GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Vergelijkbare documenten
GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

n r: ^A6? Provincie Zeeland

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

VERZO NOEN 3 1 JUL 2002

num.er: Provincie Zeeland afd: milieuhygiene ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Archiefexemplaa?' GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) UT0632/ Inleiding

- beschikking - ernst en niet-spoedeisendheid bodemverontreiniging Dorpsstraat 113 te Harmelen gemeente Woerden

Nuinmer: Provincie ZeelancJ Af deling: milieuhygiene ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

- beschikking. ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink,

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

1 Inleiding. 2 Beschikking. KDK Project Vof T.a.v. de heer W.J.M. Visscher Postbus AA Volendam. Geachte heer Visscher,

1 Inleiding. Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie (vml. DGW&T) T.a.v. de heer J. van Heemskerk Postbus RA UTRECHT

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Oudhuijzerweg 65 Wilnis, gemeente De Ronde Venen

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Aan: Maatschap J. Floor, N.L. de Bruin en J.J. Floor Achtersloot NZ IJsselstein. Geachte heren Floor en mevrouw De Bruin,

- Beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Vinkenkade 7 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen)

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

provincie:: Utrecht VERZONDEN 2 9 SfP Inleiding 2. Beschikking 24 september 1999

Aan: de heer D.W. Cazant Gieltjesdorp EK Kockengen. Geachte heer Cazant,

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Afdeling Vergunningverlening

PROVINCIE:: UTRECHT Dienst water en milieu

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Hoek van de Singel en de Provincialeweg N201 Vreeland (gemeente Loenen)

Aan: Bébouw Ontwikkelingsmaatschappij B.V. T.a.v. de heer O. Kamerbeek Postbus AH IJSSELSTEIN UT. Geachte heer Kamerbeek,

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Baambrugse Zuwe 73 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen) 1. Inleiding

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Provincie Zeeland. GEDEPUTEERDE STATEN VATV ZEEIJå,IVD. In hee, kader van de Wet bodembescherming is onderzoek uitgevoerd naar bodemverontreíniging

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

- beschikking - vaststellen ernst en urgentie en instemming saneringsplan Utrechtseweg 86 te Zeist

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

- beschikking - ernst en spoed bodemverontreiniging Oude Holleweg 49 (vh 23) Renswoude

ONTWERPBESCHIKKING. Globiscode DR Stichting Bodemsanering NS

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Locatie gelegen achter Korte Linschoten Westzijde 1 te Linschoten (Montfoort) 1.

Aan: VvE Diensten Nederland Eindhoven BV VvE Hoofdsplitsing Het Slot te Bunnik T.a.v. de heer T. van Gurp Verdunplein SZ Eindhoven

omgevingsdienst HAAGLANDEN

-beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan Buizerdlaan 6-10 Nieuwegein

provincie :: Utrecht Dienst Water en Milieu

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus BA Baarn. Geachte heer Stolp,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

M-HH lh TQ t?nm Provincie Zeeland

De bodemverontreiniging is aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 5.

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus BA Baarn. Geachte heer Stolp,

Ernstig en Urgent geval van bodemverontreiniging: BESCHIKKING (kenmerk EU ) Den Haag, 4 april 2001 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEN HAAG,

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

1. Inleiding. 2. Beschikking

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

- beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan De Malapertweg 3/5 en 7/7a Nieuwegein. 1. Inleiding

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

- beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming deelsaneringsplan Breudijk 32 Harmelen, gemeente Woerden

- Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen. datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

- beschikking - vaststelling ernst en spoed Kanonsdijk nabij 7 Maartensdijk

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Beschikking (kenmerk EU ) inzake een geval van ernstige bodemverontreiniging alsmede de bepaling van de urgentie tot saneren.

adres sectie nummers Emmaplein 3-7 F 520, 521 Emmaplein (straat) F 118 Emmaplein (straat) E 3207 Emmaplein 10 E 3718

- beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan Ter Aase Zuwe 4 Nieuwer ter Aa, gemeente Breukelen

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ijmegen Datum besluit: Nummer besluit: Locatiecode: NM Adres: Waterstraat in NIJMEGEN Melder: Gemeente Nijmegen

BESCHIKKING. Globiscode DR

omgevingsdienst HAAGLANDEN Wet bodembescherming - geval van bodemverontreiniging

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Baanstraat te Woerden

Ar<^l!ft'fe;'**rr;0l3.3.r BESCHIKKING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Transcriptie:

Middelburg, 16 juli 2003 Nummer: 036834 Afdeling: milieuhygiene Provincie Zeeland GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Inleiding Op 29 april 2003 hebben wij een melding in het kader van artikel 29 van de Wet bodembescherming ontvangen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen met betrekking tot de bodemverontreiniging op de locatie Braamstraat 13 te Oost-Souburg. Bijgevoegd was een rapport van het nader onderzoek naar deze verontreiniging. Op grond van artikel 29, eerste en tweede lid, van de Wet bodembescherming dienen wij uiterlijk 13 weken na ontvangst van een melding in een beschikking vast te stellen of sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. In geval van ernstige verontreiniging dienen wij, op grond van artikel 37, eerste lid, van de Wet bodembescherming vast te stellen of sprake is van urgentie om te saneren. Voorbereidingsprocedure Op de voorbereiding van deze beschikking is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde openbare voorbereidingsprocedure van toepassing (artikel 6'. 1, eerste lid van de Provinciale milieuverordening Zeeland). Het meldirigenformulier, het onderzoeksrapport en de ontwerp-beschikking hebben van 12 juni tot en met 10 juli 2003 ter inzage gelegen bij onze directie Ruimte, Milieu en Water en bij de gemeente Vlissingen. Gedurende deze termijn bestond voor belanghebbenden de mogelijkheid hun zienswijze kenbaar te maken. Algemeen Op het adres Braamstraat 13 te Oost-Souburg was in het verleden een bakkerij met kolenbergplaats gevestigd. Vanaf 1962 tot 1968 was een chemische wasserij op de locatie aanwezig. Momenteel heeft de locatie een woonbestemming. Voor zover bekend wordt de bestemming niet gewijzigd. Resultaten bodemonderzoek De locatie werd historisch onderzocht door Historisch onderzoeksbureau Register, waarna in opdracht van de provincie Zeeland een orienterend bodemonderzoek. werd uitgevoerd (SMA Zeeland,projectnummer 821041, 6 juni 2002). Uit dit onderzoek blijkt dat de ondergrond plaatselijk sterk is verontreinigd met tetrachlooretheen (per). Daarnaast is een matig verhoogd gehalte koper en een licht verhoogd gehalte zink en lood aangetoond. In het grondwater is een sterk verhoogd gehalte tetrachlooretheen' en arseen aangetoond en licht verhoogde gehalten cadmium en 1,2 dichlooreteheen(cis). De onderzoeksresultaten van het orienterend onderzoek zijn opgenomen in het nader onderzoeksrapport. Door Oranjewoud B.V. is in maart 2003 een nader onderzoek uitgevoerd (projectnummer 5251-119900). Zintuiglijk wordt plaatselijk een oplosmiddelengeur waargenomen. In de grond ter plaatse aan de achterzijde van de woning is een sterk verhoogd gehalte tetrachlooretheen aangetoond. Nabij het riool in de Braamstraat wordt een sterk verhoogd gehalte dichlooretheen aangetoond. Verder zijn licht tot matig verhoogde gehalten zware metalen en PAK aangetoond. In het grondwater zijn sterk verhoogde gehalten tetrachlooretheen en afbraakproducten hiervan (trichlooretheen, 1,2 dichlooretheen en vinylchlori-

