Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Commissie Onderwijs Vlaams Parlement 2 juni 2016 Promotoren: Prof. Dr. Piet Van Avermaet (UGent) Prof. Dr. Mieke Van Houtte (UGent) Prof. Dr. Stef Slembrouck (UGent) Prof. Dr. Piet Van de Craen (VUB) Prof. Dr. Orhan Agirdag (UvA) Prof. Dr. Esli Struys (VUB) Onderzoekers: Lilith Van Biesen (VUB) Fauve De Backer (UGent)
Agenda 1. Onderzoeksdoel 2. Onderzoeksvragen 3. onderzoeksmethode 4. Onderzoeksresultaten 5. Voorstel tot verfijndere meting 6. Aanbevelingen 2
Onderzoeksdoel OBPWO-project in opdracht van het Ministerie van Onderwijs en Vorming, uitgevoerd door de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel 2013-2015. Differentie le invloed van diverse talige elementen op de onderwijsprestaties; Een verfijndere registratie/meting van het lingui stisch kapitaal van leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs; Innovatieve onderzoeksdesigns aanreiken die een valide en betrouwbare meting van meertaligheid mogelijk maken. 3
Onderzoeksvragen 4
Onderzoeksmethode Mixed-method onderzoek (BaO en SO) Kwantitatief (secundaire analyses op VALIDIV data. Enkel data BaO): 4de leerjaar 67 vestigingsplaatsen (Bru, Gent, mijn) 1727 lln waarvan 1068 MT Kwalitatief (data SO en BaO): Klasobservaties in 12 scholen Interviews met leerkrachten uit 30 scholen Focusgroepen met 100 leerlingen uit 12 scholen Interviews met directies uit 12 scholen 5
Onderzoeksresultaten Taalgebruik van meertalige leerlingen is complex en dynamisch Niet zomaar op te delen tussen thuis eigen taal en op school Nederlands Loopt in elkaar over Varieert thuis en op school naargelang setting, topic, persoon Nederlands is thuis sterker aanwezig dan we denken (lezen, schrijven, media, ) Thuistaal is op ook op school aanwezig 6
Onderzoeksresultaten 100 90 80 32 70 60 68 58 64 71 63 50 40 Andere talen Nederlands 30 68 20 10 32 42 36 29 37 0 Dromen Denken Geheim Boos Rekenen Dieren 7
Onderzoeksresultaten Leerlingen: Wisselen onbewust van taal Leerlingen die in zichzelf geloven scoren beter Vinden zichzelf goed in Nederlands Schrijven en lezen liefst in het Nederlands 8
Onderzoeksresultaten Leerkrachten/directies: Motivatie is volgens leerkrachten meest doorslaggevend Zien taalvaardigheid Nederlands en/of een andere thuistaal als verklaring voor lage(re) onderwijsprestaties Wisselen van taal wordt gezien als symptoom van slecht taalinzicht Reageren anders op een Vlaams dialect dan op andere talen dan het Nederlands Angst dat meertaligheid toelaten op school ten koste gaat van het Nederlands en zal leiden tot controleverlies en kliekjesvorming Kennis over meertaligheid is beperkt 9
Onderzoeksresultaten Voorspellers van cognitieve prestaties gemeten aan de hand van toetsen begrijpend lezen en wereldoriëntatie. Factoren die er niet of minder toe doen: TV kijken Rol moeder Prestige vs niet-prestige talen Factoren die er wel toe doen: Taalgebruik met papa Leesvaardigheid Nederlands Begrip eigen taal Taalgebruik op de speelplaats Deze indicatoren opnemen in het voorstel voor de verfijning van de meting. 10
