ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Vergelijkbare documenten
Interline februari Geriatrie casusschetsen

Geriatrie achtergronden casusschetsen. Voor: begeleider/presentator

DEMENTIE CASUSSCHETSEN. Casusschets 1

Dementie achtergronden casusschetsen voor begeleider/presentator

3) DIAGNOSTIEK OBV NHG STANDAARD DEMENTIE 4) NA ZIEKTEDIAGNOSTIEK VOLGT ZORGDIAGNOSTIEK 7) BIJ DIAGNOSTISCHE ONDUIDELIJKHEID VERWIJZEN

INTERLINE CARDIOLOGIE 2014 februari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

REUMATOLOGIE achtergronden casusschetsen

Masterclass DementieNet Vroege signalen dementie. Jan Oudenes 2017

Heeft mevrouw Alzheimer?

Scholing Dementie: wees er vroeg bij!

INTERLINE CARDIOLOGIE 2014 februari 2014

REUMATOLOGIE ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

HARTFALEN achtergronden casusschetsen

De delirante patiënt van vergeetachtig tot verwardheid

Workshop dementie diagnostiek

6 e mini symposium Ouderenzorg

Kinderen met hardnekkig druk gedrag

UROLOGIE achtergronden casusschetsen

Interline augustus REUMATOLOGIE casusschetsen

Opbouw praatje. Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie

REUMATOLOGIE achtergronden casusschetsen

Astma/ COPD versie 2009 achtergronden casusschetsen

Palliatieve zorg en Dementie verbinden. Jet van Esch Specialist ouderengeneeskunde

Duo Dagen 13 april 2015

INTERLINE NEUROLOGIE 2012

Dementie, regeren is vooruit zien. R. Dingenouts, specialist ouderengeneeskunde

INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

CASUSSCHETSEN. Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende schildklierwaarden werden gevonden:

RADIOLOGIE 2011 achtergronden casusschetsen

Dementie. Casusschets 1

Interline, mei PATHOLOGIE casusschetsen

Ad 2 Een depressie op oudere leeftijd kan schuilgaan achter, maar ook samengaan met somatische comorbiditeit.

Bekkenbodemproblematiek ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Dementie na de diagnose

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking.

Verslag Exelonspreekuur

Probleemgedrag bij ouderen

UROLOGIE ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Interline augustus CHEMOTHERAPIE casusschetsen

VERDIEPINGSSESSIE PLANETREE IEDEREEN WEET DAT HET NIETS KAN WORDEN ALS JE KOMT, ALLEEN JIJ WEET DIT NIET! JOEP KOCH JESSICA RUISBROEK

INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 Concept dd 26 nov 2013 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

INTERLINE Orthopedie 2014 oktober 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

De 3D,s POH

Ketenzorg Arnhem. Vallen bij ouderen

Lumbaal radiculair syndroom ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Dementie Zorg voor zilver ga voor goud. Wim van den Dool, sociaal geriater 20 november 2012

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Overzicht bestaande werkafspraken Kindergeneeskunde: (Allen ook via Interline behandeld)

Vergeetachtig of dement?

Mevrouw B., 72 jaar, komt bij u omdat ze in de Libelle iets heeft gelezen over botontkalking.

INTERLINE Plastische Chirurgie 2016 februari 2016 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Wat is dementie? Radboud universitair medisch centrum

Antonius College: Dementie

Voorlichtingsbijeenkomst

STAPPENPLAN PREVENTIE VAN VALLEN IN DE EERSTE LIJN

Func/onele achteruitgang

Dementie, ook u ziet het?! Hanny Bloemen Klinisch Geriater Elkerliek Ziekenhuis Helmond 22 mei 2013

Achtergronden casusschetsen astma/ copd

Help, waar kan mevrouw Jansen terecht? Mogelijkheden tijdelijk verblijf en spoedzorg kwetsbare ouderen

Casuïstiek bespreking. delier

LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM

Ik ben uit de mode. Netwerk Dementie 7 februari 2019 Judith van Tuijn

Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd.

