AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Vergelijkbare documenten
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 29 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste (id, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstate /1. Datum uitspraak: 12 juni 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 1 november 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V3. Datum uitspraak: 28 juni 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstate /1. Datum uitspraak: 7 april 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 18 juli 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Raad van State /1/V1. Datum uitspraak: 2 november 2009

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 20 mei 2008

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RVS:2010:BL1497

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RVS:2009:BH8446

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 28 februari 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstatc /1/V3. Datum uitspraak: 13 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Raad vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 31 mei 2010

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RVS:2009:BH4676

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 5 oktober 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 19 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet - bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RVS:2011:BV0418

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Transcriptie:

t * Raad vanstate 200907896/1/V3. Datum uitspraak: 9 november 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de mondelinge uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, van 28 september 2009 in zaak nr. 09/33324 in het geding tussen: en de staatssecretaris van Justitie.

200907896/1/V3 2 9 november 2009 1. Procesverloop Bij besluit van 15 september 2009 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij mondelinge uitspraak van 28 september 2009, waarvan het procesverbaal is verzonden op 6 oktober 2009, heeft de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Het proces-verbaal van deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 1 3 oktober 2009, hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan. 2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3. Het verzoek om schadevergoeding dient reeds hierom te worden afgewezen. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

200907896/1/V3 3 9 november 2009 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. bevestigt de aangevallen uitspraak; II. wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M.P. van Gemert, ambtenaar van Staat. w.g. Offers lid van de enkelvoudige kamer w.g. Van Gemert ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 9 november 2009 243. Verzonden: 9 november 2009 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze, mr. H.H.C. Visser, directeur Bestuursrechtspraak

i L i. -JLf. zw?, IJ: 99. Postadres Postbus ZES 8901BB LEEUWARDEN ARRESTANTENZORG ORN (f58 8807110 ARRESTANTENZORG ORN P^Lïïit Friesland NU5!G fp. 12/3 Râgio ftteslifd Korpsonderdeel 2 Bvisïe algemene ondersteuning Behandeld door P Wijn!«Telefoon 058-38QS5&5 Fax 058-880 684*. V-nummar/Zaale /Zaak-29/01/2009 Datum 1S/09/2C09 Qndcfwarp M110-A Maatregel van Bewaring Maatregel van Bewaring Ik, ondergetekende, *Ä3 Popko Wijnia, inspecteur van het regionaal politiekorps Friesland, belast met het toezicht op vreemdelingen, tevens hulpofficier van justitie, leg met het oog op de uitzetting san de vreemdeling, zich noemende*. Achternaam Vooma(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats Geboorteland Naiionalrteitfen) Geslacht : Indonesia : Indonesische : mannelijk NDiobtie: Dossl&rnr; ULAO onlvaflgsldanjm M«fnr: IN0 OCtVflfljil daiuiit Rqntmtli ki INU3 invoer» effroi* ojcilo 15 SEP 2009 Mam PBW: datum: Mim mdw; (Mum: jijt Zwolle ^E fo^limfciffj SSB bi~ i\hy M -p-p 3 de maatregel van bewaring op, zoals bedoeld in artikel 59, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat de voor terugkeer noodzakelijke bescheiden voorhanden zijn, dan wet binnen korte termijn voorhanden zullen zijn. De maatregel is opgejegd: Plaats Datum Tijd : Leeuwarden : 15/09/2009 : 14:30 uur. De Staatssecretaris van Justitie, namens de Staatssecretaris, de hulpofficier van justitie, de inspecteur, P Wijnia V.nn i mm mii um IM mil mn nw in«irai mo tin tin Pagina 1 van 2

