Stresstest Gemeente Gennep 2016 Titel: Stresstest 2016 Gemeente Gennep Opsteller: M. Wijdeven / T. Kerkhoff Datum: 4 januari 2017 Status: Concept K:\Afdeling Bedrijfsvoering\Cluster Financiën en Control\Controlling\Stresstest
Inhoudsopgave 1. INLEIDING 2. SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN 3. INDICATOREN 3.1 Financiering 3.2 Reserves 3.3 Voorzieningen 3.4 Garantstellingen 3.5 Weerstandvermogen 3.6 Bouwgrond in exploitatie 3.7 Investeringen 3.8 EMU saldo 3.9 Realiteit begroting 3.10 Onvoorzien 3.11 Reëel begrotingsevenwicht 3.12 Belastingen en heffingen 3.13 Decentralisatie 3-D s 2
1. Inleiding Een stresstest is een testvorm waarbij de stabiliteit van een geheel of een organisatie wordt getest. Een dergelijke test kan in iedere bedrijfstak of organisatievorm een andere betekenis dan wel invulling hebben. Binnen gemeenten is de populariteit van de stresstest de afgelopen jaren toegenomen als gevolg van de economische crisis, dalende inkomsten en toenemende uitgaven. De test is hoofdzakelijk gericht op de financiële stand van zaken van de gemeentelijke organisatie. Vanaf 2013 voeren we jaarlijks een strestest uit. Om in te spelen op actuele ontwikkelingen passen we de test jaarlijks aan, toevoegen van indicatoren en aanpassing lay out om de leesbaarheid te vergroten. Nieuw is de samenvatting waarbij voor elke indicator een kwalificatie is opgenomen van onvoldoende oplopend tot uitstekend. Hiermee is in een overzicht inzichtelijk hoe Gennep er financieel voor staat. De nu voorliggende rapportage is geactualiseerd met de werkelijke cijfers 2015, de begroting 2016 en de meerjarenbegroting 2017-2020. Een aantal indicatoren is omgerekend naar het aantal inwoners van de gemeente Gennep, op deze wijze zijn de indicatoren beter te vergelijken met landelijke gemiddelden. In onderstaand overzicht zijn de inwoneraantallen weergegeven. Voor de jaren 2016-2020 is uitgegaan van werkelijk inwoneraantal per 1-1-2016. Voor het vergelijken van kengetallen is gebruik gemaakt van externe onderzoeken. Tussen haakjes () wordt verwezen naar de bronnenlijst welke achteraan deze presentatie opgenomen is. De cijfers worden in duizendtallen gepresenteerd, met uitzondering van de cijfers per inwoner; deze worden in euro s weergegeven. 3
2. Samenvatting en aanbevelingen Hfdst. Indicator Uitstekend Goed Neutraal Zwak Onvoldoende 3.1 Financiering 3.2 Reserves 3.3 Voorzieningen 3.4 Garantstellingen 3.5 Weerstandsvermogen 3.6 Grondexploitaties 3.7 Investeringen 3.8 EMU saldo 3.9 Realiteit begroting 3.10 Onvoorzien 3.11 Reeel begrotingsevenwicht 3.12 Belastingen en heffingen 3.13 Decentralisatie 3-D's Het algemene oordeel van de financiële positie van de gemeente Gennep is goed. De gemeente beschikt over voldoende reserves en de voorzieningen zijn op niveau. Het weerstandsvermogen is hoog. De meerjarenbegroting is structureel en reëel in evenwicht, daarmee blijft de financiële positie goed. We hebben nog onvoldoende inzicht in de hoogte van de uitgaven voor de nieuwe taken als gevolg van de decentralisatie 3-D s en daarmee het toereikend zijn van de hiervoor beschikbare budgetten. Na het opmaken van de jaarrekening 2016 verwachten we hierover een beter onderbouwde uitspraak te kunnen doen. 4
