Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Transcriptie

1 1 Afdeling Vergunningverlening Aan: Staatsbosbeheer T.a.v. de heer A. Smit Postbus HD AMSTERDAM Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 15 januari 2009 Team Bodemsanering Nummer 2009INT Referentie W.A.B. van Dijk Uw brief van - Doorkiesnummer Uw nummer - Faxnummer Bijlage - adres bodemloket@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking ernst, spoedeisendheid Molenpolder, Westbroekse Binnenweg 5 te Tienhoven, code UT0333/00182 Geachte heer Smit, 1 Inleiding Wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, hebben op 1 september 2008 een rapport van een bodemonderzoek als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming (Wbb) ontvangen van Staatsbosbeheer. Daarnaast hebben wij van Grondslag B.V. op 13 november 2008 aanvullende gegevens ontvangen naar aanleiding van onze schorsingsbrief d.d. 9 oktober 2008 (met kenmerk 2008INT230832). Bij deze melding zijn diverse bodemonderzoeksrapporten bijgevoegd. Deze rapporten (en eventueel andere relevante stukken) zijn opgesomd in paragraaf 4.1 van deze beschikking. Het kadastrale perceel waarvan de bodem is onderzocht en waar verontreinigingen zijn aangetoond, is: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Maarssen F 3440 De grond- en grondwaterverontreinigingen zijn aangegeven op de kadastrale kaart in hoofdstuk 5. 2 Beschikking De hierboven bedoelde bodemonderzoeksrapporten en het saneringsplan hebben wij op volledigheid en op inhoud beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluiten wij het volgende. Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

2 2 Gelet op de ligging van deze ernstig verontreinigde bodem binnen 100 meter van een kwetsbaar gebied is er sprake van zodanige risico s voor verspreiding van de verontreiniging dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wbb, noodzakelijk is. Met de sanering dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking te worden begonnen. 3 Inspraak Met betrekking tot deze melding is de procedure gevolgd van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De ontwerpbeschikking, de bijbehorende rapporten en de daarop betrekking hebbende stukken zijn gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden hebben gedurende deze periode hun zienswijze over de ontwerpbeschikking naar voren kunnen brengen. Er zijn geen schriftelijke of mondelinge zienswijzen ingebracht. Overeenkomstig artikel 28 lid 5 van de Wbb hebben wij burgemeester en wethouders van de gemeente Maarssen van de melding op de hoogte gesteld. Het definitieve besluit wordt kenbaar gemaakt in een plaatselijk huis-aan-huisblad. 4 Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 4.1 Rapporten De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: Rapportage milieukundig bodemonderzoek, Verkennend onderzoek NEN 5740, Tukkers, referentie: , 28 juni 2002; Nader bodemonderzoek, Tebodin, referentie: 3315NO23, 18 november 2004; Asbestonderzoek en aanvullend grondwateronderzoek, Grondslag B.V., referentie: proj , 3 juni 2008; Aanvullende gegevens melding Wbb, Grondslag B.V., referentie: proj , 10 november Toetsingskader geval van ernstige bodemverontreiniging Van een geval van verontreiniging is sprake indien de verontreiniging van de bodem betrekking heeft op grondgebieden die vanwege die verontreiniging, de oorzaak of de gevolgen daarvan in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samenhangen (zie artikel 1 van de Wbb). Van een geval van ernstige bodemverontreiniging is sprake indien in minimaal 25 m 3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging of in 100 m 3 bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, voor tenminste één stof de gemiddelde gemeten concentratie hoger is dan de interventiewaarde (zie Circulaire bodemsanering 2006, zoals gewijzigd op 1 oktober, Stcrt.10 juli 2008, nr. 131).

3 3 4.3 Verontreinigingen grond en grondwater Uit de hierboven aangehaalde bodemonderzoeksrapporten blijkt dat in de grond en het grondwater, van het in paragraaf 1 genoemd perceel, stoffen zijn aangetroffen in gemiddelde concentraties die hoger zijn dan de vastgestelde interventiewaarden. Navolgend wordt een samenvatting gegeven van de verontreinigingssituatie. Op de locatie bevinden zich een werkschuur en kantoor van Staatsbosbeheer. Uit de bodemonderzoeken blijkt dat in het verleden een veenput op de locatie is geweest die is gedempt met huisvuil. Vermoedelijk is ter plaatse eveneens (teerhoudend) afval van een nabijgelegen touwfabriek gestort. Ter plaatse van de veenput is carbolineum waargenomen. Daarnaast zijn verspreid over het terrein, in zowel de boven- als ondergrond, in verschillende mate bijmengingen met onder meer puin, baksteen, slakken en kooldeeltjes waargenomen. Het maaiveld ter plaatse van de voormalige veenput ligt lager dan het overig terreindeel. Uit de resultaten van de onderzoeken blijkt dat in de grond ter plaatse van de veenput zink en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) zijn aangetoond in gehalten boven de interventiewaarden. Tevens is minerale olie aangetoond in gehalten tot boven de tussenwaarden. In de bovengrond buiten de veenput zijn licht tot plaatselijk matig verhoogde gehalten aan PAK aangetoond. Vermoedelijk zijn deze verontreinigingen te relateren aan de diverse bijmengingen. Asbest is niet aangetoond. In het grondwater ter plaatse van de veenput is PAK gemeten in concentraties boven de interventiewaarden. Deze verontreiniging is te relateren aan het carbolineum en teer in de veenput. De omvang van de verontreinigingen in de grond is in zowel horizontale als verticale richting in beeld. De sterke verontreinigingen met zink en PAK in grond zijn aangetoond tot circa 1,5 m-mv. De sterke verontreiniging met PAK in het grondwater is in oostelijke richting niet volledig in beeld omdat geen toestemming is verleend om op het buurperceel een peilbuis te plaatsen. De sterke verontreiniging in het grondwater wordt aan de oostzijde begrensd door een sloot. Wij beschouwen dit als een voldoende afperking. Hiermee is de sterke verontreiniging met PAK in zowel horizontale als verticale richting op de onderzoekslocatie in beeld. Het slib van de oostelijk gelegen watergang is alleen geanalyseerd op de parameter PAK. Hieruit blijkt dat het slib op basis van het PAK-gehalte in theorie verspreid mag worden over het aangrenzende perceel. Echter aangezien alleen geanalyseerd is op PAK dient, voordat baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd, het slib op een volledig pakket te worden geanalyseerd. In het nader onderzoek uitgevoerd door Grondslag (3 juni 2008, projectnr ) is een risicobeoordeling toegevoegd. Uit deze risicobeoordeling wordt afgeleid dat er geen sprake is van humane, ecologische en/of verspreidingsrisico s. In paragraaf 4.4 van deze beschikking zijn de resultaten van de door ons uitgevoerde risicobeoordeling weergegeven. De aangetroffen verontreinigingen in zowel de grond als het grondwater hangen in technische, organisatorische en ruimtelijke zin met elkaar samen.

