BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Vergelijkbare documenten
Toeristisch bezoek aan Leiden

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2008

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2010

Toeristisch bezoek aan Leiden in 2009

Toeristisch bezoek aan Leiden 2004

Toeristisch bezoek aan steden 2009

Toerisme en recreatie

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

Toeristisch bezoek aan Leiden 2006

Toeristisch bezoek aan Leiden 2007

Toeristisch bezoek aan Leiden 2003

Toeristisch bezoek aan Leiden 2005

Toeristisch bezoek aan steden 2018 Rapportage jaarresultaten

Continu Vakantie Onderzoek (CVO)

Toeristisch bezoek aan steden Themarapport CVO

Onderzoek Metropoolregio

Detailhandel in cijfers Leiden 2013

FACTS & FIGURES

Trends en ontwikkeling in (cultuur) toerisme. Evelien Jonker - projectleider NBTC-NIPO Research

ContinuVrijeTijdsonderzoek (CVTO) 2015 Tussentijdse rapportage jaarmeting

Rapportage JongerenPanel Binding met Leiden

Hotelgastenenquête Leiden 2005

Toch is er een echte marktvergroting nodig om 1 miljoen bezoekers te kunnen trekken, denk hierbij aan zaken als;

Rapportage LeidenPanel Binding met Leiden

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland

Monitor inkomend dagbezoek vanuit Duitsland Eindrapportage 2010/2011 Samenvatting Gelderland Uitgevoerd in opdracht van de provincie Gelderland

Cultuur in cijfers Leiden 2011

Meer inzicht in Duitse vakantiegangers Rapportage multicliëntonderzoek Duitsland 2017 voor Nationale Parken

Vakanties van Nederlanders in Zuid-Holland. ContinuVakantieOnderzoek

De Nederlandse vakantiemarkt Trends & verwachting. Vakantiebeurs 12 januari 2016 Ad Schalekamp & Kees van der Most

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Binnenlandse kustvakanties

Meest Gastvrije Stad 2010

Gemeentepersoneel in Leiden eind 2005 t/m eind 2015

Gemeentepersoneel in Leiden

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Gemeentepersoneel in Leiden eind 2004 t/m eind 2014

VERBLIJFSTOERISME TOERISTISCHE GASTEN IN WEST-BRABANT

Nederlander minder op vakantie in 2010

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015

Gemeentepersoneel in Leiden eind 2004 t/m eind 2013

De inkomenspositie van Leidse huishoudens

Bekendheid Overijsselse regio s

Meest Gastvrije Stad 2010

s-hertogenbosch, voor de vierde maal Meest Gastvrije Stad van Nederland en iets uitgelopen op de concurrentie.

2014 Hoofdstuk 15. Programma Binnenstad Inleiding. Staat van Leiden

Factsheet toerisme Vergelijking Utrecht met de G4 en Maastricht

Kwantitatieve gegevens monitoring vrijetijdseconomie Noord-Brabant

Dagrecreatie en verblijf in Overijssel (binnenlands) Feiten & cijfers

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

Bevolkings- en huishoudensprognose Leiden

Meest Gastvrije Stad 2013

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Gemeentepersoneel in Leiden eind 2004 t/m eind 2012

Feiten & cijfers Hanzesteden Regiomonitor 2014

Feiten & cijfers Salland Regiomonitor 2014

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

Binnensteden en hun bewoners

Bekendheid Overijsselse regio s

Bijlage verzuimcijfers

Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met hoofdstuk 8 over Toerisme en recreatie, daar staat bijvoorbeeld meer informatie over evenementen.