Informatiebijeenkomst. Dementie

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Palliatieve zorg en dementie

! "# #$ # # "!% & '# (% %&'%)

Achtergronden bij casusschetsen

Dementie. Huiveringwekkend?

Wie zorgt er voor de thuiswonende ouderen in een kwetsbare positie?

Delier Sini van den Boomen Anja Manders Marianne de Nobel

STAPPENPLAN COGNITIEVE STOORNIS IN DE EERSTE LIJN

De geheugenpolikliniek Snel duidelijkheid als het geheugen niet meer zo helder is

Leergang Ouderenzorg. Avond 3

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015

REUMATOLOGIE CASUSSCHETSEN

Interline Orthopedie Achtergronden casusschetsen

Diabetes mellitus 2. Clara Peters, huisarts Mea de Vent, praktijkondersteuner

Begeleiding bij het gebruik van medicijnen bij dementie

Aanleiding tot het herzien van de werkafspraak Antistolzorg:

Dementie in de palliatieve fase

UROLOGIE casusschetsen

Handreiking. Dementie

Workshop Delirium Symposium Palliatieve Zorg, richtlijnen voor de praktijk Utrecht,

Dementiediagnostiek bij migranten. Mw. Dr. C.K. Jurgens, neuropsycholoog HMC Bronovo Behandeladviescentrum Ouderengeneeskunde

Parkinson en Dementie

DEMENTIE. huisarts in the lead. Duo Dagen maart E. Oelrich, Huisarts H. Ham, Huisarts M.Y.E. Cappetti, Klinisch Geriater

Shared Decision Making over de (on)mogelijkheden bij de oudere patiënt

Opzet van de avond. Deel 1 plenair: Introductie Opzet van het programma

Maag- darm- leverziekten september 2013 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

INTERLINE PIJNBEHANDELING DEEL II EN III ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Ziekte- en zorgdiagnostiek Dementie Regio Breda, Alphen/Chaam en Baarle Nassau. Stand van zaken d.d. 1 juni 2009

Behandeling met rivastagmine capsules

TIA/ herseninfarct van spoed- naar ketenzorg

Transcriptie:

INTERLINE GERIATRIE Werkafspraken Dementie en Vallen bij ouderen Februari 2010 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Het eerste Interlineprogramma Dementie is rondgegaan van 2002 2005. Er zijn nieuwe ontwikkelingen waardoor de werkafspraak is herzien, en dit zal via dit nieuwe programma kenbaar gemaakt worden. Daarbij zal een korte reminder geboden worden van het vorige programma. Daarnaast is er een nieuwe werkafspraak Vallen bij Ouderen ontworpen die via de eerste casus bekend gemaakt wordt. De werkgroep bestaat uit: Kerngroep: Huisartsen: Joke Schmitz Roelf Sikkema Internist Ouderenzorg: Ad Kamper Dimence: José Geerling Specialisten Ouderenzorg: Guendolen Lantinga Evert Starreveld Buiten kerngroep: Namens Psychiaters: Marc van der Loos Namens Neurologen: Ed Gonera Namens Apothekers: Ziekenhuis: JanCees van Niel Openbaar: Rianne Schrijver Interline februari 2010

Casusschets 1 Mijnheer Stok, 76 jaar. VG: Diabetes sinds 5 jaar, hypertensie, Totale knieprothese, matige visus (fundusfoto: gb). Medicatie: hydrochlorthiazide 25 mg, metformine 2x500 mg, enalapril 2x5 mg. Hij is voor controle bij de Praktijkondersteuner. Diabetes en tensie blijken goed geregeld, T 130/80. Verder geen bijzonderheden. Vraag 1: Vindt u dat in dit geval de PO moet vragen of hij wel eens valt? 1. Ja 2. Nee Stel dat dit al dan niet door navraag aan de orde komt, en hij blijkt 3x per jaar inderdaad te vallen, zonder duidelijke aanleiding. Vraag 2: Vindt u dat reden voor een consult op uw spreekuur? 1. Ja 2. Nee Stel Heer Stok komt om deze reden op uw spreekuur. Vraag 3: Wat lijkt u dan de meest waarschijnlijke oorzaak en hoe vraagt u dit uit of hoe onderzoekt u dit? 1. Visusprobleem 2. Mobiliteitsprobleem tgv knieprothese 3. Neuropathisch probleem tgv diabetes 4. Orthostatisch 5. Anders Vraag 4: Wat zou u heer Stok voorstellen? 1. Minder medicatie 2. Meer medicatie 3. Fysiotherapie 4. Ergotherapie 5. Anders

