Samenvatting Economie Module 1 + 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Module 1 + 2"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Module Samenvatting door C woorden 15 december keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 voor niks gaat de zon op 1 kiezen is kostbaar Dingen die je wilt (hebben), worden behoeften genoemd. Onze behoeften hebben een belangrijke eigenschap: ze zijn onbegrensd. De behoeften die iemand heeft, hangt af van zijn/haar voorkeuren. Om je behoeften te bevredigen, heb je middelen nodig. Middelen zijn niet onbeperkt beschikbaar, er ontstaat schaarste. Middelen zijn alternatief aanwendbaar= je kunt met hetzelfde middel verschillende behoeften bevredigen. Aanwendingsrichting = de manier waarop je een middel gebruikt. ** Mensen hebben behoeften en beschikken over middelen om in deze behoeften te voorzien. Behoeften zijn onbegrensd, middelen zijn beperkt aanwezig. Hierdoor ontstaat er schaarste. Middelen zijn ook alternatief aanwendbaar. Daarom moeten er keuzes worde gemaakt: op welke manier worden de middelen ingezet om de behoeften te bevredigen? Het vak economie gaat over het maken van de beste keuzes. Het gebruik van een middel levert geld op: dit zijn de opbrengsten, ook wel baten genoemd. Het gebruik van een auto (middel), om naar de supermarkt te gaan brengt ook kosten met zich mee (benzine) Baten = hoeveel heb je ervoor over om iets wel/niet te doen. Hoe kun je een middel het best gebruiken? Bepaal alle verschillende manieren waarop een middel gebruikt kan worden Bereken voor iedere aanwendingsrichting de kosten en de baten Kies de aanwendingsrichting waarbij de opbrengsten het meest boven de kosten uitstijgen; deze aanwendingsrichting levert het meeste voordeel op 2 kiezen of delen De optelsom van alle middelen die iemand heeft, is zijn budget. Er zijn 2 soorten middelen: Tastbare middelen à alle goederen en geld waar iemand over beschikt. Tijd Het budget beperkt de keuzes die iemand kan maken, budget kun je aan verschillende dingen besteden. Productcombinaties = het budget kun je aan verschillende middelen besteden; een combinatie van 2 producten; sporten en uitslapen; hamburger en cola. Een budgetlijn = een lijn waarmee je kan achterhalen welke productcombinaties je met een bepaald budget kan kopen. Het laat Pagina 1 van 8

2 zien wat je wel en niet binnen je budget past. Budget = (prijs goed 1 x aantal goed 1) + (prijs goed 2 x aantal goed 2) **De optelsom van alle middelen is het budget. Dit budget bepaalt over welke middelen iemand kan beschikken. De budgetlijn geeft alle mogelijke productcombinaties die max. gekocht kunnen worden met een bepaald budget. De budgetlijn verschuift naar links bij een kleiner budget en naar rechts bij een groter budget. De helling van de budgetlijn verandert als de prijs van een van de producten verandert hoofdstuk 2 van ruilen komt geen huilen 1 wederzijds voordeel Een ruil komt alleen tot stand als het beide partijen voordeel oplevert. Als dit voor beide partijen zo is noem je dat wederzijds voordeel. Een economie zonder ruil is een economie in autarkie, dit komt in de praktijk niet voor, het is altijd mogelijk iets te ruilen met iemand waarbij er wederzijds voordeel ontstaat. Om te kunnen ruilen moet de ruilverhouding bekend zijn; Ruilverhouding = de waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van het andere middel; Een paar sportschoenen is bijvoorbeeld 3 boeken waard. De ruilverhouding is dan 1: 2 transactiekosten en instituties Transactiekosten zijn kosten die gemaakt worden voor het maken van een geschikte ruil; transportkosten, zoekkosten, menukosten, reiskosten, administratieve kosten etc. Om twee redenen spelen transactiekosten een belangrijke rol in de economie: Ze kunnen het wederzijdse voordeel van een ruil vernietigen waardoor een ruil niet doorgaat à de baten van de ruil zijn hoger dan de kosten. Ze verklaren het ontstaan van instituties à een plek die het ruilen van een product makkelijker maakt en hierdoor de transactiekosten verlaagt. ** Middelen kunnen geruild worden als dat wederzijds voordeel oplevert. De ruilverhouding bepaalt of dat zo is. Een ruil komt alleen tot stand als het wederzijdse voordeel groter is dan de transactiekosten van de ruil. Een institutie kan de transactiekosten verlagen. Als er niet geruild wordt, is een economie in autarkie. Behoeften worden dan minder goed bevredigd dan in een economie met ruil. 3 ruil, scholing en specialisatie Om te kunnen ruilen, moet je altijd iets aan te bieden hebben. In ruil voor tijd kan werk verricht worden; zo ontstaat arbeid. Bij arbeid wisselen productie en consumptie elkaar af: iedereen is zowel consument als producent. Producent = een persoon of organisatie die producten/diensten leveren. Productie = een transformatie van inputs naar goederen en/of diensten. Consument = iemand die goederen/diensten koopt om daarmee zijn behoeften te voorzien. Pagina 2 van 8

