DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE
|
|
- Diana Sanders
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE Prof.dr. P.M.N. Werker, plastisch chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen 1. Inleiding Intrinsieke musculatuur van de hand betreft die musculatuur die zowel origo als insertie in de hand heeft. Het gaat om de spieren die de thenar en hypothenar vormen en over de mm. interossei die tussen de metacarpalia hun oorsprong hebben, de m. palmaris brevis en over de mm. lumbricales. Doel van de presentatie is inzicht te verschaffen in de anatomie van deze spieren en uitleg te geven over hun functie alleen en in samenwerking met de extrinsieke spieren. 2. Anatomie en geïsoleerde functie 2.1. Thenar (Figuur 1, 2 en 3) De thenar bestaat uit de m. opponens pollicis, m. abductor pollicis brevis, m. flexor pollicis brevis en m. adductor pollicis. De eerst genoemde drie spieren zijn spoelvormig, vormen samen de thenar eminentie en bedekken het metacarpale 1. De m. adductor pollicis is een twee koppige spier, waarvan het grootste deel driehoekig van vorm is en zijn origo heeft aan metacarpale 3. De andere thenar spieren hebben hun origo aan het os scaphoideum, het os trapezium, het os trapezoideum, het os capitatum en het flexor retinaculum. In de thenar liggen de spieren gegroepeerd in 3 lagen: in de oppervlakkigste laag ligt de m. abductor pollicis brevis radiaal van het caput superficiale van de m. flexor pollicis brevis. De middelste laag wordt gevormd door de m. opponens pollicis. In de diepe laag liggen van radiaal naar ulnair het caput profundum van de flexor pollicis brevis, het caput obliquum van de adductor pollicis en het caput transversum van de adductor pollicis (Figuur 2). De spieren van de bovenste twee lagen worden geïnnerveerd door de motorische tak van de n. medianus. De spieren van de diepste laag door de diepe tak van de n. ulnaris. De m. opponens pollicis insereert aan de radiale zijde van het os metacarpale 1 (Figuur 3). De m. abductor pollicis brevis insereert aan de radiale zijde van de basis van de proximale phalanx. De m. flexor pollicis brevis insereert op dezelfde plaats en aan het radiale sesam botje. De m. adductor pollicis insereert aan het ulnaire sesambotje en aan de ulnaire zijde van de basis van de proximale phalanx. De functie van de verschillende spieren ligt gevangen in hun naam. Daarnaast dragen de spieren nog bij aan andere functies volgens onderstaand overzicht: - adductie van de duim is een functie van de adductor met hulp van de flexor pollicis brevis en opponens. - palmair abductie geschiedt door de abductor brevis met hulp van de flexor pollicis brevis - oppositie is primair een functie van de m. opponens pollicis, geholpen door de adductor pollicis en de flexor pollicis brevis. - repositie is geen functie van de intrinsieken, maar van de extrinsieken: m. extensor pollicis longus, brevis en abductor longus.
2 Figuur 1: Oppervlakkige anatomie van de handpalm na verwijdering huid, subcutis en fascia palmaris. (Bron: Sobotta) 2.2. Hypothenar (Figuur 1 en 2) De anatomie van de hypothenar heeft nogal wat overeenkomsten met die van de thenar, hoewel een adductor ontbreekt. Ook hier zijn een abductor, opponens en flexor te onderscheiden, spoelvormige spieren die het metacarpale 5 aan de palmaire zijde bedekken. De m. abductor digiti quinti vormt samen met de m. flexor digiti quinti de oppervlakkige laag. De abductor ligt net als bij de duim het meest aan de buitenzijde (ulnair). De m. opponens