Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog

Transcriptie

1 Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog

2 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven geen

3 Achtergrond Verzameling klachten veroorzaakt door compressie van nervus medianus in verloop van carpale tunnel Carpale tunnel: nauwe doorgang aan palmaire zijde pols aan dorsale zijde begrensd door carpalia aan palmaire zijde door ligamentum carpi transversum In tunnel lopen naast zenuw ook buigpezen van duim en vingers

4

5 Achtergrond Meer bij dan bij Leeftijd jaar Risicofactoren: vrouwelijk geslacht, hogere leeftijd, overgewicht, posttraumatische en congenitale vormafwijkingen van carpale tunnel, reumatoïde artritis, zwangerschap, ovariëctomie, diabetes mellitus, hypo- en hyperthyreoïdie Werkgerelateerde risicofactoren: snel repeterende bewegingen, hand-armtrillingen en ongunstige werkhoudingen

6 Achtergrond Risicoberoepen Slager, slachter Assemblagewerker Kassamedewerker Steigerbouwer, Kledingproductiemedewerker Wasserijmedewerker Musici Schoonmaakpersoneel Tandartsen, mondhygiënisten

7 Anamnese (Nachtelijke) paresthesieën in voornamelijk digiti 1 tot 3 en aansluitende handpalmregio Wapperen met hand kan verlichting geven Bepaal ernst: intermitterend dan wel continu aanwezig, verminderde handfunctie/kracht, mate van hinder bij dagelijkse activiteiten Vraag naar klachten van nek, schouder, elleboog, onderarm, pols en verricht - als die aanwezig zijn - daarop gericht lichamelijk onderzoek

8 Anamnese Verstoorde nachtrust Activiteiten of houdingen die klachten kunnen provoceren of verergeren Enkel- of dubbelzijdigheid van klachten Onhandigheid/verminderde handfunctie (dingen uit de hand laten vallen, vaak optredend zonder krachtsverlies, maar ten gevolge van verminderde sensibiliteit)

9 Lichamelijk onderzoek Provocatietesten worden niet aanbevolen Krachtsverlies musculus abductor pollicis brevis (verminderde kracht bij abductie van de duim tegen weerstand) en/of musculus opponens pollicis (verminderde kracht bij het drukken van de duim tegen de basis van de pink) Duimmuisatrofie

10

11 Differentiaal diagnose Cervicale radiculopathie (C6 of C7) Ulnaropathie Polyneuropathie Plexopathie van de plexus brachialis Onderliggende artrogene of tendomyogene aandoening van pols of hand Aspecifieke hand- en polsklachten

12

13

14

15

16 Aanvullend onderzoek EMG: zijn distale latentietijden van n. medianus ten opzichte van andere ipsilaterale zenuw afwijkend? Echografie n. medianus bij niet afwijkend EMG (afwijkende waarde van transversale oppervlakte proximaal van carpale tunnel) Bepaal glucose en TSH als: en geen duidelijk aanwijsbare oorzaak voor CTS (werk etc.) en anamnestisch aanwijzingen voor DM of hypothyreoïdie

17 Beleid Geef spalkbehandeling bij CTS-klachten die hinder veroorzaken bij dagelijkse activiteiten Spalk in elk geval s nachts dragen gedurende 6 weken Injectie met: 1 ml Depo-medrol (10 mg lidocaïne en 40 mg methylprednisolon) Kenacort (1 ml triamcinolonacetonide 10 mg/ml)

18 Beleid 4 cm proximaal van polsplooi, tussen pezen van m. flexor radialis en m. palmares longus Naald onder hoek van 10 graden in richting van hand Daarna vloeistof in richting van carpale tunnel masseren 2 dagen toename van pijn en tintelingen mogelijk Bij ernstige motorische verschijnselen verwijzing naar (neuro-)chirurg

19

20 Beleid Gedurende drie tot zes maanden na operatie kan patiënt nog last houden van verlies van kracht en functie, littekenpijn, gevoeligheid van duim- en/of pinkmuis, gevoelsvermindering en tintelingen

21

22

23 Vragen?

24 What s new in de neurologie? Echografie van perifere zenuwen Ten opzichte van MRI kan aspect zenuw snel over groot gebied beoordeeld worden Sterk afhankelijk van vaardigheid onderzoeker Armzenuwen kunnen beter worden gevisualiseerd dan beenzenuwen Structurele afwijkingen afbeelden (anatomische variant, cyste, hematoom, tumor, synovitis)

25 Zenuwecho

26

27