VZW KATHOLIEK BASISONDERWIJS LOKEREN & MOERBEKE-WAAS Vrijheidsplein 25 9160 Lokeren Tel 09 348 13 00 Fax 09 339 08 36 codi@kabaolok.be instellingsnummer: 122333 nummer vereniging: 24623.2001 ondernemingsnummer: 0476290289 rsz-nummer: 074-1744093-94 Functiebeschrijving DIRECTEUR BASISONDERWIJS Betreft: verbonden aan: Gesub. vrije bassisschool, Doorslaardorp 72 Gesub. vrije kleuterschool, Dwarsstraat 1a Gesub. vrije bassisschool, Eksaardedorp 119 Gesub. vrije bassisschool, F. Hanusdreef 39 Gesub. vrije bassisschool, Heiendestraat 2 Gesub. vrije lagere school, H. Hartlaan 1B Gesub. vrije bassisschool, Zelebaan 9 Gesub. vrije bassisschool, Slagveldstraat 48 Gesub. vrije bassisschool, Veerstraat 10 Gesub. vrije basisschool, Crevestraat 27 Moerbeke Doel:. Deze functiebeschrijving wil - bijdragen aan de waardering van de directeur; - de algemeen gestelde en de persoonsgebonden verwachtingen van het schoolbestuur in de directeur (taken, competenties, leer- en werkpunten ) benoemen; - de directeur aanzetten tot zelfreflectie op zijn/haar functioneren als schoolleider én als teamlid; - het uitgangspunt zijn voor een open communicatie tussen het schoolbestuur en de directeur; - een referentiekader aanreiken voor de permanente opvolging, het ondersteunen en coachen van de directeur; - de directeur stimuleren om de eigen professionalisering te sturen en te optimaliseren; - het referentiekader zijn voor de periodieke evaluatie. Opbouw:. De functie van directeur werd uitgeschreven rond de 5 opdrachten voor de eigentijdse katholieke basisschool: een schooleigen christelijke identiteit; een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod; een stimulerend opvoedingsklimaat en een doeltreffende didactische aanpak; de ontplooiing van elk kind vanuit een brede zorg; een school als gemeenschap en als organisatie.. We onderscheiden een algemeen, een specifiek en een individueel deel. Het algemeen deel is voor elk personeelslid identiek. Het specifiek deel legt accenten binnen het ambt van directeur BaO. Het betreft: competenties, taken en attitudes. Het individueel deel (POP: persoonlijk ontwikkelingsplan) omvat eigen ontwikkeldoelen en persoonsgebonden opdrachten en engagementen. De instellingsgebonden opdrachten en de engagementen ter bevordering van de professionele ontwikkeling worden hier niet opgelijst vermits ze jaarlijks kunnen aangepast worden en als zodanig up-to-date terug te vinden zijn in het schoolwerkplan en het nascholingsplan. Het individueel deel krijgt concrete inhoud aan het einde van een functioneringsgesprek of in opvolging van het evaluatiemoment.. Eventuele bijlagen maken deel uit van deze functiebeschrijving. 1
Werkwijze:. De functiebeschrijving krijgt haar concrete invulling tijdens de functioneringsgesprekken tussen het personeelslid en de leidinggevende. Op basis van de functiebeschrijving zal het personeelslid geëvalueerd worden.. Ter voorbereiding van het functioneringsgesprek zal het personeelslid m.b.v. dit document op eigen functioneren reflecteren en dit aangeven op de schaal van 1 tot 5, daarbij staat 1 = slapend niveau, 2=kiemniveau, 3=basisniveau, 4=gevorderd niveau, 5=expertniveau. Algemeen deel: Van elk personeelslid wordt verwacht dat hij/zij. het opvoedingsproject zoals beschreven in Visietekst van de vzw Katholiek Basisonderwijs Lokeren & Moerbeke- Waas, Opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs in Vlaanderen (1994), Opvoedingsconcept voor de katholieke basisschool in Vlaanderen (2000) onderschrijft, persoonlijk beleeft en meehelpt te realiseren;. de bepalingen uit Statuut personeel gesubsidieerd onderwijs (Decreet Rechtspositie van 27 maart 1991) m.b.t. de uitvoering van zijn/haar opdracht nakomt en/of respecteert. En dit conform het Algemeen Reglement van het personeel van het katholiek onderwijs en het Arbeidsreglement ;. het eigen functioneren en handelen kritisch benadert, hierop reflecteert en bijstuurt;. werk maakt van de eigen professionalisering. 