3 Consumptie = het kopen van goederen en/of diensten om behoeften te bevredigen. De beloning voor arbeid is afhankelijk van de arbeidsproductiviteit = de productie per gewerkte tijdseenheid (per uur) De arbeidsproductiviteit kan op 2 manieren verhoogd worden Scholing = het opdoen van nieuwe kennis en het aanleren van nieuwe vaardigheden. Specialisatie = het productieproces wordt verdeeld over meerder mensen en er ontstaat hierdoor arbeidsdeling = iedereen vervult een deeltaak, waardoor iedereen steeds beter word in het uitvoeren van één bepaald onderdeel. Transactiekosten, specialisatie en arbeidsdeling bepalen samen de organisatievorm: de manier waarop alle activiteiten van een institutie onderling georganiseerd zijn. ** Iedereen is zowel consument als producent. Hoeveel iemand verdient is afhankelijk van zijn arbeidsproductiviteit. Scholing en specialisatie verhogen de arbeidsproductiviteit. Door verregaande specialisatie ontstaat arbeidsdeling. Transactiekosten, specialisatie en arbeidsdeling bepalen samen de organisatievorm van een institutie. hoofdstuk 3 geld, de smeerolie van ruil 1 geld, geld geld, alles kun je kopen met geld Geld was een praktische uitvinding, door van alle middelen de ruilverhouding tot een en hetzelfde middel (geld) te bepalen (de prijs), dalen de transactiekosten van ruil. Geld heeft 3 functies: Ruilmiddel = hiermee kunnen goederen en diensten worden geruild (geld en middel) Oppotmiddel = hiermee kan de aanwending van geld uitgesteld worden. (tijd) Rekenmiddel = hiermee kan je de waarde van verschillende middelen met elkaar vergelijken en rekenen. 2 de verschijningsvormen van geld Om geld te gebruiken als ruil, oppot en rekenmiddel moet het aan 4 eisen voldoen: 4. Geld moet deelbaar zijn; delen door euromunten. Geld moet handzaam zijn; makkelijk mee te nemen. Geld moet duurzaam zijn; het moet lang mee gaan en niet slijten. Geld mag niet gemakkelijk na te maken zijn; dan komt er meer geld in omloop. De edelmetalen goud en zilver waren geschikt om als geld te functioneren. Munten van edelmetaal lokten het ontstaan van bankbiljetten uit. Mensen die hun gouden en zilveren munten naar een bank brachten, kregen daarvoor als bewijs een geldwissel; er stond op hoeveel munten je naar de bank had gebracht. Mensen gingen met die geldwisselbiljetten betalen waardoor snel de bankbiljetten ontstonden. Modern geld is fiduciair = de waarde ervan is gebaseerd op vertrouwen. Fiduciair geld komt op twee manieren voor: Als chartaal geld = geld dat je kunt aanraken, euromunten en biljetten in je portemonnee. Als giraal geld = geld dat je niet kan aanraken, het is het te goed dat op de bankrekeningen staat. ** Geld is ontstaan om ruilen te vergemakkelijken. Het wordt ook gebruikt as rekenmiddel en oppotmiddel. Door de technische vereisten aan geld kan niet ieder middel als geld dienst doen. In moderne economieën bestaat alleen fiduciair geld. Dit geld is gebaseerd op vertrouwen en komt als chartaal en giraal geld voor. Pagina 3 van 8

