Vergadering van De Algemene Statencommissie. mevrouw I. van Mulligen. AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: de heer Van der Sande, de heer Janssen

Vergelijkbare documenten
Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

mevrouw I. van Mulligen

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Farid Chikar / juni 2017

GS brief aan Provinciale Staten

Mevrouw E. Wijsman. mevrouw I. van Mulligen. de heer Van Staalduinen mevrouw Matil de heer Zwerus. de heer Van Koert. de heer Metselaar mevrouw Meurs

Vragen van de heer A.E. van Liere MA, MSc. (Partij voor de Dieren) en de heer A. Hietbrink (GroenLinks) over verlaging storting reserve groen

Jaarlijks overzicht van activiteiten tbv publieksbereik archeologie inclusief publiekswaardering (Janssen).

Vergadering van De Subcommissie Bestuur en Middelen. 8 mei Status verslag Concept

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

1. Schriftelijk te verhelderen wat de kosten zijn. 2. Na te gaan hoeveel gebruik wordt gemaakt van. 3. Na te gaan wat de kosten zijn om op alle

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

Jaarstukken Informatiebijeenkomst 4 april 2018

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heer Struijlaard (50Plus) en de heer Scheurwater (SGPenCU).

C2.ľ3b bö DIV.STAN Bv// FPc

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie van 12 mei 2010

Technische briefing Jaarstukken 2016

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus

Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Bijlage: 3 Portefeuillehouder: H.J. van Schaik

Provinciale Staten van Noord-Holland

Adviezen uit de Statencommissies over Statenvoordrachten t.b.v. PS 28 juni 2017

Reactie college op onderzoek Jaarstukken 2017 Rekenkamercommissie

Vergadering van De Subcommissie Bestuur en Middelen. Status verslag Concept

Voorzitter, Er is al heel veel gezegd. Dat gaat de VVD niet doen.

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Financiële begroting 2015 samengevat

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Rekenkamerbrief betreffende vertaling coalitieakkoord Vertrouwen verbinden versnellen in programmabegroting 2008

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

De Begrotingscyclus. Planning en Control in Gelderland

gemeente roerdalen -~ ~ I Portefeuillehouder: M:H. Verh_eiL~~n ~ Gevraagd besluit:

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Statencommissie Bestuur en Middelen per 13 juni 2018

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Haarlem, 23 augustus Onderwerp: Begroting Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Behandelend ambtenaar: M.G.A. ter Bekke Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Wijma, JG digitaal

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

1. Onderwerp Jaarstukken 2014 van Holland Rijnland

Gelegenheid voor de fracties tot het stellen van vragen.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

* * Statenvoorstel

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

Jaarrekening Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provinciale Staten van Flevoland Postbus AB LELYSTAD

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016

19 januari 2011 Invullen door PZH. Status verslag Concept. AFWEZIG MET KENNISGEVING: de heer Schuringa

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid


Voor de zomer 2016 wordt in samenspraak met de Staten de koers bepaald inzake de digitalisering van cultureel erfgoed (Janssen)

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

PS2008BEM College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Programmabegroting 2009, posten voorjaarsnota. Aan Provinciale Staten,

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr

Inbreng CDA: Voorjaarsnota 2017 & Kadernota

b Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 31 mei Onderwerp: Jaarstukken gemeente Tholen Geachte raad,

De accountantsverklaring voor een gemeente bestaat uit 2 oordelen, te weten een oordeel over de getrouwheid en een oordeel over de rechtmatigheid.

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Onderwerp: Verbeterpunten Planning en Control Datum: 26 november 2012.

Statenvoorstel. Vaststellen Subsidieplafond 2019 Regionale Netwerken voor Innovatie Zuid-Holland

GR-taken: Aanvullende diensten:

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen

Agendapunt Voorstel Besluit / toezegging Actie door / vervolgprocedure. De commissievoorzitter, dhr. Paymans, opent de vergadering om uur.

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

gelezen de voordracht van de statencommissies Verkeer en Milieu en Ruimte en Leefomgeving, nummer 6557;

Voor een première bereid je je voor. Hoe zorg je er voor dat de kernboodschappen van de lokale PvdA helder en duidelijk naar voren komen?

Provincie Zuid Holland. Beleidsnota reserves en voorzieningen 2015

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

Besluit Raad Nr. Datum 0 5 JUL 2016

Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting

Vergadering van. De commissie Bestuur en Middelen. 12 april Status verslag. Concept. AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: de heer Van der Sande

* * Statenvoorstel. 1. Beslispunten. In de begroting 2012 en volgende jaren:

Gedeelte van het verslag met de bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie

Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over afboeking op de waarde van de gronden bestemd voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Distriport

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Besluitenlijst procedurevergadering Statencommissie Verkeer en Milieu van 26 oktober 2016

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Planning en Control cyclus

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Raadsvergadering 11 juli 2019

Afdeling: Financien / control Zaakkenmerk: Behandelend ambtenaar: J.A.L. Degens. Afdelingsmanager: G.H.J. Hollands

Aan de gemeenteraad van Ridderkerk. Betreft: Aanbieding Programmabegroting 2015 en Collegeprogramma. Geachte raadsleden,

Statenvoorstel PS 04/06 A

Afdeling Hellendoorn. Inleiding. D66 afdeling Hellendoorn-Nijverdal Secretariaat: Ninaberlaan AD Hellendoorn

De perspectief nota en de najaarsnota lieten een positief beeld zien.( ).

Geachte medewerkers van de griffies,

Nadere toelichting Op 15 april 2010 presenteert de Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân (RKC) haar rapport inzake het grondbeleid in Achtkarspelen.

Transcriptie:

Verslag Vergadering van De Algemene Statencommissie Vergaderdatum 13 mei 2015 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer Mevrouw D. Muda 070-441 81 61 Verslag van de openbare vergadering van de Algemene Statencommissie, gehouden op 13 mei 2015 in het provinciehuis te Den Haag AANWEZIG: Voorzitter: Griffier: de heer P.L. Vermeulen mevrouw I. van Mulligen VVD mevrouw Van Dobben de Bruijn, de heer Ludema PvdA de heer Çelik, mevrouw Koning PVV de heer Braam, de heer Zwerus, CDA mevrouw Kip, de heer Van der Bent SP mevrouw Van Aelst, de heer Hoogendam D66 mevrouw Meurs, mevrouw Oosterop GroenLinks mevrouw Sahin ChristenUnie de heer Schaapman SGP de heer Stoop, de heer Van der Velden 50PLUS de heer Bakx Partij voor de Dieren - AFWEZIG MET KENNISGEVING: mevrouw De Bondt, de heer Veldhuijzen, de heer Weber AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: de heer Van der Sande, de heer Janssen VERDER AANWEZIG: de heer Gerritsma, de heer Van Kommer AGENDA: 2. Opening overlegvergadering 2a. Mededelingen 2b. Vaststellen agenda 2c. Spreekrecht 2d. Rondvraag 3. Conceptverslag vorige vergadering 4. Conceptbesluitenlijst vorige vergadering 5. Bespreekstukken 5a. Accountantsverslag 2014 Pagina1/14

