Preventiestrategieën voor burn-out tijdens de artsenopleiding

Vergelijkbare documenten
Burn-out bij huisarts en patiënt Primaire preventie van burn-out als Good Standard for Better Medicine

Burn-out preventie bij jonge artsen

Burnout bij huisartsen preventie en aanpak

Artsen moeten geen supermannen of supervrouwen zijn Prof. dr. Jan De Maeseneer

Ervaringen vanuit D4D. Waarvoor staan we? Aanspreekpunt voor wie? Via de website Vzw met een verhaal Eerste gegevens uit de praktijk Hoe verder

Mindfulness voor zorgprofessionals. Barbara Doeleman van Veldhoven Hanne Verweij

WELZIJN VAN ARTSEN: ZORG VOOR ZICHZELF & DREMPELS TOT HULP. Saartje Jooris, huisarts Eline Van Tilburgh, huisarts

Er is geen tekort aan huisartsen in Vlaanderen en zij zijn niet "burnt out"!

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij hulpverleners

'K en Brugge in m'n erte *

Burn out bij patiënt / bij (student) arts

Samenwerking en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg

Empowerment van (kinder) psychiatrische verpleegkundigen

IDFA

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

Nederlandse samenvatting

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven?

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

PROFESSIONALISME / PROFESSIONALITEIT DEONTOLOGISCHE ASPECTEN

Risicofactoren voor chronificatie van pijn

Werkplekleren in de Eerste Lijn. Dr. Peter Pype, MD PhD Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg Ugent

Burn-out en de (on)bekwaamheid tot werken. Dr. Charlotte Lambreghts 25 april WVV

Praten over palliatieve zorg in een oncologische context in Vlaanderen

In vuur en vlam Hoe voorkom je uit te doven? Een onderzoek naar burn-out en bevlogenheid bij artsen en verpleegkundigen in Belgische ziekenhuizen

Preventie door de eerstelijn van langdurige afwezigheid op het werk

Gebruik van huisartsenzorg bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN

Behandeling van burn-out

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP. Mechelen, 28 april 2012

10de Vlaams Congres Palliatieve Zorg 'Bezorgd om breekbaarheid 1 oktober Mevr. Claire Vanhoutte

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

WAARGENOMEN HINDERNISSEN EN FACILITATOREN VOOR HUISARTS-PATIËNT COMMUNICATIE IN

Wetenschappelijke vorming in de huisartsopleiding

Margriet van Iersel MSc

Staten-Generaal 19 maart 2009

Dr. W. Paans, Lector Verpleegkundige Diagnostiek, Hanzehogeschool Groningen

Kwaliteit van opleiding

EERSTE HULP BIJ. Hoogsensitiviteit

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE

Wetenschappelijk Onderzoek Is Evidence Based Practice informatie beschikbaar voor iedereen? Jef Adriaenssens RN, MsN, PhD

30 DAGEN FOCUS TRAINING

EVALUATIERAPPORT LOKS ZIEKTEPREVENTIE EN GEZONDHEIDSPROMOTIE BIJ SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN: INZICHTEN EN STRUIKELBLOKKEN 2015

nleiding; een evidence-based benadering

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

IMPLEMENTATIE VAN VZP IN WOONZORGCENTRA

Interventiebeschrijving effectievere communicatie palliatieve zorg: SBARR-Pallzorg

Compassie of professionele afstand?

Deze presentatie. Context. Visie. Bedoeling. Asynchroon medium

Arbeidsre-integratie van werknemers met burn-out:

BURNOUT ASSESSMENT TOOL

Workshop Positieve gezondheid en geluk Co-productie institute for Positive Health (iph) en HKN huisartsen

Decreasing rates of major lower-extremity amputation in people with diabetes but not in those without : a nationwide study in Belgium

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

Van wens naar werkelijkheid. Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018

Hart voor de Zorg Programma. Hartcoherentie training voor zorgverleners

Hoe ervoor zorgen dat Vlaanderen ook morgen beschikt over de beste artsen en tandartsen?

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille

Arbeidsorganisatie en personeelsbeschikbaarheid

dr. Dimitri Beeckman Prof. dr. Ann Van Hecke Simon Lagrange Prof. dr. Sofie Verhaeghe Dit project kwam tot stand i.s.m.:

Stress en welbevinden bij schoolleiders. Geert Devos Bellon - Universiteit Gent

Safeguarding children and youth in residential and foster care: Supporting healthy sexual development Uitkomsten inventariserend onderzoek

Pedagogische reflectie bij het werken met jonge kinderen

La nouvelle pédagogie et formation des assistants en anesthésie

en psychosociale werkkenmerken voorspellen wie van de nog actief werkende bedrijfsen/

ARTSEN & EERSTE LIJN Dr. E. Boydens. ORDE VAN GENEESHEREN Provinciale Raad van Antwerpen Symposium Disfunctioneren van artsen 10 mei2014

Visiebijeenkomst Verpleegkundig leiderschap en professionaliteit. Patiëntgerichte zorg. 16 oktober 2018

Symposium Provinciale raad Antwerpen 10/05/2014. De levenskwaliteit van onze artsen, knipperlichten en oplossingen.

2.1 SYMPTOMEN Meer dan belangrijke en minder belangrijke door elkaar

Competentieprofiel kaderhuisarts

Toelichting bij het formulier

STRESS- & BURN-OUT PREVENTIE

Helpt u mee onze zorg nog persoonsgerichter te maken?

