SJABLOON VOOR ZIENSWIJZEN BIJ GR-BEGROTINGEN WEST-BRABANT Dit sjabloon wordt ingevuld door de betrokken vakambtenaren en financieel adviseurs en gevoegd bij het door het college aan de raad voor te leggen raadsvoorstel. Gemeenschappelijke regeling: RAV Brabant Midden-West-Noord 1 Wat heeft de GR gedaan met de vorige zienswijze? Aalburg Met de gemeente Aalburg gericht gezocht naar een mogelijke ambulance stationeringsplaats (lopend traject) binnen de gemeente Aalburg om meer te kunnen voldoen aan de 15-minutennorm zoals wettelijk vastgelegd in de TWaz. Werkendam en Woudrichem 1. De raad gaat er vanuit dat het bestuur de in de Nota verbonden partijen afgesproken termijnen in acht neemt. Concreet: kaderbrief voor 1 februari; ontwerpbegroting en (ontwerp)jaarrekening voor 15 april; termijn voor het indienen van zienswijzen t/m 30 juni. Reactie RAV: De in de Nota verbonden partijen afgesproken termijnen worden in acht genomen. Er is evenwel geen kaderbrief omdat de RAV geen gemeentelijke bijdrage kent. 2. De raad vraagt in deze zienswijze ook aandacht voor de inzichtelijkheid van het besluitvormingsproces van uw orgaan, niet alleen voor de deelnemers maar ook voor burgers. Met het oog daarop zouden de bestuurlijke stukken van uw regeling algemeen toegankelijk moeten zijn via uw website. Wij verzoeken u daarom voor zover u dat niet al doet - in elk geval de volgende stukken te publiceren op uw website: a. statuten (de gemeenschappelijke regeling); b. samenstelling van de bestuurlijke organen; c. jaarstukken (kaderbrief, begroting en jaarrekening e.d.); d. agenda s en stukken van de vergaderingen van het algemeen bestuur (voor zover openbaar). Reactie RAV: De RAV is een voorstander van transparantie van bestuur en is het eens met de stelling dat de burger recht heeft op inzicht in het besluitvormingsproces van onze RAV. Na het AB RAV van 29 juni (2016) zullen daarom de genoemde stukken worden gepubliceerd op de website van de RAV. 3. De raad gaat er vanuit dat het bestuur de begroting vaststelt met inachtneming van deze zienswijze (algemeen en specifiek) en dat de raad hierover wordt geïnformeerd, met daarbij een verantwoording aan welke onderdelen van zijn zienswijze (algemeen en specifiek) is tegemoetgekomen en aan welke onderdelen niet en waarom. Reactie RAV: Na de vergadering van het AB RAV van 29 juni aanstaande zal de RAV
schriftelijk aan de gemeenten laten weten aan welke onderdelen van zijn zienswijze zal worden tegemoetgekomen en aan welke onderdelen niet en waarom. 4. De gemeenteraden maken zich zorgen over de hoge tijdsoverschrijdingen van A1 ritten in onze 3 gemeenten. Wij rekenen op maatregelen die op korte termijn dit verbeteren. Reactie RAV: De RAV wordt afgerekend op het ovs-% voor de gehele RAV-regio. Omdat sprake is van beperkte beschikbaarheid van middelen en materieel is het streven om zoveel mogelijk burgers binnen 15 minuten te bereiken. In de praktijk betekent dit dat er meer beschikbaarheid is in de stedelijke gebieden, en minder in de periferie. De RAV is zich hiervan bewust en tracht voor zover mogelijk ook in de landelijke gebieden zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. 5. De raad is van mening dat het overschrijdingspercentage voor de A1-ritten voor 2017 hoogstens 5,5% mag bedragen (in plaats van het genoemde percentage van 6) waardoor dit gelijk is aan het percentage voor 2016 (5,5%). Stijging van dit percentage past immers niet bij het streven van de RAV om haar prestaties voor 2017 te consolideren c.q. verbeteren. Reactie RAV: Ook al passen we het te behalen overschrijdings-% voor de RAV-regio MWB aan van 6% naar 5,5%, mag duidelijk zijn dat deze doelstelling op dit moment niet haalbaar is omdat de productie de laatste jaren aanhoudend is blijven stijgen waardoor de financiële middelen niet meer toereikend zijn. 6. De raad verzoekt om in de begroting aandacht te besteden aan (de vordering van) het onderzoek naar een alternatieve rechtsvorm voor de RAV. Tevens wordt verzocht te rapporteren over de voortgang van het onderzoek. Reactie RAV: Ten tijde van het opstellen van de begroting was het onderzoek nog niet afgerond. De gemeenten zullen worden geïnformeerd zodra de eindrapportage gereed is. Er zal een oplegnotitie worden opgesteld bij de definitieve beleidsbegroting 2017 met de stand van zaken van het onderzoek en het te volgen traject. 