digiti quinti vormt de diepe laag. De abductor heeft zijn origo aan het os pisiforme en het lig. pisohamatum. De andere spieren ontspringen van het retinaculum flexorum en hamulus ossis hamatum. De m. opponens digiti quinti insereert aan de ulnaire zijde van metacarpale 5. De andere hypothenarspieren lopen door naar de basis van de grondphalanx van de pink, de abductor iets meer ulnair dan de flexor. De abductor heeft bovendien een uitwaaiering naar de strekpeesaponeurose. De spieren worden geïnnerveerd door de n. ulnaris. Hun functie is direct af te leiden uit hun naam
3 Figuur 2: De dieper gelegen intrinsieke spieren van de hand gezien vanaf palmair. De m. flexor pollicis brevis bestaat uit twee delen, die in verschillende lagen verlopen en ieder hun eigen innervatie hebben: de diepe kop vanuit de n. ulnaris, en de oppervlakkige kop vanuit de n. medianus. (Bron: Sobotta)
4 Figuur 3: Insertie van de thenar spieren rond het MCP1 gewricht van een rechter duim. Voor uitleg: zie tekst (Bron: Pechlaner) 2.3. Mm. interossei palmares en dorsales (Figuur 4) Deze spieren hebben hun oorsprong aan en liggen tussen de metacarpalia. We onderscheiden 3 palmaire interossei en 4 dorsale. De palmaire zijn éénhoofdig en hebben hun origo aan de ulnaire zijde van metacarpale 2, en aan de radiale zijde van metacarpale 4 en 5. Ze insereren aan de ulnaire zijde van de basis van de grondphalanx van de wijsvinger en de radiale zijde van de basis van de grondphalanx van de ringvinger en pink en lopen van daaruit nog verder naar dorsaal en vormen de overeenkomstige delen van de strekpeesaponeurose. Ze lopen dorsaal van de intermetacarpaal ligamenten, maar palmair van de bewegingsas van de MCP-gewrichten. Vanwege hun ligging en insertie is hun functie: 1. adductie van de vingers ten opzichte van de derde straal, 2. flexie van de MCPgewrichten en 3. extensie van PIP en DIP. De dorsale interossei zijn tweehoofdig en hebben hun origo aan twee belendende metacarpalia. Ze insereren aan de radiale zijde van de basis van de grondphalanx van de wijs- en middelvinger en aan de ulnaire zijde van de basis van de grondphalanx van ringvinger en pink en lopen van daaruit nog verder naar dorsaal en vormen de overeenkomstige delen van de strekpeesaponeurose. Ze lopen net als de palmaire interossei dorsaal van de intermetacarpale ligamenten, maar palmair van de bewegingsas van de MCP-gewrichten. Vanwege hun ligging en insertie is hun functie: 1. abductie van de vingers ten opzichte van de middelvinger, 2. flexie van de MCP-gewrichten, 3. pronatie van de wijs- en middelvinger en supinatie van de ringvinger en pink. Hun 4 e functie is sterk afhankelijk van de positie van de MCP-gewrichten. Met het MCP in extensie geven ze extensie in PIP en DIP. Met het MCP in flexie zijn ze hiertoe niet in staat. Alle interossei worden geïnnerveerd door de n. ulnaris
5 Figuur 4: Origo en insertie van de 3 mm. Interossei palmares en 4 interossei dorsales. (Bron: Sobotta) 2.4. Mm. lumbricales (Figuur 5) Deze spieren hebben hun oorsprong aan de pezen van de mm. flexor digitorum profundus in de handpalm. Hun insertie is aan de radiale zijn van het kapsel van MCP 2 t/m 5 en ze dragen bij aan de radiale zijde van de strekpeesaponeurose van de overeenkomstige vingers. Ze lopen palmair van het intermetacarpaal ligament. Hun functie is flexie van de MCP s en extensie van PIP en DIP s, onafhankelijk van de positie van het MCP-gewricht. De radiale twee worden geïnnerveerd door de n. medianus, De ulnaire twee door de n. ulnaris.