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

Burn-out preventie op de werkvloer

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge

Aanbod Huisartsen Lessons learned from general practice. J De Lepeleire, B Schoenmakers B Aertgeerts, F Buntinx G Van Pottelberg P Vankrunkelsven

Inhoudsopgave. Inleiding Behandeling in de verzekerde zorg...7. (Neuro)psychologisch onderzoek...7. Psychiatrisch consult...7. Coaching...

Werkplekleren: professionalisering van de opleiders in de artsenopleiding

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

TTALIS. Maatschappelijke waardering door de ogen van de. leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

Het CCE biedt scholing voor zorgprofessionals

Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION

Stand van zaken organisatie huisartsenpraktijken in de stad Antwerpen Welke maatregelen voorziet de stad?

Studiedag Doctors4Doctors vzw burn- out Donderdag 10 september 2015, 9u30 KBC Auditorium, Schoenmarkt 35, 2000 Antwerpen

Deel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek.

De invloed van curriculum-herontwerp op beeldvorming over wijkverpleegkunde en interventiekeuzen in de zorgverlening

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

een buddy bij de wieg Perinatale coaching van maatschappelijk kwetsbare zwangeren An De Craecker Arteveldehogeschool Gent

Broodje met. Familiezorg

Als het vak tegenvalt, wat dan?

Rapportage. Trendonderzoek Interne Communicatie 2013 Resultaten online enquête

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen

Transcriptie:

Preventiestrategieën voor burn-out tijdens de artsenopleiding Een beschrijvend en kwalitatief onderzoek Auteurs Anja Deroost was bedrijfsarts-in-opleiding tijdens dit onderzoek en is nu arts/coach voor o.m. ECHTT en Doctors4Doctors; Lutgart Braeckman is professor arbeidsgeneeskunde aan de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde van de Universiteit Gent; Roy Remmen is professor aan de Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire Zorg (ELIZA) van de Universiteit Antwerpen. Inleiding Burn-out bij huisartsen is een ernstig probleem. 1 Reeds in 2005 werd geschat dat 10% van de Belgische huisartsen aan burn-out leed, wat bevestigd wordt in de ons omringende landen. 2 In Frankrijk werd een burn-outprevalentie van 5% gemeten en in twaalf Europese landen haalde 12% van de ondervraagde artsen hoge scores op de drie dimensies van burn-out. 3,4 Bij een prevalentie van 27,5% voor emotionele uitputting, 25,6% voor depersonalisatie en 12,8% voor het gevoel van verminderde bekwaamheid werden geen statistisch significante verschillen geregistreerd tussen hospitaalartsen en huisartsen, tenzij een hogere graad van emotionele uitputting bij huisartsen ten opzichte van hospitaalartsen. 5 Het begrip burn-out dekt meerdere ladingen. Volgens Maslach kan het omschreven worden als een verlengde respons op chronische emotionele en interpersoonlijke stressoren in de job en wordt het gekenmerkt door drie dimensies: emotionele en lichamelijke uitputting, cynisme en verminderd gevoel van bekwaamheid. 1,6 Burn-out is geen exclusief fin-de-carrière verhaal en jonge artsen zijn er ook vatbaar voor. 7 Door burn-out ontstaat een probleem van onverwachte en vervroegde uitstap uit het huisartsenberoep. 2 Door de extra werkbelasting door de afwezigheid van artsen in burn-out verhoogt het zelfs het risico bij andere artsen. 2,8,9 Het heeft ernstige repercussies op het vak en de gehele gezondheidszorg onder de vorm van verminderde patiënttevredenheid, stijging van het aantal medische fouten en daaraan verbonden procesvoeringen en tot slot persoonlijke consequenties voor artsen onder de vorm van verhoogd middelengebruik en depressie. 10 Vraag Huisartsenopleiders in Vlaanderen hebben een belangrijke functie in de opleiding en mogelijk ook een rol in de preventie van burn-out bij hun studenten. Het doel van deze beschrijvende en kwalitatieve studie was na te gaan welke factoren huisartsenopleiders in Vlaanderen zien als valkuilen voor burn-out in de huisartsenprofessie, in hoeverre ze zelf preventiestrategieën inbouwen in hun eigen praktijkvoering en in hoeverre ze deze preventiestrategieën al dan niet expliciet implementeren in de opleiding van hun jonge collega s. Methode Beschrijvende kwalitatieve studie Er werd een semigestructureerde vragenlijst opgesteld waarbij de voornaamste gegevens uit de literatuur richting gaven. 11-22 De definitieve vragenlijst was gebaseerd op de vier invalshoeken van burn-outpreventie: ondersteuning van praktijkorganisatie, timemanagement, aandacht voor persoonlijk functioneren en communicatietraining (zie kader blz. 114). De attitudes ten aanzien van burn-outpreventiestrategieën werden geregistreerd bij de curriculumverantwoordelijken van de Vlaamse huisartsenopleidingen. In de semigestructureerde interviews werden de huisartsenopleiders tevens bevraagd over specifieke valkuilen voor burn-out eigen aan het beroep en over de door hen zelf gehanteerde preventiestrategieën. Vervolgens werd in het interview aandacht gegeven aan preventiestrategieën die in de opleiding worden aangereikt. Semigestructureerde interviews Er werden elf interviews afgenomen met een gemiddelde duur van 38 minuten. Elk interview werd woordelijk uitgetypt. Relevante zinsneden die een betekenis van ant- 112 huisartsnu #3 mei - juni 2016

