AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Transcriptie

1 Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 10 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak in zaak nr. 07/44581 van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, van 13 december 2007 in het geding tussen: en de staatssecretaris van Justitie.

2 / januari Procesverloop Bij besluit van 27 november 2007 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 13 december 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsptaats Groningen, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 19 december 2007, hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2, Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Het verzoek om schadevergoeding dient reeds hierom te worden afgewezen Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3 / januari Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. bevestigt de aangevallen uitspraak; II. wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B. van Dokkum, ambtenaar van Staat. w.g. Van der Beek-Gillessen lid van de enkelvoudige kamer w.g. Van Dokkum ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 10 januari Verzonden: 10 januari 2008 Voor eensluidend afschrift, de Secretaris van de Raad van State, voor deze. directeur Bestuursrechtspraak

4 29. NOV :4158 BEWARINGSTEAM AC TER^PEl 'NR P. 6/13- Nr. /b62 P. 1 PcutMitrm Postbus us 8700AM GRONINGEN fugfe Grantoe«n KûipsondtriMl 1 UnBVreemdcfingfnpofii Bctisn*tU floor W.Boom Ttftfeo» Fax QS0-W7Ô409 V-mtmrmr/ZMk /Zaak* 22/11/2007 Oatem 27/11/2007 Ontfarwwp MHfrAMaaftscj von Berating POLITIE * Groningen sr Maatregel van Bewaring Ik, ondergetskenda, Wouter Boom, brigadier van het regionaal politiekorps Groningen, belast met hat toezicht op vreemdefingan. levens hulpofficier van Justitie, leg mat hal oog op de ufeettmg aan da vreemdeling, zich noemende: Achternaam Vooma(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats Geboorteland Nationalitäten) Geslacht Sovjetunie Georgia, Burger van mannelijk ^ de maatregel van bewaring op, zoals bedoeld In artikel 59, eerste Üd, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (aanvraag verblijfsvergunning). Deze maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat er aanwijzingen zqn om Ie vermoeden dat betrokkene zfch san de uitzetting zal onttrekken, hetgeen blijkt uit het feh dat betrokkene Niet beschikt over een Identiteitspapier als bedoeld In ertacej 4.21 van het vreemdetlngenbesluft 2000 Geen vaste woon- /verblijfplaats heeft geen voldoende middelen van bestaan heeft; misbruik maakt ven da asietpnxedure(bjrosr)oppen); uitvoering van da Internationale betrekkingen In het kader van het akkoord van Dublin De maatre gel Is opgelegd: Plaats Datum :TerApêl : 27/11/2007 : 11:04 uur. Vjnr. Pagina 1 van 2

5 I ' 29. NOV :4158 BEWARINGSTEAM AC TER^PEL 'NR nt. nt>2 "P. 7/13- De Staatssecretaris van Justitie, namens de Staatssecretaris. de hulpofficier van justitie, de W.Bf Cen afschrift van deze maatregel is onmfddelfjk aan de vreemdeling uitgereikt. Beroeptegendeze maatregel kan schriftelijk worden Ingeateld UJ de rechtbank to 's-gravenhage, Centraal Intakebureau Vreemdelingenzaken to Haarlem, faxnummer S6. Hlerfafj dient gebruik te worden gemaakt van het model beroepschrift, zie ' # \^ v.nr Pagina 2 van 2

6 19/12/ : LEXX ADVOCATEN KAÜ. ÖQ/ÖO uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Nevenzittingsplaats Groningen Sector Bestuursrecht Vreemdelingenkamer Zaaknummer: Awb 07/44581 Uitspraak op het beroep tegen de maatregel van bewaring op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000), toegepast ten aanzien van de vreemdeling genaamd, althans zich noemende: geboren op burger van Georgië, V-nummer eiser, gemachtigde: mr. D. de Vries, advocaat te Leeuwarden. 1. Ontstaan en loop van het geschil 1.1. De Staatssecretaris van Justitie, hierna verweerder, heeft op 27 november 2007 aan eiser de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder b. Vw Eiser heeft hiertegen op 27 november 2007 beroep ingesteld bij de rechtbank Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toegezonden. De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan eiser doorgestuurd en hem in de gelegenheid gesteld nadere gegevens te verstrekken Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 10 december Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Voor verweerder is als gemachtigde verschenen mr. M. Dalhuisen. 2. Rechtsoverwegingen 2.1. In deze procedure dient te worden beoordeeld of de toepassing en tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in overeeristemrning -rijn met de wet en of de maatregel in redelijkheid bij afweging van alle daarbij betrokken belangen gerechtvaardigd is Eiser heeft de rechtbank verzocht de opheffing van de maatregel te bevelen en schadevergoeding toe te kennen. 2J. Verweerder heeft geconcludeerd tot ongegrondvetklaring van het beroep en tot afwijzing van het verzoek om schadevergoeding Eiser is op 27 november 2007 in bewaring gesteld nadat aan hem een voornemen tot 1 q-i A: * P.004