6 Figuur 5: De lumbricales hebben hun origo aan de pezen van de mm. flexor digitorum profundi. 3. Geïntegreerde functie De thenar en hypothenar spieren spelen een hoofdrol in het positioneren van de duim en de pink in de ruimte. De thenar spieren kunnen de duim zo plaatsen, dat een lateraal greep (volaire zijde eindphalanx duim tegenover radiale zijde mid- of eindphalanx wijs- of middelvinger), een tweepuntsgreep (duimtop tegenover wijsvingertop) en een driepuntsgreep (duimtop tegenover top wijs- en middelvinger) mogelijk wordt. Natuurlijk zijn ook de extrinsieke spieren hierbij betrokken, evenals sommige interossei. Van de hypothenar spieren zorgt de opponens voor supinatie van het metacarpale 5 en dragen de overige spieren bij aan de supinatie van de pink ter vorming van een balgreep. De interossei en lumbricales spelen een sleutelrol bij het finetunen van de bewegingen in de MCP s, PIP s en DIP s (Figuur 6). Landsmeer toonde al in 1955 aan dat er minimaal drie spieren nodig zijn om 2 gewrichten in een multi-articulaire keten in alle posities te stabiliseren. In het geval van de proximale phalanx gaat het om de extrinsieke flexoren en extensoren samen met de intrinsieken (interossei + lumbricales). In het geval van de midphalanx is de derde component niet een spier maar het oblique retinaculaire ligament, wat verloopt van de peesschede proximaal van het PIP en de hals van de grondphalanx naar de laterale zijde van het strekapparaat distaal. De twee schuin verlopende structuren kunnen
7 op 2 manieren op spanning gebracht worden: 1. door extensie van het proximale gewricht waarlangs ze palmair ten opzichte van de bewegingsas lopen of 2. door flexie van het distale gewricht waarlangs ze dorsaal lopen. Deze flexie of extensie wordt geïnitieerd door de extrinsieke flexoren en extensoren. Hoe de intrinsieken in deze complexe functies participeren zal met veel plaatjes worden toegelicht tijdens de voordracht. Figuur 6: Normale en verstoorde balans in de bewegingsketen. (Bron Tubiana) REFERENTIES: 1. Sobotta, Atlas of Human Anatomy 2. Pechlaner, Atlas of Hand Surgery 3. Examination of the hand and wrist. R. Tubiana, J.-M. Thomine, E. Mackin. Martin Dunitz 2 nd revised edition 1998.
** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.
Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor
Nadere informatieM. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm
M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde
Nadere informatiePerifere zenuwletsels van hand en arm
18 D O S S I E R H A N D / P O L S Overzicht symptomen en testen Perifere zenuwletsels van hand en arm Doel van dit artikel is inzicht te geven in de gevolgen van de perifere zenuwletsels van de hand en
Nadere informatieAuteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74
Auteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieTabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit
Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit n. radialis n. axillaris C5-Th1 C5,C6 ALLE dorsale boven- en onderarmspieren Extensoren van de schouder, elleboog, pols, Abductie,
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met
Nadere informatieNascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015
Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand Donderdag 22 januari 2015 Introductie Onderzoek van pols en hand Inspectie Bewegingsonderzoek Palpatie Neurologisch onderzoek Specifieke
Nadere informatieSkillslab handleiding
Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van
Nadere informatieSpierstelsel onderbeen en voet
Spierstelsel onderbeen en voet Jan van Ede - Semester 2 Cursusjaar 2013 - studentnummer 931951 Spierstelsel onderbeen en voet 1 december 2013 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Onderbeenmusculatuur (exentrieke
Nadere informatieFunctieonderzoek van middenhand en vingers
ji Functieonderzoek van middenhand en vingers Het functieonderzoek van middenhand en vingers wordt meestal voorafgegaan door het functieonderzoek van de pols.* Het functieonderzoek van middenhand en vingers
Nadere informatie* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.
BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula
Nadere informatieDe ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand
De ziekte van Dupuytren en de anatomie van de hand De ziekte van Dupuytren is een progressieve bindweefselaandoening die de palmaire fascie van de hand aantast. Hierdoor kunnen flexiecontracturen in de
Nadere informatieHandchirurgische technieken
Handchirurgische technieken bij patiënten met spastische CP Johan Vehof Plastisch chirurg, European board certified handchirurg Vrijdag 6 oktober 2017 Inventarisatie Stap 1: Inventarisatie Stap 2: Doel
Nadere informatieInhoud. Schoudergordelspieren 1 6.Aa,b Schouderspieren (schoudergordelspieren). Oorsprong en aanhechting op rompskelet en schedel.
Schoudergordelspieren 1 6.Aa,b Schouderspieren (schoudergordelspieren). Oorsprong en aanhechting op rompskelet en schedel. M. sternocleidomastoideus 0 caput sternale bovenrand van het manubrium sterni
Nadere informatieAnatomie van de heup. j 1.1
j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal
Nadere informatieDeze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.
Copyright 2006 Tweede druk, oktober 2006 Eerste druk, oktober 2005 Exemplaren van dit boek zijn te bestellen via het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging
Nadere informatieDeze uitgave is tot stand gekomen door financiële ondersteuning van MediRisk.
