Financiële/personele/juridische gevolgen? Op grond van artikel 10 Winkeltijdenwet is beroep mogelijk.

Transcriptie

1 Oplegnotitie Bezwaarschrift van Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en Reformatorisch Maatschappelijke Unie gericht tegen het besluit tot vaststelling van de Verordening Winkeltijden gemeente Brunssum Registratiekenmerk Gemeenteblad nr nr. 4 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd, omdat de raad het besluit tot vaststelling van de Verordening Winkeltijden Brunssum 2012 d.d. 18 april 2012 heeft genomen en tegen dit besluit op grond van artikel 10 Winkeltijdenwet juncto artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht bezwaar kon worden gemaakt. Context van het raadsvoorstel Een korte beschrijving waarom het raadsvoorstel nu aan de raad voorgelegd wordt: Ter besluitvorming op het ingediende bezwaarschrift. Opties van het raadsvoorstel op hoofdlijnen Besluiten conform voorstel: bezwaarschrift ontvankelijk doch ongegrond te verklaren onder aanvulling van de motivering. Besluiten in afwijking van dit voorstel: alleen mogelijk indien goed gemotiveerd. Vanuit ambtelijk perspectief is er geen aanleiding om te besluiten in afwijking van het voorstel. Financiële/personele/juridische gevolgen? Op grond van artikel 10 Winkeltijdenwet is beroep mogelijk. Is achteraf meetbaar of de doelstellingen gehaald zijn? In het kader van de evaluatie van de huidige Verordening Winkeltijden gemeente Brunssum 2012, zal in de loop van 2013 een voorstel aan uw raad worden voorgelegd, waarbij de huidige stand van zaken rond de zondagopenstelling in Brunssum zal worden geëvalueerd. Deze bezwaarschriftenprocedure staat hier juridisch gezien volledig los van. Is er een tijdpad bijgevoegd? Nee, want niet van toepassing. Zijn er bijlagen bijgevoegd of ter inzage? De conceptbeslissing op bezwaar, het advies, verslag en pleimota's van de hoorzitting van de commissie voor de bezwaarschriften zijn toegevoegd aan de zaak (bezwaarschrift). van 7

2 Raadsvoorstel Collegeverg. d.d. : 29 januari 2013 Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. : 2013nr. 4 Dienst/Afdeling : Algemene en Juridische Zaken Behandelvoorstelnr. : Portefeuiilehouder Onderwerp : J. van Oppen : Bezwaarschrift van Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en Reformatorisch Maatschappelijke Unie gericht tegen het besluit tot vaststelling van de Verordening Winkeltijden gemeente Brunssum Raadsverg. d.d. : 12 maart 2013 Uiterlijke : (Motivering, wettelijke verplichting c.q. toezegging) beslisdatum Aan de raad. Voorstel/ambtelijk advies De Raad der Gemeente Brunssum; overwegende dat op 18 april 2012 het besluit door de raad is genomen tot vaststelling van de Verordening Winkeltijden gemeente Brunssum 2012; dat tegen dit besluit een bezwaarschrift d.d. 1 juni 2012 (aangevuld met gronden bij brief d.d. 10 juli 2012) is ingediend door de heer mr. C.J.R. van Binsbergen (Wille Donker advocaten) namens de Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en Reformatorisch Maatschappelijke Unie van Werknemers; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2013, nr ; gelezen het verslag van de in het kader van artikel 7:2 Algemene wet bestuursrecht op 5 september 2012 door de Commissie voor de Bezwaarschriften gehouden hoorzitting; gelezen het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften, d.d. 20 december 2012; dat de commissie adviseert het bezwaarschrift ontvankelijk doch ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te laten met dien verstande dat de motivering, waarom de belangen van de winkeliers met weinig of geen personeel niet prevaleert boven het belang om Brunssimise ondememers de mogelijkheid te bieden op zondag hun winkel te openen, moet worden aangevuld; dat het advies en het verslag van de hoorzitting van