Vakanties van Nederlanders in Flevoland. ContinuVakantieOnderzoek

Monitor inkomend dagbezoek vanuit Duitsland Eindrapport 2015/2016: Resultaten Gelderland Uitgevoerd in opdracht van de provincie Gelderland

Bekendheid Overijsselse regio s

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme

Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Hoofdstuk 17. Stadsbezoek Hoofdstuk 18. Leiden Marketing

Minimuminkomens in Leiden

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Vakanties van Nederlanders,

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Studenten hoger onderwijs in Leiden

Vrijetijdseconomie Nu en in de toekomst

Nota van B&W. Onderwerp Monitor Toerisme

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

erratum gegevens economisch effect dagrecreatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Hoofdstuk 8. Stadsbezoek

Bereikbaarheid. Hoofdstuk Inleiding

Binnenlandse hotelvakanties Het groeisegment op de Nederlandse vakantiemarkt

Fietscampagne -1. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming. Januari 2016.

Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor. Nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Bezoek en waardering van groenvoorzieningen door Rotterdammers, 2011

Meest Gastvrije Stad 2012

Hoofdstuk 23. Stadsbezoek

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Buitenlandse toeristen besteden ruim 4 miljard euro in Nederland

Metropoolregio Rotterdam - Den Haag

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015

Passanten in de Leidse binnenstad 2013

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart

PARTICULIERE WOONZORGKAART

Vakanties van Nederlanders in de provincie Gelderland ContinuVakantieOnderzoek 2015

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland,

Transcriptie:

Beleidsonderzoek & Analyse BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Feitenblad Toeristisch bezoek aan Leiden 2007-2015 1. Inleiding Al vele jaren laat Leiden het onderdeel Toeristisch bezoek aan steden van het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) uitvoeren. Dit feitenblad geeft een overzicht van de ontwikkelingen in de jaren 2007 tot en met 2015. Belangrijk is om te vermelden dat het gaat om dagbezoeken door Nederlanders (niet aan hun eigen stad). Meer informatie over de opzet van het CVO staat in paragraaf 8. Uitleg figuren: In elke figuur staat links een grafiek met daarin drie lijnen. De rode lijn met de bolletjes stelt Leiden voor, de blauwe lijn met de vierkantjes geeft de vier grote steden weer en de groene lijn met de driehoekjes representeert de middelgrote steden (zie paragraaf 8 voor een opsomming). In de grafiek worden driejaarsgemiddelden per groep weergegeven. Dit is gedaan om jaarlijkse fluctuaties in de uitkomsten te filteren. In de grafiek staat bij Leiden het driejaarsgemiddelde van 2013-2015 vermeld. Naast de grafiek staat de top-3 hoog en de top-3 laag. Dit betreft ook het driejaarsgemiddelde van 2013-2015. 2. Bezoeken en bezoekers Het CVO onderscheidt bezoeken en bezoekers. Bezoekers zijn mensen die minimaal één keer in een jaar een stad bezoeken. Bezoeken betreft het totaal aantal keer dat bezoekers de stad bezoeken. Als iemand Leiden in 2015 bijvoorbeeld drie keer heeft bezocht, telt hij/zij in de uitkomsten mee als één bezoeker en als drie bezoeken. Aantal bezoeken aan steden (x miljoen) 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 1,6 1. Amsterdam (10,9) 2. Rotterdam (6,6) 3. Den Haag (4,9) 1. Schiedam (0,5) 2. Gouda (0,9) 3. Hoorn (1,1) 1