7 19/12/ : LEXX ADVOCATEN PAG. 05/86 Zaaknummer Awb 07/44581,a d 2 het leggen van een Dublinclaim bij Oostenrijk is uitgereikt Gebleken was dat eiser reeds in meerdere Europese landen asiel had aangevraagd. Voorafgaande aan zijn inbewaringstelling is eiser gehoord in het bijzijn van een advocaat De rechtbank is van oordeel dat de procedure leidend tot en de wijze van tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in overeenstemming zijn met de wet. De bewaring is derhalve niet op die grond onrechtmatig Namens eiser is ter zining aangevoerd dat geen gevaar bestaat dat eiser zich aan zijn uitzetting zal onttrekken, nu hij zich zelfheeft aangemeld. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich echter terecht op het standpunt gesteld dat de openbare orde de inbewaringstelling vordert In de maatregel heeft verweerder het vermoeden van onttrekking aan de uitzetting gebaseerd op de omstandigheden dat eiser niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het VreemdeHngenbesluit 2000 (Vb 2000), geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, onvoldoende middelen van bestaan heeft en misbruik heeft gemaakt van de asielprocedure. Voorts heeft verweerder de maatregel opgelegd ter uitvoering van het akkoord van Dublin. Namens eiser is voorts aangevoerd dat eiser asiel heeft aangevraagd, zodat hij, indien hij in de normale asielprocedure zou komen, opvang, zakgeld en een w-document zou krijgen. De rechtbank overweegt dat dit niet kan worden aangemerkt als een vaste woon- of verblijfsplaats, middelen van bestaan en een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 Vb 2000, waardoor deze grief niet tot het beoogde doel kan leiden. De rechtbank is van oordeel dat het vermoeden dan ook gerechtvaardigd is dat eiser zich. indien in vrijheid gesteld, aan de voorgenomen uitzetting zal onttrekken. De rechtbank laat hierbij wegen dat eiser ook in de andere lidstaten waar hij asiel heeft aangevraagd, de uitkomst van deze procedures niet heeft afgewacht Het voortduren van de bewaring is niet onrechtmatig, nu voldoende zicht bestaat op uitzetting van eiser op afzienbare termijn. De rechtbank laat daarbij wegen dat verweerder op 6 december 2007 een claim ingevolge de Dublin verordening heeft verzonden naar de Oostenrijkse autoriteiten. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat wanneer voornoemde autoriteiten niet binnen twee weken op de claim reageren, er vanuit wordt gegaan dat ze ermee akkoord gaan. Op 7 december 2007 heeft een vertrekgesprek met eiser plaatsgevonden, tijdens dit gesprek heeft eiser meegedeeld geen informatie te willen verstrekken om de claim te bespoedigen. Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder voldoende voortvarend handelt Eiser heeft voorts aangevoerd hij niet geclaimd dient te worden hij Oostenrijk, nu hij nadat hij in Oostenrijk was nog terug is geweest naar Georgië. Hier heeft hij opnieuw problemen heeft gekregen, hetgeen aanleiding heeft gegegeven om naar Nederland te komen om asiel aan te vragen. De rechtbank stelt vast dat dit asielgerelateerde gronden zijn, welke niet in deze procedure ter beoordeling staan Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond en bestaat geen aanleiding om schadevergoeding toe te kennen. y '^ P.005