5b. Jaarstukken 2014 5c. Provinciaal Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 6. Sluiting 2. Opening De VOORZITTER opent de vergadering om 14.00 uur en heet de aanwezigen en het publiek thuis van harte welkom. 2a. Mededelingen De VOORZITTER deelt mee dat: bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw De Bondt, de heer Veldhuijzen en de heer Weber. Gedeputeerden Van der Sande en Janssen zullen de honneurs waarnemen; gisteren een brief aan de agenda is toegevoegd van gedeputeerde Van der Sande met aanvullende informatie bij de jaarstukken en de beantwoording van technische vragen van het CDA en GroenLinks; de resterende vragen van GroenLinks zo spoedig mogelijk zullen worden beantwoord. 2b. Vaststellen van de agenda De agenda wordt vastgesteld. 2c. Spreekrecht Er hebben zich geen insprekers aangemeld. 2d. Rondvraag Er zijn geen rondvragen ingediend. 3. Conceptverslag Bestuur en Middelen vorige vergadering Niet van toepassing. 4. Conceptbesluitenlijst Bestuur en Middelen vorige vergadering. Niet van toepassing. Pagina 2/16

5. Bespreekstukken 5a. Accountantsverslag 2014 De VOORZITTER geeft zoals gebruikelijk de accountants de gelegenheid om een toelichting te geven op de controlewerkzaamheden. De heer GERRITSMA verklaart dat de accountant de voorliggende jaarrekening heeft gecontroleerd en tot de conclusie is gekomen dat die een getrouw beeld geeft en dat de transacties die daarin verantwoord worden, rechtmatig tot stand zijn gekomen. Spreker noemt vervolgens een aantal bijzondere punten die aan de orde zijn geweest: De transacties in het kader van de ILG-gronden hebben een belangrijke impact op deze jaarrekening. De accountant heeft vroegtijdig met de organisatie en het college gesproken over de waardering en de verantwoording. De accountant is van mening dat er gezien de situatie en de inzet van de gronden een aanvaardbare waardering onder ligt, zij het misschien wat aan de lage kant. De accountant heeft ook naar de waardering van de verbonden partijen gekeken. De accountant kan zich daarin vinden maar heeft wel geadviseerd om door middel van monitoring wat meer toekomstgerichte informatie over de risico s te verzamelen. De accountant heeft ook een aantal aandachtspunten meegegeven voor de toekomst. Een daarvan is dat de middelen in dit huis efficiënter ingezet kunnen worden. Daarover is de accountant met de organisatie en het college in gesprek. Al met al is de accountant tevreden over de controle en dat de voorliggende jaarrekening voldoet aan alle eisen, ook al zijn er punten van aandacht voor de toekomst. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN vraagt in hoeverre de risico s met betrekking tot verbonden partijen verder bepaald en bij voorkeur ook beperkt kunnen worden. Mevrouw SAHIN leest op bladzijde 13 de aanbeveling om diepgaander onderzoek te doen naar de toekomstige financiële situatie. Zij vraagt om een toelichting daarop. De heer HOOGENDAM heeft geen vragen maar bedankt nadrukkelijk voor het heldere rapport. Mevrouw KIP heeft de indruk dat de aanlevering van stukken aan de accountant in vergelijking met vorige jaren sterk verbeterd is. Zij vraagt of dat klopt. De heer ÇELIK is het eens met de opmerking van de accountant dat de leesbaarheid van de jaarstukken onder druk staat omdat er meer dan 100 pagina s nodig zijn om alles uiteen te zetten maar aan de andere kant wil hij als Statenlid wel alle benodigde informatie krijgen. Hij vraagt of de accountant voorbeelden heeft van andere provincies of overheden waar dat beter is geborgd. Ten tweede wil hij weten of de accountant zijn zorg deelt dat de Staten dan minder goed worden geïnformeerd. De heer BRAAM sluit aan bij de opmerking van mevrouw Kip. Hij heeft geen terugkoppeling gevonden van de aandachtspunten die de accountant GS Pagina 3/16

meegeeft. Hij wil graag weten wat er ten opzichte van het voorgaande jaar verbeterd is. Mevrouw OOSTEROP is blij met de opmerking van de accountant over de ILGgronden en de verbonden partijen. Zij sluit zich aan bij de vraag van de PvdA over de leesbaarheid van de stukken. Zij voegt nog de volgende vragen toe: Op pagina 3 staat dat de kwaliteit van de jaarstukken voldoende is maar dat doorontwikkeling gewenst is. Spreekster vraagt of dat te maken heeft met een efficiëntere inzet van middelen. De commissie Bestuur en Middelen heeft in november 2014 aandachtspunten geformuleerd voor de accountant met het verzoek om die in de controle mee te nemen. Spreekster vraagt of dat gebeurd is. Zij leest in het verslag dat het weerstandsvermogen meer dan voldoende ruimte geeft om onverwachte tegenvallers in de toekomst op te vangen. Zij vraagt zich af of dat wellicht betekent dat er middelen vrijgemaakt kunnen worden om bijvoorbeeld iets te doen aan de bestrijding van de werkloosheid in Zuid-Holland. Zij wil daarover graag de mening van de accountant horen. De heer SCHAAPMAN bedankt voor het heldere verslag en de analyse met betrekking tot de BBL-gronden. Hij vraagt of GS naar het oordeel van de accountant een consequente lijn volgen met betrekking tot mutaties via de programmareserves of het rekeningresultaat. De heer BAKX bedankt eveneens voor het goede verslag. Hij vraagt zich af wat bedoeld wordt met de omschrijving niet uit de balans blijkende verplichtingen en hoe deze in de risicoinventarisatie zijn meegenomen. Ten tweede merkt hij op dat de accountant de tekst heeft gewijzigd met betrekking tot de grondtransacties; huisaccountant is gewijzigd in onafhankelijke accountant. Spreker vraagt of dat betekent dat de huisaccountant niet onafhankelijk zou zijn. Tot slot spreekt hij zijn zorg uit over het feit dat er in 2014 veel geld uit de reserves is opgenomen, temeer omdat hij het weerstandsvermogen aan de matige kant vindt. De heer GERRITSMA antwoordt dat het lastig is om de risico s met betrekking tot de verbonden partijen te beperken maar dat het wel mogelijk is om beheersingsmaatregelen te nemen. Om bepaalde dingen te bereiken, moeten bepaalde risico s genomen worden. Een goede informatievoorziening is nodig om tijdig een beheersingsmaatregel te kunnen inzetten. De geadviseerde verbeterslag moet zich richten op meer toekomstgerichte informatie. De heer VAN KOMMER voegt eraan toe dat de ambitie van de provincie is om dergelijke revolverende fondsen uit te breiden. Die fondsen zijn bedoeld om een maatschappelijk doel te realiseren. Het gaat per definitie om doelen die een steuntje in de rug nodig hebben en waarmee dus enig risico gepaard gaat. Dat vraagt om risicomanagement. De accountant pleit voor strakke afspraken aan de voorkant over de gevraagde informatie en wanneer die geboden moeten worden. Voor de sturing is het van belang dat er tussentijds informatie verstrekt wordt over de gang van zaken en over de realisatie van de doelstellingen. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN begrijpt dat een zekere mate van onzekerheid onvermijdelijk is en dat de provincie daarvoor moet kiezen om een bepaald doel te kunnen realiseren. Zij vraagt hoe de Staten kunnen bepalen wat echt de moeite waard is. Pagina 4/16