Copyright 2005 Exemplaren van dit boek zijn te bestellen via het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen. Deze uitgave is
Nadere informatieGesloten vragen Functionele Anatomie II
Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose
Nadere informatieBewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit
Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
injecteren bij hand- en polsklachten 1. Toelichting Dit onderwijsmateriaal voor toetsgroepen is gebaseerd op de NHG-Standaard M91 Hand- en polsklachten van januari 2010. De anatomie van de hand en de pols
Nadere informatieCitation for published version (APA): Hage, J. (1966). Het tot duim maken van de wijsvinger volgens Littler [Groningen]: [S.n.]
University of Groningen Het tot duim maken van de wijsvinger volgens Littler Hage, Jacobus IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from
Nadere informatieOnderzoek en behandeling van middenhand en vingers
ORTHOPEDISCHE CASUÏSTIEK REDACTIE: Dos Winkel MET BIJDRAGEN VAN: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Bohn Sta eu van Loghum Orthopedische casuïstiek
Nadere informatiefrontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak
j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal
Nadere informatieTitel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom.
Titel: Anatomische predispositieplaatsen voor compressie van de n. medianus, n. radialis en de n. ulnaris: een kinesitherapeutische beslissingsboom. Studenten: Kevin Kaerts en Goedele Paulissen Promotor:
Nadere informatiehttps://www.visiblebody.com/anatomy-and-physiology-apps/human-anatomy-atlas
Amstelveen, 29 april 2017 Beste collega s In juni gaan we met het schoudernetwerk weer naar de snijzaal. Om deze sessie goed voor te bereiden een kleine opfrissing van de anatomie middels deze mailronde.
Nadere informatieAuteur(s): C.Riezebos Titel: De grip van de hand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 69-99
Auteur(s): C.Riezebos Titel: De grip van de hand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 69-99 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieLEVEND HANDLETSELBOEK VOOR SEH-ARTSEN
18-12-2012 LEVEND HANDLETSELBOEK VOOR SEH-ARTSEN Handletselboek voor dummies en mensen die van plaatjes houden S. de Klerk 10 Inhoudsopgave Hoofdstukken: algemeen Hoofdstuk 1..anatomie 3 Hoofdstuk 2 anamnese
Nadere informatieSpiertabellen1.2. Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde
Spiertabellen1.2 Bij 'Blok Locomotorisch Stelsel & Huid', 2 de kandidatuur geneeskunde Auteurs: Matthias De Moerloose Bronnen: Syllabus Prof. Roels, D Herde en Kerckaert Femke Delporte Hosford Muscle Tables
Nadere informatieTricky pricks. Lenie Jacobs. 7 april Infiltratietechnieken voor de huisarts
Tricky pricks Infiltratietechnieken voor de huisarts Lenie Jacobs 7 april 2013 Vooraf Anamnese Klinisch onderzoek ev. Beeldvorming Diagnose Steeds conservatief denken: Natuurlijk verloop causale therapie
Nadere informatieElleboog, onderarm en hand
pijngids Vetgedrukte tekst geeft een primair pijnpatroon aan. Niet-vetgedrukte tekst verwijst naar een minder vaak voorkomend patroon of een satelliet-triggerpoint-patroon. Spieren staan in volgorde van
Nadere informatieHandtherapeutische richtlijn voor de behandeling van ulnair deviatie bij reumatoïde artritis UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN
Handtherapeutische richtlijn voor de behandeling van ulnair deviatie bij reumatoïde artritis UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Conservatief: functionele- en spalktherapie Operatief: zie
Nadere informatie2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg
Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en
Nadere informatieVGN immobilisatieprotocollen
VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen
Nadere informatieInhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46
Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van
Nadere informatieSpiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie Ventrale spieren van de bovenarm (flexoren onderarm)
Spiergroep Spier (onderdeel) Origo Insertie Innervatie Functie bovenarm ) m. biceps brachii - caput breve Supraglenoid deel scapula Top processus coracoideus lateralis tot m. coracobrachialis Radius en
Nadere informatieDe Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols
De Pijnlijke Pols Het Onderzoek van de Pols Ruud Deijkers 13 april 2011 Maatschap Orthopedie HagaZiekenhuis Haga Hand- en Polscentrum Pols ANATOMIE Distale radius en ulna: distale radio-ulnaire gewricht,
Nadere informatieBijlage I. Bijlage I Functieonderzoek van de pols
Bijlage I Bijlage I Functieonderzoek van de pols Het functieonderzoek van de pols kan het gemakkelijkst worden uitgevoerd in staande houding. Een capsulair patroon wijst op artrose (bewegingsuitslag is
Nadere informatieRegistratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT
WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT (Inclusief 506.21: Ontstekingen door overmatige inspanning van peesscheden; 506.22: Ontstekingen door overmatige inspanning van het weefsel van
Nadere informatieMijn ideaal is om gezondheidszorg weer gezondheidszorg te laten zijn, zonder dat de discussie steeds om eer, geld of macht draait.