1 Werken aan een schooleigen christelijke identiteit geeft mee gestalte aan de realisatie van het christelijk opvoedingsproject. Hij bereidt, in samenwerking met alle onderwijsparticipanten op basis van het christelijk opvoedingsproject, een ontwerp van schooleigen christelijk opvoedingsproject voor. ziet toe op de concretisering van het eigen opvoedingsproject in de dagelijkse schoolpraktijk en hij kadert activiteiten en vernieuwingsinitiatieven binnen het schooleigen opvoedingsproject. zorgt ervoor dat de pastorale werking op de school gedragen wordt door een pastorale werkgroep. De directeur draagt en ondersteunt de werking ervan. ontwikkelt in dialoog met alle personeelsleden een gezamenlijke praktijkgerichte visie, die inspirerend is voor plannen en realisaties. gebruikt het pedagogisch project als referentiekader in de communicatie met de onderwijsparticipanten. linkt spontaan gebeurtenissen uit het schoolleven aan visie en opvoedingsproject en betracht hier homogeniteit en verdieping. stimuleert het team om in gemeenschap uitdrukking te geven aan de christelijke identiteit (o.m. in religieuze momenten en symbolen). 2
2 Werken aan een degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod zorgt ervoor dat alle leerkrachten over de gepaste leerplannen (ontwikkelingsplan kleuterschool) beschikken en neemt initiatieven om de implementatie van leerplannen op een gestructureerde manier mogelijk te maken. bepaalt samen met het team aan welke pedagogische vernieuwing of initiatieven gedurende een bepaalde periode prioriteit zal worden gegeven. ontwikkelt in samenspraak met het team en op basis van prioriteiten het nascholingsplan. volgt mee de kwaliteit op van het aangeboden onderwijs en ontwikkelt mee initiatieven ter bevordering ervan. gaat samen met het team na of analyse van toetsgegevens leiden tot inhoudelijke of organisatorische aanpassingen. volgt bij planning en uitvoering van prioriteiten de kwaliteitscirkel en heeft daarbij oog voor het pedagogisch project en de draagkracht van het team. Is resultaatsgericht en geeft blijk van strategisch denken en handelen op pedagogisch.- didactisch vlak. De vooropgestelde doelen worden behaald, zelfs onder moeilijke omstandigheden. moedigt het team aan tot onderwijsinnovatie. 3 Zorgen voor een stimulerend opvoedingsklimaat en een doeltreffende didactische aanpak 3 volgt vernieuwingen op tot in de klas. maakt tijd om met de kinderen contact te houden. zorgt ervoor dat de pedagogisch- didactische aanpak van de leerkrachten en alle andere betrokkenen kadert binnen het pedagogisch project van de school en toelaat de opgelegde en de eigen doelstellingen te realiseren. is kindgericht in denken en handelen: activiteiten en werkwijzen vertrekken vanuit de leefwereld van het kind en zijn erop gericht. maakt het waarom van de pedagogisch-didactische aanpak bespreekbaar. neemt de eindtermen en ontwikkelingsdoelen als uitgangspunt. kan nieuwe werkvormen, didactische materialen en voorbeelden op een doelmatige en vernieuwende wijze voorstellen /integreren in het pedagogisch project. koppelt taakdifferentiatie aan de specifieke deskundigheid van de personeelsleden.
