravenstein bij kaarslicht, Halfvastenoptocht, Koninginnendag, Maritiem, Jazz in Duketown, doorkomst vierdaagse Cuijk, open dagen Volkel, Scout-in. Voor al deze evenementen heeft minimaal één multidisciplinair overleg plaatsgevonden. Bovendien komt periodiek (eens per 4-6 weken) de werkgroep evenementen s-hertogenbosch bijeen om al hun evenementen voor te bereiden en te evalueren; c. deze evenementenkalender wordt vanaf 2009 door alle gemeenten in de regio intensief gebruikt; d. de handreiking geneeskundige advisering Publieksevenementen uit 2004 wordt momenteel herzien. Deadline van juli 2009 is door GHOR Nederland opgeschort i.v.m. de grieppandemie. Onderhouden en toetsen van 5 rampbestrijdingsplannen: a. het geheel verloopt naar tevredenheid; b. hedische paragrafen in Rampenbestrijdingsplannen zijn nog niet herzien i.v.m. grieppandemie en vaccinatie. Momenteel wordt vanuit het veiligheidsbureau een laatste hand gelegd aan multidisciplinaire inzetkaarten voor WRZO plichtige bedrijven. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Deelnemen in Veiligheidsbureau: a. opstellen van jaarlijks werkplan gezamenlijk met teamleiders BBN en Politie; b. volgens werkplan Veiligheidsbureau projecten uitvoeren. Het werkplan is bestuurlijk vastgesteld. Inhuur van 280 uur medische milieukunde en contract voor parate diensten: a. 280 uur preparatie; b. 24 uurs beschikbaarheid voor repressie; - 3 maal per jaar voortgangsgesprek met Bureau Gezondheid Milieu en Veiligheid (leverancier van deze dienst). - 45 inzetten sleutelfunctionarissen: bij milieu-incidenten (calamiteiten waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en er uitsluitsel gegeven moet worden over het risico voor de volksgezondheid) en bij grote evenementen: controle en preventieve inzet: - coördinatie en communicatie met kolompartners, uitvoeren en aansturen geneeskundige kolom; - 24 uurs beschikbaarheid; - inzetbaar zijn volgens GRIP. Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen c. alle draaiboeken zijn ge-update en vier van de vijf gestelde draaiboeken zijn getoetst in 2009. Drie draaiboeken zijn daadwerkelijk in werking getreden in 2009, te weten: - Draaiboek grieppandemie, deeldraaiboek 2 en 3 - Draaiboek pokken i.v.m. het voorbereiden van een massavaccinatie. - Draaiboek dierziekten i.v.m. Q-koorts. Specifieke bijlage Q-koorts is toegevoegd; d. alle gegevens (locaties, personen, bevolkingsgegevens, telefoonnummers, capaciteitsgegevens) zijn herzien en waar nodig aangepast; e. het actiecentrum GHOR is reeds gevestigd op de GHOR afdeling aan de Orthenseweg 2b. Het actiecentrum is repressief 2 weken actief geweest in 2009 i.v.m. de vaccinatiecampagne Nieuwe Influenza. Deelnemen in Veiligheidsbureau: a. het jaarlijks werkplan is opgesteld; b. voortgang van de projecten staat beschreven bij het Veiligheidsbureau; Inhuur van 280 uur medische milieukunde en contract voor parate diensten: a. bestaande uit: 0,1 fte. per GAGS medewerker betreffende opleiding & training (bijscholing) = in het totaal 0,3 fte voor Noord-Brabant en Zeeland, deelname landelijk GAGS netwerk (ontwikkelingen) en schrijven/onderhouden MMK paragraven Rampenbestrijdingsplannen; b. het bureau GMV (in de persoon van de Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen) heeft in 2009 in totaal 8 inzetten gehad waarbij verscheidende sleutelfunctionarissen betrokken zijn geweest. Brabantbreed zijn in totaal 45 GAGS inzetten geweest. De 24-uurs bereikbaarheid is ook haalbaar bij een absentie GAGS en van 30% (continuïteitsplan). Het protocol BOT-mi is ingezien door bureau GMV en aangepast waar nodig. Alle drie de lesdagen GAGS hebben doorgang kunnen vinden, evenals een viertal voortgangsgesprekken met GMV. 35 Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen is beschikbaar. a. uitvoeren afgesloten convenant met GGZ, Maatschappelijk Werk, SOS telefonische hulpdienst en Slachtofferhulp (sleutelfuncties in dit proces zijn beschreven, toebedeeld en beoefend); b. periodiek overleg met de stuurgroep (participanten vanuit instellingen). a. volledige herziening convenant met GGZ, Maatschappelijk Werk, Sensoor en Slachtofferhulp - volledige herziening draaiboek proces 24 (sleutelfuncties in dit proces zijn beschreven, toebedeeld en beoefend); - Aanpassing opleidingsplan, dit is nu een bijlage van het convenant ; b. 2 keer overleg met de stuurgroep (participanten vanuit instellingen); Jaarverantwoording 2009

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang 36 Verder in 2009 gerealiseerd: Een inzet is digitaal te volgen. Adequaat opgeleide, getrainde en beoefende GHOR-functionarissen zowel in mono- als in multidisciplinair verband. a. implementatie van Incident Master bij de ketenpartners, het bieden van een helpdesk. b. 45 inzetten sleutelfunctionarissen (bij calamiteiten met maatschappelijke onrust en een psychosociale impact zoals moord, brand islamitische school). Coördinatie en communicatie met kolompartners, uitvoeren en aansturen geneeskundige kolom. 24 uurs beschikbaarheid. a. opstellen en uitvoeren van competentiegericht opleidingsbeleid (registratie in digitaal systeem en persoonlijke registratie in portfolio voor officieren van dienst); b. opstellen van jaarplan; c. de 127 activiteiten (gepland 1.000 cursisten) worden deels door GHOR-medewerkers en deels door externe docenten uitgevoerd. De activiteiten zijn onderverdeeld in: - 21 bestuurlijke oefeningen; - 14 Sigma scholingen; - 6 virtuele multidisciplinaire oefeningen; - 6 RAV-scholingen; - 18 mono- en multidisciplinaire oefeningen; - 10 PSHOR-scholingen en oefeningen; - 11 opleidingen sleutelfunctionarissen; - 7 scholing en oefening ziekenhuizen, huisartsen en afdeling Infectieziektebestrijding; - 34 rijvaardigheidopleiding en -training. 2 keer regionaal werkoverleg voor de regio: Oss, Uden, Veghel, de regio Land van Cuijk en de regio Den Bosch; 2 keer basistraining opvangteam; 1 keer basistraining leider kernteam voor de Reinier van Arkelgroep; 1 keer basistraining PSHOR voor secretaresses kernteam PSHOR in het kader van implementatie incident master; 1 keer deelname aan een gemeentelijke oefening en verzorging te Maasdonk: waarbij er een uitgebreide evaluatie geschreven is; PSHOR-inzet: zwembadzaak Den Bosch: waarbij er een uitge-breide evaluatie gehouden is; start ontwikkeling, samenwerking en uitvoering op het gebied van de PSHOR met de regio Brabant Zuidoost. Waarvan de basistrainingen leider kernteam en opvangteam in samenwerking gegeven zijn; definitieve implementatie van de communicator; 2 keer uitgave van de Nieuwsflits PSHI/ PSHOR. a. implementatie van Incident Master is geborgd door een secretariële ondersteuning van de GGD en vastgelegd in een convenant met de PSHI- en PSHOR-partners; b. de 45 inzetten van sleutelfunctionarissen betreffen inzetten PSHI vanuit de GGD en heeft dus geen directe betrekking op de PSHOR vanuit de GHOR. a. in 2009 is er een start gemaakt met het competentiegericht opleidingsbeleid; b. het jaarplan OTO is opgesteld; c. in 2009 hebben 129 opleidingen, trainingen en oefeningen plaatsgevonden waarbij 1.039 mensen zijn ingepland en er 847daadwerkelijk hebben deelgenomen. Dit is conform de planning. Analyse Door onderbezetting en bijdrage aan het de uitrol van het stimuleringsprogramma Rampen Opvang Plannen Zorginstellingen van VWS zijn enkele OTO activiteiten opgeschoven naar 2010. De formatie is eind 2009 weer op orde en voor de verdere uitrol van het stimuleringsprogramma Rampen Opvang Plannen Zorginstellingen van VWS zal in 2010 uitbreiding worden gerealiseerd. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Innovatie en flexibiliteit zijn ingebouwd. Wet Bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen is uitgevoerd. Beheren van computersysteem Crisis on line. a. uitvoert helpdeskfunctie; b. 4x per jaar uitbrengen van een nieuwsflits; c. uitvoeren fall back procedure via de Meldkamer Ambulancezorg. d. digitaal afgeven van 300 inbewaringstellingen. Deze dienst is op verzoek van het Algemeen Bestuur ondergebracht bij de GHOR. Algemeen een klanttevredenheids-onderzoek heeft plaatsgevonden. De resultaten zijn vastgesteld in de Stuurgroep en de conclusie is dat de webapplicatie voldoet aan de behoefte en kan worden gecontinueerd; a. de helpdeskfunctie heeft in 2009 naar tevredenheid gefunctioneerd; b. in februari 2009 is uit de tevredenheidsmeting gebleken dat er geen behoefte bestaat aan een nieuwsflits; c. er zijn in 2009 10 fall-back procedures afgehandeld; d. in 2009 zijn 227 inbewaringstellingen afgegeven. Herkenbare GHOR-functionarissen. Aanschaffen van uniformen voor de operationele en bureaugebonden GHOR-functionarissen. Het is wenselijk in het optreden naar buiten dat de kolommen binnen de Veiligheidsregio te onderscheiden zijn. De GHOR is niet herkenbaar als discipline omdat er geen uniform is. Veiligheidskleding is aangeschaft en uitgereikt. Het proces Geneeskundige Hulpverlening is gedigitaliseerd en alle betrokken functionarissen kunnen ermee werken. Geneeskundige combinatie (GNK) volgens de vernieuwde richtlijn van BZK hanteren. Implementeren in Incident Master van het proces Geneeskundige Hulpverlening en het hierin opleiden van betrokken functionarissen. In de toekomst is het waarschijnlijk mogelijk deze gegevens te koppelen met het ISIS - systeem (Integrated Staff Information System). a. opheffen van de extra geneeskundige combinatie die nu gestationeerd is in Uden; b. onderzoeken of het budget voor de GNK aangewend kan worden voor een mobiele unit die bij evenementen en calamiteiten (bijvoorbeeld medicatieverstrekking bij vogelgriep) kan worden ingezet. Incident Master wordt gebruikt en zal in 2010 worden doorontwikkeld. a. per 01-08-2009 is de GNK Uden ontmanteld. De ruimte die hiervoor gehuurd wordt is niet meer nodig. Voorgesteld wordt het contract dat hiervoor bestaat af te kopen; b. ombouw van bestaand voertuig tot Multiinzetbaar ondersteuningsvoertuig bevindt zich in de offertefase. 37 Jaarverantwoording 2009

Lasten en baten GHOR bedragen x 1.000 Lasten Werkelijk 2008 Begroting 2009 primair Begroting 2009 na wijziging Werkelijk 2009 Personeelskosten 794 852 837 756 Kapitaalslasten 75 119 120 126 Huisvestingskosten 208 219 221 292 Bedrijfskosten 674 679 663 715 Administratiekosten 133 109 124 158 Overhead incl. 396 416 412 412 bestuursondersteuning Totaal lasten 2.280 2.394 2.377 2.459 Baten Projecten / Bopz Online 68 147 136 287 Overige opbrengsten 94 41 Totaal baten 162 188 136 287 Saldo programma s -2.118-2.206-2.241-2.172 Algemene dekkings middelen BDUR 959 946 981 1.030 Inwonersbijdrage 1.188 1.260 1.260 1.263 Totaal algemene dekkingsmiddelen 2.147 2.206 2.241 2.293 38 Resultaat voor bestemming 29 0 0 121 Dotaties aan reserves 0 Onttrekkingen aan reserves 0 Saldo dotaties en onttrekkingen 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 29 0 0 121 Veiligheidsregio Brabant-Noord

3.3 Gemeenschappelijk Meldcentrum Algemene doelstelling GMC Het GMC heeft tot doel het instandhouden van een gemeenschappelijk meldcentrum voor het stroomlijnen van de hulpverlening in het werkgebied door politie, brandweer en ambulancevoor ziening. Het gemeenschappelijk meldcentrum draagt bij aan een efficiënte, effectieve en gecoördineerde inzet van de hulpverleningsdiensten en van onderlinge communicatieen informatiemogelijkheden en voorzieningen. De taken van het GMC zijn als volgt te omschrijven: 1. Het beheer van het gemeenschappelijk meldcentrum dat de exploitatie omvat van het gebouw en de technische infrastructuur en het genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening. 2. Het aanbieden, instandhouden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en voorzieningen waardoor de hulpverleningsdiensten hun inzet efficiënt en effectief kunnen aansturen. 3. Het ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid van de onder 1 en 2 genoemde taakgebieden. 4. Het zorgdragen voor de inrichting van de controlfunctie van het GMC, de uitvoering van de controlling van de aan haar opgedragen taken en werkzaamheden en de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de programmabegroting van het GMC. Het GMC staat voor wat betreft het beheer onder leiding van de korpschef Politie Brabant- Noord. De dagelijkse leiding van het beheer is in handen van de manager beheer GMC. De korpschef Politie Brabant-Noord behartigt namens de Veiligheidsdirectie de portefeuille GMC. In het managementteam van het GMC vindt de coördinatie van de meldkamers van de drie disciplines plaats. Het hoofd van de Meldkamer Politie is voorzitter van dit managementteam. De dagelijkse leiding van het beheer is in handen van de manager beheer GMC. De inhoudelijke verantwoordelijkheid van de meldkamers - voor de organisatie, operationele aansturing en wijze van invulling van operationele prestaties - ligt in de lijn van de verschillende moederorganisaties. Met betrekking tot deze verantwoordelijkheid hebben de Veiligheidsregio, de politieregio en de Regionale Ambulance Voorziening een verplichting zich in te spannen voor een zo groot mogelijke integrale samenwerking van de meldkamers. 39 Er werden in 2009 op het GMC door de meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancezorg en het meldcentrum van de politie 127.497 meldingen verwerkt. In 89% van de meldingen leidde dit tot een vervolgactie van één van de hulpverleningsdiensten. In 9% van de gevallen had dit een multidisciplinair karakter en kwamen de diensten gezamenlijk in actie. Het GMC is verantwoordelijk voor het systeem- en netwerkbeheer, telefonie, radioverkeer (C2000) en het functioneel applicatiebeheer. In dit kader programmeert, repareert en beheert het GMC bijvoorbeeld meer dan 3.400 mobilofoons, portofoons en pagers (alarmontvangers) Jaarverantwoording 2009

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Klant- en resultaatgericht beheer van het GMC ter ondersteuning van het doelmatig en effectief functioneren van politie, brandweer en ambulancehulpverlening in Brabant- Noord. exploiteren van gebouw en technische infrastructuur; genereren van managementinformatie ten behoeve van een adequate taakuitoefening; ontwikkelen, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van beleid met betrekking tot de exploitatie van gebouw, technische infrastructuur en managementinformatie; inrichten en uitvoeren van de controlefunctie van het GMC gericht op de doelmatige en rechtmatige uitvoering van de aan het GMC opgedragen taken. Gebouw en technische infrastructuur Het GMC maakt gebruik van een eigen technische infrastructuur, welke binnen het rekencentrum wordt geëxploiteerd. Ondersteuning wordt gegeven aan het LAN-beheer, het telecommunicatiebeheer binnen het GMC en het volledige C2000 beheer voor de partners GGD/RAV, Brandweer Brabant Noord en Politie Brabant Noord. Deze ondersteuning wordt zowel bij het dagelijks gebruik als bij operationele acties verzorgd. Bij calamiteiten, grip en andere opschalingsituaties wordt 24-uurs ondersteuning op de GMC-locatie verzorgd. 40 voor semafoniecommunicatie is P2000 in gebruik genomen; het authenticatiebeveiligingsniveau C2000 is in mei 2009 integraal voor alle hulpverleningsdiensten geactiveerd; er is een begin gemaakt met de vervanging van de portofoons van de RAV. Hierbij wordt verdere standaardisering doorgevoerd, hetgeen de kwaliteit van het beheer bevordert; alle portofoons zijn geprogrammeerd. De naam van de gebruiker wordt nu zichtbaar op de meldkamer, wat bijdraagt aan een betere statusdiscipline van de gebruiker; i.v.m. de introductie van een nieuw netwerk voor C2000 (VORTEX) is er een update uitgevoerd van de base radio s in de zendmasten; eind 2009 is een begin gemaakt met de werkzaamheden voor een extra C2000 opstelpunt in Grave. Oplevering is voorzien voor medio mei 2010; in verband met de nieuwe districtsindeling zijn een aantal noodzakelijke wijzigingen voorbereid in GMS en mobilofoon- en portofoonprogrammering; het voicelogging-systeem is in maart 2009 vervangen; in september is een nieuw computersysteem voor het Geïntegreerd Meldkamersysteem (GMS) geïmplementeerd; de server voor het alarmeringssysteem Communicator is vervangen; het plaatsbepalingssyteem voor de politievoertuigen maakte aanvankelijk gebruik van Ambunet/Zorgnet van AZN. AZN heeft bepaald, dat Zorgnet een wit netwerk moet zijn. De politie was hierdoor verplicht te migreren naar een ander netwerk (RAM Mobile).; de lease van de telefooncentrales is verlengd en ondersteunende servers zijn vervangen. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang Managementinformatie Het bedrijfsbureau verzorgt de managementinformatie voor de verschillende diensten. Het accent wordt gelegd op informatiemanagement/-voorziening. In 2009 is gestart met de voorbereidingen op de inrichting van een datawarehouse. Hiermee kan gericht worden ingespeeld op vraagstellingen en kunnen trendmatige ontwikkelingen worden onderkend. Naar verwachting vindt in april 2010 een eerste oplevering plaats. Toekomst- en klantgericht beheer en ontwikkeling communicatie- en informatievoorzieningen voor politie, brandweer en ambulancehulpverlening in Brabant-Noord. Aanbieden, instandhouden en doorontwikkelen van onderlinge en vernieuwende communicatie- en informatiemogelijkheden en -voorzieningen voor de doelmatige en effectieve inzet en aansturing van de hulpverleningsdiensten. er is een SLA opgesteld door GMC-beheer met de meldkamers van politie, brandweer en RAV. De SLA wordt begin 2010 door het MT GMC vastgesteld. Hierin wordt per systeem het niveau van de dienstverlening aangegeven; eind 2009 is in opdracht van de veiligheidsdirectie een start gemaakt met de verbouwing van de ruimte voor huisvesting van het regionaal coördinatiecentrum. Bij de verbouwing is rekening gehouden met de invoering van netcentrisch werken. De oplevering staat gepland in maart 2010. fall Back: De implementatie van de fall back voorzieningen is in december 2009 afgerond. Na een testperiode in januari en februari wordt de fall back in per 1 maart 2010 in gebruik gnomen. Na realisatie is de regio Brabant- Noord verzekerd van C2000 (buiten) ontvangst, ook bij uitval van de zone-switch, zoals in 2006 binnen 4 maanden tweemaal is gebeurd; Uitwijk: In geval van gedwongen ontruiming van het GMC wijken de medewerkers uit naar Eindhoven, waar drie meldtafels ter beschikking staan (omgekeerd is er een zelfde regeling). Brabant-Noord heeft vanuit Eindhoven toegang tot alle systemen (incl. C2000). Voor het geval de systemen op het GMC niet meer beschikbaar zijn, was het voornemen om dan gebruik te maken van de landelijke uitwijking (MUST). Eind 2009 is landelijk besloten MUST te beëindigen. De ontbrekende functionaliteit wordt bij voorkeur toegevoegd aan de bestaande uitwijkvoorziening met Zuid-Oost; een onderzoek hiernaar wordt in het eerste kwartaal van 2010 afgerond. 41 Jaarverantwoording 2009