Nood aan verfijndere meting Meting van thuistaal in het bestaande onderzoek en in de bevraging voor de financiering van scholen doen onvoldoende recht aan de complexiteit en de realiteit van het taalgebruik van meertalige leerlingen. Binaire opdeling: een leerling spreekt thuis (vooral) Nederlands of hij/zij doet dat niet. Voor de financiering wordt de indicator thuistaal niet-nederlands als volgt gedefinieerd: De taal die de leerling in het gezin spreekt en die verschilt van de onderwijstaal: daaronder wordt de taal verstaan die de leerling meestal spreekt met moeder, vader of broers en zussen. De taal die de leerling in het gezin spreekt, is niet de onderwijstaal, indien de leerling in het gezin met niemand of in een gezin met drie gezinsleden (de leerling niet meegerekend) met maximum e e n gezinslid de onderwijstaal spreekt. Broers en zussen worden als e e n gezinslid beschouwd. 11
Voorstel tot verfijndere meting Wat vinden leerkrachten en directies? Voorstanders van extra financiering voor leerlingen met een andere thuistaal Manier waarop ze de middelen (zouden) inzetten is grotendeels gelijklopend: extra materiaal, uitstappen, werken aan een (taal-)beleid hierrond en het opsplitsen van groepen. Naast extra financiering vinden zij ook de informatie uit bevraging over MT nuttig Scholen waarschuwen voor misbruik, sociaal wenselijke antwoorden en het feit dat de vraag naar taalgebruik niet eenvoudig te beantwoorden is 12
Voorstel tot verfijndere meting Algemene aanbevelingen: Uitstellen in de tijd (enkele weken na inschrijving) Leerlingen bevragen Meerdere meetmomenten Continuüm ipv dichotoom Meting op 3 niveaus: Een meting die gebruikt kan worden voor financiering; Een meting voor grootschalig onderzoek; een meting die eerder bruikbaar is op een specifieker niveau, het niveau van de school. 13
Meting voor financiering Uitstellen in de tijd (enkele weken na inschrijving) Leerlingen bevragen Meerdere meetmomenten Continuüm ipv dichotoom Vragen die peilen naar: Taalgebruik van de leerling met ouder 1 en ouder 2; Taalvaardigheid Nederlands van de leerling: vanaf de leeftijd van 9-10 jaar; Taalvaardigheid in de andere ta(a)l(en) die leerlingen gebruiken: Via de ouders tot de leeftijd van 9-10 jaar; Daarna via zelfinschatting bij leerlingen en/of inschatting door ouders. 14
Meting grootschalig onderzoek Leerlingen bevragen Continuüm ipv dichotoom Vragen die peilen naar: Taalgebruik van de leerling met ouder 1 en ouder 2; Taalvaardigheid Nederlands van de leerling; Taalvaardigheid in de andere ta(a)l(en) die leerlingen gebruiken; Taalgebruik van de leerling op de speelplaats. 15
Meting voor schoolbeleid Uitstellen in de tijd (enkele weken na inschrijving) Leerlingen bevragen Meerdere meetmomenten Continuüm ipv dichotoom Vragen die peilen naar: Taalgebruik van de leerling met ouder 1 en ouder 2: kwantitatief en/of kwalitatief; Taalvaardigheid Nederlands van de leerling; Taalvaardigheid in de andere ta(a)l(en) die leerlingen gebruiken; Taalgebruik van de leerling op de speelplaats. Zelf info verzamelen ondervangt sociaal wenselijke antwoorden Input voor sterk taalbeleid Input voor didactisch handelen in de klas (talensensibilisering, taalpaspoorten, FML, ) 16
Taalpaspoort
Aanbevelingen School- en klasniveau: Omslag in het denken over meertaligheid Meertaligheid als meerwaarde Didactische activiteiten (vb taalpaspoorten) Meertaligheid als didactisch kapitaal benutten (FML) Motivatie verhogen Onderzoek de mismatch in verwachtingen Beleidsniveau: Kader aanreiken om middelen efficiënt in te zetten Professionalisering van scholen en schoolactoren Meer aandacht in de lerarenopleiding Onderzoek de mismatch in verwachtingen 18
Dank U! Vragen? Promotoren: Onderzoekers: Prof. Dr. Piet Van Avermaet (UGent) Prof. Dr. Mieke Van Houtte (UGent) Prof. Dr. Stef Slembrouck (UGent) Prof. Dr. Piet Van de Craen (VUB) Prof. Dr. Orhan Agirdag (UvA) Prof. Dr. Esli Struys (VUB) Lilith Van Biesen (VUB) Fauve De Backer (UGent) 19