Inleiding Dit document is tot stand gekomen, met het idee een levend digitaal handletselboek te maken voor de SEH in Nederland, ook naar aanleiding van de melding van de zorgverzekeraars dat handletsel
Nadere informatieIs het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016
Is het wel een carpaal tunnel syndroom? Cathelijne Gorter de Vries Neuroloog 30-03-2016 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven
Nadere informatieOrthopedische casuïstiek
Orthopedische casuïstiek Onderzoek en behandeling van middenhand en vingers Redactie: Dos Winkel Met bijdragen van: Frederik Verstreken Mascha Friderichs Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010 Ó 2010 Bohn
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 12 jrg 1994, no. 4 (pp. 171-205)
Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, H. Faber Titel: Poly-articulaire spieren: stabilisatie van vingers en schouder Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-205 Deze online
Nadere informatieDe spieren (structuur)
Skelet achter 1. Cranium 2. Processus mastoideus 3. Maxilla 4. Mandibularium 5. Arcus Vertebrae C5 6. Processus Transversalis C5 7. Costa 1 8. Costa 2 9. Clavicula 10. Acromion 11. Caput humerus 12. Sulcus
Nadere informatieSpieren van het bovenste membrum
Spieren van het bovenste membrum Verbinding tussen romp en lidmaat Trapezius - schedel - processus spinosi C1 T11 - bovenste vezels: lateraal 1 /3 clavicula - middelste vezels: acromion - extensie hoofd
Nadere informatie7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b
Heupgewrichtsspieren 1 7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. 0 M. gluteus medius buitenvlak van het darmbeen tussen linea glutea anterior en linea glutea posterior, labium externum
Nadere informatieBeroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave
Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie 2009 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Product omschrijving 4 Gebruikswijze dvd 4 Opbouw
Nadere informatieTabel 1. Gemiddelde periode vanaf het vaststellen van de diagnose tot de operatie met RegJoint in klinische onderzoeken
RegJoint Gebruiksinstructies RegJoint wordt geïndiceerd bij artroplastiek in kleine gewrichten in de handen en voeten. Het betreft hierbij de volgende specifieke gewrichten: metatarsofalangeale I-V, (MTP
Nadere informatieUCL letsel ANATOMIE. A.MP in extensie = test van ACL B.MP in flexie = test van PCL. Ulnair Collateraal Ligament 28-6-2012
UCL letsel ANATOMIE A.MP in extensie = test van ACL B.MP in flexie = test van PCL Spring functie vergelijk met aanleggen van een boot Ulnair Collateraal Ligament Ski duim - acuut letsel gamekeeper s thumb
Nadere informatieKNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K
KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de
Nadere informatie1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea
Tussentijdse toets Anatomie maart 2005 Prof. M. Van Leemputte Rnr7 Vraag 1 tot 10: vul uw antwoord in op dit blad. 1. Welke structuur verbindt trochanter minor met de linea aspera? Linea pectinea 2. Welke
Nadere informatieERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding
De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis
Nadere informatieFracturen van de hand. Mark de Vries Kim Wilhelm