Achtergronden Vraag 1: Vindt u dat in dit geval de PO moet vragen of hij wel eens valt? Ja, de werkgroep is hiervoor, anticiperend op breuken en met wel preventieve mogelijkheden. Vraag 2: Vindt u dat reden voor een consult op uw spreekuur? Ja, dat is de consequentie van het antwoord op vraag 1. Vraag 3: Wat lijkt u dan de meest waarschijnlijke oorzaak en hoe vraagt u dit uit of hoe onderzoekt u dit? 1. Visusprobleem : kan bijdragend zijn, Snellenkaart, eventueel met SO (Stenopeische Opening). 2. Mobiliteitsprobleem tgv knieprothese: Niet erg waarschijnlijk. Te testen via Timed getup and go: zie WA pg 2 bovenaan. 3. Neuropathisch probleem tgv diabetes: Kan, maar niet erg waarschijnlijk gezien milde diabetes en duur 5 jaar. 4. Orthostatisch: meest voorkomend, meest waarschijnlijke oorzaak. Situatie uitvragen (anamnese pg 1), Orthostase onderzoek (pg 1 onderaan), evt 24 uurs tensie. 5. Anders Vraag 4: Wat zou u heer Stok voorstellen? 1. Minder medicatie : Ja, hct kan lager gedoseerd, evt ACE remmer <. 2. Meer medicatie : Ja: vitamine D valt te overwegen. Pg 2. 3. Fysiotherapie : Balansoefeningen, desgewenst 4. Ergotherapie : eventueel voor aanpassingen. 5. Anders Leerdoel 1: Meest voorkomende reden vallen is orthostase, vaak door medicatie - Pro-actief navragen - Globaal anamnese, lichamelijk onderzoek, beleid. Stelling 1: Tweemaal per jaar vallen is voor iemand ouder dan 80 jaar als iets normaals te beschouwen. Onjuist

Casusschets 2 Dhr. Kracht is een 73 jarige gepensioneerde directeur van een middelgroot bouwbedrijf. Hij is bij uw Praktijkondersteuner geweest voor controle van zijn tensie. In de nabespreking meldt de PO dat dhr. Kracht deze keer vergezeld werd door zijn echtgenote. Volgens zijn vrouw is zijn geheugen de laatste tijd achteruit gegaan. Vraag 1: Wat adviseert u de PO? 1. Geen actie, is op deze leeftijd niet ongebruikelijk. 2. U adviseert dit als opmerking in het dossier te noteren. 3. U vraagt de PO om (de vrouw van) dhr. Kracht te bellen en vragen te stellen over zijn verdere functioneren. 4. U nodigt dhr. Kracht uit op uw spreekuur voor een beoordeling van het geheugenverlies. Stel Dhr. Kracht komt, door u uitgenodigd, samen met zijn vrouw op uw spreekuur. Als hij een vraag moet beantwoorden kijkt hij vaak naar zijn vrouw. Hij blijkt de laatste maanden prikkelbaar, vooral als hij iets vergeet. En dat komt vaak voor. Hij spreekt ook moeilijker, moet zoeken naar zijn woorden. Onverwachte situaties veroorzaken een paniekreactie. Hij is veel onhandiger geworden in het doen van klusjes. Hij herkent iedereen en is nooit verdwaald. Hij gebruikt nauwelijks alcohol en geen medicatie. Zijn moeder is aan een Alzheimer dementie overleden. Vraag 2: Bij welke cognitieve domeinen acht u een stoornis aanwezig: 1. Ja 2. Nee Geheugen en oriëntatie Ruimtelijke oriëntatie Taal en begrip Praktische vaardigheden Herkenning Planning Denken en handelen Stel u vindt voldoende redenen om aan een cognitieve stoornis te denken. Vraag 3: Welk lichamelijk of aanvullend onderzoek acht u in dit geval van belang? (open vraag)