artikel woord op één der onderzoeksvragen in zich droegen, werden aangeduid in de uitgetypte tekst. Twee onderzoekers (ADR, RR) bepaalden onafhankelijk van elkaar antwoordcodes in de elf geregistreerde interviews. Belangrijke citaten werden geklasseerd per antwoordcode. Respondenten Binnen deze huisartsenopleidingen werden alle senioropleiders, die tevens werkzaam zijn als huisarts, benaderd voor deelname aan het onderzoek. Deze senior-opleiders zijn curriculumverantwoordelijken van het 7e jaar arts, afstudeerrichting huisartsgeneeskunde (onderzoek uitgevoerd in 2010, curriculum arts in België duurde toen nog zeven jaar). Elf respondenten (allemaal mannen) hebben hun medewerking verleend. Slechts één huisartsenopleider nam niet deel omwille van tijdsgebrek. De respondenten hebben tussen 19 en 35 jaar ervaring in de huisartsgeneeskunde en zijn allen werkzaam in een duo- of groepspraktijk. Zij zijn al 10 tot 25 jaar betrokken in de opleiding tot huisarts. Resultaten Valkuilen voor burn-out bij huisartsen In tabel 1 worden de beroepskenmerken en enkele maatschappelijke kenmerken van het huisartsenvak weergegeven, die de geïnterviewden als mogelijke valkuilen voor burn-out percipieerden. Ook de persoonskenmerken van zorgverleners die volgens de respondenten risicodragend voor burn-out kunnen zijn, worden hierin vermeld. Preventiestrategieën in de huisartsenpraktijk Timemanagement Volgens de respondenten waren aandacht voor het privéleven en het streven naar evenwicht tussen beroep en andere aspecten in het leven belangrijk in de persoonlijke preventie. dat er nog zoiets is als een privéleven en dat het leven niet alleen maar werken is. Dat je ook nog een privéleven hebt en dat je dat moet bewaken en dat je dat bewust moet doen. Communicatietraining Ook communicatietechnieken werden aangehaald als persoonlijke preventiestrategie bij de geïnterviewde op - leiders. Men haalde aan dat het goed is als artsen neen kunnen zeggen, een slechtnieuwsgesprek kunnen voeren en tijdig een risicovolle communicatiesituatie kunnen inschatten (risico op agressie). Deze technieken worden aangeboden via communicatietraining tijdens de opleiding. Wat is gekend? Burn-out is een belangrijk probleem bij huisartsen, ook bij jonge artsen. Burn-out kan leiden tot verminderde patiënttevredenheid, stijging van het aantal medische fouten en heeft per soonlijke gevolgen voor de arts. Timemanagement, communicatietraining, aandacht voor persoonlijk functioneren en aandacht voor samenwerking en praktijkorganisatie zijn gekende preventiestrategieën. Wat is nieuw? Huisartsenopleiders zijn zich bewust van de valkuilen voor burn-out eigen aan het vak en de persoonlijkheid van de zorgverlener. Huisartsenopleiders hebben enkele preventiestrategieën voor burn-out geïntegreerd in hun eigen praktijkvoering en in het onderwijs. Zowel de huisartsopleiding als de artsen organisaties zoals ECHTT en Doctors4Doctors kunnen een belangrijke rol spelen in sensibilisering en primaire preventie. Dat zijn allemaal de momenten waar je dan op die emotionele zwaarte van je beroep valt zeker in geval van slechtnieuwsgesprek en waar het nodig is dat je wel goed kan communiceren. Aandacht voor persoonlijk functioneren De geïnterviewden vonden het belangrijk dat ze als een huisarts in staat zijn om zowel praktische als emotionele grenzen te stellen in de omgang met patiënten. Tevens vonden ze het belangrijk dat deze grenzen gedragen worden, zowel maatschappelijk als door hun peers. Als ik uit de praktijk vertrek, dan moet ik daar niet meer komen, dan sluit ik de deur en is het gedaan. Het herkennen van alarmtekenen van burn-out zoals niet-inspanningsgebonden uitputting, perceptie van tanende professionele capaciteiten en cynisme konden volgens de geïnterviewden beschouwd worden als een vorm van zelfbescherming. #3 mei - juni 2016 huisartsnu 113