4 3 de waarde van geld Chartaal geld heeft 3 waarden: De intrinsieke waarde = de waarde van het materiaal waarvan het geld gemaakt is. De nominale waarde = de waarde die op chartaal geld afgebeeld is. De interne waarde = de koopkracht van het geld, hoeveel je ermee kan kopen. Giraal geld heeft alleen een nominale en een interne waarde. De nominale waarde van geld blijft altijd gelijk. De intrinsieke waarde van geld schommelt met de grondstofprijzen. De interne waarde van geld verandert in de loop der tijd en bijna altijd in dezelfde richting: naar beneden. De verandering van het algemene prijspeil door de tijd noem je inflatie; je kan nu minder van je geld kopen dan tien jaar geleden. De Wet van Gresham zegt dat de ervaringsgegeven met een relatief hoge intrinsieke waarde uit de omloop gaat; gewone euromunt vs gouden euromunt. 4 waar komt geld vandaan? Chartaal geld wordt in omloop gebracht door de centrale bank. Deze bank reguleert ook de girale geldhoeveelheid; de banken (ING) hebben hier hun bankrekening. De Nederlandsche Bank (DNB) is de centrale bank van Nederland. DNB is een onderdeel van het netwerk van centrale banken dat verantwoordelijk is voor de euro. Dit netwerk word geleid vanuit Frankfurt waar de Europese Centrale Bank staat. Geldschepping = het in omloop brengen van nieuw geld. De centrale bank kan het geld op twee manieren in omloop brengen: Door het uitgeven van chartaal geld. Door het uitgeven van giraal geld. De maatschappelijke geldhoeveelheid = de optelsom van al het chartale en girale geld dat in handen is van gezinnen en bedrijven. ** Geld heeft een intrinsieke, nominale en interne waarde. De daling van de interne waarde in de tijd heet inflatie. Als er meer geld in omloop wordt gebracht, stijgt de inflatie. De centrale bank beïnvloedt met haar beleid de grootte van de maatschappelijke geldhoeveelheid. De Europese Centrale Bank streeft een inflatie van twee procent na. Bij een te hoge inflatie verhoogt EBC de rente, bij een te lage inflatie probeert de ECB met een lage rente de maatschappelijke hoeveelheid te vergroten. Hoofdstuk 1 de vraag naar producten 1 de individuele vraag Mensen willen hun behoeften bevredigen, hieruit ontstaat de individuele vraag naar een product. Hoe hoger de prijs van een product, hoe lager de gevraagde hoeveelheid, dus hoe duurder een product, hoe minder je er van wilt kopen. Er is dus sprake van een omgekeerd evenredig verband tussen prijs en de gevraagde hoeveelheid à dit is de wet van vraag. Pagina 4 van 8

5 Vanuit de individuele vraag kun je de betalingsbereidheid afleiden. Betalingsbereidheid = de maximale prijs die een consument bereid is te betalen per producteenheid bij een gegeven aantal producteenheden. De individuele vraag geeft de betalingsbereidheid voor een product weer en is afhankelijk van de volgende 4 dingen: De individuele voorkeuren van de consument. Het beschikbare budget. De aanwezigheid van substitueerbare en complementaire producten Substitueerbare producten = product dat in de ogen van de consument kan voorzien in dezelfde behoeften; het stillen van je honger met (appel en boterham) Complementaire producten = product dat samen met een ander product voorziet in de bevrediging van een behoefte. (Batterij en afstandsbediening) 4. Exogene factoren = omstandigheden waar betrokkenen geen invloed op hebben; weer of verkeersdrukte. IJs met mooi weer. Consumentensurplus = optelsom van de individuele welvaartwinst, het verschil met de prijs en betalingsbereidheid. Dit ontstaat wanneer mensen bereid zijn meer te betalen voor het product. Individuele consumentensurplus = Omdat het in sommige gevallen om het consumentensurplus van één consument gaat. Een vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een geheel getal is noem je een discrete vraag; je kan geen halve balpen of 1,5 telefoon hebben. Als de gevraagde aantallen wel gebroken getallen mogen zijn, kun je de vraag van de consument weergeven als een individuele vraaglijn. In dit geval kan 1,5 wel. De lijn die bij verschillende prijzen aangeeft hoeveel eenheden een groep consumenten van het product willen kopen noem je de vraaglijn. De continue vraag = alle combinaties van prijs en gevraagde hoeveelheid waarbij ook alle combinaties van gebroken getallen mogelijk zijn. Consumentensurplus= 0,5 x (MAX- MINPRIJS) X Q ** De wens om behoeften te bevredigen resulteert in een vraag naar producten. Het verschil tussen de prijs die een consument bereid is te betalen voor een product en de prijs die hij moet betalen bij aankoop, is het consumentensurplus. Dit surplus is de maatstaf voor het welbevinden van deze aankoop. De vraag naar een product wordt beïnvloed door de individuele voorkeuren, het beschikbare budget, de aanwezigheid van substitueerbare producten, het bestaan van complementaire producten en exogene factoren. 2 de collectieve vraag Het verband tussen de prijs en de hoeveelheid die door een hele groep mensen wordt gevraagd, is de collectieve vraag; deze vraag kun je afleiden voor iedere groep consumenten, welke groep van toepassing is, is afhankelijk van het afzetgebied. Het afzetgebied is het gebied waar de producent zijn producten verkoopt; in heel Nederland of alleen een dorp? De een is dus benieuwd naar de collectieve vraag is het dorp en de ander in Nederland. Collectieve consumentensurplus = de mate waarin de consumptie van een product bijdraagt aan het welbevinden van alle consumenten in de groep. 3 prijselasticiteit Prijselasticiteit = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van een procentuele verandering van de prijs. prijselasticiteit=procentuele verandering gevraagde hoeveelheidprocentuele verandering prijs Omzet = de totale opbrengst. Pagina 5 van 8