3.1.1 Financiering - In 2010 is de laatste langlopende lening afgesloten ( 12.500.000). - In 2013 is de lening voor woningcorporatie Vuurkuul ( 2.000.000) vervroegd afgelost, hierdoor is er een forsere afname van de langlopende schuld van 2012 naar 2013 te zien. - Door de jaarlijkse aflossingen van circa 2.000.000 daalt het saldo aan langlopende leningen. De langlopende leningen maken onderdeel uit van de netto schuldquote, zie 3.1.2. 5
3.1.2 Financiering De netto schuld wordt bepaald door de som van de vaste en vlottende schulden, overlopende passiva en voorzieningen minus de som van de uitzettingen, liquide middelen, overlopende activa en financiële vaste activa. Wanneer dit getal afgezet wordt tegen de totale baten is het resultaat de netto schuld als aandeel van de exploitatie (inkomsten) Dit kengetal wordt de netto schuldquote genoemd. (2) De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden, met andere woorden hoe zwaar drukt de schuld op de begroting. - Een netto schuldquote onder de 100% wordt als gezond ervaren een schuldquote tussen de 100% en 130% is alarmerend en een schuldquote hoger dan 130% wordt als zeer hoog ervaren. - De schuldquote van de gemeente Gennep is 26% in 2015. De verwachting is dat het percentage nog verder daalt door de jaarlijkse aflossingen en geen nieuwe lening nodig is. - De netto schuld per inwoner in Gennep ligt fors onder het landelijk gemiddelde maar wel in lijn met de schuld per inwoner van gemeenten van gelijke grootte - Tegen de landelijke trend in daalt de netto schuld per inwoner in de gemeente Gennep. 6
3.1.3 Financiering De debt-ratio geeft aan welke deel van het gemeentebezit is belast met schulden. De debt-ratio wordt berekend door de som van de langlopende schulden, de kortlopende schulden en overlopende passiva te delen door het balanstotaal. De solvabiliteitsratio is het spiegelbeeld van de debt ratio en geeft aan welke aandeel van het gemeentebezit is afbetaald. (2) - Over het algemeen wordt gesproken van een ongezonde situatie als de debt-ratio hoger is dan 80%. In dat geval is meer dan 80% van het gemeentebezit met schulden belast. De solvabiliteitsratio dient > 20% te zijn. - Uit de grafiek blijkt dat de debt-ratio en de solvabiliteitsratio zich over de jaren 2013 2015 positief heeft ontwikkeld en de verwachting is dat deze positieve trend doorzet. Met een solvabiliteitsratio van 44% heeft Gennep een gezonde financieringspositie, kwalificatie uitstekend. 7
3.2.1 Reserves - De totale reserves van de gemeente Gennep zijn de afgelopen jaren afgenomen. - Richting de toekomst laten de reserves een gelijkmatige trend zien rond de 13.000.000. - De afname van de reserves (periode 2010-2013) wordt veroorzaakt door het verhogen van de voorzieningen, ten behoeve van met name de grondexploitaties. 8
3.2.2 Reserves - Het eigen vermogen in percentage van het balanstotaal is in 2011 en 2012 afgenomen, dit door de inzet van reserves voor het verhogen van de voorzieningen. - In 2013 tot en met 2015 is een stijging zichtbaar door positieve resultaten. - Het percentage eigen vermogen in % van het totaal van de exploitatie (totaal baten) geeft aan welk deel van de exploitatie gedekt kan worden uit de reserves, tegenvallers tot +/- 30 % van de totale exploitatie kunnen worden opgevangen (2015). (de daling ten opzichte van 2014 wordt veroorzaakt door de incidenteel hogere baten in 2015 (verkoop Brem). De algemene reserves zijn vrij besteedbaar, kwalificatie goed. 9