uitgevoerd door middel van kortdurende metingen met een PID meter (Photo ionisatie detectie methode). Omvang verontreiniging Van de in het orienterend onderzoek aangetoonde matige tot sterke verontreiniging met zware metalen is de omvang niet bepaald. Het tijdens het orienterend onderzoek aangetoonde matig tot sterk verhoogde arseen gehalte is niet nader onderzocht. Mogelijk is het verhoogde arseen gehalte veroorzaakt door natuurlijke processen in de bodem. De verontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen in de grond en grondwater is horizontaal en verticaal nog niet geheel afgebakend. De oppervlakte waarop de interventiewaarde voor gechloreerde koolwaterstoffen in de grond wordt overschreden wordt geschat op circa 20 a 30 m 2. De diepte tot waar verontreiniging boven de interventiewaarde is aangetoond bedraagt circa 2,5 m- mv, Onder de bebouwing zijn geen boringen uitgevoerd en/of peilbuizen geplaatst. Het oppervlak waarop de interventiewaardecontour voor grondwater voor gechloreerde koolwaterstoffen wordt overschreden bedraagt circa 200 m 2. De diepte tot waar verontreiniging boven de interventiewaarde is aangetoond bedraagt minimaal 3 m-mv., naar verwachting is tot 4-5 m-mv sprake van sterke verontreiniging. Op 7 tot 8 m-mv wordt de streefwaarde nog overschreden. Het bodemvolume waarin de interventiewaardecontour voor grondwater wordt overschreden wordt geschat op minimaal 500 m 3. Er is sprake van een ernstig geval van verontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen. Ernst en urgentie De mate van bodemverontreiniging wordt bepaald aan de hand van vastgestelde normen (street- en interventiewaarden). Deze zijn vastgelegd in de Circulaire street- en interventiewaarden bodemsanering (Staatscourant 2000, nr. 39). Voor grondverontreiniging geldt dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging als het gemiddelde gehalte van tenminste een stof hoger is dan de interventiewaarde, in een bodemvolume van minimaal 25 m 3. Voor grondwaterverontreiniging geldt hetzelfde, maar dan voor een bodemvolume van minimaal 100 m 3. Gelet op de overschrijding van de interventiewaarden in de grond en het grondwater en het voldoen aan de volumecriteria zoals gesteld in voornoemde circulaire is er volgens de Wet bodembescherming sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Een sanering is noodzakelijk. Bij de bepaling van de urgentie om te saneren zijn de actuele, op de plaats van de verontreiniging voorkomende risico's voor mens en ecosysteem en verspreidingsrisico's van belang. Op basis van De handleiding Urgentie van bodemsanering is met het computerprogramma SUS (Sanerings Drgentie Systematiek) nagegaan of er sprake is van actuele humane risico's, actuele ecologische risico's en actuele verspreidingsrisico's. Bij het huidig en toekomstig gebruik, wonen en tuin, kunnen actuele humane risico's niet worden uitgesloten. Gezien de gehaltes aan gechloreerde koolwaterstoffen in het grondwater zowel aan de voor- en achterzijde van de woning is onder de woning met name het grondwater vermoedelijk eveneens sterk verontreinigd met gechloreerde koolwaterstof fen. De conclusie in het rapport op basis van de analyseresultaten en het uitgevoerde luchtonderzoek, dat er niet of slechts in geringe mate uitdamping plaatsvindt, vinden wij te voorbarig. Een meting met een PID meter registreert weliswaar vluchtige verbindingen, maar een dergelijke (kortdurende) meting geeft in principe niet voldoende informatie voor een definitieve uitspraak ten aanzien van eventuele risico's. Daarom, en vanwege de aanwezigheid van houten vloeren, dient vooralsnog in SUS te worden uitgegaan van de blootstellingroutes "inhalatie binnenlucht" en "inhalatie buitenlucht". Uit het computerprogramma SUS blijkt dat sprake is van humane risico's, waardoor /-]/-> Trornnf rainn rr-lnn w r^ T~ rl t- hpnnrhppl H ^1=3 ntrrent.