Bij observatie viel het head turning sign op. Lab gb. U besluit een MMSE en Kloktekentest uit te (laten) voeren. MMSE: 24, Klokteken: 10. Vraag 4: Ondersteunt deze uitslag de diagnose Dementie? 1. Ja 2. Nee Achtergronden Vraag 1: Wat adviseert u de PO? 1. Geen actie, is op deze leeftijd niet ongebruikelijk: neen, hinderlijk geheugenverlies is niet normaal. Daarom lijkt beste antwoord 4: uitnodigen voor spreekuur. Vraag 2: Bij welke cognitieve domeinen acht u een stoornis aanwezig: 3. Ja 4. Nee Geheugen en orientatie Ruimtelijke orientatie Taal en begrip Praktische vaardigheden Herkenning Planning Denken en handelen Ja Nee Ja Ja Nee Onbekend Onbekend Vraag 3: Welk lichamelijk of aanvullend onderzoek acht u in dit geval van belang? WA Dementie deel 1, pg 3, bovenaan. Gericht op mogelijke differentiële diagnostiek. Observatie: Head turning sign al aangegeven. Vraag 4: Ondersteunt deze uitslag de diagnose Dementie? Ja: met dit opleidingsniveau dient hij hoger te scoren. Kloktekentest minder relevant. Leerdoel 2: Diagnostiek Dementie - Reprise: vermoeden / verdenking / bewustwording - Reprise: anamnese - cognitieve domeinen - Reprise: lichamelijk + aanvullend onderzoek, head turning sign, tabel dd depressie/dementie/delier - Reprise: testen Stelling 2: Een patiënt met een MMSE van 26 en een Kloktekentest van 10 is waarschijnlijk niet dement. Onjuist

Casusschets 3 Heer School, 71 jaar. Was directeur van de plaatselijke school. Laatste weken wordt hij toenemend verward en onrustig. Bovendien wordt hij strammer de laatste weken. Er is geen sprake van incontinentie. Er werd gedacht aan een delier, hij werd nagekeken door de internist, die dit niet kon bevestigen. Hij zag steeds 2 vrouwen in zijn huis en herkende zijn eigen huis ook niet. Zijn geheugen is intact. Omdat het dus geen delier lijkt te zijn, wordt toch aan een dementievorm gedacht. Vraag 1: Welke vorm van dementie acht u hierbij te passen en waarom? 1. Alzheimer 2. Vasculair 3. Lewy body 4. Fronto-temporaal 5. Parkinson Vraag 2: Bij welke vorm verwacht u geheel geen effect van een actylcholineesteraseremmer? 1 Alzheimer 2. Vasculair 3. Lewy body 4. Fronto-temporaal 5. Parkinson Achtergronden: Zie werkafspraak Dementie deel 1 pg 4 Vraag 1: Welke vorm van dementie acht u hierbij te passen en waarom? 1. Alzheimer : neen, niet geleidelijk en geen geheugenverlies. 2. Vasculair : neen, hallucinaties klopt niet, wel het acute begin. 3. Lewy body : zou kunnen: stijfheid en hallucinaties passen erbij. 4. Fronto-temporaal: zou kunnen, geheugenstrns kan later komen. 5. Parkinson : verloop past er niet bij. Vraag 2: Bij welke vorm verwacht u geheel geen effect van een actylcholineesteraseremmer? 2: vasculair. Maar vaak mengbeeld. Uitleg: effect bij andere vormen alleen op activiteitenniveau te verwachten, minder op geheugen. Komt later terug.