3.3 Voorzieningen - Vanaf 2013 is de omvang van de voorzieningen gedaald door de afwaardering van de grondexploitaties. - De voorzieningen dalen tot en met 2020 met name door uitvoering groot onderhoud en afbouw voorziening tarieven riolering. - Het gemiddelde van de voorzieningen per inwoner van gemeente van gelijke omvang bedroeg in 2014 331 (1), hier zit Gennep dus fors boven met 662 per inwoner. Voorzieningen zijn gevormd voor verwachte verliezen. Voor niet structureel onderhoud zijn egalisatievoorzieningen beschikbaar. Kwalificatie goed. 10 10
3.4 Garantstellingen - De gemeenten staan garantstellingen voor de leningen van de woningbouwcoöperaties. Dit is een achtervang positie omdat in eerste instantie het waarborgfonds sociale woningbouw (WSW) wordt aangesproken. Het risico voor de gemeente is heel laag. - Wanneer we de overige garantstellingen (verenigingen, Intos, Pantein, restauratiefonds, Villa Flora) afzetten tegen de algemene reserves dan zien we dat dit in 2015 een percentage van 39% betreft. Wij hebben dus voldoende middelen om alle garantstellingen op te vangen. - Voorzichtigheid blijft geboden bij het verlenen van nieuwe gemeente garanties zonder (WSW) achtervang. Totale garantstellingen ex. woningbouw zijn 39% van de reserves, kwalificatie goed. 11
3.5 Weerstandsvermogen De hoogte van de gemeentelijke reserves komt ook tot uitdrukking in het weerstandsvermogen. Een toelichting op het weerstandsvermogen wordt in de jaarlijkse gemeentebegroting opgenomen. Het weerstandsvermogen van de gemeente Gennep betreft het vermogen van de gemeente om niet-structurele risico s op te kunnen vangen, zodat het afgesproken gemeentelijke takenpakket toch onverkort kan worden uitgevoerd. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de begroting is. Dit is van belang wanneer zich een financiële tegenvaller voordoet. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: - de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen waarover we beschikken of kunnen beschikken om niet begrote kosten te kunnen dekken, en - alle risico s waarvoor nog geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn (minimaal benodigde weerstandsvermogen). Deze relatie wordt uitgedrukt in een weerstand coëfficiënt. Deze coëfficiënt moet minimaal 1 zijn. - De weerstand coëfficiënt ligt ruim boven 1 wat betekent dat we over voldoende weerstandsvermogen beschikken. - De gemiddelde weerstandscoefficient voor gemeente 10.000-20.000 inwoners bedroeg in 2014, 2,9. (1) - In de begroting 2016 was de coëfficiënt 5,62. - De weerstand coëfficiënt zoals opgenomen in de begroting 2017 bedraagt 8,1. De stijging wordt veroorzaakt door de hogere algemene reserve bouwgrondexploitatie en wegvallen risico Genneperhuisweg. Met een weerstand coëfficiënt van 8,62 is de kwalificatie uitstekend. 12
3.6 Bouwgrond in exploitatie - De grafiek betreft het verloop van de boekwaarde van de voorraden (grondexploitaties) exclusief de gevormde voorziening. - In de tabel zijn de boekwaarde omgerekend per inwoner. - Als gevolg van het afsluiten van projecten (met name verkoop de Brem) en vrijval vanuit de voorziening daalt de boekwaarde van 1.073 per inwoner in 2012 naar 23 in 2020. - Het landelijk gemiddelde van de voorraad gronden per inwoner van gemeenten van gelijk omvang bedraagt in 2014 482 (1), hier zat de gemeente Gennep in 2014 met 807 ruim boven. Vanaf 2015 zakt de boekwaarde dus fors tot onder het gemiddelde. Gennep heeft een lage boekwaarde van bouwgronden in exploitatie, kwalificatie goed. 13
