AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Transcriptie

1 » Raad vanstate /1. Datum uitspraak: 25 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak in zaak nr. 08/26036 van de rechtbank 's-gravenhage van 1 augustus 2008 in het geding tussen: en de staatssecretaris van Justitie.

2 / augustus Procesverloop Bij besluit van 19 juli 2008 is (hierna: de vreemdeling) in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht. Bij mondelinge uitspraak van 1 augustus 2008, waarvan het proces-verbaal verzonden is op 11 augustus 2008, heeft de rechtbank 's-gravenhage het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 14 augustus 2008, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris van Justitie heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2. Overwegingen 2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3 / augustus Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M.P. van Gemert, ambtenaar van Staat. w.g. Offers lid van de enkelvoudige kamer w.g. Van Gemert ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 25 augustus Verzonden: 25 augustus 2008 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State, voor deze,

4 28. Juli :53 NT. 5/u / i. u/ i Postadres P05ÖU O00CG AMSTERDAM Ragiö A/nsterdarrvArrateBand KcrpsonttonlMl 13 Vn&mdtQrtganpoBüa Bsiiudeld doof JAWasna Telefoon FB( 020^ V-oummar/Zaak /Zaan-19/07/2003 Datum 13/07/200» Ond»«*»rp M110-Affeatregal van Bewaring POLITIE AmstardanvAmstölland l<* Maatregel van Bewaring Ik, ondergetekende, Johannes Auk Wjerama, inspecteur van het regionaal politiekorps Amaterdam-AmsteHand, befast met het toezicht op vreemdelingen, tevens hulpofficier van justitie, leg met het oog op de uitzetting aan da vreemdeling, zich noemende: Achternaam Voorna(a)m(en) Geboortedatum Geboorteplaats Geboorteland Nationaliteiten) Geslacht : Suriname ; Surinaamse : mannelijk de maatregel van bewaring op, zoals bedoeld 'm artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a. van de Vreemdelingenwet 2000 (geen rechtmatig verbluf). Deze maatregel wordt gevorderd door het belang van de openbare orde omdat er aanwijzingen zijn om te vermoeden dat betrokkene zich een de uitzetting zai onttrekken, hetgeen blijkt uit het fett dat betrokkene Niet beschikt over een identiteitspapier als bedoeld in artikel 4.21 van het vreemdellngenbeslult 2000 Geen vaste woon- A/erblijfpIaats heeft Zich niet gehouden heeft aan zijn vertrekterm(jn Verdacht wordt van het plegen van De maatregel is opgelegd;, jjj^oonaïsgïöïhïsi L B Ë!Ü Plaats :Amsterdarrl^o«v^stl l\ Wuffl:ï Datum ; 19/07/2008) Tijd : 20:30 uur. k^s^fenäiq j U L 2Ö08 «uu V.nn Pagina 1 van 2 Ontvangst tijd 21. J"ü 9:35

5 28. Juli :53 IH. O t\}f i. u Li De Staatssecretaris van Justitie, namens de Staatssecretaris, de hulpofficier van justitie, de Inspecteur, JA Wiersma Een ef$phrttt van deze maatregel is anmiddesflk aan de vreemdeling uitgereikt Beroep tegen deze maatregel kan schriftelijk worden ingesteld W] de rechtbank te 's-gravenhage, CentraaJ Intakebureau Vreemdelingenzaken te Haarlem, faxnummer , Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van het model beroepschrift, zie V.nn Pagina 2 van 2 Ontvangst tijd 21. Juü 9:35