Aantal bezoekers aan steden (x miljoen) 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 0,8 1. Amsterdam (4,2) 2. Rotterdam (2,3) 3. Den Haag (2,3) 1. Schiedam (0,2) 2. Hoorn (0,4) 3. Gouda (0,5) Uit bovenstaande grafieken blijkt (uiteraard niet verrassend) dat het gemiddelde aantal bezoeken en bezoekers per jaar aan grote steden hoger ligt dan dat aan middelgrote steden en Leiden. Amsterdam ontvangt de meeste bezoeken en bezoekers (10,9 miljoen gemiddeld de afgelopen drie jaar). Schiedam heeft van de steden die aan het CVO meedoen het kleinste aantal bezoeken en bezoekers. Interessant is het om te kijken naar de ontwikkeling in de tijd. Het blijkt dat alle groepen steden te maken hebben gehad met een daling. In Leiden daalde het aantal bezoeken tussen 2007-2009 en 2013-2015 met 25%, beperkter dan in de grote (-29%) en middelgrote (-33%) steden. Het aantal bezoekers daalde in Leiden in de genoemde periode met 16%, in de grote steden met 16% en in de middelgrote steden met 22%. Tot slot kan uit bovenstaande grafieken de bezoekfrequentie (gemiddeld aantal keer dat een bezoeker per jaar een stad bezoekt) worden afgeleid. In Leiden was die tussen 2013 en 2015 gemiddeld 1,9, in grote steden 2,4 en in middelgrote steden 2,3. In het vervolg van dit feitenblad gaat het alleen nog maar over bezoeken en niet over bezoekers. Uitkomsten voor Leiden bezoeken en bezoekers aantal % aantal bezoeken 2.165.000 2.026.000 1.622.000 - - - aantal bezoekers 991.000 953.000 835.000 - - - bezoekfrequentie 2,2 2,1 1,9 - - - 2

3. Hoofdreden Aan dagbezoekers wordt per bezoek gevraagd wat de hoofdreden was om de stad te bezoeken. Er zijn veertien mogelijke hoofdredenen, zie paragraaf 8. Hieronder bespreken we winkelen en twee groepen van hoofdredenen: cultureel bezoek (museumbezoek, stadswandeling, theaterbezoek, evenement en bioscoop) en horecabezoek (lunch/diner, terras, uitgaan). Percentage bezoeken met winkelen als hoofdreden 55% 45% 35% 25% 15% 19% 1. Alkmaar (51%) 2. Eindhoven (50%) 3. Hoorn (49%) 1. Den Haag (18%) 2. Amsterdam (19%) 3. Leiden (19%) Percentage bezoeken met cultuur als hoofdreden 55% 45% 35% 25% 15% 1. Amsterdam (48%) 2. Leiden () 3. Utrecht (33%) 1. Breda (16%) 2. Eindhoven (17%) 3. Schiedam (17%) Percentage bezoeken met horecabezoek als hoofdreden 20% 10% 0% 19% 1. Breda (22%) 2. Delft (20%) 3. Leiden (19%) 1. Schiedam (5%) 2. Hoorn (8%) 3. Dordrecht (11%) 3

In Leiden is, in vergelijking met andere steden, cultureel bezoek (en horecabezoek) een belangrijke hoofdreden en winkelen juist relatief weinig een reden om de stad te bezoeken. Amsterdam lijkt in dit opzicht op Leiden. De afgelopen jaren beziend, blijkt dat winkelen steeds minder een reden is om een stad te bezoeken. Dat geldt voor Leiden, maar ook voor de middelgrote steden en voor de grote steden. Cultureel bezoek en horecabezoek lijkt juist toe te nemen. Opgemerkt moet wel worden dat de percentages in 2013-2015 op een kleiner aantal bezoeken betrekking hebben dan die in 2007-2009 en 2010-2012. Een procentuele stijging wil niet altijd zeggen dat er ook een absolute stijging is. Uitkomsten voor Leiden - Hoofdreden aantal % lunch/diner 149.000 178.000 179.000 7% 9% 11% terras 64.000 81.000 70.000 3% 4% 4% evenement 122.000 124.000 53.000 6% 6% 3% museum 417.000 439.000 412.000 19% 22% 25% theater 17.000 66.000 48.000 1% 3% 3% sport 11.000 14.000 30.000 1% 1% 2% stadswandeling 126.000 141.000 89.000 6% 7% 5% attractie 20.000 11.000 13.000 1% 1% 1% winkelen 707.000 460.000 306.000 33% 23% 19% strand 10.000 2.000 3.000 0% 0% 0% bioscoop 35.000 62.000 42.000 2% 3% 3% uitgaan 65.000 40.000 55.000 3% 2% 3% wellness 62.000 37.000 35.000 3% 2% 2% geen 359.000 371.000 289.000 17% 18% 18% totaal 2.165.000 2.026.000 1.622.000 100% 100% 100% 4. Ondernomen activiteiten Naast de hoofdreden om een stad te bezoeken onderneemt een dagbezoeker ook andere activiteiten. Als hij/zij bijvoorbeeld gaat winkelen, dan kan hij/zij bijvoorbeeld ook op een terras gaan zitten. Hieronder is steeds aangegeven in hoeveel procent van de bezoeken een bepaalde activiteit is ondernomen. Daarbij is per groep van hoofdredenen de belangrijkste activiteit genomen. Bij cultureel bezoek is dat het bezoeken van een museum en bij horecabezoek is dat lunchen of dineren in een restaurant. 4