4 4 De omvang van de verontreinigingen in de grond en het grondwater is op basis van de interventiewaardecontour aangegeven op de kadastrale kaart die als bijlage 1 bij deze beschikking is gevoegd. De omvang van de sterke verontreiniging met zink en/of PAK in de grond bedraagt circa 240 m 3. De omvang van de sterke verontreiniging met PAK in het grondwater bedraagt circa 590 m 3. Conclusie Omdat de gemiddelde concentraties PAK en zink in de grond en PAK in grondwater hoger zijn dan de interventiewaarden voor deze stoffen, en de respectievelijke omvang minimaal 25 m 3 en 100 m 3 bedraagt, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De verrichte bodemonderzoeken voldoen naar het oordeel van ons college aan de daartoe bij of krachtens de Wbb gestelde eisen. 4.4 Risicobeoordeling, spoedeisendheid en saneringstijdstip Het toetsingskader voor de risicobeoordeling is vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2006 zoals gewijzigd op 1 oktober 2008 (Stcrt. 10 juli 2008, 131). De standaard en locatiespecifieke risicobeoordeling betreffen de vraag of de aangetroffen ernstige verontreiniging al dan niet onaanvaardbare risico s oplevert voor de mens, het ecosysteem of van verspreiding, gelet op de huidige of toekomstige gebruiksfunctie van het onderhavige perceel. Door ons is een risicobeoordeling uitgevoerd. Uit deze uitgevoerde standaard risicobeoordelingen blijkt dat de aangetroffen verontreiniging onaanvaardbare risico s oplevert voor verspreiding vanwege de ligging binnen 100 meter van een kwetsbaar gebied. Gezien de geconstateerde onaanvaardbare risico s dient uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking een begin te worden gemaakt met de sanering. 5 Kadastrale inschrijving Krachtens het bepaalde in artikel 55 Wbb zal ons college een afschrift van dit besluit, met een kadastrale kaart van het perceel waarop dit besluit betrekking heeft, ter inschrijving aanbieden aan de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Het besluit wordt ingeschreven op basis van de interventiewaardecontour van de verontreiniging in de grond. Deze contour is weergegeven op de navolgende kadastrale tekening. Het te registreren kadastrale perceel is: Kadastrale gemeente Sectie Nummer Verontreinigd oppervlak Maarssen F m 2

5 5 Grondwater verontreiniging Grondverontreiniging Sterk verontreinigde perceelsgedeelten 11 Beroep Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de bekendmaking tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20900, 2500 EA, Den Haag. Daarvoor is een griffierecht verschuldigd van 145,- voor een natuurlijk persoon en van 288,- voor een rechtspersoon. Indien beroep is ingesteld, kan ook om een verzoek om een voorlopige voorziening worden gevraagd als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de uitspraak op het beroepschrift kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarbij is hetzelfde griffierecht opnieuw verschuldigd. Onder vermelding van de code UT0333/00182 kan over deze beschikking nadere informatie worden gevraagd bij het team Bodemsanering van onze provincie, telefonisch bereikbaar: Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen, drs. A.J. de Jong teamleider Bodemsanering

6 6 Een kopie van deze brief is verzonden naar: - Gemeente Maarssen, t.a.v. de heer L. Ganzevoort, Postbus 11, 3600 AA, Maarssen - Milieudienst Noord -West Utrecht, t.a.v. Afd. Leefomgeving, Cluster Bodem, Postbus 242, 3620 AE, Breukelen - TRF, t.a.v. de heer P.C. Koning, Secretaris Versteeglaan 18, 3451 XJ, Vleuten de Meern - Grondslag B.V., t.a.v. mevrouw L. van Schagen, Galileistraat 69, 1704 SE, Heerhugowaard - Kadaster team WKPB, Postbus 9015, 6800 DT Arnhem.