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang 42 Onderzoek naar verdere integratie meldkamerprocessen; in het bijzonder naar de invoering van een front- en backoffice (FO/ BO). Multidisciplinair opleiden en oefenen is op het gewenste niveau. Op kwaliteit gecertificeerde meldkamers. Ontwikkelen van een multidisciplinair oefenen opleidingsplan conform de aanbevelingen van het project Integratie meldkamerprocessen. Borgen van de kwaliteit conform de aanbevelingen van het project Integratie meldkamerprocessen. Gestreefd wordt naar een certificering van de meldkamers. 24 uurs infodesk politie; In 2009 is gestart met de voorbereidingen voor huisvesting van de 24-uurs infodesk van de politie op de meldkamer. De infodesk vergaart informatie uit politiesystemen t.b.v. de eenheden op straat. De infodesk start naar verwachting medio 2010. Doorgifte camerabeelden: Eind 2009 is een eerste verkennend onderzoek gestart naar de mogelijkheid om camerabeelden vanuit de Regionale Toezichtsruimte in Eindhoven te kunnen ontvangen en uitlezen op het GMC. Dit onderzoek wordt uitgebreid naar de ontvangst van (mobiele) beelden vanaf de plaats incident; vervanging ICT platform: Het GMS-cluster is eind september 2009 vervangen. Met de gunning van de overige systemen wordt begin 2010 gestart. De veiligheidsdirectie heeft besloten onderzoek te laten verrichten naar de mogelijkheden en haalbaarheid tot invoering van een geïntegreerde front-office en back-office. Aan KPMG is opdracht verstrekt tot een gefaseerd onderzoek. Na afronding van de eerste en tweede fase is geconcludeerd dat invoering van een front-, backoffice procesmatig mogelijk was. Vervolgens heeft de directie besloten tot de start van de laatste fase van het onderzoek: het vaststellen van de randvoorwaarden; technisch, logistiek, formatief, bouwkundig, juridisch. Uitwerking van fase 3 is gestart in juni 2009. Het eindrapport wordt in januari 2010 opgeleverd. In 2009 is een multidisciplinair oefenbeleidsplan centralisten vastgesteld, onder voorbehoud van financiële dekking. Voor de uitvoering in 2010 en 2011 zijn inmiddels incidentele middelen binnen de bestaande begroting van het GMC gevonden. Voor de uitvoering wordt in deze jaren expertise ingehuurd. Financiering van het multidisciplinair oefenen vanaf 2011 wordt in de loop van 2010 bezien, uiteraard in samenhang met het onderzoek FO/BO en andere lopende ontwikkelingen (bijv. schaalvergroting meldkamerdomein). In 2009 is gestart met een inventarisatie van de huidige kwaliteitsborging. De meldkamer ambulancevoorziening heeft een kwaliteitscertificering. Een vervolgonderzoek vindt plaats nadat de resultaten van het KPMGonderzoek bekend zijn, omdat dit invloed kan hebben op de procesindeling en daarmee op de in te richten kwaliteitsborging. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Doelen 2009 Geplande activiteiten en ontwikkelingen Gerealiseerde activiteiten en afwijkingen in de voortgang De mogelijkheden van schaalvergroting worden in kaart gebracht. De informatiebeveiliging en de kwaliteit van de informatievoorziening zijn op het gewenste niveau. Cie. De Graaf heeft in haar eindrapport geadviseerd de afhandeling van 112-oproepen bovenregionaal te organiseren, waardoor efficiency en flexibiliteit kunnen worden verhoogd. Het ligt voor de hand de meldkamers en de 112-centrale op dezelfde schaal te organiseren. Binnen de bestaande formatie- en budgettaire ruimte wordt onderzocht in hoeverre in 2009: kan worden verder gewerkt aan een informatiebeveiligingsplan; Met het oog op de adequate bereikbaarheid van C2000 voor de hulpverleningsdiensten in grote objecten kan worden verder gewerkt aan een voorstel voor het regionaal Special Coverage Locations-beleid; In 2009 zal verder worden gewerkt aan verbetering van de operationele en managementinformatievoor-ziening. In november 2009 heeft, op initiatief van de regio Brabant Zuidoost een multidisciplinaire conferentie plaatsgevonden over de schaalvergroting van het meldkamerdomein. Dit heeft geresulteerd is een opdracht aan de hoofden meldkamers Zuid 6 om de mogelijkheden voor schaalvergroting nader uit te werken. Deze uitwerking wordt de input voor een vervolgconferentie op 3 maart 2010. Begin 2009 is het informatiebeveiligingsplan opgeleverd. Hierin is het gewenste beveiligingsniveau en een inventarisatie van de bestaande en benodigde maatregelen beschreven. De functie van informatie-beveiligingscoördinator wordt binnen de bestaande formatie geborgd. Special Coverage Locations (SCL) Het C2000 netwerk garandeert geen binnenhuis-dekking. Onlangs zijn de voorbereidingen gestart voor een inventarisatie van bestaande potentiële SCL objecten. Er wordt een voorstel uitgewerkt voor een procedurebeschrijving en mogelijke inrichting van een SCL-loket op het GMC voor de procedurele afhandeling van, door het bevoegd gezag, aangewezen locaties. Dit voorstel wordt begin 2010 aan de veiligheidsdirectie aangeboden. Voornemen is, aansluitend aan de afronding van het FO/BO-onderzoek, een onderzoek te starten naar de informatiebehoeften op verschillende niveaus. Van een aanbodgerichte informatie-voorziening naar een vraaggerichte informatie-voorziening. De gewenste informatie wordt door ondersteunende informatiesystemen verwerkt. Vaststelling van de informatiebehoeften wordt afgestemd met het veiligheidsbureau. 43 Jaarverantwoording 2009

Lasten en baten GMC bedragen x 1.000 Lasten Werkelijk 2008 Begroting 2009 Begroting 2009 Werkelijk 2009 primair na wijziging Huidig personeel 972 1.120 1.120 1.175 Rente 216 264 264 202 Opleiding en vorming 58 50 50 24 Huisvesting 537 541 541 585 Vervoer 11 18 18 16 Verbindingen & automatisering 908 1.325 1.325 870 Operationeel 12 5 5 3 Beheer 115 55 55 87 Overige lasten 14 18 18 15 Totaal lasten 2.843 3.396 3.396 2.977 Baten Huidig personeel 5 12 Rente 38 8 Huisvesting 88 90 90 93 Operationeel 0 94 Overige baten 25 5 Totaal baten 156 90 90 212 Saldo programma s -2.687-3.306-3.306-2.765 44 Algemene dekkingsmiddelen Inwonerbijdrage 1.371 1.429 1.429 1.432 Bijdrage RAV 121 126 126 126 Bijdrage Politie 1.683 1.751 1.751 1.756 Totaal algemene dekkingsmiddelen 3.175 3.306 3.306 3.314 Saldo resultaat voor bestemmingen 488 0 0 549 Dotaties aan reserves Onttrekkingen aan reserves 75 134 Saldo dotaties en onttrekkingen 75 0 0 134 Saldo resultaat na bestemmingen 563 0 0 683 Veiligheidsregio Brabant-Noord

4. Paragrafen In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is voorgeschreven de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten vast te leggen. In dit hoofdstuk worden deze beleidslijnen beschreven. 4.1 Weerstandsvermogen 4.1.1 Weerstandscapaciteit BBN De algemene reserve dient om onvoorziene risico s op te vangen. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2009 615.856. Conform besluit wordt een minimum- en maximumniveau aangehouden van 5% tot maximaal 7% van het exploitatietotaal. Dat betekent dat de bandbreedte tussen de 530.000 en 743.000 (gebaseerd op het exploitatietotaal van 10,61 miljoen in de beleidsbegroting 2009 ná wijzigingen) bedraagt. GHOR De GHOR beschikt niet over een eigen balans. Deze maakt deel uit van de balans van GGD Hart van Brabant. GMC De algemene reserve van het GMC bedraagt 226.000. Ten opzichte van het begrotingstotaal (2009) is dit 6,6%. Daarmee ligt de reserve aan de bovenkant van de bandbreedte die door het bestuur is afgegeven (5 tot 7% van het exploitatietotaal). 45 4.1.2 Risico s BBN Overdracht van taken In 2010 stijgt de BDUR uitkering met een bedrag van ongeveer 1.111.000,-. Voor 2011 is een stijging voorzien van ongeveer 1.640.000. Deze stijging is het gevolg van het bestuursakkoord, uit de circulaire van BDUR 2009 blijkt dat hier een overdracht van taken tegenover staat. Concrete besluiten daarover zijn nog niet genomen en zullen pas na zorgvuldig overleg tot overdracht van taken kunnen leiden, aldus BZK destijds. De over te dragen taken zijn nu bekend en volgens de berekeningen vanuit het platform Finance & Control zal de stijging ontoereikend zijn om de daaruit voortvloeiende kosten te dekken. Op dit moment worden door het netwerk Finance & Control van de NVBR hierover onderhandelingen gevoerd met BZK. Detachering medewerkers Per 31 december 2009 zijn er 11 medewerkers die elders gedetacheerd zijn. Op het moment dat deze overeenkomsten eindigen bestaat er een financieel risico in verband met vaste aanstellingen. In de meeste gevallen is in het detacheringscontract dit risico bij de inlener neergelegd. Er is 1 medewerker deels gedetacheerd bij het GMC en van hem kan het detacheringcontract eenzijdig beëindigd worden. Hier ligt het risico bij Brandweer Brabant-Noord. In 2006, 2007 en 2008 zijn er verschillende detacheringscontracten afgesloten. Op de werkelijke salariskosten zat een opslag van 31%. Deze opslag is substantieel hoger dan de werkelijke Jaarverantwoording 2009

bijkomende kosten (uitvoeringskosten, opleidingen e.d.). In overleg met de inleners, een aantal deelnemende gemeenten, is de opslag teruggebracht naar 10%. Het teveel in rekening gebrachte bedrag wordt geschat op 160.000. Ontwikkelingen compensabele BTW De NVBR onderhandelt namens de Brandweer en de GHOR met het ministerie van financiën en BZK over de gevolgen van de wet op de veiligheidsregio s voor de compensabele BTW. BZK heeft aangegeven dat het niet de bedoeling is dat er extra kosten ontstaan door de vaststelling van de wet op de veiligheidsregio s. De uitkomst is voorlopig de volgende: na de vaststelling van de wet zijn de alarmcentrale (GMC), de GHOR en de crisisbeheersing niet langer compensabel. Als de uitkomst definitief is zal de compensabele BTW opnieuw worden geïndiceerd. BZK zal de gemeenten waarschijnlijk voor de daling van de compensabele BTW compenseren door een extra bijdrage in het gemeentefonds. Hoe dat gaat en of de bijdrage toereikend is, is nog onbekend. Inkomsten milieuklachtenlijn De inkomsten uit de milieuklachtenlijn bedragen zo n 25.000,- per jaar. De provincie Noord- Brabant is van plan een eigen meldkamer op te richten. De genoemde inkomsten komen dan te vervallen terwijl er geen kosten bespaard kunnen worden. Regionalisering In 2009 is de bestuurlijke besluitvorming afgerond om te komen tot volledige regionalisering van de Brandweer in Brabant-Noord. Er zijn nu werkgroepen van start gegaan om verder vorm te geven aan de structuur en inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie. Hierbij zullen we geconfronteerd worden met frixtiekosten en ontvlechtingskosten waar we nu nog onvoldoende zicht op hebben. 46 GHOR Voor de GHOR bestaan er voor zover bekend geen specifieke financiële risico s. GMC Het GMC-pand is in 2009 getaxeerd. Uit het taxatierapport kan worden afgeleid dat de taxatiewaarde van het GMC-pand substantieel lager is ( 2,1 miljoen) dan de boekwaarde. Dit verschil wordt veroorzaakt door de huidige lage marktwaarde van kantoorpanden, het ontwerp en de specifieke voorzieningen die in het GMC-pand zijn aangebracht. De balans is opgesteld op basis van het going concernprincipe, waarbij het latente boekverlies van dit pand niet in de balans tot uitdrukking gebracht. 4.2 Onderhoud kapitaalgoederen BBN Voor het onderhoud van het (brandweer) materieel is het jaarplan uitgevoerd. GHOR Onderhoud heeft conform het logistieke jaarplan ten behoeve van materieel en wagenpark plaatsgevonden. GMC Voor het onderhoud van het pand van het GMC is de meerjarenonderhoudsplanning geactualiseerd. De uitkomsten van deze planning worden momenteel geverifieerd. De dotatie aan de voorziening groot onderhoud is in dit kader niet gewijzigd. Gedurende 2009 zijn enkele schilderwerkzaamheden uitgevoerd en ten laste van de voorziening groot onderhoud verantwoord. Veiligheidsregio Brabant-Noord

4.3 Financiering BBN De liquiditeitspositie per 31 december 2009 is 1.059.271 positief. De schommelingen in de liquiditeitspositie worden veroorzaakt door ontvangstpieken van de inwonerbijdragen (januari/ februari en juli/augustus), de BDUR en het verloop van de investeringen. Door een gunstige liquiditeitspositie en het beheer van de convenantgelden hebben we in 2009 extra rente ontvangen. De kasgeldlimiet in 2009 bedroeg 0,7 miljoen. Treasuryparagraaf bedragen x 1 Kas Waardebonnen Rekening Courant Spaar rekening Totaal Beginstand 396 856.435 0 856.831 1-01-2009 Mutatie 1.931-949.484 1.149.993 202.440 Eindstand 31-12-2009 2.327-93.049 1.149.993 1.059.271 Gemiddeld 523 609.337 923.072 1.532.932 Rentes 0 7.279 22.042 29.322 Rentepercentages 0 1,19% 2,39% 1,91% Kasgeldlimiet en renterisiconorm Op grond van de wet Fido dient de jaarverantwoording inzicht te verschaffen in de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar en de renterisiconorm voor de komende 4 jaar van de organisatie. Bij de berekening is de primaire (programma-) begroting van het betreffende jaar uitgangspunt. Berekening kasgeldlimiet 2009 BBN bedragen x 1.000 Begrotingstotaal 8.729 Percentage 8,2% Kasgeldlimiet 716 Overzicht kasgeldlimiet 1e kwartaal 2009 2e kwartaal 2009 3e kwartaal 2009 4e kwartaal 2009 Gem vlottende schuld 1.300 1.220 922 1.120 Gem vlottende middelen 3.063 2.182 2.744 2.120 47 Gem overschot vlottende middelen 1.763 962 1.822 1.000 Kasgeldlimiet 716 716 716 716 Ruimte onder kasgeldlimiet 2.479 1.678 2.538 1.716 Jaarverantwoording 2009

Berekening Renterisiconorm BBN bedragen x 1.000 Jaar 2010 2011 2012 2013 Begrotingstotaal 9.142 8.828 8.851 9.229 Percentage 20,0% 20,0% 20,0% 20,0% Renterisiconorm 1.828 1.766 1.770 1.846 Overzicht renterisiconorm 2010 2011 2012 2013 Renteherzieningen - - - - Aflossingen - - - - Renterisico - - - - Renterisiconorm 1.828 1.766 1.770 1.846 Ruimte onder renterisiconorm 1.828 1.766 1.770 1.846 GHOR De GHOR heeft geen aparte liquiditeitspositie. De kas- en bankmutaties lopen volledig via de rekeningen van GGD Hart voor Brabant. 48 GMC Uit de balans kan worden afgeleid dat de vaste activa van het GMC grotendeels (ultimo 2009 voor 93 %; ultimo 2008 98 %) met langlopende middelen zijn gefinancierd, namelijk met eigen vermogen, de voorziening groot onderhoud en een langlopende lening. Ultimo 2009 bedroeg het tegoed in rekening-courant 469.000. Over dit tegoed wordt rente verrekend. Gedurende 2009 is dit tegoed gedaald onder invloed van investeringen en de terugbetaling van een deel van het batige saldo over 2008. 4.4 Bedrijfsvoering 4.4.1 Personeel Mobiliteit BBN GHOR GMC Personeel per 1-1-2009 52,2 9,8 14,0 Personeel in dienst 3,1 5,0 Personeel uit dienst 3,0 2,0 Personeel per 31 december 2009 52,3 12,8 14,0 BBN Naast deze formatie zijn per 31 december 2009 10 personen in de regio gedetacheerd bij de gemeenten Sint Michielsgestel, Maasdonk, Oss, Schijndel, Sint Oedenrode en de districten Land van Cuijk en Landerd-Uden-Veghel. Ook is 1 persoon gedetacheerd bij het ministerie van BZK. Intern is 1 persoon van functie gewijzigd. (interne mobiliteit) en is 1 persoon aangesteld als programmamanager van het veiligheidsbureau. GHOR Binnen het GHOR bureau zijn er 3 medewerkers met ontslag gegaan. Het betreft hier de volgende functies: medewerker OTO, bureauhoofd en een staffunctionaris kwaliteit. Deze formatie is per juni 2009 ingevuld met een medewerker OTO en bureauhoofd. De staffunctionaris kwaliteit Veiligheidsregio Brabant-Noord

startte per 1 september. Daarnaast is de openstaande formatie van de logistiek medewerker (0.5 fte) per 15-11-2009 ingevuld. Van 1-9-2009 t/m 31-12-2009 is er een projectleider grieppandemie voor 0.5 fte werkzaam geweest. Binnen het GHOR bureau is er in 2009 relatief veel verloop geweest. De oorzaak ligt voornamelijk in persoonlijke motivaties om de overstap naar een andere functie cq organisatie te maken. GMC In totaal zijn 3 medewerkers op langdurige detacheringbasis vanuit BBN en vanuit VtSPN bij het GMC werkzaam. Deze medewerkers zijn in dit overzicht meegenomen. 4.4.2 Ziekteverzuim Ziekteverzuim Soort verzuim in BBN GHOR GMC Kort verzuim (0 t/m 7 dagen) 1,05% 0,46% 0,37% Middellang verzuim (8 t/m 42 dagen) 1,06% 0,56% 0,61% Lang verzuim (43 t/m 365 dagen) 1,76% 7,53% Langdurig verzuim (366 t/m 999 dagen) 8,86% Verzuim totaal (exclusief zwangerschap) 3,87% 8,55% 9,84% BBN Het gemiddeld ziekteverzuim is nog steeds laag hoewel het wel wat is toegenomen ten opzichte van 2007 (2,1%) en 2008 (2,27%). Het landelijk ziekteverzuim is 4,3% en bij de overheid 5,6%. Het lang verzuim is niet werkgerelateerd. Inclusief zwangerschapsverlof zou het ziekteverzuimpercentage 5,02% bedragen. GHOR Het ziekteverzuim binnen de GHOR BN is in 2009 hoger geweest dan normaal. Met een gemiddelde verzuimpercentage van 8.55% ligt dit boven de norm. Het betreft hier 2 langdurig ziekteverzuimtrajecten binnen een klein team medewerkers. Hierdoor stijgt het percentage direct aanzienlijk. Deze 2 casuïstieken zijn opgepakt en lopen. Interventies zijn ingezet. De meldingsfrequentie binnen het GHOR bureau is 1,1. Dit betekent dat er sprake is van een normale frequentie en dat het hoge verzuimpercentage ook direct te herleiden is naar de 2 medewerkers die langdurig zijn uitgevallen. 49 GMC Het ziekteverzuim van het GMC was gemiddeld 9,84%. Dit komt met name door langdurig verzuim bij de afdeling ICT - beheer wat niet werkgerelateerd is. Dit langdurig verzuim is naar verwachting het eerste kwartaal 2010 opgelost. 4.4.3 Formatie in fte s Formatie omvang Fte s BBN GHOR GMC Begroot 56,72 9,80 14,50 Gerealiseerd per 31-12-2009 52,32 9,96 14,40 Verschil 4,40-0,16 0,10 BBN De vacatureruimte binnen de afdelingen is grotendeels gebruikt voor tijdelijke inhuur. In verband met de aanstaande regionalisering van de brandweer wordt kritisch omgegaan met het invullen van vacatures. Jaarverantwoording 2009

Vooruitlopend op de vorming van de regionalisering van de brandweer zijn tijdelijk een tweetal functies ingevuld bij ICT en communicatie. Vacatures BBN Sectorhoofd M&B 1,00 Teamleider opleidingen 1,00 Deskundigheidsmedewerker kwaliteitszorg 1,00 Diverse openstaande vacatures 1,40 4,40 Op 1 maart 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) van kracht geworden. Hierin is bepaald een instelling die overwegend uit publieke middelen zijn gefinancierd jaarlijks het inkomen per functie moet publiceren indien dit inkomen uitgaat boven dat van de Minister (artikel 6 WOPT). Bij Brandweer Brabant-Noord zijn geen personen in dienst waarbij dit van toepassing is. GHOR Productiviteit personeel: Binnen de GHOR Brabant-Noord heeft er zich het afgelopen jaar een vrij grote mate van wisseling van medewerkers voorgedaan. Deze functies zijn inmiddels weer ingevuld. Een aantal functies (zoals communicatie) wordt door een andere partij ingevuld en valt onder de flexibele formatie. 50 GMC In het overzicht zijn ook de 3 fte s opgenomen, die door middel van langdurige detachering vanuit BBN en VtSPN (ICT-dienstverlener voor de Nederlandse Politie) worden ingevuld. 4.4.4 Rechtmatigheid Het geactualiseerde controleprotocol voor 2009 voor de Veiligheidsregio Brabant Noord is door het Algemeen Bestuur in de vergadering van 11 november 2009 vastgesteld. Uitvoering van de interne controleplannen heeft per kolom plaatsgevonden. BBN Vanuit de interne controle zijn geen significante onrechtmatigheden gesignaleerd. GHOR De GHOR sluit aan bij de systematiek van de GGD Hart voor Brabant. GMC De interne controleplannen zijn recent uitgevoerd. Veiligheidsregio Brabant-Noord

5. Jaarrekening 5.1 Programmarekening Totaaloverzicht Financiën Werkelijk 2008 Begroting 2009 primair Begroting 2009 na wijziging bedragen x 1.000 Werkelijk 2009 Lasten BBN risicobeheersing 2.712 2.926 3.418 3.325 BBN operationele voorbereiding 3.766 3.505 3.568 3.504 BBN best.- en manag.ondersteuning 2.621 2.298 3.624 3.184 GHOR 2.280 2.394 2.377 2.459 GMC 2.843 3.396 3.396 2.977 14.222 14.519 16.383 15.449 Baten BBN risicobeheersing 497 538 602 602 BBN operationele voorbereiding 2.369 2.092 2.254 2.158 BBN best.- En manag.ondersteuning 1.883 703 1.216 1.232 GHOR 162 188 136 287 GMC 156 90 90 212 5.067 3.611 4.298 4.491 Saldo programma s 9.155-10.908-12.085-10.958- Algemene dekkingsmiddelen BBN inwonerbijdrage 3.485 3.742 3.742 3.751 BBN bdur 1.748 1.691 1.789 1.789 GHOR inwonerbijdrage 1.188 1.260 1.260 1.263 GHOR bdur 959 946 981 1.030 GMC inwonerbijdrage 1.371 1.429 1.429 1.432 GMC bijdrage ggd 121 126 126 126 GMC bijdrage politie 1.683 1.751 1.751 1.756 10.555 10.945 11.078 11.147 Resultaat voor bestemming 1.400 37 1.007-189 51 Dotatie aan reserves Bbn risicobeheersing 241 93 149 149 Bbn operationele voorbereiding 286 248 248 Bbn best.- En manag.ondersteuning 783 128 128 Ghor GMC Subtotaal dotaties 1.310 93 525 525 Onttrekking aan reserves BBN risicobeheersing 137 56 453 360 BBN operationele voorbereiding 313 327 289 BBN best.- En manag.ondersteuning 110 752 384 GHOR GMC 75 134 Subtotaal onttrekkingen 635 56 1.532 1.167 Saldo resultaatbestemming 675-37- 1.007 642 Netto resultaat na resultaatbestemming 725 - - 831 Jaarverantwoording 2009