6 4 inkomenselasticiteit Inkomenselasticiteit = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van een procentuele verandering van het inkomen inkomenselasticiteit=procentuele verandering gevraagde hoeveelheidprocentuele verandering inkomen We onderscheiden 2 typen goederen Normale goederen = goederen waarvan de gevraagde hoeveelheid stijgt als het inkomen toeneemt, er wordt meer gekocht als het inkomen toeneemt. Inferieure goederen = goederen waarvan de gevraagde hoeveelheid daalt als het inkomen toeneemt ( tussen de 0 en de -10) Er zijn daarnaast 2 soorten normale goederen: Luxegoederen = goederen waarvan de gevraagde hoeveelheid meer dan evenredig stijgt als het inkomen toeneemt (tussen de 1 en 10) (Auto en vakantie) Noodzakelijke goederen = goederen waarvan de gevraagde hoeveelheid minder dan evenredig stijgt als het inkomen toeneemt. (tussen de 0 en 1) (Energie en voeding) ** Elasticiteiten geven de procentuele verandering van een variabele als gevolg van een procentuele verandering van een andere variabele. De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid is een negatief getal vanwege de wet van de vraag. Met de inkomenselasticiteit kunnen goederen worden ingedeeld in normale goederen en inferieure goederen. Er zijn twee soorten normale goederen: noodzakelijke goederen en luxegoederen H2 het aanbod van producten 1 productie Produceren betekent dat er productiefactoren worden gebruikt om een product te maken. Er zijn vier productiefactoren: 4. Arbeid = het menselijk handelen tijdens de productie Kennis = omvat alle kunde en vaardigheden die in het productieproces worden gebruikt. Kapitaal = er zijn twee soorten kapitaal: Fysiek kapitaal = bijv. bedrijfsauto, fabriekshal etc. Financieel kapitaal = het geld dat nodig is om een product te produceren. Locatie = de plek waar de productie plaatsvind. Productiefactoren beïnvloeden elkaar. De productiefunctie = geeft aan hoeveel producten geproduceerd kunnen worden met de inzet van een bepaald aantal productiefactoren. Pagina 6 van 8