7«V9 % 'U?'h ARRESTANTENZORG DRN (ƒ58 8807 ARRESTANTENZORG DRN WR. 6510 P. 3/3«Handteki sketting^/^/tv e/i afschrift van deze maatregelteonmiddellijk aan de vreemdeling uitgereikt. Beroep tegen deze maatregel kan schriftelijk worden ingesteld bij de rechtbank te 's-gravenhage, Centraal Intakebureau Vreemdelingenzaken te Haarlem, faxnummer 023 512 6736. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van het model beroepschrift, zie \vww. rechts prask.nl'. V.nr Pagina 2 van 2

-13 okt 09 22:15 Mr. W. Spijkstra 0512380816 P-5 ^SCHRIFT RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Nevcnzittingsplaats Groningen Sector Bestuursrecht Vreemdelingenkamer Zaaknummer: Awb 09/33324 Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in artikel 8:67.Awb gedaan op 28 september 2009 inzake het beroep tegen het opleggen van de maatregel van bewaring op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) op 15 september 2009 opgelegd aan de vreemdeling genaamd, althans zich noemende: geboren op van Indonesische nationaliteit, V-nuramen eiser, gemachtigde: mr. W. Spijkstra, advocaat te Beetsterzwaag. Aanwezig zijn: mr. MJ.C- Dijkstra (rechter) en mr. H.A. Hulst (griffier). Na uitroeping van de zaak zijn verschenen: eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, en mr. P.A.L.A. van Ittersum, gemachtigde van de Staatssecretaris van Justitie, verweerder. Na sluiting van het onderzoek doet de rechtbank onmiddellijk: de volgende mondelinge uitspraak: Beslissing: verklaart het beroep ongegrond; wijst het verzoek tot schadevergoeding af. De gronden van deze beslissing zijn de volgende: Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in redelijkheid tot opleggen van de maatregel van bewaring kunnen overgaan. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat verweerder een akkoord op grond van de Dublin-Verordening heeft gesloten met de Slowaakse autoriteiten en dat er een vlucht naar Slowakije is geboekt voor 29 september 2009. De vraag of er terecht een Dublin-claim is ingediend bij Slowakije, ligt in deze procedure niet ter beoordeling voor.

43 okt 09 22:16 Mr. W. SpijKstra 0512380816 P- 6 Zaaknummer Awb 09/33324 blad 2 Tot slot merkt de rechtbank op dat partijen tegen deze uitspraak binnen een week hoger beroep kunnen instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.? v/aarvan opgemaakt dit proces-verbaal. Griffier Afschrift verzonden: /c ß OKT20Q9

13 okt 09 22:15 Mr. W. Spijkstra 0512380816 p.1 LEXX Beetsterzwaag Attorneys at law/ Advocaten & procureurs Per telefax 070-3651380 en per post Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State Hoger beroep vreemde Ungenzaken Postbus 16113 2500 BC 's-gravenhage RAAD VAN STATE INGEKOMEN A.*N" BEHANDELD: DD: 1 3 OKT 2009 PAR: L Patl*rieiii»4d Poitbia IJ 9M4 ZN Seeötemvaag TcJ: (+-31)0512-533070 FM:<-3I)0512-SS3977 Advocaat: mr. W. Sptjkslra tel.ciobid:[+3006-l2w74j9 c-oiïil mr.tt^pijksins^wujtl Beetsterzwaag, 13 oktober 2009 Inzake Dossiemr. Uw. Ref. 2009.115 /Staat Geachte Heer, Mevrouw, In bovenvermektp zaak doe ik u bijgaand toekomen een appelschrift d.d heden en de uitspraak in beroep d.d ^oktober 2009 Hoogach pijkstra /iii Dtmirrvroofi ttdr*crtih ü ten um-»-rcitiatir*rbiad fuie* ^ffunjtjïif MtMmrtiJtcpm**en. /V Uwt^wriuthfi.t - tl 7-JIM r- >:4»7 Ii4? UW hnntf tdmwil Iris Rr*wivn.im Wwab-o nr. H4A.lV.lQa