3.7.1 Investeringen - Onder materiele vaste activa wordt verstaan alle bezittingen van de gemeente zoals gebouwen, machines, transportmiddelen, computers, inventaris etc. - Onder financiële vaste activa worden kapitaalverstrekkingen en leningen aan deelnemingen en verbonden partijen verstaan. - De materiele vaste activa (MVA) laten een boekwaarde zien van rond de 2.000 per inwoner en blijven redelijk in lijn. - Deze waarde ligt in lijn met de MVA per inwoner van gemeente van vergelijkbare grote a 2.164 in 2014 (1). - De FVA laten een dalende trend zien. - Investeringen vanaf 2017 zijn niet verwerkt in bovenstaande cijfers. 14
3.7.2 Investeringen - In bovenstaand overzicht zijn de afschrijvingen ten opzichte van de aflossingen weergegeven. - In de situatie van de gemeente Gennep kan gezegd worden dat er structureel meer wordt afgelost dan dat er wordt afgeschreven. Dit is een gezonde situatie, wanneer er meer wordt afgeschreven dan dat er wordt afgelost ontstaat er een scheefgroei in de financieringsstructuur. - Richting de toekomst is er dus ruimte om, indien nodig, langlopende leningen aan te trekken. De uitschieter in 2013 heeft te maken met de vroegtijdige aflossing en tevens vervroegde terugbetaling van de verstrekte lening aan De Vuurkuul ( 2.000.000). Een en ander is ook weergegeven in het overzicht van de financieringsstructuur op de volgende pagina. 15
3.7.3 Investeringen - In nevenstaand overzicht zijn de totaal beschikbare middelen op lange termijn weergegeven en afgezet tegen de totaal vastgelegde activa op lange termijn. - Te constateren valt dat er structureel sprake is van overfinanciering, er was/is meer (vreemd) vermogen in relatie tot de activa en voorraden. Dit wil zeggen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om eventuele (extra) investeringen in de toekomst te kunnen financieren. De opvallendste ontwikkeling in dit geheel is de afname van de voorraden als gevolg van de verkoop van de Brem. Voor investeringen zijn voldoende middelen beschikbaar, kwalificatie goed. 16
3.8 EMU Saldo EMU-saldo Het begrotingssaldo van een land geeft weer of dat land een overschot of een tekort heeft bij zijn overheidsuitgaven. Als de uitgaven in een bepaald jaar groter zijn dan de inkomsten, is er in dat jaar sprake van een tekort en groeit de staatsschuld. Het begrotingssaldo geeft dus een indicatie van de staat waarin het huishoudboekje van de overheid in een bepaald jaar verkeert. De lidstaten van de Europese Unie hebben afgesproken allemaal met eenzelfde definitie van het begrotingssaldo te werken. Dit noemen we het EMU-saldo. Het EMU-saldo wordt berekend van de totale overheid. Dit betekent dat niet alleen de financiën van de rijksoverheid meetellen voor het EMU-saldo, maar ook die van de decentrale overheden (zoals gemeenten, provincies en waterschappen) en premie gefinancierde sectoren als de sociale zekerheid en de zorg. (3) - EMU saldo 2015 is positief door de verkoop Brem, ondanks hoge investeringen in met name vervanging van riolering. - EMU saldo 2016 is negatief door investeringen in vervanging rioleringen en betaling tekort Greenpark. - Het negatieve EMU saldo voor 2017 komt door: een negatief exploitatiesaldo uitgaven ten laste van reserves. hogere uitgaven ten laste van de voorzieningen dan jaarlijkse toevoegingen. Het EMU saldo is te herleiden. De negatieve saldi zijn verantwoord doordat gemeenten een baten en lasten stelsel kennen. Kwalificatie goed. 17