5.2 Balans Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. De GHOR heeft geen complete balans, het saldo is als sluitpost opgenomen. Geconsolideerde balans Veiligheidsregio 2009 bedragen x 1.000 Activa 31-12-08 31-12-09 Passiva 31-12-08 31-12-09 Vaste activa Vaste passiva Materiele vaste activa Eigen vermogen Investeringen met een Algemene reserve 709 842 economisch nut 8.677 8.324 Bestemmingsreserves 2.039 1.626 Financiële vaste activa 158 147 Te verdelen resultaat 725 831 Voorzieningen 713 815 Langlopende schulden 4.607 4.319 Totaal vaste activa 8.835 8.471 Totaal vaste passiva 8.793 8.433 52 Vlottende activa Vlottende passiva Uitzettingen < 1 jaar Schulden < 1 jaar Debiteuren 593 611 Crediteuren 1.088 921 Liquide middelen Liquide middelen Kas 1 2 Bank- en girosaldi 884 1.106 Bank- en girosaldi Rekeningcourant GGD Rekeningcourant GGD Rekeningcourant Politie 834 470 Rekeningcourant Politie Overlopende activa Overlopende passiva Vorderingen op 144 165 Voorschotten op 167 255 specifieke uitkeringen specifieke uitkeringen Overige activa 317 279 Overige passiva 1.560 1.495 Totaal vlottende activa 2.773 2.633 Totaal vlottende passiva 2.815 2.671 Totaal generaal 11.608 11.104 Totaal generaal 11.608 11.104 Veiligheidsregio Brabant-Noord

BBN Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel brandweer. BBN Balans 2009 bedragen x 1.000 Activa 31-12-08 31-12-09 Passiva 31-12-08 31-12-09 Vaste activa Vaste passiva Materiele vaste activa Eigen vermogen Investeringen met een Algemene reserve 483 616 economisch nut 3.179 2.673 Bestemmingsreserves 1.771 1.263 Financiële vaste activa 158 147 Te verdelen resultaat 133 27 Voorzieningen 583 674 Totaal vaste activa 3.337 2.820 Totaal vaste passiva 2.970 2.580 Vlottende activa Vlottende passiva Uitzettingen < 1 jaar Schulden < 1 jaar Debiteuren 540 591 Crediteuren 826 871 Liquide middelen Liquide middelen Kas 1 2 Bank- en girosaldi 856 1.057 Bank- en girosaldi Overlopende activa Overlopende passiva Vorderingen op specifieke uitkeringen 144 165 Voorschotten op specifieke uitkeringen 167 255 Overige activa 317 279 Overige passiva 1.232 1.208 Totaal vlottende activa 1.858 2.094 Totaal vlottende passiva 2.225 2.334 Totaal generaal 5.195 4.914 Totaal generaal 5.195 4.914 Niet uit balans blijkende contracten per 31 december 2009 met een contractwaarde > 10.000 per jaar Organisatie Taak Contractwaarde per jr Loopptijd Einddatum ADMS Drie oefensystemen NIFV 53.400 3 jaar 01-09-2012 Brandweer Limburg Noord BRZO convenant 25.428 1 jaar 31-12-2010 Centraal Beheer Achmea Verzekeringen 53.137 1 jaar 31-12-2010 Deloitte Accountantscontrole 14.280 1 jaar 31-12-2010 Dolmans Facilitaire diensten Schoonmaakwerkzaamheden 15.684 1 jaar 31-12-2010 Gemeente Den Bosch Salarisadministratie 42.653 1 jaar 31-12-2010 GGD Hart voor Brabant DVO Veiligheidsregio 71.774 1 jaar 31-12-2010 Innova investments Huur pand Orthenseweg 2b 172.633 5 jaar 31-12-2014 Juvans Inkoop receptiediensten 10.285 1 jaar 31-12-2010 KPN Contract vaste telefonie 14.241 < 1 jaar 31-12-2010 Ricoh Onderhoud printcopiërs 11.427 1 jaar 31-12-2010 TNT Portikosten 12.201 < 1 jaar 31-12-2010 Vodafone Mobiele telefoons 34.316 2 jaar 31-12-2010 Zenitel Onderhoud C2000 35.213 < 1 jaar 31-12-2010 53 Jaarverantwoording 2009

GHOR De boekwaarde van de activa GHOR Brabant-Noord bedraagt per 31-12-2009 226.730. GHOR Balans 2009 bedragen x 1.000 Activa 31-12-08 31-12-09 Passiva 31-12-08 31-12-09 Vaste activa Materiele vaste activa Investeringen met een economisch nut Vaste passiva Eigen vermogen Algemene reserve 141 227 Bestemmingsreserves 29 Financiële vaste activa Te verdelen resultaat 29 121 Voorzieningen Totaal vaste activa 141 227 Totaal vaste passiva 29 150 Vlottende activa Uitzettingen < 1 jaar Debiteuren Vlottende passiva Schulden < 1 jaar Crediteuren Liquide middelen Kas Bank- en girosaldi Bank- en girosaldi Liquide middelen Overlopende activa Overlopende passiva Balanssaldo GHOR bij 112 77 GGD Totaal vlottende activa 0 0 Totaal vlottende passiva 112 77 54 Totaal generaal 141 227 Totaal generaal 141 227 Evenals voorgaand jaar zijn geen balansgegevens van de GHOR beschikbaar. Omdat GHOR Brabant-Noord administratief gezien onderdeel uitmaakt van de GGD Hart voor Brabant zijn de balansposten debiteuren, crediteuren, bank etc. niet af te leiden. Veiligheidsregio Brabant-Noord

GMC Onderstaande balans geeft de balanspositie weer van het onderdeel GMC. GMC Balans 2009 bedragen x 1.000 Activa 31-12-08 31-12-09 Passiva 31-12-08 31-12-09 Vaste activa Vaste passiva Materiele vaste activa Eigen vermogen Investeringen met een Algemene reserve 226 226 economisch nut 5.357 5.424 Bestemmingsreserves 268 334 Te verdelen resultaat 563 683 Voorzieningen 130 141 Langlopende schulden 4.607 4.319 Totaal vaste activa 5.357 5.424 Totaal vaste passiva 5.794 5.703 Vlottende activa Vlottende passiva Uitzettingen < 1 jaar Schulden < 1 jaar Debiteuren 53 20 Crediteuren 262 50 Liquide middelen Liquide middelen Kas Bank en girosaldi 28 49 Bank en girosaldi Rekeningcourant Politie 834 470 Rekeningcourant Politie Overlopende activa Overlopende passiva 216 210 Totaal vlottende activa 915 539 Totaal vlottende passiva 478 260 Totaal generaal 6.272 5.963 Totaal generaal 6.272 5.963 55 Jaarverantwoording 2009

5.3 Toelichtingen Programmarekening en Balans 5.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling BBN De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en derhalve lineair. Rente en afschrijving worden berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Omdat FLO onttrekkingen jaarlijks verschillen van volume is het geoorloofd daarvoor een FLO voorziening te treffen. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, wordt geen voorziening getroffen. GMC De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de historische kosten. De op de materiële activa toegepaste afschrijvingen zijn gebaseerd op bedrijfseconomische uitgangspunten, wat betekent dat de methode van afschrijving wordt bepaald door het verloop van de waardevermindering van het actief. Dit is in het algemeen naar tijdsbeslag en derhalve lineair. Rente en afschrijving worden berekend met ingang van de datum van de ingebruikname van het actief. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Voor aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen waarvan het volume jaarlijks gelijk blijft, is geen voorziening getroffen. 56 Het GMC-pand is in 2009 getaxeerd. Uit het taxatierapport kan worden afgeleid dat de taxatiewaarde van het GMC-pand substantieel lager is ( 2,1 miljoen) dan de boekwaarde. Dit verschil wordt veroorzaakt door de huidige lage marktwaarde van kantoorpanden, het ontwerp en de specifieke voorzieningen die in het GMC-pand zijn aangebracht. De balans is opgesteld op basis van het going concernprincipe, waarbij het latente boekverlies van dit pand niet in de balans tot uitdrukking is gebracht. 5.3.2 Toelichting Programmarekening Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de jaarrekening de realisatie wordt vergeleken met de begroting. Daarbij moet de primaire begroting en de begroting na wijziging worden gepresenteerd. Op 11 november 2009 heeft het Algemeen Bestuur de laatste begrotingswijziging voor 2009 van Veiligheidsregio Brabant-Noord goedgekeurd. 5.3.3 Toelichting op balans per 31 december 2009 ACTIVA De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van meer dan een jaar kunnen als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa BBN Gedurende het boekjaar is voor 266.068 geïnvesteerd. De grootste investeringen zijn gedaan voor ICT ad 111.565 en bij verbindingsmiddelen 84.111. De aanschaf van een haakarmvoertuig (met subsidie BZK) zal in 2010 in combinatie met de geplande aanschaf van 2 haakarmchassis plaatsvinden. De aanschaf van 3 dienstauto s wordt doorgeschoven naar 2010 waarbij nut en noodzaak met het oog op de regionalisering kritisch zal worden bezien. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Financiële vaste activa BBN De financiële vaste activa betreft de financiële bijdragen voor het opwaarderen van een hulpverleningsvoertuig van HV2 tot HV1 van de gemeente Heusden en de gemeente Cuijk. Het verloop van de activa in 2009 kan als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa BBN bedragen x 1 Boekwaarde 31-12-2008 Investeringen/ desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2009 Bouwkosten Orthenseweg 2B 449.606 39.381 410.225 Inventaris 132.167 20.162 112.005 Hard- en Software 324.363 111.565 116.747 319.181 Overige Materieel 86.408 5.171 11.859 79.720 Regiovoertuigen 234.442 32.823 65.211 202.054 Haakarmvoertuig 678.337 70.684 607.653 Inventaris regiovoertuigen 0 18.237 1.954 16.283 Uitruk- en uniformkleding 562 81 481 Verbindingen 34.681 10.606 24.075 Mobilofoons 318.410 22.360 103.098 237.672 Portofoons 307.812 29.026 106.374 230.464 Headsets 89.689 89.689 0 VDO Dayton 199.838 60.570 139.268 Semafoons/Pagers 301.039 32.725 67.773 265.991 OGS/ WVD 19.677 4.518 15.159 Planvorming meetpalen 0 14.161 1.652 12.509 Opleidingen 1.856 1.309 547 (software/ materieel) Materiële vaste activa 3.178.887 266.068 771.668 2.673.287 57 Financiële vaste activa BBN bedragen x 1 Boekwaarde 31-12-2008 Investeringen/ desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2009 Financiële bijdrage 158.194 11.333 146.861 HV1 voertuigen Financiële vaste activa 158.194 0 11.333 146.861 Totaal vaste activa 3.337.081 266.068 783.001 2.820.148 Vaste activa GMC Gedurende 2009 is voor 491.475 geïnvesteerd. De investeringen vallen lager uit dan geraamd. Dit houdt verband met het nog niet integraal kunnen effectueren van nieuw beleid/uitbreidingsinvesteringen. Het verloop kan als volgt worden gespecificeerd: Vaste activa GMC bedragen x 1 Boekwaarde 31-12-2008 Investeringen/ desinvesteringen Afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2009 5.357.076 491.475 424.152 5.424.399 Jaarverantwoording 2009

Investeringskredieten en investeringen GMC bedragen x 1 Onderwerp 3.33 Opleiding en vorming Toegekend krediet A B C D E F Besteed t/m voorgaand boekjaar Restant krediet begin boekjaar Besteed bedrag in boekjaar Totaal besteed t/m boekjaar Restant krediet 3.34 Huisvesting 0 0 37 31 31 6 - Grond 3.35 Vervoer - Gebouwen 15 15 - Installaties 0 - Inventaris 22 31 31-9 - Onderhanden werk 3.36 Verbindingen & 40 61 1.109 452 513 636 automatisering - Infrastructuur GMC 40 61 1.109 452 513 636 - Investeringen C2000 3.37 Geweldmiddelen en uitrusting 3.38 Operationele aktiviteiten 3.39 Beheer 25 8 8 17 3.310 Overige vaste activia Totaal 65 61 1.146 491 552 659 Vlottende activa De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van een jaar of minder kunnen als volgt worden gespecificeerd: 58 Vlottende activa BBN bedragen x 1 Soort vordering Saldo per 31-12-2008 Saldo per 31-12-2009 Vorderingen openbare lichamen 524.071 541.547 Overige vorderingen 16.153 48.882 Totaal 540.224 590.429 Vlottende activa GMC bedragen x 1 Soort vordering Saldo per 31-12-2008 Saldo per 31-12-2009 Vooruitbetaalde posten 36.643 18.591 Nog te ontvangen posten 16.588 1.191 Totaal 53.231 19.782 Er zijn geen oninbare vorderingen. De vooruitbetaalde posten hebben grotendeels betrekking op telematicaposten en ICT support. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen kent de volgende componenten: Liquide middelen BBN bedragen x 1 Soort saldo Saldo per 31-12-2008 Saldo per 31-12-2009 Kassaldi 396 2.327 Rekening-courant saldi 856.438 1.056.752 Girosaldi -3 192 Totaal 856.831 1.059.271 Liquide middelen GMC bedragen x 1 Soort saldo Saldo per 31-12-2008 Saldo per 31-12-2009 Kas 250 250 Banksaldi 27.561 48.822 Rekening-courant Politie 834.203 470.250 Totaal 862.014 519.322 Overlopende activa Onderstaande specificatie geeft de opbouw van de saldi weer: Overlopende activa BBN bedragen x 1 Specifieke uitkeringen Saldo 31-12-2008 Vermindering 2009 Vermeerdering 2009 Saldo 31-12-2009 BZK subsidie opleiding 12.500 12.500 BZK subsidie multidisciplinair oefenen 19.511 19.511 - BZK subsidie Haakarmvoertuig 28.000 28.000 Subsidie Brabant Veiliger 80.000 80.000 124.750 124.750 TMO subsidie 3.865 3.865 - Totaal vorderingen 143.876 103.376 124.750 165.250 specifieke uitkeringen 59 Nog te ontvangen Saldo 31-12-2008 Saldo 31-12-2009 Dubieuze debiteuren 7.170 Rente 13.687 22.102 Brandmeldinstallaties 22.448 35.362 Doorbelasting Gemeenten 30.158 Diversen (incl. tussenrekeningen) 12.062 13.945 55.367 101.567 Nog te ontvangen opleidingen Gemeente/NVBR/Nibra/BZK 65.389 78.176 65.389 78.176 Vooruitbetaald Diverse verzekeringen 61.679 1.573 Huur pand 42.757 Diversen 8.074 563 112.510 2.136 Vooruitbetaald opleidingen Opleidingen modulair 84.186 93.042 Voorfinanciering ESF 3 4.000 84.186 97.042 Totaal overige activa 317.452 278.921 Jaarverantwoording 2009

Overlopende Activa GMC Niet van toepassing. PASSIVA Eigen vermogen Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten: Eigen vermogen BBN bedragen x 1 Soort saldo Saldo per 31-12-2008 Saldo per 31-12-2009 Algemene reserve 483.165 615.856 Bestemmingsreserves 1.770.765 1.262.741 Nog te bestemmen resultaat 132.692 27.168 Totaal 2.386.622 1.905.765 Eigen vermogen GMC bedragen x 1 Soort saldo Saldo per 31-12-2008 Saldo per 31-12-2009 Algemene reserve, 21 gemeenten 101.999 101.999 Algemene reserve, Politie 124.666 124.666 Bestemmingsreserves 267.021 333.656 Nog te bestemmen resultaat GMC, 21 gemeenten 188.600 264.772 Nog te bestemmen resultaat GMC, Politie 230.512 323.610 Nog te bestemmen resultaat C2000, 21 gemeenten 86.385 56.784 Nog te bestemmen resultaat C2000, Politie 57.590 37.856 Totaal 1.056.773 1.243.343 60 Analoog aan de begroting is bij het GMC onderscheid gemaakt tussen het GMC sec en C2000. Het batig saldo ad 683.000 is, analoog aan de verdeelsleutels in de begroting (45/55 respectievelijk 60/40 gemeenten/politie) verdeeld. Reserves Reserves BBN bedragen x 1 Omschrijving Saldo 31-12-08 Dotaties Onttrekkingen Vrijval Resultaat 2009 Saldo 31-12-09 Algemene reserve 483.165 1 132.692 615.856 483.165 - - 1 132.692 615.856 Te verdelen resultaat 2008 132.692 132.692- - Te verdelen resultaat 2009 27.168 27.168 Bestemmingsreserves: Vervanging regionale voertuigen 15.322 10.215 5.107 Huisvesting 450.543 46.251 404.292 Rampenbestrijding 204.848 91.949 112.899 Repressie Bijstand 29.813 75.875 31.000 74.688 (GWT/THV/OGS/COH) Uniformkleding 40.000 40.000 - Realistisch oefenen 219.571 73.184 236.827 55.928 BZK Materieel haakarmvoertuig 140.000 140.000 Kwaliteitsverbetering 46.180 248.372 193.138 101.414 brandweeronderwijs Convenantsgelden 624.488 127.661 383.736 368.413 veiligheidsregio Subtotaal 1.770.765 525.092 1.033.116 - - 1.262.741 Totaal reserves 2.386.622 525.092 1.033.116 1 27.168 1.905.765 Veiligheidsregio Brabant-Noord

Algemene reserve BBN De algemene reserve dient om onvoorziene risico s op te vangen. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2009 615.856. Conform besluit wordt een minimum- en maximumniveau aangehouden van 5% tot maximaal 7% van het exploitatietotaal. Dat betekent dat de bandbreedte tussen de 530.000 en 743.000 (gebaseerd op het exploitatietotaal van 10,61 miljoen in de beleidsbegroting 2009 ná wijzigingen) bedraagt. Resultaat BBN Het resultaat over 2008 bedroeg 132.692 voordelig. Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met een toevoeging van dit resultaat aan de algemene reserve waardoor deze per 31-12-2009 615.856 bedraagt. Een voorstel voor de resultaatverdeling 2009 ad 27.168 voordelig zal aan het bestuur worden voorgelegd. Bestemmingsreserves BBN Reserve vervanging regionale voertuigen BBN Deze reserve heeft als bestemming gedurende de 10 opeenvolgende jaren tot en met 2010 gefaseerd de kapitaallasten van het chassis incl. de diverse schuimblushaakarmbakken te dekken. Dit jaar is 10.215 onttrokken. In 2010 wordt het restant ad 5.107 onttrokken. Reserve huisvesting BBN Deze reserve is in 2007 gevormd ter dekking van de kapitaallasten van de huisvestingskosten van het pand Orthenseweg s Hertogenbosch (AB 23 06 2004). De reserve is toereikend voor de dekking van deze kapitaallasten. Aan het einde van de afschrijvingstermijn resteren er geen middelen in de reserve. Reserve rampenbestrijding BBN Ten laste van deze reserve worden de kosten van de programmamanager voor het veiligheidsbureau gebracht. Eind 2010 zal de reserve naar verwachting komen te vervallen. 61 Reserve repressie bijstand (GWT/THV/OGS/COH) Het bestuur heeft in 2008 ingestemd met de vorming van de bestemmingsreserve repressie vergoedingen bijstand om de lasten gelijkmatig over de jaren te kunnen verdelen. In 2008 en 2009 wordt 25.875 incidenteel extra per jaar gestort om een risicobuffer te vormen. De jaarlijkse structurele storting is met ingang van 2008 vastgesteld op 50.000 (geïndexeerd). Het plafond van de voorziening is vastgesteld op 125.000. In 2009 is 31.000 uitgegeven ten laste van de reserve. Reserve uniformkleding BBN Vanuit het resultaat over 2006 is 40.000 bestemd voor het vormen van deze reserve. Het betreft de eenmalige vervanging van het oude model voor het nieuwe. De aanschaf van de nieuwe uniformenkleding heeft plaatsgevonden in 2009 waarmee de reserve is komen te vervallen. Reserve realistisch oefenen BBN Deze reserve is bedoeld voor de vierjaarlijkse operationele training officieren. Jaarlijks wordt 73.184 (prijsgeïndexeerd) gedoteerd aan de reserve. Eenmaal in de vier jaar wordt de reserve aangewend ter dekking van de werkelijke uitgaven. De 1e onttrekking heeft in 2009 plaatsgevonden ad 236.827. Reserve materieel BZK Ter vervanging van materieel brandweercompagnieën is eind 2007 een beschikking van 140.000 van BZK ontvangen, van BZK is een voorschot van 112.000 ontvangen. Deze middelen zijn bestemd voor de vervanging van een haakarmvoertuig uit één van de compagnieën in 2008. BZK hanteert een afschrijftermijn van 20 jaar. De investering zal worden geactiveerd. Jaarverantwoording 2009

Ter dekking van de afschrijving zal jaarlijks 1/20e deel van reserve vrijvallen ten gunste van de exploitatie. Het bestuur heeft ingestemd met de vorming van de reserve materieel BZK ter dekking van de afschrijving haakarmvoertuig brandweercompagnie. Daarmee blijft de investering en de bijdrage van BZK zichtbaar over gebruiksduur. De aanschaf van het haakarmvoertuig zal in 2010 plaatsvinden. Reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs Voor de periode september 2005 tot en met december 2007 heeft Brandweer Brabant Noord, via de NVBR, een aanvraag ingediend voor ESF subsidie. Daarnaast kan er jaarlijks tot en met 2013 een nieuwe aanvraag voor ESF subsidie worden ingediend. De gelden die hierbij beschikbaar komen worden besteed aan de verbetering van het brandweeronderwijs. Op 2 april 2008 heeft het algemeen bestuur ingestemd met de vorming van de reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs en wel om de volgende drie redenen: De inkomsten lopen door de jaren heen niet gelijk aan de uitgaven; Doel is de ESF gelden specifiek te besteden aan Kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs; De hoogte van de middelen en het moment van vaststellen van de subsidie is vooraf niet exact bekend. In 2009 werd 193.138 aan de reserve onttrokken en vond een dotatie plaats ad 248.372. 62 Reserve convenantgelden Veiligheidsregio Naar aanleiding van de ondertekening van het convenant Veiligheidsregio 2008 2009 d.d. 9 juli 2008, heeft BZK de Veiligheidsregio een incidentele bijdrage van 1.468.765 toegezegd. Inmiddels is 50% van dit bedrag ontvangen 734.382,50. De uitgaven zullen in de periode 2008 2010 plaatsvinden. Het bestuur heeft ingestemd met de vorming van de reserve Convenantgelden Veiligheidsregio en de reserve in te zetten voor de totstandkoming van de in het convenant genoemde doelstellingen. In 2009 is door het AB besloten tot een extra dotatie ad 127.661 uit vrijgevallen voorzieningen bij BBN. Reserves GHOR bedragen * 1 Omschrijving Saldo 31-12-2008 Dotaties Onttrekkingen Resultaat 2008 Saldo 31-12-2009 Algemene reserve: - - - - - - Te verdelen resultaat 2008 29.575 29.575- - Te verdelen resultaat 2009 120.425 120.425 Bestemmingsreserves: - Reserve opleiden officieren 29.575 29.575 Subtotaal 29.575 29.575-90.850 150.000 - Totaal reserves 29.575 29.575-90.850 150.000 Bestemmingsreserves GHOR Het resultaat van 2008 is in 2009 gereserveerd om extra officieren op te leiden. Door de vele personele wisselingen in 2009 is dit niet haalbaar gebleken. We willen dit bedrag in 2010 aanwenden om alsnog 3 extra officieren op te leiden ( 29.575). Veiligheidsregio Brabant-Noord

