Beoordeling van de competenties stage bovenbouw Hierbij vinden jullie een lijst met competenties die van belang zijn voor de stage bovenbouw. De lijst is bestemd voor de student en de mentor van de stageschool. Doel van het invullen van de competenties is reflecteren op de ontwikkeling die is doorgemaakt tijdens de stage. Dit betekent dat de student: o in staat is om aan de hand van de competenties zijn ontwikkeling gedurende de stage, van begin tot einde, te beschrijven. o aan de hand van voorbeelden zichtbaar maakt op welk niveau hij geëindigd is. Aan het einde van de stage vult de student de competentielijst digitaal in en geeft er een beknopte toelichting op. In de toelichting wordt uitgelegd waaruit de competentie wel of niet blijkt. Dan vult de mentor de lijst in en geeft een beknopte toelichting op de waargenomen ontwikkeling van competenties van de student en ondertekent de competentielijst. Bij het afsluitende gesprek met de mentor kan dit een leidraad zijn. Vervolgens stuurt de student de ingevulde competentielijst toe aan de stagebegeleiders van de opleiding. Bij de beoordeling op de opleiding wordt de competentielijst gebruikt om de stage af te sluiten of om op basis van nog niet voldoende ontwikkelde competenties tot een passende vervolgactie te komen waarin de competenties alsnog aangetoond kunnen worden. Bij iedere competentie vinden jullie een balk met vijf niveaus. 1 op de schaal betekent onvoldoende of nog niet competent, 2 betekent nog in ontwikkeling maar nog niet voldoende, 3 betekent voldoende, is startbekwaam, 4 goed en competent 5 op de schaal betekent zeer goed of excellent.
COMPETENTIES: stage bovenbouw 1 (Vak)didactisch vermogen en operationaliserend vermogen 1a. Inzetten van creërend vermogen Ben je in staat om wat je geleerd hebt op het gebied van beeldend onderzoek, vormgeving en materiaal en technieken in te zetten voor het onderwijs? X Ik heb een opdracht ontworpen voor HAVO 4 KuBV waarin het proces en onderzoek centraal staat. Deze werd erg goed ontvangen en gemaakt. Kun je begrippen, terminologie en beschouwingswijzen toepassen op beeldend werk van leerlingen? X Tijdens mijn lessen probeer ik zoveel mogelijk vaktaal en visies los te laten op de leerlingen, bijvoorbeeld in de Havo 4 klas, waar ik dan ook regelmatig uitleg geef over wat ik zeg of meerdere manieren aangeef. Ben je op de hoogte van de eindtermen voor de kunstvakken en de methodes die hiervoor ontwikkeld zijn; welke rol spelen deze in het onderwijs dat je hebt gegeven? 1. 2. 3. X 4. 5. Ik heb het gevoel dat ik wel weet wat er wordt gevraagd van de leerling, maar ik kan de eindtermen zeker nog verder uitdiepen om mijn opdrachten te specificeren.
1 b. Inzetten van Kennis van kunst en cultuur Beschik je over voldoende kennis over beeldende kunst en vormgeving, andere kunstdisciplines en de historische, sociaal maatschappelijke context van kunst en cultuur en/ of weet je deze adequaat te verwerven? 1. 2. 3. X 4. 5. Ik heb het gevoel dat er nog steeds veel te leren valt op het gebied van culturele/kunstzinnige kennis, dat merkte ik tijdens KUA VWO 6 toen de les heel soms iets te makkelijk was. Maar ik weet dit wel op te lossen met goede bronnen en doorvragen. Kun je kennis van begrippen en terminologie toepassen op concrete voorbeelden uit de verschillende kunstdisciplines? Tijdens mijn lessen over film en theater bij HAVO 5 merkte ik dat ik de terminologie en begrippen duidelijk kon verwoorden, en merkte dat het ook zo overkwam bij de leerling. Ben je op de hoogte van de eindtermen voor de kunstvakken en de methodes die hiervoor ontwikkeld zijn en welke rol spelen deze in het onderwijs dat je hebt gegeven? Vooral in de lessen KUA aan VWO 6 heb ik me vooral bezig gehouden met de eindtermen en zodoende mijn lessen ontworpen.
1 c. Didactiek en operationalisering Kun je vakinhoudelijke doelstellingen formuleren uitvoeren in de les inzetten bij beoordelingen Ik ben mijn lessen begonnen met het vormen van een probleemstelling met doelstellingen en vanuit daar de les gevormd en beoordeeld. Bij de theorie vond ik dit moeilijker, omdat deze doelstellingen soms wat vaag waren voor de leerlinge, maar het overbrengen en beoordelen ging vooral bij VWO 6 erg goed. Kun je lessen: structureren plannen in tijd organiseren 1. 2. 3. 4.X 5. Ik begon de les altijd met de lesagenda op bord en was altijd erg gestructureerd. Ik had altijd genoeg voorbeelden en een back-up als ik te snel was gegaan.