Fracturen van de hand Mark de Vries Kim Wilhelm Epidemiologie: waar hebben we t over? 15-20 % van alle fracturen: Fracturen van carpalia, metacarpalia & phalangen Hand fracturen: 59 % phalanx fracturen
Nadere informatieOrigineel: N. Jafari, D.W.J. Dippel, M. Scheltens- de Boer. September 2012 Update: C. Walgaard, J. Drenthen. Januari 2015
Verdenking ulnaropathie 1. Hoge verdenking obv anamnese en lichamelijk onderzoek? 6. Ernstig klinisch beeld? 7. Houdingsadviezen 3 maanden toepassen 2. EMG Klachten herstellend? 3. Geen EMG afw, lokalisatie
Nadere informatieInfiltratietechnieken Hand - Pols
Infiltratietechnieken Hand - Pols Bert Vanmierlo MD, Jean F. Goubau MD, PhD, Bart Berghs MD, Francis Bonte MD Department of Orthopedics and Traumatology Hand and Upper limb unit Orthoclinic - AZ Sint-Jan
Nadere informatie1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:
1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: B. Overspanning van: C. Indeling en functie van de spier: D. Bijzonderheden: E. Voorbeelden van oefeningen: van 5-7de rib naar schaambeen
Nadere informatieToetsstation. Injectie carpale tunnel
Toetsstation Injectie carpale tunnel Alg lgeme mene gegevens Classificatiecode(s) N93 Doelstelling Toetsen of de kandidaat in staat is op correcte wijze een injectie te geven ter behandeling van een carpale
Nadere informatieInleiding. Anatomie. Humerus
Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als
Nadere informatieAuteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22
Auteur(s): J. Buningh Titel: De golferselleboog Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieInjectietechnieken bovenste ledematen. Philippe Van Elsen 30/03/2018
Injectietechnieken bovenste ledematen Philippe Van Elsen 30/03/2018 Programma 1/ Inleiding 2/ Injectietechniek: algemeen 3/ Schouder 4/ Elleboog 5/ Pols en hand 1/Inleiding Dos Winkel, fysiotherapeut;
Nadere informatieMisinterpretatie van zenuwletsels aan hand en onderarm ten gevolge van variaties in de motorische innervatie
Casuïstische mededelingen Misinterpretatie van zenuwletsels aan hand en onderarm ten gevolge van variaties in de motorische innervatie y.a.m.botman en j.w.mulder Jaarlijks vindt in Nederland bij ruim 400
Nadere informatieAuteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, O. Halsema Titel: De Tennispols Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, O. Halsema Titel: De Tennispols Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 228-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieAnatomie van de Spieren
Schoudergordel en hals Schoudergordel M. Coracobrachialis M. Deltoideus M. Infraspinatus M. Latissimus dorsi M. Levator scapulae M. Pectoralis major Bron:afbeeldingen en omschrijving: SWSportmassage.nl
Nadere informatieHand en Polscentrum Delft
Hand en Polscentrum Delft Michiel Schuringa, plastisch chirurg Mark de Vries, traumachirurg Gerald Kraan, orthopedisch chirurg Uit de kom, aan het werk? Vingerluxaties IP / DIP PIP MCP CMC Handletsels
Nadere informatieMIDCARPALE INSTABILITEIT
MIDCARPALE INSTABILITEIT carpus = pols MIDCARPALE INSTABILITEIT Wat is het? De pols (carpus) is een zeer ingewikkeld gewricht dat bestaat uit acht polsbotjes, 26 gewrichtsbanden (ligamenten) en 23 pezen.