Percentage bezoeken waarin werd gewinkeld 65% 55% 45% 35% 37% 1. Alkmaar (68%) 2. Den Bosch (66%) 3. Hoorn (63%) 1. Den Haag (35%) 2. Amsterdam (36%) 3. Leiden (37%) Percentage bezoeken waarin een museum werd bezocht 20% 10% 0% 1. Leiden () 2. Amsterdam () 3. Haarlem (15%) 1. Eindhoven (3%) 2. Breda (5%) 3. Amersfoort (5%) Percentage bezoeken waarin werd geluncht of gedineerd 20% 37% 1. Den Bosch (43%) 2. Den Haag (41%) 3. Haarlem () 1. Schiedam (14%) 2. Hoorn (22%) 3. Gouda (28%) Het beeld van Leiden als museumstad blijkt ook weer uit bovenstaande grafieken. Leiden is de stad waarin relatief de meeste dagbezoekers een museum bezoeken (in van de dagbezoeken brengt men een bezoek aan een museum). Winkelen is een activiteit die dagbezoekers in Leiden relatief weinig ondernemen. Wat verder geconcludeerd kan worden is dat in 19% van de bezoeken winkelen de hoofdreden is, maar dat in 37% van de gevallen daadwerkelijk gewinkeld wordt (in de periode 2013-2015). In 18% van de bezoeken winkelt men dus als nevenactiviteit. Lunchen of dineren komt in Leiden de afgelopen jaren relatief wat vaker voor. We zitten dicht tegen de top-3 aan. 5

Uitkomsten voor Leiden Ondernomen activiteiten aantal % lunch/diner 626.000 652.000 606.000 29% 32% 37% terras 497.000 355.000 372.000 23% 18% 23% evenement 144.000 143.000 94.000 7% 7% 6% museum 539.000 497.000 488.000 25% 25% theater 27.000 69.000 54.000 1% 3% 3% sport 11.000 14.000 42.000 1% 1% 3% stadswandeling 346.000 324.000 250.000 16% 16% 15% attractie 29.000 16.000 18.000 1% 1% 1% winkelen 1.129.000 773.000 604.000 52% 38% 37% strand 24.000 13.000 14.000 1% 1% 1% bioscoop 73.000 88.000 51.000 3% 4% 3% uitgaan 88.000 79.000 74.000 4% 4% 5% wellness 62.000 37.000 36.000 3% 2% 2% iets anders 173.000 232.000 137.000 8% 11% 8% 5. Bestedingen In de enquête wordt de dagbezoekers gevraagd hoeveel ze per persoon per bezoek hebben uitgegeven. Vervolgens wordt verzocht om dit bedrag op te splitsen in bestedingen aan winkelen, aan horeca en overig (bijvoorbeeld parkeerkosten of toegangskaartjes). Totale bestedingen per bezoek 50 45 40 35 30 36 1. Eindhoven ( 48) 2. Den Bosch ( 48) 3. Maastricht ( 47) 1. Schiedam ( 27) 2. Delft ( 32) 3. Dordrecht ( 35) In Leiden besteden dagbezoekers relatief weinig euro s: 36 gemiddeld in 2013-2015, tegenover 41 in grote steden en 40 in middelgrote steden. Het blijkt vooral dat in Leiden de bestedingen in winkels achterblijven, die zijn zelfs het laagst van alle deelnemende steden. Overigens dalen de bestedingen van dagbezoekers in winkels in alle groepen steden en stijgen de bestedingen in de horeca. 6