De vier invalshoeken van burn-outpreventie Ondersteuning van praktijkorganisatie Praktische ondersteuning van artsen is gunstig voor de gezondheidszorg onder de vorm van verminderde turnover van de artsen, verhoogde patiënttevredenheid, verhoogde therapietrouw van patiënten en goede medische zorg. Deze praktische ondersteuning van artsen kan bestaan uit het verstrekken van adequate ondersteunende faciliteiten, personeel en collegiaal ondersteunende omgeving. Ook het vergroten van het zelfbewustzijn van de arts en het ondersteunen van goed uitgebalanceerd evenwicht tussen werk en privé bieden een gunstig werkklimaat. 13 Een groot deel van de huidige taken van de huisarts kunnen worden uitgevoerd door getrainde verpleegkundigen en assistenten, onder toezicht van de huisarts. 14 Timemanagement De timemanagementmatrix is een techniek die de gebruiker uitnodigt om zijn activiteiten op adequate wijze in te delen in dringende versus niet-dringende activiteiten en in belangrijke versus onbelangrijke activiteiten. 15 Artsen worden vaak geconfronteerd met dringende belangrijke activiteiten. Ze geraken bedreven in het omgaan met deze situaties, zodat deze manier van timemanagement overvloeit naar alle delen van hun professie en van hun leven. Dat resulteert in een heel stressvolle levensstijl die tot uitputting kan leiden. Er wordt aan deze artsen aanbevolen om zoveel mogelijk van hun activiteiten te kanaliseren en te her definiëren naar niet- dringende belangrijke activiteiten. Op die manier kunnen ze tot een gezondere levensstijl komen. Aandacht voor persoonlijk functioneren Studies in Noorwegen, Nederland en New York tussen 2005 en 2008 tonen aan dat persoonlijke begeleiding van artsen effectief is in preventie van burn-out. 16-18 Tussen september 2010 en juni 2012 werden artsen in de Mayo Clinic in Minnesota een tweewekelijks interventieprogramma aangeboden met een belangrijke focus van aandacht op hun persoonlijk functioneren. Mindfullness, reflectie en uitwisseling van ervaringen zorgden voor duidelijke vermindering van depersonalisatie; emotionele uitputting en burn-out in de studiepopulatie. 19 Communicatietraining Volgens verschillende studies hebben degelijke communicatievaardigheden een impact op stressvermindering en vermindering van burn-out. 20-22 Een artikel van 2009 in Early Human Development bespreekt dat gezondheidswerkers vaak worden geappelleerd op het kunnen omgaan met sterke emoties van zichzelf en van de ander. Dit vraagt om een degelijke communicatievaardigheid. De gezondheidswerker moet zich bewust zijn van zowel verbale als non-verbale communicatie als gelaatsuitdrukkingen, stemgebruik, lichaamstaal en gebruik van persoonlijke ruimte. De vaardigheid in communicatie wordt in dit artikel beschreven als vitaal in het voorkomen van stress en burn-out. 20 Aandacht voor samenwerking en praktijkorganisatie Overlegmomenten en contacten met peers voelden de geïnterviewden aan als een belangrijk onderdeel van hun persoonlijke preventiestrategie voor burn-out. Het contact met peers, met gelijken, daarvoor zou het LOK-gebeuren naar mijn gevoel een ideale plek zijn, maar voor zover dat ik daar zicht op heb, wordt dat nog onvoldoende benut. De respondenten gaven een goede praktijkorganisatie evenals administratieve ondersteuning aan als beschermende factoren. Functioneren in een groepspraktijk maakte intradisciplinaire bespreking mogelijk.... door van solo naar groep te zijn gegaan. Bijvoorbeeld het afspreken van regels is enorm belangrijk. Je kan aan een patiënt zeggen Wij hebben afgesproken dat wij dat niet doen. Anders is het appel volledig op het individu. Preventiestrategieën in de opleiding tot huisarts Na exploratie van eigen gehanteerde preventiestrategieën werden de huisartsenopleiders uitgenodigd om aan te geven welke preventiestrategieën ze al of niet expliciet in de opleiding van jonge huisartsen implementeren. Opvallend is dat er verschillende boodschappen waren en dat binnen eenzelfde instelling geen duidelijk plan naar voren kwam. Losse strategieën werden wel genoemd. Timemanagement De huisartsenopleiders gaven aan dat het eenvoudig is om een training over timemanagement te implementeren in de opleiding, maar dat het moeilijk is om timemanagement te implementeren in de geneeskundepraktijk. Dat heeft te maken met het onvoorspelbare karakter van het vak. Er is een topic van hoe ga ik om met mijn tijd en hoe tijd verdelen maar in de geneeskunde is dat natuurlijk altijd veel moeilijker omdat de patiënten appelleren. 114 huisartsnu #3 mei - juni 2016