Reserves GMC bedragen x 1 Omschrijving Saldo 31-12-2008 Dotaties Onttrekkingen Resultaat 2009 Saldo 31-12-2009 Algemene reserve: 226.665 226.665 226.665 - - - 226.665 Incidentele uitgaven (2006) 39.209 35.470 3.739 Doorontwikkeling GMC (2007) 169.500 230 169.270 Beleidsintensivering GMC (2007) 57.481 57.481 - Doorontwikkeling huisvesting 200.000 40.182 159.818 (2008) Resultaat 2007 811 811 Te verdelen resultaat 2008 563.107 563.089 18 Te verdelen resultaat 2009 683.022 683.022 Bestemmingsreserves: - Subtotaal 830.108 200.000 696.452 683.022 1.016.678 Totaal reserves 1.056.773 200.000 696.452 683.022 1.243.343 Algemene reserve GMC De algemene reserve is opgebouwd uit de voordelige saldi over 2001 t/m 2003. Deze reserve wordt binnen de doelstellingen van het GMC aangewend ter dekking van onvoorziene kosten. Ultimo 2004 is besloten dat de omvang van de algemene reserve maximaal 7% van het lastenvolume mag bedragen. Bestemmingsreserves Het bestuur heeft reeds ingestemd om een deel van de batige saldi uit voorgaande jaren te bestemmen voor incidentele uitgaven, doorontwikkeling van het GMC en beleidsintensivering. Gedurende 2009 is totaal bijna 135.000 in dit kader uitgegeven. Gedurende 2010 zullen resterende bestedingen in dit kader worden besteed en verantwoord. 63 Voorzieningen Voorzieningen BBN bedragen x 1 Omschrijving Saldo 31-12-2008 Dotaties Uitgaven Vrijval Saldo 31-12-2009 FLO 258.290 69.862-80.682 107.746 Detacheringen 160.000 160.000 Personeel 164.583 317.216 75.680 406.119 Totaal voorzieningen 582.873 247.354 156.362-673.865 Voorziening FLO Deze voorziening dient om de kosten van personeel dat met functioneel leeftijdsontslag (FLO) is en/of gaat te kunnen bekostigen. Voorziening Detacheringen In 2006 en 2007 zijn er verschillende detacheringscontracten afgesloten. Op de werkelijke salariskosten zat een opslag van 31%. Deze opslag is substantieel hoger dan de werkelijke bijkomende kosten (uitvoeringskosten, opleidingen en dergelijke). In overleg met de inleners, een aantal deelnemende gemeenten, zal de opslag opnieuw worden bezien, waarbij het teveel in rekening gebrachte zal worden gerestitueerd. Het te restitueren bedrag wordt geschat op 160.000. Jaarverantwoording 2009

Voorziening personeel Deze voorziening is gevormd op basis van afspraken welke met (ex-)personeelsleden gemaakt zijn en die in de toekomst een betalingsverplichting tot gevolg hebben. De voorziening is toereikend voor bestaande afspraken. Voorzieningen GMC bedragen x 1 Omschrijving Saldo 31-12-2008 Dotaties Uitgaven Vrijval Saldo 31-12-2009 Voorziening groot onderhoud 130.030 23.000 11.754 141.276 Totaal voorzieningen 130.030 23.000 11.754-141.276 Voorziening onderhoud Deze voorziening dient om de kosten van groot onderhoud te kunnen dragen zonder dat de bijdrage per inwoner daardoor gaat fluctueren. Aangezien het pand relatief jong is, zijn nog weinig onttrekkingen verantwoord. De uitgaven in 2009 hebben grotendeels betrekking op schilderwerk. Langlopende schulden 64 Langlopende schulden GMC bedragen x 1.000 Nr. Naam geldgever Soort geldlening Datum opname geldlening Looptijd Annuïteit Rente percentage Rente Boekjaar 2008 Datum Bestuursbesluit 1 B.N.G. onderhands 18-12-03 10 jaar Oorspr. Bedrag geldlening Restant geldlening Lang. Schuld 01-01-09 Nieuw aan te trekken geldlening Aflossing 2010 * Restant geldlening Lang. Schuld 31-12-09 n.v.t. 3.100 2.635 n.v.t. 78 2.557 4,46% 120 2 18-12-03 10 n.v.t. 1.600 960 n.v.t. 107 853 4,28% 44 jaar 3 18-12-03 10 n.v.t. 400 160 n.v.t. 40 120 4,08% 8 jaar 4 18-12-03 7 jaar n.v.t. 450 64 n.v.t. 64-3,76% 4 5 24-12-07 3 jaar n.v.t. 500 500 4,63% 23 5.550 4.319-288 4.030 199 288 4.318 * de aflossing heeft betrekking op de aflossingen in 2010, welke onder de balanspost langlopende schulden is gepresenteerd. Vlottende passiva Vlottende passiva BBN Naast de crediteuren per 31 december 2008 826.510 en per 31 december 2009 871.289 bestaat deze post uit de overlopende passiva. Vlottende passiva GMC Naast de crediteuren per 31 december 2008 261.702 en per 31 december 2009 50.000 bestaat deze post uit de overlopende passiva. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Overlopende passiva Voorschotten specifieke uitkeringen BBN bedragen x 1 Saldo 31-12-2008 Vermindering 2009 Vermeerdering 2009 Saldo 31-12-2009 BZK Veiligheidsportal 20.000 20.000 - BZK Kwaliteitszorg 26.906 26.906 - BZK Veiligheidsbureau 2007 27.168 27.168 - Veiligheidsregio 2007/2008 80.493 80.493 - A&O fonds RMD traject 12.991 7.583 5.408 BZK BDUR Incidentele bijdrage 2010-250.000 250.000 Totaal voorschotten specifieke 167.558 162.150 250.000 255.408 uitkeringen Overlopende passiva BBN bedragen x 1 Nog te betalen algemeen 31-12-2008 31-12-2009 Belastingdienst 162.983 187.414 ABP 80.788 61.673 Piketkosten en ROL 237.522 398.524 Personeel 57.555 138.441 Diverse gemeenten 20.639 32.928 Diverse crediteuren 316.008 38.195 Diverse 13.440 3.435 GGD 45.532 888.935 906.142 Nog te betalen opleidingen Opleidingen modulair 18.560 2.651 18.560 2.651 65 Vooruit ontvangen Opleidingen modulair 324.406 298.376 324.406 298.376 Toe te wijzen cash flow Diverse 0 521 0 521 Totaal overige passiva 1.231.901 1.207.690 Overlopende passiva GMC bedragen x 1 31-12-2008 31-12-2009 Nog te betalen posten 216.224 209.654 216.224 209.654 Jaarverantwoording 2009

5.4 Analyse resultaten BBN, GHOR en GMC De resultaten worden hieronder toegelicht. De bedragen worden gevolgd door een I of S, die aangeven of het incidentele of structurele afwijkingen ten opzichte van de begroting betreft. Analyse resultaat 2009 ten opzichte van begroting BBN bedragen x 1000 Nadeel Voordeel I/S 1 RB Salarissen 159 I/S 2 RB Proactie/preventie 40 I 3 RB Planvorming (incl. verrekening reserves) 15 I 4 RB Opleiding en oefenen (incl. verrekening reserves) 55 I/S 5 RB Repressie (incl. verrekening reserves) 63 I/S 6 RB Meldkamer 15 I 7 OV Salarissen 26 I 8 OV Opleidingen (incl. verrekening reserves) 135 I 9 OV Materieel (incl. verrekening reserves) 40 I/S 10 OV Facilitair 34 I 11 OV Verbindingen 18 I 12 BMO Salarissen 12 I 13 BMO Overige personeelskosten 21 I 14 BMO Overige bedrijfskosten 40 I 15 BMO Informatisering en automatisering 12 I 16 BMO Communicatie 36 I/S 17 BMO Kwaliteitszorg 22 I 18 BMO Rente- en bankkosten 24 I 19 AM Inwonerbijdrage 9 I 66 375 402 Per saldo 27 Toelichting 1. De post salarissen levert in totaal (punt 1,7,12) een nadeel op ad 173.000. Dit verschil wordt veroorzaakt een nadelig vacatureresultaat ad 91.000 o.a. door externe inhuur bij proactie en de meldkamer. Om de 24-uurs bereikbaarheid bij de meldkamer te garanderen is er bij het inwerken van nieuwe medewerkers bij personeelswisselingen sprake van een dubbele bezetting waardoor de personeelskosten hoger uitvallen dan geraamd. In de voorziening personeel is in 2009 een storting gedaan ad 140.000 om aan betalingsverplichtingen te kunnen voldoen die voortvloeien uit afspraken welke met (ex-) personeelsleden gemaakt zijn. Op de post extern gedetacheerden ontstond een incidenteel voordeel ad 58.000 door minder kosten. 2. Bij proactie/preventie is een voordeel ontstaan ad 40.000 wat voor het grootste deel is toe te schrijven aan het uitstel van de vervanging van het Openbaar Meld Systeem (OMS). 3. Bij planvorming is een voordeel ontstaan ad 15.000. Belangrijkste oorzaak is het feit dan de gemeente s-hertogenbosch nog geen contract heeft afgesloten voor de calamiteitenuitwijk van de regionale CRIB. Dit start in 2010. 4. Opleiden en oefenen levert na verrekening van reserves een voordeel op ad 55.000. Dit wordt veroorzaakt door de koersdaling van het Engelse Pond en wijzigingen in het oefenprogramma. In verband met de drukke werkzaamheden is besloten om de bestuurlijke oefeningen te spreiden over 2009 en 2010 en zijn minder activiteiten verricht voor gemeentelijke processen en rampbestrijding teams. Veiligheidsregio Brabant-Noord

5. De kosten op de post repressie kunnen sterk fluctueren en zijn afhankelijk van de bijstandsverlening die in een bepaald jaar is verleend. Er is in 2009 sprake van een voordeel ad 63.000 dat mede het gevolg is van lagere declaraties door gemeenten over 2007 en 2008 dan bij de jaarrekening was geraamd. 6. Bij de meldkamer is sprake van een nadeel ad 15.000 wat veroorzaakt wordt door minder inkomsten uit brandmeldinstallaties. 7. Zie toelichting bij punt 1. 8. Opleidingen sluit na verrekening van reserves het jaar af met een nadeel ad 135.000. Dit wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt een afname van het aantal externe cursisten ten opzichte van 2007 en 2008. Daarnaast waren er hogere kosten van vergoedingen aan instructeurs en herexamens. 9. Bij materieel is een voordeel ontstaan ad 40.000. Door de stijgende brandstofprijzen is in 2008 deze post verhoogd. Door de lage brandstofprijzen in 2009 leverde dit een voordeel op van 21.000. De rest van het voordeel wordt veroorzaakt door lagere kapitaallasten door het uitstellen van investeringen en lagere premies voor verzekeringen. Door het kritisch beoordelen van claims in geval van schade is hierdoor voordeel behaald. 10. Bij facilitaire zaken is een incidenteel voordeel behaald ad 34.000. Dit is voor het grootste deel toe te schrijven aan minder onderhoud en vervanging van kleding en uniformen door de aanschaf van de nieuwe uniformen. Verder zijn er weinig kosten geweest voor inventaris en onderhoud van het pand. 11. Verbindingen levert een incidenteel voordeel op ad 18.000. Dit komt door minder onderhoudskosten doordat accu s van de portofoons vernieuwd zijn. Deze kosten zijn geactiveerd en worden in drie jaar afgeschreven. Ook de pagers zijn onlangs vernieuwd en vergen dus nog weinig onderhoud. De opbrengst uit verhuur viel lager uit dan geraamd omdat de verhuurprijzen niet geïndexeerd zijn en de opbrengst van kazernesturingen lager is dan de prijs voor semafoons die voorheen in rekening werden gebracht. 67 12. Zie toelichting bij punt 1. 13. Het incidenteel voordeel ad 21.000 bij overige personeelskosten is ontstaan door een voordeel op reis- en verblijfkosten en minder werving- en selectiekosten voor het invullen van vacatures. 14. Op overige bedrijfskosten is een nadeel van 40.000 ontstaan door een aantal factoren. De belangrijkste oorzaak zijn de uitgaven aan het RMD traject. Door de gewijzigde projectopzet van het Regionaal Management Development traject zijn extra kosten tot een bedrag van 27.000 gemaakt waar geen subsidie tegenover staat en die niet in de begroting zijn opgenomen. 15. De post informatisering en automatisering levert een incidenteel voordeel ad 12.000 op door het afboeken van een verplichting uit voorgaande dienstjaren. 16. De post communicatie levert een voordeel op ad 36.000. In verband met de regionalisering zijn de activiteiten op het gebied van communicatie in 2009 die daarop gericht zijn ten laste van de convenantgelden gebracht. Jaarverantwoording 2009

17. Bij kwaliteitszorg is een voordeel ontstaan ad 22.000. In verband met de regionalisering worden geen audits meer uitgevoerd op de huidige organisatie. 18. Op inkomsten uit rente werd in 2009 een voordeel behaald ad 24.000 door een gunstige liquiditeitspositie en het beheer van de convenantgelden. 19. Hogere ontvangst inwonerbijdrage door stijging van het aantal inwoners in de regio. Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2009 > 50.000 BBN Artikel 28, lid c van het BBV schrijft voor dat in de programmarekening een overzicht wordt opgenomen van de incidentele baten en lasten. De incidentele baten en lasten zijn in onderstaande tabel opgenomen waarmee inzicht ontstaat in hoeverre het resultaat beïnvloed wordt door posten naast de reguliere bedrijfsvoering. 68 Tabel met Incidentele Baten en Lasten 2009 > 50.000 BBN bedragen x 1000 Nadeel Voordeel I/S 1 RB Storting in voorziening beëindiging dienstverband 70 I 2 RB Onttrekking reserve rampenbestrijding 92 I 3 RB Opleiding en oefenen officierstraining 237 I 4 RB Onttrekking reserve realistisch oefenen 237 I 5 OV Uitgaven kwaliteitsvebetering brandweeronderwijs 193 I 6 OV Onttrekking aan reserve kwaliteitsverbetering 193 I brandweeronderwijs 7 OV Inkomsten kwaliteitsvebetering brandweeronderwijs 248 I 8 OV Dotatie reserve kwaliteitsverbetering brandweeronderwijs 248 I 9 BMO Storting in voorziening beëindiging dienstverband 70 I 10 BMO Storting in FLO voorziening 93 I 11 BMO Uitgaven convenantsgelden BZK 384 I 12 BMO Onttrekking reserve convenantsgelden 384 I 13 BMO Subsidie vorming veiligheidsregio 128 I 14 BMO Dotatie reserve convenantsgelden veiligheidsregio 128 I 1.423 1.282 Per saldo -141 Toelichting Het betreft hier voornamelijk de dotaties aan voorzieningen en de verrekeningen met de reserves. Voor een toelichting van de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar hoofdstuk 5.3.3. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Analyse resultaat 2009 ten opzichte van begroting GHOR bedragen x 1000 Nadeel Voordeel I/S 1 Lagere Personeelskosten 81 I/S 2 Hogere huisvestingskosten 71 I 3 Hogere overige bedrijfskosten 52 I 4 Hogere administratiekosten 34 I 5 Hogere opbrengsten (incl. projectopbrengsten) 151 I 6 Hogere rijks- en gemeentelijke bijdrage 52 S 7 Hogere kapitaallasten 6 I 163 284 Per saldo 121 Toelichting 1. Door personele onderbezetting (vooral door het later invullen van de vacatures) en vervanging van vacatures door lager ingeschaald personeel is er een voordeel gehaald ad 81.000. 2. Het huurcontract is van het pand Uden afgekocht in 2009, omdat de GHOR-auto s naar andere locaties zijn ondergebracht. Dit levert een nadeel op ad 71.000. 3. Hieronder zijn de projectkosten van GHOR4All ondergebracht, maar daar tegenover staan extra opbrengsten van de overige partners ( 60.000). Voordeel door lagere inzet van RAV bij open dagen in Volkel ( 8.000). In totaal op deze post een nadeel ad 52.000. 4. Extra aanschaf van een videoscherm op de locatie Den Bosch, die tevens gekoppeld is aan locatie Tilburg en Breda in verband met de samenwerking tussen de 2 GHOR-bureau s van de regio Brabant-Noord en de regio Midden en West-Brabant. Ook zijn er extra softwaremaatregelen getroffen bij de diverse ICT-pakketten. In totaal een nadeel ad 34.000. 69 5. Extra opbrengsten GHOR4All / overige incidentele resultaten ad 73.000 en de verkoop van GHOR auto s ad 29.000. Daarnaast een extra voordeel uit nagekomen baten van voorgaande jaren over de afwikkeling van de FLO-uitkering en de Kiwa-afwikkeling (barometerscan). Deze is niet doorgegaan maar was wel opgenomen bij de jaarrekening 2008. Dit leverde een incidenteel voordeel op ad 49.000. 6. Verhoging van de BDUR-bijdrage ad 52.000, omdat in de begroting er een lagere index was toegepast, maar in de werkelijkheid is er een hogere index ontvangen van het Rijk. 7. Hogere kapitaallasten ad 6.000 door extra afschrijvingen inruil GHOR voertuigen. Jaarverantwoording 2009

Analyse resultaat 2009 ten opzichte van begroting GMC bedragen x 1000 Nadeel Voordeel I/S 1 Personeel 55 I 2 Rente 62 I 3 Opleiding en vorming 26 I 4 Huisvesting 44 I 5 Vervoer 2 I 6 Verbindingen en automatisering 455 I/S 7 Operationeel 2 I 8 Beheer 32 I 9 Overige 3 I 10 Baten 122 I 11 Hogere bijdragen 8 S 12 Onttrekkingen aan bestemming 134 I 131 814 Per saldo 683 Toelichting 1. De overschrijding van 55.000 (5 %) houdt verband met extra inhuur van personeel i.v.m. een langdurig zieke medewerker en de uitvoering van projecten. De kosten van de overschrijding worden gedekt door opbrengsten van de langdurig zieke medewerker ( 12.000) en onttrekkingen aan de bestemmingsreserves ( 57.000). 70 2. De rentelasten en -baten vallen 62.000 (24 %) lager uit dan geraamd. Dit voordeel vloeit voort uit het uitstel van investeringen, de batige saldi (over 2008 en 2009) alsmede de lagere marktrente. 3. Doordat een aantal ict investeringen later zijn geëffectueerd is gedurende 2009 minder besteed aan opleidingskosten ( 26.000; 52 %). 4. De overschrijding van de huisvestingskosten met 44.000 (8 %) houdt grotendeels verband met de herinrichting van het GMC in 2009. Het financiële nadeel van de overschrijding wordt dan ook voor 32.000 gedekt middels een onttrekking uit de bestemmingsreserve. 5. De kosten van de 2 dienstvoertuigen zijn beperkt ( 2.000) lager dan geraamd. 6. De kosten van verbindingen en automatisering zijn 455.000 (34 %) lager dan geraamd. Dit voordeel vloeit voort uit het uitstel van vervangingsinvesteringen ( 105.000), uitstel van implementatie van nieuw beleid ( 120.000), lagere vaste telefoniekosten ( 60.000), eerste vervangingsvoordelen en lagere overige ICT-kosten (van totaal indicatief 170.000). Het merendeel van dit financieel voordeel heeft een incidenteel karakter en vervalt bij de daadwerkelijke vervanging van apparatuur en de oplevering van de fall back investering. Over de structurele kosten rondom de uitwijk van de meldkamer bestond eind 2009 nog geen betrouwbaar beeld. Het te besteden structurele voordeel van indicatief 80.000 wordt bij het opstellen van de begroting 2011 betrokken. 7. Onder de operationele kosten zijn reiskosten van dienstreizen verantwoord. Deze kosten zijn eveneens binnen de begroting gebleven.