Bestedingen per bezoek in winkels 25 20 15 10 5 9 1. Eindhoven ( 24) 2. Eindhoven ( 23) 3. Alkmaar ( 22) 1. Leiden ( 10) 2. Den Haag ( 10) 3. Schiedam ( 11) Bestedingen per bezoek in horeca 25 20 15 10 5 18 1. Maastricht ( 24) 2. Den Haag ( 23) 3. Amsterdam ( 23) 1. Leiden ( 9) 2. Den Haag ( 9) 3. Schiedam ( 10) Uitkomsten voor Leiden Bestedingen aantal % in winkels 14 10 9 38% 27% 26% in horeca 16 18 18 44% 52% 52% overig 7 7 8 18% 21% 22% totaal 38 35 36 100% 100% 100% 6. Vervoermiddel Welk vervoermiddel gebruiken dagbezoekers om hun bestemming te bereiken? Het CVO vraagt op welke manier mensen de grootste afstand hebben afgelegd. Mogelijkheden zijn: auto, trein, touringcar, streekvervoer, fiets, boot of anders. Bezoekers aan Leiden nemen, net als in de meeste andere steden, relatief het vaakst de auto om de stad te bereiken (48%). Toch bevindt Leiden zich hiermee in de onderste regionen: ten opzichte van andere steden is het percentage dagbezoekers dat met de auto komt laag. De trein komt in Leiden op de tweede plaats (29%). Om naar Leiden te komen gebruikt men in 13% van de gevallen de fiets. 7

Percentage bezoeken per auto 75% 65% 55% 45% 35% 48% 1. Alkmaar (78%) 2. Hoorn (74%) 3. Breda (74%) 1. Amsterdam (35%) 2. Utrecht (39%) 3. Leiden (48%) Percentage bezoeken per trein 50% 20% 10% 29% 1. Utrecht (52%) 2. Amsterdam (52%) 3. Maastricht (33%) 1. Schiedam (9%) 2. Hoorn (12%) 3. Alkmaar (14%) Uitkomsten voor Leiden Vervoermiddel aantal % auto 1.114.000 909.000 786.000 51% 45% 48% trein 629.000 747.000 475.000 29% 37% 29% touringcar 26.000 17.000 12.000 1% 1% 1% streekvervoer 151.000 118.000 42.000 7% 6% 3% fiets 229.000 178.000 210.000 11% 9% 13% boot 8.000 10.000 7.000 0% 1% 0% anders 10.000 48.000 91.000 0% 2% 6% totaal 2.165.000 2.026.000 1.622.000 100% 100% 100% 8

7. Profiel Tot slot zijn er gegevens over het profiel van de bezoekers. Er is gekeken of de bezoekers mannen of vrouwen waren en welke leeftijd ze hadden. Overigens gaat het bij onderstaande cijfers nog steeds om de bezoeken. Als bijvoorbeeld een man van 30 jaar Leiden drie keer bezocht telt hij drie keer mee bij de mannen en drie keer bij de 19 t/m 49-jarigen. Percentage bezoeken door mannen 60% 55% 50% 45% 44% 1. Breda (57%) 2. Schiedam (56%) 3. Eindhoven (51%) 1. Deventer (38%) 2. Hoorn () 3. Haarlem (42%) Percentage bezoeken door 0 t/m 18-jarigen 25% 20% 15% 20% 1. Schiedam (33%) 2. Arnhem (26%) 3. Leeuwarden (23%) 1. Den Bosch (15%) 2. Maastricht (16%) 3. Dordrecht (16%) Percentage bezoeken door 19 t/m 49-jarigen 50% 45% 35% 1. Breda (51%) 2. Eindhoven (46%) 3. Utrecht (46%) 1. Schiedam (28%) 2. Hoorn (36%) 3. Delft (36%) 9