7 2 productiekosten De kosten die gemaakt worden om iets te produceren, zijn de productiekosten. Er zijn twee soorten productiekosten: Vaste kosten (VK) = kosten die niet veranderen als er meer of minder wordt geproduceerd. (Huur, aanschafkosten) Variabele kosten (VK) = kosten die wel veranderen als er meer of minder wordt geproduceerd. (Arbeidsloon) De hoogte van variabele kosten wordt bepaald door de productiefunctie. Uiteindelijk zal de producent moeten kijken naar alle kosten die hij maakt, dat zijn de Totale kosten = de optelsom van de variabele kosten en de vaste kosten. De gemiddelde totale kosten (GMK) = de totale kosten per geproduceerde eenheid. gemiddelde totale kosten=totale kostenproductieomvang De marginale kosten (MO) zijn de extra totale kosten die gemaakt worden om een extra eenheid te produceren. marginale kosten=extra totale kostenextra geproduceerde eenheid De marginale kosten zijn gelijk aan de toename van de totale kosten als er een extra eenheid wordt geproduceerd. Het berekenen van de marginale kosten is nodig om te bepalen hoeveel een producent zal produceren. ** De productiefunctie geeft de maximaal mogelijke productieomvang bij een gegeven inzet van de productiefactoren. Hieruit volgen de totale productiekosten: de optelsom van de variabele en vast kosten. Variabele kosten variëren met de productieomvang, vaste kosten doen dat niet. Van de vaste kosten worden twee belangrijke kostensoorten afgeleid: de gemiddelde totale kosten en de marginale kosten 3 opbrengsten, winst en winstmaximalisatie Individuele aanbodlijn = het aantal eenheden dat een producent aanbiedt bij een bepaalde prijs (Bloemenveiling of aandelenbeurs) De totale opbrengst = gelijk aan de prijs vermenigvuldigd met het aantal verkochte eenheden. Totale opbrengst (TO) = prijs x productieomvang = TO De gemiddelde opbrengst (GO) = de opbrengst per verkochte eenheid. gemiddelde opbrengst=totale opbrengstproductieomvang De marginale opbrengst (MO) is de opbrengst van de laatst verkochte eenheid. Anders gezegd: de marginale opbrengst is gelijk aan de verandering in de TO als er één extra eenheid wordt verkocht. marginale opbrengst=extra totale opbrengstextra verkochte eenheid MO = prijs = GO Het verschil tussen de TO en de TK is de winst = TO TK Het break-evenpoint = productieomvang waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale kosten (geen winst & geen verlies) P=GTK - GO=GTK - TO=TKQ=Q - TO=TK Net als voor consumenten kun je ook voor producten het welbevinden van productie bepalen. Dit bereken je in twee stappen: Bereken voor ieder stuk dat wordt geproduceerd het verschil tussen wat de producent minimaal moet krijgen voor dat stuk en wat hij feitelijk betaald krijgt Tel alle verschillen bij stap 1 bij elkaar op Producenten surplus = optelsom van het verschil voor ieder stuk wat een producent minimaal moet krijgen en de prijs. 4 individueel en collectief aanbod Het totale aanbod van een product is gelijk aan de optelsom van wat alle individuele producenten aanbieden à collectieve aanbod. De collectieve aanbodlijn is bijzonder als de MK constant zijn. In dat geval loopt de MK-lijn horizontaal: bij iedere productieomvang horen namelijk dezelfde MK. Pagina 7 van 8

8 ** Om zijn winst te maximaliseren, moet een producent een productieomvang kiezen bij MO = MK. Voor een producent die geen invloed heeft op de prijs, geld MO = prijs. Met deze informatie kun je de individuele aanbodlijn afleiden. Die valt samen met de MK-lijn voor zover deze boven de GTK-lijn ligt. Als je alle individuele aanbodlijnen bij elkaar optelt, ontstaat de collectieve aanbodlijn. Het welbevinden van producenten wordt gemeten met het producenten surplus: het verschil tussen wat een producent minimaal betaald moet krijgen en de feitelijke verkoopprijs. Hoofdstuk 3 het marktmechanisme 1 prijsvorming Er komt een prijs tot stand als de markt in evenwicht is. Een marktevenwicht bestaat dus uit twee getallen: Een evenwichtsprijs = prijs waarbij de aangeboden hoeveelheid gelijk is aan de gevraagde hoeveelheid. Een evenwichtshoeveelheid = verhandelde hoeveelheid producten bij marktevenwicht. Er is sprake van marktevenwicht als aan twee voorwaarden is voldaan: De gevraagde hoeveelheid is gelijk aan de aangeboden hoeveelheid. Alle individuelen aanbieders maximaliseren hun winst. Een maatstaaf voor het welbevinden van consumenten en producenten gezamenlijk is het totale surplus: de optelsom van het consumentensurplus en het producenten surplus. Soms wordt het marktevenwicht bepaald door een marktmeester, zoals op de effectenbeurs. Meestal zijn het de krachten van het collectieve aanbod en de collectieve vraag die in de markt in evenwicht brengen. Dit is het marktmechanisme. Veranderingen in het aanbod of de vraag veranderen het marktevenwicht. Bij een aanbodoverschot is het aanbod hoger dan de vraag naar een product. Bij een vraagoverschot is de vraag hoger dan het aanbod naar een product. Bij een aanbodoverschot daalt de prijs totdat er een nieuw evenwicht is bereikt. Bij een vraagoverschot stijgt de prijs totdat er een nieuw evenwicht is bereikt. Het mechanisme waarbij de krachten van het collectieve aanbod en de collectieve vraag de markt in evenwicht brengen noem je de onzichtbare hand. Een andere naam hiervoor is de vrije prijsvorming. 2 prijsveranderingen ** Op markten waar individuele aanbieders en vragers geen invloed hebben op de prijs, komt de prijs tot stand door het samenspel van het collectieve aanbod en de collectieve vraag. Als deze aan elkaar gelijk zijn, is de markt in evenwicht. Het marktevenwicht kent een evenwichtsprijs en een evenwichtshoeveelheid. Deze veranderen alleen als de collectieve vraag of het collectieve aanbod verandert. Pagina 8 van 8