artikel Tabel 1: Valkuilen voor burn-out, onderverdeeld in beroepskenmerken, persoonskenmerken zorgverlener en maatschappelijke fenomenen. Valkuilen voor burn-out Indeling / specifiëring Citaat uit het interview Beroepskenmerken Veeleisend beroep door laagdrempeligheid duidelijke communicatie van grenzen noodzakelijk door weinig beheersbaar timemanagement Er zijn veel artsen die te veel investeren in het beroep, die geen onderscheid meer maken tussen het privé leven en het arbeidsmilieu. Het gaat om een tijdsbesteding, die je niet onder controle hebt. Daarom geen drukke tijdslijn, maar gewoon de controle over je eigen tijdslijn, die je verliest. door continuïteitsverwachting Veel routine/ vlakke loopbaan Misschien geeft een vlakke loopbaan iets meer kans op burn-out. Eenzaam beroep soloarts Het alleen moeten werken, geen gesprek hebben met collega s en niet kunnen overleggen. Emotioneel belastend beroep slechte dynamiek binnen een groepspraktijk machteloosheid t.o.v. sommige problemen betrokkenheid bij problematieken van de patiënten In een groep kan je je ook eenzaam voelen, in een groep waar niet goed wordt samengewerkt, zonder overleg, zonder gemeenschappelijke visies, zonder dynamiek... Niets kunnen doen aan die problemen is heel frustrerend en heel vermoeiend en misschien ook wel een f actor van burn-out. Artsen volgen patiënten lange tijd, kennen vaak ook de context en dat is een voordeel maar dat kan ook een nadeel zijn voor burn-out, omdat ze veel sterker in gezogen worden in de problematiek van hun patiënten. emotionele druk onzekerheden aard van de consultredenen Praktische beslommeringen facet praktijkmanagement De huisarts kan het management en de organisatie van een praktijk, niet meer zelf. Hij moet dat aan een ander geven omdat het anders een grote beslommering wordt, waar hij ook weer in verdrinkt. Persoonskenmerken zorgverlener Persoonlijk functioneren van de arts indien geen andere waarden dan professionele waarden gevoel onmisbaar te zijn Dat kan je het gevoel geven onmisbaar te zijn, terwijl het kerkhof vol ligt met onmisbare mensen. voorafbestaande problemen in persoonlijk functioneren gebrek aan assertiviteit Je hoort natuurlijk dat iedereen assertiever wordt, maar de patiënt wordt meer assertief dan dat de arts het wordt. Valse verwachtingen t.a.v. de job De verkeerde perceptie van wat het vak juist inhoudt Maatschappelijke fenomenen Wonen tussen doelpubliek Huisarts vaak in negatieve zin in de media Het gevoel van beschikbaarheid is veel groter, het gevoel dat je continu aangesproken kan worden. De huisartsen komen vaak heel negatief in de media, en het is niet fijn als je zelf tot die beroepsgroep behoort. Geweld tegen artsen #3 mei - juni 2016 huisartsnu 115

Timemanagement is in de opleiding verweven door de studenten gedurende een bepaalde periode een simulatiepraktijk te laten runnen. Ze moeten hierbij zelf hun tijdsbesteding regelen met inbegrip van consultaties, huisbezoeken, maar ook bijscholingen, praktijkmanagement, urgenties, wachtdiensten,... Simulatiepraktijk: dat is een week waarin ze hun eigen praktijk moeten runnen. Waardoor ze (huisartsen-in-opleiding) eigenlijk hun tijdsbesteding in die hele week in kaart leren brengen. Communicatietraining De geïnterviewden pleitten voor een communicatietraining tijdens de opleiding in een beschermd milieu, vooraleer men met reële situaties geconfronteerd wordt. Op voorhand geconfronteerd worden met oneigenlijke vragen, moeilijke vragen, ernstige situaties, waarbij dat ze het kunnen oefenen in een beschermd milieu, ik denk dat dat een stap vooruit is. Sommigen gaven aan dat communicatietraining (als preventiestrategie) heel duidelijk geïmplementeerd is in de opleiding, anderen niet. Bij ons zit dat in het vaardigheidsonderwijs, beginnend vanaf het eerste jaar, denk ik. Maar ik denk niet dat er heel veel aandacht gaat naar preventie van burn-out in heel dat curriculum. Als het er al is, dan is het in het blokje communicatieonderwijs. Aandacht voor persoonlijk functioneren Sommige opleiders vonden het belangrijk dat tijdens de opleiding reddersfantasieën geweerd worden, dat men leert omgaan met onzekerheid en dat er, waar mogelijk, voldoende humor gehanteerd wordt. Het belang van tijdig zicht op disfunctioneren biedt de kans om tijdig bij te sturen. Niet tijdig onderkende problemen op het vlak van persoonlijk functioneren. En dat kan gaan van een overdreven missionarisideaal, tot de eigen grenzen niet kunnen afbakenen, tot echte psychiatrische problematiek en tot problemen om grenzen te trekken tussen professionaliteit en privérelaties. Je kan de mensen niet helpen. Je bent een adviseur. Nog volgens de geïnterviewden was kennis omtrent persoonlijk functioneren beschermend en voor iedereen nuttig. (zucht) Eigenlijk moet dat al aangeboden worden in het middelbaar onderwijs. Ik denk dat je je ook altijd bewust moet zijn van je eigen manier van zijn, je vooroordelen, je levensbeschouwing, Dat kleurt je functioneren en het is belangrijk dat ze dat ze daarop toch attent gemaakt worden. De huisartsenopleiders achtten het nodig om tijdig zicht te hebben op persoonlijk disfunctioneren bij de studenten. Ze vonden ook dat eventuele ongeschiktheid voor het beroep door disfunctioneel persoonlijk functioneren besproken moet durven worden met de kandidaat. Ik denk dat aan sommige artsen, gelukkig een kleine minderheid, het advies moet worden gegeven van kies een ander beroep waarin je niet blootgesteld wordt aan een bepaalde soort van emotionele situaties, die heel erg appellerend zijn voor jou en waar je moeilijk mee om kunt. Vanuit de faculteit willen we inzetten op een echt assessment voor de studenten, waarbij studenten zichzelf leren kennen in de loop van het curriculum. Men is nu bezig met een programma uit te rollen vanaf het eerste jaar waarbij je een aantal toetsen, testen kan doen om te kijken waarbij je goed scoort, slecht scoort,... Dat gaat dan over persoonlijk functioneren, over vaardigheden en over hoe je als arts zou moeten functioneren. We hebben nu ook een cursus Omgaan met emoties. Aandacht voor samenwerking en praktijkorganisatie De geïnterviewden erkenden het belang van samenwerking met andere actoren in de eerste lijn. Samenwerking in een groepspraktijk vond men geen garantie voor de preventie van burn-out, maar wel een voorwaarde hiervoor. Men vond dat er nog te weinig wordt samengewerkt in de gezondheidszorg en dat er een link kon zijn tussen persoonlijk functioneren en samenwerking. Ik denk dat er een nieuw paradigma ontstaat, waarin de arts niet meer de dokter is die alles bepaalt en dat er een werkvloer ontstaat waarbij men veel meer mekaars specialiteiten kan benoemen en waarderen. In onze praktijk vallen de studenten achterover dat wij hier met assistenten en verpleegkundigen aan tafel zitten, dat hier maatschappelijk werkers over de vloer komen en dat er wijkverpleegsters soms komen mee eten op maandagochtend om met mekaar te overleggen. Dat zijn hele horizontale relaties. Dat is volgens mij het model van de toekomst. De groepspraktijk as such of netwerkpraktijk is geen garantie, maar kan wel een voorwaarde zijn. Zeker als het geconstrueerd wordt rond het concept van een veilige groep, waarbij mensen in problemen op een veilige manier terechtkunnen. 116 huisartsnu #3 mei - juni 2016