de Commissie voor de Bezwaarschriften (inclusief de door partijen overgelegde pleitnota's) als bijlagen bij dit besluit zijn gevoegd en hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd; dat de raad met dit advies kan instemmen en derhalve als volgt overweegt; dat de winkeliers met weinig of geen personeel, net als een ieder, de mogelijkheid hebben gehad om hun mening over het ^ conceptbesluit te geven op het moment dat dit gedurende 6 weken van 17 januari 2012 tot en met 28 februari 2012 ter inspraak ter inzage heeft gelegen; dat voorts enkele winkeliers met weinig of geen personeel, in de raadsvergadering d.d: 18 april'2012, hun mening hebben gegeven door gebruik te maken van het spreekrecht dat burgers tijdens een raadsvergadering hebben; dat tijdens deze raadsvergadering ook een kleine winkelier gebruik heeft gemaakt van haar spreekrecht door aan te geven dat zij wel kansen ziet in de zondagopenstelling; dat de raad constateert dat het voomaamste belang dat de winkeliers, die tegen zondagopenstelling zijn, hebben voorgedragen is gelegen in de vrees dat zij een concurrentienadeel ervaren ten opzichte van de winkeliers met meer personeel c.q. de ketens c.q. de supermarkten, omdat zij relatief gezien meer kosten moeten maken om ook op zondag hun 2 van 7

3 winkel te openen voor het publiek en ook in sociaal opzicht hinder ondervinden van deze situatie; dat de raad van mening is dat dit belang, vanuit het perspectief van de winkeliers met weinig of geen personeel, begrijpelijk is, maar dat dit belang niet mag leiden tot een wijziging in het bestreden besluit; dat de raad immers geen enkele winkelier verplicht om op zondag zijn winkel te openen, maar slechts een juridisch kader c.q. een 'level playing field' biedt op grond waarvan aan eenieder de mogelijkheid wordt geboden om een winkel op zondag te openen; dat de afweging om de winkel te openen een afweging is die elke winkelier, klein of groot, zelf dient te maken; dat, gelet op de inspraakreactie tijdens de raadsvergadering, de mening van de winkelier met weinig of geen personeel, ten aanzien van de zondagopenstelling per winkelier kan verschillen en dat de raad er derhalve voor kiest om een zo breed mogelijk faciliterend kader te scheppen; dat de raad derhalve concludeert dat het belang van de winkelier met weinig of geen personeel op grond van deze motivering niet mag prevaleren boven de belangen die in eerste instantie hebben geleid tot het besluit d.d. 18 april 2012; gelet op de bepalingen zoals genoemd in de Winkehijdenwet en de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: 1. Het pro forma bezwaarschrift d.d. 1 juni 2012 (ontvangen op 1 juni 2012) aangevuld met gronden bij brief d.d. 10 juli 2012 (ontvangen op 11 juli 2012) van de heer mr. C.J.R. van Binsbergen (Wille Donker advocaten) namens de Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en Reformatorisch Maatschappelijke Unie van Werknemers, met ovemame van de in het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften vervatte overwegingen, d.d. 20 december 2012, ontvankelijk doch ongegrond te verklaren en het besluit tot vaststelling van de Verordening Winkeltijden gemeente Brunssum 2012, d.d. 18 april 2012, in stand te laten onder uitbreiding van de motivering zoals in bovenstaande considerans genoemd. 