Samenvatting Economie Module 2

Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht

Nadere informatie

Samenvatting Economie H1 t/m H3

Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting door J. 1711 woorden 28 oktober 2012 7,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Samenvatting Module 1 Hoofdstuk 1 t/m 3. Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op

Nadere informatie

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie gaat in essentie over het maken van keuzes. De behoeften van mensen zijn onbegrensd, maar hun middelen zijn beperkt. Door dit spanningsveld

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid

Nadere informatie

Economie Module 2 & Module 3 H1

Economie Module 2 & Module 3 H1 Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 1 en 2

Samenvatting Economie Module 1 en 2 Samenvatting Economie Module 1 en 2 Samenvatting door J. 4726 woorden 2 november 2013 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie 4 havo samenvatting. Dingen die je wilt (wensen)

Nadere informatie

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?

Nadere informatie

Samenvatting Economie MODULE 1 (H1,H2,H3)

Samenvatting Economie MODULE 1 (H1,H2,H3) Samenvatting Economie MODULE 1 (H1,H2,H3) Samenvatting door M. 2718 woorden 25 maart 2013 6,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Module 1 Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 - Begrippen: behoeften,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk

Nadere informatie

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen Samenvatting door A. 1641 woorden 27 januari 2013 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 Schaarste: de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

p1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn.

p1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn. 1. Wat zijn behoeften? 2. Waarom is er sprake van schaarste bij behoeften? 3. Leg uit waarom netto-baten een beter begrip bij te keuzen maken dan baten. 4. Leg met een voorbeeld uit wat alternatief aanwendbaar

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie 1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering

Nadere informatie

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden. Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

Economie Module 3 H1 & H2

Economie Module 3 H1 & H2 Module 3 H1 & H2 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7 Samenvatting Economie Hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1407 woorden 7 jaar geleden 5,7 38 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 3 Hoe werken markten? Marktmechanisme:

Nadere informatie

Vwo 4. Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste

Vwo 4. Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste Vwo 4 Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste De partij wil de bezuinigingen op kinderopvang (250 miljoen) en infrastructuur (ook 250 miljoen) terugdraaien. ''Die bezuinigingen zijn

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt en overheid

Samenvatting Economie Markt en overheid Samenvatting Economie Markt en overheid Samenvatting door M. 1925 woorden 2 jaar geleden 8,3 28 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en presentaties

Nadere informatie

Katern 2 Markten en welvaart

Katern 2 Markten en welvaart Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de

Nadere informatie

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen. Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid

Nadere informatie

Domein markt: volkomen concurrentie

Domein markt: volkomen concurrentie Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als

Nadere informatie

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet

Nadere informatie

Evenwichtspri js MO WINST

Evenwichtspri js MO WINST Volkomen concurrentie Volledige mededinging Hoeveeldheidsaanpassing: prijs komt door Qa en Qv tot stand, individu heeft alleen invloed op de hoeveelheid die hij gaat produceren Veel vragers en veel aanbieders

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1527 woorden 30 maart 2012, 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 4.1 De markt als organisator: De bevoorrading van bijvoorbeeld

Nadere informatie

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte

Nadere informatie

2. wat nog belangrijker is welke wensen je bovenaan je lijstje zet. Je moet je wensen op volgorde zetten: wat het meest belangrijk is bovenaan.