7. De RAV heeft geen kaderbrief 2017 verzonden. De gemeenteraad rekent op een kaderbrief in 2018. Reactie RAV: Zie antwoord 1. Omdat de RAV geen gemeentelijke bijdrage behoeft, wordt er geen kaderbrief verzonden. Overigens is voor het jaar 2018 wel een kaderbrief aan de gemeenten verzonden. 8. De controleverklaring van de accountant op de jaarstukken 2015 ontbreekt. Wij vragen u deze beschikbaar te stellen. Reactie RAV: De accountantsverklaring is op 24 juni afgegeven, en is op 29 juni 2016 aan het AB RAV verstrekt. De jaarstukken met accountantsverklaring worden binnenkort gepubliceerd op onze website.
2 Zijn de stukken tijdig ingediend door de GR bij de gemeente? De kaderbrief voor 2018 is op 30 januari 2017 ontvangen. De ontwerpbegroting en jaarrekening zijn op 13 april aangeleverd. Allen dus voor 15 april. Reactietermijn voor de zienswijze is uiterlijk 4 juli en is dus ruimer dan de vastgestelde 30 juni conform de Nota verbonden partijen. 3 Is voldaan aan de nieuwe BBV (m.i.v. begroting 2018) ja 4 Inhoudelijke aandachtspunten, beleidsontwikkelingen e.d. De beleidsbegroting 2018 van de RAV Brabant Midden-West-Noord is op 11 april 2017 vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de RAV BMN. De RAV is een gemeenschappelijke regeling van 46 gemeenten in Brabant Midden, West en Noord en tot doel het verlenen van ambulancezorg. De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten kunnen hun zienswijze op de beleidsbegroting van GR uitspreken. Hieronder zijn de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de RAV weergegeven: Beleidsontwikkelingen en andere relevante opmerkingen: Landelijke meldkamerorganisatie (LMO) Een grote landelijke ontwikkeling is de LMO. Alle meldkamers in Nederland moeten conform de nieuwe regio-indeling worden samengebracht in maximaal 10 meldkamerlocaties. De voorbereidingen zijn in volle gang. Vanwege de verbouwing van de huisvesting van de meldkamer in Den Bosch verhuist het meldkamerpersoneel in het voorjaar van 2017 tijdelijk naar de meldkamer van Zuidoost-Brabant in Eindhoven. Medio 2018 is de verbouwing gereed en neemt het voltallige personeel van de meldkamers Brabant-Noord en Zuidoost-Brabant zijn intrek in Den Bosch. Voor de regio s Midden- en West-Brabant en Zeeland zal in 2017 de nieuwbouw voor de gemeenschappelijke huisvesting in Bergen op Zoom worden gestart, naar verwachting zal deze eind 2019 gereed zijn. Knelpunt personeel en inzet BMH Een van de grootste uitdagingen in de komende jaren is te kunnen blijven beschikken over voldoende vakbekwaam personeel, met name ambulanceverpleegkundigen. Bij handhaving van de huidige criteria voor de werving van deze groep medewerkers moet er gevist worden uit de bestaande vijver van IC- en SEH-verpleegkundigen, waarvan landelijk inmiddels wel wordt onderkend dat deze opdroogt. De oplossing voor het tekort aan ambulanceverpleegkundigen wordt gezocht in aanpassing van de instroomcriteria en functiedifferentiatie. In 2017 wordt er een experimenteerartikel verwacht dat het mogelijk maakt om de inzet van Bachelors Medische Hulpverlening (BMH ers) mogelijk te maken. De RAV Brabant MWN zet in op deze nieuwe ontwikkeling. In de afgelopen jaren heeft de RAV stagemogelijkheden geboden aan BMH ers; in 2017 kregen een aantal geschikte kandidaten een tijdelijk arbeidscontract. De RAV heeft er bewust voor gekozen om niet langer af te wachten, enerzijds om deze veelbelovende jonge krachten niet te laten gaan, en anderzijds om optimaal voorbereid te zijn voor de instroom van BMH ers in onze