2. Het verzoek om proceskostenvergoeding, met ovemame van de in het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften vervatte overwegingen d.d. 20 december 2012, af te wijzen. Inleiding Bij besluit d.d. 18 april 2012 heeft de gemeenteraad de Verordening Winkeltijden gemeente Bmnssum 2012 vastgesteld. Op grond van artikel 10 Winkeltijdenwet juncto artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht staat bezwaar open tegen deze verordening. De heer mr. C.J.R. van Binsbergen (Wille Donker advocaten) heeft namens de Stichting Tegen Vermiming Zondagopenstelling, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en Reformatorisch Maatschappelijke Unie van Werknemers een bezwaarschrift ingediend. Nu de commissie voor de bezwaarschriften d.d. 20 december 2012 een advies heeft geformuleerd over het ingediende bezwaarschrift, kan het besluit op bezwaar worden voorbereid, zodat uw raad hierover een besluit kan nemen. Probleemstelling/Doelstelling Het nemen van een beslissing op bezwaar. Kaderstelling Verordening Winkeltijden gemeente Bmnssum 2012 en Winkeltijdenwet (artikel 10). Overwegingen o.a. /. De commissie voor de bezwaarschriften adviseert het bezwaarschrift ontvankelijk doch ongegrond te verklaren, met dien verstande dat de motivering van de belangenafweging met betrekking tot de winkeliers met weinig of geen personeel dient te worden aangevuld. Bezwaarmakers hebben bezwaar tegen de vastgestelde verordening omdat deze onzorgvuldig is voorbereid omdat de kleine winkeliers bij de voorbereiding niet expliciet zijn betrokken c.q. hun mening is gevraagd inzake de winkelopenstelling op zondag. Voorts wordt gesteld dat er geen sprake is van substantieel en autonoom toerisme, zoals vereist op grond van artikel 3 lid 3 sub a Winkeltijdenwet, en is er geen sprake van winkelopenstelling ten behoeve van het toerisme. Daamaast stellen bezwaarmakers dat de raad geen zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt, omdat de raad een belangenafweging dient te maken tussen "harde" economische belangen en "kwetsbare" immateriële belangen (onder andere zondagsmst en leefbaarheid). Tot slot wordt verzocht om proceskostenvergoeding. 3 van 7

4 De commissie voor de bezwaarschriften constateert allereerst dat een temghoudende advisering noodzakelijk is, gelet op de op grond van artikel 147 Gemeentewet autonome bevoegdheid van de gemeenteraad, waarbij ten aanzien van de belangenafweging de nodige beoordelingsvrijheid bestaat voor de raad. Dit in aanmerking nememde, adviseert de commissie dat er geen reden bestaat om het bestreden besluit te herroepen. Er is niet gebleken dat tijdens de procedure ten aanzien van de totstandkoming van het bestreden besluit, onregelmatigheden zijn voorgevallen. Voorts acht de commissie het niet onaannemelijk dat sprake is van substantieel autonoom toerisme, zoals bedoeld in de Winkeltijdenwet. Ten aanzien van de belangenafweging adviseert de commissie dat alle belangen in beginsel door de raad zorgvuldig zijn afgewogen, maar dat de belangen van de winkeliers met weinig of geen personeel onvoldoende kenbaar zijn. In het kader van de rechtszekerheid is de commissie van mening dat de belangenafweging ten aanzien van deze groep in de beslissing op bezwaar dient te worden gemotiveerd. Wij zijn van mening dat de volgende motivering de toets der kritiek zou kunnen doorstaan: De winkeliers met weinig of geen personeel hebben, net als een ieder, de mogelijkheid gehad om hun mening over het conceptbesluit te geven op het moment dat dit gedurende 6 weken ter inspraak ter inzage heeft gelegen. Voorts hebben enkele winkeliers met weinig of geen personeel, in de raadsvergadering d.d. 18 april 2012, hun mening gegeven door gebmik te maken van het spreekrecht dat burgers tijdens een raadsvergadering hebben. Tijdens deze raadsvergadering heeft ook een kleine winkelier gebmik^gemaakt van haar spreekrecht door aan te geven dat zij wel kansen ziet in de zondagopenstelling. Het voomaamste belang dat de winkeliers, die tegen zondagopenstelling zijn, hebben voorgedragen is gelegen in de vrees dat zij een concurrentienadeel ervaren ten opzichte van de winkeliers met meer personeel c.q. de ketens c.q. de supermarkten, omdat zij relatief gezien meer kosten moeten maken om ook op zondag hun winkel te openen voor het publiek en ook in sociaal