Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd om - kaders te stellen de raad geeft de grenzen aan waarbinnen het college het beleid verder uitwerkt; Context van het raadsvoorstel In het kader van de herontwikkeling van het voormalige zwembad De Zeekoelen en de omliggende grond, dient er een nieuw bestemmingsplan te worden opgesteld. Opties van het raadsvoorstel op hoofdlijnen Uw raad wordt voorgesteld om het voorliggende bestemmingsplan vast te stellen en om te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen. Financiële/ personele/ juridische gevolgen? Het bestemmingsplan wordt door de ontwikkelaar betaald. Is achteraf meetbaar of de doelstellingen gehaald zijn? Een bestemmingsplan heeft een geldingsduur van 10 jaar. Na 10 jaar dient het plan geactualiseerd te worden. Bij de actualisatie kan bezien worden welke bestemmingen gerealiseerd zijn. Is er een tijdpad bijgevoegd? Een bestemmingsplan heeft een geldingsduur van 10 jaar. Zijn er bijlagen bijgevoegd of ter inzage? 1. Concept vastgesteld bestemmingsplan Landgoed Brunssheim 2. Nota van wijzigingen 3. Ontwerp bestemmingsplan Landgoed Brunssheim 4. Zienswijze Ministerie van Defensie 5. Zienswijze provincie 6. Collegevoorstel en besluit d.d. 5 oktober 2010 1 van 6
Raadsvoorstel Collegeverg, d.d. 5 oktober 2010 Gemeenteblad 2010/71 Dienst/Afdeling Nr. Beleid en strategie 2010/16227 Portefeuillehouder E. Geurts Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim. Raadsverg d.d. 9 november 2010 Uiterlijke (Motivering, wettelijke verplichting c.q. toezegging) beslisdatum Aan de raad. Voorstel/ambtelijk advies Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim. Inleiding Het voormalige zwembad De Zeekoelen en de omliggende grond is in herontwikkeling door Europarcs, een exploitant van campings en bungalowparken. Er is reeds een natuurbad aangelegd op de plek van het voormalige zwembad en er zijn chalets geplaatst. Ten behoeve van de herontwikkeling, waaronder de plaatsing van nieuwe chalets, dient er een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied te worden vastgesteld. Probleemstelling/Doelstelling Het voorliggend bestemmingsplan Landgoed Brunssheim vormt het nieuwe juridisch-planologische kader voor het plangebied. De gewenste ontwikkelingen zijn hierin planologisch vertaald. Kaderstelling Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening dient de planwetgever vooraf aan te kondigen dat een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is. In het Parelnieuws van 10 maart 2010 heeft deze aankondiging ex artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening plaatsgevonden. Het bestemmingsplan is op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening ter advisering voorgelegd aan de provincie Limburg, de Brandweer, het Waterschap, de VROM-inspectie en de nutsbedrijven. Het plangebied van het bestemmingsplan is verkocht aan Europarcs. De kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan komen voor rekening van Europarcs. Er is aldus geen sprake van kostenverhaal ingevolge de Grondexploitatiewet (artikel 6.12 e.v. Wet ruimtelijke ordening), waardoor een exploitatieplan in casu niet behoeft te worden vastgesteld. Het voorontwerp bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen gedurende zes weken vanaf 11 maart 2010. In de Staatscourant en het Parelnieuws van 23 juni 2010 is het ontwerp bestemmingsplan ex artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening bekendgemaakt en daarbij is vermeld dat het bestemmingsplan vanaf 24 juni t/m 4 augustus 2010 voor eenieder ter inzage ligt gedurende welke termijn schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen kunnen worden ingebracht. Overwegingen o.a. Er zijn gedurende de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan twee zienswijzen binnengekomen. 2 van 6
- Commando dienstencentra, Ministerie van Defensie; - Provincie Limburg. De zienswijze van het Ministerie van Defensie betreft het opnemen van de exacte locatie van de vrijwaringszone van het straalpad. De zienswijze van de provincie betreft de compensatie van natuurwaarden. De provincie is van mening dat de gemeente niet heeft kunnen aantonen dat met de uitbreiding van het bungalowpark een groot maatschappelijk belang gediend is. Het kleinschalig herbegrenzen (van de EHS) om andere dan ecologische redenen is een alternatief, waarbij er voldaan dient te worden aan negen voorwaarden. Deze dienen nader uitgewerkt te worden alvorens het bestemmingsplan kan worden vastgesteld. De zienswijze van het Ministerie van Defensie is overgenomen. De zienswijze van de provincie is nader besproken met de provincie en met Europarcs. Voorgesteld wordt om een wijzigingsbevoegdheid op te nemen ter plaatse van het natuurgebied waar nieuwe chalets geplaatst zullen worden. Alvorens van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt, dient er een compensatiegebied te worden aangewezen waar Gedeputeerde Staten mee akkoord gaan. De wijzigingsbevoegdheid is nader uitgewerkt op de verbeelding (zie bijlage), behorende bij het concept vastgestelde bestemmingsplan. Uitvoering Europarcs draagt de kosten voor het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan. Hierdoor is het niet noodzakelijk een exploitatieplan vast te stellen. Raming van de gevolgen in geld en menskracht De kosten voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan zullen