Workshop Holis&sche Theorie complexe symptoom- en persoonlijkheidsstoornissen en DSM- 5 Najaarscongres VGCt Veldhoven 2015 door Adriaan Sprey www.adriaansprey.nl PrakAjkboek Persoonlijkheidsstoornissen, (2015) 1
Opzet workshop Concepten: DefiniAe PS en KERNgedrag Schema HT globaal DSM- 5 voor dummies Schema HT, SORC- model en Ajdsbalk Schema HT invullen, handleiding en hulplijsten Oefenen in duo s 3x 30 Vorderingen en dilemma s plenair 3x 15 KERNgedrag bij persoonlijkheidsstoornissen (R- midden) DefiniAe KERNgedrag: Hoogfrequent, transsituaaoneel en transtemporeel gedrag bijvoorbeeld: regisseren devalueren BORDERLINE NARCISTISCHE overmaag best doen DWANGMATIGE vermijden (sociaal/gevoelens) VERMIJDENDE aanvallen/inamideren ANTISOCIALE >ZIE BECK- tabel 2
Meest opvallende indruk en kerngedrag bij de 12 persoonlijkheidsstoornissen (B) Cluster- B- persoonlijkheidsstoornissen zijn de persoonlijkheden die een onevenwich=ge en emo=onele indruk maken Meest opvallende INDRUK denk aan: en kerngedrag: ANTISOCIAAL anasociale aanvallen persoonlijkheidsstoornis INSTABIEL (in relaaes, zelaeeld en stemming) en IMPULSIEF regisseren borderline zich Ajdelijk intens hechten persoonlijkheidsstoornis zich terugtrekken SYMPTOOMgedrag (R- staart) (as I) en OEFENgedrag AngsAg vermijdingsgedrag Agressief aanvallend gedrag Depressief terugtrekgedrag Verslavingstoenaderingsgedrag/eetstoornis Energie- afwijkend gedrag (CVS, ADHD, burnout, bipolaire st.) 3
Persoonlijkheidsstoornissen en oefengedrag Zelden volgens het boekje Oefenen niet, te weinig, lukraak, teveel of anders Oefengedrag bij Persoonlijkheidsstoornissen VERMIJDER NARCIST PERFECTIONIST PASSIEF- AGRESSIEVE vermijdt oefenen devalueert oefenen als ordinair oefent zich over de kop verzet zich tegen elke oefening 4
Het Ruitmodel Kerngedrag PS- pat.>gevoel & gedrag therapeut TÉ tezeer 1 ONZEKER > erin meegaan je best doen 2 GEÏRRITEERD > er tegen ingaan 3 ONTMOEDIGD > er vandaan gaan 4 BETROKKEN > er in meegaan 5
KERNgedrag en SYMPTOOMgedrag integreren met DSM- 5* in HolisAsche Theorie S O R (CER, CAR) C VROEG >>>leergeschiedenis>>> historische HT <<<<<<<<<<<<<< MIDDEN stress as III KERN of steun coping gedrag voor- / as IV trekken as II nadelen temperament balans kerncogniaes/ as V STAART specifieke schema s SYMPTOOM symptoom- intelligenae gedrag voor- / uitlokker pathol.trekken* as I nadelen disfuncaoneren4* balans HolisAsche Theorie en 4 funcaeanalyses: complexe casus 1 S O R (CER, CAR) C VROEG >>>leergeschiedenis>>> historische HT <<<<<<<< MIDDEN afwijzing ik word niet ontwijkende (1) as V verlaang gehoord en am. PS (2) 65 KERNCOGNITIE STAART 2x falen ik misluk dep stoornis (3) as V op werk burnout (4) 55 en rouw > 4 FUNCTIEANALYSES 6
? > DSM- 5 bij persoonlijkheidsstoornissen DSM- 5 voor DUMMIES con=nuïteit & innova=e 7
DSM- 5 categoraal model bij persoonlijkheidsstoornissen CLASSIFICATIE >DSM- IV is (bijna) gelijk aan DSM- 5- classificaae con=nuïteit DSM- 5*- diagnosaek (dimensioneel model)algemene criteria innova=e en individualisering A maag (of meer) persoonlijkheidsdisfuncaoneren (DÀT een PS) én B één (of meer) pathologische persoonlijkheidstrekken (WELKE PS} 8
Algemene criteria DSM- 5 (DIMENSIONELE DIAGNOSTIEK) A DYSFUNCTIONEREN ZELF EN INTERPERSOONLIJK de geestelijke gezondheidsmeetlat ZELF is idenateit/zelaeeld en zelfsturing INTERPERSOONLIJK is vermogen tot empathie en inamiteit Algemene criteria DSM- 5 (DIMENSIONELE DIAGNOSTIEK) A DYSFUNCTIONEREN ZELF EN INTERPERSOONLIJK de geestelijke gezondheidsmeetlat INTERPERSOONLIJK PERSOONLIJKHEIDSDISFUNCTIONEREN (empathie en inamiteit) gaat een rol spelen in de therapeuasche relaae, dus vooraf inschasen 9
