Economie Formuleblad Hoofdstuk 1. Marginaal product van arbeid = de toename in de productie van een goed bij inzet van één extra eenheid arbeid. MPL = X/ L of MPL = dx/dl Hoofdstuk 2. Prijselasticiteit Algemene formule (prijselasticiteit vraag): Vraag Aanbod Hoofdstuk 3. Optimale keuze v/d consument
Hoofdstuk 4. Isoquant 𝐌𝐓𝐒𝐆𝐤𝐥 = indicator voor mate waarin producent arbeid en kapitaal kan substitueren bij eenzelfde output. Isokostenlijn Isokostenlijn = rechte die alle combinaties van arbeid en kapitaal weergeeft die, bij gegeven inputprijzen, dezelfde totale kosten opleveren. Optimale keuze van de producent
Hoofdstuk 5. Maximale winst: MO(x) = MK(x) Hoofdstuk 7. W Y C + I + G + NX BBP 𝒃𝒃𝒑 = 𝒏𝒊-𝟏 𝒑𝒊 𝒙𝒊 𝑝0 : 𝑚𝑎𝑟𝑘𝑡𝑝𝑟𝑖𝑗𝑠 𝑣𝑎𝑛 𝑓𝑖𝑛𝑎𝑎𝑙 𝑔𝑜𝑒𝑑 𝑖 𝑥0 : ℎ𝑜𝑒𝑣𝑒𝑒𝑙ℎ𝑒𝑖𝑑 𝑣𝑎𝑛 𝑓𝑖𝑛𝑎𝑎𝑙 𝑔𝑜𝑒𝑑 𝑖 𝑛: ℎ𝑒𝑡 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑓𝑖𝑛𝑎𝑙𝑒 𝑔𝑜𝑒𝑑𝑒𝑟𝑒𝑛 𝑒𝑛 𝑑𝑖𝑒𝑛𝑠𝑡𝑒𝑛 𝑖𝑛 𝑑𝑒 𝑒𝑐𝑜𝑛𝑜𝑚𝑖𝑒 𝒏𝒆𝒕𝒕𝒐 𝒏𝒂𝒕𝒊𝒐𝒏𝒂𝒂𝒍 𝒊𝒏𝒌𝒐𝒎𝒆𝒏 = 𝒏𝒏𝒊 = 𝒃𝒃𝒑 𝑭𝒖 + 𝑭𝒐 𝑫𝑬𝑷 Nominale bbp = Reële bbp = Indexen Nominale index = Hoeveelheidsindex van Laspeyres = Hoeveelheidindex van Paasche = Prijsindex van Laspeyres: = Prijsindex van Paasche = Hoofdstuk 8. Economische groei = % toename van het bbp of Y (reëel = in volume = tegen constante prijzen) over langere periode Constante groei Exponentieel verloop: Lineair verloop:
Groei bbp per capita De groeivoet van het bbp per capita de groeivoet van de bbp, verminderd met de groeivoet van de bevolking Groeiboekhouding Y = Y(L, H, K, T) Neoklassieke groeitheorie Y = Y(L, K, T) o Constante schaalopbrengsten (= als arbeid en kapitaal met eenzelfde percentage toenemen zal output ook met datzelfde percentage toenemen) o Afnemend marginaal product van L en K o L en T exogeen (Y = Y(K; L, T)) o Gesloten economie, zonder overheid (S=I) Y = Y(K) S=I S = sy ΔK = I δk afnemend marginaal product van K bruto S en bruto I s: spaarquote δ:depreciatiegraad Steady-state oplossing: ΔK = 0 (à kapitaalgoederen voorraad blijft gelijk) of I = δk of sy = δk Hoofdstuk 10. Gesloten economie zonder overheid: Aggregatieve vraag: 𝐘𝐯 = 𝐂 + 𝐈𝐞𝐚 geplande/gewenste I = Iea Iep= gerealiseerde I Consumptiefunctie: 𝐂 = 𝐂𝟎 + 𝐜𝐘 o C^ = autonome consumptie o c = MCQ = a b
Spaarfunctie: S = C 0 + sy o s = 1 c o C^ = autonome sparen o s = MSQ = f b Investeringsfunctie: I ea = I 0 bi o I^ = autonome investeringen o o b = kl mn ko I ea = I indien de investeringen autonoom zijn Het macro-economisch evenwicht Algemene evenwichtsvoorwaarde: Y = C + I ea Y e = C 0qI OF Y 1rc e = C 0qI s (= gereduceerde vorm van Y) Beknopte evenwichtsvoorwaarde (lekken = injecties) S = I ea De investeringsmultiplicator ΔY u = k l ΔI uw k I = ΔY e = 1 ΔI ea 1 c = 1 (> 1) s met k l = investeringsmultiplicator. Hoofdstuk 11. Evenwichtsvoorwaarden Gesloten economie mét overheid (en c st P-peil): Algemene evenwichtsvoorwaarde: Y = Y v = C + I ea + G met C = C^ + cy ~ = C^ + c(y T) en c = MCQ = a Per definitie geldt dat Y C + S + T, zodat: C + S + T = C + I uw + G S + T = I ea + G = beknopte evenwichtsvoorwaarde (lekken = injecties) Gereduceerde vorm: Y e = C 0qI qg rct 1rc Budgettaire multiplicatoren: k = b m = rˆ, k = b m = rˆ rˆ Overheidstekort (DEF) = overheidsbestedingen (G) netto-belastingen (T)
Hoofdstuk 12. Enkele geldbegrippen Basisgeld = alle munten en biljetten uitgegeven door de centrale bank = M b Chartaal geld = munten en biljetten in handen van het publiek = M b p Giraal geld = zichtdeposito s bij de banken = D Bankreserves = bankbiljetten in handen van de banken en deposito s banken bij de centrale bank = M b b Aanwending geldbasis: M b = M b p + Mb b Geldaanbod: chartaal geld + giraal geld = M s = M b p + D Geldbasismultiplicator Verhouding geldaanbod/geldbasis: M = M Ž + D M Ž Ž M Ž + M Ž M = M Ž /D + 1 M Ž M Ž /D + M Ž Ž /D Met ƙ = M b p /D (chartale geldvoorkeurcoëf. publiek) ρ = M b b /D (reservecoëfficiënt banken) M s = ƙ + 1 ƙ + ρ M b ð Geldaanbod is veelvoud van geldbasis De vraag naar geld: Evenwicht op de geldmarkt: M = M (Y, i) M d Y, i = M s P IS/LM model IS-curve: verband tussen Y en i waarvoor evenwicht op goederenmarkt LM-curve: verband tussen Y en i waarvoor evenwicht op geldmarkt Hoofdstuk 13. Werkloosheidsgraad: Werkgelegenheidsgraad: Activiteitsgraad = natuurlijke werkloosheidsgraad
Factoren die een invloed kunnen uitoefenen op LOC, PZC en U* Monetaire verklaring van inflatie Philipscurve Werkloosheid KT (u) werkloosheid LT (u*) als het verwachte prijspeil Pe feitelijk P e u < u* als P < P e u > u* als P > P Hoofdstuk 14. Multiplicatorwerking wordt afgezwakt door z (=exportmultiplicator)