organisatie zodra er geen wettelijke belemmeringen meer Responstijden: De 15-minutennorm is wettelijk vastgelegd in de TWaz, en is al jaren een verplicht onderdeel van de jaarlijkse prestatieafspraken met de zorgverzekeraars. De afspraak is dat een ambulanceteam bij minimaal 95% van de inzetten met urgentie A1 binnen 15 minuten na melding op de locatie van het incident aanwezig is. Dit percentage wordt berekend op het niveau van de RAV-regio, en geldt dus niet voor elke individuele burger. De RAV wil uiteraard zoveel mogelijk inwoners van het werkgebied tijdig kunnen bereiken, waardoor er automatisch meer beschikbaarheid van ambulances is in de stedelijke gebieden. Gevolg hiervan: lage overschrijdingscijfers in de stedelijke gebieden, en hogere overschrijdingscijfers in de landelijke gebieden. Voor 2018 wordt voor A1-ritten een overschrijdingspercentage van 5,5% begroot. Doordat de implementatie van de inzet van de aanvullende middelen nog tot in 2018 voortduurt, is dit percentage voor 2018 acceptabel. Voor 2019 zou echter een overschrijdingspercentage van 5% de norm moeten zijn. Onderzoek alternatieve rechtsvorm RAV Met het oog op de beoogde invoering van een nieuwe ambulancewet per 2020 en de gewijzigde zeggenschap ten aanzien van de ambulancezorg, is in 2016 is in opdracht van het Dagelijks Bestuur onderzoek gedaan naar een mogelijk alternatieve rechtsvorm voor de GR RAV. In samenwerking met Van Benthem & Keulen Advocaten en Notarissen, Mercer Pensioenadviseurs en Price Waterhouse Cooper, is een advies opgesteld dat in de eerste helft van 2017 zal worden besproken met het Dagelijks en Algemeen Bestuur van de RAV. Het besluit van het bestuur in deze is bepalend voor het verdere traject en de daaruit voortvloeiende consequenties. Het uiteindelijke besluit zal mede worden bepaald door de uitkomst van het onderzoek naar de hierboven beschreven stelselkeuze. 5 Financiële aandachtspunten Reactie: Concept Jaarrekening 2016 Er is in 2016 een overschot geboekt van 2,7 mln. Dit word voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat er onderbezetting in zowel het ambulancepersoneel, als het personeel op de meldkamer. Als dit in relatie wordt bezien met het niet halen van de norm van A1-ritten, wordt het belang om op zo kort mogelijke termijn te zorgen voor voldoende geschoolde medewerkers. Begroting 2018 Het ambulancevervoer in de regio vindt plaats binnen de kaders van de op 1 januari 2014 ingevoerde bekostigingssystematiek voor de ambulancezorg. De RAV ontvangt geen gemeentelijke bijdrage, maar ontvangt middelen van de zorgverzekeraars. Uitgangspunt
voor de begroting zijn de met de zorgverzekeraars overeengekomen prestatieafspraken. Om deze reden valt de RAV dan ook niet onder de financiële kaders zoals deze zijn opgenomen in de Nota Verbonden Partijen onder spelregel 5 Begroting en Jaarrekening. Het begrote resultaat 2017 van de RAV Brabant Midden-West-Noord komt uit op een negatief saldo van 27.000,-., Dit tekort wordt onttrokken aan de egalisatiereserve onderhoud panden Meerjarig is de begroting sluitend, inclusief mutaties in de reserve onderhoud panden. Het weerstandsvermogen is voldoende om de in de beleidsbegroting genoemde risico s op te vangen. 6 Financieel overzicht Bedragen in onderstaande tabel x 1.000,-<naam GR> Begroting 2016 Resultaat 2016 Begroting 2017 Ontwerpbegroting 2018 Totaal GR 0 2.732 0 0 Bijdrage gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem 0 0 0 0 7 Overige aandachtspunten Reactie: De aanrijtijden blijven voor alle drie de gemeenten altijd een aandachtspunt. Voor Aalburg wordt gekeken naar een mogelijke stationeringsplaats binnen de gemeente zo dicht mogelijk bij de N267. Voor de gemeenten Werkendam en Woudrichem wordt een 24 uurs standplaats gerealiseerd in Almerk en een dagstandplaats in Giessen. Dit zal hopelijk een positieve invloed hebben op de aanrijtijden in het Land van Heusden en Altena. 8 De zienswijze 1. Opmerking over wel/niet tijdige ontvangst van de stukken e.d. Algemeen: De raad gaat er vanuit dat het bestuur de in de Nota verbonden partijen afgesproken spelregels en termijnen in acht neemt. Concreet: kaderbrief voor 1 februari; ontwerpbegroting en (ontwerp)jaarrekening voor 15 april; termijn voor het indienen van zienswijzen t/m 30 juni; vaststelling jaarrekening en begroting na besluitvorming in gemeenteraden (3e / 4e week juni).