Percentage bezoeken door 50-plussers 35% 39% 1. Dordrecht (47%) 2. Delft (46%) 3. Deventer (45%) 25% 1. Breda (32%) 2. Utrecht (33%) 3. Leeuwarden (34%) In het aandeel mannen (en dus ook het aandeel vrouwen) dat een stad bezoekt is geen duidelijke trend te zien. Net iets minder dan de helft van de dagbezoeken wordt afgelegd door een man. Bij de leeftijdsverdeling valt op dat Leiden door alle leeftijdsgroepen gemiddeld wordt bezocht. In de tijd bekeken is alleen bij de 50-plussers een stijgende trend te zien. Dagbezoeken worden relatief vaker afgelegd door mensen in deze leeftijdsgroep. Dit is verklaarbaar doordat er nu eenmaal steeds meer Nederlanders van 50 jaar of ouder zijn. Uitkomsten voor Leiden Profiel aantal % mannen 1.064.000 1.106.000 707.000 49% 55% 44% vrouwen 1.101.000 921.000 915.000 51% 45% 56% 0-2 jaar 67.000 25.000 23.000 3% 1% 1% 3-5 jaar 44.000 44.000 61.000 2% 2% 4% 6-14 jaar 218.000 251.000 169.000 10% 12% 10% 15-18 jaar 101.000 95.000 75.000 5% 5% 5% 19-24 jaar 163.000 161.000 183.000 8% 8% 11% 25-29 jaar 112.000 205.000 119.000 5% 10% 7% 30-39 jaar 292.000 193.000 144.000 13% 10% 9% 40-49 jaar 402.000 268.000 232.000 19% 13% 14% 50-64 jaar 497.000 493.000 369.000 23% 24% 23% 65-74 jaar 112.000 161.000 151.000 5% 8% 9% 75+ jaar 159.000 132.000 97.000 7% 7% 6% totaal 2.165.000 2.026.000 1.622.000 100% 100% 100% 10