8 19/12/ : LEXX ADVOCATEN ^Ab. üb/üb Zaaknummer Awb 07/44581 blad 3 3. Beslissing De rechtbank - verklaart het beroep ongegrond; - wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus gegeven door mr. G. Laman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van M. van der WerfT als griffier op \ 3 december si SI é^ Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen een week na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (postbus BC te 's-gravenhage) onder vermelding van 'Hoger beroep vreemdelingenzaken*. Ingevolge artikel 85 Vw 2000 dient het beroepschrift een of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten. Artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Afschrift verzonden: i ( -;. np09qqi -ion 97Z P.006

9 19/12/ : LEXX ADVOCAILN I^Aü. bl/üb Lexx Attorneys at law / Advocaten & procureurs Leeuwarden Fax: Aan de Voorzitter van de Afdeling Rechtspraak Raad van State Postbus BC Den Haag RAAD VAN STATE INGEKOMEN OEC 2007 ZAAKNR. AAN: BEHANDELD:OD: Zoo m p as & PAR: B9U CL immmmrér» Td:<-M)WWf9llrn F«v.(-31)<**-2«"<,( > Adnata**: ar, dn. M.ft- VM der Pd *L onhrtu-ju Q»-50iPU3 «r. D- 4e Vrie» tri.«*.hirf:<~j1) 0*>$06t23fl3 e-qnril: dc*rie«fê)kxiadi>acattn.fd mr. G- J. VN Kamme«tel. r~j>id:(*3t) *77* e-rwü: vank»«in«nf^lezxa0v<k>icm.n1 Appelschrift Betreffende: Dossier Uw kenmerk Nationaliteit Dokkum geboren op p07237 Georgische woensdag 19 december 2007 Geeft eerbiedig te kennen: geboren van Georgische nationaliteit, thans verblijvende te DC Zeist hierna te noemen appellante, te dezer zake domicilie kiezende te Leeuwarden, aan de Westersingel 28 (8913 CL), ten kantore van advocaat en procureur mr. D. de Vries, Advocaat mr. D. de Vries die hierbij verklaart door appellant bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd om dit appelschrift in te dienen. De staatsecretaris van Justitie, hierna verweerder heef op 27 november 2007 aan appellant de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste Hd, aanhef en onder b, Vw Appellant beeft hiertegen op 27 november 2007 beroep ingesteld bij de rechtbank. Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 10 december Appellant is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Voor verweerder is als gemachtigde verschenen mr. M. Dalhuisen. Ugt»4**a*f fa aw»umi ihmfimtiutj tmrv^ uvxku<éft fmpmrllßt ptnmmem Tttioit ÊdBkhtUnutm*. lltét* X'tJfiél BW*^** «rot«** Ncétritmêt»w*»h mifmrdmt. tréma**y *rtg**rtrf"**»**fc»*«*>r UB «*WMMI m Ji44.it IS» : * P.001

10 19/12/280? 15:29 Ö LhXX AUVUuAtCM Bij uitspraak van 13 december 2007 heeft de rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Groningen, bet beroep ongegrond verklaar. Appellant kan zich met deze uitspraak met verenigen gezien de navolgende omstandigheden. Grief}: De grief richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de openbare orde de inbewaringstelling vordert. Motivering grief 1: Appellant heeft aangevoerd dat er geen gevaar bestaat dat hij zich aan uitzetting zal ontrekken. Hij heeft zich immers zelf aangemeld en een asielaanvraag ingediend. Voor de gronden van bewaring wordt aangevoerd dat appellant niet beschikt over identiteitsdocumenten, geen vaste woon of verblijfplaats heeft, onvoldoende middelen van bestaan heeft. Appellant stelt dat er sprake is van willekeur. Immers de gronden die worden aangevoerd gelden voor meer dan de helft van de personen die in het Aanmeldcentrum Ter Apel een asiel aanvraag indienen. Echter niet iedereen van deze personen wordt in Vreemdelingenbewaring gesteld. Voor elke vreemdeling die asiel aanvraagt in Nederland geldt dat zij geen vaste woon of verblijfplaats hebben. Tevens hebben zij onvoldoende middelen van bestaan. Ook de meestcn beschikken niet over identiteitsdocumenten. Hei is dan ook volstrekt willekeurig dat appellant wel in bewaring is gesteld. Conclusie: Appellant concludeert tot gegrond verklaring van het hoger beroep, vernietiging van de bestreden uitspraak en gegrond verklaring van het door appellant tegen het besluit van 11 november 2007 ingestelde beroep, met toekenning van schade vergoeding. D. de Vries U: * P.002