worden bekostigd door Europarcs. Verdere procedure en momenten van verantwoording Het bestemmingsplan wordt ex artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening zes weken na de gewijzigde vaststelling gepubliceerd in de Staatscourant en het Parelnieuws en opnieuw gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan beroep worden aangetekend alsmede een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien bij de vaststelling een zienswijze van onze minister en Gedeputeerde Staten niet is overgenomen, of, zoals in dit geval, andere wijzigingen hebben plaatsgevonden waarover onze minister en Gedeputeerde Staten niet hebben geadviseerd, dan worden zij onverwijld na de vaststelling van het plan daarvan in kennis gesteld en kunnen zij binnen de gestelde termijn, mits sprake is van Rijks- danwel provinciaal belang, een aanwijzing geven. Alsdan blijft het onderdeel waartegen de aanwijzing is gericht geen deel uitmaken van het bestemmingsplan. Indien geen aanwijzing is gegeven, dan wordt het vastgestelde bestemmingsplan zes weken na de vaststelling bekendgemaakt en ter inzage gelegd en vangt dan pas de beroepstermijn aan. Indien wel een aanwijzing is gegeven, dan wordt het vastgestelde bestemmingsplan én de aanwijzing zeven weken na de vaststelling bekendgemaakt en ter inzage gelegd waarna de beroepstermijn aanvangt. Beroep kan ex artikel 8.2 Wet ruimtelijke ordening door belanghebbenden worden ingesteld tegen het vastgestelde plan alsmede tegen de eventuele aanwijzing. Indien buiten beroep tevens een verzoek om een voorlopige voorziening wordt ingediend, wordt de werking van het besluit (het vastgestelde bestemmingsplan of het aanwijzingsbesluit) in ieder geval opgeschort totdat de rechter op het verzoek heeft beslist. 3 van 6
Indien geen verzoek om een voorlopige voorziening wordt ingediend en geen aanwijzing is gegeven, treedt het bestemmingsplan na afloop van de beroepstermijn in werking. Indien geen beroep is aangetekend en geen aanwijzing is gegeven, wordt het bestemmingsplan meteen bij de inwerkingtreding daarvan onherroepelijk. Zodra het bestemmingsplan in werking is getreden, kan aan het bestemmingsplan worden getoetst en kunnen de noodzakelijke vergunningen worden verstrekt. Het college van burgemeester en wethouders,,burgemeester.,secretaris. Bijlage(n) 1. Concept vastgesteld bestemmingsplan Landgoed Brunssheim; 2. Nota van wijzigingen, nummer 2010/16324; 3. Ontwerp bestemmingsplan Landgoed Brunssheim, nummer 2010/10064; 4. Zienswijze Ministerie van Defensie, nummer 2010/13752; 5. Zienswijze provincie, nummer 2010/13950; 6. Collegevoorstel en besluit d.d. 5 oktober 2010, nummer 2010/16155. 4 van 6
Raadsbesluit Gemeenteblad 2010/71 Dienst/Afdeling Nr. Beleid en strategie 2010/16227 De Raad der Gemeente Brunssum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 oktober 2010, dienst/afdeling Beleid en strategie, nr. 2010/16227; gelet op het bepaalde in artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening; overwegende dat in het Parelnieuws van 10 maart 2010 is aangekondigd dat een nieuw bestemmingsplan voor Landgoed Brunssheim wordt voorbereid en dat hiermee is voldaan aan de publicatieplicht ex artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening; dat ten behoeve van het onderhavige plan de inspraakprocedure is doorlopen; dat in dit kader het plan vanaf 11 maart 2010 gedurende zes weken ter inzage heeft gelegen; dat één inspraakreactie is ontvangen; dat deze inspraakreactie niet heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan, aangezien deze betrekking had op het zoektracé van de Buitenring; dat het voorontwerp bestemmingsplan ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is voorgelegd aan de provincie Limburg, de Vrom-inspectie, het Waterschap, de Brandweer en de nutsbedrijven welke een advies hebben afgegeven; dat in de Staatscourant en het Parelnieuws van 23 juni 2010 is bekendgemaakt dat het ontwerp bestemmingsplan Landgoed Brunssheim ingevolge artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening met ingang van 24 juni t/m 4 augustus 2010 gedurende zes weken voor eenieder ter inzage ligt, waarbij eenieder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen omtrent het ontwerp bestemmingsplan kenbaar te maken; dat gedurende de termijn van terinzagelegging twee zienswijzen zijn ingekomen; dat de zienswijze van het ministerie van Defensie is verwerkt in het bestemmingsplan; dat bij de zienswijze van de provincie in onderling overleg is gekozen voor het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid; dat de ontwikkelaar de kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan voor zijn rekening neemt; dat het in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening verplicht gestelde exploitatieplan in casu niet van toepassing is; dat er nog enkele kleine wijzigingen zijn aangebracht, een en ander zoals weergegeven in de Nota van wijzigingen; dat aldus geadviseerd wordt het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen; 5 van 6
Besluit 1. Akkoord te gaan met het gewijzigd vaststellen van bestemmingsplan Landgoed Brunssheim, bestaande uit een toelichting, regels en een verbeelding, conform de Nota van wijzigingen; 2. Akkoord te gaan met het niet vaststellen van een exploitatieplan. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De Raad voornoemd,,voorzitter.,griffier. 6 van 6