Leerdoel 3: Soorten dementie: vaak mengbeeld - Herkennen Lewy body, NPH. - Medicamenteuze consequenties Stelling 3: Differentiatie van de verschillende dementiebeelden heeft nauwelijks betekenis. Onjuist, alhoewel NHG het niet doet en er vaak mengbeelden bestaan. Maar kan wel consequenties voor medicatie hebben. Werkgroep kiest daarom wel voor kennisoverdracht van de verschillende vormen.

Casusschets 4 Een 57 jarige heer Knoper, ambtenaar, moet bouwvergunningen beoordelen. Hij komt op het spreekuur omdat hij steeds vergeetachtiger wordt. Hij hoopt toch niet dement te worden. Hij heeft steeds meer structuur nodig en allerlei geheugensteuntjes zoals briefjes om zijn werk goed te kunnen doen, en dat is hij niet zo gewend. Het lukt wel zijn werk zo vol te houden. Conclusie: Geïsoleerde geheugenstoornis, andere domeinen gb. Goed inzicht in de beperkingen. U laat een MMSE en kloktekentest doen: MMSE 30, Klokteken 10. Vraag 1: Wat is uw uitleg en advies en waarom? 1. Uitleg: fysiologisch gebeuren, geen dementie, geen actie. 2. Nadere analyse via verwijzing. 3. Vervolg cq herhaal onderzoek 1 jaar. 4. Lab onderzoek 5. Anders Achtergronden Zie Werkafspraak Dementie, deel 2, Evaluatie : Lichte cognitieve stoornis Vraag 1: Wat is uw uitleg en advies en waarom? 1. Uitleg: fysiologisch gebeuren, geen dementie, geen actie. Neen, dit is niet normaal. 2. Nadere analyse via verwijzing. Ja: NPO onderzoek is voor diagnose lichte cognitieve stoornis nodig. 3. Vervolg cq herhaal onderzoek 1 jaar. Ja, indien diagnose gesteld is is herhaling minimaal na 1 jaar pas weer zinvol. Uitleg prognose. 4. Lab onderzoek: eventueel, afwijking lijkt niet erg waarschijnlijk. Leerdoel 4: Evaluatie: huisarts kan diagnose Dementie in principe zelf stellen - Begrip lichte cognitieve stoornis met consequenties - Comorbiditeit - Wanneer wel verwijzen Stelling 4: Een aangetoonde lichte cognitieve stoornis rond het 60 e jaar leidt vrijwel altijd uiteindelijk tot dementie. Onjuist: 1/3

Casusschets 5 De zoon van de heer Knaploos, 78 jaar, vraagt of dat Alzheimermiddel iets voor zijn vader zal zijn. Hij woont met zijn vrouw, die tot nu toe de mantelzorg goed aan kan. Bij Heer Knaploos is een jaar geleden de diagnose Dementie wrschl Alzheimer vastgesteld. U heeft zelf de diagnose gesteld. U heeft destijds de NHG patiëntenbrief aan zijn vrouw gegeven, en het lukte bijtijds hem te verhinderen auto te rijden. Er is geen bemoeienis van bv thuiszorg. Zoon meldt dat vader de laatste tijd zo passief wordt. U heeft hem daarom op het spreekuur gezien. Depressief lijkt hij niet te zijn. Bij verder (aanvullend) onderzoek vond u geen reden voor zijn passiviteit. Vraag 1: Besluit u tot een behandeling met een acetylcholine-esteraseremmer? 1. Ja 2. Nee Stel dat u besluit dat een proefbehandeling wel de moeite van het proberen waard is. Vraag 2: Hoe doet u dat? 1. U verwijst hiervoor. 2. U schrijft een Rivastigminepleister, 4,6 mg, 1x daags voor. 3. U schrijft oraal galantamine voor via een op te zoeken opbouwschema. 4. Anders. Vraag 3: Met welke bijwerkingen dient u rekening te houden? Vraag 4: Wanneer en hoe evalueert u het effect? Een half jaar later blijkt bij een overigens licht luchtweginfect heer Knaploos wel verward te worden, met name bestaat er een nachtelijke onrust, wat ook erg vervelend is voor zijn vrouw. Er zijn geen andere redenen voor een delirant beeld. Vraag 5: Hoe wilt u dit behandelen? 1. Haloperidol 2. Anders Achtergronden Zie Werkafspraak Dementie, deel 2, pagina 1. Vraag 1: Besluit u tot een behandeling met een acetylcholine-esteraseremmer?

