Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 63 - De Valbeweging: Proef : Laat een chrift en een iet kleiner blad naat elkaar van gelijke hoogte valllen. Waarneing: Het blad papier valt langzaer dan het chrift Leg het blad papier nu op het chrift en laat het van een hoogte vallen. Waarneing: Het blad papier kot gelijktijdig et het chrift op de grond. Verklaring: Bij de tweede proef ondervindt het papier geen hinder van de luchtweertand Proef: Bui van Newton In een glazen bui bevinden zich een pluipje, een blokje hout en een tukje etaal. Keert en de bui vlug onderteboven dan valt het pluipje langzaer dan de andere voorwerpen. Wordt de bui echter vooraf luchtledig gepopt, dan vallen de drie voorwerpen even nel. Beluit : 1 te Valwet Laat en voorwerpen vanuit rut in het luchtledige vallen dan vallen alle voorwerpen even nel.
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 64 - Voorbeeld 1: 300 00 100 0 Bij een voorwerp dat en van de Eifeltoren (300 hoogte) laat vallen doet en de volgende etingen in t in in. ( t ) in ( t) v = g t in 0 0...... 50 3,19.... 100 4,5....... 150 5,5.... 00 6,38.... 50 7,14....... 300 7,8...... i recht evenredig et ( t) ~ ( t) Deze eigenchap i kenerkend voor een eenparig veranderlijke beweging
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 65 - Beluit : de valwet De valbeweging i een eenparig veranderlijke beweging Bepalen van de valvernelling : We vinden dat =.. ( t) We noeen dit de valvernelling en tellen dit voor door het ybool g. g = ( t ) => = 1 g ( t ) Bij nauwkeurige etingen vinden we voor de valvernelling : g = 9,81 Beluit : De valbeweging i een eenparig veranderlijke beweging et een valvernelling van g = 9,81. Bepalen van de nelheid: Gezien de forule van de eenparig veranderlijke beweging zonder beginnelheid onveranderd gelden voor de valbeweging voltaat het inde forule de vernelling a te vervangen door de valvernelling g. We bekoen op deze anier de forule voor de nelheid: v = g t
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 66 - Het afgelegde weg - tijd (,t) diagra Teken een,t diagra (gebruik hiervoor de waarden uit de tabel: 1 e kolo en e kolo) in t in
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 67 - Het nelheid tijd (v,t ) diagra Teken een v,t diagra (gebruik hiervoor de waarden uit de tabel: e kolo en 5 e kolo) v in t in De valvernelling tijd (g,t ) diagra Teken een v,t diagra (gebruik hiervoor de waarden uit de tabel: e kolo en 4 e kolo) g in t in
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 68 - Saenvatting: In het luchtledige vallen alle voorwerpen even nel. De valbeweging i een eenparig vernelde beweging et valvernelling : g = 9,81. Let op: De valvernelling i afhankelijk van de plaat op aarde 1 = g ( t) :...( eenheid :...) v = g t t :...( eenheid :...)... v :...( eenheid :. )... g :...( g =...... )...,t diagra : parabool v,t diagra: chuine rechte g,t diagra:rechte et de t-a Denk na en antwoord: Vallen in de lucht alle lichaen eenparig verneld? Indien niet geef voorbeelden en verklaar.
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 69 - Taak - Naa:... Kla :... Datu:... Van welke hoogte zou een en vrijnaar beneden oeten vallen o et dezelfde nelheidvan een valcherpringer (6 ) de grond te raken.(oploing:184, ) Oploingethode: Oploing : Onderlijn het geg, chrijf er de grootheid bij en noteer deze grootheid et de waarde in het gegeven. Onderlijn het gevr, chrijf er de grootheden bij en noteer deze waarden in het gevraagde. Noteer de forule van de valbeweging. Geg:...=......=... Gevr.:...=? Forule:...... Leid de forule af naar de gevraagde grootheden: Plaat de gegeven in de forule en bereken de gevraagde grootheden Foruleer het antwoord in wetenchappelijke notatie Afgeleide forule: t =... Berekeningen: t =... =...... Antwoord:...
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 70 - Taak3 - Naa:... Kla :... Datu:... Men laat van een brug die 44,1 boven het wateroppervlak ligt, een teen vallen. Na 3,0 ploft de teen in het water. Bereken hieruit de valvernelling( oploing:g = 9.81 ) Oploing : Geg:...=......=... Gevr.:...=? Forule:...... Afgeleide forule:... =... Berekeningen:......... Antwoord:...
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 71 - Vraagtukje: 1. Een an taat 1,60 hoog op een ladder. Hij valt eraf. Hoe lang i hij onderweg en k et welke eindnelheid? (Oploing: 0,57, 0, 1 ) h k. Van welke verdieping oet ieand vallen o et een nelheid van 100 benden h aan te koen. Reken 4 per verdieping. ( Oploing: van de 10 de verdieping) 3. Hoeveel tijd oet een lichaa vallen o gedurende de twee volgende econden een weg van 138 af te leggen? (Oploing: 6,0 ) 4. Een peroon laat et een tijdinterval van,0 telken een teen vallen. Hoe groot i de aftand tuen beide tenen, al de eerte gedurende 5,0 in bewegin i? (Oploing: 78,5 )
Hoofdtuk 6 : De valbeweging - 7 - Noteer hier je eigen operkingen en geheugenteuntje :