. 13 okt 09 22:15 Mr. W. Spijkstra 0512380816 p.2 LEXX Attorneys at law /Advocaten & procureurs Beetsterzwaag RAAD VAN STATE INGEKOMEN 1 3 OKT 2009 BÊhA=:i;.Or. 00 PAR: Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State Zaaknummer: Appelschrift Inzake : Geboren op Appellant, van Indonesische nationaliteit; Thans verblijvende in Slowakije te dezer zake uitdrukkelijk woonplaats kiezende te 9244 CA te Beetsterzwaag aan de Pastorielaan rur. 4d, ten kantore van Mn W. Spijkstra advocaat. Advocaat, Mr. W. Spijkstra, kantoorhoudende te 9244 CA Beetsterzwaag aan de Pastorielaan nr. 4d, die hierbij verklaart door appellant bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd tot indiening van dit appelschrift. Contra: De Staatssecretaris van Justitie Verweerder Gemachtigde: Mr. P.A.L.A van Ittersum Achtergronden 1. Appellant komt hierbij in hoger beroep van de uitspraak van de rechtbank te Den Haag (nevenzittingsplaats Groningen) van 28 september 2009, verzonden op 6 oktober 2009 (prod.l) ontvangen op 7 oktober 2009, registratienummer AWB 09/33324 in welke zaak de Rechtbank het door appellant op 15 september 2009 ingesteld beroep tegen de maatregel van bewaring d.d. 15 september 2009 kenmerk IND 273.080.1525 ongegrond heeft verklaard. Procedure 2 Bij besluit van 15 september 2009 is appellant op de voet van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder b Vreemdelingenwet in bewaringgesteld. Op 15 september 2009 heeft appellant beroep ingesteld tegen de maatregel van bewaring 15 september 2009 en heeft appellant ook op 15 september 2009 een verzoek om schadevergoeding ingediend.

1-3 okt 09 22:15 Mr. W. Spijkstra 0512380816 p.3 LEXX Attorneys at law/ Advocaten & procureurs Beetsterzwaag Het beroep is behandeld ter zitting van 28 september 2009. Op 28.september 2009 heeft de 3. Grief Ten onrechte heeft de Rechtbank Den Haag, n eve nzittings plaats Groningen, in haar uitspraak van 28 september 2009, (AWB 09/33324) pagina 1 laatste alinea het volgende overwogen:" Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in redelijkheid tot opleggen van de maatregel van bewaring kunnen overgaan. De rechtbank neemt bierbij in aanmerking dat verweerder een akkoord op grond van de Dublin-Verordening heeft gesloten met de Slowaakse autoriteiten en dat er een vlucht naar Slowakije is geboekt voor 29 september 2009. De vraag of er terecht een Dublin-claim is ingediend bij Slowakije, ligt in deze procedure niet ter beoordeling voor." Toelichting. Appellant eis van oordeel dat de uitspraak van de rechtbank Groningen d.d 28 september 2009 in strijd is met het recht., met name artikel 59 van de Vreemdelingenwet en het motiveringsbeginsel, [mmers de rechtbank heeft nagelaten de rechtmatigheid van de bewaring te beoordelen en in haar uitspraak met te nemen. Appellant verzoekt Uw afdeling, op grond van bovenstaande grief, de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Groningen, &d 28 september 2009 te vernietigen en het beroep van appellant d.d 15 september 2009 tegen het besluit van verweerder d.d 15 september 2009 alsnog gegrond te verklaren en het verzoek om een schade vergoeding toe te kennen, met veroordeling van verweerder in de kosten in beide instanties. Conclusie Appellant concludeert tot vernietiging van de bestreden uitspraak van de Rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Groningen d.d. 28 september 2009, registratienummer Awb 09/33324 en gegrond verklaring van het op 15 september 2009 ingestelde beroep tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie d.d 15 september 2009 strekkende tot opheffing van de vreemdelingenbewaring onder toekenning van de gevraagde schadevergoeding.