INTERLINE Plastische Chirurgie 2016 februari 2016 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Transcriptie

1 INTERLINE Plastische Chirurgie 2016 februari 2016 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding De eerste Interline Plastische Chirurgie is gegeven in Dit is gedeeltelijk een herhaling, gedeeltelijk een vernieuwing. De huidige werkgroep bestaat uit: Mevrouw W.M. (Thera) van den Hurk, huisarts Mevrouw M.C. (Maureen) Wennemers, huisarts De heer J.J. (Johan) de Jonge, huisarts De heer T.R. (Tjeerd) de Jong, plastisch chirurg De heer M.L.E. (Max) Overgoor, plastisch chirurg Bijlagen: Zwolse Werkafspraak Plastische Chirurgie 2015 Plastisch chirurgen nemen mee: - Demo materiaal Malletspalk - Demo materiaal injectietechnieken - ipad/laptop met plaatjes polsligamenten

2 Achtergronden casus 1 Zie werkafspraak pg 1 Vraag 1: Welk beleid verkiest u? 1. Een (nacht) spalk. 2. Een injectie. 3. Verwijzing neuroloog. 4. Verwijzing plastische chirurgie. (juist) Vanwege de continue klachten met kans op verdere zenuwschade is ingreep al geïndiceerd, directe verwijzing Plastische Chirurgie daarvoor handigste. (staat zo niet in NHG standaard) Uitleg spalk kan met skeelerbrace. EMG niet altijd nodig. Injectie: 10 mg TAA is genoeg, vaak 40 mg ampul gebruikt Leerdoel 1: Carpaal Tunnel Syndroom a. Continue klachten zijn reden ingreep om (verdere) zenuwschade te voorkomen. b. Niet meer dan 10 mg TAA spuiten. Stelling 1: Bij een CTS is het altijd verstandig eerst conservatieve therapie te doen. Onjuist

3 Achtergronden casus 2 Zie werkafspraak pagina 2 Vraag 1: Wat is uw advies? 1. Goed oefenen en oprekken. 2. Nu zo laten, meer thuiszorg inschakelen, eventueel een NSAID, oraal of als crème (er zijn geen contra-indicaties). 3. Een injectie met een corticosteroïd. 4. Verwijzing. (juist) Uitleg: verwijzing zinvol in verband met mogelijke hulp via percutane naald fascietomie. Oprekken en oefenen houdt progressie niet tegen. Vanaf 30º contractuur heeft ingreep zin, hoe meer des te moeilijker. Injectie met een corticosteroïd. heeft hiervoor geen zin. Leerdoel 2: Dupuytren a. Vanaf 30º contractuur verwijzen voor ingreep. b. Percutane naald fascietomie is makkelijke ingreep. c. Oefenen voorkomt progressie niet. Stelling 2: Bij een contractuur van Dupuytren is tijdig goed oefenen essentieel. Onjuist

4 Achtergronden casus 3 Zie werkafspraak pagina 3 Vraag 1: Wat is uw advies: 1. U laat alsnog een X maken, oude fractuur? 2. Na 4 maanden heeft een spalk geen zin meer, u adviseert het te accepteren. 3. U verwijst. 4. Anders. Anders: een spalk heeft nog wel degelijk zin, tot na 6 maanden. Bij dit trauma is een avulsiefractuur niet te verwachten, en X derhalve niet zo zinvol. Maar indien wel een avulsiefractuur aanwezig zou zijn is advies verwijzen. Extensiebeperking van 10-15º wordt als acceptabel resultaat gezien. Vraag 2: Hoe brengt u de spalk aan? Vraag 3: Welke instructie geeft u hierbij? Uitleg, demonstratie. Leerdoel 3: Malletvinger a. Avulsiefractuur is reden verwijzing b. Malletspalk tot na 6 maanden nog zinvol c. Techniek en instructie Malletspalk Stelling 3: Indien na 4 weken dragen van een Malletspalk bij een wisseling wegens schoonmaken de vinger gebogen wordt begint de draagperiode van 6-8 weken weer opnieuw. Juist.

5 Achtergronden casus 4 Zie werkafspraak pagina 4 Vraag 1: Wat is uw vermoeden en beleid? 1. Geen fractuur, koelen, rust, zo nodig controle. 2. Mogelijk toch fractuur, X. 3. Anders. (juist: verwijzen voor operatie) Vrij typisch voor een Skiduim, zie werkafspraak. Uitleg. Vraag 2: Wat is uw beleid? 1. Verder rust, afwachten. 2. Naar fysio voor geleidelijke oefeningen. 3. U adviseert een spalk. 4. U verwijst. (juist) 5. Anders. Uitleg: Waarschijnlijk een SL-letsel. Behandeling/operatie kan vroegtijdige artrose en instabiliteit voorkomen. Kan ook na behandelde radiusfractuur erbij blijken te bestaan. Vaak laat ontdekt. Leerdoel 4: a. Herkennen skiduim en bandletsel pols. b. Adequate verwijzing hiervan. Stelling 4: Het is zinvol een ligamentair letsel van de pols vroegtijdig te opereren. Juist. Achtergronden casus 5 Alle antwoorden zijn goed. Afhankelijk van de klachten van patiënt. Leerdoel 5: a. Hoe doe je onderzoek bij een artrotische duim. b. De behandelmogelijkheden c. Waar bestel je het beste een spalk