8. De overschrijding van de beheerkosten (van 32.000; 58 %) heeft betrekking op de kosten van een extern onderzoek rondom de integratie van de meldkamerprocessen en in het bijzonder de invoering van een front- en backoffice. Deze overschrijding is financieel afgedekt middels een beschikking over de bestemmingsreserve ( 36.000). 9. De overige kosten zijn eveneens binnen de begroting gebleven ( 3.000; 17 %). 10. De baten zijn 122.000 hoger dan geraamd. Dit financieel voordeel houdt voornamelijk verband met een financieel afwikkelingsverschil over voorgaande jaren van 90.000. De onderhoudskosten van een ICT-contract over de afgelopen 5 jaar zijn niet (meer) in rekening gebracht. Naar verwachting worden deze kosten niet meer in rekening gebracht en is de opgenomen verplichting in deze jaarrekening vervallen. De resterende baten (van totaal 32.000) hebben betrekking op inkomsten van een langdurig zieke medewerker, rente en overige baten. 11. De beperkt hogere bijdragen van gemeenten en politie vloeit voort uit het hoger aantal inwoners. 12. De onttrekking aan de bestemmingsreserve van 134.000 vloeit voort uit de extra kosten van beleidsintensiveringen waarmee het bestuur heeft ingestemd bij de vaststelling van voorgaande jaarrekeningen. 71 Jaarverantwoording 2009

Bijlage 1: Accountantsverklaring Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord s-hertogenbosch Deloitte Accountants B.V. Flight Forum 1 5657 DA Eindhoven Postbus 376 5600 AJ Eindhoven Tel: (040) 2345000 Fax: (040) 2345014 www.deloitte.nl Datum Behandeld door Kenmerk 14 april 2009 drs. A.P.W.M. Scheepers RA 90426-103824-183750/WB/mj Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de jaarverantwoording 2009 in hoofdstuk 5 opgenomen jaarrekening 2009 van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord, bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de programmarekening over 2009 met de toelichtingen, gecontroleerd. 72 Verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder verordeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 213, lid 2 van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en het door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord vastgestelde controleprotocol 2009. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Veiligheidsregio Brabant-Noord

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord heeft gemaakt, een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening, alsmede een evaluatie van het normenkader voor rechtmatigheid zoals vastgesteld door het algemeen bestuur op 11 november 2009. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door het algemeen bestuur bij besluit van 11 november 2009 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2009 als van de activa en passiva per 31 december 2009 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. 73 Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder verordeningen. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Deloitte Accountants B.V. was getekend: drs. A.P.W.M. Scheepers RA Member of Deloitte Touche Tohmatsu. Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853. Jaarverantwoording 2009

Bijlage 2: Single information single audit In het kader van de single information single audit van het ministerie van BZK wordt in deze bijlage de vereiste informatie gegeven. Betaaloverzicht SISA bijlagen bedragen x 1 Rekeningnummer Betaaldatum Omschrijving 681896000 13-01-2009 BDUR Bijdrage 1e kw 2009 670.931,00 681896000 07-04-2009 BDUR Bijdrage 2e kw 2009 670.931,00 681896000 06-07-2009 BDUR Bijdrage 3e kw 2009 670.931,00 681896000 15-09-2009 BDUR LPO 2009 135.066,00 681896000 05-10-2009 BDUR Bijdrage 4e kw 2009 670.932,00 Totaal 2009 BDUR 2.818.791,00 681896000 17-12-2009 Incidentele Bijdrage 250.000,00 Veiligheidsregio 2010 Totaal 2009 Veiligheidsregio 250.000,00 TOTAAL BIJDRAGEN BZK 3.068.791,00 74 Veiligheidsregio Brabant-Noord

Bijlage verantwoordingsinformatie Single information single audit Departement BZK VROM Nummer 7 22B Specifieke uitkering Doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (BDUR) Programma externe veligheid (EV) Juridische grondslag Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en Provinciale beschikking of verordening zware ongevallen (art.10) zware ongevallen (art. 8) Ontvanger Veiligheidsregio s Gemeenten (SiSa tussen medeoverheden) Indicatoren De in 4 termijnen ontvangen totale jaarlijkse structurele bijdrage 2009 De ontvangen incidentele (lumpsum) bijdragen 2009 ingevolge een brief, een convenant, een beleidsregel of een circulaire. Percentage van de verstrekte bijdrage 2009 dat is gebruikt voor het in dienst nemen vast personeel EV (Niet de bedragen die als werkelijke kosten op declaratiebasis of op factuur zijn vergoed door het rijk). Afspraak Realisatie 100% Beginstand jaar 2009 Ontvangen van het Rijk 2.818.791 250.000 Overige ontvangsten Besteed t.l.v. rijksmiddelen Besteed t.l.v. provinciale/wgr 183.226 middelen in 2009 Overige besteding (14) Te verekenen met het Rijk (15) Te verrekenen met de Provincie / Wgr (16) Overige (17) Toelichting afwijking (18) n.v.t. Eindverantwoording Ja/Nee (19) Ja Aard Controle (20) R R D2 + R 75 Jaarverantwoording 2009

Bijlage 3: BBN-kengetallen Proactie: Overzicht BRZO-bedrijven Brabant-Noord in 2009 Bedrijven krijgen te maken met het Besluit Risico s Zware Ongevallen 1999 (BRZO 99) als er volgens de milieuvergunning een grotere hoeveelheid gevaarlijke stof is dan één van de twee in het BRZO 99 genoemde drempelwaarden. Als een bedrijf de laagste drempelwaarde in het BRZO 99 overschrijdt, moet het een Preventiebeleid Zware Ongevallen (PBZO) hebben en een Veiligheidsbeheersysteem (VBS) voeren. Als een bedrijf ook de tweede, en hoogste, drempelwaarde overschrijdt, moet het naast het hebben van een PBZO-beleid en VBS ook een veiligheidsrapport (VR) opstellen. 76 Inrichting/bedrijf (per 31 december 2009) Gemeente BRZO 99 status OWTC Cuijk PBZO Koninklijke Sanders Heusden PBZO Gasunie Ravenstein Oss VR Unipol Holland Oss VR Oliecentrale Nederland s-hertogenbosch PBZO Enthone BV s-hertogenbosch PBZO Schering Plough (Organon De Geer) Oss VR Stork Prints Boxmeer VR Schering Plough (Organon Moleneind) Oss VR Chemetall NV Oss PBZO Cafferata Vuurwerk BV Uden PBZO Alliance BV Heusden PBZO Preventie: Overzicht regionale preventie richtlijnen en leidraden vastgesteld in 2009 Omschrijving Handleiding grote veestallen Beheersbaarheid brand Gelijkwaardige oplossing bij toepassing DEC als ontruimingsinstallatie Preventie: Overzicht bijeenkomsten kennisoverdracht, themabijeenkomsten in 2009 Omschrijving Tweedaagse cursus implementatie Gebruiksbesluit Cursussen Sprinklerinstallatietechnieken Veiligheidsregio Brabant-Noord

Preparatie en Veiligheidsbureau: Oefeningen en inzetten in 2009 Monodisciplinair oefenprogramma aantal groepen/ oefening oefeningen 2 Bevelvoerderstraining 1 week Zweden 4 Hoofdofficier van Dienst 26 Virtuele oefening Officier van Dienst 2 Praktijktraining 1 week Officier van Dienst 6 Grootwatertransport 6 Schuimblushaakarm 3 Teams Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen 3 Gecombineerde oefening voor de meetplanleider en de meetploegen 2 Reanimatie OvD/HOvD/CvD 3 Monodisciplinaire oefendag voor meldkamer brandweer Multidisciplinair oefenprogramma aantal groepen/ oefening oefeningen 2 Basisopleiding rampenbestrijding voor nieuwe (gemeentelijke) functionarissen 1 Bestuurlijke oefening voor regionaal beleidsteam (RBT) 0 Bestuurlijke oefening voor de gemeentelijke beleidsteams (GBT) 6 Bestuurlijke oefening voor de gemeentelijke management teams (GMT) 1 Combinatieoefening Commando Plaats Incident (CoPI) en Operationeel team (OT) 5 Virtuele training voor officieren van dienst brandweer, politie en GHOR 1 Virtuele training in het kader van rampbestrijdingsplan Vliegbasis Volkel 1 Multidisciplinaire oefendag voor de meldkamers van brandweer, politie en GHOR Operationele informatievoorziening: Inzetten van het Integrated Staff Information System Aantal Reden van opschaling 8 Grote brand 0 Zeer grote brand 2 Inzet hulpverlening 2 Treinincident 1 Zedenzaak 1 Poederbrief 4 Openbare orde 1 Technisch grootschalig onderzoek politie 19 Totaal 77 Jaarverantwoording 2009

Opleidingen Overzicht 2008-2009 aantal cursisten per module Code Benaming module cursisten 2008-2009 geslaagden 2008-2009 % geslaagden 2008-2009 cursisten 2007-2008 geslaagden 2007-2008 % geslaagden 2007-2008 Trend 78 100 Manschappen 60 55 92% 113 91 81% 203 Pompbediener 31 30 97% 20 18 90% 204 Hulpverlener 53 53 100% 48 46 96% 207 Gaspakdrager 0 0 n.v.t. 11 11 100% n.v.t. 209 Repressie 52 52 100% 48 46 96% 301 Organisatie en leidinggeven 36 34 94% 58 46 79% 302 Repressie 38 36 95% 56 49 88% 303 Preventie controlfunctionaris 8 7 88% 34 32 94% 304 Verkenner gevaarlijke 0 0 n.v.t. 0 0 n.v.t. n.v.t. stoffen 305 Hulpverlening 40 36 90% 60 46 77% 401 Verbranding en blussing 12 11 92% 31 31 100% 402 Organisatie 25 25 100% 29 29 100% 403 Gevaarlijke stoffen 27 27 100% 18 18 100% 404 Repressie 28 27 96% 16 15 94% 405 Sociale vaardigheden 21 20 95% 33 31 94% 406 Materieel 12 12 100% 30 29 97% 1 Instructeur 25 24 96% 23 19 83% 501 Sociale vaardigheden 0 0 n.v.t. 13 9 69% 502 Organisatie 0 0 n.v.t. 13 10 77% n.v.t. 508 Repressie 11 10 91% 13 8 62% 017/008 Brandweerchauffeur 17 17 100% 31 31 100% EMO Emotionele opvang na 21 21 100% 12 12 100% traumatische ervaring OL Oefenleider 11 11 100% 13 13 100% 2 Duiker theorie 0 0 n.v.t. 10 9 90% n.v.t. 3 Duiker binnenwater 9 7 78% 9 9 100% Hercertificering duiker/ 9 9 100% 32 32 100% DPL 16 Duikploegleider 7 5 71% 0 0 n.v.t. n.v.t. 408 Tankincidenten examen 0 0 n.v.t. 18 7 39% n.v.t. 409 Petrochemie examen 0 0 n.v.t. 18 7 39% n.v.t. Totalen 553 529 96% 810 704 87% Leergangen COO 2008-2009 HOVD Hoofdofficier van Dienst 1 1 100% - - 0% - OVD Officier van Dienst 3 1 33% 3 2 76% - OM Operationeel manager 0 0 n.v.t. 1 1 100% - TM Tactisch manager 3 0 0% 2 1 50% - ABB Adviseur bestuur en 1 1 100% 1 0% - beleid SRV Specialist risico en veiligheid 1 0 0% 1 1 100% - SOO Specialist opleiden + 1 0 0% 1 1 100% - oefenen SBP Specialist brandpreventie 1 3 100% 0% - Totalen 13 6 46% 9 6 67% - Veiligheidsregio Brabant-Noord

Waardering georganiseerde cursussen in seizoen 2008-2009 o.b.v. evaluatieformulieren Leergang Gemiddeld evaluatiecijfer 2008-2009 Historisch gemiddeld evaluatiecijfer Manschap 8,4 8,3 - Brandwacht 7,9 7,9 - Hoofdbrandwacht 9,0 7,5 - Onderbrandmeester 7,8 7,8 - Brandmeester 8,4 7,2 - Specialisaties 7,8 8,2 - Trend t.o.v. seizoen 2007-2008 Gemiddeld 8,1 7,8 - De percentages, die hier weergegeven worden, zijn enigszins gekleurd, omdat een deel van de deelnemers nog geen examen gedaan hebben en dus nog studerend zijn Ondersteuning: Overzicht mantelovereenkomsten Tankautospuit 4 x 2 Tankautospuit 4 x 4 Hulpverleningsvoertuig 1 Hulpverleningsvoertuig 2 Helmen & Adembescherming Uitrukkleding Uitruklaarzen Redgereedschap Warmtebeeldcamera Uitgaanskleding Training brandweerchauffeur Europees aanbesteed Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee 79 De mantelovereenkomst voor de Tankautospuit 4 x 2 is in 2009 verlengt en de overeenkomst voor de Training Brandweerchauffeur is in 2009 afgesloten. Jaarverantwoording 2009

Bijlage 4: GHOR-inzetten Inzetten per gemeente Sleutelfunctionarissen en MMT Heli in 2009 Gemeente binnen Sub regio 1 2007 2008 2009 s-hertogenbosch 83 54 56 Bernheze 49 23 17 Oss 46 52 48 Vught 28 28 14 Boxtel 28 21 24 Heusden 22 18 12 Schijndel 19 14 8 St Michielsgestel 18 13 8 Haaren 15 20 12 Maasdonk 8 19 8 Lith 2 11 9 318 273 216 80 Gemeente binnen Sub regio 2 2007 2008 2009 Uden 48 39 33 Veghel 47 43 30 Cuyk 32 28 12 Sint-Oedenrode 27 8 13 St Anthonis 25 10 11 Landerd 19 19 9 Boxmeer 19 19 24 Grave 16 7 7 Mill & St Hubert 14 12 2 Boekel 9 12 5 256 197 146 Gemeenten buiten regio 2007 2008 2009 Totaal 11 6 15 Veiligheidsregio Brabant-Noord

Evenementenadviezen In totaal zijn er 118 evenementenadviezen uitgegeven vanuit de GHOR in 2009 aan 18 gemeenten, te weten: Gemeente Aantal Bernheze 1 Boekel 13 Boxmeer 1 Boxtel 3 Cuijk 8 Grave 10 Haaren 2 Heusden 3 Landerd 27 Maasdonk 9 Mill & Sint Hubert 1 Oss 3 Schijndel 1 s-hertogenbosch 11 Sint-Anthonis 11 Uden 7 Veghel 6 Vught 1 Totaal 118 81 Jaarverantwoording 2009

Bijlage 5: Resultaten meldkamers Politie, Brandweer en Ambulancevoorziening 112-meldingen de 112 meldingen komen binnen via vaste telefonie en door tussenkomst van de meldkamer van de KLPD via mobiele telefonie. De mobiele meldingen gaan rechtstreeks naar de meldtafels van de discipline, waarvan hulp gevraagd wordt. De 112 meldingen via de vaste telefonie worden opgenomen door de meldkamers van Politie en Brandweer; met betrekking tot de bereikbaarheid van 112 is in 2009 met een gemiddelde score van 90 % continu voldaan aan de norm om 90 % van de oproepen uit het vaste telefonie netwerk binnen 10 seconden te beantwoorden; aantal meldingen (vast en mobiel; voor de drie disciplines): 43.232. Dit is een toename van 2% t.o.v. 2008. Meldkamer politie meer geregistreerde prio 1-meldingen (+8 % t.o.v. 2008); sturing op de beperking van de overschrijding reactietijd prioriteit 1 meldingen; het aantal prio 1-meldingen bedroeg 5156 met een gemiddelde reactietijd van 07:51 minuten. Dit is gemiddeld 33 seconden langzamer dan vorig jaar, echter ruim binnen de norm van 15 minuten. Het aantal overschrijdingen bleef met 4,9% onder de doelstelling van 5%. 82 Call Center politie service-level voor aantal telefoongesprekken (0900-8844 en intern) is 81%; vanaf 2003 tot vorig jaar is er een sterke afname van het aantal gesprekken geweest (17%). Deze daling zet zich in 2009 voort, weliswaar minder spectaculair. (-3% t.o.v. 2008); er is een duidelijke tendens waar te nemen dat de gesprekken gecompliceerder worden; in het kader van het project tevredenheidonderzoek laatste politiecontact wordt van een melding steeds meer informatie vastgelegd. Meldkamer ambulancevoorziening. de Meldkamer Ambulancevoorziening heeft met de zorgverzekeraars een prestatiecontract afgesloten. Het overschrijdingspercentage bij A-1meldingen (totale reactietijd) staat met 7,4% in 2009 onder de maximale norm van 5,8%; het aantal A1 en A2-ritten is ten opzichte van 2008 met 7,2 % toegenomen Het besteld vervoer is iets afgenomen (- 2,9%). Meldkamer brandweer door de Meldkamer Brandweer werden in 2009 de volgende meldingen aangenomen en - voor zover aan de orde- uitgegeven: Veiligheidsregio Brabant-Noord

Hoofdmeldclassificatie Submeldclassificatie Aantal Alarm Automatische meldingen 3212 Overige alarmmeldingen 231 Brand Binnenbrand 593 Buitenbrand 1303 Overige brandmeldingen 135 Ongeval Ongeval verkeer 279 Ongeval te water 33 Ongeval dieren 102 Ongeval gevaarlijke stoffen 141 Ongeval luchtvaart 8 Ongeval spoorvervoer (TIS) 44 Ongeval algemeen 193 Dienstverlening Dienstverlening brandweer 1135 Overige Overige brandweer 100 Totaal 7509 Dit is een afname van 2,3% ten opzichte van 2008. De verwerkingstijd van prioriteit 1 meldingen van de meldkamer brandweer voor deze periode was gemiddeld 1m 07 sec. Dit is 23 seconden onder de streeftijd van 1:30. Het streven was om de verwerkingstijd in 2009 verder te verbeteren. Deze verbetering heeft zich in de loop van 2009 ook daadwerkelijk doorgezet. Gedurende het eerste half jaar van 2009 was de verwerkingstijd 1m 12s en gedurende het tweede half jaar 1m 04s. Overige meldingen Naast de reguliere brandmeldingen werden als externe dienstverlening ook meldingen aangenomen voor de Provinciale Milieuklachtencentrale en de waterschappen AA en Maas en de Dommel. Het aantal aangenomen milieuklachten lag in 2009 op 2.947. Meldingen voor de waterschappen betreffen enkele tientallen op jaarbasis. 83 GRIP opschalingen In 2009 werd 12 keer opgeschaald naar GRIP1, in drie gevallen werd er opgeschaald naar GRIP2. In één geval was er sprake van een GRIP4 situatie. Uitruktijden brandweerkorpsen Ten aanzien van de uitruktijden van de verschillende brandweerkorpsen lag deze in 2009 op gemiddeld 4min 42s. De opkomsttijd was in 2009 gemiddeld 9min 38s. Bij het berekenen van deze tijden is alleen uitgegaan van prioriteit 1 meldingen. 00:04:54 00:04:45 00:04:36 00:04:28 00:04:19 00:04:11 00:04:02 00:03:53 00:03:45 00:03:36 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Jaarverantwoording 2009

Bijlage 6: Lijst met afkortingen 84 AVLS BBV BDUR BEVI BTEV BOPZ BOT BRZO BZK COT COO COPI CTPI CvD CRIB DTO ERC ESF FLO GAGS GHOR GMC GMS GPS GRIP GWT HKZ HOvD ISIS LNV MKA MKB MKP Nbbe NIFV NMR NVBR OGS OMS OvD OIV OT OTO OOV PBZO POG PSHOR Automatisch Voertuigen Locatie Systeem Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Besluit Transport Externe Veiligheid Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (wet) Brandweer Opvang Team Besluit Risico s en Zware Ongevallen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Instituut voor Veiligheid- en Crisismanagement Competentiegericht Opleiden op Officiersniveau Commando Plaats Incident Coördinatie Team Plaats Incident Commandant van Dienst Centraal Registratie en Informatiebureau Defensie Telematica Organisatie Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie Europees Sociaal Fonds Functioneel Leeftijds Ontslag Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijk Meld Centrum Gemeenschappelijk Meld Systeem Global Position System (navigatie middels satelliet) Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Groot water transport Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Hoofd Officier van Dienst Integrated Staff Information System Landbouw Natuur en Visserij Meldkamer voor Ambulancezorg Meldkamer Brandweer Meldkamer Politie Nederlands bureau brandweer examens Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Officier van Dienst Nationaal Meetnet Radioactiviteit Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen Openbaar brand Meld Systeem Officier van Dienst Officier Informatie Voorziening Operationeel Team Opleiden Trainen Oefenen Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Preventie Beleid Zware Ongevallen Preventieve Openbare Gezondheidszorg Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Veiligheidsregio Brabant-Noord

RADAR RAV RGF RIS RIVM ROGS ROP ROL SIGMA SMH THV VB VR VWS WABO WMB WRO WRZO WVD ZiROP Rampenbestrijding en Doorlichting Arrangement Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Geneeskundig Functionaris Risico Informatie Systeem Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen Regeling Operationele Procedures Regeling Operationele Leiding Snel Inzetbare Groep voor Medische Assistentie Spoedeisende Medische Hulpverlening Technische Hulpverlening Veiligheidsbureau Veiligheidsregio Volksgezondheid Welzijn en Sport Wet Algemene Bepalingen omgevingsrecht Wet Milieu Beheer Wet Ruimtelijke Ordening Wet Rampen en Zware Ongevallen Waarschuwings- en Verkennings Dienst Ziekenhuis Rampen Opvang Plan 85 Jaarverantwoording 2009

86 Veiligheidsregio Brabant-Noord

VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD Veiligheidsregio Brabant-Noord Postbus 218 5201 AE s-hertogenbosch T 073-6889555 F 073-6889599 Lith Oss Heusden s-hertogenbosch Maasdonk Landerd Grave Cuijk Vught Sint- Michielsgestel Bernheze Uden Mill & St. Hubert Boxmeer Haaren Schijndel Veghel Boekel Sint Anthonis Boxtel Sint-Oedenrode

Voorstel AGP 7 Aan : Algemeen bestuur Datum : 07 juli 2010 Bijlage : 2 Steller : Erik van Creij Onderwerp : Jaarverantwoording en resultaatverdeling 2009 VR BN Algemene toelichting 1. Jaarverantwoording 2009 Veiligheidsregio Brabant-Noord Voor u ligt de jaarverantwoording 2009 en het voorstel tot resultaatverdeling 2009 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord. In deze jaarverantwoording wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de begroting 2009 van de Veiligheidsregio. De accountant heeft op 26 april 2010 goedkeuring verleend aan de in hoofdstuk 5 opgenomen jaarrekening 2009. 2. Analyse resultaat bij Jaarrekening 2009 ten opzichte van Bestuursrapportage Bij de bestuursrapportage 2009 werd een positief resultaat voor Veiligheidsregio Brabant-Noord verwacht van 786.000. Van dit resultaat is door BBN op grond van het AB besluit op 9 november 2009 een bedrag ad 127.000 toegevoegd aan de convenantgelden waarmee het te verwachten resultaat voor 2009 bijgesteld werd op 659.000. Bij de jaarrekening 2009 komt het resultaat op 831.000 voordelig. Dit is 172.000 meer dan bij de bestuursrapportage verwacht. Hieronder een korte analyse per onderdeel van dit verschil: Analyse resultaat bedragen x 1000 Bestuursrapportage Bestuursrapportage Bestuursrapportage Jaarverantwoording Verschil verwacht resultaat begrotingswijziging resultaat na wijziging resultaat BBN 179.000 127.000-52.000 27.000 25.000- GHOR 48.000 48.000 121.000 73.000 GMC 559.000 559.000 683.000 124.000 786.000 127.000-659.000 831.000 172.000 Brandweer Brabant-Noord Bij BBN is sprake van een batig saldo van 27.000. Dit is 25.000 minder ten opzichte van de bestuursrapportage. Dit nadeel is o.a. het gevolg van: incidenteel voordeel bij preventie o.a. door uitstel vervanging OMS ad 40.000 materiële zaken, facilitaire zaken en verbindingen incidenteel voordeel totaal 92.000 communicatie voordeel 36.000 overige bedrijfskosten nadeel RMD trajecten 40.000 storting in de voorziening personeel ad 140.000 om de betalingsverplichtingen die voortkomen uit afspraken met (ex-) personeelsleden op te kunnen vangen Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Brabant- Noord Bij de GHOR is sprake van een batig saldo van 121.000. Dit is 73.000 meer ten opzichte van de bestuursrapportage. Dit extra voordeel is o.a. het gevolg van: extra vacaturevoordeel ad 54.000 verkoop GHOR auto s ad 29.000 1

Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord Uit de programmarekening kan worden afgeleid dat het jaar 2009 is afgesloten met een batig saldo van ruim 680.000. Het batige saldo is hoger uitgevallen dan de prognose die in de bestuursrapportage was opgenomen (namelijk 560.000). Dit financieel (hoger) voordeel (totaal 120.000) vloeit voort uit extra incidentele voordelen als gevolg van: de vrijval van een verplichting voor onderhoudskosten over de afgelopen 5 jaren van 90.000 voordelen door verkoop van oude apparatuur van 5.000 voordelen doordat investeringen zoals fall-back later zijn opgeleverd dan gepland en overige voordelen (totaal 25.000) Voor een verdere toelichting op de verschillen van de jaarrekening ten opzichte van de begroting wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de jaarverantwoording. 3. Resultaat 2009 Veiligheidsregio Brabant-Noord Over het jaar 2009 is door de Veiligheidsregio Brabant-Noord een resultaat geboekt van 831.000 positief ( 27.000 Brandweer positief, 121.000 GHOR positief en GMC 683.000 positief). Hieronder vindt u het voorstel tot resultaatverdeling. 3.1. Resultaatverdeling Brandweer Brabant-Noord (BBN) U heeft, mede op advies van de accountant, in het verleden de uitgangspunten vastgesteld voor het financiële beleid en de bandbreedte van de algemene reserve. Deze bandbreedte is vastgesteld op 5% tot maximaal 7% van het exploitatietotaal ( 530.000 tot 743.000). De algemene reserve heeft een bufferfunctie (het opvangen van risico s in algemene zin), komt de stand van de reserve onder de 5% dan worden de deelnemende gemeenten verzocht dit tekort bij te plussen, komt de stand boven de 7% dan zal het meerdere aan de deelnemende gemeenten worden uitgekeerd. Binnen deze kaders stellen wij u voor het positieve resultaat ad 27.000 toe te voegen aan de Algemene reserve. De hoogte van de reserve zal na storting 643.000 bedragen, dat is 6,06% van het exploitatietotaal, dit is binnen de door het bestuur bepaalde bandbreedte. 3.2. Resultaatverdeling Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR) De GHOR beschikt niet over een algemene reserve er is derhalve geen sprake van een bufferfunctie binnen de GHOR. Het positieve resultaat ad 121.000 wil de GHOR bestemmen voor: a. het herinrichten van de organisatie van het GHOR bureau; b. het opvangen van een personele mutatie en; c. het maken van een inhaalslag m.b.t. het opleiden van sleutelfunctionarissen. a. In 2008 heeft het GHOR bureau het kantelen van de organisatie van een proces- naar een vraaggerichte organisatie ingezet. Met de realisatie van de kanteling zal het GHOR bureau ingericht zijn als een vraaggerichte organisatie en voorbereid zijn op de taken die voortvloeien uit de Wet Publieke Gezondheid en de Wet Veiligheidsregio s. Zowel als partner van de GGD inzake de publieke gezondheid als binnen de fijnstructuur van de Veiligheidsregio kan het GHOR bureau daarmee haar rol adequaat invullen. Operationeel heeft deze kanteling geen directe consequenties. Door de personele wisselingen, onderbezetting en operationele casuïstiek in 2009 is er stagnatie opgetreden in de doorontwikkeling. Om de herstructurering te bespoedigen willen we hierin een inhaalslag maken en gaan we externe ondersteuning inhuren voor de volgende specifieke zaken: - opnieuw structureren van processen van het GHOR bureau en het matchen hiervan met de personele bezetting van het GHOR bureau. Daarop volgend zal ook het managementsysteem, overlegstructuur en P&C cyclus worden aangepast. Dit alles zal worden geborgd in het kwaliteitssysteem dat ook wordt geactualiseerd ( 50.000). - er dient een inhaalslag te worden gemaakt op twee kritieke aspecten binnen het GHOR bureau, te weten de opschalingstructuur en de BHV. Deze zaken hebben in 2009 door de personele wisselingen en ziekte stil gelegen. Hier zetten we externe ondersteuning voor in ( 31.500). 2

b. Medio 2010 gaat een medewerker van de GHOR met vervroegd pensioen. Deze medewerker zal worden vervangen. In 2009 zijn door hem extra uren gemaakt en is er minder verlof opgenomen. Dit kwam door: behoefte aan zijn deskundigheid op het gebied van infectieziekten tijdens de pandemie Nieuwe Influenza en de vaccinatie campagne, de mogelijkheid hem boven zijn halftime aanstelling extra in te zetten, de keuze voor eigen deskundigheid in plaats van duurdere externe inhuur. De kosten van zijn extra inzet zijn niet ten laste gebracht van 2009. Door opname van zijn tegoed en verlofuren ontstaat een ongewenste breuk in de continuïteit. Daarom willen we een extra medewerker gedurende 4 maanden bovenformatief inzetten ( 30.000). c. Het resultaat van 2008 is in 2009 gereserveerd om extra officieren op te leiden. Door de vele personele wisselingen in 2009 is dit niet haalbaar gebleken. We willen dit bedrag in 2010 aanwenden om alsnog 3 extra officieren op te leiden ( 29.575). Naast het opleiden van de officieren willen we 6 sleutelfunctionarissen (HSGHOR) een cursus veiligheid- en risicomanagement bij zorginstellingen laten volgen. Dit met het oog op de extra verantwoordelijkheden van de GHOR m.b.t. de zorginstellingen die de Wet Veiligheidsregio s met zich meebrengt ( 8.925). RESULTAATBESTEMMING GHOR a ondersteuning voor de opbouw van de vraaggerichte organisatie 50.000,00 project actualiseren opschalingstructuur en BHV 31.500,00 b bovenformatieve inzet i.v.m. vervanging 30.000,00 c opleiden 6 x HSGHOR m.b.t. risicobeheersing zorginstellingen 8.925,00 TOTAAL 120.425,00 3.3. Resultaatverdeling Gemeenschappelijk Meldcentrum (GMC) Het resultaat van het GMC is voor de gemeenten en de politie als volgt toe te rekenen: Soort rekeningresultaat Totaal Politie Gemeenten Nog te bestemmen resultaat GMC 588.382 323.610 264.772 Nog te bestemmen resultaat C2000 94.640 37.856 56.784 Totaal 683.022 361.466 321.556 Aandeel Gemeenten Het Dagelijks Bestuur stelt voor het gemeentelijk aandeel in het batig saldo 2009 GMC ad 321.556 terug te betalen aan de gemeenten. Verder verzoekt het dagelijks bestuur de gemeenten zelf dit batig saldo te bestemmen ten behoeve van de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit door een bijdrage te verlenen aan het samenwerkingsverband Regionaal ExpertiseCentrum (RIEC) Zuid-West Nederland. Het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord heeft in de vergadering van 11 november 2009 reeds ingestemd met de principeverklaring (een gedeelte van) het rekeningresultaat te bestemmen voor het RIEC. 3

Voor de gezamenlijke gemeenten heeft het RIEC 300.076 bijdrage geraamd voor 2010. De Bestuurscommissie integrale veiligheid Brabant-Noord zal zich op korte termijn in een afzonderlijk advies tot de colleges richten betreffende een financiële bijdrage aan het RIEC over 2010, 2011 en 2012. In een bijlage is een overzicht van de gemeentelijke bijdragen RIEC 2010 opgenomen. Aandeel Politie Het aandeel van de politie bedraagt 361.466. Over de aanwending van dit bedrag beslist het Regionaal College. Procesgang Processtap Datum Veiligheidsdirectie Woensdag 7 april 2010 Contactambtenaren Maandag 12 april 2010 Financiële commissie Woensdag 14 april 2010 DB Bespreken Jaarverantwoording 2009 Woensdag 28 april 2010 DB Idem Woensdag 23 juni 2010 AB Vaststelling Jaarverantwoording 2009 Woensdag 07 juli 2010 Adviezen Zowel de contactambtenaren als de financiële commissie hebben positief op de jaarverantwoording gereageerd. Over de resultaatverdeling heeft U een separaat advies van de contactambtenaren ontvangen. Zienswijze De gemeenten kunnen tot uiterlijk 5 juli 2010 hun zienswijze over de jaarverantwoording 2009 én het voorstel tot resultaatverdeling kenbaar maken. Ter vergadering zal een overzicht van de tot dan toe ontvangen reacties worden uitgereikt. Voorstel 1) Vaststellen van de jaarverantwoording 2009 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord; 2) Instemmen met de onderstaande resultaatverdeling voor 2009: BBN Het positief resultaat 2009 ad 27.168 toevoegen aan de Algemene reserve van de brandweer. De stand van de reserve zal na storting 643.024 bedragen. GHOR Het positief resultaat 2009 ad 120.425 aanwenden ter vorming van de volgende bestemmingsreserves: het herinrichten van de organisatie van het GHOR bureau ad 81.500; het opvangen van een personele mutatie ad 30.000; het maken van een inhaalslag m.b.t. het opleiden van sleutelfunctionarissen ad 8.925. GMC Het positief resultaat 2009 ad 683.000 aanwenden als volgt: Een bedrag ad 361.466 restitueren aan de politie; Een bedrag ad 321.556 restitueren aan de gemeenten; Het Dagelijks Bestuur adviseert de colleges van burgemeester en wethouders het terug te ontvangen bedrag in te zetten voor de gemeentelijke bijdrage 2010 aan de exploitatie van het RIEC Zuid-West Nederland. 4

Akkoord Ja Nee Secretaris: Paraaf: Bijlage(s) 1. Jaarverantwoording Veiligheidsregio 2009. 2. Tabel met geraamde gemeentelijke bijdragen RIEC over 2010 5

Bijlage 2 Het RIEC heeft over 2010 de volgende gemeentelijke bijdragen geraamd: Bijdrage per inwoner Aantal Bijdrage per Inwoner- Basis Extra Totaal Gemeente inwoners Inwoner bijdrage bijdrage bijdrage gemeente Bernheze 29.615 0,238 7.048 4.250 11.298 Boekel 9.692 0,238 2.307 4.250 6.557 Boxmeer 28.609 0,238 6.809 4.250 11.059 Boxtel 30.281 0,238 7.207 4.250 11.457 Cuijk 24.309 0,238 5.786 4.250 10.036 Grave 12.673 0,238 3.016 4.250 7.266 Haaren 13.711 0,238 3.263 4.250 7.513 s-hertogenbosch 137.775 0,238 32.790 4.250 40.000 77.040 Heusden 43.060 0,238 10.248 4.250 14.498 Landerd 14.805 0,238 3.524 4.250 7.774 Lith 6.667 0,238 1.587 4.250 5.837 Maasdonk 11.260 0,238 2.680 4.250 6.930 Mill en St. Hubert 11.027 0,238 2.624 4.250 6.874 Oss 77.097 0,238 18.349 4.250 20.000 42.599 Schijndel 22.889 0,238 5.448 4.250 9.698 St. Anthonis 11.786 0,238 2.805 4.250 7.055 St. Michielsgestel 28.267 0,238 6.728 4.250 10.978 St. Oedenrode 17.427 0,238 4.148 4.250 8.398 Uden 40.360 0,238 9.606 4.250 13.856 Veghel 37.125 0,238 8.836 4.250 13.086 Vught 25.288 0,238 6.019 4.250 10.269 Afronding Totaal 633.723 150.826 89.250 60.000 300.076 6

Voorstel Registratienummer: AGP 8 Aan Algemeen bestuur Datum 7 juli 2010 Bijlage geen Steller Anne Hellings Onderwerp 2 e begrotingswijziging 2010 Algemene toelichting A. Indexering programmabegroting 2010 naar de nullijn Op 1 juli 2009 heeft het AB bij de vaststelling van de programmabegroting Veiligheidsregio 2010 het volgende besloten: Het Algemeen Bestuur stelt de programmabegroting 2010 vast en geeft het Dagelijks Bestuur de opdracht om zich in te spannen voor een voorstel waarbij de indexering kan worden gereduceerd naar de nullijn. De uitspraak van het AB kan worden beschouwd als een structurele taakstelling voor 2010 e.v.. De indexering in de programmabegroting 2010 bedroeg voor: BBN 1,26% (7,5 cent per inwoner) 47.000 GHOR 2,50% (5,0 cent per inwoner) 32.000 GMC 0,97% (2,2 cent per inwoner) 14.000 Totaal 14,7 cent per inwoner 93.000 BBN, GHOR en GMC hebben voor de uitvoering van deze taakstelling een begrotingswijziging opgesteld. B. BBN en GHOR, inzet stelpost BDUR 2010 In de programmabegroting 2010 is een bedrag van 1.119.000 als stelpost overdracht taken BZK opgenomen. Dit bedrag is het gevolg van de verhoging van de Brede doeluitkering rampenbestrijding (BDUR). In dat kader zijn kwaliteitscriteria geformuleerd in de ontwerpwet veiligheidsregio s en het ontwerpbesluit veiligheidsregio s en het ontwerpbesluit personeel veiligheidsregio s. Op 17 mei jl. heeft de veiligheidsdirectie het volgende afgesproken. De structurele verdeling van de BDUR miv 2011 ad 1.640.000 is BBN (incl. veiligheidsbureau) 1.331.000 en GHOR 309.000 (de GHOR levert miv 2011 een structurele bijdrage in het veiligheidsbureau van 23.100). De GHOR zal de implementatie van haar extra taken starten per 1 oktober 2010, kosten 2010 3/12 x 309.000 = 77.250. Het restant van de incidentele middelen 2010 1.041.750 wordt bestemd voor de implementatie van de wet op de Veiligheidsregio s. C. BBN, besteding restant convenantsgelden 31-12-2009 in 2010 Het saldo van de reserve convenantsgelden bedroeg 493.630, dit bedrag zal in 2010 tot besteding komen, daartoe is een budgettair neutrale wijziging van de begroting 2010 noodzakelijk. D. GHOR, stimuleringssubsidie Traumacentrum Brabant Het Traumacentrum Brabant heeft een eenmalige subsidie van 25.000 toegekend aan de GHOR Brabant-Noord i.h.k.v. stimulering van OTO-programma's (Opleiden, Trainen, Oefenen) bij zorginstellingen. Dit is een landelijk project waarbij wordt geïnvesteerd in het voorbereiden van zorginstellingen op rampen en crises. Deze bijdrage is in bijgaande begrotingswijziging verwerkt. E. GMC, inzet multidisciplinair oefenen Op hoofdlijnen zijn in het oefenbeleidsplan de volgende doelstellingen geformuleerd: 1. Het oefenen van de functionarissen voor de verbetering van de operationele prestaties op de meldkamer bij incident en rampenbestrijding binnen de regio Brabant-Noord; 2. Het zodanig professionaliseren van een oefenprogramma, welke zorg draagt voor het verhogen van de kwaliteit en effectiviteit van het oefenen. - 1 -

Voor de uitvoering van het oefenbeleidsplan en de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van oefenprogramma's op de meldkamer wordt een oefencoördinator meldkamer aangesteld. De benodigde capaciteit bedraagt 0,5 fte op jaarbasis (functieschaal 10 gemeentelijke overheid). In haar vergadering van 12 november 2008 heeft de veiligheidsdirectie het GMC de opdracht gegeven om, naar aanleiding van het oefenbeleidsplan centralisten 2009-2012, in de GMC-begroting 2009 incidenteel geld ( 40.000) te vinden voor de oefencoördinator multidisciplinair oefenen meldkamers. Later in haar vergadering van 16 maart 2009 is het GMC de opdracht gegeven om te komen met voorstel voor structurele inbedding inclusief dekking van multidisciplinair oefenbeleidsplan centralisten. Overige kosten worden door de diensten zelf gedragen. Middels bijgaande begrotingswijziging wordt hierin voorzien. GMC verwacht een incidenteel voordelig resultaat in 2010 Binnen de GMC begroting is financiële dekking gezocht voor het schrappen van de loon- en prijsindexering en de kosten van multidisciplinair oefenen. De kosten van deze ontwikkelingen worden gedekt door een verlaging van de begroting voor ICT-componenten. Deze verlaging is mogelijk door vervangings- en efficiencyvoordelen die recent zijn geëffectueerd. Naast het in deze begrotingswijziging gepresenteerde ICT-voordeel zijn voor 2010 aanvullende ICTen rentevoordelen te voorzien. Deze voordelen hebben grotendeels een incidenteel karakter en houden verband met vervangingsvoordelen, langer technisch gebruik van middelen, rentevoordeel, beperkte kosten rondom het nieuwe beleid MUST (Meldkamer Uitwijk Service voor regionale Taakondersteuning) en een groei van het aantal inwoners. In de bestuursrapportage tot en met augustus zal het voordeel voor 2010 worden gekwantificeerd. Advies adoptieambtenaren De adoptieambtenaren hebben in hun vergadering van 9 juni 2010 positief geadviseerd. Advies financiële commissie De portefeuillehouder financiën heeft op 10 juni jl. positief geadviseerd, de overige leden van de financiële commissie hebben het voorstel voor kennisgeving aangenomen. Procesgang Processtap Datum veiligheidsdirectie 31 05 2010 dagelijks bestuur 23 06 2010 AB stelt de begrotingswijziging 2010 vast 7 07 2010 Voorstel 1. Instemmen met de volgende begrotingswijzigingen: a. herziening indexering programmabegroting 2010 naar de nullijn, 14,7 cent per inwoner totaal 93.000; b. inzet stelpost BDUR 1.119.000 ten behoeve van de implementatie van de wet op de Veiligheidsregio s; i. 1.041.750 ten gunste van BBN en VB; ii. 77.250 ten gunste van de GHOR. c. restant convenantsgelden 493.630 saldo per 31-12-2009, besteding in 2010; d. inzet stimuleringssubsidie Traumacentrum Brabant 25.000; e. inzet multidisciplinair oefenen 40.000. Akkoord Ja Nee - 2 -

BBN, begrotingswijziging 2010 (bedragen x 1.000,-) Betreft: - A. taakstelling 2010 BBN minus 7,5 cent per inwoner, 47.000 - B. inzet van de BDUR-stijging 1.041.750 (tbv de implementatie wet Veiligheidsregio s) - C. inzet restant convenantsgelden 31-12-2009 493.630 Risicobeheersing Bedragen x 1.000,- Begroting 2e wijziging Begroting na ná 1e wijz 2010 2010 wijzigingen Lasten Salarissen 2.055-11 2044 Proactie en preventie 55-1 54 Preparatie en veiligheidsbureau 95 - Planvorming 96-1 Preparatie en veiligheidsbureau 479 - Opleiding en oefenen 486-7 Preparatie en veiligheidsbureau 484 - Repressie 491-7 Meldkamer 31 31 totaal lasten 3214-27 3187 Baten Salarissen 13 0 13 Proactie en preventie 127 0 127 Preparatie en veiligheidsbureau 0 0 - Planvorming Preparatie en veiligheidsbureau -4 244 - Opleiding en oefenen 248 Preparatie en veiligheidsbureau 0 0 - Repressie Meldkamer 221-1 220 totaal baten 609-5 604 saldo -2605 22-2583 Operationele voorbereiding Bedragen x 1.000,- Begroting 2e wijziging Begroting na ná 1e wijz 2010 2010 wijzigingen Lasten Salarissen 703-30 673 Opleidingen 680 51 731 Ondersteuning-materieel 666-2 664 Ondersteuning-facilitair 526-3 523 Verbindingen 537-1 536 totaal lasten 3.112 15 3.127 Baten Salarissen 69-22 47 Opleidingen 734-9 725 Ondersteuning-materieel 0 0 Ondersteuning-facilitair 68-1 67 Verbindingen 919-30 889 totaal baten 1.790-62 1.728 saldo -1.322-77 -1.399-3 -

Bestuur- en managementondersteuning Bedragen x 1.000,- Begroting 2e wijziging Begroting na ná 1e wijz 2010 2010 wijzigingen Lasten Salarissen 2.104-26 2.078 Overige personeelskosten 174-2 172 Overige bedrijfskosten 200-1 199 Informatie en automatisering 222-1 221 Communicatie en voorlichting 89-1 88 Kwaliteitszorg 27 27 Projecten Veiligheidsregio 734 1.535 2.269 Rente en bankkosten 0 0 Taakstelling bezuinigingen 0 totaal lasten 3.550 1.504 5.054 Baten Salarissen 772-10 762 Overige personeelskosten 0 0 Overige bedrijfskosten 175 0 175 Informatie en automatisering 0 0 Communicatie en voorlichting 0 0 Kwaliteitszorg 0 0 Projecten Veiligheidsregio 734 0 734 Rente en bankkosten 156 0 156 totaal baten 1.837-10 1.827 saldo -1.713-1.514-3.227 Brandweer bijdragen van: BDUR 1.745 1.085 2.830 Inwonerbijdrage 3.799-46 3.753 totaal 5.544 1.039 6.583 Resultaat voor bestemming 96 530 626 Dotatie aan reserves 921 1.042 1.963 Onttrekking aan reserves 1.017 1.572 2.589 Saldo dotaties/onttrekkingen reserves 96 530 626 Resultaat na bestemming 0 0 0 Veiligheidsregio lasten stelpost overdracht taken BZK 1.057-1.057 0 totaal 1.057-1.057 0 Baten Stijging BDUR 1.057-1.057 0 totaal 1.057-1.057 0-4 -

