2011/33242 Bijlage Uitwerking van treden van de participatieladder Trede 1: Informeren De gemeente bepaalt in grote mate zelf de agenda voor besluitvorming en houdt betrokkenen hiervan op de hoogte. Het gaat hier puur om informatieverstrekking. NB. Als informeren wordt gebruikt in combinatie met één van de onderstaande vormen van participatie, dan is informeren een vorm van communicatie. Toehoorder. Ontvangen/consumeren van informatie. Reactie wordt niet verwacht. Hoogstens naar informatie vragen. Geen mogelijkheid een bijdrage te leveren aan het proces. Rol college/ gemeenteraad Voeren zelfstandig beleid en verschaffen hierover informatie. Eenrichtingsverkeer. Open-autoritaire stijl. Rol eigen organisatie/medewerkers Heldere, toegankelijke en adequate informatieverschaffing, zenden Oog voor kwaliteit, zorgvuldigheid en timing (vorm en inhoud)vanuit eigen expertise ingezet * Website; gemeentepagina; persbericht, nieuwsbrieven, informatieavond, etc. Voorbeeld: * De gemeente besluit om camera s te plaatsen in het uitgaansgebied van de stad. Met een voorlichtingscampagne worden bewoners/ bezoekers van het uitgaansgebied hierover geïnformeerd. Trede 2: Raadplegen De gemeente bepaalt in grote mate zelf de agenda, koers en oplossingen, maar vraagt betrokkenen om commentaar, vaak binnen vastgestelde kaders. De gemeente verbindt zich niet bij voorbaat aan de resultaten die uit de raadpleging voortkomen. Geconsulteerde. Er is ruimte meningen te laten horen en om informatie te geven over kennis, ervaringen en opvattingen. Rol college/gemeenteraad Heeft een actieve rol in het bedenken van oplossingsrichtingen, vraag naar meningen/opvattingen van inwoners/doelgroepen en neemt kennis van meningen en opvattingen hierover. Laat de betrokkenen weten hoe participatieresultaten hebben meegewogen. Bestuursstijl Consultatief: open en luisterend. Rol eigen organisatie/medewerker 1
Informeren, antwoorden op vragen, Diensverlenend, inspelend op vragen; geven van toelichting en aanvullende informatie. : Hoorzitting, enquête, peiling, inloopavond, inspraakavond, reacties via brief of internet, interview, burgerpeiling, klankbordgroep, raadplegend referendum, wijkschouw. Voorbeelden 1. Burgerpeiling: Met één of relatief kleine groep burgers een diepgaand gesprek te voeren over een gecompliceerd beleidsonderwerp met als doel inzicht te krijgen in de manier waarop verschillende categorieën burgers over dat onderwerp denken en vooral de manier waarop meningsvorming daarover plaats vindt. 2. Inloopdiscussie en inspraakavond: De eerste heeft geen centrale introductie, maar de tweede wel. Bij de bijeenkomsten worden de reacties van de inwoners meegenomen bij de verdere ontwikkeling van de plannen. Ook krijgen de inwoners een reactie van het gemeentebestuur. 3. Klankbordgroep: Dit is een vaste groep inwoners die gevraagd kan worden naar standpunten en meningen. De klankbordgroep wordt voor een langere periode samengesteld. De reacties van de klankbordgroepen worden meegenomen bij de ontwikkeling van nieuwe plannen. 4. Schouw: De schouw wordt meest toegepast op wijkniveau. Burgers gaan samen met betreffende beleidsambtenaren en politiek bestuurders (raadsleden, wethouder) wandelend of fietsend een buurt, wijk in en maken een tocht langs specifieke plekken. Ter plaatse bekijken ze de situatie en spreken ze met bewoners en leden van wijkplatforms. Trede 3: Adviseren De gemeente stelt in beginsel de agenda samen, maar geeft betrokkenen de gelegenheid problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. Deze ideeën spelen een volwaardige rol in de ontwikkeling van beleid. De gemeente houdt rekening met de resultaten, maar verbindt zich hier niet per se aan. Kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan beargumenteerd afwijken. Adviseur: Bewoners en betrokkenen krijgen alle gelegenheid om problemen en oplossingen aan te dragen. Hun mening speelt een grote rol bij de ontwikkeling van beleid en projecten. Rol college/raad Stelt zich in eerste instantie terughoudend op in het aandragen van oplossingsrichtingen. Stelt kaders en randvoorwaarden. Weegt advies serieus mee in besluitvorming. Moet goede redenen hebben om adviezen niet mee te nemen of op te volgen. Informeert deelnemers hoe advies heeft doorgewerkt in beleidsvorming. Beargumenteert wat waarom wel en niet is overgenomen. Participatief, interactief. Rol eigen organisatie Informeren, antwoorden op vragen, de expertise niet opdringen, ontvankelijk zijn voor andere opvattingen dan de eigen. Dit is de eerste nieuwe rol voor de ambtenaren, niet vanuit zijn expertise maar vanuit de nieuwe begeleidende rol in het participatie traject. 2
