voorstel aan de raad Opgesteld door Vergunningen, Toezicht en Handhaving Matser, W.F. (Wilfred) Kenmerk 4422037 Vergadering Vergaderdatum 4 juni 2017 Jaargang en nummer Geheim Portefeuille Raadsvoorstellen weekoverzicht Nee Milieu Aanpassen Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer gemeente Utrecht Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris, De burgemeester, Drs. G.G.H.M. Haanen Mr. J.H.C. van Zanen Conclusie commissie
Bijlages Voorstel: Voorstel_8438 Bijlage: Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer gemeente Utrecht, met voorgestelde wijziging gemarkeerd Bijlage: Verordening tot wijziging Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer Eerdere besluitvorming Uitvoering
Context Uit een melding van overlast door onversterkte muziek blijkt dat de Utrechtse carillons onbedoeld onder de werking van de Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer vallen. Dit omdat een carillon aangemerkt moet worden als een milieu-inrichting. Andere bij ons bekende voorbeelden van milieu-inrichtingen die onversterkte muziek ten gehore brengen zijn restaurant Het Muzieklokaal aan de Bemuurde Weerd (brengt klassieke muziek ten gehore) en het Utrechts Conservatorium. Het aantal voorbeelden is beperkt. Straatmuzikanten vallen niet onder de verordening. Een straatmuzikant brengt wel onversterkte muziek ten gehore, maar is geen milieu-inrichting. Juridische context Domkerk en carillon moeten worden aangemerkt als inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en vallen daarmee onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dat stelt in artikel 2.17 verschillende geluidsnormen, maar bepaalt in artikel 2.18, eerste lid onder f dat deze voor het ten gehore brengen van onversterkte muziek niet gelden, tenzij en voor zover daarvoor bij gemeentelijke verordening regels zijn gesteld. Daarmee heeft het rijk dit onderwerp overgelaten aan de gemeenten. Dat wil niet zeggen dat, als een gemeente geen regels stelt, een rechtsvacuüm ontstaat. Burgers zijn, ook zonder publiekrechtelijk kader, verplicht rekening met elkaar te houden. Doen zij dat niet, dan kan een beroep op de rechter worden gedaan vanwege onrechtmatige (geluid)hinder (artikel 5:37 BW in samenhang met artikel 6:162 BW). Utrecht heeft er in juni 2008 voor gekozen regels te stellen voor onversterkte muziek in de Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer. Artikel 5 lid 1 daarin bepaalt dat het verboden is binnen een milieu-inrichting onversterkte muziek ten gehore te brengen, indien niet wordt voldaan aan de geluidsnormen als genoemd in artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit. Burgemeester en wethouders kunnen daarvan wel weer ontheffing verlenen (artikel 5 lid 2). Deze ontheffing mag alleen worden geweigerd wanneer naar het oordeel van burgemeester en wethouders de woon- en leefsituatie in de omgeving van de inrichting op ontoelaatbare wijze zal worden beïnvloed (artikel 5 lid 4). Overtreedt men de regels dan kan worden gehandhaafd. Voor burgers betekent dit dat men bij overlast een handhavingsverzoek kan indienen bij het college die dan na afweging handhavend kunnen optreden. Deze rechtsgang is voor een burger doorgaans (financieel) minder belastend dan die van het kort geding. Cultuur-historische overwegingen De Domtoren heeft het grootste carillon van Nederland. Utrecht is er trots op, dat dit bijzondere erfgoed al sinds 1479, toen de eerste speeltrommel en eerste automatische beiaardklokjes in de lantaarn zijn geplaatst, mechanisch wordt aangedreven. Het carillon is sinds 1666 als gewoonte en ongestoord dag en nacht in werking. Sindsdien is het carillonspel van de Domtoren onlosmakelijk verbonden aan de stad Utrecht en behoort het tot het cultuur-historisch erfgoed. Een wijziging van het speelschema van het carillon achten het burgemeester en wethouders niet gewenst. Technische overwegingen Het hart van de mechanische aandrijving van het carillon is de speeltrommel, waarin het speelschema is vastgelegd. Het carillon speelt volgens dit schema 24 uur per dag door. Om het carillon tijdens de nachtelijke uren niet te laten spelen, moet de speeltrommel worden stilgezet. Het risico daarvan is dat de speeltrommel minder goed gaat functioneren. Bestuurlijke afweging Een regeling voor onversterkte, akoestische muziek is niet nodig, omdat in de zeldzame voorkomende gevallen van onrechtmatige overlast een beroep op de rechter mogelijk is. Herstel is wenselijk van het onbedoelde effect, dat het carillon van de Domkerk onder deze regeling valt. Daarom stellen wij u voor deze specifieke regeling als onderdeel van de Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer te laten vervallen.