4 Ontplooiing van elk kind vanuit een brede zorg heeft oog dat doorheen de schoolloopbaan een eerlijk en gelijklopend evaluatiesysteem voor leerlingen wordt gehanteerd. zorgt ervoor dat in de school vanuit een zorgbrede aanpak met leerlingen wordt omgegaan. houdt supervisie op MDO en klassenraad; volgt de ontwikkeling van (zorg)leerlingen op. verzekert een goede afstemming tussen ouders en school. gaat bij de aanwending van het lestijdenpakket en het inzetten van middelen uit van de zorg voor elk kind. kan zich in formele en informele contacten coachend, assertief en diplomatisch opstellen. kan omgaan met mensen van verschillende achtergronden en heeft oog voor sociale en maatschappelijke fenomenen. 5 De school als gemeenschap en organisatie kent er erkent de diocesane pedagogische begeleiding, de inspectie rooms-katholieke godsdienst, de onderwijsinspectie,het centrum voor leerlingenbegeleiding, het VSKO en VVKBaO en het buitengewoon onderwijs. Hij stelt waar nodig alle relevante gegevens ter beschikking. Hij zorgt voor goede contacten en werkt, al of niet binnen een contractueel verband, op een positieve manier met hen samen. stelt in overleg met het team het schoolwerkplan op en voert het uit conform de decretale bepalingen. is verantwoordelijk voor het beleid op school en het functioneel inzetten van alle beschikbare middelen. Termijnvisie en -planning maken het voorwerp uit van overleg. Op vraag van het schoolbestuur legt de directeur verantwoording af voor het gevoerde beleid. 4
staat in voor de totale loopbaanbegeleiding en opvolging van gesubsidieerd en nietgesubsidieerd personeel conform de wettelijke bepalingen. Hij voert functionerings- en evaluatiegesprekken op basis van de functiebeschrijving. Hij informeert het schoolbestuur hierover en participeert in het personeelsbeleid dat op het niveau van de scholengemeenschap wordt gevoerd.. ziet er op toe dat alle relevante gegevens voor het voeren van de personeelsadministratie tijdig worden aangeleverd en houdt controle op het geheel van de personeelsadministratie. bepaalt in overleg het te voeren inschrijvingsbeleid. draagt de uitvoerende verantwoordelijkheid voor de tijdige en correcte verwerking en toepassing van alle documenten en regelgeving. legt verantwoording af voor het gevoerde financieel beleid. Na ruggespraak met het personeel stelt hij/zij de begroting op en voert ze na goedkeuring uit. voorziet in de materiële en infrastructurele uitbouw van de school. bespreekt met de preventieadviseur het globaal preventie- en jaaractieplan en volgt de uitvoering op. bouwt de voorziene inspraakorganen op schoolniveau uit en neemt er actief aan deel. informeert de ouders op regelmatige basis en stimuleert de ouderwerking. participeert actief aan het beleid en de werking van de scholengemeenschap en stelt de nodige informatie ter beschikking. is bij de opvolging en evaluatie van de personeelsleden eerder gericht op begeleiding en coaching. Hij /zij erkent in elk personeelslid zijn/haar competenties, bevordert de motivatie en stimuleert de permanente professionalisering. gaat op een stipte, correcte en zorgzame manier om met de middelen en materialen van de school. gaat in zijn/haar organisatorisch beleid uit van een veilige schoolomgeving. stimuleert een open communicatie en zorgt voor communicatiekanalen en informatiedoorstroming. heeft aandacht voor groepsvorming en samenwerking en vindt inspraak en medezeggenschap vanzelfsprekend. Deze functiebeschrijving werd vastgelegd en overhandigd op. Bijlage(n): Handtekening directeur ( 1 e evaluator) Personeelsli en 1 e evaluator ontvangen een exemplaar van deze functiebeschrijving... Handtekening personeelslid 5
Deze functiebeschrijving werd gewijzigd en/of aangevuld op.. n.a.v. van het functioneringsgesprek van. andere reden: Bijlage(n): Handtekening directeur ( 1 e evaluator) Personeelslid en 1 e evaluator ontvangen een exemplaar van deze aangepaste functiebeschrijving... Handtekening personeelslid 6