artikel We zetten ze met 400 studenten van verschillende opleidingen samen in groepen van 7-8 mensen gedurende een week en we laten ze daarin zwemmen. Dat heeft als voordeel dat ze ten eerste in hun eigen discipline hun manneke of hun vrouwke moeten staan. Ze moeten zich dan professioneel opstellen, ze zitten in een team dat ze vooraf niet kennen maar dat zal later ook zo zijn, ze komen in een setting en ze moeten het dan maken. Persoonlijk functioneren is een conditie voor samenwerken. Samenwerken zit eigenlijk vervat in dat persoonlijk functioneren. Je hebt mensen die dromen van een groepspraktijk en die 3 à 4 keer in verschillende settings hebben gezeten en er loopt altijd wat mis. En de schuld ligt altijd bij de ander. Het exterioreren Vervrouwelijking werd door enkele geïnterviewden ervaren als een aanloop tot meer associaties in het artsen beroep. Dit werd dan ook gezien als een mogelijke bescherming tegen burn-out van de artsen van de toekomst. Vervrouwelijking van het beroep gaat het aantal associaties sterk doen toenemen en ik denk dat dat een zeer positieve tendens is. Jonge versus oudere generatie Op het einde van het interview kregen de geïnterviewden de ruimte om nog even te freewheelen over het onderwerp preventie van burn-out. Er waren uiteenlopende percepties over het verschil in attitude tussen artsen van een jongere generatie en artsen van een oudere generatie. Wij (wordt bedoeld: oudere huisartsen) kennen geen burn-out. Ik meen dat serieus. Ik sta verbaasd dat er heel wat collega s zijn onder de 50-plussers, waar de burn-out zo afdruipt, maar dat ze nog voortdoen, dat ze volhouden, en dat er nog relatief weinig aan de drank geraken of weinig grote problemen hebben. Die hebben dus blijkbaar leren leven met hun burn-out en die sleuren zich voort van de éne patiënt naar de andere. Jonge mensen hebben een heel andere attitude. Die willen geen prestatiegeneeskunde, die willen samenwerken, evidence-based werken, kritisch zijn, reflecteren over hun werk, werk delegeren, nieuwe uitdagingen aangaan en ze zijn zeer goed in communiceren. Ja, we leiden ze ook op om te leren communiceren, een consultatiemodel, en ze willen daarin verder gaan. Ik denk dat zij dus toch wel wat minder kans hebben op een burn-out. Ze zijn zodanig gepamperd en we pamperen ze nog altijd meer en dan is het nog niet genoeg. Dan komen ze op het terrein en dan zijn ze zo weinig gewoon, dat ze er maar uitstappen. Bespreking Risicofactoren en preventiestrategieën De senior-huisartsenopleiders zien vooral de tijdsbesteding en de verwachting van laagdrempeligheid en continuïteit als belangrijke risicofactoren voor burn-out in het huisartsenberoep. Bovendien noemen ze de job emotioneel belastend en het facet praktijkmanagement is er vaak gewoon te veel aan. Samenwerking en overleg met collega s en een goed evenwicht tussen werk en privé worden als strategieën gezien om de draagkracht van de huisarts te verhogen. De ge - interviewden erkennen het belang van samenwerking, communicatie, overleg en timemanagement in de preventie van burn-out in de huisartsenpraktijk. Zij trachten deze strategieën zelf toe te passen om zich goed te handhaven in het vak. Implementatie in de opleiding De geïnterviewden achten het belangrijk om inzichten in burn-outpreventie mee te geven aan de jonge huisartsen die zij opleiden. Dit kan op verschillende manieren gebeuren. Communicatietraining wordt genoemd als expliciet aanwezig in de opleiding in de vaardigheidstraining. Timemanagement is voor sommige geïnterviewden duidelijk aanwezig onder de vorm van een week simulatiepraktijk, voor anderen is timemanagement eerder impliciet aanwezig. Aandacht voor samenwerking zit volgens sommige geïnterviewden in het curriculum onder de vorm van een praktijkoefening in samenwerking met verschillende disciplines. Aandacht voor persoonlijk functioneren wordt overwegend als heel belangrijk gepercipieerd en is volgens ge - interviewden slechts impliciet aanwezig in boodschappen en attitudes die men aan de studenten meegeeft. Eén ge - interviewde heeft het over de ontwikkeling van een tool voor persoonlijke evaluatie, die de student in staat stelt om zichzelf te leren kennen in de loop van de opleiding. Een andere geïnterviewde noemt een cursus Omgaan met emoties. Het herkennen van alarmtekenen van burn-out noemen de geïnterviewden een belangrijke vorm van zelfbescherming, maar bij burn-out is het vaak zo dat men deze alarmtekenen bij zichzelf niet herkent, terwijl men die bij een ander wel duidelijk zou waarnemen. Wanneer de preventie geen expliciet opleidingsonderdeel is, trachten vele opleiders deze boodschap impliciet in hun contacten met de studenten mee te geven. Vergelijking met het KCE-rapport Wanneer we de preventieluiken uit deze studie leggen naast de actielijnen uit het rapport van het Federaal Cen- #3 mei - juni 2016 huisartsnu 117