Beslispunt Argumenten 1.1 Artikel 5 (regeling onversterkte muziek) in de Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer gemeente Utrecht voorziet niet in een wezenlijke behoefte aan regelgeving Opname van artikel 5 (regeling onversterkte muziek) in de Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer gemeente Utrecht leidt tot beperkingen c.q. meer regeldruk voor bedrijven en instellingen die onversterkte muziek in hun inrichting ten gehore willen brengen. Daarnaast moet de gemeente capaciteit reserveren voor toezicht en handhaving. Dat is op zich geen bezwaar, mits uit de praktijk blijkt of deze regels op relevante schaal bijdragen aan het voorkomen en oplossen van problemen. De praktijk leert dat de gemeente Utrecht nauwelijks meldingen over onversterkte muziek in inrichtingen ontvangt. De omvang van de meldingen over overlast is zo gering, dat de overlast door onversterkte muziek in inrichtingen minimaal is. Bedrijven, instellingen en burgers komen er in de praktijk samen uit, wat de conclusie rechtvaardigt dat in Utrecht geen reden is voor het in stand houden van de in artikel 5 van de Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer opgenomen regeling voor onversterkte muziek. In extreme gevallen kan een beroep op het burgerlijk wetboek (artikel 5:37 BW in samenhang met artikel 6:162 BW) worden gedaan. 1.2 Het laten vervallen van artikel 5 leidt tot minder regeldruk voor bedrijven en instellingen die onversterkte muziek in hun inrichting ten gehore willen brengen. In de artikelsgewijze toelichting op de Vrijstellingsverordening is (bij artikel 5) reeds aangegeven "dat voor dit artikel geen stringent handhavingsbeleid van toepassing is". In november 2014 is "Utrecht: Goed Geregeld!" gepresenteerd aan de raad. Doel is te komen tot deregulering. Gezien het aantal meldingen in relatie tot de regeldruk is het wenselijk om te komen tot minder regels. 1.3 Het huidige artikel 5 kan onbedoelde en ongewenste nadelige gevolgen hebben voor de Utrechtse carillons. Artikel 5 (regeling onversterkte muziek) in de Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer is van toepassing op de Utrechtse carillons. Bij het vaststellen van deze verordening in juni 2008 was dit effect niet in beeld en werd dit effect ook niet beoogd. Dit pleit ervoor om deze omissie te herstellen en vermeld artikel te laten vervallen. Kanttekeningen 1.1 Vervalt artikel 5, dan betekent dit dat men bij overlast van onversterkte muziek (in een milieu-inrichting) geen formeel handhavingsverzoek meer kan indienen bij het college. Er is dan een privaatrechtelijk vangnet van toepassing. Een gedupeerde kan namelijk een civiel kort geding starten, waarbij een beroep kan worden gedaan op onrechtmatige (geluid)hinder (artikel 5:37 BW in samenhang met artikel 6:162 BW).
Raadsbesluit Raadsbesluit Opgesteld door Vergunningen, Toezicht en Handhaving Matser, W.F. (Wilfred) Kenmerk 4422037 Vergadering Vergaderdatum 4 juni 2017 Jaargang en nummer Portefeuille Raadsvoorstellen weekoverzicht Milieu Aanpassen Vrijstellingsverordening inrichtingen milieubeheer gemeente Utrecht besluit Aldus besloten in de vergadering van de raad, gehouden op 4 juni 2017 De griffier mr. M. van Hall De voorzitter gemeenteraad mr. J.H.C. van Zanen