6 u/övm-oï-wrivfix or.r.ïissr aaabéis'i&rsss- ^OV^Y 3roces-verbaal I HCHTBANK'S-GRAVENHAGE f sctor bestuursrecht \ reemdtilingenkamcr, enkelvoudige kamer f ïg.nr.: AWB 08/26036 VRONTN f -oces-verbaal van de mondelinge uitspraak ingevolge artikel f: 67 van de Algemene v et bestuursrecht beroep vrijheidaontnemende maatregel h zake:. V-nummer thans verblijvende op de Detentieboot Z iid-holland Zuid te Dordrecht, hierna te noemen de vreemdeling, gemachtigde n \ B. Snoeij. advocaat te Amsterdam, T gen: de Staatssecretaris van Justitie, verweerder, gemachtigde mr. P. Bosch, ambtenaar te i depaitemente. I Zitting D tum: l augustus Zi ting hebben: m; E.S.O. Jongeneel, rechter, J.J Kip, griffier. Ti zitting zijn verschenen: de vreemdeling in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde, vc weerder bij gemachtigde. Na het onderzoek ter zitting te hebben gesloten, doet de rechtbank or middellijk ter zining uit praak als onder III vermeld. II Beoordeling Op 21 juli 2008 is beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 19 juli 2008 wa rbij de vreemdeling, naar gesteld geboren op en van Surinaamse nat analiteït, de maatregel van bewaring als bedoeld in artikel 59 Vreemdelingenwet (Vw) 20( ) is Opgelegd. In het beroepschrift is tevens verzocht om schadevergoeding. De cchtbenk is van oordeel dat de inbewaringstelling niet onrechtmatig is. De echter in vreemdelingenzaken kan niet oordelen over het strafrechtelijk voortraject. De jonden kunnen de opgelegde maatregel van bewaring dragen. De rechtbank volgt ver /eerder In zijn stelling dat in het proces-verbaal van bevindingen i'an 19 juli 2008, gelet op ( = hele context, sprake is van een verschrijving als wordt gesteld dat de vreemdeling "NI -T onrechtmatig" ïn Nederland verblijft. De i schtbank is voorts van oordeel dat er voldoende voortvarend door verweerder is geh: ndeld, hetgeen overigens ook niet is betwist. Daarbij is de rechtbank van oordeel dat er 11/08 '08 MAA 12:50 [TI/RI NR : P * 004

7 us* 2008" "13:Va" faa u/uaaiauai KÜCMTWAJSK" I)KN"HÄAG 1^)003/003 leg. Nr. AWB 08/26036 VRONTN icht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestaat. Op 28 juli 2008 heeft er een ertrekgesprek plaatsgevonden en is de aanvraag om afgifte van la issez-passer (lp) erzonden aan de Ip-kamer. Iet beroep is derhalve ongegrond. Er is geen grond voor het toekennen van : : hade vergoed ing. ' 'oor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 1 fl Beslissing l e rechtbank 's-gravenhage F ECHT DOENDE: verklaart het beroep ongegrond; wijst het verzoek om schadevergoeding af. gi ffier: rechter R< rhumiddel Kr chtens anikel 95 Vw 2000 staat tegen deze uitspraak voor partijen hoger beroep open. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt één week na verzending van de uit praak door de griffier. Bij het beroepschrift djent een kopie van deze uitspraak te worden overgelegd. He beroepschrift dient een of meer grieven tegen dé uitspraak van d< rechtbank te bevatten en loet geadresseerd worden aan de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak. Hoger ber.ep vreemdelingenzaken, Postbus 16113, 2500 BC Den Haag (nadere informatie: wv* v.raadvanstate.nl). Afs hrift verzonden op: f I AUG :2B /08 '08 MAA 12:50 (TÏ/RX NR 97X P.005