2. wat nog belangrijker is welke wensen je bovenaan je lijstje zet. Je moet je wensen op volgorde zetten: wat het meest belangrijk is bovenaan. Samenvatting door Romy 2193 woorden 8 december 2015 7 10 keer beoordeeld Vak Economie 2.1 In ons dagelijks leven maken wij voortdurend keuzes omdat we nu eenmaal niet alles tegelijk kunnen doen of ons

Nadere informatie

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten. Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus

Nadere informatie

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt: Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober keer beoordeeld

5,5. Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2992 woorden 20 oktober 2015 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Opbrengst, totale kosten en winst De opbrengst of omzet wordt uitgedrukt in geld (euro s) en

Nadere informatie

2.1 De vraag naar spijkerbroeken

2.1 De vraag naar spijkerbroeken 2.1 De vraag naar spijkerbroeken Voorbeeld 1: Q v = -0,10P + 9 met Q v = gevraagde hoeveelheid spijkerbroeken van Petra P = prijs van een spijkerbroek in euro s P 90 80 60 30 0 Q v 0 1 3 6 9 Er is een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 3

Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting door een scholier 2365 woorden 16 jaar geleden 7,5 50 keer beoordeeld Vak Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Concrete markt - het geheel van vraag naar en aanbod

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument & Producent

Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen

Nadere informatie

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

H2 Te veel geld maakt ongelukkig Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:

Nadere informatie

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september 2004 7,1 10 keer beoordeeld Vak Economie MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Economie gaat over de behoeften (de wensen) van mensen. Behoeften

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2

Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2 Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2 Samenvatting door Martijn 1605 woorden 29 oktober 2015 6,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: kiezen en ruilen Schaarste is de spanning tussen de menselijke

Nadere informatie

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! Opgaven vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn van

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3

Domein D: Concept markt. Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Havo 5 Module 2 en 3 Domein D: Concept markt Winst = omzet kosten TW = TO TK TO = 2000 TK = 1500 TW = 500 Omzet per product = gemiddelde omzet = prijs = GO TO = 2000 Als afzet is

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften

Nadere informatie

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

1 De bepaling van de optimale productiegrootte 1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem

Nadere informatie

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Eco samenvatting; hs 2 + 5 Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product

Nadere informatie

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren

Nadere informatie

Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur.

Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur. Voorwoord Dit is het overzicht van de studiestof van het vak Grondslagen Micro-Economie. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur. Dit overzicht is geschreven naar eigen inzicht van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vraag en Aanbod

Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting Economie Vraag en Aanbod Samenvatting door Y. 1883 woorden 5 juli 2017 8,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Concrete markt-->vragers en aanbieders komen op bepaalde

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier 2646 woorden 23 juni keer beoordeeld. Economie Lesbrief Vervoer Hoofdstuk 1 t/m 5

6,3. Samenvatting door een scholier 2646 woorden 23 juni keer beoordeeld. Economie Lesbrief Vervoer Hoofdstuk 1 t/m 5 Samenvatting door een scholier 2646 woorden 23 juni 2011 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie Lesbrief Vervoer Hoofdstuk 1 t/m 5 Hoofdstuk 2 Opbrengst, totale kosten en winst De opbrengst

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5

Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting door een scholier 2679 woorden 14 juni 2011 7,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 3. De producent: prijzen, kosten en aanbod

Nadere informatie

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt De perfect werkende markt is een model dat beschrijft hoe markten het meest optimaal zouden functioneren. Bij het bestuderen van echte markten

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8 Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april 2016 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting hoofdstuk 8 Een markt is een plaats waar vragers en aanbieders elkaar treffen.