De heer VAN KOMMER vindt het lastig om daarover in het kader van de jaarrekening en het accountantsverslag iets te zeggen. Deze opmerking past in de afspraak voor de toekomst met de nieuwe voorzitter van de commissie om te bezien welke vraagstukken er spelen en op welke punten de accountant binnen de reguliere opdracht zou kunnen meedenken. Lokale overheden moeten minder dingen zelf doen en meer gebruikmaken van de kracht van de maatschappij. Een revolverend fonds past daar goed in maar daarnaast moet het ook het juiste middel zijn om het beoogde doel te bereiken. Die afweging moeten de Staten maken. De accountant kan de Staten daarbij wel behulpzaam zijn. De heer GERRITSMA gaat in op vragen over de financiële positie die bepaald is op basis van de situatie per 31 december 2014. Op pagina 13 adviseert de accountant om ook eens vanuit de begroting te kijken naar de ontwikkeling van de getallen in de toekomst. De coalitieonderhandelingen maar ook de vergelijkingssite die net gelanceerd is, zijn bijvoorbeeld instrumenten om naar de toekomst te kijken. Een aantal indicatoren zegt iets over de financiële positie maar de provincie kan ook op basis van de begroting naar de ontwikkelingen kijken. Dat wordt bedoeld met een diepgaander onderzoek. Er is een aantal vragen gesteld over verbeteringen in de interne beheersing. Het CDA noemt bijvoorbeeld het tijdig aanleveren van stukken voor het rekeningproces. De accountant merkt dat het proces in samenwerking met het cluster AOIC steeds beter verloopt, ook al wordt er nog steeds gestreefd naar een nog verdere verbetering voor de toekomst. Spreker noemt als voorbeeld digitalisering en de invloed daarvan op de administratieve processen. In het accountantsverslag staan opmerkingen over de leesbaarheid en de informatiewaarde van het programmaverslag. Er is dus aandacht besteed aan de realisatie ten opzichte van de begroting en de bijbehorende informatie. De accountant denkt dat de Staten de begrotingswijzigingen goed kunnen volgen maar dat zegt nog niets over het al dan niet bereiken van de doelstellingen. Het met elkaar verbinden van financiële en niet-financiële informatie blijft lastig. De accountant wil daaraan bij de controle van de Jaarrekening 2015 meer aandacht besteden. De heer VAN KOMMER vindt het belangrijk dat de nieuwe Staten met de accountant het gesprek aangaan over de concrete invulling daarvan. Het past bij moderne vormen van sturing om integraal te kijken naar beleid en middelen. Mevrouw OOSTEROP vraagt of de indicatoren in die discussie meegenomen kunnen worden. De heer VAN KOMMER antwoordt daarop bevestigend, hoewel de Staten daaraan zelf invulling geven. Zijn uitgangspunt is less is more. Met andere woorden, hoe minder details des te beter kunnen de hoofdlijnen vastgehouden worden. De heer GERRITSMA gaat in op de opmerking van de heer Çelik over de vraag hoe de Staten weten of zij de juiste informatie krijgen. Straks staat er een aantal prioriteiten in het coalitieakkoord. Die vormen de maatstaf voor de informatie in alle producten van de planning-en-controlcyclus. Dat is een kwestie van zoeken. De ene indicator werkt beter dan de andere. Er zijn al organisaties die hun begroting als een app aanbieden die up-to-date gehouden wordt. Dat is een manier om dieper te kunnen graven zonder dat het direct een dik boekwerk hoeft te worden. Pagina 5/16

De accountant noemt de financiële positie meer dan voldoende. De accountant heeft een interpretatie gegeven van de paragraaf weerstandsvermogen, waarbij een afweging is gemaakt van de risico s. Er is meer dan voldoende dekking voor de risico s. Volgens de Jaarrekening 2014 liggen de structurele baten hoger dan de structurele lasten. Alles bij elkaar opgeteld zou dat een indicatie kunnen zijn om bijvoorbeeld wat meer te doen aan de werkloosheid in Zuid-Holland. De huisaccountant en de onafhankelijke accountant zijn dezelfde maar de tekst is aangepast omdat de accountant in formele stukken altijd spreekt over de onafhankelijke accountant. De heer BAKX dacht daarbij aan de herwaardering van de gronden en vraagt hoe dat gegaan is. De heer GERRITSMA antwoordt dat de gronden voor een bepaald bedrag zijn overgedragen. Daarna heeft de accountant samen met de organisatie gekeken naar de inzet/het doel van de gronden en of het reëel is te veronderstellen dat de provincie die bedragen bij een transactie weer terugkrijgt. Daaraan liggen ramingen en ervaringscijfers aan ten grondslag. Met name de gronden die voor verkaveling en transacties beschikbaar zijn, staan nu op 1,03/m 2, terwijl er wel een hogere opbrengst wordt verwacht. Die meeropbrengst moet echter te allen tijde weer ingezet worden voor het groendossier. De heer BAKX bedoelde te vragen of de accountant of een taxateur die waarde bepaalt. De heer GERRITSMA antwoordt dat de accountant niet de waarde bepaalt. De accountant controleert alleen of onderliggende documentatie de schatting onderbouwt. Spreker vraagt of de heer Schaapman zijn vraag over een consequente lijn nader wil uitleggen. De heer SCHAAPMAN legt uit dat elk doel wordt afgesloten met een overzicht van de wijzigingen, waarbij de inzet soms zwaarder leunt op het rekeningresultaat en soms zwaarder op de programmareserves. Hij vraagt of dat op een consequente manier wordt toegepast. De heer GERRITSMA antwoordt dat het inderdaad consequent is gebeurd op een manier die juist weergeeft wat er feitelijk heeft plaatsgevonden. In de begroting zijn de baten en lasten aangegeven. Als er een deel te financieren is vanuit een reserve, dan is in de begroting ook een onttrekking aan die reserve opgenomen. De Staten hebben die keuzen dus al gemaakt bij de begrotingsbehandeling. De heer SCHAAPMAN ziet door het jaar heen veel verschuivingen in de geprognotiseerde inzet van gelden vanuit de reserves. Dat wisselende beeld roept bij hem de vraag op of dit allemaal klopt. De heer GERRITSMA antwoordt dat de techniek goed gevolgd is. Over de vraag wat de provincie wil realiseren en of zij de financiële consequenties daarvan goed in beeld heeft, zou het programmaverslag voldoende informatie moeten geven. De heer SCHAAPMAN wilde graag van de accountant expliciet horen dat de techniek goed gevolgd is. Pagina 6/16

De heer GERRITSMA antwoordt op de vraag van de heer Bakx dat niet uit de balans blijkende verplichtingen betrekking hebben op contracten, bijvoorbeeld voor meerdere jaren, waarvan de lasten pas in latere jaren komen. Het college geeft een overzicht van de verplichtingen die voor een langere periode zijn aangegaan. De heer BAKX heeft tijdens de technische briefing begrepen dat verplichtingen en subsidies twee verschillende dingen zijn. De heer GERRITSMA antwoordt dat het begrip verplichtingen breder is dan het begrip subsidies. Met een toegekende verplichting is de provincie een verplichting aangegaan. Die wordt als een niet uit de balans blijkende verplichting als de prestatie pas na 31 december 2014 wordt gerealiseerd. De heer BAKX begrijpt dat al die verplichtingen in het kader van dit verslag bij elkaar opgeteld mogen worden tot één post, subsidies en verplichtingen. De heer GERRITSMA vraagt waarom de heer Bakx die beide posten bij elkaar op zou willen tellen. In verplichtingen kunnen ook andere verplichtingen zitten dan subsidies. Mevrouw SAHIN heeft nog gevraagd of de accountant de Staten daadwerkelijk aanbeveelt om een diepgaand onderzoek te doen naar de toekomstige financiële situatie van de provincie en hoe de Staten dat zouden moeten doen. De heer GERRITSMA zou het verstandig vinden om de begroting en meerjarenbegroting te vertalen naar de indicatoren in de jaarrekening en in dat verband te onderzoeken hoe de financiële positie van de provincie zich ontwikkelt. Dat is het advies van de accountant. Mevrouw SAHIN vindt dat sommige indicatoren heel weinig zeggen. Zij zou leegstaande winkelruimte bijvoorbeeld graag als effectindicator zien omdat dat veel meer zegt over de regionale economie. De VOORZITTER concludeert dat er geen behoefte is aan een tweede termijn met de accountants. 5b. Jaarstukken 2014 De VOORZITTER legt uit dat de commissie advies moet uitbrengen over de Jaarstukken 2014 aan Provinciale Staten ten behoeve van de besluitvorming op 27 mei 2015. Zoals gebruikelijk bij dit soort agendapunten geeft de voorzitter eerst het woord aan de grootste oppositiepartij, vervolgens aan de grootste coalitiepartij enzovoorts. De heer BRAAM vindt het jammer dat een aantal gedeputeerden van de vakcommissies niet aanwezig zijn. Ook al is een positief resultaat felicitaties waard, toch zet de PVV er ook vraagtekens bij omdat dit overschot ieder jaar weer voor een belangrijk deel te danken is aan het niet realiseren van zaken. De PVV concludeert dat de provincie blijkbaar te weinig mankracht heeft voor de projecten en vindt dat overwogen moet worden om deze middelen toe te voegen aan de algemene middelen. De Pagina 7/16