Nadere informatie(1) Naam en Geb. datum (2) Type trauma scherp crush - avulsie - moderate crush - severe crush
w Riichttlliijjnen Handttherapiie na periiffeer zenuwllettsell Versie 0.3 dec 2005 Verwijzing van operateur met volgende gegevens: (1) Naam en Geb. datum (2) Type trauma scherp crush - avulsie - moderate
Nadere informatieDe hand en pols Sport en peesletsels Gertjan Schmitz
De hand en pols Sport en peesletsels 02.06.2018 Gertjan Schmitz Inhoud Voetbal Volleybal/korfbal/basketbal Wielrennen en mountainbiken Tennis en badminton Golf Skiën Boxen 2 Voetbal Letsels ontstaan door
Nadere informatieWORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS
WORKSHOP INJECTIES IN DE POLS EN HAND DOOR DE PLASTISCH CHIRURGEN VAN HET MARTINI ZIEKENHUIS 6-8 juni: Marius Kemler, Sandra Jongen en Diederik Vooijs 27-29 juni: Lidewij Hoorntje en Lars van der Ham Vraag
Nadere informatiePeesomzettingen voor herstel van de handfunctie na perifere zenuwschade in de arm
Klinische lessen Peesomzettingen voor herstel van de handfunctie na perifere zenuwschade in de arm p.j.tanis, l.m.s.j.poelhekke, t.a.r.schreuders en s.e.r.hovius Dames en Heren, Bij patiënten met uitval
Nadere informatieHAND EN POLS. CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie
HAND EN POLS CFM Welters Regiomaatschap Plastische Reconstructieve en Handchirugie Maatschap plastische chirurgie Hand- en Polsklachten - Voorkomen - 125 per 1000 personen - Huisarts ziet gemiddeld 8 op
Nadere informatieHANDTHERAPEUTISCHE NABEHANDELING R.J.WINS FYSIO/HANDTHERAPEUT
HANDTHERAPEUTISCHE NABEHANDELING R.J.WINS FYSIO/HANDTHERAPEUT MCP PIP (meest voorkomende ligamentaire i handletsel) DIP (zelden) Meest voorkomende ligamentaire letsel van de hand Meestal lluxatie van de
Nadere informatieoorspronkelijke stukken F.F.A.IJpma, R.C.van de Graaf, J-P.A.Nicolai en M.F.Meek
oorspronkelijke stukken De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp door Rembrandt (1632) en de bevindingen bij de dissectie van de onderarm van een kadaver: anatomische discrepanties* F.F.A.IJpma, R.C.van
Nadere informatieHandtherapeutische behandelrichtlijn van de reumatische duim UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN
Handtherapeutische behandelrichtlijn van de reumatische duim UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Conservatief: functionele- en spalktherapie Operatief: zie protocol artrodese of UCL-lesie
Nadere informatie16-9-2014. Myologie specifiek: schouder en arm musculatuur. Fysiologie Huid Nieren en urinewegen. Uit welke spieren bestaat de rotatorcuff?
Reina Welling WM/SM-theorieles 9 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer niow.nl Uit welke spieren bestaat de rotatorcuff? Welke van deze spieren geeft endorotatie in het art. humeri? Welke
Nadere informatie6.8 Skeletdeel van het rechter sternoclaviculaire gewricht (articulatio sternoclavicularis), vooraanzicht. [6] Clavicula Extremitas sternalis
Gewrichten van de schoudergordel 1 6.8 Skeletdeel van het rechter sternoclaviculaire gewricht (articulatio sternoclavicularis), vooraanzicht. [6] Clavicula Extremitas sternalis Facies articularis sternalis
Nadere informatieHaags Tijdschrift voor Fysiotherapie,6e jrg 1988, no. 1 (pp. 7 28)
Auteur(s): Titel: J.P. van de Leur Een model van een vinger (Een biomechanisch model ter ondersteuning van de praktijk) Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-28 7 Dit artikel
Nadere informatieEen fotoatlas van de. anatomie in vivo 2. Onderste extremiteit. Serge Tixa. Bohn Stafleu Van Loghum
Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit Serge Tixa Bohn Stafleu Van Loghum Een fotoatlas van de anatomie in vivo 2 Onderste extremiteit EEN FOTOATLAS VAN DE ANATOMIE IN VIVO 2 ONDERSTE
Nadere informatieDe antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris
De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART Opdracht 1 A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris C = caput femoris D = trochanter major E = collum femoris F = M. obturatorius internus
Nadere informatieCASH 3 hand en pols cursus 2016 Maastricht Universitair Medisch Centrum +
CASH 3 hand en pols cursus 2016 Universitair Medisch Centrum + Doel van de cursus: Op 13 en 14 oktober 2016 wordt voor de derde keer de CASH3 hand en pols cursus georganiseerd voor differentianten en fellows
Nadere informatieDr. C.H.Emmelot, revalidatiearts en N. Bransz, handtherapeut, Isala Klinieken, Zwolle
OEDEMATEUZE EN STIJVE HAND Dr. C.H.Emmelot, revalidatiearts en N. Bransz, handtherapeut, Isala Klinieken, Zwolle Take home message Wees niet (te) afwachtend bij een dikke hand; wees proactief m.b.t. diagnostiek
Nadere informatieFracturen en luxaties hand
Fracturen en luxaties hand phalanx fracturen hand veel voorkomende fracturen op EHBO indien verkeerde behandeling: aanzienlijk functieverlies kans op arbeidsongeschiktheid goede behandeling: anatomische
Nadere informatieBewegingsleer Deel II De onderste extremiteit
Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
Nadere informatiePosttraumatische pijn pols. Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden
Posttraumatische pijn pols Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden Primair Differentiaal diagnosen distale radius fractuur Scaphoid
Nadere informatieWe gaan een quiz doen met vijf vragen. 5 vragen = een volledige hand.