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen. Samenvatting door A. 1304 woorden 7 februari 2017 7,6 23 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting vraag & aanbod Hoofdstuk 1 Concrete markt: vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod

Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod Economie, een Inleiding Hoofdstuk 3: Vraag en Aanbod 1 Vraag en Aanbod - Inhoudstafel 1. De vraag als uitdrukking van bereidheid tot betalen 2. Het aanbod als uitdrukking van marginale kosten 3. Prijsvorming

Nadere informatie

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? VRAAG & AANBOD WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? De vraag naar een product kan bepaald worden door: Ø Een toe of afname van de bevolking Ø Een toe of afname van het inkomen Ø Een toe of afname behoeften

Nadere informatie

6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld

6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 1 t/m 8

Samenvatting Economie Module 1 t/m 8 Samenvatting Economie Module 1 t/m 8 Samenvatting door een scholier 11175 woorden 14 mei 2015 7,1 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Module 1 - HOOFDSTUK 1: Voor niks gaat de zon

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Producenten

Samenvatting Economie Producenten Samenvatting Economie Producenten Samenvatting door een scholier 1593 woorden 11 jaar geleden 5,3 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Hoofdstuk 2 Producenten 2.1 Introductie Als de producent gaat

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting door een scholier 1806 woorden 8 april 2003 6,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie, Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19.

Nadere informatie

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN havo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3 Samenvatting Economie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1330 woorden 15 februari 2011 5,6 39 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie samenvatting hoofdstuk 1. 1.1 Directe ruil =

Nadere informatie

H3 Hoe werken markten

H3 Hoe werken markten H3 Hoe werken markten 3.1 Markten marktmechanisme Organisatie door Marktmechanisme Vragers en aanbieders met eigen belang Aanbieders passen aan aan vragers. Soorten markten één, enkele of veel aanbieders

Nadere informatie

http://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar!

http://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar! Opgave 1 Gulden (ƒ) wordt euro ( ) Geld is een (1) aanvaard ruilmiddel. De maatschappelijke geldhoeveelheid in Nederland bestaat uit munten, bankbiljetten en (2). De komende jaren worden de functies van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting door een scholier 2032 woorden 16 januari 2003 8,1 27 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent Hfst 1 De klant 1.1 het marktaandeel

Nadere informatie

WAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel!

WAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel! GELDZAKEN havo 4 WAT IS GELD? Een betaalmiddel Chartaal geld: alle bankbiljetten en munten Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel! Giraal geld: digitaal geld = onstoffelijk (niet tastbaar) Giraal

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2397 woorden 9 januari 2011 5,1 1 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart 2003 6 14 keer beoordeeld Vak Economie Monetair Beleid 1. Inleiding en herhaling Chartaal en giraal geld vormen samen de maatschappelijke geldhoeveelheid

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

De spanning tussen de beperkte middelen (tijd en geld) en de oneindige behoeften van de mens = keuzestress.

De spanning tussen de beperkte middelen (tijd en geld) en de oneindige behoeften van de mens = keuzestress. Samenvatting door Martijn 2576 woorden 3 maart 2018 9,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Samenvatting Economie H1 en H2 1. Keuzes maken Hoe maak je keuzes? De spanning tussen de beperkte

Nadere informatie

UIT doelstellingen en grafieken

UIT doelstellingen en grafieken Vraaglijn is prijs-afzetlijn. De vraaglijn die we kennen van de perfect werkende markt, zien we terug bij de niet perfecte marktvormen. Het drukt nu de betalingsbereidheid van de klant voor het specifieke

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 138 woorden 17 december 2013 5 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 1.1 Schaarste à de spanning tussen de menselijke behoeften

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping

Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschep Begrippenlijst door V. 902 woorden 8 juni 2013 3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Begrippenlijst economie hoofdstuk 10 10.1 geld

Nadere informatie

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop Antwoorden webquest asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk

Nadere informatie

Markt. Kenmerken van marktvormen:

Markt. Kenmerken van marktvormen: 1 1 1 Markt 1 3 5 7 9 1 1 1 1 1 hoeveelheid 1 3 5 7 9 Qv Qa nieuw Qa Qv nieuw p Kenmerken van marktvormen: Volkomen concurrentie: Veel aanbieders Homogeen product(mais) Vrije toetreding Alle kennis van

Nadere informatie

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden

3.1 De reis van een spijkerbroek. Willem-Jan van der Zanden 3.1 De reis van een spijkerbroek 1 3.1 De reis van een spijkerbroek Bedrijfskolom = De weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct. Tussen elke schakel van de bedrijfskolom bevindt zich een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt & Overheid

Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting door S. 1169 woorden 25 april 2017 7,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: De telefoniemarkt Markt van volledige concurrentie /

Nadere informatie

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.

Nadere informatie