opzicht hinder ondervinden van deze situatie. Wij zijn van mening dat dit belang, vanuit het perspectief van de winkeliers met weinig of geen personeel, begrijpelijk is, maar dat dit belang niet mag leiden tot een wijziging in het bestreden besluit. Geen enkele winkelier wordt immers verplicht om op zondag zijn winkel te openen. Er wordt slechts een juridisch kader c.q. een 'level playing field' geschapen op grond waarvan aan eenieder de mogelijkheid wordt geboden om een winkel op zondag te openen. De afweging om de winkel te openen, is een afweging is die elke winkelier, klein of groot, zelf dient te maken. Gelet op de inspraakreactie tijdens de raadsvergadering, kan de mening van de winkelier met weinig of geen personeel, ten aanzien van de zondagopenstelling per winkelier verschillen. Wij stellen derhalve voor dat de raad ervoor kiest om een zo breed mogelijk faciliterend kader te scheppen. Concluderend zijn wij derhalve van mening dat het belang van de winkelier met weinig of geen personeel op grond van deze motivering niet mag prevaleren boven de belangen die in eerste instantie hebben geleid tot het besluit d.d. 18 april 2012 en stellen uw raad voor deze motivering in de beslissing op bezwaar ter aanvulling op te nemen in de considerans. 2. Naar aanleiding van een wetwijziging in de Winkeltijdenwet, zijn er redenen gebleken op grond waarvan uw college zou moeten afwijken van dit advies. Op grond van artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht is de raad bevoegd om in afwijking van het advies van de commissie een besluit te nemen, mits deze afwijking goed wordt gemotiveerd. Ons zijn geen redenen gebleken op grond waarvan uw college van het advies van de commissie zou moeten afwijken. Wij stellen dan ook voor om conform dit advies een beslissing op het bezwaarschrift te nemen. 8. Advies Besluiten conform voorstel Uitvoering Na besluitvorming zal de beslissing op bezwaar aan gemachtigde van bezwaarmakers worden toegestuurd. Raming van de gevolgen in geld en menskracht n.v.t. Verdere procedure en momenten van verantwoording ln het kader van de evaluatie van de huidige Verordening Winkeltijden gemeente Bmnssum 2012, zal in de loop van 2013 een voorstel aan uw raad worden voorgelegd, waarbij de huidige stand van zaken rond de zondagopenstelling in Brunssum zal worden geëvalueerd. Deze bezwaarschriftenprocedure staat hier juridisch gezien volledig los van. Bijlagen De conceptbeslissing op bezwaar, het advies, verslag en pleimota's van de hoorzitting van de commissie voor de bezwaarschriften zijn toegevoegd aan de zaak (bezwaarschrift). 4 van 7

5 Het college van bu-gémeeste en wethouders, burgemeester. secretans. 5 van 7

6 Raadsbesluit Gemeenteblad nr. Dienst/Afdeling Registratiekenmerk 2013 nr. 4 Algemene en Juridische Zaken De Raad der Gemeente Brunssimi; overwegende dat op 18 april 2012 het besluit door de raad is genomen tot vaststelling van de Verordening Winkeltijden gemeente Bmnssum 2012; dat tegen dit besluit een bezwaarschrift d.d. 1 juni 2012 (aangevuld met gronden bij brief d.d. 10 juli 2012) is ingediend door de heer mr. C.J.R. van Binsbergen (Wille Donker advocaten) namens de Stichting Tegen Vermiming Zondagopenstelling, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en Reformatorisch Maatschappelijke Unie van Werknemers; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2013, nr ; gelezen het verslag van de in het kader van artikel 7:2 Algemene wet bestuursrecht op 5 september 2012 door de Commissie voor de Bezwaarschriften gehouden hoorzitting; gelezen het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften, d.d. 20 december 2012; dat de commissie adviseert het bezwaarschrift ontvankelijk doch ongegrond te verklaren en het bestreden besluit in stand te laten met dien verstande dat de motivering, waarom