De PIP Quiz Even voorstellen We gaan een quiz doen met vijf vragen 5 vragen = een volledige hand. Doel workshop Na deze workshop heb je kennis gemaakt met de aspecten die hoorden bij de revalidatie na
Nadere informatieMaatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden
Maatschap plastische chirurgie JBZ Pascal Brouha Ewald Dumont Ralph Franken Roland Hermens Brigitte van der Heijden Hand: belangrijk zintuig ADL (onafhankelijkheid) Communicatie Carrière Cosmetiek Artrose:
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Paramedisch Proximale phalanx schacht fracturen v.2-07/2013 Dit protocol betreft de nabehandeling van fracturen van de schacht van de proximale phalanx. Bij fracturen van de schacht in combinatie met een
Nadere informatieTheorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008
Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008 1. Wat gebeurt er bij een excentrische contractie van een spier? A. De spier wordt korter. B. De spier wordt langer. C. De spierlengte blijft gelijk. 2. In welk
Nadere informatieHandtherapeutische behandelrichtlijn na flexorpeesletsel zone 3 UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN
Handtherapeutische behandelrichtlijn na flexorpeesletsel zone 3 UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM GRONINGEN Verwijzers: Preoperatief: gipsspalk Postoperatief: gipsspalk met vingers en pols in flexie handtherapie
Nadere informatieLesvoorbereidingsformulier
Lesvoorbereidingsformulier Algemene gegevens Naam docent: Manon Kessels Datum: 5 3 2014 Vak: Functionele Anatomie II Onderwerp: Botten en gewrichten van de hand Onderwijsvorm: Werkcollege (practicum) Duur
Nadere informatieOpleidingsprogramma. Percutaneous Needle Electrolysis (PNE)
Opleidingsprogramma Percutaneous Needle Electrolysis (PNE) Bent u als fysiotherapeut op zoek naar innovatie in uw praktijk? Creëer toegevoegde waarde voor uw patiënt met Percutaneous Needle Electrolysis
Nadere informatieCARPALE INSTABILITEIT
CARPALE INSTABILITEIT Maaike van der Hoeven Gerald Kraan Een professionele tennisspeler van 26 jaar met pijnklachten en krachtsverlies aan de rechter pols na val werd met brace en pijnstilling behandeld
Nadere informatieSpierenbovensteextremiteit
Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,
Nadere informatieLichamelijk onderzoek
Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,
Nadere informatieThe art of life is to show your hand E.V. Lucas
The art of life is to show your hand E.V. Lucas 27-11-2014 Rijndam revalidatiecentrum 1 Handrevalidatie Sandra Garrelds Fysio/handtherapeut Rijndam revalidatiecentrum Lokatie Sint Franciscus Gasthuis 27-11-2014
Nadere informatieSpierenbovensteextremiteit
Spierenbovensteextremiteit O: Proximaal I : Distaal 1) Tussen welke botten vormt het onderste spronggewricht een verbinding? A) Calcaneus, naviculare, cuboideum B) Calcaneus, naviculare, talus C) Cuneiforma,
Nadere informatieAfdeling Handchirurgie
Europees erkend Hand Trauma Centrum Medisch Protocol MC1 Bennett- en Rolandofracturen v.1-05/2014 Een Bennettfractuur is een intra-articulaire luxatiefractuur van de ulnaire basis van het os metacarpale
Nadere informatie1 Handgrepen voor de onderste extremiteiten Handgrepen voor de bovenste extremiteiten Handgrepen voor de wervelkolom 51
Inhoud Inleiding 9 Categorieën handgrepen / De toepassing van handgrepen / Werktechniek / Zelftraining voor het ontwikkelen van kracht en lenigheid in de handen / Hoe wordt u een goede uitoefenaar van
Nadere informatie