2. De raad gaat er van uit dat het overschrijdingspercentage voor de A1-ritten op het niveau Midden West Brabant in 2018 hoogstens 5,5% zal bedragen. 3. De raad gaat er van uit dat naast het overschrijdingspercentage voor de gehele RAV, er een maximaal overschrijdingspercentage van 15% per individuele gemeente wordt vastgesteld. 4. De raad gaat er van uit dat hij in het eerste halfjaar van 2017 wordt geïnformeerd over de tot dan toe gerealiseerde uitbreiding van de capaciteit en over de verwachte uitbreiding voor de 2e helft van 2017. 5. De raad gaat er van uit dat in de aanloop naar de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) en het onderzoek naar de nieuwe rechtsvorm de kwaliteit en de continuïteit van de ambulancezorg in 2018 gewaarborgd blijft. De raad gaat er van uit dat een eventuele overgang naar een nieuwe organisatiestructuur en de LMO geen nadelige (financiële) consequenties hebben voor de gemeenten en dat gemeenten over beide processen tijdig en volledig worden geïnformeerd. Daar waar wel financiële gevolgen ontstaan (denk aan een pensioengat) wenst de raad hierover tijdig geïnformeerd te worden zodat hier in de gemeentelijke meerjarenbegroting (zeker met het oog op de komende gemeentelijke fusie) op geanticipeerd kan worden. 6. De raad vraagt in deze zienswijze ook aandacht voor de inzichtelijkheid van het besluitvormingsproces van uw orgaan, niet alleen voor de deelnemers maar ook voor burgers. Met het oog daarop zouden de bestuurlijke stukken van uw regeling algemeen toegankelijk moeten zijn via uw website. Wij verzoeken u daarom voor zover u dat niet al doet - in elk geval de volgende stukken te publiceren op uw website: a. statuten (de gemeenschappelijke regeling); b. samenstelling van de bestuurlijke organen; c. jaarstukken (kaderbrief, begroting en jaarrekening e.d.); d. agenda s en stukken van de vergaderingen van het algemeen bestuur (voor zover openbaar). Wij zijn ons er van bewust dat met name dit laatste een extra administratieve last voor u betekent, maar zijn er van overtuigd dat dit een minimale hedendaagse voorwaarde is voor transparantie van het bestuur, wat in het belang is van iedereen. 7. Tenslotte, de raad gaat er vanuit dat het bestuur de begroting vaststelt met inachtneming van deze zienswijze en dat de raad hierover wordt geïnformeerd, met daarbij een verantwoording aan welke onderdelen van zijn zienswijze is tegemoetgekomen en aan welke onderdelen niet en waarom. 8. De raad stemt in met de jaarrekening 2016 van het RAV
9. De raad stemt in met de begroting 2018 van het RAV. 10. De raad spreekt uit dat de norm voor het overschrijdingspercentage per 2019 op 5% gezet moet worden. 11. De raad spreekt haar zorgen uit over het feit dat in 2016, evenals in 2015, de accountant een afkeurende verklaring op het onderdeel rechtmatigheid heeft afgegeven en vraagt om een nadere uitleg hierover.