Diensverlenend, inspelend op vragen; geven van toelichting en aanvullende informatie. Nooit je eigen expertise op de voorgrond stellen Werken met participatiegroepen, burgerplatform, expertmeeting, burgerpeiling, burgerjury, wijkplatforms, rondetafelgesprek, debat. Voorbeelden: 1. Expertgroep: Een groep burgers die deskundig is op een bepaald gebied en vanuit die deskundigheid hun mening en adviezen geeft. De groep bestaat voor een langere, vooraf bepaalde, periode. Vooraf krijgen de deelnemers informatie toegezonden, waarop ze kunnen reageren. De expertgroep kan ook zelf voorstellen doen. De adviezen wegen zwaar en er kan door het college van B&W en de gemeenteraad alleen op goede gronden van worden afgeweken. 2. Wijkplatform: Advies wordt gevraag over een voorgenomen plan of maatregel voor de wijk. Gemeente wil nadrukkelijk rekening houden met de inzichten en opvattingen vanuit het wijkplatform. Resultaten worden schriftelijk vastgelegd en wegen mee met besluitvorming. 3. Rondetafelgesprek: Eenmalige bijeenkomst waarin burgers van gedachten kunnen wisselen over een bepaald thema of project. De resultaten worden schriftelijk vastgelegd en wegen mee in de besluitvorming van het college en de raad. 4. Debat: Een combinatie van activiteiten, waaronder een of meer bijeenkomsten, om zoveel mogelijk ideeën uit de bevolking te krijgen over een bepaald onderwerp, vaak een toekomstvisie. Het biedt mogelijkheden voor inwoners om met elkaar, deskundigen en politici in debat te gaan over een bepaald onderwerp. Doel is één of meer conclusies die beschouwd moeten worden als een advies aan het bestuur Trede 4: Co-produceren De gemeente en betrokkenen komen een agenda overeen en zoeken samen naar oplossingen en werken op basis van gelijkwaardigheid. De gemeente verbindt zich aan deze oplossingen bij de uiteindelijke besluitvorming, na toetsing aan vooraf gestelde voorwaarden. : Samenwerkingspartner: De partijen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen en werken op basis van gelijkwaardigheid. De burger werkt intensief met de gemeente mee aan plannen of beleid. Rol college/ gemeenteraad College of raad werkt op basis van gelijkwaardigheid met andere partijen samen. Het college legt de kaders vast, waarbinnen deelnemers opereren. Houdt zich bij voorkeur aan de aangedragen oplossingen. Zorgt voor goede ondersteuning van de participanten. Weegt voorstellen zwaar mee. Samenwerkende en interactieve bestuursstijl. Wanneer voorstellen niet worden overgenomen of worden gewijzigd om (politieke) redenen, is het erg belangrijk dat deelnemers geïnformeerd worden over wat wel en wat niet van de 3
plannen wordt overgenomen en waarom. Maar eigenlijk is het op deze trede van de ladder not done als de gemeente de plannen niet overneemt. samenwerkend, open voor de mening van de burger, niet alleen resultaat maar ook aanpak, proces, open tegemoet treden Rol eigen organisatie/medewerkers Constructieve, open en dienstverlenende houding. Duidelijke en heldere adviezen over niveau en aanpak van de participatie. Actievene adequate informatie en communicatie tijdens het proces. De eigen kennis en exptertise is op voorhand niet bedoeld in te brengen in het proces. Hier moet in het voortraject ook goede afspraken gemaakt worden tussen college en medewerkers, om misverstanden zoveel mogelijk te voorkomen. De kaders die het college heeft vastgesteld dienen als richtlijn voor de medewerkers die hiermee tevens een richting hebben in hun werk naar inwoners. : Interactie, open, flexibel Onderwerpen - locaties/inrichting speelterreinen - herinrichtingen op wijkniveau; groenbeheerplannen - kleine verkeerskundige inrichtingen of wijzigingen Projectgroep, werkgroep, werkateliers, afsluiten convenant. Voorbeelden 1. Ontwerpatelier: In een ontwerpatelier gaan de deelnemers zelf aan de slag met de invulling van een bepaald gebied. 