Ten aanzien van de ecologische risico's worden op basis van de onderzoeksresultaten geen actuele risico's verwacht. Ten aanzien van de verspreidingsrisico's wordt opgemerkt dat de grondwaterstromingsrichting niet eenduidig kon worden vastgesteld en de verontreiniging verticaal niet geheel is afgebakend, waardoor beoordeling van de daadwerkelijke risico's niet goed mogelijk is. Op basis van de thans beschikbare gegevens schatten wij echter in dat er geen sprake is van verspreidingsrisico's. Het geval van bodemverontreiniging wordt als urgent beoordeeld op grond van humane risico's. Op basis van de handleiding is de verontreiniging ingedeeld in categorie 1, hetgeen inhoudt dat binnen 4 jaar na afgeven van deze beschikking ^ernst en urgentie' met de sanering begonnen dient te worden. Zienswijze Op 3 juli 2003 is een zienswijze ontvangen van de Stichting Rechtsbijstand te Tilburg namens de heer T.R. de Hamer, eigenaar/bewoner van de Braamstraat 13 te Oost-Souburg. 1. Het bevreemdt de heer De Hamer, dat juist ter plaatse van zijn woning stoffen zouden zijn aangetroffen, die nopen tot de kwalificatie "ernstig geval van verontreiniging". Hij woont sinds 1991 op deze locatie en heeft nooit weet gehad van bodemverontreiniging. 2. Binnen vier jaar moet met de sanering worden begonnen. Ons besluit geeft geen beeld wat het saneringsplan inhoudt. Ook de gevolgen van de sanering blijven voor hem ongewis. De heer De Hamer vreest dat de saneringswerkzaamheden zullen leiden tot beperkingen in het woongenot. 3. Hij verzoekt vast te leggen dat de sanering voor hem niet zal leiden tot kosten en/of aantasting van zijn woongenot. Reactie Gedeputeerde Staten van Zeeland 1. Om de verontreiniging van de bodem in de provincie Zeeland in beeld te brengen zijn in onze opdracht locaties, waar in het verleden potentieel bodemvervuilende activiteiten hebben plaatsgevonden, door Historisch Onderzoeksbureau Register onderzocht. Dit is gebeurd aan de hand van in het verleden afgegeven hinderwetvergunningen. Register kwam tot de conclusie dat op de locatie Braamstraat 13 te Oost-Souburg, waar een bakkerij en een chemische wasserij gevestigd zijn geweest, een orienterend onderzoek op zijn plaats was. Dit onderzoek is in onze opdracht uitgevoerd door Sagro Milieu Advies Zeeland B.V. (projectnummer 821041, 6 juni 2002). Een onderzoeksrapport is destijds aan de heer De Hamer toegezonden. De resultaten van dit onderzoek waren aanleiding voor de gemeente Vlissingen een nader bodemonderzoek te laten uitvoeren. Op basis van de resultaten van dit nader onderzoek blijkt op deze locatie een ernstig geval van bodemverontreiniging aanwezig met gechloreerde koolwaterstoffen in grond en grondwater. Dergelijke stoffen werden veelvuldig gebruikt in chemische wasserijen, zodat als bron van de verontreiniging de Braamstraat 13 wordt beschouwd. De veronderstelling dat alleen de ter plaatse van de woning van de heer De Hamer aangetroffen stoffen leiden tot de kwalificatie "ernstig geval van bodemverontreiniging" is niet juist. Ook in de Braamstraat is verontreiniging boven de interventiewaarde aangetroffen. De sanering wordt op grond van humane risico's als urgent beoordeeld. Hieraan wordt de hoogste urgentie-score gekoppeld: saneren binnen vier jaar na afgifte van de beschikking. De kern van de urgentiebepaling luidt dat een verontreiniging als urgent wordt beoordeeld, tenzij is aangetoond dat er geen risico's zijn te verwachten. In dit geval is niet op de juiste wijze aangetoond dat de vluchtige verontreiniging niet door uitdamping in de binnenlucht van de woning terecht kan komen. Hierdoor kan niet gegarandeerd worden dat er geen risico's zullen zijn. Derhalve hebben wij het geval als urgent beoordeeld, om te bewerkstelligen dat onderzocht kan worden welke maatregelen tegen eventueel aanwezige risico's binnen de termijn van vier jaar genomen moeten worden.