GHOR, begrotingswijziging 2010 (bedragen x 1.000,-) Betreft: - A. taakstelling 2010 GHOR minus 5,0 cent per inwoner, 32.000 - B. inzet van de BDUR-stijging 77.250 - D. stimuleringssubsidie Traumacentrum Brabant 25.000 GHOR Bedragen x 1.000,- Begroting Wijziging Begroting na 2010 2010 wijziging Lasten Personeelslasten 858 42 900 Kapitaalslasten 120 120 Huisvestingskosten 227 227 Bedrijfskosten 600 57 657 Administratiekosten 157-22 135 Overhead incl. bestuurskosten 423 423 totaal lasten 2.385 77 2.462 Baten Overige baten 94 32 126 totaal baten 94 32 126 Saldo -2.291-45 -2.336 bijdragen van: BDUR 1.005 77 1.082 Inwonerbijdrage 1.286-32 1.254 totaal 2.291 45 2.336 saldo 0 0 0 Inzet van de BDUR-stijging 77.250 in 2010 GHOR INZET STIJGING BDUR 2010 Omschrijving 2010 2011 Verbetering GHOR organisatie heroriëntatietraject 2.500 training accountmanagerschap 2.500 ketenfunctionaris 16.950 86.450 management assistente 7.500 30.000 GHOR4ALL 7.500 18.000 Infoknooppunt 7.500 18.000 Digimak 1.850 1.000 GHOR digitaal 7.500 20.000 informatiemanager 16.950 86.450 Nieuw opleidingsstelsel GHOR nieuw opleidingsstelsel GHOR 6.500 26.000 Totaal 77.250 285.900-5 -

GMC, begrotingswijziging 2010 (bedragen x 1.000,-) In de GMC begroting zijn de volgende beleidswijzigingen verwerkt: Financiële nadelen van totaal 69.000 in verband met: - A. taakstelling lagere gemeentelijke bijdrage 2010 (2,2 cent per inwoner, 14.000) en lagere bijdrage politie ( 15.000) - E. kosten van nieuw beleid ten behoeve van multidisciplinair oefenen ( 40.000) Dekking door middel van financiële voordelen van totaal 69.000 in verband met: - lagere ICT kosten van 59.000 - hogere bijdrage (gemeenten en politie) door de groei van het aantal inwoners ten opzichte van de basisbegroting van 10.000 GMC Begroting Wijziging Begroting na 2010 2010 wijziging Lasten Huidig personeel 1.120 40 1.160 Rente 264 264 Opleiding en vorming 50 50 Huisvesting 541 541 Vervoer 16 16 Verbindingen & automatisering 1.366-59 1.307 Operationeel 5 5 Beheer 55 55 Overige lasten 18 18 totaal lasten 3.435-19 3.416 Baten Huidig personeel 0 Rente 0 Huisvesting 91-1 90 Overige baten 0 totaal baten 91-1 90 Saldo -3.344 18-3.326 bijdragen van: RAV 127-1 126 Politie 1.771-10 1.761 Gemeenten 1.446-7 1.439 totaal 3.344-18 3.326 saldo 0 0 0 Dotaties aan reserves 0 Onttrekkingen aan reserves 0 Saldo dotaties en onttrekkingen - - - Saldo resultaat na bestemmingen 0 0 0 Toelichting Conform het besluit van de veiligheidsregio is de loon- en prijsindexering voor 2010 op nihil gesteld en is nieuw beleid opgevoerd voor het multidisciplinair oefenen. Deze kostenontwikkeling is geheel gedekt in de vorm van lagere ICT-kosten. - 6 -

Aan: de leden van het Regionaal College AGENDAPUNT 9 Van: Korpschef Betreft: Voorjaarsnota 2010 Datum: 10 juni 2010 De Voorjaarsnota heeft 2 hoofddoelen nl: 1. informeren over de stand van zaken/de realisatiecijfers van de eerste (4) maanden: De realisatiecijfers laten een positief saldo over de eerste maanden zien van 1 miljoen. Een eindejaarsprognose is lastig, maar naar verwachting zal de jaarrekening 2010 met een batig saldo sluiten. 2. wijziging van de begroting laten vaststellen door het RC: In de VJN wordt het geraamde tekort over 2010 van 1,1 miljoen omgebogen in een overschot van bijna 0,2 miljoen. Deze ombuiging houdt met name verband met de factoren zoals vermeld op pagina 7 van de VJN. Het ministerie van BZK is medio juni geïnformeerd over de realisatiecijfers van de eerste 4 maanden. Overigens heeft BZK recent formats aangereikt waarin deze cijfers dienen te worden gepresenteerd. Deze formats zijn gedetailleerder dan de realisatiecijfers die in de VJN zijn verwerkt. In meerjarenperspectief is nog geen sluitende begroting gepresenteerd. Vanaf 2012 is een tekort van 0,5 miljoen gepresenteerd. In de jaarschijf 2011 is een extra bijdrage van per saldo 0,5 miljoen verwerkt a.g.v. de herijking van BVS. Indien de herijking van BVS ook voor de jaren 2012 en verder wordt geëffectueerd kan het gepresenteerde tekort worden opgeheven. Het toetsingskader dat het Ministerie van BZK hanteert is een reëel sluitende begroting, dan wel een aannemelijk herstel in meerjarig perspectief. Voorstel: Vaststellen van de Voorjaarsnota 2010.

Voorjaarsnota 2010 Politie Brabant-Noord 's-hertogenbosch, 1 juni 2010

Waakzaam en Dienstbaar INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE BESCHOUWING 3 1.1. Context 3 1.2. Formatie/Sterkte 3 1.3. Ombuigingsoperatie 3 1.4. Begrotingstekort 4 1.5. Belangrijkste wijzigingen 4 2. FINANCIELE ONTWIKKELINGEN 5 2.1. Financieel beeld eerste maanden 2010 5 2.2. Eindejaarsprognose 2010 5 2.3. Structureel financieel beeld 6 2.4. Buitengewone baten/tekorten 7 2.5. Ontwikkeling formatie/sterkte 8 3. EXPLOITATIEBEGROTING 9 3.1. Ontwikkeling exploitatiesaldi (meerjarig) 9 3.2. Toelichting exploitatiebegroting 10 4. INVESTERINGSPLAN 13 4.1. Financieel beeld investeringen eerste maanden 2010 13 4.2. Actualisatie investeringsplan 13 5. VOORZIENINGEN 14 Voorjaarsnota 2010 2

Waakzaam en Dienstbaar 1. ALGEMENE BESCHOUWING 1.1. Context Het korps heeft voor de periode 2010 t/m 2013 een begroting bij de Minister ingediend met een structureel tekort. Hierbij was geen sprake van een zogenaamd sluitend meerjarenperspectief. De meerjarenbegroting liet tekorten zien van 1,1 miljoen voor 2010 en 2,0 miljoen voor 2011. Voor de jaren 2012 en verder was een sluitende begroting gepresenteerd, met de aanname dat de aanvullende bezuinigingstaakstelling van 2,2 tot 2,4 miljoen wordt geëffectueerd. De belangrijkste ontwikkelingen na het totstandkoming van de meerjarenbegroting 2010 zijn in deze voorjaarsnota verwerkt. In deze voorjaarsnota is tevens een actueel financieel beeld van de eerste maanden van 2010 opgenomen. 1.2. Formatie/Sterkte In de basisbegroting 2010 is de formatie/sterkte van het korps voor de komende jaren op peil gehouden. Met de doorontwikkeling zijn binnen de formatie verschuivingen aangebracht die met ingang van 1 januari 2010 zijn doorgevoerd. In de basisbegroting en voorjaarsnota is uitgegaan van een lagere feitelijke sterkte dan de formatie. De daadwerkelijke (netto) feitelijke sterkte (rekening houdende met detacheringen) is de eerste maanden van 2010 circa 5 fte's lager dan de (netto) geraamde sterkte. De onderbezetting in combinatie met het aantal (grotere) onderzoeken betekent dat de werkdruk hoog is. Financieel gezien leidt de onderbezetting vooralsnog tot een extra voordeel; bovenop het vacaturevoordeel dat reeds in de begroting is ingecalculeerd. Door de hiervoor genoemde onderbezetting en het aantal onderzoeken bestaat de verwachting dat er gedurende 2010 meer overuren zullen worden uitbetaald dan gebruikelijk/geraamd. 1.3. Ombuigingsoperatie In de begroting respectievelijk voorjaarsnota is een aanzienlijke ombuigingsoperatie opgenomen. Deze taakstelling wordt gerealiseerd door de volgende maatregelen: a. doorontwikkeling In de doorontwikkeling van het korps naar 2011 is een personele ombuigingsoperatie verwerkt om de operationele formatie in overeenstemming te brengen met de (in 2009) betaalbare formatie. Hierbij zijn drie operationele processen versterkt. De processen handhaving, informatievoorziening en opsporing zijn met totaal 51 fte uitgebreid. Daarentegen is de formatie van intake, bedrijfsvoering en leiding en ondersteuning met totaal 51 fte teruggebracht. Vanaf het najaar 2009 is de doorontwikkeling in gang gezet. Gedurende de eerste maanden van 2010 waren nog niet alle vacatures (vooral binnen opsporing) ingevuld waardoor de kosten lager zijn uitgevallen dan geraamd. b. financiële ombuigingsoperatie In de basisbegroting 2010 is de ombuigingstaakstelling voor het jaar 2010 met behulp van zogenaamde quick wins ingevuld. Uit de jaarrekening 2009 en de verantwoording over de eerste maanden 2010 blijkt dat de bezuinigingstaakstelling grotendeels is gerealiseerd. De noodzakelijke bezuinigingen vanaf 2011 zijn nog niet geconcretiseerd. Momenteel worden intern de bezuinigingsmogelijkheden geïnventariseerd en gekwantificeerd. De planning is dat in de zomer van 2010 keuzes worden gemaakt m.b.t. de toekomstige bezuinigingen, waarbij het beleid is om de formatie/sterkte hierbij zo veel mogelijk te ontzien. Voorjaarsnota 2010 3

Waakzaam en Dienstbaar c. samenwerking Het korps richt zich op de samenwerking met partners. Voor een deel komt dit reeds in de financiële documenten tot uitdrukking in de vorm van bijdragen aan partners (de kostencategorie 3). In de voorjaarsnota is hiervoor totaal 10,8 miljoen voor 2010 geraamd. Daarnaast wordt met "gesloten beurs" samengewerkt. Momenteel wordt op diverse fronten overleg gevoerd om de samenwerking met korpsen te intensiveren. Bij het samenstellen van de voorjaarsnota zijn hierover nog geen besluiten genomen en zijn de financiële effecten hiervan nog niet meegenomen. 1.4. Begrotingstekort In de basisbegroting was voor 2010 een tekort geraamd van 1,1 miljoen en voor 2011 van 2,0 miljoen. Op basis van het huidige inzicht bestaat de verwachting dat 2010 niet met een tekort zal sluiten, maar met een batig saldo. De omvang van het saldo voor 2010 is momenteel nog moeilijk in te schatten. Voor 2011 is een tekort geraamd van 1,6 miljoen, wat grotendeels verband houdt met de vervanging van het dienstwapen. Vanaf 2012 is een tekort geraamd van 0,5 miljoen; met de aanname dat naast de bestaande taakstellingen in de begroting (structureel 1,3 miljoen), aanvullende maatregelen worden getroffen vanaf 2012 van totaal 0,5 miljoen per jaar. Het korps gaat ervan uit dat na de herijking van BVS de tekorten vanaf 2012 zullen worden opgeheven. 1.5. Belangrijkste wijzigingen In deze voorjaarsnota zijn met name de volgende ontwikkelingen verwerkt: Incidentele financiering aspiranten in 2010 ( 0,5 miljoen voordelig) Effect verlofstuwmeer in 2010 ( 0,75 miljoen nadelig) Compensatie herijking BVS voor stijgkorps in 2011 ( 0,5 miljoen voordelig) Actualisatie rijksbijdrage (correctie aanmeldcentrum, vervallen 1,2% fuwa-compensatie; oplopend tot een bedrag van 1,7 miljoen nadelig) Actualisatie personele raming (correctie aanmeldcentrum, 2,2% fuwa, pensioenpremie, CAO package deal v.w.b. salaris aspiranten; oplopend tot een bedrag van 2,7 miljoen. voordelig) Verlaging afschrijving huisvesting vanwege herwaardering panden ( 0,45 miljoen voordelig) Kostenstijging reiskosten woon-/werkverkeer als gevolg van doorontwikkeling ( 0,25 miljoen nadelig); betreft flankerend beleid conform de landelijke regeling, waarbij in de vergoeding tevens de compensatie van de extra reistijd is meegenomen. Voorjaarsnota 2010 4

Waakzaam en Dienstbaar 2. FINANCIELE ONTWIKKELINGEN 2.1. Financieel beeld eerste 4 maanden 2010 De exploitatie van de eerste 4 maanden van 2010 vertoont een batig saldo van ruim 1 miljoen. Dit batige saldo houdt met name verband met de lagere feitelijke sterkte, terughoudendheid rondom projecten, (vervangings)investeringen en opleidingen. Het jaarbudget in onderstaande tabel is gebaseerd op de basisbegroting. De wijzigingen die in de voorjaarsnota plaatsvinden zijn hierin nog niet meegenomen. Hierdoor en met het oog op de doorontwikkeling en de bezuinigingen is het financieel beeld over de eerste maanden (nog) niet representatief. Bedragen x 1.000 Jaar- Periode- Realisatie Resultaat Categorie budget budget Bedrag % Personele lasten 81.434 26.942 26.699 243 1% Bijdragen/deelnames 10.659 3.553 3.565-12 0% Regionale bedrijfsvoering 16.030 5.343 4.847 496 9% Projecten 3.531 1.177 642 535 45% Bedrijfsvoering onderdelen 9.205 3.223 3.320-98 -3% Baten -119.744-39.890-40.084 195 0% Vrijval bestemmingsreserves Totaalresultaat 1.115 348-1.011 1.359 Probleem Verdient aandacht Geen probleem 2.2. Eindejaarsprognose Het is momenteel riskant om een eindejaarsprognose af te geven. In feite wordt de prognose bepaald in de voorjaarsnota, waarin de begroting wordt bijgesteld met de ontwikkelingen die op dit moment bekend zijn. Het werkelijke resultaat aan het einde van het jaar wordt mede bepaald door landelijke en regionale ontwikkelingen die in de loop van het jaar nog zullen plaatsvinden. Hierbij zijn op voorhand een aantal financiële risico's te benoemen die op dit moment moeilijk zijn in te schatten maar die het resultaat fors kunnen beïnvloeden. Zo is bijvoorbeeld zowel in de begroting als de rapportage rekening gehouden met een rijksbijdrage in het kader van de ASM (Algemene Salaris Maatregelen) van bijna 1,2 miljoen. In het voorjaar 2010 bestond nog geen zekerheid over deze rijksbijdrage. Ook is recent aangekondigd dat de pensioenpremie met ingang van augustus 2010 zal worden verhoogd en hiervoor geen compensatie zal worden ontvangen. Regionaal wordt de ontwikkeling van het kostenvolume voor 2010 onder meer bepaald door de voortgang rondom invulling van vacatures, overwerk, projecten etc. Naar verwachting zullen de kosten rondom overwerk en verschuivingstoelage gedurende 2010 aanmerkelijk hoger uitvallen dan geraamd. Op basis van de huidige inzichten zal 2010 met een batig saldo afgesloten kunnen worden. In de bijgestelde begroting in deze voorjaarsnota is dit nieuwe scenario vertaald wat resulteert in een positief geraamd resultaat van 0,2 miljoen. De wereld van de politie bestaat echter niet alleen uit zekerheden. Op het gebied van openbare orde en veiligheid zijn niet alle ontwikkelingen financieel te voorzien en beïnvloedbaar en moet dus bij een prognose het voorzichtigheidsprincipe worden gehanteerd. Ook speelt een grote rol bij het uiteindelijke financiële resultaat de genoemde financiële risico's als het gaat om de compensatie vanuit BZK. Voorjaarsnota 2010 5

Waakzaam en Dienstbaar 2.3. Structureel financieel beeld Op basis van ontwikkelingen vanaf het najaar 2010 kan onderstaand financieel beeld worden gepresenteerd (exclusief samenwerkingsverbanden): (x 1.000) 2010 2011 2012 2013 1. Baten 119.739 118.399 115.859 115.004 2. Loonkosten 79.264 79.825 79.221 79.096 3. Bijdragen en deelnames 10.838 11.093 10.502 10.116 4. Regionale bedrijfsvoering 15.557 16.478 15.236 15.170 5. Regionale projecten 3.813 3.411 2.676 2.496 6. Decentrale bedrijfsvoering 10.074 9.255 9.169 9.150 Resultaat normale bedrijfsvoering 193 1.664-945- 1.024- Buitengewone baten (nog te nemen maatregelen) - 445 524 Exploitatieresultaat 193 1.664-500- 500- cumulatief 2.471- Uit bovenstaand overzicht is af te leiden dat het financieel beleid de komende jaren in belangrijke mate wordt bepaald door dalende baten (met totaal 4,7 miljoen gedurende 4 jaar). Gemiddeld dalen de baten (rijksbijdragen) derhalve met 1,2 miljoen per jaar. Zoals eerder vermeld vormt een dergelijke reductie een aanzienlijke financiële taakstelling voor het korps. Het beleid van het korps is erop gericht om de bezuinigingen primair in de materiële sfeer te zoeken en de formatie/sterkte zo min mogelijk aan te tasten. De hoogste loonkosten zijn voor het jaar 2011 geraamd. Dit houdt vooral verband met het (groter) aantal aspiranten. De raming van de kosten van bijdragen en deelnames stijgt in 2011, waarna deze vervolgens geleidelijk daalt. Deze stijging houdt verband met hogere kosten van de landelijke interceptie, inkooporganisatie en een administratieve overheveling vanuit categorie 4 (regionale bedrijfsvoering). De daling houdt verband met de voorziene bezuinigingen (taakstelling) bij de VtsPN. Het financieel kader voor regionale bedrijfsvoering vertoont voor 2010 een verhoging van circa 0,2 miljoen. Deze verhoging houdt vooral verband met een incidentele verhoging van het budget voor werving c.q. overnamekosten van personeel. De verhoging in 2011 vloeit voort uit de vervanging van het dienstwapen. Vanaf 2012 daalt het financieel kader. Deze daling vloeit voort uit het saldo van enerzijds een verhoging door de centralisatie van het budget voor kantoorautomatisering en anderzijds verlagingen door bezuinigingstaakstellingen. Meerjarig is het effect van de herwaardering van de panden ( 0,4 miljoen) verwerkt. De raming voor projecten, inclusief implementatiebudgetten, is voor 2010 met circa 0,1 miljoen verhoogd in verband met het project cybercrime wat door een specifieke rijksbijdrage wordt gedekt. Het kader voor decentrale bedrijfsvoering vertoont een stijging. Voor 2010 is dit een samengesteld bedrag. Naast de structurele administratieve wijziging (de centralisatie van het budget voor kantoorautomatisering waarbij dit budget van categorie 6 is overgeheveld naar categorie 4) en bezuinigingstaakstellingen (m.n. vervoer), wordt er in 2010 rekening gehouden met een hogere verloning van het verlofstuwmeer ( 0,75 miljoen). Het lopende jaar (2010) vertoont een batig saldo doordat als gevolg van de doorontwikkeling kosten vooralsnog lager uitvallen als gevolg van extra vacatures, het later starten van opleidingen en andere materiële kosten. Het tekort voor 2011 houdt grotendeels verband met de vervanging van het vuurwapen waarvan de kosten, conform de richtlijn van BZK, ineens ten laste van de exploitatie zijn geraamd. Voor de jaren 2012 en 2013 is vooralsnog een tekort geraamd van 0,5 miljoen. Indien het korps daadwerkelijk als gevolg van de herijking van BVS een hogere rijksbijdrage ontvangt, zal dit tekort worden opgeheven. Voorjaarsnota 2010 6

Waakzaam en Dienstbaar Voorlopig is de reductie van kosten grotendeels terug te vinden bij de kostencategorie (5) regionale projecten. Deze kosten zijn voor 2013 ruim 1,3 miljoen lager geraamd. Dit heeft te maken met de afbouw van de aanloopkosten van de doorontwikkeling ( 0,7 miljoen), de opleidingskosten ( 0,4 miljoen) en algemene kosten ( 0,2 miljoen) in het kader van het project VOV. 2.4. Buitengewone baten/tekorten In onderstaand overzicht zijn de omvang respectievelijk het verloop van de buitengewone baten, inclusief de tekorten over de jaren gepresenteerd (x 1.000): Basisbegroting 2010 (x 1.000) 2010 2011 2012 2013 Resultaat normale bedrijfsvoering 1.115-3.451-2.476-2.205- Buitengewone baten (nog te nemen maatregelen) 1.437 2.476 2.205 Exploitatieresultaat 1.115-2.014- Voorjaarsnota 2010 (x 1.000) 2010 2011 2012 2013 Resultaat normale bedrijfsvoering 193 1.664-945- 1.024- Buitengewone baten (nog te nemen maatregelen) - 445 524 Exploitatieresultaat 193 1.664-500- 500-2010 2011 2012 2013 Verschil VJN 2010 t.o.v. basisbegroting 2010 1.308 1.787 1.531 1.182 Lagere rijksbijdrage i.v.m. vervallen fuwa 1,2% bijdrage 940-940- 940-940- Lagere loonkosten i.v.m. bijstelling pensioenpremie* 760 640 640 640 Lagere loonkosten i.v.m. vervallen fuwa 2,2% (incl. inverdieneffect) 1.533 1.448 1.364 1.277 Lagere afschrijvingskosten huisvesting i.v.m. herwaardering panden 445 445 445 445 Hogere reiskosten woon-/werkverkeer t.g.v. doorontwikkeling 255-235- 235-235- Effecten verlofstuwmeer (afbouw) 750- Incidentele financiering aspiranten 555 Incidentele tegemoekoming effect herijking BVS 500 Effect CAO package deal (aspirantensalarissen) 22 260 547 598 Overige wijzigingen (incl. personele begroting) 62-331- 290-603- Totaal 1.308 1.787 1.531 1.182 Uit bovenstaand overzicht is onder meer af te leiden dat een belangrijk deel van de maatregelen verband houdt met voordelige factoren zoals een lagere verhoging van de eerder aangekondigde verhoging van de pensioenpremie ( 0,6 miljoen), de FUWA (per saldo 0,3 miljoen voor 2013), de CAO packagedeal v.w.b. de aspirantensalarissen ( 0,6 miljoen voor 2013) en de lagere afschrijvingslasten ( 0,5 miljoen). Daartegenover zijn nadelige factoren verwerkt zoals hogere kosten van woon/werk verkeer (flankerend beleid: 0,2 miljoen) en overige wijzigingen ( 0,6 miljoen). Overigens is het van belang om te beseffen dat naast de resterende benodigde ombuigingsmaatregelen (van 1,0 miljoen voor 2013) in de begroting reeds taakstellingen waren opgenomen voor een totaalbedrag van 1,3 miljoen. Deze taakstellingen hebben betrekking op lagere ramingen voor het merendeel van de kostengroepen en dienen nog in concrete maatregelen vanaf 2011 te worden vertaald. Feitelijk betekent dit dat in de voorjaarsnota nog een taakstelling is verwerkt van 2,3 miljoen ( 1,0 miljoen en 1,3 miljoen). Indien het gepresenteerde tekort vanaf 2012 middels de herijking van BVS wordt weggewerkt, betekent dit een daadwerkelijke taakstelling van 1,8 miljoen. Momenteel worden intern de bezuinigingsmogelijkheden geïnventariseerd en gekwantificeerd. De planning is dat in de zomer van 2010 keuzes worden gemaakt m.b.t. de toekomstige bezuinigingen, waarbij het beleid is om de formatie/sterkte hierbij zo veel mogelijk te ontzien. Naast de intern nog te realiseren bezuinigingen, is in de begroting ook rekening gehouden met de effecten van de taakstelling die bij de VtsPN is neergelegd. Het niet realiseren van deze taakstelling is een risico voor het korps. Voorjaarsnota 2010 7