2. Werkgroep: Gedurende een langere periode werkt een groep burgers samen met ambtenaren en soms politici aan een bepaald thema of product. De bedoeling is dat de hele groep zich in het eindresultaat kan vinden. 3. Stakeholdermethode: Het streven: consensus (win-win). Een projectgroep maakt, onder begeleiding, een plan en stelt hierbij de verschillende belangen centraal. Kenmerkend voor deze methode is dat er gestreefd wordt naar consensus en niet naar een compromis. Tussen deze twee uitkomsten is een groot verschil: bij consensus zijn alle partijen het eens met de ingeslagen weg en hebben ze er allen voordeel bij. Een compromis staat voor de grootste gemene deler en betekent vaak dat iedereen inlevert. Trede 5: Meebeslissen De gemeente laat de besluitvorming, (soms) binnen bepaalde randvoorwaarden, over aan de betrokkenen, waarbij de ambtelijke organisatie een adviserende rol vervult. Resultaten uit het proces hebben een bindende werking, de gemeente neemt de resultaten over. Voorwaarde voor participatie is dat betrokkenen vooraf weten welke invloed zij hebben, welke randvoorwaarden er zijn en wat het uiteindelijke doel is. 4
Meebeslisser: Bewoners en betrokkenen kunnen zelf beslissen. Hun mening is richtinggevend bij de besluitvorming. Rol college/raad Delegeert de besluitvorming naar betrokkenen. Delegerend, gelijkwaardig overleg. Rol eigen organisatie Dienstverlenend, faciliterend, geven van toelichting en aanvullende informatie. Het genoegen kunnen nemen met een oplossing die vooraf eigenlijk als sub optimaal werd gezien. Diensverlenend, informerend, interactief beleid, samenwerkend. Werkgroep, werkatelier, wijkplatform, referendum Voorbeelden 1. Wijkbudget: wijkplatform/bewoners mogen zelf besteding aangeven met in acht nemen van Randvoorwaarden en spelregels. 2. Werkgroep: De gemeente formeert met alle betrokken partijen een werkgroep en stelt samen een overeenkomst op met afspraken over de werkwijze. 3. Werkatelier: Eenmalige bijeenkomst van burgers die samen met ambtenaren en politici werken aan beleid. Vanuit de eigen kennis geven de deelnemers hun mening en adviezen. Vooraf wordt duidelijk het doel van de samenkomst bepaald, wijkbudgetten, 4. Inrichten van een speelplek. Uitvoeren van een speelruimtebeleidsplan. Een wijkplatform richt een natuurlijke speelplek in voor jonge kinderen. De gemeente geeft de voorwaarden waaraan de speelplek moet voldoen en geeft tevens een budget om de speelplek in te richten. 5. 5 het vormgeven van het parkeerbeleid in een wijk Trede 6: Zelf organiseren/faciliteren Groepen, inwoners nemen zelf het initiatief om activiteiten, projecten of voorzieningen tot stand te brengen en te beheren/onderhouden. Gemeente kan kaders en randvoorwaarden stellen, maar is bij de totstandkoming (initiatief) en uitvoering (beheer) niet direct betrokken. Voorbeelden: bewonersbudgetten, wijkactiviteiten, burgerinitiatieven, beheer en onderhoud van groen of speelplaatsen Initiatiefnemer/organisator. De doelgroep neemt het initiatief en gaat zelf aan de slag. Rol college/raad Biedt ondersteuning zoals tijd, deskundigheid en stelt de kaders Faciliterend, ondersteunend Rol eigen organisatie 5
Faciliteren, ondersteunen, inspelend op vragen; geven van aanvullende informatie. En bewaakt de kaders. Faciliterend, diensverlenend, interactief, ruimte geven Burgerinitiatieven en initiatieven van bewonersgroepen in de wijken/wijkplatforms. Voorbeeld: 1. Een groep bewoners neemt het initiatief tot een klaar-over-actie om kinderen veilig te laten oversteken. De gemeente stelt geld ter beschikking om materialen aan te schaffen. 2. Initiatieven van maatschappelijk organisaties en adviesorganen 3. Werkgroepen gericht op uitvoering van bepaalde onderwerpen 6