de belangen van de winkeliers met weinig of geen personeel niet prevaleert boven het belang om Bmnssumse ondememers de mogelijkheid te bieden op zondag hun winkel te openen, moet worden aangevuld; dat het advies en het verslag van de hoorzitting van de Commissie voor de Bezwaarschriften (inclusief de door partijen overgelegde pleimota's) als bijlagen bij dit besluit zijn gevoegd en hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd; dat de raad met dit advies kan instemmen en derhalve als volgt overweegt; dat de winkeliers met weinig of geen personeel, net als een ieder, de mogelijkheid hebben gehad om hun mening over het conceptbesluit te geven op het moment dat dit gedurende 6 weken van 17 januari 2012 tot en met 28 febmari 2012 ter inspraak ter inzage heeft gelegen; dat voorts enkele winkeliers met weinig of geen personeel, in de raadsvergadering d.d. 18 april 2012, hun mening hebben gegeven door gebmik te maken van het spreekrecht dat burgers tijdens een raadsvergadering hebben; dat tijdens deze raadsvergadering ook een kleine winkelier gebmik heeft gemaakt van haar spreekrecht door aan te geven dat zij wel kansen ziet in de zondagopenstelling; dat de raad constateert dat het voomaamste belang dat de winkeliers, die tegen zondagopenstelling zijn, hebben voorgedragen is gelegen in de vrees dat zij een concurrentienadeel ervaren ten opzichte van de winkeliers met meer personeel c.q. de ketens c.q. de supermarkten, omdat zij relatief gezien meer kosten moeten maken om ook op zondag hun winkel te openen voor het publiek en ook in sociaal opzicht hinder ondervinden van deze situatie; dat de raad van mening is dat dit belang, vanuit het perspectief van de winkeliers met weinig of geen personeel, begrijpelijk is, maar dat dit belang niet mag leiden tot een wijziging in het bestreden besluit; dat de raad immers geen enkele winkelier verplicht om op zondag zijn winkel te openen, maar slechts een juridisch kader c.q. een 'level playing field' biedt op grond waarvan aan eenieder de mogelijkheid wordt geboden om een winkel op zondag te openen; 6 van 7

7 dat de afweging om de winkel te openen een afweging is die elke winkelier, klein of groot, zelf dient te maken; dat, gelet op de inspraakreactie tijdens de raadsvergadering, de mening van de winkelier met weinig of geen personeel, ten aanzien van de zondagopenstelling per winkelier kan verschillen en dat de raad er derhalve voor kiest om een zo breed mogelijk faciliterend kader te scheppen; dat de raad derhalve concludeert dat het belang van de winkelier met weinig of geen personeel op grond van deze motivering niet mag prevaleren boven de belangen die in eerste instantie hebben geleid tot het besluit d.d. 18 april 2012; gelet op de bepalingen zoals genoemd in de Winkeltijdenwet en de Algemene wet bestuursrecht; Besluit: 1. Het pro forma bezwaarschrift d.d. 1 juni 2012 (ontvangen op 1 juni 2012) aangevuld met gronden bij brief d.d. 10 juli 2012 (ontvangen op 11 juli 2012) van de heer mr. C.J.R. van Binsbergen (Wille Donker advocaten) namens de Stichting Tegen Vermiming Zondagopenstelling, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en Reformatorisch Maatschappelijke Unie van Werknemers, met ovemame van de in het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften vervatte overwegingen, d.d. 20 december 2012, ontvankelijk doch ongegrond te verklaren en het besluit tot vaststelling van de Verordening Winkeltijden gemeente Bmnssum 2012, d.d. 18 april 2012, in stand te laten onder uitbreiding van de motivering zoals in bovenstaande considerans genoemd, 2. Het verzoek om proceskostenvergoeding, met ovemame van de in het advies van de Commissie voor de Bezwaarschriften vervatte overwegingen d.d. 20 december 2012, af te wijzen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 van 7