Algemene criteria DSM- 5 (DIMENSIONELE DIAGNOSTIEK) A1 DYSFUNCTIONEREN ZELF (definiae) IDENTITEIT/zelaeeld 1. Uniek zb 2. PosiAef, evenwichag zb 3. GedifferenAeerde en gereguleerde emoaes Voorbeeld van globaal persoonlijkheids- disfuncaoneren bij een vermijdende PS (stap 2a) 1. Zelaeeld - 2. Zelfsturing - 3. Empathie - /g/+ 4. InAmiteit - Op 2 van de 4 maag of meer disfuncaoneren > dan diagnose persoonlijkheidsstoornis 10
Globaal disfuncaoneren bij gezonde persoonlijkheid vs. PS Maak een globale taxaae van een goede bekende, die je: Meest gezonde persoonlijkheid vindt Minst gezonde persoonlijkheid vindt (m.n. 3 EMP en 4. INT in interpersoonlijke domein) Profiel van pathologische trekken ontwijkende persoonlijkheidsstoornis DSM- 5 profiel: NE+ AFS+ 3 of meer van de volgende 4 pathologische trekken, waarvan in ieder geval Bezorgdheid Bezorgdheid (NegaAeve EmoAonaliteit) Terugtrekking (AFStandelijkheid) Anhedonie (AFS) Vermijding van inamiteit (AFS) 11
>>. HOLISTISCHE THEORIE Handleiding voor het maken van een HOLISTISCHE THEORIE 12
Schema van HT (vervolg) DSM- 5*- dimensioneel model In vakje van O- staart en O- midden 25 pathologische trekken persoonlijkheidsdisfuncaoneren4 (zb/zst/emp/int) >Zie HULPLIJST (uitgedeeld) KERNgedrag en SYMPTOOMgedrag integreren met DSM- 5* in HolisAsche Theorie S O R (CER, CAR) C VROEG >>>leergeschiedenis>>> historische HT <<<<<<<<<<<<<< 0-10 10-20 MIDDEN stress as III KERN voor- / of steun coping gedrag nadelen as IV trekken as II balans temperament as V kerncogniaes/ STAART specifieke schema s SYMPTOOM voor- / symptoom- intelligenae gedrag nadelen uitlokker patholog.trekken* as I balans as IV disfuncaoneren4* as V *DSM- 5 13
Globale HolisAsche Theorie en 4 funcaeanalyses: complexe casus 1 S O R (CER, CAR) C VROEG >>>leergeschiedenis>>> historische HT <<<<<<<< MIDDEN afwijzing ik word niet ontwijken (1) as V verlaang gehoord z.aanpassen (2) 65 KERNCOGNITIE STAART 2x falen ik misluk dep.terugtrekken (3) as V op werk burnout (4) 55 en rouw > 4 FUNCTIEANALYSES HT en SORC- model (horizontaal) Input (S of prikkel) geew via O(intra- organisme) output (R of emoaonele reacae of gedragsreacae) die gevolgen heew (C) Structuur van FA 14
HT en Tijdsbalk (veracaal) Vroeg (0-10, 10-20, etc.) leergeschiedenis of historische HT Midden (voorafgaand jaar) momentane HT Staart > symptoomgedrag (as I) begint of wordt sterker funcaoneren (GAF) daalt [Orlemans] De volgorde van de HT maken (handleiding) 1. STAART R > S > C > O 2. VROEG S > R > C > O 3. MIDDEN R > S > C > O 15
Oefening 1> R- staart is SYMPTOOMgedrag 1. STAART R > S > C > O Voorbeeld 2x falen ik misluk dep stoornis (3) as V 55 op werk burnout (4) en rouw > Gebruik steekwoorden > Werk horizontaal (veracaal Idee > parkeren ) STAART>Vorderingen en dilemma s Bv onderscheid symptoomgedrag en kerngedrag Wat is S, specifieke symptoom- uitlokker? 16
Oefening 2> S- vroeg 2. VROEG S > R > C > O Voorbeeld S verwaarlozende vader dominante oudere broers sterfgevallen vriendenkring (12/16) R: zich aanpassen, gevoelens ontwijken VROEG>Vorderingen en dilemma s Bv onderscheid symptoomgedrag en kerngedrag Wat zet je onder gebeurtenissen (S)? 17
VROEG>Vorderingen en dilemma s 2 Wat zet je onder gebeurtenissen (S vroeg)? Modeling P en M Trauma s Piekervaringen Gedrag sibs Gedrag peers school/werk Gedrag vrienden/partners Over- en underlearning (Beck) Oefening 3> R- midden is KERNgedrag 3. MIDDEN R > S > C > O Voorbeeld afwijzing ik word niet ontwijkende (1) as V 65 verlaang gehoord en am. PS (2) +C+ acceptaae, steun 18
MIDDEN>Vorderingen en dilemma s Bv onderscheid symptoomgedrag en kerngedrag Vele kopjes onder O Workshop DSM- 5 en screenen bij persoonlijkheidsstoornissen Utrecht, Nijmegen, Groningen meerdere keren in 2016 door Adriaan Sprey www.adriaansprey.nl 19
Sheets en formulier HT op website www.adriaansprey.nl DANK VOOR UW AANDACHT 20