8. Onderzoeksverantwoording Toeristisch bezoek aan steden, onderdeel van het CVO Het ContinuVakantieOnderzoek (CVO) is een grootschalige enquête naar het vakantiegedrag van Nederlanders. Een module (themarapport) van het CVO betreft Toeristisch bezoek aan steden. Gemeenten kunnen hieraan deelnemen. De stad wordt dan opgenomen in de lijst van steden waarnaar gevraagd wordt. Het CVO wordt uitgevoerd door NBTS-NIPO research. NBTC-NIPO Research is een joint venture tussen het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC Holland Marketing) en marktonderzoekbureau TNS NIPO. NBTC-NIPO Research is gespecialiseerd in onderzoek op het gebied van vakanties, vrije tijd en zakenreizen van Nederlanders. De volledige resultaten van de enquêtes zijn alleen tegen betaling te verkrijgen en mogen niet openbaar verspreid worden. Daarom staan in dit feitenblad alleen driejaarsgemiddelden en geen volledige lijsten met uitkomsten van andere steden. Nederlandse dagbezoekers zijn de doelgroep Het CVO-onderdeel Toeristisch bezoek aan steden heeft een specifieke doelgroep. De respondenten zijn Nederlanders die een stad een dag bezoeken om toeristisch-recreatieve reden. Er zijn echter nog andere bezoekers aan een stad. Bijvoorbeeld de bewoners van een stad zelf, buitenlandse toeristen en mensen die een meerdaags bezoek aan de stad brengen. Ook mensen die om zakelijke, onderwijs- of privéredenen (bijvoorbeeld bezoek aan familie of vrienden of ziekenhuisbezoek) een stad bezoeken tellen niet mee. Het is dus belangrijk om bij de interpretatie van de uitkomsten te beseffen dat het CVO geen beeld geeft van álle mensen die in een stad winkelen, uitgaan of een museum bezoeken. Presentatie van de enquête-uitkomsten Bij de meeste enquêtes worden de onderzoeksresultaten weergegeven in percentages. Denk bijvoorbeeld aan de Stadsenquête of de Veiligheidsmonitor. Er staat dan bijvoorbeeld 66% van de Leidenaren heeft last van meeuwen of 18% van de Nederlanders voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. In feite gebeurt dat bij het CVO ook, maar vervolgens worden de percentages losgelaten op de Nederlandse bevolking en wordt een groot deel van de uitkomsten weergegeven in absolute aantallen. Er staat bijvoorbeeld niet 5% van de Nederlanders heeft het afgelopen jaar een bezoek gebracht aan Leiden, maar 1 miljoen mensen bezochten Leiden het afgelopen jaar. Deze manier van presenteren heeft voordelen (het maakt de cijfers begrijpelijk en aansprekend) maar ook nadelen. Om bovenstaand voorbeeld te vervolgen: als het volgende jaar blijkt dat 4% van de Nederlanders Leiden heeft bezocht, zullen niet veel mensen van hun stoel vallen van verbazing. Men denkt: Het is wel een daling, maar het zijn nou eenmaal afgeronde cijfers en hoe zat dat ook alweer met betrouwbaarheidsmarges? Als er staat 800.000 mensen bezochten Leiden het afgelopen jaar is men in rep en roer en is dit blijkbaar wel een reden om te vragen waar die 200.000 mensen gebleven zijn. Terwijl het verschil tussen 5% en 4% enerzijds en 1.000.000 en 800.000 relatief even groot is. De schommelingen in de uitkomsten zijn niet uniek voor het CVO, maar door de manier van presenteren vallen ze meer op. In dit feitenblad is mede daarom gekozen voor driejaarsgemiddelden. Zo zijn meerjarige trends beter zichtbaar. Deelnemende steden Gemeenten kunnen, tegen betaling, meedoen aan het onderdeel Toeristisch bezoek aan steden. Elk jaar doen rond de 30 steden mee. In dit feitenblad is gekeken naar de periode 2007 tot en met 2015. Alle steden die in elk van die jaren meededen zijn meegenomen in dit feitenblad. Ze zijn ingedeeld in drie groepen: 11

Leiden Grote steden Middelgrote steden - Leiden - Amsterdam - Den Haag - Rotterdam - Utrecht - Alkmaar - Amersfoort - Arnhem - Breda - Delft - Den Bosch - Deventer - Dordrecht - Eindhoven - Gouda - Groningen - Haarlem - Hoorn - Leeuwarden - Maastricht - Schiedam Hoofdredenen en activiteiten In de paragrafen 3 en 4 van dit feitenblad wordt gesproken over ondernomen activiteiten en hoofdredenen. De enquête vraagt eerst naar welke activiteiten de bezoeker heeft ondernomen en vervolgens welke daarvan de hoofdreden was om de stad te bezoeken. Ten behoeve van dit feitenblad zijn de hoofdredenen geclusterd naar winkelen, cultureel bezoek, horecabezoek en overig bezoek. De laatste categorie komt overigens niet expliciet aan bod in dit feitenblad. De activiteiten/hoofdredenen zijn op de volgende manier geclusterd: Winkelen Cultureel bezoek Horecabezoek Overig - Winkelen voor plezier - Bezoek evenement - Bezoek museum - Bezoek theater / concert - Het maken van een stadswandeling - Bezoek bioscoop - Lunchen / dineren in restaurant - Op terrasje zitten - Bezoek nachtleven / uitgaan - Bezoek sportwedstrijd - Bezoek aan attractie - Bezoek strand - Bezoek wellness - Iets anders COLOFON BOA BeleidsOnderzoek en Analyse Gemeente Leiden boa@leiden.nl of 071-516 5123 Direct zelf informatie opzoeken? Veel cijfers en onderzoeksgegevens over Leiden zijn te vinden via www.leiden.nl/statistiek. 12 Serie Statistiek 2016/03c