trum voor Gezondheidszorg (KCE) over preventie en aanpak van burn-out bij huisartsen, merken we enkele duidelijke overeenkomsten. 2 Zowel aandacht voor samenwerking, praktijkorganisatie en persoonlijk functioneren, als verhoging van vaardigheid in timemanagement en communicatie komen in het KCE-rapport aan bod. In tabel 2 worden deze overeenkomsten in detail weergegeven. In het KCE-rapport wordt ook aandacht besteed aan de erkenning van het beroep van de huisarts en het verbeteren van de sociale bescherming. De preventiestrategieën die in het KCE-rapport worden aangehaald, zijn van toepassing vanaf de start van de beroepsuitoefening. In onze studie werd ook nagegaan in hoeverre deze preventiestrategieën al kunnen geïmplementeerd worden tijdens de opleiding. Beperkingen en sterktes van het onderzoek In onze studie zijn enkel mannelijke huisartsenopleiders aan het woord gekomen. Op het moment van de studie (2010) waren er enkel mannelijke huisartsenopleiders, die aan de inclusiecriteria voldeden: curriculumverantwoordelijken huisartsgeneeskunde in één van de vier Vlaamse universiteiten en tevens actief binnen een huisartsenpraktijk. Al deze mannen waren op het moment van de studie werkzaam binnen een groepspraktijk. Slechts één nam niet deel aan het onderzoek omwille van tijdsgebrek. Door verschuiving in het landschap van de lesgevers, een vervrouwelijking van het beroep van huisarts/academicus, is een verandering te verwachten in het antwoordpatroon. Aangezien huisartsen in België overwegend zelfstandigen zijn, zijn zij niet onderworpen aan wettelijk verplicht recurrent medisch toezicht zoals in België bestaat voor loontrekkenden. We krijgen aldus een uniek zicht op één van de mechanismen van zelfredzaamheid en een poging tot induceerbaarheid ervan via de opleiding. Dit staat het belang van preventie en vroegdiagnose van burn-out via tussenkomst van artsenorganisaties niet in de weg. Artsenorganisaties rond burn-out Er zijn artsenorganisaties die aan de slag gaan met collega s. Doctors4doctors (D4D) bijvoorbeeld richt zich tot artsen met een hulpvraag betreffende burn-out. 23 Deze organisatie verzorgt begeleiding van artsen in burn-out en wil de veertien KCE-richtlijnen ter preventie van burn-out faciliteren. Haar netwerk bestaat uit artsen/burn-outcoaches, psychologen en psychiaters. ECHTT, het Ervaringsgericht Coachen van Huisartsen Trajecten en Teams, is een organisatie die bestaat uit Tabel 2: Overeenkomsten tussen onze studie en de actielijnen uit het rapport van het Federaal Centrum voor Gezondheidszorg (KCE) over preventie en aanpak van burn-out bij huisartsen. 2 Studie bij huisartsenopleiders Aandacht voor samenwerking en praktijkorganisatie KCE-rapport opstarten van een reflectiegroep over ondersteuning door en het wederzijds begrip van collega s aanmoedigen van de groepspraktijk of werken binnen een netwerk verminderen van de administratieve werklast van de huisartsen door artsen te ondersteunen bij het organiseren van een secretariaat het ontwikkelen en opzetten van goed georganiseerde wachtdiensten ondersteuning van de huisarts bij de behandeling van zware pathologieën en complexe situaties Timemanagement Communicatievaardigheid cursussen timemanagement en prioriteitenbeheer voor de artsen die hier nood aan hebben duidelijke communicatie over praktijkorganisatie leren neen zeggen wordt genoemd als belangrijke communicatievaardigheid voor de arts sensibiliseren van de patiënt naar realistische verwachtingen ten aanzien van de arts indijken van het consumentengedrag van de patiënt aan de hand van praktijkbrochures verduidelijking van functies en organisaties via media, mutualiteiten en patiëntenverenigingen opstellen van een charter tussen arts en patiënt Aandacht voor persoonlijk functioneren neutraliseren van waardeconflicten stressbeheersing aandacht voor gezondheidszorg voor de huisarts zelf 118 huisartsnu #3 mei - juni 2016