PVV pleit ervoor om zuiverder te begroten, zodat er steeds minder overloopposten zijn. Verkeersveiligheid en een betere bereikbaarheid; het college heeft zich tot doel gesteld om de gemiddelde snelheid op provinciale wegen structureel te verhogen maar in 2014 was er alleen in de spits een zeer kleine verbetering waarneembaar van gemiddeld 1 km/u. De PVV vindt dat verre van voldoende en is van mening dat er te veel geld is besteed aan nepgroen. De PVV pleit er dan ook voor om meer geld beschikbaar te stellen voor de probleempunten in de infrastructuur. Energievoorziening; de PVV is sterk tegenstander van windturbines en ziet geen noodzaak om het beoogde doel van 735,5 megawatt in 2020 te realiseren. De PVV roept het college op om zich sterk te maken voor andere alternatieven. Van alle infrastructuurprojecten is 88% binnen de planning gebleven en 97% binnen het budget. De PVV vindt dat geen goed resultaat, zeker niet in crisistijd, omdat de prijzen dan onder druk staan. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN bedankt voor de steeds beter wordende jaarstukken en de oplegnotitie van de griffie. Zij hoopt dat deze werkwijze ook toegepast kan worden op andere werkgebieden. Zij bedankt GS voor het degelijke beleid en dat de meeste bezuinigingen volgens plan zijn doorgevoerd. De PVV ziet al bijna ruimte om de opcenten te verlagen. De VVD heeft nog de volgende vragen: Waardoor is onderuitputting bij Kansen voor West ontstaan? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het financieel toezicht op Lansingerland en wat is in het algemeen de stand van zaken van het preventieve toezicht? Gemeenten halen vaak grote bezuinigingen die op de begroting zijn ingeboekt, niet. De VVD complimenteert de gedeputeerden Janssen en De Bondt met het behalen van het merendeel van de doelen voor het verkeer. Dat geldt ook voor het milieu. De afdeling Milieu heeft een enorme inhaalslag gemaakt. Op welke manier is vastgelegd dat de ruimte in MPI en MPO van 77 miljoen euro nog steeds voor verkeer en vervoer beschikbaar is? Heeft de beoordeling van de kwaliteit van de wegen door de ANWB een rol gespeeld bij de vaststelling van de cijfers over de kwaliteit in de jaarstukken? Zijn er verbeteringen te verwachten van het aantal reizigers in het openbaar vervoer? Na het invoeren van ov-chipkaart is het aantal reizigers met 36% gedaald, waarvan slechts een derde deel verklaard kon worden. Tot slot heeft spreekster nog twee algemene opmerkingen over de jaarstukken en het financiële beleid. Bij subsidies rijst de vraag of het gaat om een overheidstaak of een cadeautje (een waarderingssubsidie) van de overheid. Het onderscheid is niet gemakkelijk. De VVD pleit voor een beter onderscheid tussen de dingen die de provincie moet doen, mag doen en graag wil doen. De accountant heeft geadviseerd om een diepgaande gedachtewisseling te houden over de risico s en het bereiken van de doelen. Spreekster zou graag de ideeën van de accountant daarover horen. Ten tweede stelt zij de indicatoren aan de orde. In hoeverre geven de indicatoren de informatie die de Staten nodige hebben. Een indicator zou ook moeten kunnen aangeven of de provincie doeltreffend bezig is maar veel indicatoren voldoen niet aan die eis. Zij geeft als voorbeeld de Kaderrichtlijn Water die tot gevolg heeft dat het water steeds schoner wordt. Ook al is dat op zich goed, het heeft soms wel nadelen voor bijvoorbeeld de biodiversiteit. De karpers in de Nieuwkoopse Plassen verdwijnen als gevolg van het schoner wordende water. De VVD pleit ervoor om een toelichting te geven op het totaalbeeld dat de provincie zou willen Pagina 8/16

bereiken, welke factoren een rol spelen en in hoeverre indicatoren elkaar beïnvloeden. De VVD vraagt GS om hieraan aandacht te besteden. De heer SCHAAPMAN bedankt GS voor het heldere verslag. Het algemene beeld laat een positief eindsaldo zien maar een negatieve exploitatie, wat gecompenseerd wordt door de inzet van reserves. Spreker vindt het goed te constateren dat in 2014 zowel de reserves, de voorzieningen als de overlopende passiva zijn afgenomen. Het oppotten van geld is daarmee doorbroken en de ChristenUnie hoopt dat het nieuwe college dat voortzet. Spreker bewaart de rest van zijn algemene beschouwing voor Provinciale Staten. De ChristenUnie heeft nog één technische vraag over verkeersveiligheid. Op pagina 47/48 wordt niet verklaard waarom de verkeersveiligheid achterblijft. Tot slot nog een algemene vraag over de reserves. Er is inzichtelijk gemaakt wat er gebeurd is bij de begroting en wat er gewijzigd is bij de voor- en najaarsnota. Spreker vraagt of de gedeputeerde in algemene zin een verklaring kan geven voor de schommelende beelden die daardoor zichtbaar geworden zijn. Mevrouw OOSTEROP bedankt voor de waardevolle en praktische informatiebijeenkomst. Bij het vorige agendapunt zijn de leesbaarheid, het meten van de beleidsdoelen en de indicatoren genoemd. Spreekster zou graag samen met de accountant dieper ingaan op deze onderwerpen. De realisatie duurzame energie blijft achter bij de doelstellingen maar ook de metingen lopen ver achter. D66 is daarover teleurgesteld. D66 heeft goede nota genomen van de antwoorden van de accountant op de vragen over het weerstandsvermogen. De heer ÇELIK is blij met de goed leesbare en overzichtelijke jaarrekening en wat hem betreft hoeft er weinig te veranderen, ondanks het accountantsrapport. De PvdA geeft complimenten voor wat het college bereikt heeft op het gebied van cultureel erfgoed in samenwerking met ondernemers en vrijwilligers. De PvdA is ook tevreden over de aanscherping van het veiligheidsbeleid. Toezicht en handhaving zijn serieus genomen. Er is veel aandacht besteed aan het terugdringen van schade aan het milieu en de leefomgeving. De decentralisatie van de jeugdzorg is volgens waarneming van de PvdA redelijk goed verlopen. De PvdA heeft echter ook een aantal kritische punten. In tegenstelling tot de PVV vindt de PvdA dat in deze tijden van crisis de overheid juist moet laten zien dat zij scherp kan acteren, banen kan creëren en vertrouwen kan terugwinnen. Een positief saldo van bijna 29 miljoen euro past daar niet bij. Een kwart van de Nederlandse werkloosheid zit in Zuid-Holland; dat zijn 148.000 werklozen in deze provincie. De provincie had meer banen en meer stageplaatsen moeten creëren. Particulieren en bedrijven mogen geld overhouden maar de overheid moet iedere cent goed besteden. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN is blij met deze positieve insteek voor de economie. Zij vraagt in dat verband welke plannen de PvdA in de afgelopen tijd heeft voorgesteld in de Staten. Zij gaat ervan uit dat de PvdA het innovatiebeleid steunt, waarbij zo veel mogelijk ingezet wordt op revolving fondsen om nieuwe bedrijven te starten. De heer ÇELIK kijkt naar de feiten in de Jaarrekening 2014 en constateert dat het college zich niet aan zijn eigen focuspunten heeft gehouden. Het beschikbare geld is niet besteed aan economie en groen, twee van de focuspunten van dit college. Gelderland geeft op dat gebied wel het goede voorbeeld door 250 Pagina 9/16