Kun je in lessen op een adequate manier een relatie leggen tussen maken en beschouwen? Ik was erg gericht op het beschouwen en ik was regelmatig met de leerlingen op het huiswerk huiswerk/creaties aan het reflecteren. Maak je bewust gebruik van verschillende werkvormen en zet je deze adequaat in? 1. 2. 3. X 4. 5. Ik de lessen heb ik de verschillende werkvormen uitgeprobeerd en gingen me goed af. Ik heb met de leerlingen gewerkt vanuit presentaties van mij en vanuit de gesprekken met de LL. Ik merkte dat ik makkelijk terug viel in een/twee werkvormen (het presenteren met beamer en het gesprek). Dit komt ook omdat dit gewoonte was van de begeleiders. Kun je op adequate wijze materialen, gereedschappen en technieken inzetten? X Toelichting student aan de hand van voorbeelden uit de Ik ben me bewust van alle verschillende technieken en weet vaak met oplossingen te komen voor leerlingen. Bijvoorbeeld: Een LL moest werken met papier en ik gaf haar 8 mogelijkheden hoe er mee te werken. Ook ben ik digitaal heel goed en heb de leerlingen hier mee kunnen helpen.
Zet je op adequate wijze apparatuur in en weet je bij problemen met apparatuur voor een alternatief te zorgen? X Toelichting student aan de hand van voorbeelden uit de Ik ben iedere les voorbereid om te werken zonder apparatuur als dat moet. Bovendien weet ik veel van deze apparaturen en heb geen problemen gehad. Houd je rekening met het niveau van de leerlingen met betrekking tot: schooltype, leeftijd, vakinhoud taalgebruik Ik probeer iedereen op zijn/haar niveau te begeleiden. Zo pakte ik de lessen van Havo 4 altijd aan. Ik probeer wel degelijk verschillende dingen uit met betrekking op het niveau van de leerling. Zo heb ik als onderzoek dezelfde les gegeven aan Havo als aan VWO om te pijlen waar de grens lag. 2. Pedagogisch vermogen Reageer je adequaat op gedrag van leerlingen? Ik probeer erg betrokken te zijn met de leerlingen. Als ik streng ben dan is dat terecht en begrijpt de leerling dat ook.
Signaleer je probleemgedrag van individuele leerlingen en hoe maak je dit bespreekbaar? Dit is wel lastig, maar ik zie het meestal wel. Ik neem deze leerlingen bijvoorbeeld als voorbeeld in de klas zodat hun energie daarin kan gaan zitten. Weet je goed contact te maken met je leerlingen en creëer je een prettige werksfeer? X Ik vind het altijd heel leuk in de klas en ik weet van mijn leerlingen dat dit ook zo is. Bij VWO 6 en HAVO4 kreeg ik heel veel positieve reacties op mijn manier van lesgeven en mijn lessen. 3. Communicatief vermogen Kun je je mondeling en schriftelijk helder uitdrukken? Buiten de af en toe gebruikte abstractie ben ik zeker helder in mijn verwoording en schrift. Af en toe heb ik een brabbel, maar maak het weer goed doordat ik ervan bewust ben. Kun je samen met anderen lesmateriaal ontwikkelen en/of excursies organiseren? 1. 2. 3. X 4. X 5. Tijdens deze stage heb ik hier niet heel veel mee temaken gehad, maar voor HAVO 4 heb ik wel een heel eigen manier van lesgeven ontwikkeld.
Maak je gebruik van de feedback van je stagementor? Ik probeer tips altijd te harte te nemen en voer ze meestal wel uit. Bijvoorbeeld als het gaat over overzicht in de klas, dat ik de volgende keer iets meer oplet wat er achterin gebeurd. Toelichting mentor. Ben je betrokken geweest bij het brede palet aan werkzaamheden van een docent? (Docentvergaderingen, rapportvergaderingen, mentoruren, sectievergaderingen, festiviteiten, ouderavonden) 1. 2. 3. X 4. 5. Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van. voorbeelden uit de Dit was op het moment dat ik stage liep niet altijd van toepassing, maar ik ben wel bij vergadering en feesten geweest. 4. Omgevingsgerichtheid In hoeverre heeft jouw visie op het vak zich gedurende de stage ontwikkeld en welke rol speelt daarin de visie van de school en de stagementor? Betrek daarin ook de verschillende visies op het vak (zowel als beschouwing) die op de opleiding besproken zijn. X Ik heb gemerkt dat ik het academisch lesgeven interessanter vind dan het middelbare school systeem. Mijn school gaf me de mogelijkheid om hierin ook duidelijk te ontwikkelen en zodoende een lessenserie te creeeren die hiervoor perfect was.
Ben je op de hoogte van de discussies over onderwijs en kunsteducatie in de media en welke rol speelt dat in de ontwikkeling van je visie? Ik ben bewust van de ontwikkeling op het gebied van Kunstonderwijs en heb mijn visie ook hierop gevormd. Ik ben me bewust van het nieuwe leren en sta hier helemaal achter. Opmerkingen of advies stagementor: Datum: 15-02 - 2011 Naam stagementor: R.W. De Ligt Handtekening stagementor: Bdr/tgk/mei09