2. Naar aanleiding van een ingediend nader onderzoeksrapport dienen wij.de ernst en urgentie van een verontreiniging vast te stellen. Wanneer tegelijkertijd een saneringsplan wordt ingediend, dienen wij aan te geven of wij met het saneringsplan kunnen instemmen. Momenteel is alleen een nader onderzoeksrapport ontvangen. Met de onderhavige beschikking wordt alleen de ernst van de verontreiniging vastgesteld en hiermee of een sanering noodzakelijk is. Hoe gesaneerd gaat worden is bij de totstandkoming van deze beschikking nog niet aan de orde. Wanneer een saneringsplan wordt ingediend, geldt een nieuwe inspraakprocedure, waarbij de heer De Hamer in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijze op de voorgenomen saneringsntaatregelen kenbaar te maken. Omtrent de vrees van de heer De Hamer dat zijn woongenot zal worden beperkt door de sanering, willen wij erop wijzen dat sanering juist tot doel heeft de verontreiniging en de daarmee gepaard gaande risico's weg te nemen. Om zodoende beperking in het woongenot door de aanwezigheid van de verontreiniging te voorkomen. 3. Omtrent de aansprakelijkheid voor de saneringskosten kunnen wij het volgende meedelen. De Wet bodembescherming gaat uit van de systematiek dat verontreinigingen in de bodem op kosten van en door de veroorzaker worden opgeruimd. Indien geen veroorzaker in beeld is dient de eigenaar van het perceel en of een andere belanghebbende (bijvoorbeeld een projectontwikkelaar) de saneringskosten te dragen. Als de (volledige) saneringskosten niet door de veroorzaker of eigenaar of andere belanghebbende (kunnen) worden gedragen, kan de overheid als vangnet fungeren. Onder bepaalde voorwaarden is het op grond van de huidige inzichten mogelijk, indien geen veroorzaker in beeld is, dat de overheid als vangnet de saneringskosten voor haar rekening neemt. Bepalend hierbij is onder andere dat voor de woning door de eigenaar een marktconforme prijs is betaald, dat er sprake moet zijn van een niet-professionele koper (bewoner c.q. particulier) en dat de eigenaar er ook zelf woont. In het kader van de per 1 januari 2000 in werking getreden Wet Stedelijke Vernieuwing draagt de gemeente Vlissingen zorg voor de uitvoering van de sanering van die locaties binnen de bebouwde kom, waar sprake is van een ernstig en milieuhygienisch urgent bodemprobleem. Hierbij is niet bij voorbaat uitgesloten dat ook van eigenaren een financiele bijdrage in de kosten van bodemsanering gevraagd wordt. Wij adviseren de heer De Hamer in verband met de sanering in overleg te treden met de gemeente Vlissingen. Overigens zijn aansprakelijkheidsstelling en vrijwaring privaatrechtelijke zaken, die geen rol spelen in deze procedure. Gelet op het.bovenstaande is de zienswijze voor ons geen aanleiding de beschikking aan te passen. Kadastrale registratie Op de bij dit besluit gevoegde kaart is de interventiewaardecontour van de grondverontreiniging aangegeven. Het betreft een gedeelte van de percelen kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie R, nummers 2925, 3269 en 3099. De grondwaterverontreiniging is op deze kaart niet aangeduid, aangezien het niet mogelijk is deze exact aan te geven. Overeenkomstig artikel 55 van de Wet bodembescherming is een afschrift van dit besluit gezonden aan het kantoor van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers ter vermelding van een aanduiding van de aard van dit besluit bij de betrokken percelen in de kadastrale registratie. Het besluit zal in deze registratie worden geregistreerd onder de code WBD (d.w.z. het besluit betreft een gedeelte van de percelen). Rechtsbescherming Tegen dit besluit kan door belanghebbenden schriftelijk bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan:

Gedeputeerde Staten van Zeeland Stafafdeling KJB Postbus 6001 4 330 LA MIDDELBURG. In het bezwaarschrift dient tenminste opgenomen te worden: * naam * adres * datum * tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt * waarom bezwaar wordt gemaakt * handtekening. Het bezwaarschrift moet binnen zes weken vanaf de dag na de dag, waarop de beschikking ter inzage is gelegd, ingediend te worden. Overschrijding van de termijn kan er toe leiden dat met de bezwaren geen rekening meer wordt gehouden. Indien overwogen wordt bezwaar te maken, kan desgewenst een informatiefolder worden toegezonden (telefoonnummer 0118-631700). Gedurende de behandeling van een bezwaarschrift kan op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel 36 van de Wet op de Raad van State, een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Dit verzoek moet worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Kneuterdijk 22, 2514 EN 1 s-gravenhage. Inwerkingtreden besluit Dit besluit treedt in werking als de bezwaartermijn (zes weken) is verstreken, tenzij binnen die termijn een verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan. In dat geval treedt het besluit niet in werking, voordat op dat verzoek is beslist. Besluit * De verontreiniging van de bodem op de locatie Braamstraat 13 te Oost- Souburg (kadastraal bekend gemeente Vlissingen, sectie R, nummers 2 925, 3269 en 3099 (ged.)) is een ernstig geval van verontreiniging. * Met de sanering dient uiterlijk binnen vier jaar na afgifte van deze beschikking te worden begonnen. * Deze beschikking wordt tezamen met een kadastrale kaart, waarop de bodemverontreiniging is aangegeven, aangeboden aan de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Gedeputeerde staten, namens dezen, mr. C.I. Meijler, hoofd/afdeling Milieuhygiene. (Z1071800117)