miljoen euro extra te investeren in economie en werkgelegenheid. Dat levert niet alleen vaste banen maar ook 2000 leerwerktrajecten op voor jongeren, waarin Zuid-Holland achterloopt. De heer HOOGENDAM vraagt of de heer Çelik zich realiseert dat, als Zuid- Holland 250 miljoen euro zou uitgeven aan economie, zij met een tekort zou blijven zitten van 221 miljoen euro. De heer ÇELIK vindt dit een kinderachtige vraag. Hij weet dat Gelderland meer geld heeft dan Zuid-Holland maar Zuid-Holland had die 28 miljoen euro extra kunnen investeren. Spreker heeft niet kunnen terugvinden wat het college gedaan heeft voor meer stageplaatsen voor mbo ers en hbo ers in Zuid-Holland. Hij vraagt de gedeputeerde daarop in te gaan. Provinciale Staten hebben op 17 september 2014 besloten om 6,6 miljoen toe te voegen aan het subsidieplafond Uitvoeringsregeling Groen Zuid-Holland maar uit de Jaarrekening 2014 blijkt dat bijna 2 miljoen euro niet is uitgegeven. Spreker wil graag weten hoe dat komt. De PvdA had graag gezien dat er iets meer was gedaan aan de leefomgeving. Op pagina 7 van de jaarrekening staat in de bestuurlijke inleiding dat de definitie van een netwerksamenleving en de rol van de provincie zeer serieus wordt genomen. Spreker vraagt waaruit dat blijkt. Hij heeft zelf geen voorbeelden kunnen vinden. Mevrouw KIP sluit zich aan bij de complimenten over de leesbaarheid van de Jaarrekening 2014. In aansluiting op het advies van de accountant lijkt het haar inderdaad goed om nog eens te praten over de indicatoren en de omvang van de jaarstukken. Het CDA heeft de volgende vragen: In het accountantsverslag staat dat deelnemingen een andere vorm van monitoring vragen dan subsidies. Een van de belangrijkste punten daarbij is de waardebepaling. In de reactie van GS op het advies van de accountant om meer inzicht te krijgen in kasstromen staat dat GS dat gaat onderzoeken. Spreekster vraagt hoe de gedeputeerde daar tegenaan kijkt. Er is weliswaar veel geld uitgegeven in 2014 maar het is nog altijd minder dan begroot. Bij het kaderbesluit is besloten om te proberen door middel van overprogrammering op infrastructuur de investeringen te versnellen. Het CDA vraagt of die maatregel voldoende soelaas biedt. Er is een groot verschil tussen de begroting en de daadwerkelijke realisatie met betrekking tot het EMU-saldo. Het CDA wil graag weten waardoor dat veroorzaakt wordt. Er is sprake van een onderuitputting op het gebied van de EFRO-gelden, terwijl de landelijke uitgave wel gehaald wordt. Spreekster vraagt wat Zuid- Holland daaraan zou kunnen doen. Er is bekeken in hoeverre gemeenten voldoen aan de uitvoering van hun wettelijke taken en of zij dat conform de wet doen. Nog maar 65% van de gemeenten voldoet daaraan. Er komt op dit moment veel af op gemeenten, zoals de decentralisatie en afnemende financiën. Spreekster vraagt of het percentage desondanks zal oplopen naar de doelstelling van 75%. Mevrouw SAHIN sluit zich aan bij de complimenten voor de heldere stukken, de oplegnotitie van de griffie en de informatiebijeenkomst eerder vandaag. GroenLinks is blij met de evenwichtige financiële positie van Zuid-Holland. Veel doelen zijn behaald maar een aantal helaas ook niet. Voor GroenLinks zijn in dat Pagina 10/16

verband de economie en de ontwikkeling van groengebieden van belang. GroenLinks heeft de volgende vragen: Van het positieve rekeningresultaat is 13,5 miljoen euro al bestemd. GroenLinks vindt echter dat de Staten juist een integrale afweging moeten kunnen maken over het totale resultaat. Spreekster vraagt of de Staten geen besluit meer kunnen nemen over de eerdergenoemde 13,5 miljoen euro omdat daaraan juridische of financiële consequenties zijn verbonden. GroenLinks volgt de overdracht van de jeugdzorg naar de gemeenten nauwlettend. GroenLinks gaat met de kinderombudsman praten omdat blijkt dat verschillende gemeenten eigen instituten oprichten. GroenLinks zou de resterende 1,5 miljoen euro graag voor jeugdzorg willen bestemmen. Er zijn 400 aanvragen ingediend door ondernemers in het kader van het Innovation Quarter, waarvan slechts 4 aanvragen zijn goedgekeurd. Spreekster vraagt hoe de provincie de teleurgestelde ondernemers gaat helpen. Het lijkt GroenLinks zinnig om een effectindicator voor leegstaande winkelpanden te benoemen, vooral omdat leegstaande winkelpanden effect hebben op omliggende winkels. Het college zegt dat in 2014 meer inspraakprocedures en gerechtelijke procedures zijn gevoerd op het gebied van infrastructuurprojecten. Ook al hebben burgers het recht om naar de rechter te gaan, volgens GroenLinks zou het beter zijn om inwoners in een vroeg stadium bij projecten te betrekken. Spreekster vraagt hoe dat verbeterd kan worden. De Duinpolderweg is volgens de projectenlijst in de voorbereidende fase. GroenLinks heeft echter begrepen dat er stagnatie is opgetreden in de politiekbestuurlijke besluitvorming. Spreekster vraagt om een reactie daarop. De heer HOOGENDAM sluit zich aan bij de complimenten voor de heldere en goed leesbare jaarrekening. Ook al zijn veel doelen gehaald, wat de SP betreft is een afdoende verklaring gegeven voor alle doelen die niet gehaald zijn. Eerder is al gesproken over de indicatoren. Spreker sluit zich aan bij de opmerkingen van de accountant daarover. Het is een proces, waarbij de indicatoren langzaam maar zeker beter worden. Hij waarschuwt voor al te stringente veranderingen omdat daardoor vergelijking met voorgaande jaren niet meer mogelijk is. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN wijst erop dat Brussel inmiddels tot de conclusie is gekomen dat de doelen in de Kaderrichtlijn Water te stringent zijn. Zij vraagt de heer Hoogendam of Zuid-Holland in dat soort gevallen indicatoren wel mag aanpassen. De heer HOOGENDAM kan zich voorstellen dat indicatoren aangepast worden aan veranderde wetgeving maar iedere overheid kan eigen beleid voeren en dan moeten de indicatoren wel daarbij passen. De heer BAKX begint met een procedurevoorstel. Hij stelt voor om ook eens de kleine partijen het eerst het woord te geven. De fractie 50PLUS heeft de volgende vragen en opmerkingen: 50PLUS wil graag uitgaan van doelstellingen en kerndoelen die vervolgens leiden tot kerntaken. 50PLUS constateert dat er veel uitgegeven wordt aan mobiliteit. 50PLUS vraagt in het kader van mobiliteit in de breedste zin van het woord ook aandacht voor de bereikbaarheid door middel van openbaar vervoer. Pagina 11/16