1. Ja : valt veel voor te zeggen omdat enig effect juist op activiteitenniveau aangetoond is, veel minder op geheugen. 2. Nee Vraag 2: Hoe doet u dat? 1. U verwijst hiervoor. : dat was in vorige Interlineprogramma in 2004 het advies, nu niet meer! 2. U schrijft een Rivastigminepleister, 4,6 mg, 1x daags voor.: Ja, eerste keus. 3. U schrijft oraal galantamine voor via een op te zoeken opbouwschema. : tweede keus indien pleisters niet verdragen. Vraag 3: Met welke bijwerkingen dient u rekening te houden? Ritmestoornissen, verwardheidstoename, maag/darmstoornissen. Vraag 4: Wanneer en hoe evalueert u het effect? Na 4-6 weken via heteroanamnese. Vraag 5: Hoe wilt u dit behandelen? 1. Haloperidol : Goede keus, 0,5 3 mg. Benadrukken te stoppen als onrust voorbij is. Leerdoel 5: Algemene behandeling Dementie - NHG materiaal - Consequenties verkeer - Medicamenteuze proefbehandeling acetylcholineesteraseremmer - Gebruik haldol Stelling 5: Ik heb ervaring met het zelf voorschrijven van een acetylcholine-esteraseremmers.

Casusschets 6 Mevrouw Centraal, 78 jaar, is al enkele jaren dement. U heeft zelf de diagnose gesteld. Zij woont met haar man, die de mantelzorg tot nu toe redelijk aan kon, maar nu toch aangeeft zijn grenzen te bereiken. Vraag 1: Welke optie verkiest u? 1. Aanvullende ziekte- en zorgdiagnostiek in het Geheugencentrum, pakket 1+2 2. Verwijzing naar Dimence-ouderen 3. Thuiszorg vragen meer zorg te bieden 4. POH-GGZ langs te sturen 5. Anders De situatie verslechtert. Zij moet goed in de gaten gehouden worden, heeft geen enkel ziekte-inzicht. Dimence en thuiszorg zijn er bij betrokken, en er zijn vijf kinderen die allemaal wel eens bij u aan de bel trekken vanuit hun oprechte zorgen. Haar man doet reuze zijn best, maar krijgt stank voor dank en houdt het ondanks alle goedbedoelde hulp niet meer vol. U heeft goed nagedacht wat u medisch bv met medicatie nog kan bieden, en ook daar telefoontjes met Dimence aan besteed, maar veel meer lijkt er niet meer mogelijk. Er is geen direct verzoek voor opname, wel misschien voor dagverzorging. Vraag 2: Hoe gaat u deze situatie aanpakken? U belt 1. De crisisdienst van Dimence 2. Het zorgkantoor van Achmea 3. Het CIZ 4. De wijkverpleging 5. De zorgbegeleider Achtergronden Vraag 1: Welke optie verkiest u? Optie 1 lijkt het verstandigste. Met name de zorgdiagnostiek en aanwijzing zorgbegeleider. Uitleg wat op Regionale en Subregionale verwijswijzer staat. Vraag 2: Hoe gaat u deze situatie aanpakken?

Hier kan de zorgbegeleider een goede rol spelen, misschien wel zodanig dat het ook niet zover komt. Leerdoel 6: Multidisciplinaire mogelijkheden - Begrip Zorgdiagnostiek - Aanstelling Zorgbegeleider - Verwijsmogelijkheden, Regionale en Subregionale verwijswijzers (bijvoegen). Stelling 6: Ik heb goede ervaring met de introductie van de zorgbegeleider.