8 *l mr. Bernard Snoeij advocaat & procureur V/ondelstraac 11 - E 1054 GC Amsterdam Tel G Fax RAAD VAN STATE INGEKOMEN ZAAKNR. AAN: BEHANDELD: DD: 1 4 AUG 200B PAR: Aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus BC 's-gravenhage fnzakp Uwn Amsterderp. H augustus 2008 Surinaamse nationaliteit, Detentieboot Dordrecht Geven eerbiedig te kennen: geboren en verblijvende als bovengemeld, te dezer zake woonplaats kiezende te Amsterdam in de Vondelstraal 11 E (1054 GC) ten kantore van mr. B. Snoeij, advocaai en procureur, die in deze zaak bepaaldelijk is gevolmachtigd tot het instellen van het hoger beroep en het ondertekenen van dit hoger beroep; Hoger beroep wordt ingesteld tegen de afwijzende uitspraak van de rechtbank ( s- Gravenhage van 1 augustus 2008, verzonden op 11 augustus 2008 waarbij het beroep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring op grond van art. 59, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000 ongegrond is verklaard en het verzoek tot toekenning van schadevergoeding is afgewezen. Een copie van de aangevallen uitspraak wordt hierbij overgelegd. Tegen bovengenoemde uitspraak worden de volgende grief aangevoerd. Grief Ten onrechte heeft de President in haar beslissing overwogen dat er sprake is geweest van een verschrijving in het proces verbaal van 19 juli 2008, voor zover daar in staat dat appellant niet onrechtmatig in Nederland. Jed re aarsspr^kaüjkfïaid sd-ekt niet varder dan de defcwng van fa gesloten beroepseeftsprskefïkhndsvereekering Söehüng béhov öftrcfsnfieldsn SnoeifGavami ABN AMHÜ, BTWnr OB :28 020G 'A P.001

9 ±«f OOf 000 XJltt O^ÖOiïOOOS Toelichting Bij gelegenheid van de behandeling van het beroep hééft de gemachtigde van appellant er op gewezen dat in het strafrechtelijk proces verbaal van 19 juli 2008 staat vermeld dat Verdachte niet Onrechtmatig in Nederland verblijft. Een copie van die pagina van het proces verbaal wordt hierbij overgelegd. In een ander proces verbaal van die dag staat dat niet was gebleken dat appellant rechtmatig verblijf in Nederland heeft. Een copie van die pagina van het verbaal wordt hierbij overgelegd. Appellant heeft ter zitting doen betogen dat gezien de tegenspraak tussen beide verbalende conclusie getrokken dient te worden dat niet vast staat dat appellant geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft, zodat er geen grond is appellant in vreemdelingenbewaring te stellen. Appellant heeft daarbij aangegeven dat de formulering in het proces verbaal van 19 juli 2008 te uur omtrent het verblijfsrecht van appellant positief is geformuleerd immers staat daar "derhalve verblijft de verdachte dus niet onrechtmatig in Nederland- " Deze informatie is verstrekt door een medewerker bij de Vreemdelingendienst. De formulering in het proces verbaal van 19 juli 2008 van 20 J0 uur is negatief geformuleerd, immers staat daar "niet was gebleken dat betrokkene rechtmatig verblijf in Nederland ". Ten onrechte heeft de President in haar uitspraak overwogen dat "gelet op de hele context er sprake is van een verschrijving voor zover daar staat dat appellant niet onrechtmatig in Nederland is." Appellant wijst er op dat het dossier zoals dat ter toetsing voorligt leidraad ïs voor de beslissing op het beroep. Nu in dat dossier twee elkaar tegensprekende mededelingen staan, had de President het beroep gegrond dienen te verklaren. Subsidiair stelt appellant dat onder de omstandigheden als boven gesteld, de President het onderzoek hadden dienen aan te houden om nader onderzoek te laten doen. Door te handelen en te beslissen zoals thans gedaan heeft de President dan ook een onjuiste beslissing genomen. De President heeft derhalve op gronden die dit oordeel niet kunnen dragen geconcludeerd dat de maatregel van vreemdelingenbewaring rechtmatig is opgelegd :

10 J.fat/ UO/ JLXJVO J. O.. I V.VO. / 3U03 l'tf^ D JliUCiv MET CONCLUSIE Om deze reden wendt appellant zich tot Uw Afdeling met het verzoek de uitspraak van de rechtbank 's- Gravenhage 1 augustus 2008, verzonden op 11 augustus 2008, te vernietigen en het eerste beroep bij 4e rechtbank gegrond te verklaren een en ander met kostenveroordeling als volgens art 8 : 75 AWB, 14 augustus 2008 ij tigde : % P.003