Spreker is verbaasd over het feit dat medio mei nog steeds niet bekend is wat de provincie krijgt uit het Provinciefonds. Hij pleit ervoor om te proberen daarover eerder duidelijkheid te krijgen. Spreker heeft vanmorgen technische vragen gesteld over het NUBBV. Hij bedankt voor de uitleg. Bij programmareserve 1 in het verslag staat 12,8 miljoen euro maar hijzelf komt na optelling tot 19,1 miljoen euro. Hij vraagt om een nadere uitleg. 50PLUS is ook geïnteresseerd in de eerdergestelde vraag over het EMUsaldo. Spreker vraagt om nadere uitleg over de ontwikkeling van de EMUgelden. De VOORZITTER legt de heer Bakx uit dat de Staten deze spreekvolgorde hebben afgesproken voor onderwerpen als de begroting en de jaarrekening maar dat deze afspraak niet geldt voor alle andere agendapunten. De voorzitter geeft de heer Schaapman de gelegenheid een vergeten vraag alsnog te stellen. De heer SCHAAPMAN wil graag weten wat de verkrijgingsprijs is geweest van de groengronden maar ook wat de afwaardering is geweest op zowel EHS-gronden als RodS-gronden. Op pagina 268 wordt gesproken over 30,5 miljoen euro en op pagina 32 en 36 wordt gesproken over de afwaardering. Het lijkt dat er 20 miljoen verloren gaat als verlaging van de waarde van de door de provincie aangekochte gronden. De accountant spreekt over een waardering van 1,05 maar dat kan spreker nergens vinden. Spreker gaat ervan uit dat de Staten erin gekend worden, als toekomstige mogelijke bestemmingen aan de orde komen van gronden. De heer BAKX ondersteunt die vraag. De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten. Hij heropent de vergadering en geeft het woord aan gedeputeerde Van der Sande voor de beantwoording van het college. Gedeputeerde VAN DER SANDE bedankt voor de complimenten voor de stukken. Hij is blij bij de nieuwe Statenleden eenzelfde betrokkenheid en inzet te proeven als bij de financiële woordvoerders in de afgelopen vier jaar maar hij constateert ook dat er verschillen zijn. Hij is ervan overtuigd dat iedere keer weer opnieuw bekeken zal moeten worden welke informatie relevant is, zowel voor PS als GS, om te kunnen sturen en verantwoorden. Dat geldt ook voor de indicatoren. Door de systematiek loopt de provincie altijd enigszins achter de feiten aan. De Begroting 2017 zal leidend zijn voor de nieuwe opzet, ambities en vormgeving. De gedeputeerde is het met de heer Hoogendam eens dat een complete wijziging van indicatoren vergelijken van jaarrekeningen onmogelijk zou maken. Bovendien komt er mogelijk een nieuw landelijk besluit Begroting en Verantwoording met betrekking tot de inrichting van de begroting. Dat vergroot de vergelijkbaarheid maar beperkt de vrijheid van de Staten om daaraan zelf richting te geven. Vervolgens beantwoordt de gedeputeerde de vragen. In antwoord op de wens van de PVV het positieve resultaat toe te voegen aan de algemene reserve constateert de gedeputeerde, net als de heer Schaapman, dat de provincie meer heeft uitgegeven dan er is binnengekomen door de inzet van reserves. De gewenste versnelling van de uitvoering is dus wel degelijk op gang gekomen. De gedeputeerde heeft liever een positief dan een negatief resultaat. Zaken die over de jaargrens Pagina 12/16

heengaan, zijn misschien iets verlaat maar die zijn niet verdwenen, blijkens het beklemde bedrag van 13,5 miljoen euro. De heer BRAAM begrijpt dat er geld uit de reserves is ingezet om projecten versneld uit te voeren, terwijl er aan de andere kant ook projecten vertraagd zijn. Daarom is het positieve saldo ook niet vreemd. In 2013 was het resultaat 26,3 miljoen euro, in 2012 15,1 miljoen euro, in 2011 20 miljoen euro en in 2010 34 miljoen euro. De PVV blijft van mening dat er projecten blijven liggen. Gedeputeerde VAN DER SANDE legt nogmaals uit hoe dat die 13,5 miljoen euro betrekking heeft op posten die over de jaargrens heengaan. Er wordt slechts voor een bescheiden bedrag aan beoogde projecten niet uitgevoerd. De gedeputeerde is ervan overtuigd dat het nooit zal lukken om in november een begroting vast te stellen die ruim een jaar later precies uitkomt. De vele wijzigingen, waarop de heer Schaapman doelt, hebben te maken met de systematiek. De begroting wordt in het najaar opgesteld en gedurende het volgende jaar uitgevoerd. Met de voorjaarsnota worden aanpassingsvoorstellen gedaan en dat gebeurt nogmaals bij de najaarsnota. Het kan echter nog steeds voorkomen dat het aan het eind van het jaar net niet gelukt is. De gedeputeerde noemt als voorbeeld de opgehoogde groengelden, waarvan 2,7 miljoen euro overbleef. Hoewel er gestreefd wordt naar een zo strak mogelijke planning, is het vooral belangrijk dat een afwijking verklaarbaar en redelijk is. De heer SCHAAPMAN verwijst naar pagina 42, de middeleninzet van programma 2. Ten opzichte van de oorspronkelijke Begroting 2014 is er 20% gewijzigd, zowel aan de lasten- als de batenkant. Hij zou dat beter willen kunnen volgen. Gedeputeerde VAN DER SANDE ziet dat als uitdaging voor de toekomst. De heer SCHAAPMAN zou dit voorbeeld willen gebruiken om het beter volgbaar te maken. Gedeputeerde VAN DER SANDE streeft hetzelfde doel na als de heer Schaapman. De onderuitputting van Kansen voor West heeft te maken met projecten die nog afgerekend moeten worden. De gedeputeerde weet niet waarom Zuid- Holland achterloopt ten opzichte van de landelijke realisatie. Hij zal die vraag schriftelijk beantwoorden. Er is vorig jaar al een afspraak gemaakt over de ruimte in het MPI. Binnenkort komt er een nieuw kaderbesluit, waarin dat terugkomt. De vraag over de beoordeling van de kwaliteit van de wegen door de ANWB kan de gedeputeerde niet goed duiden. Hij stelt voor die in de schriftelijke ronde mee te nemen. De vraag over het aantal reizigers in verband met de ov-chipkaart durft hij niet te beantwoorden omdat die te diep op de inhoud ingaat. Het idee om subsidies onder te verdelen in drie categorieën zou mogelijk zijn maar de gedeputeerde wil dat liever overlaten aan de commissie Bestuur en Middelen. Voor subsidies zou een vergelijkbare systematiek gebruikt kunnen worden als voor reserves: juridisch verplicht, bestuurlijk verplicht en vrij. Dat karpers en palingen zich beter voelen in gronderig water dan in schoon water weet de gedeputeerde maar verder gaat zijn kennis niet. Pagina 13/16

Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN heeft dit voorbeeld genoemd om aan te tonen dat indicatoren elkaar in de weg kunnen zitten. De VVD pleit voor een verdere verbetering van de indicatoren. Soms zal een toelichting nodig zijn op de verbinding tussen diverse indicatoren. Gedeputeerde VAN DER SANDE vindt dat een uitdaging voor de beleidsinhoudelijke collegae. De gedeputeerde heeft geen verklaring voor de achterblijvende verkeersveiligheid. Die vraag zal schriftelijk beantwoord worden. De vraag over de waardering van de gronden is ook een technische vraag die uitgebreid in de schriftelijke ronde beantwoord zal worden. De gronden zijn op verschillende verkrijgingswaarden binnengekomen vanuit de RodS, de EHS, ILG-oud en ILG-nieuw. In overleg met de accountant heeft de provincie bewust voorzichtig gewaardeerd. In de loop der jaren zal duidelijk worden in hoeverre de waarde op de balans zich verhoudt tot de maatschappelijke waarde. De heer SCHAAPMAN begrijpt dat de gronden verschillende verkrijgingswaarden hebben. Hij zou daarin meer inzicht willen hebben. Hij hoopt dat de totale verkrijgingswaarde meegenomen kan worden in de schriftelijke beantwoording, zodat duidelijk wordt hoeveel de provincie voorlopig heeft moeten afboeken. Ten tweede vraagt hij of Provinciale Staten betrokken worden bij een eventuele bestemming of dat alleen zullen kunnen lezen in het jaarverslag. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat de provincie niet altijd inzicht heeft in de verkrijgingswaarden maar soms zijn gronden lumpsum overgekomen van de DLG. Op advies van de accountant is een risicoanalyse toegepast op de gronden tot op perceelniveau. De kaders voor het inzetten van de gronden zijn al eerder vastgesteld bij de EHS en het Uitvoeringsprogramma Groen. Op basis daarvan hebben GS een nader grondbeleid geformuleerd. Dat geldt ook voor het ruilen van gronden. De Staten worden dus door middel van de reguliere producten geïnformeerd over de inzet van de middelen. De gedeputeerde heeft het gevoel dat D66 een duidelijke rol gaat spelen bij de discussie over de indicatoren. De gedeputeerde heeft niet direct een verklaring voor het achterblijven van de duurzame energie in Zuid-Holland. Hij gaat ervan uit dat D66 de ambitie heeft om er een schepje bovenop te gooien. De gedeputeerde vraagt of mevrouw Oosterop haar opmerking over het weerstandsvermogen wil herhalen. Mevrouw OOSTEROP heeft gezegd dat D66 goede nota heeft van genomen van het antwoord van de accountant. Gedeputeerde VAN DER SANDE bedankt de PvdA voor de positieve opmerkingen, hoewel de PvdA ook een aantal kritische kanttekening plaatst. In reactie op het voorbeeld van Gelderland prijst de gedeputeerde zich gelukkig dat Zuid-Holland geen rijke provincie is want dat betekent dat Zuid- Holland kritisch moet zijn ten aanzien van investeringen, ook al kan er verschil van mening zijn over de prioriteiten. De gedeputeerde weet dat de economie voor de PvdA een hogere prioriteit heeft. De heer ÇELIK vindt uiteraard ook dat de provincie zuinig moet zijn maar ook dat sommige clusters versterking verdienen. Het aantal werklozen groeit nog steeds. Pagina 14/16

De PvdA had graag gezien dat er iets meer geld geïnvesteerd was in het creëren van banen. Spreker begrijpt dat het een kwestie is van politieke keuzes. Gedeputeerde VAN DER SANDE beaamt dat dit college wat meer heeft willen investeren in de kerntaken. In antwoord op de opmerking van de PvdA over stageplekken zegt de gedeputeerde dat in dit huis 50 stageplaatsen zijn, waarvan er 15 zijn ingevuld. De gedeputeerde is het met de heer Çelik eens dat de provincie daarin een voorbeeld moet zijn. Het CDA vindt de toezegging dat een betere monitoring van de waardebepaling van deelnemingen onderzocht zal worden, een beetje zuinig. Er zijn nu twee typen deelnemingen: de ROM Drechtsteden en IQ. De ROM Drechtsteden is een balanspost maar daar staat geen reservering tegenover. Voor de IQ is wel een risicoreservering opgenomen. Minimaal één keer per jaar gaat de financiële peilstok erin. De gedeputeerde vindt dat voldoende. De accountant bedoelde wellicht dat veranderingen in beleid of omstandigheden invloed kunnen hebben op de waarde. Het college is met twee personen bij de ROM Drechtsteden betrokken om de vinger aan de pols te houden. Dat het EMU-saldo voor het tweede achtereenvolgende jaar sterk afwijkt, zint de gedeputeerde ook niet. Hij heeft er echter geen sluitende verklaring voor. Er wordt wel steeds beter gestuurd door middel van betere liquiditeitsprognoses. In antwoord op de vraag van mevrouw Sahin of de Staten nog zeggenschap hebben over het beklemde deel van het positieve rekeningresultaat, zegt de gedeputeerde dat in samenspraak met de Staten is besloten om het zo te presenteren. Het gaat echter om uitgaven die over de jaargrens heen gaan en dus al vastliggen. Het vrij besteedbare deel komt terug bij de voorjaarsnota. Mevrouw SAHIN vraagt of de nieuwe Staten zouden kunnen afwijken van die eerdere afspraken. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat een aantal doorgeschoven posten beklemd is door juridische of bestuurlijke afspraken, zowel intern als extern. Posten die bestuurlijk beklemd zijn, kunnen eventueel aangetast worden. De heer SCHAAPMAN neemt aan dat bestuurlijk beklemd niet altijd wil zeggen dat Provinciale Staten daarover al een besluit hebben genomen. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat de Staten daarover in principe al een besluit hebben genomen. Dat de gelden die niet uitgegeven zijn in programma 2, beschikbaar blijven voor dat programma, is een bestuurlijke afspraak met de Staten maar daarin kunnen de Staten dus een wijziging aanbrengen. De heer SCHAAPMAN vindt een coalitiebesluit iets anders dan een afspraak tussen GS en bijvoorbeeld een hoogheemraadschap of het kabinet. Gedeputeerde VAN DER SANDE beaamt dat dat ook een voorbeeld zou kunnen zijn van bestuurlijk beklemd maar hij weet niet of dat nu geldt. Pagina 15/16