artikel professionele coaches op vlak van huisartspraktijkorganisatie en samenwerking. 24 Zij begeleiden het dynamische proces van samenwerking tussen en met huisartsen. Opstartende huisartsen en huisartsen(associaties) die transitieprocessen in hun praktijkwerking doormaken, maken deel uit van hun doelgroep. Wellicht kunnen organisaties als deze zowel primaire als secundaire preventiemodaliteiten aanreiken aan hun collega s. Het inschakelen van beroepscollega s in de primaire preventie, de screening en de behandeling van burn-out biedt het voordeel nadrukkelijk inzicht in de specifieke en complexe beroepssituatie van de huisarts te garanderen. Tevens wordt op deze manier gestreefd naar een veiligheidsgevoel voor de arts in nood, die zich in kwetsbaarheid dient te tonen om screening, diagnose en behandeling mogelijk te maken. Als primaire preventie van burn-out in de opleiding van huisartsen een prioritair item wordt, kan ook de efficiëntie van de zorg voor burn-out verhogen. Besluit Een uitgebreide wetenschappelijke onderbouwing over de doeltreffendheid van primaire preventiestrategieën dringt zich op. Het beschikbaar zijn van hulpmiddelen om aan zelfpreventie van burn-out te doen is wenselijk voor zowel de loontrekkende als de zelfstandige arts. We doen er goed aan deze zo snel als mogelijk in de opleiding tot huisarts in te bouwen. Deroost A, Braeckman L, Remmen R. Preventiestrategieën voor burn-out tijdens de artsenopleiding. Een beschrijvend en kwalitatief onderzoek. Huisarts Nu 2016;45:112-9. Belangenvermenging: niets vermeld Dank aan dr. Saskia Decuman voor haar bijdrage aan dit onderzoek. Zij leverde constructieve feedback op de interviewstijl en droeg op die manier bij tot het cyclisch proces van datacollectie en -analyse in het kwalitatief onderzoek. Dank aan de lesgevers van de academische centra die meewerkten aan dit project. Literatuur 1 Lee YY, Medford AR, Halim AS. Burnout in physicians. J R Coll Physicians Edinb 2015;45:104-7. 2 Jonckheer P, Stordeur S, Lebeer G, et al. Burn-out bij huisartsen: preventie en aanpak. KCE Reports 165A. 3 Cathebras P, Begon A, Laporte S, Bois C, Truchot D. Burn out among French general practitioners. Presse Med 2004;33:1569-74. 4 Soler JK, Yaman H, Esteva M, et al. Burnout in European family doctors: the EGPRN study. Fam Pract 2008;25:245-65. 5 Grassi L, Magnani K. Psychiatric morbidity and burnout in the medical profession: an Italian study of general practitioners and hospital physicians. Psychother Psychosom 2000;69:329-34. 6 Maslach C, Schaufeli WB, Leiter MP. Job burnout. Annu Rev Psychol 2001;52:397-422. 7 Jennings ML, Slavin SJ. Resident wellness matters: Optimizing resident education and wellness through the learning environment. Acad Med 2015;90:1246-50. 8 Galam E. Burn out des médecins libéraux. Première partie: une pathologie de la relation d aide. Médecine 2007;3:419-21. 9 Galam E. Burn out des médecins libéraux. Deuxième partie: une identité professionnelle remise en question. Médecine 2007;3:474-7. 10 Brown SD, Goshe MD, Johnson CM. Beyond substance abuse: stress, burn-out and depression as causes of physician impairment and disruptive behavior. J Am Coll Radiol 2009;6:479-85. 11 Holloway I WS. Qualitative research in nursing and healthcare. 3rd ed. Oxford: Wiley-Blackwell, editor; 2010. 12 Mortelmans D. Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. 2nd ed. Leuven: Acco; 2009. 13 Weber A, Jaekel-Reinhard A. Burnout syndrome: a disease of modern societies? Occup Med (Lond) 2000;50:512-7. 14 Okie S. Innovation in primary care--staying one step ahead of burnout. N Engl J Med 2008;359:2305-9. 15 Brunicardi FC, Hobson FL. Timemanagement: a review for physicians. J Natl Med Assoc 1996;88:581-7. 16 Krasner MS, Epstein RM, Beckman H, et al. Association of an educational program in mindful communication with burnout, empathy, and attitudes among primary care physicians. JAMA 2009;302:1284-93. 17 Ro KE, Gude T, Tyssen R, Aasland OG. Counselling for burnout in Norwegian doctors: one year cohort study. BMJ 2008;337:a2004. 18 van der Voort H. Een mix van nascholing en supervisie. Huis Wet 2008;51:26-7. 19 Siedsma M, Emlet L. Physician burnout: can we make a difference together? Crit Care 2015;19:273. 20 Dessy E. Effective communication in dificult situation: preventing stress and burnout in the NICU. Early Hum Dev 2009;85(10suppl):S39-41. 21 Kurtz S. Humor as a perioperative nursing management tool. Semin Perioper Nurs 1999;8:80-4. 22 Levy MM. Caring for the caregiver. Crit Care Clin 2004;20:541-7. 23 Doctors4Doctors - D4D. www.doctors4doctors.be 24 Ervaringsgericht Coachen van Huisartsen Trajecten & Teams (ECHTT). www.echtt.be #3 mei - juni 2016 huisartsnu 119