3.9 Realiteit begroting - Het resultaat na bestemming heeft in de jaren 2010-2012 een aantal negatieve pieken laten zien. - In 2013, 2014 en 2015 zijn er positieve uitschieters te noteren. - De werkelijke resultaten wijken af van de begrote resultaten maar zijn grotendeels ontstaan door incidentele meevallers die bij de 2 e trimesterrapportages niet bekend konden zijn. - Op het totaal van de begroting zijn de afwijkingen een gering percentage. Afwijkingen tussen begrote saldi en werkelijke saldi zijn verklaarbaar en relatief gezien gering. Kwalificatie goed. 18
3.10 Onvoorzien - De post onvoorzien wordt, m.u.v. 2013 niet volledig ingezet. - Vanaf 2018 is de post onvoorzien verhoogd naar 50.000. - Kijkend naar de inzet van de post onvoorzien in voorgaande jaren en verhoging vanaf 2018 is het beschikbare bedrag voldoende. Beschikbare post onvoorzien blijkt voldoende te zijn, kwalificatie goed. 19
3.11 Reëel begrotingsevenwicht (Bedragen x 1.000) W2015 B2016 B2017 B2018 B2019 B2020 Totaal lasten(excl toevoeging reserves) 61.124 42.034 45.642 43.734 42.377 42.044 Af: Incidentele lasten - 4.023-1.043-940 - 390-50 Structurele lasten 57.101 40.991 44.703 43.344 42.377 41.994 Totaal baten( excl onttreking reserves) 62.324 41.540 44.686 43.315 42.392 42.235 Af: Incidentele baten - 3.742-729 Structurele baten 58.582 40.811 44.686 43.315 42.392 42.235 Saldo zonder incidentele baten en lasten 1.480-180 - 17-30 15 241 Structurele toev reserves 759 546 Structurele onttrekking reserves 212 321 168 113 58 10 Reëel saldo 934-405 151 83 72 251 - Uit nevenstaand overzicht blijkt dat vanaf 2017 sprake is van een structureel en reëel positief begrotingssaldo. - De omvang van het begrotingssaldo is gering waardoor we de indicator niet als uitstekend maar als goed kwalificeren. Begroting is in evenwicht kwalificatie goed. 20
3.12.1 Belastingen en heffingen - De gemiddelde woonlasten van gemeentelijke heffingen in 2016 was 743. (5) - Gennep zit met 697 daar onder. 21
3.12.2 Belastingen & Heffingen - In bovenstaande grafiek zijn de leges van omgevingsvergunningen in Gennep afgezet tegen de gemiddelde leges omgevingsvergunningen in Nederland. - De leges in Gennep zijn in alle categorieën gelijk dan wel goedkoper dan in Nederland. (4) De lasten voor de burger in Gennep liggen lager dan bij andere gemeenten van vergelijkbare grootte, kwalificatie goed. 22
3.13 Decentralisatie 3-D s - 2015 was het eerste jaar voor de uitvoering van de nieuwe taken op het gebeid van jeugdzorg, participatie en langdurige zorg. - De extra middelen die wij hiervoor krijgen zijn intern geoormerkt. - In 2015 waren de totale uitgaven nagenoeg gelijk aan de beschikbare budgetten. - Met ingang van 2016 krijgen wij meer geld voor de uitvoering van de nieuwe taken. - Voor het opvangen van tekorten is een bestemmingsreserve beschikbaar van 719.000. - Omdat niet duidelijk is of de uitgaven van 2015 maatgevend zijn kwalificeren deze indicator als neutraal. Nog onvoldoende ervaringscijfers, kwalificatie neutraal. 23
Bronnen 1: Deloitte insight Financiële Trendanalyse Gemeenten, Provincies en Waterschappen, 25 februari 2016. 2: Kengetallen financiële positie gemeenten op 31 december 2013, VNG 24 september 2014 3: http://www.europa-nu.nl/id/vi5apv0pm6zi/emu_saldo / euobserver.com 4: www.waarstaatjegemeente.nl 5: COELO: https://www.coelo.nl/index.php/nieuws/306-totaalbeeld-lokale-en-regionale-belastingen 24