De heer SCHAAPMAN heeft moeite met de term beklemd. Het zou aanleiding kunnen zijn om dit soort zaken in een apart besluitpunt in het dictum van een PSbesluit op te nemen in plaats van alles onder elkaar op één pagina. Gedeputeerde VAN DER SANDE vindt het juist netjes dat GS in de jaarrekening aangeven welk deel beklemd is en dat de besluitvorming daarover plaatsvindt bij de voorjaarsnota. In het kader van de informatievoorziening worden de Staten dus ruimschoots bediend. Het besluit hoeft pas bij de voorjaarsnota genomen te worden. Er is bewust voor gekozen om IQ op afstand te zetten en de beoordeling van de plannen wordt buiten de provincie gelegd. Teleurgestelde bedrijven worden niet via de achterdeur gecompenseerd. Mevrouw SAHIN vindt het prima dat de provincie niet zelf de bedrijven beoordeelt. Van de 400 aanvragen konden er echter maar 4 gehonoreerd worden. Zij vraagt in het algemeen wat het college daaraan gaat doen. Gedeputeerde VAN DER SANDE is het met mevrouw Sahin eens dat deze getallen aangeven dat Innovation Quarter in een behoefte voorziet. In de commissie Ruimte en Leefomgeving heeft gedeputeerde Veldhuijzen dan ook al de wens te kennen gegeven om een extra storting te doen, het liefst met Europese gelden, om meer kansrijke innovatieve ondernemers te kunnen helpen. Mevrouw SAHIN heeft begrepen dat bij de aanvragen weinig aandacht wordt gegeven aan duurzaamheid, terwijl GroenLinks dacht dat het ook bedoeld was om duurzaamheid te stimuleren. GroenLinks zou graag duurzame ondernemers een kans geven. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat een aantal thema s gekozen is om mee te doen maar het is aan de ondernemer om een plan in te dienen. De provincie stuurt niet op de keuze van het IQ maar kan hooguit promoten dat zich ondernemers uit het duurzaamheidsdomein melden. In een eerdere commissievergadering is over de Duinpolderweg besloten dat er een tussenstap zou worden genomen. Mevrouw SAHIN begrijpt dat het afgerond is omdat het groen gemarkeerd staat in het overzicht van infrastructuurprojecten. Gedeputeerde VAN DER SANDE antwoordt dat er nog geen besluit genomen is; er is een tussenstap ingebouwd. De gedeputeerde deelt de waarschuwing van de SP dat veranderingen aan de indicatoren wel interessant lijken maar dat dit de herkenbaarheid en vergelijkbaarheid nadelig zou beïnvloeden. In antwoord op de opmerking van de heer Bakx over het feit dat de uitkering uit het Provinciefonds pas heel laat bekend wordt, legt de gedeputeerde uit dat de afrekening gekoppeld is aan de uitgaven van het Rijk. De jaarrekening van het Rijk wordt rond deze tijd bepaald. Het is voor de provincie dus een onzekere factor. De accountant begrijpt dat het op deze manier verwerkt wordt. De heer BAKX begrijpt het wel maar vraagt zich af of dat niet anders kan. Pagina 16/16

Gedeputeerde VAN DER SANDE stelt voor dat de heer Bakx zijn vraag doorspeelt naar de heer Krol in de Tweede Kamer. De gedeputeerde kan overigens wel leven met deze relatief kleine onzekerheid. De heer Bakx merkt terecht op dat de optelling van de niet uit de balans blijkende verplichtingen niet klopt. Het totaal moet zijn 19,1 miljoen euro. De gedeputeerde complimenteert de heer Bakx met zijn opmerkzaamheid. Gedeputeerde JANSSEN bedankt voor de complimenten voor het milieu en de decentralisatie van de jeugdzorg en beantwoordt de drie resterende vragen. De gedeputeerde denkt dat het niet verstandig is om tussenstanden van individuele gemeenten te geven in het kader van het financieel toezicht. Er lopen voortdurend gesprekken met alle gemeenten om ervoor te zorgen dat de provincie aan het eind van het jaar niet verrast wordt. Veel gemeenten weten nog niet hoe de gedecentraliseerde taken zullen uitpakken. De begrotingen voor 2016 zullen daarvan een eerste beeld geven. De provincie heeft in haar begrotingscirculaire van februari 2015 gemeenten opgeroepen om ervoor te zorgen dat zij maandelijks monitoren of zij nog op schema liggen. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN is voor een deel gerustgesteld. Zij vraagt of de provincie de maandelijkse rapportages krijgt van de gemeenten die onder water staan. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat alle gemeenten de vinger aan de pols moeten houden. De provincie gaat niet op de stoel van de gemeenteraad zitten en vraagt ook niet om een maandelijkse rapportage. De begrotingscirculaire is naar de raadsleden, die in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor het toezicht, gestuurd. Mochten er problemen zijn, dan zal de provincie ambtelijk of bestuurlijk met de gemeenten het gesprek aangaan. De heer Çelik verwijst naar de eerste alinea op pagina 7 van de bestuurlijke inleiding, waar gesproken wordt over de netwerksamenleving. De heer ÇELIK realiseert zich dat hij zijn vraag verkeerd heeft gesteld want die wordt op dezelfde pagina al beantwoord. Hij bedoelt te vragen waarom dit zo specifiek vermeld staat, terwijl het in zijn ogen toch vanzelfsprekend is om bewonersparticipatie of participatie van ondernemers toe te juichen. Gedeputeerde JANSSEN antwoordt dat dit beleid in 2011 is ingezet. Het heeft ook te maken met de verandering van de bestuurlijke samenstelling van het land, zoals de decentralisatie. De huidige open en transparante bestuursstijl is wel degelijk een breuk met het verleden. Daarom maakt het college er melding van. Mevrouw Kip heeft het over wettelijke taken. Dat ligt op het terrein van het interbestuurlijk toezicht. De CdK heeft uitgedragen iets minder te zien in de vorm van de bestuursovereenkomsten maar er zit nog steeds een opgaande lijn in. Met betrekking tot de jeugdzorg zegt de gedeputeerde dat de provincie geen zeggenschap heeft over de regio Haaglanden en het stadsgewest Rotterdam. In interprovinciaal verband is afgesproken met het Rijk dat de provincies terughoudend omgaan met de reserves, zodat het Rijk die bij de afrekening terugkrijgt en deze ingezet kunnen worden voor gemeenten met problemen. De reserves van de provincies bij de aanbieders zijn daar gebleven. Uit dat hele samenstel is een post overgebleven maar de provincie moet nog afrekenen met het Rijk. Pagina 17/16

Mevrouw SAHIN vraagt of de provincie die resterende 1,5 miljoen euro reserveert in afwachting van de afrekening of dat de Staten die nog kunnen bestemmen voor jeugdzorg. Gedeputeerde JANSSEN wijst erop dat de Staten hun verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg hebben afgesloten. Een deel van het geld moet terug naar het Rijk en een ander deel blijft staan in afwachting van de afrekening. Er is geen scherp afgekaderd bedrag overgebleven. Mevrouw SAHIN heeft hierover ook een technische vraag gesteld. Zij wacht de beantwoording daarvan af. Zij begrijpt dat de taken overgeheveld zijn aan de gemeenten maar zij vindt politiek gezien niet dat de provincie daarom niets meer hoeft te doen, als een kleine gemeente in de problemen komt. Gedeputeerde JANSSEN begrijpt dat GroenLinks de politieke opvatting heeft dat de provincie nog een taak heeft maar die discussie is al gevoerd in de Staten en de Staten hebben dat dossier afgesloten. De VOORZITTER concludeert dat er geen behoefte is aan een tweede termijn. Het college zal een aantal vragen nog schriftelijk beantwoorden. 5c. Provinciaal Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zuid-Holland De VOORZITTER constateert dat niemand het woord wenst te voeren en concludeert dat het voorstel als hamerstuk geagendeerd kan worden voor Provinciale Staten van 27 mei 2015. 6. Sluiting De VOORZITTER sluit de vergadering om 16.20 uur. Pagina 18/16