Waakzaam en Dienstbaar 2.5. Ontwikkeling formatie/ sterkte Bij de doorontwikkeling is het doel om de processen opsporing, handhaving en informatie te versterken. Deze doorontwikkeling kan niet in één keer worden geëffectueerd. De formatie is begin 2010 gewijzigd en de personele invulling moet hier naar toe groeien. Nog niet bij alle processen is de voorziene beweging voltooid. Vooral bij het proces opsporing dient een deel van de geplande groei nog te worden ingevuld. Voorjaarsnota 2010 8

Waakzaam en Dienstbaar 3. EXPLOITATIEBEGROTING 3.1. Ontwikkeling exploitatiesaldi (meerjarig) De volgende opstelling kan worden gegeven over de ontwikkeling van het exploitatiesaldo in de jaren 2010 t/m 2013. Conform de voorschriften zijn de baten en lasten gesaldeerd weergegeven. De gepresenteerde cijfers (x 1.000) hebben betrekking op het korps, inclusief de interregionale samenwerkingsverbanden, waarvan het korps het beheer heeft. Exploitatierekening Brabant Noord (bedragen x 1.000) Voorjaarsnota 2010 2011 Meerjarenraming 2012 2013 Bijdragen Rijksbijdragen BZK 113.975 112.628 110.134 109.238 Rijksbijdragen overige departementen 1.856 1.856 1.856 1.856 Overige bijdragen [o.a. gemeenten] 25 25 Totaal bijdragen 115.831 114.509 111.990 111.119 Exploitatiekosten Personeel 84.090 83.322 82.527 82.448 Rente 410 451 474 428 Opleiding en vorming 3.173 2.738 2.569 2.286 Huisvesting 6.436 6.256 6.071 6.071 Vervoer 3.471 3.307 3.222 3.222 Verbindingen en automatisering 11.262 11.529 10.971 10.580 Geweldmiddelen en uitrusting 1.023 1.923 1.023 1.023 Operationeel 1.698 1.910 1.910 1.910 Beheer 2.888 2.963 2.577 2.580 Overige 1.188 1.774 1.592 1.596 Totaal exploitatiekosten 115.639 116.173 112.935 112.143 Resultaat uit normale bedrijfsvoering 193-1.664-945 -1.024 Buitengewone lasten Buitengewone baten (nog in te vullen maatregelen) 445 524 Exploitatieresultaat 193-1.664 500- -500 Resultaatbestemming Voorjaarsnota Meerjarenraming 2010 2011 2012 2013 Toevoeging bestemmingsreserves Onttrekkingen bestemmingsreserves 32 Saldo mutaties bestemmingsreserves -32 Toevoeging algemene reserve 225 Onttrekkingen algemene reserve 1.664 500 500 Saldo mutaties algemene reserve 225-1.664-500 -500 Bestemming exploitatieresultaat 193-1.664-500 -500 In bovenstaand overzicht zijn de cijfers meegenomen van de samenwerkingsverbanden: Bureau Brabant, Expertisecentrum Digitale Recherche, Parketpolitie en OVC (Opname Vertrouwelijke Communicatie). Voorjaarsnota 2010 9

Waakzaam en Dienstbaar 3.2. Toelichting exploitatiebegroting Rijksbijdrage De rijksbijdrage in deze begroting is als volgt samengesteld (bedragen x 1.000): 2010 2011 2012 2013 Algemene bijdrage BZK Algemene bijdrage 103.561 102.350 102.035 101.794 Algemene bijdrage - vervallen 1,2% fuwa-bijdrage ¹ 940-940- 940-940- Asiel 1.585 2.023 2.019 2.019 Asiel - bijstelling aanmeldcentrum en verlenging Sambeek ¹ 81 886-884- 884- Artikel 3 bijdrage 2.141 2.100 979 418 Aanvullende tegemoetkoming ASM 2010 (junicirc. 2010) 1.179 1.143 1.026 1.026 Compensatie herijking BVS ¹ 1.500 Inhouding artikel 4 153- Inhouding landelijk bureau werv/sel. (o.b.v. bijl 7 juni circ.) 15-15- 15-15- CAO 147 107.586 107.275 104.220 103.418 Bijzondere bijdrage BZK Project verbetering opsporing en vervolging 964 1.276 1.274 1.273 Opleidingsbudget PVOV 596 273 267 180 Opsporing - specifiek (RIK) 342 324 324 323 Opsporing - specifiek (RID) 221 210 209 209 Opsporing - programma intelligence 93 93 93 93 Prestatiebekostiging ¹ 1.308 309 592 590 Forensische opsporing 656 925 1.001 1.000 Wijkagenten 729 968 1.072 1.071 Vergrijzing 723 974 1.083 1.082 Project e-learning cybercrime ¹ 156 Diversiteit en integriteit ¹ 10 Project 24-uurs infodesk ¹ 35 Financiering aspiranten (incidenteel) ¹ 555 6.389 5.353 5.914 5.819 Bijzondere bijdrage overige departementen Bijdrage BVOM (team vkh) 1.789 1.789 1.789 1.789 SAOP-subsidie 68 68 68 68 1.856 1.856 1.856 1.856 Overige bijdragen (o.a. gemeenten) Bijdrage veiligheidsatlas (gemeenten) 25 25 25 25 TOTAAL RIJKSBIJDRAGE: 115.831 114.509 111.990 111.119 ¹ Nog geen onderdeel van de decembercirculaire 2009 In bovenstaand overzicht is de ontwikkeling van de rijksbijdrage gepresenteerd. Uit dit overzicht kan worden afgeleid dat de algemene rijksbijdrage in 2013 ruim 4 miljoen lager is dan in 2010. Deze verlaging houdt grotendeels verband met de bijdrage van het korps in de landelijke bezuinigingen. Volledigheidshalve wordt vermeld dat in bovenstaand overzicht rekening is gehouden met een (eerste) verhoging in verband met de herijking van BVS (en een verlaging van de prestatiebekostiging) en een hogere rijksbijdrage in verband met de ASM (algemene salaris maatregelen). Ten opzichte van de basisbegroting is de algemene bijdrage 2010 bijna 1 miljoen lager doordat de eerder geraamde rijksbijdrage FUWA is vervallen. De bijzondere bijdrage is voor 2010 verhoogd ten opzichte van de basisbegroting met bijna 0,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging vloeit met name voort uit projecten en een extra bijdrage (van 0,55 miljoen) in verband met opleidingskosten van aspiranten. Voorjaarsnota 2010 10

Waakzaam en Dienstbaar Personeel De personele lasten en baten dalen ten opzichte van de basisbegroting 2010 in 2010 met 1,5 miljoen. Deze verlaging houdt verband met aframingen van de kosten rondom de FUWA en pensioenpremie. De kosten van de FUWA waren op aanwijzingen van BZK ingeschat op circa 1,7 miljoen. Op basis van de huidige inzichten leidt de FUWA niet tot hogere kosten voor de korpsen. Bij het opstellen van de basisbegroting 2010 was rekening gehouden met een verdere verhoging van de pensioenpremies vanaf 2010. Tot op heden is deze verhoging niet geëffectueerd waardoor de kosten met circa 1 miljoen zijn verlaagd. Tegenover deze aframingen staan hogere kosten van sociale lasten, woonwerk verkeer en de wijziging van de salarisperiodieken in het voorjaar van 2010. In 2010 wordt tevens rekening gehouden met een éénmalige verloning van het verlofstuwmeer. Tengevolge van het hoge werkaanbod in de eerste maanden van dit jaar in combinatie met de onderbezetting binnen bepaalde processen is het aantal uitstaande uren (verlof/overuren/meeruren) toegenomen. Uit capacitair oogpunt wordt overwogen om een deel van de uren te verlonen. Hiervoor wordt een bedrag van totaal 0,75 miljoen ingecalculeerd. In de herziene begroting 2010 zijn voor wat betreft sterkte/ formatie de volgende uitgangspunten gehanteerd: 2010 2011 2012 2013 Formatie ¹ 1.377,0 1.377,0 1.377,0 1.377,0 Beheer GMC (gedetacheerden extern) 14,5 14,5 14,5 14,5 Gedetacheerden regulier (extern) 10,0 10,0 10,0 10,0 Correctie feitelijke sterkte² 27,1-26,9-11,0-3,4- Totale sterkte ultimo jaar 1.374,4 1.374,6 1.390,5 1.398,1 Gemiddelde sterkte 1.369,5 1.374,5 1.382,6 1.394,3 Gemiddeld aantal aspiranten 131 138 133 123 ¹ Formatie inclusief IRS ( 42,9 fte) ² De sterkte is in 2010 t/m 2012 vooral lager tengevolge de dekking van de instroom niveau 2 lerend werken (resp. -24 ; -24 en -12 fte) De personele planning die als basis heeft gediend voor de basisbegroting 2010 is geactualiseerd naar de feitelijke situatie per 31-12-2009. Rekening is gehouden met een situatie waarbij gedurende 2010 de personele planning weer in de pas loopt met de planning volgens de basisbegroting. Aanpassing van de instroom en uitstroomgegevens op basis van de actuele ervaringscijfers op dit gebied zal in de begroting 2011 plaats vinden. Rente Het saldo van de rentelasten en -baten is ten opzichte van de basisbegroting voor 2010 verhoogd. Voor het jaar 2010 zijn lagere rentebaten geraamd doordat het korps momenteel, onder invloed van de lage marktrente, een bijzonder lage rente ontvangt op banktegoeden. Opleiding en vorming De raming voor deze lasten is voor 2010 met 0,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging houdt verband met opleidingskosten van de projecten VOV, cybercrime, 24 uurs infodesk en de nieuwe regeling officier van dienst. Daarnaast zijn administratieve wijzigingen doorgevoerd in verband met verschuivingen binnen het budgettair kader van Personeelsmanagement (munitie 0,04 miljoen en sportregeling 0,03 miljoen) en hogere verblijfkosten in het kader van opleidingen bij de korpsonderdelen ( 0,06 miljoen). Voorjaarsnota 2010 11

Waakzaam en Dienstbaar Huisvesting De gesaldeerde raming voor huisvestingslasten en -baten is ten opzichte van de basisbegroting 2010 voor het jaar 2010 met 0,4 miljoen verlaagd. Deze lastenverlaging houdt grotendeels verband met de lagere afschrijvingslasten door de afwaardering van de panden eind 2009. Vervoer Bij de kostengroep vervoer is ten opzichte van de basisbegroting voor 2010 een geringe verhoging doorgevoerd in verband met de hogere brandstofkosten en bijstelling van de voorziene baten. Verbindingen en automatisering De ramingen voor deze kosten worden voor 2010 beperkt ( 0,1 miljoen) naar beneden bijgesteld. Naast de verhoging van de lasten i.v.m. projecten IM-Zuid (jaarplan) is er sprake van een verlaging van het kader (verschuiving ten laste van "overige lasten") en een lager aandeel PVOV in de begroting van de VtsPN. Het meerjarig effect is een neerwaartse bijstelling met 0,3 miljoen. Geweldmiddelen en uitrusting De beperkte wijziging van de raming voor deze kostengroep ( 0,07 miljoen) is het gevolg van verschuivingen binnen de budgettaire kaders van de regionale bedrijfsvoeringsbudgetten en de begrotingen van de samenwerkingsverbanden blijft nagenoeg op hetzelfde niveau, met uitzondering van het jaar 2010. In 2011 is rekening gehouden met de vervanging van het dienstwapen ( 0,9 miljoen). Operationeel Voor de operationele lasten is in deze herziene begroting een verhoging voorzien van 0,1 miljoen. Deze verhoging is vooral het gevolg van een hoger kostenniveau binnen de decentrale bedrijfsvoering voor wat betreft de reis- en verblijfkosten en bijstelling van de begroting van de samenwerkingsverbanden. Beheer/ overige lasten De ramingen voor 2010 van deze kostengroepen blijven op hetzelfde niveau. De kostengroep wordt met 0,2 miljoen verhoogd. Hiervan heeft een bedrag van 0,1 miljoen betrekking op een actualisatie van de bijdrage en deelnames (bijdrage in RIEC en actualisatie bijdrage aan VtsPN). Daarnaast is er in 2010 extra geld nodig ( 0,2 miljoen) in het kader van externe inhuur ten behoeve van de projecten WPG en BVCM. Verschuiving binnen het kader van de decentrale bedrijfsvoering levert een voordeel op van 0,1 miljoen (t.l.v. operationeel). Het geraamde bedrag onder overige lasten bestaat hoofdzakelijk enerzijds uit de innovatieruimte (vanaf 2011 rondom de 1,0 miljoen) en 0,6 miljoen voor cateringkosten. Onttrekking bestemmingsreserves De onttrekking uit de bestemmingsreserve heeft betrekking op het incidentele kosten, die uit de bestemmingsreserve kwaliteit van de arbeidsgelden kunnen worden gedekt. Voorjaarsnota 2010 12

Waakzaam en Dienstbaar 4. INVESTERINGSPLAN 4.1. Financieel beeld investeringen eerste maanden 2010 Bij het uitgangspunt van een gelijkmatige verdeling over het jaar van de investeringen blijven deze de eerste vier maanden van dit jaar achter op de periodebudgetten. Het effect hiervan is ook zichtbaar in de exploitatie. Het zwaartepunt van de investeringen is voorzien in de 2e helft van het jaar, zodat het beeld naar verwachting zal veranderen. In onderstaand overzicht zijn de begroting- en realisatiecijfers van de investeringen gepresenteerd: Bedragen x 1.000 Resultaat Ongebudg. Totaal Budget Realisatie realisatie realisatie Onderdeel Bedrag % Concern 510 510 100% Korpsleiding 40 37 3 7% 37 Kabinet Sturing RD (8000) 15 15-1% 15 RD (ext.gedetacheerden) 10 9 1 9% 9 FAM: - Huisvesting 1.680 1.499 89% - Huisvesting-OW 181 181 - Vervoer 40 49-9 -23% 49 - Verbindingen en automatisering 160 22 138 86% 22 - Geweldmiddelen 35 35 100% - Operationeel - Beheer 15 16-1 -4% 16 FIM HRM Communicatie District 1 - Meierij 520 164 356 69% 164 District 2 - Maasland 230 46 184 80% 46 District 3 - Maas en Leijgraaf 410 59 351 86% 59 DIO 290 87 203 70% 87 DEO 25 4 21 86% 4 Verkeershandhaving Totaalresultaat 3.980 688 3.292 688 4.2. Actualisatie investeringsplan Actualisatie van het investeringsplan uit de basisbegroting heeft per saldo geleid tot een beperkte verhoging van het voor 2010 voorziene investeringsvolume tot een niveau van bijna 4,0 miljoen. Staat van geraamde investeringen VOORJAARSNOTA 2010 (bedragen x 1.000) Kredieten Voorjaarsbasisbegroting nota Omschrijving 2010 Mutatie 2010 3 Opleiding & vorming 40 40-4 Huisvesting 1.830 315-1.515 5 Vervoer 1.660 1.660 6 Verbindingen en automatisering 220 5 225 7 Geweldmiddelen en uitrusting 10 300 310 8 Operationele activiteiten 170 90 260 9 Beheer 50 35-15 Totaal 3.980 5 3.985 Voorjaarsnota 2010 13

Waakzaam en Dienstbaar De grootste mutatie is terug te vinden in de categorie geweldmiddelen. Hierin is nu rekening gehouden met de regiobrede vervanging van tactische vesten. Het zwaartepunt van de investeringen blijft liggen in de categorie huisvesting en vervoer. Binnen huisvesting zijn de investeringen voor een archiefruimte in het pand Beverspijken 1 ( 560.000) en de vervangingsaanpassingen in het hoofdbureau ( 300.000) de grootste posten. Binnen vervoer wordt het investeringsvolume bepaald door de overgang van lease naar eigendom. Tot medio 2009 werd een groot deel van het wagenpark geleased. Daarna is het korps overgegaan op zelfstandig financieren van voertuigen. De investeringen met betrekking tot de operationele activiteiten betreffen vervanging van specialistische rechercheapparatuur en vervanging van alcoholtesters en enkele laserguns. 5. VOORZIENINGEN Voor wat betreft de voorzieningen is er sprake van de volgende ontwikkelingen: (bedragen x 1.000) TOR Mutaties voorzieningen Wachtgeld, WW, WAO Jubilea Overige personeels voorzieningen Huisvesting Overig Totaal volgens basisbegroting Dotatie 300 190 420 910 Onttrekking 33 500 177 210 920 Vrijval volgens VJN Dotatie 300 350 650 Onttrekking 33 670 542 1245 Vrijval verschil VJN t.o.v. basis Dotatie -190-70 -260 Onttrekking 170-177 332 325 Vrijval Toelichting: 1. Wachtgeld, WW, WAO In het najaar 2009/voorjaar 2010 zijn meer wachtgeldvergoedingen toegekend, waardoor de uitgaven gedurende 2010 stijgen. De dotatie is vooralsnog op het volume van de basisbegroting gehandhaafd. 2. Ambtsjubilea Met ingang van de jaarrekening 2009 worden uitgaven van jubilea rechtstreeks ten laste van de exploitatierekening verantwoord en niet via een voorziening. 3. Huisvesting Naar aanleiding van een actualisatie van de meerjaren onderhoudsplanning is de dotatie aan de voorziening groot onderhoud met 70.000 verlaagd. De verwachting is dat op lange termijn de (gemiddelde) uitgaven voor groot onderhoud lager uitvallen dan oorspronkelijk geraamd. Voor 2010 zullen de uitgaven naar verwachting hoger uitvallen dan in de basisbegroting was voorzien. De uitgaven hebben voor een belangrijk deel betrekking op schilderwerk en de vervanging van de dakbedekking van het hoofdbureau. Voorjaarsnota 2010 14

Oplegnotitie 1111111111 Aan Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord Datum 23 juni 2010 Bijlage Steller J. Smarius Onderwerp Oplegnotitie Eindrapportage fijnstructuur Aanleiding Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord heeft op 8 oktober 2009 besloten om de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden van de gemeenten in Brabant- Noord het voorstel voor te leggen om tot regionalisering van de brandweer over te gaan. Alle colleges en gemeenteraden hebben voor 31 december 2009 besloten om overeenkomstig dit voorstel de gemeentelijke brandweerkorpsen en de regionale brandweer per 1 januari 2011 op te laten gaan in de nieuw te vormen geregionaliseerde Brandweer Brabant-Noord. Met het oog hierop is in de afgelopen maanden door de projectorganisatie de fijnstructuur van de nieuwe organisatie nader uitgewerkt. Kaders Deze uitwerking is geschied binnen de eerder bestuurlijk vastgestelde kaders van het visiedocument Samen meer slagkracht, het Organisatieplan op hoofdlijnen en de rapportage Vinden, binden en boeien van brandweervrijwilligers. Ook de bestuurlijk vastgestelde besparingstaakstelling van 1 miljoen Euro vormde een belangrijk uitgangspunt. Aanpak De uitwerking van de fijnstructuur is in nauw overleg met de BOR tot stand gekomen. Er zijn zoveel mogelijk medewerkers in verschillende rollen betrokken. Het inhoudelijke werk is uitgevoerd door vier bouwteams waar zowel medewerkers als leidinggevenden in participeerden. Door deze bouwteams zijn individuele collega s en diverse interne overlegfora geconsulteerd. Ook zijn er klankbordgroepen van beroeps en vrijwilligers gevormd, die elk drie keer betrokken zijn. Verder is er in voorlichtingsbijeenkomsten voor de leidinggevenden van de organisatie verschillende keren gesproken over de uitwerking van de fijnstructuur. In personeelsbijeenkomsten voor alle medewerkers zijn met name de personele consequenties aan bod gekomen. In de laatste fase is er intensief overleg geweest met het Regionaal Management Team (RMT). De nieuwe organisatie Voor de uitwerking van de fijnstructuur heeft het organisatieplan op hoofdlijnen als basis gediend. De gemaakte keuzes zijn verder uitgewerkt en gedetailleerd. Voor de beleidsdomeinen is er om inhoudelijke redenen gekozen voor een iets andere clustering van beleidsterreinen. Verder is om reden van directe rode aansturing en de inhoudelijke link het domein Planvorming, Repressie en Nazorg de meldkamer toebedeeld aan de districtscommandant die ook voor dat domein verantwoordelijk is. Taakstelling Om de taakstelling van 1 miljoen te realiseren is de ondersteuning/bedrijfsvoering op centraal niveau soberder ingevuld dan aanvankelijk de bedoeling was. Het realiseren van grote kwalitatieve verbeteringen op deze beleidsterreinen is hierdoor niet mogelijk. Door de clustering van taken zijn er op decentraal niveau een aantal schaalvoordelen gerealiseerd. Dit is mogelijk door de gemeenten te voorzien van een gelijk dienstenniveau dat bovendien op een vergelijkbare wijze wordt aangeboden (standaardisatie van de werkprocessen). Tot slot zijn alle voorzienbare nieuwe ontwikkelingen apart in beeld gebracht en vooralsnog niet meegenomen in de inrichting van de nieuwe organisatie.